nr 4 - Juni 2004
E-mail :
[email protected] • website :www.europaziekenhuizen.be Afgiftekantoor :Brussel X. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER :Dr Pierre Nys. EUROPA ZIEKENHUIZEN V.Z.W. • De Frélaan 206,1180 Brussel.
Voluit leven met astma... het kan !
1
tablet per dag
• Volwassenen (≥15 jaar) • SINGULAIR 10 mg* • Kinderen (6-14 jaar) • SINGULAIR 5 mg*
MACA
1 tablet per dag
• Kinderen (2-5 jaar) • SINGULAIR 4 mg* * Vóór het slapengaan.
01-05-SGA-04-B-0005-JA - Gelieve de volledige bijsluiter te raadplegen alvorens voor te schrijven. ® Registered Trademark of Merck & Co. Inc., Whitehouse Station, NJ, U.S.A. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL : SINGULAIR® 10 mg, filmomhulde tablet; SINGULAIR® 5 mg, kauwtablet; SINGULAIR® 4 mg, kauwtablet 2.KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Eén filmomhulde tablet bevat natriummontelukast, equivalent aan 10 mg montelukast; eén kauwtablet bevat natriummontelukast, equivalent aan 5 mg montelukast; eén kauwtablet bevat natriummontelukast, equivalent aan 4 mg montelukast. 3. FARMACEUTISCHE VORM : SINGULAIR 10 mg, Filmomhulde tablet, beige, afgerond vierkant, filmomhuld, grootte 7,9 mm x 7,9 mm met op één zijde “SINGULAIR” en op de andere zijde “MSD 117”; SINGULAIR 5 mg, Kauwtablet roze, ronde, biconvexe tabletten met een diameter van 9,5 mm, met op één zijde “SINGULAIR”, en op de andere zijde “MSD 275”; SINGULAIR 4 mg, Kauwtablet, roze, ovale, biconvexe tabletten met op eén zijde “SINGULAIR”, en op de andere zijde “MSD711” .4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties : SINGULAIR is aangewezen voor de behandeling van astma, als combinatietherapie, bij patiënten met licht tot matig chronisch astma, die onvoldoende onder controle is met inhalatiecorticosteroïden en bij wie kortwerkende ß-agonisten, naar behoefte gebruikt, onvoldoende klinische controle van het astma geven. SINGULAIR is eveneens aangewezen ter voorkoming van astma, wanneer de voornaamste factor door inspanning veroorzaakte bronchoconstrictie is. 4.2.Dosering en wijze van toediening : SINGULAIR 10 mg: de dosering voor volwassenen vanaf de leeftijd van 15 jaar is 1 tablet van 10 mg per dag voor het slapen gaan. SINGULAIR 5 mg: de dosering voor kinderen van 2 t/m 5 jaar is 1 kauwtablet van 4 mg per dag voor het slapen gaan. Wanneer SINGULAIR wordt ingenomen in samenhang met voedsel, moet dit gebeuren één uur vóór of twee uur na de inname van voedsel. Binnen deze leeftijdsgroep hoeft de dosering niet te worden aangepast. De ervaring bij kinderen jonger dan 2 jaar is beperkt en gebruik van montelukast is dan ook niet aangewezen voor deze leeftijdsgroep tot er nieuwe gegevens beschikbaar zijn. De veiligheid en werkzaamheid bij deze leeftijdsgroep is niet aangetoond. SINGULAIR 4 mg: de dosering voor kinderen van 6 t/m 14 jaar is 1 kauwtablet van 5 mg per dag voor het slapen gaan. Wanneer SINGULAIR wordt ingenomen in samenhang met voedsel, moet dit gebeuren één uur vóór of twee uur na de inname van voedsel. Binnen deze leeftijdsgroep hoeft de dosering niet te worden aangepast. Algemene aanbevelingen: SINGULAIR heeft binnen de dag een therapeutisch effect op de controle- parameters van astma. Men moet de patiënten erop wijzen dat zij SINGULAIR moeten blijven gebruiken, zowel wanneer hun astma onder controle is als in periodes waarin het astma verergert. De dosering hoeft niet te worden aangepast bij patiënten met nierinsufficiëntie of lichte tot matige leverinsufficiëntie. Er zijn geen gegevens bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen. De dosering is dezelfde voor zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten. Therapie met SINGULAIR in relatie tot andere astmabehandelingen: SINGULAIR kan aan het huidige behandelingsschema van de patiënt worden toegevoegd. Behandeling met ß-agonisten: SINGULAIR kan worden toegevoegd aan het behandelingsschema van patiënten bij wie het astma met kortwerkende ß-agonisten, naar behoefte gebruikt, niet voldoende wordt beheerst. Zodra een klinische reactie duidelijk is (meestal na de eerste dosis), is het mogelijk dat de patiënt de behandeling met naar behoefte gebruikte kortwerkende ß-agonisten kan verminderen. Inhalatiecorticosteroïden: SINGULAIR kan worden toegevoegd aan de behandeling van patiënten bij wie andere geneesmiddelen, zoals inhalatiecorticosteroïden, geen afdoende klinische beheersing geven. Inhalatiecorticosteroïden mogen niet door SINGULAIR worden vervangen (Zie 4.4 : Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik). 4.3. Contra-indicaties : Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.8. Bijwerkingen : De bijwerkingen, die meestal mild waren, leidden over het algemeen niet tot stopzetting van de behandeling. Montelukast 10 mg omhulde tabletten is in klinisch onderzoek beoordeeld bij ongeveer 4000 volwassen patiënten van 15 jaar en ouder. Bij twee placebo-gecontroleerde studies met een gelijkaardig protocol en een duur van 12 weken werden slechts twee nevenwerkingen regelmatig gemeld, namelijk buikpijn en hoofdpijn, met een oorzakelijk verband bij patiënten behandeld met montelukast. Montelukast, onder de vorm van kauwtabletten met 5 mg werd bestudeerd bij ongeveer 1100 kinderen van 6 tot 14 jaar. In een placebo-gecontroleerde studie met een duur van 8 weken, werd slechts één nevenwerking regelmatig gemeld met een oorzakelijk verband bij patiënten behandeld met montelukast, namelijk hoofdpijn. Montelukast 4 mg kauwtabletten is bestudeerd bij 573 kinderen van 2 tot 5 jaar. In een 12 weken durend, placebo-gecontroleerd onderzoek was dorst de enige nevenwerking die vaak gemeld werd met een oorzakelijk verband bij patiënten behandeld met montelukast. De volgende nevenwerkingen, onafhankelijk van causaliteit, werden gerapporteerd in het kader van klinische studies bij volwassenen en kinderen van 2 tot 14 jaar. Lichaam als geheel : Volwassenen : vaak : asthenie/vermoeid-heid, koorts, buikpijn, trauma; Kinderen (6 tot 14 jaar) : vaak : koorts; Maag/darmkanaal; Volwassenen :vaak : diarree, dyspepsie, infectieuze gastro-enteritis, tandpijn; Kinderen (6 tot 14 jaar) : vaak : diarree, nausea; Zenuwstelsel/psychisch : Volwassenen : zeer vaak : hoofdpijn, vaak : duizeligheid, slapeloosheid; Luchtwegen : Volwassenen : vaak : neusverstopping, hoest, grippaal syndroom; Kinderen (6 tot 14 jaar) : zeer vaak : pharyngitis vaak : grippaal syndroom, sinusitis; Kinderen (2 tot 5 jaar) : zeer vaak : hoest; zeer vaak : > 1/10; vaak : > 1/100, < 1/10. Gedurende de klinische studies veranderde het bijwerkingenprofiel niet bij het beperkt aantal patiënten bij wie de behandeling werd verdergezet, tot 2 jaar bij volwassenen en tot 6 maanden bij kinderen van 6 tot 14 jaar. Op cumulatieve wijze werden 502 patiënten van 2 tot 5 jaar behandeld met montelukast gedurende minstens 3 maand, 338 gedurende minstens 6 maand en 256 gedurende minimum 12 maand. Het bijwerkingenprofiel bij deze patiënten wijzigde niet bij langdurige behandeling. De volgende bijwerkingen werden zelden gemeld nadat het geneesmiddel in de handel werd gebracht: Algemene reacties: asthenie/vermoeidheid, malaise, oedeem, overgevoeligheids- reacties waaronder anaphylaxis, angio-oedeem, urticaria, jeuk, huiduitslag, en een geïsoleerd geval van hepatische eosinofiele infiltraten. Neurologische/psychiatrische symptomen: duizeligheid, abnormale dromen waaronder nachtmerries, waanvoorstellingen, slaperigheid, slapeloosheid, geïrriteerdheid, agitatie, convulsies. Neuromusculaire symptomen: arthralgie, myalgie waaronder spierkrampen. Gastro-intestinalesymptomen: diarree, droge mond, dyspepsie, nausea, braken. Cardiovasculaire symptomen: verhoogde bloedingsneiging, ecchymosen, hartkloppingen. Tijdens de behandeling met montelukast bij astma patiënten, is in zeer zeldzame gevallen het syndroom van Churg en Strauss gerapporteerd. Toch werd er geen oorzakelijk verband gevonden met montelukast (zie paragraaf 4.4). 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN : MERCK SHARP & DOHME B.V., Waterloosesteenweg 1135, 1180 BRUSSEL, TEL 02 / 373 42 11 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN :10 mg: 922 IS 178 F3; 5 mg: 922 IS 177 F3; 4 mg: 922 IS 207 F 3 10. DATUM VAN DE LAATSTE HERZIENING VAN DE TEKST : 13.01.2003 © Gedeposeerd merk van MERCK & Co., INC., Whitehouse Station, N.J., U.S.A.
Inhoud nr. 4 04
EDITO
EUROSCOOP
05
DE SAMENWERKING WERPT HAAR VRUCHTEN AF…
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dr Pierre Nys
EURO.NEWS - Nieuwe medewerkers - Peritoneale dialyse - Laparoscopie in de Urologie - Serotheek - Niet invasieve coronaire angiografie mbv multi slice CT : één jaar later… - Een dienst plastische heelkunde op de Site 2 Alice ! - Klinische casus
HOOFDREDACTEURS Dr Roxane Audistère Dr Pierre Nys
06-12
15-30
Site St.-Elisabeth De Frélaan 206 1180 Brussel Tel. : 02/373.16.11 Fax : 02/373.18.96 Spoedgevallen 24U/24 02/373.16.00
Site St.-Michiel Linthoutstraat 150 1040 Brussel Tel. : 02/737.80.00 Fax : 02/737.80.01 Spoedgevallen 24U/24 02/737.89.00
31
Groeselenberg 57 1180 Brussel
UW MENING
32-33
WAARVOOR DIENT DEZE “MACHINE” ?
34-35
HARTEDIEF
36
Site 2 Alice
Dossier : OBSTETRICA - De prenatale raadpleging Dr Anne Depierreux - De echografie van het tweede trimester Dr Christian Moulart - Vaccinaties en zwangerschap Dr Frank De Wolf - Malaria prophylaxe (van korte duur) tijdens de zwangerschap Dr Frank De Wolf - Welke geneesmiddelen zijn veilig voor een zwangere ? Dr Frank De Wolf - Bekkeninstabiliteit en zwangerschap Dr Frank De Wolf - Dubbel en Triple test Dr Sonia Vanderlinden - In Vitro fertilisatie en andrologie Dr Brigitte Schrurs - Toxoplasmose en zwangerschap Dr Albert Veys - Zwangerschapsdiabetes Dr Sabine Deckers
37-38 38
Tel. : 02/373.45.11 Fax : 02/373.46.86
VOEL JE GOED IN JE VEL DE MEMOIRES VAN EUMENEGUYL VOLGEND NUMMER
COORDINATIE Chantal Dekempeneer REDACTIERAAD Dr Gaëtane Boon, Dr Sabine Deckers, Dr Frank De Wolf, Dr Leopold Ghijselings Dr Frédéric Haven, Dr Daniel Hublet, Dr Jim Ilunga, Dr Annick Sauvage, Dr Charles Scheid, Dr Jean-Marie Van Caster, Dr Frederike Van Raemdonck, Dr Guy Vielle, Dr Gaëtan Willemart. SECRETARIAAT Brendi Foubert FOTOGRAFIE Brendi Foubert GRAFISME Maca Illustrations : P. Maka DRUK Cloetens REDACTIE ADRES Euroscoop Site St.-Elisabeth De Frélaan 206 1180 Brussel Tel. : 02/373.16.89 Fax : 02/373.18.96 E-mail :
[email protected] Tijdschrift voor het medisch korps. Geneesheren die Euroscoop niet ontvangen en toch geïnteresseerd zijn, mogen contact opnemen met de redactie.
De inhoud van de artikels valt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de auteurs. Alle rechten voorbehouden, met inbegrip van vertalingen.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
|
03
edito
Gravure van Antonio Tempesta (1555-1630). Europa klampt zich vast aan de horens van de stier. Zij geeft de indruk tegelijkertijd radeloos en blij te zijn, terwijl de stier doorheen de golven vlucht. (Collectie Alain Roba)
" Niets gaat verloren, niets wordt geschapen, alles wordt herleid…" Welke ook onze universitaire afkomst is, wij hebben allen de wet van Lavoisier gekend op de banken van de eerste kandidatuur… De Europa Ziekenhuizen passen dit principe toe door de realisatie van een nieuwe entiteit op de site St.-Elisabeth. De metamorfose van de oude gebouwen bovenaan de De Frélaan is de vrucht van een jarenlang vertrouwen in de toekomst… De afbraakwerken zijn reeds van start gegaan en de officiële eerste steenlegging, in het bijzijn van verscheidene prominenten, is gepland op 7 oktober. Intussen bieden wij u, in dit nummer, ruime informatie omtrent het thema " Obstetrica " : aandoeningen tijdens de zwangerschap, een nieuwe aanpak voor de opvolging van de zwangerschap. Al onze dank voor uw interactieve deelname, vragen en suggesties die ons telkens helpen een nieuw nummer tot stand te brengen… Laat de rubriek " Uw mening " een weerspiegeling zijn van uw gedachten, zij het op medisch, sociologisch of gewoon… menselijk vlak !
04
|
Dr Pierre Nys Hoofdredacteur
Dr Roxane Audistère Hoofdredacteur
Dr Marc Van Campenhoudt Afgevaardigd Beheerder Hoofdgeneesheer
Dr Mieke De Bie Afgevaardigd Beheerder Algemeen Directeur
n°4
Juni 2004
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
De fusie werpt zichtbare vruchten af… Dr M. De Bie Afgevaardigd Beheerder, Algemeen Directeur
Dat de fusie van de 3 ziekenhuizen tot één geheel goed draait, mag ondermeer blijken uit de realisatie van twee grote bouwprojecten tegelijkertijd : enerzijds de tweede faze van de reconstructie van de site St.-Michiel te Etterbeek, anderzijds de uitbreiding van de site St.-Elisabeth te Ukkel met alle functies van de site 2 Alice.
Site St.-Elisabeth - Ukkel Afbraak : Start bouwwerken : Einde nieuwbouw :
Site St.-Michiel - Etterbeek Start werken : Einde nieuwbouw :
06/2003 ±12/2006
De werken op de site St.-Michiel bestaan uit het bouwen en vernieuwen van een aantal verpleegeenheden : chirurgie (C), inwendige geneeskunde (D), geriatrie (G), revalidatie (Sp Loc), psychiatrie (A), dagpsychiatrie (A1) en palliatieve zorgen (Sp Pall.) Hierbij wordt ook nog een chirurgisch dagziekenhuis met 22 bedden voorzien naast het reeds bestaande medisch dagziekenhuis (chemotherapie). De nodige operatiezalen worden bijgebouwd. Het aantal consultatielokalen wordt meer dan verdubbeld. Verder zal het ziekenhuis beschikken over een nieuwe afdeling nucleaire geneeskunde (scintigrafie). Door de uitbreiding van de radiologiezalen beschikt het ziekenhuis over de meest moderne uitrusting voor medische beeldvorming. Voor revalidatie zal, naast de uitgebreide fysiotherapie met zwembad voor aangepaste hydrotherapie, ook een goed uitgebouwde cardiale revalidatie afdeling voorzien worden. Dit alles, samen met een totaal vernieuwde inkomhal met ondermeer winkel, restaurant alsook een belangrijke uitbreiding van het aantal ondergrondse parkeerplaatsen, zal er voor zorgen dat de Europaziekenhuizen vzw met de site St.-Michiel over een vernieuwd, ultramodern en volledig uitgerust ziekenhuis beschikt in het hart van de Brusselse regio en de Europese wijk. De bewegwijzering binnen het ziekenhuis zal dan eindelijk ook vereenvoudigd kunnen worden.
04/2004 01/2005 ±12/2008
De werken op de site St.-Elisabeth zullen toelaten de activiteiten van 2 Alice volledig naar de site St.-Elisabeth over te brengen. De huidige diensten van 2 Alice zullen dan ook in twee volledig nieuwe aanbouwen ondergebracht worden. Een aantal van de bestaande diensten zullen eveneens een uitbreiding krijgen, wegens de belangrijke toename van medische activiteiten de laatste jaren (o.m. spoedgevallen, dialyse, materniteit en pediatrie,...). Tevens wordt bijzondere aandacht geschonken aan de realisatie van een chirurgisch en medisch (chemotherapie) dagziekenhuis, met de nodige operatiezalen, onderzoeks- en behandellokalen. De huidige consultatieafdeling van St.-Elisabeth zal meer dan verdubbelen en de nieuwe fysiotherapie zal beschikken over een eigen therapiebad. De afdelingen radiologie en scintigrafie worden uitgebreid met extra infrastructuur. Een volledig nieuwe radiotherapiebunker, wordt eveneens voorzien.
De Europa ziekenhuizen kunnen hier, eens te meer, bewijzen dat een geheel meer kan zijn dan de som van zijn delen. Het resultaat van de twee bouwprojecten zal een supermodern ziekenhuiscomplex zijn, verspreid over 2 sites.
n°4
Juni 2004
|
05
EURO NEWS Nieuwe medewerkers
TER HERINNERING… Eén van uw patiënten is gehospitaliseerd : U wil van deze gelegenheid gebruik maken om een bijkomende oppuntstelling, advies of onderzoek te laten uitvoeren… U wil anamnestische gegevens of therapeutische suggesties betreffende uw patiënt mededelen …
Oftalmologie
Nucleaire Geneeskunde
Dr Sebastien GOETHALS KUL 2003 Site St.-Elisabeth Interesse : Retinopathieën diabetes.
Dr Yvan de MEEUS d’ARGENTEUIL Diensthoofd op de site St.-Elisabeth. UCL 1994 Sites St.-Elisabeth 2 Alice - St.-Michiel Interesse : Oncologische toepassingen van PET studies – “Corregistratie”(integratie van morfologische en metabolische gegevens). Nucleaire Cardiologie : ECG-gated tomoscintigrafie – Myocardiale viabiliteit PET/SPECT.
Oftalmologie Dr Patricia BEAUDUIN UCL 2002 Site St.-Elisabeth Interesse : Pathologieën van de retina (Diabetes – veneuze en arteriële occlusie – maculopathie). Uveïtis (Intraoculaire inflammatoire pathologieën ).
Tandheelkunde Joris WILMAERS VUB 2002 Site St.-Elisabeth
Spoedgevallen Dokter Patrick CEUPPENS is verantwoordelijk voor de medische interface tussen de huisartsen en de Europa Ziekenhuizen site St.-Elisabeth. Aarzel niet hem te contacteren op het nummer 02/373.16.11 bip 1558
Dr Emmanuel GATERA Cardiologie (ULB 1993) Urgentiearts (2003) Site St.-Elisabeth Interesse : Coördinatie van de spoedgevallendienst. Perfomantie verhogen door de opvang van de patiënten te verbeteren. Een trainingssysteem in gebruik nemen om de opvang van de patiënten te versnellen en te optimaliseren. Het contact tussen huisartsen en specialisten, werkzaam in het ziekenhuis, onderhouden en verbeteren.
Stomatologie en Maxillo Faciale Heelkunde Dr Sergio SICILIANO Napels 1995 Site 2 Alice Interesse : De ontwikkeling van de Cranio-MaxilloFaciale heelkunde, Oncologie, Traumatologie en congenitale afwijkingen.
Pediatrie Dr Tayeb SLAOUTI Angers - Frankrijk 2000 Sites St.-Elisabeth - 2 Alice Interesse : Een werkgroep oprichten " pijn bij het kind en de pasgeborene " met protocols en opvolging.
Gynecologie Dr Inge VAN der HEYDEN KUL 2003 Site St.-Elisabeth Interesse : Laparoscopie – endometriose.
Anatomo-Pathologie Dr Edith NEMEC ULB 1995 Site St.-Elisabeth Interesse : Gynecologische en mammaire pathologie.
06
|
n°4
Juni 2004
Esthetic in Health Dr Pierre-Emmanuel EL FOULY UCL 1997 Site 2 Alice Interesse : Microchirurgie – Plastische en reconstructieve heelkunde – Esthetische heelkunde.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen Extraperitoneaal
Laparoscopie in de Urologie Het urinair stelsel heeft de specifieke eigenschap zich te bevinden in een beperkte en virtuele ruimte : het retroperitoneum. Dit heeft tot gevolg dat het chirurgisch toegang verkrijgen tot deze ruimte vaak een moeilijke aangelegenheid is. Urologische ingrepen, zelfs de meest courante, vereisen een dissectie vlakbij de grote vasculaire assen, wat vanzelfsprekend een verhoogd risico op bloeding impliceert.
Onze dienst vervulde een pioniersrol op het gebied van de urologische laparoscopie. Vandaag hebben we één van de belangrijkste reeksen van laparoscopische urologische interventies van ons land.
Laparoscopische ingrepen die we heden regelmatig uitvoeren zijn : 1. De radicale en totale prostatectomie voor gelokaliseerde prostaatkanker met behoud van de zenuwen die zorgen voor de erectiefunctie (selectieve indicatiestelling). 2. De uitgebreide nefrectomie voor kanker of andere indicaties. 3. De bijnierresectie. 4. Gehele of gedeeltelijke perineale insufficiëntie (cystocoele, rectocoele, uteriene prolaps, elythrocoele). 5. De pyeloplastie voor pyelo-ureteraal junctiesyndroom.
De laparoscopie heeft een enorme meerwaarde,vergeleken met de klassieke open chirurgie,wat betreft postoperatief comfort en hospitalisatieduur.
En de toekomst ?… De logische volgende stap is de “ROBOT-geassisteerde” laparoscopie. Dr Christophe Assenmacher
Hierbij komt nog de absolute noodzaak om perfecte resultaten te behalen op functioneel gebied (continentie, erectie, …).
Intraperitoneaal
Laparoscopisch zicht op het kleine bekken.
RAADPLEGINGEN UROLOGIE - Site St.-Elisabeth Tel. : 02/373.17.40
Serotheek De bloedstalen die voor een tweede keer moeten worden onderworpen aan een analyse, moeten op een correcte manier worden bewaard. Verschillende factoren kunnen het serum volledig veranderen en problemen geven bij de analyse : - Hemolyse welke reeds na een aantal uren kan optreden. - De temperatuur met verdamping tot gevolg. - Het serum moet in zeer goede conditie worden bewaard, wil men er de volgende dag nog bijkomende analyses op uitvoeren (gedecanteerd serum na centrifugatie, in een tube correct afgesloten en ingevroren).
-
Schildklierbilan. Tumorale markers. Toxoplasmose. Rubella. CMV. HCG. Hepatitis A, B en C. HIV. Risicoberekening trisomie 21. Opzoeken van benzodiazépines, barbituraten en tricyclische antidepressiva. - Borrelia- en mycoplasma-serologie. - Indirecte Coombs. - Immunoëlectropherese.
RAADPLEGINGEN LABORATORIUM - Site St.-Elisabeth Tel. : 02/373.17.80 - Site St.-Michiel Tel. : 02/737.85.85
Dr Albert Veys Laboratorium
Ons laboratorium beschikt over een systeem dat serum gedurende 7 à 8 maanden kan conserveren. Bij de aanvraag van bepaalde analyses wordt er in ons laboratorium automatisch overgegaan tot het bewaren van het staal :
n°4
Juni 2004
|
07
EURO NEWS RAADPLEGINGEN NEFROLOGIE DIALYSE
Peritoneale dialyse Is een dialysetechniek bestemd voor patiënten met terminale nierinsufficiëntie die bij de patiënt thuis kan worden uitgevoerd. Sinds 1 jaar is de dienst Nefrologie gestart met deze techniek binnen de Europa Ziekenhuizen.
- Site 2 Alice : Tel. : 02/373.47.48 - Site St.-Michiel : Tel. : 02/737.85.70 Dr F. Reginster Dr A. Van Audenhove - E-mail :
[email protected]
Inleiding In onze steeds maar ouder wordende bevolking, zijn er alsmaar meer mensen die een vermindering van de nierfunctie ontwikkelen en uiteindelijk evolueren naar een terminale nierinsufficiëntie. Voor deze patiënten zijn er drie mogelijke therapieën voorhanden : hemodialyse, peritoneale dialyse en niertransplantatie. Dankzij de evolutie sinds de beginjaren van peritoneale dialyse (PD) in de jaren 20 van vorige eeuw, is PD een volwaardig alternatief geworden voor hemodialyse, die daarenboven een hoge levenskwaliteit biedt. Het is een methode dat door de patiënt thuis zelfstandig kan worden uitgevoerd. Sinds 1 jaar is de dienst Nefrologie in de Europa Ziekenhuizen gestart met peritoneale dialyse, naast de hemodialyse in hospitaalmilieu. Ondanks de belangrijke voordelen die peritoneale dialyse biedt, bedraagt het aandeel van PD in België slechts 10% van de nierfunctievervangende therapie.
een hypertone glucose- en zoutoplossing ingebracht in de buikholte (het dialysaat), wat men een tijd ter plaatse laat om de uitwisseling thv de capillairen mogelijk te maken (fig 1a en b). 1a
1b Principe van een "wissel" in PD.
Dialyse berust op twee grote principes : enerzijds zullen door diffusie, afvalstoffen (vb. ureum, creatinine) kunnen worden verwijderd naar het dialysaat toe (door het passieve transport van opgeloste stoffen tgv een concentratieverschil); anderzijds zal door convectie (transport tgv een drukverschil) vocht worden verwijderd.
Verschillende methoden van PD Fysiologie Dialyse is het proces waarbij tussen twee vloeistoffen uitwisselingen gebeuren door ze met elkaar in contact te laten komen over een semi - permeabel membraan. Bij PD speelt het peritoneum de rol van dit membraan. Dankzij de uitzonderlijk goede capillaire doorbloeding, zijn grote oppervlakte (geschat op 1 tot 1.5 m2) en het vrij hoge en stabiele debiet door de peritoneale bloedvaten, is het peritoneum uitermate geschikt als dialysemembraan. Tijdens de dialyse wordt via een catheter 08
|
n°4
Juni 2004
Bij PD laat men dus verschillende keren per dag een hoeveelheid dialysaat inlopen in de buikholte, dat gedurende een zekere tijd in contact blijft met het peritoneale membraan (= de verblijftijd), waarna de uitloopfase volgt. De techniek kan continu (dialysaat 24u/24u in de buikholte) of intermittent (buikholte bepaalde tijd van de dag zonder dialysaat) worden toegepast. Deze techniek kan manueel uitgevoerd worden of automatisch met behulp van een toestel: de manuele uitvoering noemt met
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
De manuele PD.
CAPD (Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse), de wisseling dmv een toestel noemt men APD (Automatische Peritoneaal Dialyse). Bij CAPD zijn er meestal 4 manuele wisselingen overdag (8u – 12u – 17u – 22u) en een lange verblijftijd ’s nachts (22u – 8u). Bij APD gebeuren de wisselingen ’s nachts door een toestel, en heeft de patiënt overdag dialysaat in de buikholte, doch er zijn overdag in principe geen manuele wisselingen. De methode van PD hangt af van de karakteristieken van het peritoneaal membraan, doch ook (en voornamelijk) van de sociale toestand van de patiënt en zijn wensen.
Voor- en nadelen van PD De voordelen van PD tegenover hemodialyse zijn multipel : - de thuisbehandeling verloopt geleidelijker en meer continu - de patiënt krijgt ook een belangrijke verantwoordelijkheid en autonomie (wat voor sommige patiënten als een nadeel wordt aanzien) - er is minder interferentie met het sociale leven - er dient een minder streng dieet en vochtbeperking te worden gevolgd - de renale restfunctie blijft langer behouden - er is geen vaatacces nodig - de dagelijkse bezigheden worden veel minder belemmerd - er is een betere bloeddrukcontrole. De nadelen omvatten : - het grote belang van steriliteit : de grootste verwikkeling van peritoneale dialyse is peritonitis - de techniek moet dagelijks worden uitgevoerd : er is geen rustdag - een grotere verantwoordelijkheid voor de patiënt, wat soms als nadeel wordt aanzien door patiënt en zijn familie - de patiënt wordt thuis geconfronteerd met zijn ziekte.
De automatische nachtdialyse.
Indicaties voor PD Peritoneale dialyse is ideaal voor patiënten die PD verkiezen omwille van sociale, professionele, familiale of meer medische redenen : patiënten met slechte cardiale of hemodynamische tolerantie voor hemodialyse, patiënten met stollingsproblemen of bloedingsrisico’s, patiënten met vaatacces problemen. Een andere indicatie die in de toekomst verder dient te worden uitgewerkt zijn oudere patiënten die in een rusthuis verblijven, waar de verpleging deze therapie in handen kan nemen. Voor deze patiënten kan peritoneale dialyse veel voordelen bieden: ze hoeven niet drie maal per week naar het dialysecentrum te komen zodat ze in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven, de verpleging van het rusthuis kan de dialyses uitvoeren, de dialyse gebeurt veel geleidelijker en minder vermoeiend.
Contra-indicaties voor PD De grootste contra-indicatie voor PD is een niet-compliante of niet-gemotiveerde patiënt, aangezien de patiënt een grote rol speelt in de behandeling. Verdere relatieve contra-indicaties omvatten multipele intra-abdominale ingrepen met bridevorming, niet corrigeerbare hernia, ernstige chronische respiratoire insufficiëntie, verschillende episoden van diverticulitis en inflammatoir darmlijden en overgewicht.
Besluit Peritoneale dialyse is een evenwaardig alternatief voor hemodialyse, met heel wat mogelijke voordelen naar de patiënt toe. Deze vorm van dialyse kan wenselijk zijn bij patiënten die op een autonome manier zelf een deel verantwoordelijkheid voor hun behandeling in handen willen nemen, of voor patiënten in rusthuizen of minder mobiele patiënten die thuis verblijven en waar verpleging of familie de therapie op zich willen nemen.
n°4
Juni 2004
|
09
EURO NEWS
MEDISCHE BEELDVORMING - Site St.-Elisabeth : Tel. : O2/373.17.70
Niet invasieve coronaire angiografie mbv multi slice CT: één jaar later… In het eerste nummer van EUROSCOOP, nu ongeveer een jaar geleden, werd de niet invasieve coronaire angiografie door middel van multi slice CT voorgesteld. Ondertussen hebben wij 230 van dergelijke onderzoeken uitgevoerd. Aan de hand hiervan kunnen wij de techniek beter situeren in het diagnostisch arsenaal. Harten vaatziekten blijven, ondanks de wetenschappelijke en technologische evolutie, de belangrijkste doodsoorzaak in onze contreien. Sedert meer dan tien jaar werden hiervoor meerdere onderzoeksmethoden ontwikkeld, om significante stenosen op te sporen bij symptomatische patiënten. Deze technieken worden eveneens gebruikt voor het opsporen van een vroegtijdige coronaire atheromatose, bij asymptomatische patiënten met een hoog cardiovasculair risico. Het is voornamelijk voor deze groep van patiënten dat de ‘Cardiale CT-scanner’ tegenwoordig het meest wordt gebruikt. Statistische analyse van de resultaten van 65 patiënten die een coronaire CT ondergingen ter oppuntstelling van ischemisch hartlijden, toonde in vergelijking met een ‘klassieke’ coronarografie het volgende : - Afwezigheid van nevenwerkingen of complicaties (met uitzondering van één geval van ernstige nierinsufficientie). - De interpretatie van het onderzoek wordt bemoeilijkt door calcificaties thv de proximale segmenten, een snel of
10
|
n°4
Juni 2004
-
-
-
onregelmatig hartritme voor alle segmenten en een nauw kaliber (< 2 mm) voor de distale segmenten en secundaire takken. Voor een goede interpretatie is het zeer belangrijk om het hartritme onder de 65/min zo regelmatig mogelijk te houden. Bijgevolg vormen patiënten met een –zelfs trage- voorkamerfibrillatie een absolute contra-indicatie, evenals patiënten met een gekende permanente arythmie van het type frequente extrasytolie, bigeminisme, .... Door de snelle acquisitietijden, blijft de apnoe beperkt tot 20 seconden. De sensibiliteit van de cardiale CT-scan, voor het opsporen van coronaire vernauwingen van meer dan 50%, bedraagt 76 %, de specificiteit 90% en zijn negatieve predicitieve waarde 96%. Deze cijfers leunen mooi aan bij de literatuur gegevens. Tenslotte wat betreft de evaluatie van doorgankelijkheid van stents is de techniek wat teleurstellend, daarentegen uitstekend ivm de doorgankelijkheid van de aortocoronaire overbruggingen.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
Te onthouden De belangrijkste informatie is de betrouwbaarheid en de zekerheid met welke dit onderzoek toelaat een coronaire stenose (NPW 96 %) uit te sluiten thv de proximale en middenste segmenten van de coronairen. Ook kan de cardio CT gebruikt worden in eerste instantie voor het niet invasief opsporen van coronair vaatlijden bij symptomatische patiënten.
Cardio CT, een nieuwe en niet invasieve techniek, laat toe de coronairen te visualiseren, en kan reeds gebruikt worden als eerste keuze routine onderzoek bij patiënten, verdacht voor een ischemische cardiopathie. Dit onderzoek is snel, makkelijk beschikbaar en vertoont geen complicaties als enkele voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen : - ‘Standaard’voorzorgsmaatregelen voor een CT-onderzoek met injectie van contrastproduct (controle nierfunctie, stopzetting Glucophage de dag voor het onderzoek,anamnese naar allergie (en eventueel voorbereiding)). - Vertragen en stabilisatie van het hartritme : Beta blokkers per os met lange werking, ingenomen één dag voor het onderzoek.
Andere indicaties, zoals het vroegtijdig opsporen van atheromatose bij asymptomatische patiënten met een hoog CV risico worden heden nog onderzocht.
Drs T. Dikranian1, D. de la Kéthulle2, M.Van Campenhoudt2, J.P. Melchior1 1. Dienst Cardiologie, 2. Dienst Medische Beeldvorming
Een Dienst Plastische Heelkunde op de Site 2 Alice ! Sedert het begin van dit jaar werd de Plastische Heelkunde een autonome dienst die zich integreert in de activiteiten van het centrum “ Esthetic in Health ”. Dr. Gaëtan Willemart zal in de toekomst vervoegd worden door de Dr. Pierre Emmanuel El Fouly, gekend om zijn diep menselijke aanpak en zijn chirurgische vaardigheden. De dienst esthetische en reconstructieve heelkunde gaat bijgevolg verder op zijn elan : - gezien de steeds toenemende vraag voor esthetische chirurgie kan deze zich verder ontwikkelen in de veilige ziekenhuisomgeving. - geavanceerde reconstructieve microchirurgie kan nu gebeuren in onderling overleg en zorgvuldig voorbereid door een team van twee plastische chirurgen. Als voorbeeld geven we enkel de borstreconstructie
RAADPLEGINGEN PLASTISCHE HEELKUNDE - Site 2 Alice : Dr G. WILLEMART Dr P-E. EL FOULY Tel. : 02/373.49.39
door 'DIEP'. Men kan aan de hand van deze microchirurgische techniek bij bepaalde patiënten een complexe reconstructie maken met "levend weefsel". Deze zou enkel minimale sequellen geven ter hoogte van de donorsite van de abdominale flap. De wekelijkse "club journaal" zal plaatshebben iedere woensdagochtend en een onco-chirurgische staf zal doorgaan twee vrijdagen per maand. De afspraken, alsook het patiënten onthaal worden verzorgd door een afzonderlijk secretariaat, hetgeen borg staat voor een smetteloze organisatie. Dr Gaëtan Willemart n°4
Juni 2004
|
11
EURO NEWS RAADPLEGINGEN CARDIOLOGIE PNEUMOLOGIE
Klinische casus Wij beschrijven hier een klinisch geval dat onlangs beleefd werd en waarbij de realisatie van een gewone debiet/volume curve snel een richting aan de diagnose heeft gegeven.
- Site St.-Michiel : Tel. : 02/737.84.30
Dr Philippe Gris Pneumoloog Site St.-Michiel
gerealiseerd) helpen ons sterk in het stellen van de diagnose.
De patiënt, 59 jaar oud, roker, wordt voor advies naar een longspecialist verwezen EFR in een verband van COPD met belangrijke piepende rhonchi en droge hoest. Deze evolueren op een ongunstige manier sinds enkele weken, ondanks een zware dosis corticoïden (per os ingenomen). De radiografie van de borstkas is normaal. Zodra de patiënt de praktijk binnentreedt, merken wij een luide ademhaling die van verre hoorbaar is. De ademhalingsgeluiden zijn nogal inspiratoir. Er is noch trommelstok vingers noch oedeem van de onderste ledematen. EFR waarvan een debiet/volume curve wordt gerealiseerd (deze wordt tienmaal opnieuw Debiet/volume curve verwachte waarden 7 bekomen waarden
De debiet/volume curve is een onderzoek dat gemakkelijk realiseerbaar is bij de huisdokter. Dit onderzoek heeft ons toegelaten het bestaan van een hoge obstructie te bevestigen en de diagnose te stellen.
3 1 1/s (1)
12
|
Een CT scan zal de aanwezigheid van een dikke/belangrijke tumor bevestigen. Deze heeft zich ontwikkeld ten koste van de rechterstemband en verstopt de larynx. De ademhalingsstoornissen zijn typisch inspiratoir (de rhonchi en wheezing zijn vooral expiratoir) en worden “CORNAGE (frans woord)” genoemd. Dit woord wordt van de diergeneeskunde afgeleid en betekent een obstructie van de boven luchtwegen zoals de larynx.
9
5
De gemeten spirometrische waarden geven een gematigd en obstructie veroorzakend tekort weer (VEMS aan 68% van de voorspelde waarden,Tiffeneau aan 65%). Het is vooral het aspect van deze waarden dat onze aandacht moet aantrekken : wij merken een duidelijke expiratoire en inspiratoire beperking van de debieten ongeacht het longvolume met een hardere daling op het einde van de uitademing. Dit soort curve is een kenmerk van obstructie veroorzakende pathologieën door druk van de bovenste luchtwegen (luchtpijp, longpijpen).
1
n°4
2
Juni 2004
3
4
CLAMOXYL
™
zeer zeer zeer
uitgebreid gamma…
zeer
zeer
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CLAMOXYL‰ 500 mg - Dispergeerbare tabletten, CLAMOXYL‰ 1 g - Dispergeerbare tabletten, CLAMOXYL‰ 500 mg – Capsules KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dispergeerbare tabletten met 500 mg of 1 g amoxicilline onder vorm van amoxicilline trihydraat. Capsules met 500 g amoxicilline onder vorm van amoxicilline trihydraat. FARMACEUTISCHE VORM Dispergeerbare tabletten. Capsules. THERAPEUTISCHE INDICATIES CLAMOXYL is aangewezen voor de behandeling van bacteriële infecties die veroorzaakt zijn door gevoelige micro-organismen. CLAMOXYL Orale vormen is aangewezen bij: - Infecties van de bovenste luchtwegen: sinusitis, otitis, bacteriële pharyngitis (voor de behandeling van door streptokokken veroorzaakte tonsillitis gaat de voorkeur uit naar penicilline (G of V); de behandeling mag in geen enkel geval minder dan 10 dagen duren) - Infecties van de onderste luchtwegen, onder andere: bronchiale suppuraties (acute suppuratieve bronchitis van bacteriële aard, acute opstoten van chronische suppuratieve bronchitis van bacteriële aard), pneumonie, bronchopneumonie Infecties van de urinewegen: cystitis, pyelonefritis - Gonorrhoea - Infecties van het spijsverteringsstelsel: enteritis vergezeld van bacteriëmie Profylaxe van bacteriële endocarditis bij bepaalde diagnostische of chirurgische ingrepen boven het middenrif (stomatologie, K.N.O., ademhalings- en bovenste spijsverteringsstelsel) bij risicopatiënten. In alle gevallen moet men absoluut de ziektekiem bacteriologisch identificeren en zijn gevoeligheid bestuderen. Bij heel ernstige infecties kan in eerste instantie de associatie van CLAMOXYL met een aminoside aangewezen zijn. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Gewoonlijke posologie bij orale toediening VOLWASSENE Infecties van de bovenste luchtwegen: 1 tot 2 g per dag, over meerdere innamen te verdelen. Infecties van de onderste luchtwegen: 2 tot 3 g per dag, over meerdere innamen te verdelen. Infecties van het spijsverteringsstelsel: 2 tot 3 g per dag, over meerdere innamen te verdelen. Infecties van de urinewegen: 1 tot 3 g per dag, over meerdere innamen te verdelen. N.B. : De behandeling 2 tot 3 dagen na het verdwijnen van de klinische symptomen of tot de negativatie van de urine- of stoelgangculturen bewezen is, verderzetten. Uitzonderlijke posologie: Acute opstoten van bacteriële chronische suppuratieve bronchitis: 3 g, tweemaal daags, gedurende 3 dagen. Urinaire infecties zonder verwikkelingen bij de vrouw, door gonokokken veroorzaakte urethritis zonder verwikkelingen bij de man: 3 g als minuut-behandeling (eventueel met 1 g probenecid). Prophylaxie van infectieuze endocarditis: 3 g, 1 uur vóór elke diagnostische of chirurgische ingreep, in het bijzonder boven het middenrif. N.B.: Bij de behandeling van door gonokokken veroorzaakte urethritis zonder verwikkelingen, moet in de derde maand een serologische syphilistest uitgevoerd worden. POSOLOGIE BIJ NIERINSSUFICIËNTIE In geval van nierinsufficiëntie moet de dosering aan de hand van onderstaande tabellen aangepast worden: Bij orale toediening: Creatinine-Klaring (in ml/min):*10 - 30, **lager dan 10. Dosis per toediening:*500 mg - 1 g, **250 mg - 500 mg. Tussentijd tussen 2 toediening: *12 uur, **12 uur. Omwille van de hoge dosis amoxicilline zijn de 3 g als éénmalige toediening niet geschikt voor een behandeling bij nierinsufficiëntie. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor bètalactamantibiotica: deze wordt het vaakst aan de hand van de anamnese opgespoord (gedeeltelijke kruis-allergie met de cefalosporines). Overgevoeligheid voor één van de hulpstoffen van de bereiding. Bijwerkingen: Zogenaamd erytheem "van de 5de dag" komt voor bij 2 % van de patiënten behandeld met aminopenicillines. De incidentie is hoger bij patiënten die lijden aan mononucleosis infectiosa of aan lymfoïde
zeer
lage prijzen
leukemie. Volgende overeenkomst werd gebruikt voor de indeling van bijwerkingen: zeer vaak (>1/10), vaak (>1/100, <1/10), soms (>1/1000, <1/100), zelden (>1/10 000, <1/1000), zeer zelden (<1/10 000). De meeste hieronder vermelde bijwerkingen zijn niet enkel aan amoxicilline te wijten en kunnen ook voorkomen bij gebruik van andere penicillines. De frequentie van de bijwerkingen komt voort uit postmarketing meldingen van meer dan 30 jaar, tenzij anders aangegeven. Aandoeningen van het bloed en lymfevatenstelsel: Zeer zelden: Reversiebele leukopenie (inbegrepen ernstige neutropenie of agranulocytose), reversiebele trombopenie en hemolytische anemie. Verlenging van de bloedingstijd en van de protrombinetijd. Aandoeningen van het immuunsysteem: Zeer zelden: Zoals voor andere antibiotica, ernstige allergische reacties, inbegrepen angio-oedeem, anafylaxie, serumziekte en vergevoeligheidsvasculitis. De behandeling moet worden stopgezet als een overgevoeligheidsreactie gemeld wordt (zie Aandoeningen van huid of onderhuid). Aandoeningen van het zenuwstelsel: Zeer zelden: Hyperkinesie, vertigo en convulsies. De convulsies kunnen voorkomen bij patiënten met nierinsufficiëntie of bij hen die te hoge dosissen kregen. Aandoeningen van het maagdarmstelsel: Gegevens uit klinische studies Vaak*: diarree en nausea, Soms*: braken Postmarketing gegevens Zeer zelden: Candidiasis van huid of mucosa en antibioticagebonden colitis (inbegrepen pseudomembraneuze colitis en bloedingscolitis). Zelden werd een oppervlakkige tandverkleuring gemeld bij kinderen. Een goede mondhygiëne en tanden poetsen kunnen dit verhelpen. Aandoeningen van lever of gal: Zeer zelden: Hepatitis en cholestatische icterus. Een matige transaminasenstijging AST en/of ALT. De betekenis van dit effect is niet duidelijk. Aandoeningen van huid of onderhuid: Gegevens uit klinische studies Vaak *: huiduitslag, Soms *: urticaria en pruritus Postmarketing gegevens Zeer zelden: Huidreacties zoals erythema multiforme, Stevens-Johnson syndroom, toxische necrose van de epidermis, bulleuze en exfoliatieve dermatitis en acute veralgemeende exanthemateuze pustulosis.(zie ook Aandoeningen van het immuunsysteem) Aandoeningen van de nieren en urinewegen: Zelden:Bij patiënten die met hoge dosissen amoxicilline behandeld werden, werden zelden gevallen van cristallurie waargenomen, die gepaard kunnen gaan met nierinsufficiëntie. Zeer zelden: interstitiële nefritis. * De incidentie van deze bijwerkingen is afkomstig van klinische studies, met deelname van bij benadering 6000 volwassen en pediatrische patiënten, die amoxicilline namen. Aard en inhoud van de verpakking CLAMOXYL 500 mg – Dispergeerbare tabletten Doos met 16 tabletten. CLAMOXYL 1 g – Dispergeerbare tabletten Doos met 8 tabletten. CLAMOXYL 500 mg – Capsules Doos met 16 capsules. Ziekenhuisverpakking met 100 capsules. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN GlaxoSmithKline s.a./n.v., 13 rue du Tilleul, 1332 GENVAL NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN CLAMOXYL 500 mg - Dispergeerbare tabletten: 725 IS 463 F 3, CLAMOXYL 1 g - Dispergeerbare tabletten: 725 IS 462 F 3, CLAMOXYL 500 mg - Capsules : 725 IS 447 F 5 DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 14/07/2003 (SPK8) WIJZE VAN AFLEVERING Geneesmiddel op medisch voorschrift.
DOSSIER O B S T E T R I C A
De prenatale raadpleging Dr Anne Depierreux Gynecoloog Site St.-Elisabeth Ziehier enkele denkpistes, enerzijds gebaseerd op de aanbevelingen van het college van de gynecologen-raadgevers van de " ONE, Oeuvre Nationale de l’Enfance " (komende uit franstalige provincies en de regio Brussel, afgestudeerd aan de UCL, ULB en ULG) en, anderzijds gebaseerd op de resultaten van een werkgroep " prenatale routine verzorging " van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrica en Gynecologie. In België, worden 98% van de zwangere vrouwen prenataal opgevolgd, 25% van de franstalige vrouwen worden opgevolgd in het kader van de ONE.
HET RITME VAN DE RAADPLEGINGEN Klassiek 1 maal per maand tot en met de 28ste week, daarna volgen de consultaties elkaar op om zo te komen tot 1 maal per week in de laatste maand.
INHOUD VAN DE RAADPLEGINGEN - Grondige anamnese. - Fysische onderzoeken : gewicht, bloeddruk, urineonderzoek, baarmoederhoogte, hartritme en bewegingen van de fœtus, vaginaal toucher.
a) Preconceptie of 1 prenatale raadpleging ste
1. Biologie - Rhesus groep – Hb – Htc - rode bloedcellen - bloedplaatjes - Ferritine : indien <12 R/ijzer - Electroforese Hb + dosering van Hb A2 indien van mediterrane, afrikaanse, zuid –oost aziatische afkomst. - Glycemie - urinezuur - GOT GPT. - Schildklier : T4l, TSH, Al anti TPO. - Serologie : syfilis, rubella, CMV, hepatitis C, AIDS, toxoplasmose en CMV. Voor deze twee laatste : indien negatief, informeren naar de potentiële besmettelijke bronnen en regelmatige herhaling van de onderzoeken. Voor de VVOG : toxoplasmose controle in de 20ste en 30ste week, voor CMV geen systematische controle. - Voor de ULB : Mucoviscidose en fragile-X (met toestemming van de moeder) (“droge” tube) - urinaire microscopie. - Voor de VVOG : MCHC – MCV : indien macrocytose of megaloblastose: R/foliumzuur - indirecte Coombs (te herhalen in de 20ste en de 30ste week).
2. Intradermoreactie Voor risicopatiënten: in contact met tuberculose, landlopers, gevangenismilieu, verslaafden, vrouwen van afrikaanse, zuidoost aziatische, turkse, portugese en ex-yougoslavische afkomst. Een radiografie van de thorax voorzien in het postpartum.
3. Uitstrijkje van de baarmoederhals 4. Antitetanos inenting Indien nog niet ingeënt, datum van laatste rappel onbekend of langer dan 10 jaar geleden.
b) 10 – 13 weken - 1ste echografie CRL (Craen Rump Length), meting van de helderheid van de nek (tussen 11 en 13 weken). - Opsporen van Trisomie 21 : Papp A en vrije ß-HCG (zie artikel van Dr Vanderlinden - Dubbel en triple test ).
c) 15 weken - Triple test en (indien nodig) dubbeltest.
d) 22 – 24 weken - 2de echografie. - O’ Sullivan (test voor het opsporen van zwangerschapsdiabetes).
e) 28 weken - Hb, Htc, rode bloedcellen, bloedplaatjes – Ferritine - urinezuur GOT GPT. - Opsporen van onregelmatige antilichamen, welke ook de rhesus is. - Voor de ULB : fibronectine serum van de moeder. - Voor de UCL : Kleihauer, welke ook de bloedgroep is.
f) 34 weken - 3de echografie.
g) 36 weken - Uitstrijkje GBS (streptokokken van de B groep). - Coagulatie – Bloedplaatjes. Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
|
15
DOSSIER O B S T E T R I C A
De echografie van het tw Dr Christian Moulart Gynecoloog Site St.-Elisabeth
WANNEER : Bij de 21 à 23 weken amenorree.
- Duodenumatresie, geplande bevalling in universitair milieu, bevestiging van de diagnose onmiddellijk na bevalling, geen perorale voeding, heelkundige correctie.
DOEL :
BEPERKINGEN :
- Evaluatie van de foetale groei : biometrie voor bepaling van bipariëtale diameter, hoofdomtrek, omtrek van het abdomen en lengte van de femur.
Bij deze morfologische evaluatie moet men zich goed realiseren dat slechts :
- Evaluatie van de foetale vitaliteit : bewegingen van hoofd, romp en ledematen, ademhalingsbewegingen, slikbewegingen, ledigen van de blaas, ... - Localisatie van de placenta en van de insertie van de navelstreng, evaluatie van de dikte en de echostructuur van de placenta en van de hoeveelheid vruchtwater. - Morfologische studie : hersenen, gelaat, hart en longen, diafragma, maag, buikwand, nieren en afvoerwegen, blaas, uitwendige genitalia, wervelzuil, ledematen, ongeveer 3% van de pasgeborenen hebben een congenitale misvorming, een aantal van deze misvormingen zal zich niet onmiddellijk manifesteren. De helft van de congenitale misvormingen zijn hartafwijkingen. In 2003 werden in onze dienst volgende foetale afwijkingen gediagnosticeerd : - Milde hydrocefalie door hersenbloeding tengevolge van foetale trombopenie. Behandeling door intra-uteriene bloedplaatjestransfusie. - Pelvien sacro-coccygeaal teratoma, zorgvuldige echografische opvolging teneinde een dreigende foetale hartdecompensatie tijdig te diagnosticeren en te behandelen. Neonataal succesvolle heelkundige behandeling in universitair milieu. - Hernia diafragmatica, intra-uteriene behandeling is nu mogelijk. - Coarctatio aortae, bevallingsplan gewijzigd, bevalling was gepland in thuisland (Mallorca) echografisch onderzoek door pediatrische cardioloog, geplande bevalling in universitair milieu. 16
|
n°4
Juni 2004
- 86% van de hersen- en ruggemergafwijkingen - 42% van de ernstige hartafwijkingen - 85% van de afwijkingen van de nieren en de afvoerwegen gediagnosticeerd worden bij prenatale echografie. De diagnose van het syndroom van Down wordt niet gesteld door echografie maar wel door een onderzoek van karyotype (vruchtwaterpunctie). Wel zijn er een aantal
Echografieën.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
eede trimester
morfologische tekens die een trisomie 21 laten vermoeden tijdens de echografie (nekoedeem, pyelocaliciële dilataties, korte femur…). 25% van de foeti met een syndroom van Down vertonen bij echografie geen morfologische afwijkingen. Een morfologische evaluatie maakt ook substantieel deel uit van een echografisch onderzoek van het eerste en het derde trimester. Sommige belangrijke misvormingen worden reeds bij de echografie van het eerste trimester waargenomen, anderen worden slechts duidelijk in het derde trimester. Het is dus beter te spreken over de echografie van het tweede trimester dan over de ”morfologische echografie”.
n°4
Juni 2004
|
17
DOSSIER O B S T E T R I C A
Vaccinaties en zwangerschap Dr Frank De Wolf Gynecoloog Sites St.-Elisabeth – 2 Alice
1. Vaccinaties toegelaten tijdens de zwangerschap. Gedood of geïnactiveerd virus, toxoïden en polysacchariden :
3. Vaccinaties gecontraïndiceerd tijdens de zwangerschap. Levend afgezwakt virus :
Hepatitis A – B, Influenza (geïnactiveerd virus), Meningococcen, Poliomyelitis (geïnactiveerd virus, i.m.),Tetanus en difterie, Rabies.
Mazelen, Bof , Rubella, Varicella, BCG, Influenza (levend afgezwakt virus), Tyfus (levend afgezwakt virus, p.o.).
2. Vaccinaties slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten tijdens de zwangerschap :
4. Passieve immunisatie met immuun globulinen tijdens de zwangerschap is toegelaten :
Gele koorts : - Wanneer een zwangere naar een gebied wenst te reizen waar gele koorts endemisch is zal men haar de reis afraden. - Wanneer ze toch wenst te vertrekken zal men haar vaccineren. - Wanneer een vaccinatie gevraagd wordt voor een reis naar een gebied waar gele koorts niet endemisch is zal men attesteren dat vaccinatie bij een zwangere onder deze omstandigheden niet gewenst is.
Deze redenering geldt ook voor de volgende vaccins : Antrax, Japanse Encephalitis, Polio, Tyfus (gezuiverd of capsulaire polyoside Vi, i.m.) Pneumococcen. 18
|
n°4
Juni 2004
Er zijn geen nadelige effecten voor de foetus beschreven. Bv.: bij contact met varicella van een niet-immune zwangere wordt toediening van varicella zoster immuun globulinen sterk aanbevolen.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
Malaria prophylaxe (van korte duur) tijdens de zwangerschap Dr Frank De Wolf Gynecoloog Sites St.-Elisabeth – 2 Alice Chloroquine + Proguanil : 1 week op voorhand tot 4 weken na het verlaten van het malariagebied. 3 tabletten van 100mg Nivaquine® in éénmaal per week en 2 tabletten van 100mg Paludrine® in éénmaal per dag.
Mefloquine : 1 – 2 weken op voorhand maar indien het product nooit eerder werd ingenomen 2 maar bij voorkeur 3 weken op voorhand om mogelijke nevenwerkingen tijdig te onderkennen (cave voorgeschiedenis van depressie, epilepsie, psychose en hartritmestoornissen). De inname moet worden voorgezet tot 4 weken na het verlaten van het malariagebied 1 tablet van 250mg Lariam® in éénmaal per week.
Men zal zwangeren afraden te reizen naar gebieden waar chloroquine-resistente Plasmodium falciparum voorkomt. Wanneer de reis toch wordt ondernomen mogen chloroquine (Nivaquine®) en proguanil (Paludrine®) vanaf het begin van de zwangerschap worden ingenomen. Deze behandeling is echter niet altijd efficiënt. Mefloquine (Lariam®) mag slechts in het tweede en derde trimester worden ingenomen. Andere geneesmiddelen mogen tijdens de zwangerschap niet worden gebruikt. Profylaxe met alleen chloroquine wordt enkel nog aanbevolen voor die landen waar er geen resistentie bij Plasmodium falciparum of geen Plasmodium falciparum voorkomt.
Chloroquine : 1 week op voorhand tot 4 weken na het verlaten van het malariagebied. 3 tabletten van 100mg Nivaquine® in éénmaal per week.
NUTTIGE ADRESSEN Instituut voor Tropische Geneeskunde Kronenburgstraat 43/3 2000 Antwerpen Tel. : 03/247 64 05 Travelphone : Tel. : 0900/10110 Travel-net : http://www.itg.be
U.M.C. St. Pieter Hoogstraat 290 1000 Brussel Travel Clinic : Tel. : 02/535 33 43 http://www.who.int http://www.cdc.gov n°4
Juni 2004
|
19
DOSSIER O B S T E T R I C A
Welke geneesmiddelen zijn veilig voor een zwangere ? Dr Frank De Wolf Gynecoloog Sites St.-Elisabeth – 2 Alice
Geneesmiddelen : Paracetamol : (Dafalgan®, Perdolan®) 500 mg om de 4 à 6 uur, max. 4 g per dag. Geen NSAIDs, zeker niet in het derde trimester.
GRIEPAAL SYNDROOM
NAUSEA en BRAKEN Algemene maatregelen :
Algemene maatregelen :
Frequent kleine maaltijden, voldoende vochtinname.
Hydratatie (+2,5 l/dag), rust, inhalaties, applicatie warme kompressen sinusaal.
Geneesmiddelen :
Geneesmiddelen :
Nausea : (Meclozine® + vitaminen B6), Postadoxine® : max. 2 tabletten/dag. Braken en maagpijn : (Metoclopramide) Primperan®, Docmetoclo® : 3 x 10mg tot 3 x 20 mg/dag. Hyperemesis : excessief braken (> 3 – 5/dag), opname bij alarmtekens : gewichtsverlies (> 5 %), ketonurie, overgeven van elke vochtinname, stoornis ionogram en leverfunctietesten.
Paracetamol, hoestsiroop (elke hoestsiroop die geen codeïne of adrenaline-derivaten bevat is toegestaan tijdens de zwangerschap (bv. Balsoclase®)). Overweeg antibiotica (Augmentin® 4 x 500 g/dag gedurende 1 week). Bij bronchitis met vermoeden van bacteriële infectie overweeg antibiotica en overweeg aerosols (Duovent®) bij bronchospasme.
OESOPHAGALE REFLUX – PYROSIS Algemene maatregelen : Hoogstand hoofduiteinde van het bed, frequente lichte maaltijden, laatste maaltijd minimum 3 uur voor het slapen gaan. Bij persisterende klachten laat in het tweede trimester of bij behandeling zonder resultaat, overweeg gastroscopie ter uitsluiting van ulcus of maligniteit.
Geneesmiddelen : Antacida : (cave verminderde ijzerresorptie), Gaviscon®, Gelusil®, Rennie®, Maalox®, Regla PH®. H2-blokkers : Cimetidine (Tagamet®, 200-800 mg/dag), Ranitidine (Zantac®, 300 mg/dag). Protonpompinhibitoren : Lansoprasole (Dakar®, 15 30 mg/dag). Mucosaversterkers : Sucralfaat (terzelfder-tijd geen antacida of inhibitoren van de maagzuursecretie), (Ulcogant®, 1 - 4 g/dag).
KOORTS – HOOFDPIJN Algemene maatregelen : Hoge koorts kan schadelijk zijn voor de zwangerschap, ze kan contracties veroorzaken en, bij de foetus, tachycardie en hartdecompensatie. 20
|
n°4
Juni 2004
CONSTIPATIE Algemene maatregelen : Voornamelijk conservatieve behandelingen, vezelrijke maaltijden (fruit, groenten, volkorenbrood, graanvlokken, pruimen), vochtinname verhogen (+1,5 l – 2 l/dag), lichaamsbeweging, verminder eventueel ijzersupplementen.
Geneesmiddelen : Stoelverzachters : (Fybogel®, 3 zakjes per dag). Vermijd laxativa, zeker in het derde trimester (risico premature arbeid). Een fleet kan eventueel tot het einde van het tweede trimester worden toegediend.
DIARREE Geneesmiddelen : Nifuroxide,(Ercefuryl®,4 x 200 mg/dag),Loperamide,(Imodium®, 3 tab/dag).Te vermijden in het eerste trimester.Indien de diarree aanhoud, moet men een microscopie en een cultuur van de stoelgang ondergaan.
TANDPIJN Algemene maatregelen : Tandheelkundige ingrepen onder lokale verdoving zijn toegestaan tijdens de zwangerschap.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
Geneesmiddelen : Tetracyclines en NSAIDs zijn gecontraïndiceerd tijdens de zwangerschap. Bij paradontitis/tandabces : afkoeling door Augmentin®, paracetamol en mondhygiëne.
ANTIBIOTICA Toegelaten : Penicilline, Amoxicilline, Amoxicilline + clavulaanzuur, Piperacilline, Cefalosporines, Macroliden, Nitrofuranen.
Te mijden : Aminoglucosiden (Amukin®, Geomycine®, Tobramycine®), Tetracyclines, Chinolonen (Ciproxine®, Zoroxin®,Tarivid®).
ASTMA Algemene maatregelen : Bij voorkeur inhalatietherapie.
Geneesmiddelen : Symptoom controle met kortwerkende bètamimetica als aanvalstherapie (salbutamol, pirbuterol, terbutaline en isoproterenol). Ook cromoglicaat, het inhalatiecorticoïd beclomethason en inhalatieanticholinergica mogen indien nodig worden voorgeschreven. Nieuwere middelen kunnen worden gebruikt voor zwangeren die niet reageren op oudere middelen of ze niet verdragen (budesonide, fluticason, montelukast, ipatropiumspray, nedrocromil, salmeterol en zafirlukast).
HOGE BLOEDDRUK Behandeling : Tijdens de zwangerschap zal men een behandeling instellen bij een bloeddruk > 160/100 mm Hg.
Geneesmiddelen : Bij voorkeur : Methyldopa. Niet toegelaten tijdens de zwangerschap : ACE – remmers, Angiotensine – II® – receptorantagonisten, Diuretica.
PSYCHOTROPICA Relatief veilig : Tricyclische antidepressiva, selectieve serotonineheropnameremmers bij fluoxetine® de dosis enkele weken voor de bevalling afbouwen om risico van effecten op de pasgeborene te beperken.
Te vermijden : Benzodiazepinen, wanneer toch nodig, de laagst mogelijke dosis voor de korst mogelijke tijd zo mogelijk intermittent, Lithium. Wanneer toch nodig, risico op congenitale hartafwijking, dus zorgvuldige foetale echocardiografie aangewezen, neonatale toxiciteit (neurologisch en leverfunctie), daarom de dosis tegen het einde van de zwangerschap verlagen.
Bekkeninstabiliteit en zwangerschap Dr Frank De Wolf Gynecoloog Sites St.-Elisabeth – 2 Alice Lage rugpijn met uitstraling in de bil en naar de achtervlakte van de dij is een zeer frequente klacht bij zwangere vrouwen. Meestal is de pijn te wijten aan een instabiliteit van het bekken. Gewoonlijk echter wordt de pijn op een eerder fantasistische manier verklaard, bijvoorbeeld door druk van het voorliggend deel op één of andere zenuw in het kleine bekken. De juiste diagnose van bekkeninstabiliteit wordt slechts zelden gesteld. Tijdens de zwangerschap treedt er een verweking op van het kraakbeen van de bekkengewrichten (de symfyse en de beide sacro-iliacale gewrichten). Het geboortekanaal wordt alzo verbreed. Door de verweking van het kraakbeen kan er een abnormale beweeglijkheid in de bekkengewrichten ontstaan. Deze abnormale beweeglijkheid kan onder bepaalde omstandigheden pijn veroorzaken. Pijn bij het zich neerzetten, bij lang neerzitten, bij recht komen, bij het zich omdraaien in bed, bij slenteren. De pijn is gelokaliseerd over de symfyse en in de bil, rechts of links van het heiligbeen. De pijn kan uitstralen in het been. Er kan gevoelloosheid en krachtverlies optreden. Bij klinisch onderzoek is er drukpijnlijkheid over de symfyse en over de sacro-iliacale gewrichten bij uit- en inwendig onderzoek. Na de bevalling kan de abnormale beweeglijkheid van de bekkengordel radiologisch worden aangetoond. Het is nog niet verklaard waarom een deel van de zwangere problemen ondervindt en een ander deel niet. De behandeling bestaat uit, enerzijds, ondersteuning van de bekken-gordel met een stevig aangespannen niet-elastische band en, anderzijds, uit kinesitherapie waarbij de spieren die steun geven aan het bekken versterkt worden en de spieren die het bekken belasten ontspannen worden. Het is vooral de dwarse buikspier die versterkt moet worden. De adductoren moeten daarentegen ontspannen worden. Het bij elkaar knijpen van de knieën is zeer belastend voor de gewrichtsbanden van de symfyse. Daarom is het te verkiezen de benen te kruisen. In de eerste vier weken van het postpartum is het aangewezen niets actiefs te doen. Bekkeninstabiliteit is in de meeste gevallen goed behandelbaar. In 1% van de gevallen is een intensieve revalidatie nodig. Uitzonderlijk zijn er blijvende handicaps. n°4
Juni 2004
|
21
Baxter Renal Divisie - Pleinlaan 5 1050 Brussel - Tel: 02/ 650 17 35
Uw partner in nierfunctievervangende therapieën
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
Dubbel en Triple test Dr Sonia Vanderlinden Gynecoloog Site St-Elisabeth In België worden elk jaar ongeveer 125.000 kinderen geboren. Daarvan vertonen er min of meer 170 (één op achthonderd) het Down syndroom (trisomie 21).
Ten einde een trisomie prenataal te kunnen opsporen moet men het erfelijk materiaal van de vrucht kunnen onderzoeken op cellen die van de vrucht afkomstig zijn. Om het nodige celmateriaal te bekomen zal men een vruchtwaterpunctie (amniocentese) of een aspiratiebiopsie van de placenta moeten uitvoeren (vlokkentest).
chromosomale afwijkingen. Men had vastgesteld dat de gemiddelde concentratie van bepaalde stoffen die door de vrucht worden afgescheiden,in het bloed van vrouwen die een vrucht met een trisomie 21 dragen, verschilt van de gemiddelde concentratie bij vrouwen die een normale vrucht dragen.
Een vlokkentest wordt normaal uitgevoerd bij +/- 10 à 11 weken zwangerschap. De aspiratie van placentaweefsel gebeurt langs abdominale- of vaginale weg onder ultratonengeleide.
Op basis van deze bevindingen werd een test ontwikkeld waarbij men in het bloed van de zwangere vrouw het HCG, het α foeto-proteïne en het vrije oestriol doseert en rekening houdend met de leeftijd en het gewicht van de moeder en de exacte duur van de zwangerschap, bij middel van een algoritme het risico op een Down syndroom berekent. Daar er drie hormonen worden gedoseerd noemde men deze test de “triple test”.
Bij een vruchtwaterpunctie aspireert men onder ultratonengeleide 20ml vruchtwater en onderzoekt men het erfelijk materiaal van de cellen die in het vruchtwater rondzweven en van de vrucht afkomstig zijn. Een vruchtwaterpunctie wordt normaal uitgevoerd bij 14 à 16 weken zwangerschap. Deze invasieve testen zijn echter niet zonder risico. Er bestaat een risico van 1/400 à 1/200 dat men door het uitvoeren van een vruchtwaterpunctie of van een vlokkentest een miskraam veroorzaakt. Daarom worden deze invasieve testen niet bij elke zwangere uitgevoerd. Ze worden alleen voorgesteld aan zwangeren met een verhoogd risico op een vrucht met trisomie 21. Aanvankelijk baseerde men zich bij het bepalen van dit risico op de leeftijd van de moeder. Het risico op een trisomie neemt immers toe met de leeftijd van de zwangere vrouw. Bij 28 jaar bedraagt het 1/1000, bij 37 jaar 1/250 en bij 40 jaar 1/100. Vandaar dat men aan de zwangeren vanaf de leeftijd van 37 jaar voorstelde om een vruchtwaterpunctie te laten uitvoeren. Vanaf de leeftijd van 37 jaar is het risico op een Down syndroom immers even groot als het risico op miskraam na een vruchtwaterpunctie. Het probleem bij deze werkwijze is dat men zodoende slechts 20 à 30% van de gevallen met Down syndroom zal opsporen.Het overgrote deel van zwangeren is immers jonger dan 37 jaar. 70 à 80% van de kinderen met een Down syndroom worden dan ook geboren bij vrouwen jonger dan 37 jaar aan wie geen vruchtwaterpunctie werd voorgesteld. Daarom heeft men selectietesten ontwikkeld die men kan aanbieden aan alle zwangeren. Einde jaren ’80 werkten N. Wald en H. Cuckle een algoritme uit voor het opsporen van moeders met een verhoogd risico op
De triple test wordt best uitgevoerd bij 15 à 16 weken.Het is van groot belang dat op het ogenblik van de bloedname de exacte duur van de zwangerschap gekend is. Daarom is het nodig dat men in het begin van de zwangerschap en ten laatste op het ogenblik van de bloedname een ultratonenonderzoek uitvoert voor meting van de vrucht.Het moet worden benadrukt dat met deze test alleen het risico op een Down syndroom wordt berekend. De aandoening wordt er niet mee vastgesteld. Daartoe moet nog altijd een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie worden uitgevoerd.Daarom zal men wanneer het met de test berekend risico op een trisomie 21 groter is dan 1/300 aan de zwangere vrouw voorstellen om een vruchtwaterpunctie te laten uitvoeren. Zo doende zal men in 5% van de zwangerschappen een vruchtwaterpunctie moeten uitvoeren. Wanneer bij een zwangere van 37 jaar of ouder het met de test berekend risico kleiner is dan 1/300 kan men overwegen geen vruchtwaterpunctie uit te voeren om zodoende het risico op miskraam te vermijden. Met de triple test kan men ongeveer 60% van de gevallen met trisomie 21 prenataal opsporen (90% bij zwangeren ouder dan 37 jaar en 50% bij zwangeren jonger dan 35 jaar). Einde jaren 90 werd door K. Nicolaides een selectietest uitgewerkt die vroeger in de zwangerschap kan worden uitgevoerd.Zodat de ouders wat meer tijd hebben om na te denken en een eventuele late zwangerschapsonderbreking kan worden vermeden. Nicolaides legde het verband tussen een verhoogde “nuchal translucency thickness”, bij 11 à 13 weken echografisch gemeten nekoedeem en een verhoogd risico op chromosomale afwijkingen. Op basis van de dikte van het nekoedeem, de leeftijd van de moeder en de dosage in het materneel serum van het “pregnancy-associated-plasma protein-A” en het vrij beta-HGG n°4
Juni 2004
|
23
DOSSIER O B S T E T R I C A werd een algoritme uitgewerkt voor het bepalen van het risico op trisomie 21(PAPP-A test). Ook bij deze test is het zeer belangrijk de juiste zwangerschapsduur te kennen. Met de PAPP-A test kunnen 85% van de trisomies 21 prenataal worden opgespoord. De PAPP-A test is dus gevoeliger dan de triple test. Men zal dan ook bij voorkeur een PAPP-A test uitvoeren. Slechts wanneer een zwangere zich te laat voor een PAPP-test op de raadpleging aanmeldt zal men een triple test uitvoeren (dit kan tot 20 weken). Sommige propageren het uitvoeren van een PAPP-A test bij 11 weken en vervolgens van een triple test bij 14 – 16 weken met een combinatie van de resultaten. Het voordeel van deze zogenaamde geïntegreerde test is niet bewezen. Wel is zeker dat hij de periode van stress voor de moeder met een maand zal verlengen. Wanneer men een invasieve diagnostische test voorstelt vanaf een risico van 1/300 zal men ongeveer 5% van alle zwangerschappen een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie moeten voorstellen. Men zal bij een aantal oudere zwangeren het risico van een invasieve diagnostische test kunnen vermijden (vermindering van 100% naar 30%). Men zal daarentegen bij een aantal jongere zwangeren een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie moeten voorstellen. In België betekent dit per jaar +/- 6.000 puncties (5% van +/- 120.000 zwangerschappen). Daarbij zal men +/- 135 gevallen van trisomies 21 opsporen (80% van +/- 170). Het overgrote deel van deze puncties (6000 – 135 = 5865) zullen een normale uitslag geven. Men zal +/60 miskramen veroorzaken en er zullen 35 gevallen van trisomie-21 niet gedetecteerd worden (20% van 170). Dit zijn ruwe cijfers omdat we ter vereenvoudiging, met een aantal factoren geen rekening hebben gehouden. Deze testen (zowel selectietesten als diagnostische testen) zijn in België onvoorwaardelijk ter beschikking van alle zwangeren. Momenteel tracht men de sensitiviteit van de selectietesten nog te verhogen (tot 90 à 95%) door het inbrengen van zeer specifieke echografische kenmerken bv. PAPP-A test + meten van het neusbeen. Anderzijds tracht men een diagnostische test te ontwikkelen die gebaseerd is op het onderzoek van foetaal erfelijk materiaal dat circuleert in het moederlijk bloed.
24
|
n°4
Juni 2004
In Vitro fertilisat en Dr Brigitte Schrurs Gynecoloog Site St.-Elisabeth 15% van de echtparen wordt gec van de gevallen is er een mannelijke
HET VRUCHTBAARHEIDSONDERZOEK Bij het zoeken naar de oorzaak van een subfertiliteitsprobleem zal de androloog eerst en vooral een zorgvuldige anamnese, klinisch onderzoek en een spermogram uitvoeren. In functie van de daarbij bekomen uitslagen zullen dan eventueel aanvullende onderzoeken worden aangevraagd. Spermakultuur, opsporen van sperma-antistoffen, hormonale evaluatie van de hypothalamo-hypofysaire-gonadale as, echografie met doppler onderzoek van het scrotum, onderzoek van karyotype, genetische analyse van het y chromosoom en van het CFTR-gen (mucoviscidose gen). Zo nodig kan men, teneinde de aanwezigheid van zaadcellen na te gaan, een epididymispunctie of testibiopsie uitvoeren. Wanneer men daarbij zaadcellen bekomt kan men ze invriezen om ze later te gebruiken bij in vitri fertilisatie. Er zijn multipele oorzaken van mannelijke subfertiliteit. Seksuele dysfuncties, hormonale stoornissen, genitale infecties, pathologie van de zaadleiders, genetische afwijkingen en contact met stoffen die toxisch zijn voor spermotogenese. In vele gevallen blijft de mannelijke subfertiliteit echter onuitgelegd.
BEHANDELING Wanneer er een oorzaak van de mannelijke subfertiliteit wordt gevonden kan de behandeling curatief zijn. Medicamenteus : Bij hormonale stoornissen, bij infectieuze processen, bij contact met toxische stoffen. Heelkunde : Bij varicocoele, bij geobstrueerde afvoerwegen.
Wanneer er geen oorzakelijke behandeling beschikbaar is of wanneer de oorzakelijke behandeling gefaald heeft alsook bij onuitgelegde subfertiliteit kan men zijn toevlucht nemen tot een symptomatische behandeling.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
ie andrologie onfronteerd met een fertiliteitsprobleem. In de helft subfertiliteitsfactor in het spel.
Daartoe beschikt men over - Hoge intra-uteriene inseminatie met gecapacipeerd sperma (HIUI). - In vitro fertilisatie (IVF). - Micro-injectie van de eicel (ICSI). De gebruikte techniek zal mede bepaald worden door de kwaliteit van het sperma.
BEHANDELING MET ICSI De afkorting ICSI staat voor “intra cytoplasmic sperm injection”. Met een micropipet wordt in een mature eicel één zaadcel geïnjecteerd. ICSI is geïndiceerd wanneer de kwaliteit van het sperma zo slecht is dat men met klassieke IVF weinig kans op slagen heeft. Ook wanneer er bij herhaalde pogingen met klassieke IVF geen bevruchting is opgetreden kan men zijn toevlucht nemen tot ICSI. Deze techniek werd in 1992 aan de VUB ontdekt en uitgewerkt. Zij verschilt slechts in één punt van de klassieke IVF. In plaats van enkele mature eicellen in een cultuurmedium in contact te brengen met enkele honderd duizend zaadcellen, injecteert men één zaadcel in elke mature eicel.
Er bestaat ook een risico dat men met ICSI een genetisch bepaalde subfertiliteit of andere ongekende genetische afwijkingen van de vader doorgeeft. De bevindingen bij de follow-up van de zwangerschappen bekomen met de klassieke IVF techniek zijn geruststellend. Sedert de geboorte van de eerste proefbuis baby (Louise Brown) in 1978 zijn er 50.000 proefbuis baby’s verwekt. Wanneer men de groei, de psychomotorische ontwikkeling, het IQ, het percentage congenitale misvormingen en genetische afwijkingen van deze 50.000 kinderen vergelijkt met de bevindingen bij een controle groep stelt men geen significante verschillen vast. Aan de VUB kon men een groep van 2900 kinderen bestuderen die werden geboren na ICSI. Voor wat betreft de groei, de psychomotorische ontwikkeling en het percentage malformaties waren er geen significante verschillen met een groep kinderen geboren na klassieke IVF. Men moet zich echter bewust zijn dat sommige afwijkingen zich slechts op latere leeftijd manifesteren en dat een schadelijk effect zich op een andere manier kan manifesteren dan als een misvorming.
RESULTATEN BEKOMEN MET ICSI DE RISICO’S VAN ICSI. IS ER REEDS VOLDOENDE FOLLOW-UP ? Er is een voldoende lange follow-up nodig om te kunnen oordelen over de eventuele nadelige gevolgen van : - Een mogelijke structurele beschadiging van de eicel door de micro-injectie. - Het mede injecteren in de eicel van stoffen uit het cultuurmedium. - Het injecteren van een niet vruchtbare zaadcel.
Kort samengevat kan men stellen dat bij ICSI 60% van de aangeprikte eicellen bevrucht worden en dat bij minder dan 5% van de behandelde koppels geen enkele bevruchting optreedt. Na transfer van één of meerdere embryo’s treedt in 26% van de gevallen een zwangerschap op en wordt in 20% van de gevallen de kinderwens vervuld. De slaagkans is mede afhankelijk van de leeftijd.
n°4
Juni 2004
|
25
DOSSIER O B S T E T R I C A
Toxoplasmose en zwangerschap Dr Albert Veys Klinische biologie Site St.-Elisabeth Een acute toxoplasmose-infectie presenteert zich meestal als een banale ziekte met weinig specifieke klachten (koorts, hoofdpijn, vermoeidheid…). Het tegendeel is waar bij immuungecomprommiteerde patiënten. De aanwezigheid van persisterende cervicale of occipitale adenopathieën gedurende weken kan richtinggevend zijn voor het bepalen van het tijdstip van de primo-infectie. In het bijzonder tijdens de zwangerschap is het belangrijk om een toxoplasmose seroconversie te diagnosticeren, gezien het risico van congenitale toxoplasmose tengevolge van de maternofoetale transmissie.
ENKELE CIJFERS - 50 tot 55% van de vrouwen in de vruchtbare periode hebben antistoffen. Deze seroprevalentie stijgt rechtevenredig met de leeftijd. - Seroconversie tijdens de zwangerschap komt voor in 1,5%. - In geval van een seroconversie tijdens de zwangerschap kan men stellen dat het risico op transplacentaire passage ligt rond de 30%. - Hoe later de toxoplasmose seroconversie optreedt in de zwangerschap, des te hoger het risico van transplacentaire transmissie (5 à 10% rond 13-15 zwangerschapsweken en dit percentage stijgt tot 70% op het einde van de zwangerschap). - Anderzijds hoe vroeger de seroconversie optreedt in de zwangerschap des te ernstiger de foetale consequenties kunnen zijn. Een foetale infectie in het eerste trimester leidt vaak tot mors in utero of een ernstige foetopathie zoals hydrocephalie, intracraniële calcificaties, chorioretinitis, enz… - Kinderen die laattijdig in de zwangerschap geïnfecteerd zijn en klaarblijkelijk normaal geboren worden, moeten erg goed in het oog gehouden worden. Het gaat hier dan vooral over het laattijdig optreden van oftalmologische problemen. Dit kan tengevolge van een reactivatie van hun infectie als geen adequate behandeling werd ingesteld. 26
|
n°4
Juni 2004
- Alles samen kan men stellen dat het risico van een congenitale infectie bij toxoplasmose seroconversie tijdens de zwangerschap, ligt op 1,6 op 1000 bevallingen.
ROL VAN DE SEROLOGIE - De aanwezigheid van IgG positieve antistoffen (en IgM negatieve antistoffen) maken tijdens de zwangerschap repetitieve serologische controles overbodig. - Bij afwezigheid van antistoffen acht men het noodzakelijk de maandelijkse dosage IgG en IgM antistoffen te herhalen tot op het moment van de bevalling. Een toxoplasmose seroconversie tijdens de zwangerschap komt overeen met het verschijnen van positieve IgM antistoffen en pas in een tweede tijd positieve IgG antistoffen. - Soms vindt men bij een eerste onderzoek positieve IgG’s en IgM’s. Vaak betreft het hier residuele of persisterende IgM antistoffen zonder tekens van actieve infectie. Om dit uit te sluiten moet er 3 weken na het eerste staal opnieuw een IgG en IgM titer bepaald worden. Voor de zwangere vrouw is dit een erg lange en angstige periode. Hierbij is het noodzakelijk dat de bloedstalen worden bewaard zodat 3 weken later beide stalen op een parallelle manier aan dezelfde analyses kunnen worden onderworpen.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
- Er bestaan hiervoor complementaire serologische technieken om persisterende IgM antistoffen uit te sluiten of aan te tonen. Het betreft de aviditeitstest van de toxoplasmose IgG antistoffen. Het principe is erg eenvoudig : de aviditeit van de IgG antistoffen voor een toxoplasmose antigeen stijgt geleidelijk tijdens de humorale reactie, bereikt een maximale waarde en stabiliseert zich nadien. Deze test laat aldus toe om een recente infectie (jonger dan 4 maanden) en een oude infectie (ouder dan 4 maanden) uit mekaar te halen. In de recente infecties (< 4 maanden) vindt men bijna in 100% van de gevallen een zeer zwakke aviditeit. Bij de oudere infecties (> 4 maanden) vindt men in ongeveer 50% van de gevallen een sterke aviditeit (> 30%) en in 50% van de gevallen een zwakke aviditeit (< 30%).
BESLUIT Een sterke aviditeit (> 30%) is aldus een garantie voor een oude infectie (> 4 maanden). Een zwakke aviditeit kan niets uitsluiten.
Het volgende schema toont U een aantal verschillende situaties die zich kunnen voordoen :
Eerste bloedafname
IgG+ / IgM+
IgG- / IgM+
IgG- / IgM-
Aviditeitsbepaling
Grote waarschijnlijkheid van recente infectie
immuniteit
sterk (> 30%)
zwak (< 30%)
Dit kan een recente infectie uitsluiten voorzichtigheidshalve wordt een 2de bloedanalyse uitgevoerd een 3-tal weken later
er kan geen besluit genomen worden een 2de staal zal binnen een 3-tal weken worden bepaald
IgG- / IgM-
Geen immuniteit maandelijkse serologische follow-up
2de serumstaal wordt 3 weken later afgenomen
Voor meer gedetailleerde informatie, bestaat er een klein eenvoudig en opmerkelijk didactisch boekje : Infections virales et toxoplasmose maternofoetales Prise en charge clinibiologique Liliane Grangeot-Keros François Audibert Elsevier Guides Medi/Bio n°4
Juni 2004
|
27
®
(repaglinide / Novo Nordisk)
1 maaltijd
1 inname
geen maaltijd
geen inname
uitgestelde maaltijd
uitgestelde inname
NovoNorm® NovoNorm® 0,5 mg/120 tabletten - NovoNorm® 1 mg/120 tabletten NovoNorm® 2 mg/120 tabletten. Samenstelling en farmaceutische vorm : NovoNorm® 0,5 mg : 0,5 mg repaglinide, witte tabletten - NovoNorm® 1 mg : 1 mg repaglinide, gele tabletten - NovoNorm® 2 mg : 2 mg repaglinide, rode tabletten. Indicaties : type 2 diabetes mellitus bij wie de hyperglycemie niet langer alleen door dieet, gewichtsafname en lichaamsbeweging kan worden gereguleerd, evenals in combinatie met metformine indien het bloedglucosegehalte niet voldoende kan worden gereguleerd met metformine alleen. De behandeling moet worden aangevangen als een aanvulling op een dieet en lichaamsbeweging om het bloedglucosegehalte in relatie tot maaltijden te verlagen. Dosering : repaglinide wordt vóór de hoofdmaaltijden toegediend en wordt individueel getitreerd om de glycemische regulatie te optimaliseren. Contra-indicaties : bekende overgevoeligheid voor repaglinide of voor één of meer hulpstoffen in NovoNorm®; Type 1 diabetes (insuline-afhankelijke diabetes mellitus: IDDM), Cpeptide negatief; diabetische ketoacidose, al dan niet comateus; zwangerschap en lactatie; kinderen jonger dan 12 jaar; ernstige leverfunctiestoornissen, gelijktijdig gebruik van gemfibrozil. Bijwerkingen : hypoglycemie; gezichtsstoornissen; maagdarmklachten; toename van de leverenzymen; allergische reacties (jeuk, uitslag en urticaria). Afleveringswijze : medisch voorschrift. Registratiehouder : Novo Nordisk A/S, Bagsvaerd, Denemarken Registratienummer : NovoNorm® 0,5 mg/120 tabletten : EU/1/98/076/006 - NovoNorm® 1 mg/120 tabletten : EU/1/98/076/013 - NovoNorm® 2 mg/120 tabletten : EU/1/98/076/020.
NovoNorm® stimuleert de insulinesecretie enkel tijdens de maaltijd
I
N
S
A
M
E
N
W
E
R
K
I
N
G
M
E
T
Diab/04-2004/040/v1/NL
Time to Eat - Time to Treat
DOSSIER O B S T E T R I C A
Zwangerschapsdiabetes Dr Sabine Deckers Interne geneeskunde – Endocrinologie Site St.-Michiel Diabetes is een veel voorkomende verwikkeling van de zwangerschap. Opsporing en behandeling van deze aandoening is uiterst belangrijk, voor moeder én kind. Onder " zwangerschapsdiabetes " verstaat men elke graad van glucose-intolerantie die tijdens de zwangerschap begint of ontdekt wordt. De glucose-intolerantie kan na de bevalling verdwijnen of voortduren. In dit laatste geval gaat het om een beginnende type 1 of 2 diabetes mellitus. Een postpartale glucosetolerantietest is dus altijd noodzakelijk.
Zwangerschap bij reeds gekende diabetespatiënten wordt hier niet besproken. Het risico van een zwangerschap moet voor deze patiënten multidisciplinair besproken worden en hangt grotendeels af van de globale glycemieregeling vóór en tijdens de zwangerschap. Zwangerschapsdiabetes verwikkelt +/- 4% van de zwangerschappen in België. De prevalentie stijgt de laatste jaren en verschilt volgens de bestudeerde bevolkingsgroep en de gebruikte diagnostische criteria. Men onderscheidt 3 groepen met een laag, een middelmatig of een hoog risico (Tabel 1).
Tabel 1. Risico-categorieën voor zwangerschapsdiabetes. (BMI : Body mass index) Laag risico (alle criteria moeten aanwezig zijn) Leeftijd minder dan 25 jaar Normaal gewicht (BMI < 25 kg/m2) Geen familiale voorgeschiedenis van diabetes Geen persoonlijke voorgeschiedenis van glucose-intolerantie Geen persoonlijke voorgeschiedenis van macrosomie Patiënte behoort niet tot een bevolkingsgroep met hoge prevalentie Hoog risico Obesitas (BMI > 30 kg/m ) Glycosurie Persoonlijke voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes 2
Middelmatig risico Patiënte behoort niet tot één van bovenstaande categorieën
OPSPRORING Opsporing is niet absoluut noodzakelijk bij patiënten met een laag risico. De screening wordt tussen 24 en 28 weken zwangerschap uitgevoerd bij vrouwen met een middelmatig risico en veel vroeger, rond 10 weken zwangerschap, bij patiënten met een hoog risico. De screeningtest (Glucose Challenge Test) bestaat uit een glycemiebepaling 1 uur na het drinken van 50 g glucose, op een willekeurig moment van de dag. Indien de waarde groter is dan 140 mg/dl moet nuchter een glucosetolerantietest uitgevoerd worden met 75 g glucose. De criteria om zwangerschapsdiabetes te bevestigen staan in tabel 2. De diagnose wordt gesteld indien ten minste 2 waarden afwijkend zijn.
Tabel 2. Diagnostische criteria Glycemie 0 min 60 min 120 min
≥ 95 mg/dl ≥ 180 mg/dl ≥ 155 mg/dl
RISICO Zwangerschapsdiabetes geeft een verhoogd risico van hypertensie tijdens de zwangerschap en van type 2 diabetes op langer termijn. Er wordt vaker overgegaan tot een sectio. Voor de foetus zal niet adequaat behandelde suikerziekte een hoger geboortegewicht geven maar ook gevaar voor hypoglycemie, hypocalcemie, polycythemie en geelzucht bij de neonatus. Op latere leeftijd wordt vaak obesitas en glucose-intolerantie waargenomen bij deze kinderen.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
|
29
DOSSIER O B S T E T R I C A DE BEHANDELING De behandeling bestaat uit een diabetesdieet met 3 maaltijden en 2 à 4 tussenmaaltijden, gekoppeld aan glycemie-zelfmonitoring. De meerderheid van de patiënten bekomt normale suikerwaarden vóór en na het eten met deze behandeling. Indien de glycemie niet zakt tot 95 mg/dl vóór en 120 mg/dl 2 uur na het eten, of indien de foetale parameters het vereisen, moet insuline ingesteld worden. Dit kan tussen 1 en 4 injecties per dag vergen, naargelang de resultaten. Tegelijkertijd wordt de aanwezigheid van ketonen of albumine in de urine vaker gecheckt bij deze patiënten, evenals de bloeddruk en de foetale parameters. Tenzij niet aangewezen, is gematigde fysische activiteit aan te raden. De bevalling wordt meestal geïnduceerd rond 38 weken, zonder specifieke diabetesbehandeling indien de suikerziekte goed onder controle bleef met het dieet alleen. Indien insuline gestart werd tijdens de zwangerschap moet men vóór de bevalling overschakelen op intensieve pomptherapie. Na de bevalling wordt borstvoeding aangemoedigd. Een nieuwe glucosetolerantietest moet 6 weken na het beëindigen van de borstvoeding ondergaan worden.
CONCLUSIE Laten we tot slot opmerken dat deze vrouwen maar ook hun kinderen tot de groep behoren met een hoog risico voor het ontwikkelen van type 2 diabetes mellitus. Deze ontwikkeling kan echter vermeden worden door een aangepaste levenswijze; adequate behandeling en educatie van deze patiënten tijdens de zwangerschap zal hen op het goede pad brengen.
30
|
n°4
Juni 2004
UW MENING Dr Jean-François Grimmiaux
De Welcome Clinic, een must voor een winnend duo : de huisarts en zijn patiënt Wenst u voor uw patiënten een gepersonaliseerd medisch bilan, in een minimum van tijd, zonder nood aan hospitalisatie ? - klassiek bilan voor pathologieën van het type diabetes, hypertensie, hoofdpijn, syncopes, … - of bilan “à la carte” voor tumorextensie, gezwollen benen, pijn van onduidelijke oorzaak. De Welcome Clinic biedt u dit aan met een dubbel voordeel : - de huisarts behoudt er zijn functie van “bouwheer” : Hij kan telefonisch met één van de drie verantwoordelijke huisartsen van de Welcome overleggen omtrent de oppuntstelling en de programmatie. Indien de resultaten van de oppuntstelling toevallig bijkomende onderzoeken zouden vergen, dan wordt hij hiervan op de hoogte gebracht. De conclusies zullen hem, de dag zelf, telefonisch medegedeeld worden; het schriftelijk verslag zal hem binnen de 3 dagen overgemaakt worden. - de patiënt heeft er alle baat bij : 1) Tijdsbesparing, geen onnodige trajecten en bijgevolg minder vermoeiend. 2) Comfort van een gepersonaliseerde begeleiding : het is inderdaad dezelfde geneesheer en dezelfde verpleegkundige die de patiënt begeleiden tijdens de oppuntstelling. 3) Zekerheid van een coördinatie door de huisarts van de Welcome, verantwoordelijk voor de planning van de onderzoeken, voor de overhandiging van de conclusies aan de patiënt, of voor het instellen van een eventuele behandeling na overleg met de huisarts. Kortom, zoals mij onlangs medegedeeld werd door één van mijn patiënten, is de Welcome Clinic zowat de voortzetting van de algemene geneeskunde in het ziekenhuis, een manier van werken die toelaat beroep te doen op de meest vooruitstrevende technieken, met het advies van de betrokken specialisten, gecentraliseerd door huisartsen, voor huisartsen. Opgelet, de Welcome Clinic is geen spoedgevallendienst, zelfs indien sommige oppuntstellingen er kunnen gerealiseerd worden in semi-spoed en zodoende de spoedgevallendienst in St.-Elisabeth kunnen ontlasten. In de Welcome Clinic staan Drs Audistère, Nachtergal en Nys graag ter uwer beschikking. Dr Jean-François Grimmiaux, Huisarts
WELCOME CLINIC
De inhoud van deze tekst valt onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
Site 2 Alice :
Tel. : 02/373.45.45
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
|
31
Waarvoor dient deze “machine” ? Dr Jean-Louis De Keyser Gynecoloog Site St.-Michiel
De STAN 21 Investeringen in de beste ontwikkelingen en ‘up to date’ technieken zijn kenmerkend voor de Europa Ziekenhuizen. Het is in dit kader dat de materniteiten van de sites St.-Michiel en St.- Elisabeth trots zijn over de aankoop van de nieuwe STAN technologie. Enkel 150 materniteiten ter wereld bieden dit nieuw foetaalbewakingsmechanisme aan hun zwangeren aan.
DEFINITIE De STAN (ST analyse) technologie identificeert en analyseert automatisch wijzigingen in de T-golf,T/QRS verhouding en in het ST segment van het foetale ECG (een gemiddeld ECG wordt gevormd uit 30 geaccepteerde foetale ECG complexen). Het foetale ECG en de hartslag worden continu geregistreerd via een schedelelectrode, die wordt aangebracht na het breken van de vliezen.
De moeilijkheid bestaat in de interpretatie van het tracé, eerder dan in het plaatsen van de electrode of in de bediening van het toestel.
Deze STAN technologie combineert standaard CTG-technologie met de nieuwe analyse van het ST-segment van het foetale ECG. Met deze combinatie van CTG en ST is er een nauwkeurigere identificate mogelijk van foetussen die lijden aan hypoxie en wordt een accurate en consistente interventie mogelijk gemaakt. Het is een mobiel toestel dat weinig plaats inneemt en dat gekoppeld kan worden aan het centraal bewakingssysteem van het verloskwartier.
Uw verdeler voor: Fœtale Monitors Serie 50 met centrale van Philips Patiëntmonitors - Defibrillators van Philips Fœtale Hartmonitor Stan S31 van Neoventa 32
|
n°4
Juni 2004
GrafiMedics B.V.B.A Mechelsesteenweg 277 B-1800 VILVOORDE Tel: +32 (0)2 - 254.85.31 Fax: +32 (0)2 - 252.01.10
[email protected]
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
ENKELE HERHALINGEN UIT DE FYSIOLOGIE
IN DE PRAKTIJK
De bevalling is een moment van stress voor de baby, iets waarmee hij normaal vlot kan omgaan door verschillende compensatoire mechanismen. Bij problemen (lange arbeid, groeiachterstand, navelstrengcompressie, maternele hypotensie, enz...) kan de baby stilaan naar een toestand van asfyxie evolueren. Dit kan slechts na minuten tot zelfs uren arbeid duidelijk worden : een vroegtijdige screening zou in dit geval dus uitermate wenselijk zijn.
De basale T/QRS verhouding is een individuele constante, afhankelijk van foetus tot foetus en varieert tussen 0.125 en 0.50.
De foetus gaat over van een normale toestand naar een toestand van hypoxie om vervolgens in een anoxische toestand tot zelfs asfyxie te belanden. Een toestand van hypoxie is relatief banaal en kan zelfs fysiologisch worden beschouwd. Deze wordt gecompenseerd door variaties in het hartritme : acceleraties of deceleraties van variabele intensiteit en duur (DIPS I-II, deceleraties).
Bij hypoxie, is er een fysiologische stijging van de T golf. Bij een ernstige anoxie, heeft men drie mogelijke EKG patronen : 1. Episodische stijging van de T/QRS (< 10 minuten met normalisatie). 2. Constante stijging van de basislijn van het T/QRS complex (> 10 minuten). 3. Het verschijnen van bifasische golven van het klasse II of III, hetzij continu, hetzij onder gekoppelde vorm.
Segment ST bifasisch Graad 1
Graad 2
Bij verontrustende T/QRS evolutie, bij patiënten zonder volledige ontsluiting, moet binnen de 20 minuten de foetus verlost worden of dient de foetale hypoxie te worden hersteld. Bij afwijkingen van het STAN tracé bij volledige ontsluiting dient een onmiddellijke verlossing te gebeuren. Als de hypoxie blijft aanhouden, treedt er een voorkeursperfusie op van de belangrijkste organen (hersenen, hart, nieren, lever). Bij decompensatie, haalt de foetus zijn energie uit het anaerobe metabolisme (verbruik van suiker) met uitputting van zijn glycogeenreserves en met de productie van lactaatzuur. De daaropvolgende acidose veroorzaakt het vrijzetten van kalium. De hyperkaliemie veroorzaakt de veranderingen in het foetaal ECG (ST segment en T/QRS verhouding). De myocard en cerebrale hypoxie gaan vele uren vooraf aan de hersenletsels te wijten aan de perinatale asfyxie.
Graad 3
INDICATIES VAN STAN Verontrustend foetaal CTG - Postterme patiënten Meconiaal vruchtwater – Inductie - Groeivertraging. Let wel : de interpretatie van het tracé is slechts na 36 zwangerschapsweken mogelijk.
BESLUIT normale T/QRS en ST Normaal ST-segment
Stijging ST-segment
Het doel van het STAN-systeem is het verschaffen van doorlopende informatie over het vermogen van de foetus te reageren op de stress en de inspanning van de bevalling. De specifieke ST informatie moet samen met het CTG worden gebruikt. In principe vertelt ons een normaal reactief CTG-patroon ons dat de foetus de situatie onder controle heeft. Wanneer er CTG veranderingen zijn, biedt de ST analyse gedetailleerde informatie over de ernst van de stress en de klinische richtlijnen bieden aanbevelingen voor de klinische actie.
n°4
Juni 2004
|
33
HARTE DIEF
Het oord verbergt talloze sporen van leven, maar er is geen leven meer binnen de muren.
”Pavillons“ een korte documentaire Jaren geleden werd ik in dit ziekenhuis geopereerd.Het werd sindsdien verwaarloosd.Ik kwam er dikwijls langs.Ik zag het veranderen, het zich tegelijkertijd vernietigen en in de verf zetten. Ik wou er terug naar toe gaan. Ik heb mij een weg gebaand door de wildernis die het van de buitenwereld afsloot. Ik heb mijn kamer teruggevonden. Zij was veel mooier dan voorheen. Er waren geen sporen meer van het ziekenhuis, geen instrumenten, geen bed, geen wastafel, enkel muren vol spleten, een balkon zonder venster en graffitis. De witte en pijnlijke muren uit mijn herinnering waren bedekt met kleuren en vormen. Dit oord, voor mij gekleurd met lijden, onderging een metamorfose, het werd drager van een grote creativiteit en van een ongelooflijk vitale energie. 34
|
n°4
Juni 2004
Wij hebben allemaal al graffitis of tags gezien, onder een brug, op een gevel. Ik vond op deze plaats een bizarre mengeling van eenheid en diversiteit. Dezelfde toestand van verval verenigt honderden kamers, tientalle gangen, verschillende verdiepen, meerdere gebouwen. De muren uit gebarsten kalkpuin zijn overal beige en bedekt met een groot aantal vlekken van felle kleuren. De tags zijn echter van zoveel verschillende auteurs en iedere kamer, iedere muur, onthult een graffiti, soms van buitengewone kwaliteit. De dag na mijn bezoek telefoneerde ik naar een vriendin die werkzaam is voor de Commissie van Monumenten en Landschapszorg en zei ik haar dat alles geclasseerd zou moeten worden, dat het verlaten gebouw geclasseerd moest worden in de staat waarin het zich bevindt. Zij antwoordde mij dat er nog slechts weinig interesse voor straatkunst bestaat en dat het gebouw effectief een geheel andere bestemming zou krijgen en gedeeltelijk afgebroken. Een spoor bewaren. Tonen. Begrijpen. De realisatie van een film werd dus een noodzaak.
Tijdschrift van de europa ziekenhuizen
De vorm ervan werd al heel snel duidelijk. Het oord verbergt talloze sporen van leven, maar er is geen leven meer binnen de muren. Er verschijnt niemand op het witte doek. Enkel gangen, muren, graffitis, meer en meer, om erin te verdwalen, om mijn kamer terug te vinden. Een golf beelden van deze vervallen oorden, gekleurd, steeds dezelfde en steeds verschillend, tegelijkertijd beklad en bekleed met de tekenen van waardigheid, lelijk en mooi. Op de achtergrond daarentegen geef ik bij deze beelden verslag van getuigenissen van personen die dit oord gekend hebben : ziekenhuispersoneel, vroegere patiënten, squatters, graffeurs,… De personeelsleden onderhouden een rare band met het gebouw, zij koesteren het dag in dag uit. Het nieuw gebouw grenst dan ook aan het oud. Ongemerkt, over een tijdspanne van een tiental jaren, hebben zij, dag na dag, de langzame teloorgang ervan kunnen waarnemen. Naast anecdotes die deze jaren kenmerkten, getuigen zij, tijdens de interviews, van een hechte band met dit oud gebouw. Sommige vroegere patiënten die ik ontmoette zijn eveneens erg gehecht aan dit oord, zonder het daarvoor echt te kennen, vermits zij er geboren werden. Anderen spreken van hun lijden, van het leven, van de dood. Deze getuigenissen zijn meestal nogal positief. Zij temperen de pijnlijke herinneringen aan mijn operatie. Deze vervagen zienderogen bij het vorderen van de film. Het leek mij vervolgens interessant mensen te ontmoeten die dit oord beleefden, eens dat zijn verval officieel werd. Deze gebouwen waren geen ziekenhuis meer, er waren geen geboortes, geen zorgen, geen overlijdens meer. Wat is het leven van een dergelijk oord, eens van zijn bestemming ontdaan ? De squatters hebben uiteraard een belangrijke plaats in de wederopbouw van dit oord. Het is, samen met hen, een schuilplaats in de stad geworden. Er blijven sporen van hun verblijf, van hun overnachtingen, van hun maaltijden. Zij waren moeilijk te benaderen. Het merendeel verliet inderdaad dit, nu door de politie teveel gecontroleerd gebouw. Hen terugvinden was trouwens geen sinecure. Diegenen, die wij konden ontmoeten tijdens de dagen van peiling en opnamen, wensten onbekend te blijven en konden dus ook niet ingeschakeld worden in deze realisatie.
De graffeurs zijn niet gemakkelijker te benaderen. De onwettigheid van het merendeel van hun bravourestukjes, meestal gerealiseerd op treinen, metro’s of in openbare plaatsen, maakt hen mensenschuw. Het inzicht van de leden van mijn team liet toe er verschillende te overhalen, waaronder leden van de THC, één van de meest erkende groepen. Zij waren geroerd door het belang dat ik in hun werk stel. Ook zij bewaren steeds de sporen van hun vergankelijke kunst. Zij leggen uit in welke mate dit oord voor hen een soort laboratorium was waarin zij hun stijl zagen evolueren, ver weg van de werkstress op straat en op zo’n groot aantal oppervlakken, dat zij deze niet steeds moesten herschilderen. Dit oord diende tevens tot leerschool; de minder getalenteerde graffeurs konden er de realisaties van de befaamde groep aanschouwen en hun stijl en techniek vervolmaken op de duizende beschikbare muren. Ik ontdekte een heel afwisselende wereld, ver weg van de gebruikelijke clichés. De graffeurs waarmee ik kennis maakte, artiesten, tekenaars of schrijvers, in de stad, gebeten door de hedendaagse kunst, getuigen van een intelligente en soms heel rijpe inbreng in of parallel aan de wereld van de kunst en de hedendaagse maatschappij. Ik heb mij tevens verdiept in de officiële stappen met betrekking tot de afbraak en de nieuwe bestemming van een dergelijk oord. De Commissie van Monumenten en Landschapzorg verschafte mij klaarheid over de toekomst van de gebouwen die gedeeltelijk afgebroken zullen worden om plaats te bieden aan een nieuw ziekenhuis en gedeeltelijk getransformeerd in luxe verblijven. Andere levens zullen het daglicht zien. Wij hebben gedebatteerd over het belang dat men al dan niet kan stellen in deze grote graffitimuren in het kader van een politiek van vrijwaring van het patrimonium. Doch dit is een vraag die nooit officieel gesteld werd. De transformatiewerken van het gebouw zijn gaande; de film is reeds een document. Philippe Wauters Philippe Wauters is professor Geschiedenis en Cinema Esthetiek aan de Vrije Hogeschool van Brussel (Inraci) en realiseerde, in 2003, een korte documentaire getiteld “Pavillons”.
Dit oord, voor mij gekleurd met lijden, onderging een metamorfose, het werd drager van een grote creativiteit en van een ongelooflijk vitale energie.
Foto’s van Philippe Wauters
n°4
Juni 2004
|
35
Voel je goed in je vel Casus van Dr Anne-Florence Leclerc Dermatoloog Site St.-Michiel
Een ongewenste gast… Mw.P.,78 jaar,is gehospitaliseerd in de dienst Geriatrie.Zij vertoont een prurigineuze eruptie die reeds bestond in het rusthuis vóór haar opname.
Bij huidonderzoek stelt men talloze gleufjes vast ter hoogte van handpalmen, vingers, polsen en tepelhof, een palmaire hyperkeratose, een korstachtige onyxis, korstjes en letsels te wijten aan het krabben ter hoogte van de romp en dijen. Het aangezicht is gespaard gebleven. De diagnose van KORSTACHTIG SCHURFT wordt gesteld. De patiënte wordt onmiddellijk geïsoleerd en een behandeling met ivermectine (Stromectol®) wordt per os ingesteld. Alle linnen (kleren en beddengoed) worden gewassen op 60°C. De patiënten die met haar initieel de kamer deelden ondergaan dezelfde behandeling. De familie, patiënten en personeel van de dienst Geriatrie en van het rusthuis worden verzocht elke vorm van jeuk te signaleren. Enkele personeelsleden van de dienst Geriatrie hebben verdachte jeukende schurftletsels vertoond aan de vingers. De behandeling bestond uit het aanbrengen van perméthrine (Zalvor®). De potentiële epidemie werd aldus snel onderdrukt. Schurft is een ectoparasitose die veroorzaakt wordt door een mijt, Sarcoptes scabei, en overgedragen door menselijk contact. De korstachtige variëteit (ook hyperkeratosische of noorse korstjes genaamd) komt voor in een gemeenschap van bejaarde personen en bij immunodepressieve patiënten. Het gaat hier om een overvloedig, zeer besmettelijk schurft dat, in tegenstelling tot het klassieke schurft, weinig of geen jeuk veroorzaakt en een erythrodermische vorm kan aannemen (veralgemeend erythema). De behandeling is IVERMECTINE per os (Stromectol®) die niet in België verkrijgbaar is maar in Frankrijk kan besteld worden. Dit antiparasitair middel is onder andere aangewezen bij anguillulose en onchocercose. Deze medicatie wordt voorgeschreven in geval van profuus schurft weerstandig aan plaatselijke geneesmiddelen (perméthrine, benzylbenzoaat, crotamiton), dat voorkomt in gemeenschappen (ziekenhuizen, Met dank aan UCB voor hun medewerking voor de foto.
36
|
n°4
Juni 2004
Schurft. Deze excoriaties zijn een teken van belangrijke pruritus ‘s avonds en ‘s nachts (Atlas Dermatologie van J.M. Lachapelle, D. Tennstedt, L. Marot).
rusthuizen, gevangenissen) en onzekere omstandigheden (landlopers, vluchtelingencentra, onthaalhuizen). De dosis is 200 mg/kg nuchter in één enkele inname met een maximum van 12 mg voor een volwassene. Een tweede dosis kan eventueel toegediend worden na 2 à 3 weken. Zwangerschap, borstvoeding en kinderen jonger dan 1 jaar zijn contra-indicaties. Zelden komen lichte neveneffecten voor zoals jeuk, hoofdpijn, nausea, braken en buikpijn.
Dienst Dermatologie Sites St.-Elisabeth en 2 Alice Tel. : 02/373.17.20 - 02/373.47.04
Site St.-Michiel Tel. : 02/737.84.55
Dr Véronique Van Den Haute Dr Francis Aupaix Dr Geneviève Philippart
Dr Béatrice Follet Dr Anne-Françoise Leclerc Dr Isabelle Tromme
DE MEMOIRES VAN EUMENEGUYL
De Memoires van Eumeneguyl von Beenknaagster, ziekenhuisrat. Sleutelfeuilleton voor de oude ratten van St Elisabeth…
De verhuis… 10 december 1994, de natuurramp die de Instelling op haar grondvesten zou doen daveren was de voorbode van de schop die wij onder ons achterste zouden krijgen. Sedert enkele dagen voorspelden diverse voortekenen reeds dat er iets abnormaal op til was : er werden alleen nog maar kasten leeggemaakt, wandkasten gedemonteerd en herinneringen weggegooid in de vuilnisbak van de Geschiedenis… Zelfs de plaatsen waar wij graag ronddoolden in de schimmelgeur van opgestapeld papier, ook deze heerlijke plaatsen werden ondersteboven gehaald. Sinds enkele maanden werd onze aandacht natuurlijk getrokken door de oprichting van een nieuwbouw, gelegen naast het gebouw dat ons herbergde. Onze nachtelijke uitstapjes hadden ons wel toegelaten de werf zorgvuldig te onderzoeken, doch zijn volume suggereerde eerder de toekomstige installatie van een nieuwe Europese communautaire administratie, een voor ons niet te versmaden kaasje ! Bij het ochtendgloren van deze fatale dag in december keek ik uit op de inkomhal om er een gebeurtenis – een vakbondsmeeting waardig – bij te wonen. Een individu, die de aanvoerder van de horde moest zijn, brulde bevelen in een soort trompet, terwijl er aan zijn zijde een pom-pom girl gratievol T-shirts uitdeelde. Eens de truitjes uitgedeeld was dit het vertrekpunt van een stoet die een groot deel van de dag zou duren. Ik zag een optocht van kasten, tafels, stoelen, allerhande kisten, electrische toestellen die geduwd, gedragen en voortgetrokken werden door hilarisch personeel, goedgemutst en grapjes verkopend, niet echt passend bij de noeste arbeid. Verder op het parcours van deze colonne lustige werkers aanschouwde ik het laden van liften, een scène uit de films van de Marx Brothers waardig, waar een dokteres halstarrig dermate grote voorwerpen in een te kleine lift probeerde te proppen zodat elke poging tot mislukken gedoemd was. Zelfs een schoentrekker zou niet geholpen hebben ! n°4
Juni 2004
|
37
DE MEMOIRES VAN EUMENEGUYL
VOLGEND NUMMER
Nog iets verder, in de gang van de kelder die leidde naar een bres in de muur, zag ik een persoon die de eigenaardige techniek hanteerde om voortdurend voorwerpen op zijn kar te stapelen die, opgehoopt aan stuurboord, er terug afvielen aan bakboord. Ik kon mij niet weerhouden een ontroerende en mythologische gedachte te wijden aan Sisyphe en zijn rots ! Op het einde van de dag dunde deze stroom werkvolk uit en doken er, één na één, verbaasde patiënten op, liggend in hun bed of in een rolstoel, behendig voortgeduwd door het verplegend personeel. Wij begrepen dan ook dat het gebouw dat ons sedert zoveel jaren een onderkomen bood eenvoudig verlaten werd en het overhandigen van een roos aan iedere patiënt door een mooi blondje kon onze rusteloosheid niet doen bedaren, zelfs al bestaan er geen rozen zonder doornen. Bij rattenheugenis hadden wij nooit dergelijke metamorfose meegemaakt. Eens de kalmte teruggekeerd doorkruisten wij, haastig en radeloos, de totaal verlaten oorden, op zoek naar iets eetbaars. Maar we vonden slechts steen, papier en schaar. Het is pas later dat wij aangetrokken werden door kreten komende van de bovenverdiepingen en dat wij, tot onze grote verrassing, getuige werden van een Breugheliaans tafereel. Er werd een reusachtig buffet geserveerd door drie hilarische en aangeschoten koks die dit manoeuvre leidden temidden van lachsalvo’s en de redevoeringen van de hordeleider. Op het einde van wat het laatste banket op de site zou zijn genoten wij van de achtergelaten restjes op tafel en ruimden letterlijk alles op. Vermoeid en met tegenzin hebben wij ons teruggetrokken in onze kelderruimten, realiserende dat het enige dat ons nog restte slechts onze grote ogen waren om te huilen en van honger om te komen in dit definitief verlaten oord. (wordt vervolgd…) Eumeneguyl. 38
|
n°4
Juni 2004
Dossier : Neus, keel, oren Oproep Andere ideeën, rubrieken, voorstellen… ? Uw suggesties zijn welkom op het redactieadres : EUROSCOOP, site St.-Elisabeth De Frélaan 206 – 1180 Brussel
Consequent beleggen Als zelfstandig beoefenaar van een vrij beroep, dient u hoofdzakelijk zelf voor de opbouw van een pensioen te zorgen. Er bestaan een aantal fiscaalvriendelijke stimuli: uw riziv-premie, de vrije bijdrage of vapz, pensioensparen, lange-termijn-sparen. Maar vermits het telkens over beperkte bedragen gaat, zal dit geenszins voldoen aan de reële pensioenbehoefte. Een eigen volgehouden beleggingsinspanning dringt zich dan ook op.
Hoe begint u daaraan ? De langetermijnrente staat historisch laag, de aandelenbeurzen zijn 50 % goedkoper dan 3 jaar geleden, de rente op korte termijn daalt nog steeds… Het lijkt wel of de financiële wereld het noorden kwijt is. De financiële markten hebben altijd een cyclisch verloop gekend en kennen aldus up’s en down’s. Op zich is er dus momenteel niets bijzonders aan de hand.
Wat doet u dan best in de huidige marktsituatie ? Belangrijkste gegeven blijft consequentie in de beleggingsstrategie die initieel gekozen werd. Niets is zo dodelijk voor een portefeuille als constante wijzigingen. Uiteindelijk is beleggen eenvoudig! Vastrentende beleggingen op korte termijn (cash), vastrentend voor de lange termijn en aandelen. Meer is er niet.
Hoe gaat u te werk ? Twee belangrijke elementen waar u vooraf rekening dient mee te houden zijn het vastleggen van het risicoprofiel dat u zichzelf wenst aan te meten en uw leeftijd. - Risicoprofiel : Hiermee geeft u de volatiliteit aan die uw beleggingsportefeuille mag ondergaan. Het is vooral de factor aandelen die hier determinerend is. Aandelen mogen dan op 3 jaar gehalveerd zijn, over de langere termijn blijven kwaliteitsaandelen behoorlijk presteren (jaarlijks gemiddeld 8,5% ). Staar u echter niet blind op dergelijke rendementen. Ons standpunt is dat aandelen zeker een deel van iemands portefeuille mogen uitmaken, doch in functie van het tijdelijke dalingsrisico dat hij of zij aankan. Bij Bank J.Van Breda & C° spreken we van een laag risicoprofiel indien iemand opteert voor maximum 25% kwaliteitsaandelen en het restant in vastrentende beleggingen (eveneens in kwaliteitspapier). Bij een niveau van 45% aandelen mag u gerust spreken van een dynamische portefeuille. - Leeftijd : We zijn dan wel voorstander van aandelen, de leeftijd speelt hierin echter een belangrijke rol. Vermits aandelen een lange termijnvisie vragen, mag het aandelenpercentage tot 10 jaar voor de pensioenleeftijd op een hoger niveau liggen. Hierna verminderen we stelselmatig om vanaf de pensionering te beperken tot ± 15%.
Vervolgens kan aan de invulling gedacht worden van uw beleggingspiramide : - Voor het liquide gedeelte (cash) opteert u best voor een spaarrekening. Het geld moet immers ten allen tijde beschikbaar zijn. - Voor het vastrentend lange termijngedeelte, bestaan diverse mogelijkheden. Kasbons, certificaten en obligaties zijn de meest gekende. Heden zijn echter beleggingsverzekeringen met een gegarandeerde rente en daar bovenop een jaarlijkse winstdeelname erg in trek. Deze laatste genieten bovendien een aantal fiscale voordelen. - Het aandelengedeelte invullen wordt een moeilijkere oefening: In welke continenten en regio’s gaat u beleggen ? Welke sectoren zijn momenteel interessant ? Een goed gespreide aandelenportefueille bevat al gauw 100 verschillende aandelen. Voor de meeste beleggingsportefeuilles is het geen haalbare kaart om dit op individuele basis te doen; vandaar het overgrote succes van aandelenfondsen. Een evenwichtig gespreid aandelenfonds heeft bovendien het voordeel dat u er qua beheer niet moet naar omkijken. Dit is belangrijk in een snel wisselend economisch klimaat. Tot slot kan u ook nog opteren voor een aandelenfonds met kapitaalsgarantie. U volgt de beweging van de aandelenbeurzen, maar uw kapitaal is gegarandeerd. Geen overbodige luxe in moeilijke beursomstandigheden. De beleggingspiramide kan bij dit alles een handig hulpmiddel zijn.
RISICOBELEGGINGEN SEMI-RISICO RISICO VRIJ
Belangrijkste is nu consequent blijven. Stijgen de aandelenmarkten, dan zal uw risicoprofiel ook snel stijgen vermits het aandelengedeelte in uw portefeuille eveneens stijgt. Afbouwen tot op uw oorspronkelijke risiconiveau is dan de boodschap.Omgekeerd zal bij een dalende beurs het aandelengedeelte in uw portefeuille afnemen en zal er een moment komen waarop u het aandelengedeelte terug moet aanvullen tot op het gewenste niveau. Tot slot nog een goede raad: vaak blijft er op het einde van de maand een bepaalde spaarsom over. Een eenvoudige en consequente oplossing is dan te kiezen voor een maandelijks beleggingsplan, waarbij u met beperkte bedragen de volledige invulling van uw beleggingspiramide kan realiseren. U ervaart dan meteen hoe eenvoudig beleggen kan zijn, en vooral hoe renderend een volgehouden inspanning wordt op langere termijn.Begin er dan ook niet te laat aan…
Recidiverende cystitis ?
Antenna Communication Ideas
400.000 vrouwen lijden in stilte
Doorbreek hun noodlottige bestemming Versterkte immuniteit 1. BENAMING : Uro-Vaxom 6 mg harde capsulen. E. coli extract2. 2. SAMENSTELLING: 1: capsule 1 capsulebevat bevat6060mgmgx-OM-89 x-OM-89lyofilisaat lyofilisaatovereenkomend overeenkomendmet met6 6mg mgE.E.coli coliextract. extract.Voor Voordedehulpstoffen, hulpstoffen,zie zie6.1 6.13.3.FARMACEUTISCHE FARMACEUTISCHEVORM: VORM:Harde Hardecapsulen.4. capsulen.4. KLINISCHE KLINISCHE INFORMATIES INFORMATIES :: 4.1. 4.1. Therapeutische Therapeutische indicaties indicaties :: 1. BENAMING : Uro-Vaxom 6 mg harde capsulen. E. coli extract SAMENSTELLING Behandeling recidiverende chronische urinaire infecties, onafhankelijk betrokkenkiem.Het kiem.Hetbetreft betrefteen eenondersteuning ondersteuningvan vandedeklassieke klassiekeantibioticatherapie.Uro-Vaxom antibioticatherapie.Uro-Vaxomisisininhet hetbijzonder bijzonderaanbevolen aanbevolenbijbijcystitis, cystitis,urethritis, urethritis,asymptomatische asymptomatische bacteriurie, bacteriurie, infecties infecties ontstaan ontstaan tijdens tijdens vesicale vesicale of of urethrale urethrale katheterkatheterBehandeling vanvan recidiverende en en chronische urinaire infecties, onafhankelijk vanvan dedebetrokken isatie.Uro-Vaxom is tegenaangewezen pyelonefritis. 4.2. Dosering wijzevan vantoediening toediening: Dosering : Dosering:1 :1capsule capsuleperperdag dagterterondersteuning ondersteuningvan vandedeantibioticatherapie, antibioticatherapie,bijbijvoorkeur voorkeurnuchter nuchterenengedurende gedurendeeen eenperiode periodevan van33opeenvolgende opeenvolgende maanden. maanden.Toedieningsweg Toedieningsweg :Oraal, :Oraal, met met een een weinig weinig vloeistof. vloeistof. 4.3. 4.3. ContraContraisatie.Uro-Vaxom is tegenaangewezen bij bij pyelonefritis. 4.2. Dosering enenwijze indicaties: Uro-Vaxom is tegenaangewezen bij pyelonefritis.4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik : Met de huidige kennis is de toediening van Uro-Vaxom aan kinderen jonger dan 6 maanden niet opportuun omwille de immaturiteit van het immuunsysteem. 4.5. Interacties met andere indicaties: Uro-Vaxom is tegenaangewezen bij pyelonefritis.4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik : Met de huidige kennis is de toediening van Uro-Vaxom aan kinderen jonger dan 6 maanden niet opportuun omwille de immaturiteit van het immuunsysteem. 4.5. Interacties met andere geneesmiddelen andere vormen interactie : Tot heden geen bekend. 4.6. Zwangerschapenenborstvoeding borstvoeding: Studies : Studiesopopdedevoortplantingsfuncties voortplantingsfunctiesbijbijhet hetdier dierhebben hebbengeen geenrisico risicovoor voordedefoetus foetus(geen (geenperiperi-ofofpostnatale postnatalemisvormingen) misvormingen)aangetoond, aangetoond,doch doch gegevens gegevens over over gecontroleerde gecontroleerde studies studies bij bij zwangere zwangere geneesmiddelen en en andere vormen vanvan interactie : Tot opop heden geen bekend. 4.6. Zwangerschap vrouwen voorhanden.Zoals voor meeste geneesmiddelen is het aangeraden Uro-Vaxomtoetoetetedienen dienengedurende gedurendededeeerste eerste3 3maanden maandenvan vandedezwangerschap. zwangerschap.Daar Daarmen menover overgeen geenspecifieke specifiekegegevens gegevensbeschikt, beschikt,isishet hetniet nietaangeraden aangeradenUro-Vaxom Uro-Vaxomtoe toe tete dienen dienen gedurende gedurende de de borstvoeding. borstvoeding. 4.7. 4.7. Beïnvloeding Beïnvloeding vrouwen zijnzijn nietniet voorhanden.Zoals voor de de meeste geneesmiddelen is het nietniet aangeraden Uro-Vaxom rijvaardigheid vermogen machines bedienen: Niet : Nietvanvantoepassing. toepassing.4.8. 4.8.Bijwerkingen Bijwerkingen: Gastro-intestinaal : Gastro-intestinaalstelsel: stelsel:sporadisch sporadischwerden werdengastro-intestinale gastro-intestinale(diarree, (diarree,nausea, nausea,braakneigingen) braakneigingen)bijwerkingen bijwerkingenwaargenomen.In waargenomen.In geval geval van van langdurige langdurige gastro-intestinale gastro-intestinale problemen problemen kan kan een een ondervanvan de de rijvaardigheid en en vanvan hethet vermogen omom machines te te bedienen onderbreking behandeling nodig Huid: sporadisch werden dermatologische (exantheem, erytheem,pruritis) pruritis)bijwerkingen bijwerkingenwaargenomen. waargenomen.Uitzonderlijk Uitzonderlijkkan kaneen eenlichte lichtevorm vormvan vankoorts koortsverschijnen. verschijnen.InIngeval gevalvan vanhuidreacties huidreactiesofofkoorts koortsmoet moetde debehandeling behandeling gestopt gestopt worden worden en en ermee ermee rekening rekening gehouden gehouden worden worden dat dat het breking vanvan de de behandeling nodig zijn.zijn. Huid: sporadisch werden dermatologische (exantheem, erytheem, het hier om een allergie kan gaan. 4.9. Overdosering : Gevallen van overdosering zijn tot op heden niet bekend. Rekening houdend met de oorsprong van Uro-Vaxom en de toxiciteitsonderzoeken op dieren is het risico voor overdosering gering. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN : Elke Uro-Vaxom capsule hier om een allergie kan gaan. 4.9. Overdosering : Gevallen van overdosering zijn tot op heden niet bekend. Rekening houdend met de oorsprong van Uro-Vaxom en de toxiciteitsonderzoeken op dieren is het risico voor overdosering gering. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN : Elke Uro-Vaxom capsule bevat bevat een hoeveelheid lyofilisaat dat overeenkomt met 6 mg E. coli extract dat een immunomodulerende werking heeft. Uro-Vaxom stimuleert op een niet-specifieke manier het natuurlijk verdedigings-mechanisme van het organisme. Aldus verhoogt de weerstand tegenover urinaire infecties en kan de duur en de frequentie een hoeveelheid lyofilisaat dat overeenkomt met 6 mg E. coli extract dat een immunomodulerende werking heeft. Uro-Vaxom stimuleert op een niet-specifieke manier het natuurlijk verdedigings-mechanisme van het organisme. Aldus verhoogt de weerstand tegenover urinaire infecties en kan de duur en de frequentie antibioticabehandeling verminderd worden. Wegens specificiteit product, beschiktmen menover overgeen geenfarmacokinetische farmacokinetischegegevens gegevensbijbijdedemens. mens.BijBijdieren dieren(rat) (rat)werd werdnochtans nochtansnanaorale oraletoediening toedieningeen eenresorptie resorptievan van50% 50%aangetoond aangetoondvan vande de fractie fractie met met een een moleculair moleculair gewicht gewicht van van minimum minimum 30 30 KD. KD. De De maxivanvan de de antibioticabehandeling verminderd worden. Wegens dede specificiteit vanvan hethet product, beschikt maximale plasmaspiegel wordt 4 uren bereikt gemiddelde plasma halfwaardeeliminatietijd eliminatietijdis is3333uren. uren.6.6.FARMACEUTISCHE FARMACEUTISCHEGEGEVENS GEGEVENS: 6.1. : 6.1.Lijst Lijstvan vandedehulpstoffen hulpstoffen: :Hulpstoffen Hulpstoffen: :propylis propylisgallas gallasanhydricum, anhydricum,mononatrii mononatriiglutamas glutamasanhydricum, anhydricum, mannitolum, mannitolum, amylum amylum maydis maydis pregelificatum, pregelificatum, magnesii magnesii silicas, silicas, male plasmaspiegel wordt na na 4 uren bereikt en en de de gemiddelde plasma halfwaarde magnesii stearas, gelula gelatinium, E172, E171 colore, lacca, carbovegetalis. vegetalis.6.2. 6.2.Gevallen Gevallenvan vanonverenigbaarheid onverenigbaarheid: Niet : Nietvan vantoepassing. toepassing.6.3. 6.3.Houdbaarheidstermijn Houdbaarheidstermijn: :44jaar. jaar.6.4. 6.4.Bijzondere Bijzonderemaatregelen maatregelen bij bij bewaring bewaring :: Bij Bij kamertemperatuur kamertemperatuur (15 (15 -- 25°C), 25°C), in in de de oorspronkelijke oorspronkelijke verpakking verpakking magnesii stearas, propro gelula unauna cumcum gelatinium, E172, E171 propro colore, lacca, carbo bewaren.Het geneesmiddel mag gebruikt worden vervaldatum verpakkingvermeld vermeldstaat staatnanaEX:EX:maand maand- jaar. - jaar.Deze Dezevervaldatum vervaldatumkomt komtsteeds steedsovereen overeenmet metdedelaatste laatstedag dagvan vandedemaand maanddie dieaangeduid aangeduidis.is.6.5. 6.5.Aard Aarden eninhoud inhoudvan vande de verpakking verpakking :: 10 10 harde harde bewaren.Het geneesmiddel mag gebruikt worden tottot de de vervaldatum diedie opop dede verpakking capsulen blister. Kartonnen doosjes capsulen blisters) capsulen(9 (9blisters). blisters). 6.6.Instructiesvoor voorgebruik gebruikenenverwerking verwerking: Geen : Geenbijzondere bijzonderevereisten. vereisten.7.7.REGISTRATIEHOUDER REGISTRATIEHOUDER: :Registratiehouder Registratiehouder: :FOURNIER FOURNIERPHARMA PHARMA S.A., S.A.,Drie Drie Bomenstraat, Bomenstraat, capsulen perper PVCPVC blister. Kartonnen doosjes vanvan 3030 capsulen (3 (3 blisters) enen 9090 capsulen 6.6.Instructies B-1180 Brussel, BELGIË Fabrikant : OM PHARMA, Bois-du-Lan, CH-1217Meyrin Meyrin2 (Genève), 2 (Genève),SUISSE SUISSE8.8.REGISTRATIENUMMER REGISTRATIENUMMER:152 :152ISIS315 315F F5 59.9.AFLEVERINGSWIJZE AFLEVERINGSWIJZE: :Op Opmedisch medischvoorschrift. voorschrift.10. 10.DATUM DATUMVAN VANEERSTE EERSTEVERGUNNING/HERNIEUWING VERGUNNING/HERNIEUWING 16B,16B, B-1180 Brussel, BELGIË Fabrikant : OM PHARMA, 22,22, ruerue dudu Bois-du-Lan, CH-1217 VAN VERGUNNING A. Datum eerste vergunning toegekend door Minister: 22-04-2003. Datumvan vanhernieuwing hernieuwingvan vandedevergunning. vergunning.11. 11.DATUM DATUMVAN VANDEDELAATSTE LAATSTEHERZIENING HERZIENINGVAN VANDE DETEKST/GOEDKEURING TEKST/GOEDKEURINGVAN VANDE DESKP SKP::A.A.Datum Datumvan vande delaatste laatste herzienherzienVAN DEDE VERGUNNING : A.: Datum vanvan eerste vergunning toegekend door dede Minister: 22-04-2003. B. B. Datum : Mei 2003. B. Datum laatste goedkeuring SKP. inging vanvan de de SKPSKP : Mei 2003. B. Datum vanvan de de laatste goedkeuring vanvan dede SKP.