Wegenbeheersplan Gemeente Opmeer 2010 – 2013
November 2009
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING....................................................................................................................................................3
1.1. 1.2. 2.
WEGBEHEER METHODIEK ....................................................................................................................6
2.1. 3.
CROW METHODIEK ....................................................................................................................................6
GEMEENTELIJK BELEID .........................................................................................................................7
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 4.
RELATIE RIOOLBEHEER ...............................................................................................................................4 TERUGBLIK WEGENBEHEERSPLAN 2005-2009 .......................................................................................5
INVENTARISATIE VAN DE WEGEN .............................................................................................................10 INSPECTIE VAN DE WEGEN .......................................................................................................................12 PLANNING KLEIN EN GROOT ONDERHOUD ...............................................................................................13 UITVOEREN VAN ONDERHOUD ..................................................................................................................14 MUTEREN EN BEHEREN..............................................................................................................................14
COMMUNICATIE.......................................................................................................................................15
4.1. REGIOREGIE ..............................................................................................................................................15 4.1.1. Hoe werkt RegioRegie ....................................................................................................................16 4.1.2. Beoogd effect.....................................................................................................................................16 5.
ORGANISATIE ...........................................................................................................................................17
5.1. 5.2. 5.3. 6.
UITBESTEDING ..........................................................................................................................................17 KENNISNIVEAU ..........................................................................................................................................17 TAAKVERDELING ........................................................................................................................................18
FINANCIËN .................................................................................................................................................19
6.1. INLEIDING ..................................................................................................................................................19 6.1.1. Bepalen benodigd budget .............................................................................................................19 6.2. BEPALEN BENODIGD BUDGET KORTE TERMIJN ........................................................................................20 6.2.1. Groot onderhoud ..............................................................................................................................20 6.2.2. Klein onderhoud ...............................................................................................................................20 6.3. BEPALEN BENODIGD BUDGET LANGE TERMIJN ........................................................................................21 6.4. HUIDIG OPGENOMEN BUDGET IN DE BEGROTING ...................................................................................22 6.5. BENODIGD BUDGET PERIODE 2010-2034 ............................................................................................22 7.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN...............................................................................................23
7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6.
AREAAL ......................................................................................................................................................23 ONDERHOUDSTOESTAND ..........................................................................................................................23 OPSTELLEN PLANNINGEN ..........................................................................................................................23 BEPALEN BENODIGD BUDGET ...................................................................................................................23 HUIDIG OPGENOMEN BUDGET IN DE BEGROTING ...................................................................................23 BENODIGD BUDGET PERIODE 2010-2034 ............................................................................................23
2
1. Inleiding Het voor u liggende wegenbeheersplan is een actualisering van het vorige wegenbeheersplan 20052009. Voor het doelmatig beheer van de wegen van de gemeente Opmeer is een beheerplan onontbeerlijk. Binnen de gemeentegrens zijn er verschillende beheerders van het openbare wegennet. Dit document beperkt zich uitsluitend tot de wegen welke in beheer zijn van de gemeente Opmeer.
In het raadsprogramma 2006 – 2010 is het college opgedragen te zorgen voor actuele beheersplannen waaronder het wegenbeheer. In het raadsprogramma is opgenomen dat het van belang is een juiste balans te vinden tussen evenwichtige groei van de gemeente, investeren in voorzieningen en behoud van het groene landschappelijke karakter. Daar naast zijn ontwikkelingen als vergrijzing/ontgroening, individualisering, bereikbaarheid en mobiliteit in onze gemeente steeds meer voelbaar. Het beleid kent daarom een aantal speerpunten, waaronder:
Communicatie met onze inwoners, instellingen en ondernemers krijgen de komende jaren volop aandacht.
Opmeer is zeker geen onveilige gemeente om in te wonen. Een schone en vriendelijke woonomgeving draagt daar aan bij.
Een groene woonomgeving is buitengewoon belangrijk voor het welzijn.
Kwalitatief goede voorzieningen, die goed en veilig bereikbaar zijn, dragen ook bij aan het welzijn van de inwoners.
Een gemeente met een klantvriendelijke, kwaliteitsbewuste en resultaatgerichte dienstverleningen, waar ontwikkelingen met betrekking to deregulering en vereenvoudiging van regelgeving actief worden gevolgd en snel en adequaat worden geïmplementeerd.
De veiligheid en de uitstraling van de openbare ruimte zijn belangrijk voor het leefgenot van de burger en de aantrekkelijkheid van de gemeente voor bezoekers. De gemeente is eigenaar van en daarmee verantwoordelijk voor de openbare ruimte in haar gebied. Wegen vormen een wezenlijk onderdeel van deze openbare ruimte. In de Wegenwet is de zorgplicht voor de wegbeheerder voor de wegverhardingen beschreven.
Wegenwet Artikel 16 De gemeente heeft te zorgen, dat de binnen haar gebied liggende wegen, met uitzondering van de wegen, welke door het Rijk of een provincie worden onderhouden, van die bedoeld in artikel 17 en van die, waarop door een ander tol wordt geheven, verkeren in goede staat.
Overigens valt onder ‘wegbeheer’ niet alleen het beheer en onderhoud van de wegverhardingen, maar ook het beheer en onderhoud van bermen, wegmarkeringen, ANWB-wegwijzers, wegmeubilair en verkeersborden. Daarnaast maken straatreiniging en gladheidbestrijding deel uit van deze beheertaak.
Het wegenbeheersplan is opgesteld voor een periode van vier jaar (2010 tot en met 2013). In dit beheersplan wordt duidelijk hoe de gemeente Opmeer in de bovengenoemde periode aan de zorgplicht wil voldoen om de wegen (asfalt-, beton- en klinkerwegen) op een verantwoorde en goede manier te onderhouden.
3
Tevens is het doel van het wegbeheer is om via planmatig onderhoud de infrastructuur in stand te houden teneinde constructieve schade (bijvoorbeeld aan funderingen) te voorkomen. De doelstellingen van een wegenbeheersplan zijn:
Invulling geven aan wegbeheer beleid
Opstellen (meerjaren) begroting
Inzicht in (ontwikkelingen van) kwaliteit en budgetten
Trend in toekomstige begrotingsbedragen
Als resultaat wordt in deze rapportage:
Inzicht gegeven in de essenties van het wegbeheer
De algehele toestand van het wegennet beschreven
Informatie verstrekt betreffende de benodigde financiën voor het op peil brengen c.q. houden van het wegennet.
1.1.
Relatie rioolbeheer
Het beheer van de wegen staat in een directe relatie met het rioolbeheer. Onderhoud aan de wegen en het rioolstelsel worden op elkaar afgestemd volgens de volgende strategie;
In de straten waar de komende jaren onderhoud nodig is aan de weg, beoordelen of de onderliggende riolering nog voldoende restlevensduur heeft. Dit principe heeft dus tot gevolg dat rioolonderhoud of vervanging wordt vervroegd of wordt uitgesteld.
In de straten waar de komende jaren onderhoud nodig is aan de riolering, beoordelen of de verharding nog van voldoende kwaliteit is en/of deze binnen 5 jaar op de planning staat om onderhouden te worden. Dit principe heeft dus tot gevolg dat wegonderhoud wordt vervroegd of wordt uitgesteld.
Door een goede afstemming is het mogelijk om op een efficiëntere en kostenbesparende manier te werken. Het softwarepakket dgDialog ontsluit zowel het wegenbeheer als het rioleringsbeheer.
4
1.2.
Terugblik wegenbeheersplan 2005-2009
Na vaststelling van het wegenbeheersplan 2005-2009 heeft de afdeling CTW in de genoemde periode uitvoering gegeven aan het wegbeheer. Jaarlijks zijn de wegen geïnspecteerd, is er groot- en klein onderhoud uitgevoerd en zijn urgente klachten adequaat opgepakt en verholpen.
De inspectiegegevens zijn jaarlijks verwerkt en getoetst aan de CROW systematiek waaruit een lijst met groot onderhoud is voortgevloeid. De onderhoudslijst is ter plaatse geverifieerd en waar nodig nog iets aangepast om vervolgens aan de hand van werkomschrijvingen uit te voeren. De werkzaamheden bestonden uit onder andere het aanbrengen van profileer- en deklagen, het frezen en inlagen van wegvakken, aanbrengen van oppervlakte behandelingen en het herstraten van elementenverhardingen. Onderstaande figuren geven het uitgevoerde grootonderhoud in de afgelopen periode 2005 – 2009 weer. Figuur 1 voor Hoogwoud en figuur 2 voor Opmeer en Spanbroek. Uitgevoerd groot onderhoud in De Weere en Aartswoud is niet weergegeven.
Figuur 1: Uitgevoerd groot onderhoud 2005-2009 Hoogwoud
= Uitgevoerd groot onderhoud
Figuur 2: Uitgevoerd onderhoud 20052009 Opmeer / Spanbroek
5
2. Wegbeheer methodiek 2.1.
CROW methodiek
Het wegbeheer in de gemeente Opmeer wordt uitgevoerd volgens de methodiek van het CROW. In de afgelopen jaren is deze methodiek, door nieuwe inzichten en betere gedragsmodellen, enigszins aangepast. Deze aanpassingen hebben geleid tot de nieuwe CROW publicatie 147 die voor dit plan is gevolgd.
CROW Het CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze nonprofit organisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud. Dit gebeurt in samenwerking met alle belanghebbende partijen, zoals Rijk, Provincies, Gemeenten, Adviesbureaus, Uitvoerende bouwbedrijven in de Grond-, Water-, en Wegenbouw, toeleveranciers en vervoersorganisaties. De kennis, veelal in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken, vindt haar weg naar de doelgroepen via het internet, publicaties, cursussen, en congressen. (zie www.crow.nl)
De CROW methode voor wegbeheer is het standaard instrument voor het maken van een wegenbeheersplan. Op basis van een jaarlijkse inspectie van de in het beheer zijnde verhardingen wordt een actueel beeld verkregen van de conditie van het wegennet. De inspectie richt zich op zichtbare schades zoals scheurvorming en oneffenheden, rafeling (bij asfalt), dwarsonvlakheid en afwatering.
De CROW methode bevat een vertaling van schades naar de beleidsthema’s duurzaamheid, veiligheid, comfort en aanzien. Dit resulteert in een score voor deze thema’s die wordt uitgedrukt in termen van voldoende, matig en onvoldoende. De via de inspectie ingewonnen gegevens over de conditie van het wegennet zijn het startpunt voor het bepalen van de te onderhouden wegvakonderdelen, het voor die onderdelen benodigde type onderhoud en de daarmee gepaard gaande kosten. De selectie van de te onderhouden onderdelen gebeurt op basis van de actuele schade, of met gedragsmodellen uit landelijke onderhoudsrichtlijnen. Onderdelen die de onderhoudsrichtlijn hebben overschreden dienen op korte termijn (1-2 jaar) te worden onderhouden. De onderdelen die de onderhoudsrichtlijn naderen, worden ingepland op middellange termijn (3-5 jaar).
6
3. Gemeentelijk beleid Om de methodiek van het CROW tot uitvoering te kunnen brengen, wordt gebruik gemaakt van het wegenbeheerprogramma dgDialog van Grontmij. Dit softwarepakket maakt het mogelijk om integraal te werken. Hierdoor ontstaat er afstemming tussen het wegen-, riool- en groenbeheer. Hierdoor kan er efficiënt en doelmatig worden beheerd. Door de grafische weergave van de beheerde objecten, planningen, maatregelen en dergelijke wordt het afstemmen van werkzaamheden op de verschillende beleidstakken onderling inzichtelijk gemaakt.
Het onderhoudsniveau van de wegen in beheer van de gemeente Opmeer gebeurt zoals reeds genoemd aan de hand van de CROW systematiek. Deze beschrijft het onderhoudsniveau met het daarbij behorende klein en groot onderhoud. Klachten met betrekking tot het onderhoud worden zoveel mogelijk gebundeld en als één opdracht bij de aannemer in het reguliere onderhoud meegenomen. Situaties welke een gevaarlijke situatie opleveren worden uiteraard direct aangepakt. Afhankelijk van de omvang van het probleem wordt de afdeling Groen of de aannemer benaderd om de situatie te verhelpen.
De kwaliteit van het wegenareaal van de Gemeente Opmeer is onderverdeeld in beleidsthema’s. Deze thema’s drukken de kwaliteit uit in termen van voldoende, matig en onvoldoende. Onvoldoende wil zeggen dat het optimale moment om onderhoud uit te voeren reeds is overschreden. Matig houdt in dat de richtlijn bijna bereikt is, terwijl voldoende de richtlijn nog niet in zicht heeft. Deze termen kunnen vervolgens worden vertaald in de vier beleidsthema’s zoals deze worden gehanteerd in de wegbeheersystematiek. De procentuele kwaliteit per beleidsthema van het totale beheerareaal is in tabel 2 weergegeven.
Beleidsthema
Voldoende
Matig
m2
Onvoldoende m2
m2
Duurzaamheid
98%
478.265
1%
3.133
1%
5.360
Veiligheid
97%
470.900
2%
9.442
1%
6.415
Comfort
96%
466.038
3%
14.396
1%
6.323
Aanzien
96%
466.419
2%
11.423
2%
8.915
Tabel 1: kwaliteit op beleidsthema’s
7
Duurzaamheid
Veiligheid
Duurzaamheid heeft betrekking op de technische instandhouding van de verharding. Het schadebeeld ´scheurvorming´ is bijvoorbeeld van invloed op de duurzaamheid. Bij schade die valt onder dit thema geldt dat niet tijdig herstellen van de schade een zwaardere en duurdere onderhoudsmaatregel noodzakelijk is. Indien niet tijdig wordt hersteld, zal sprake zijn van kapitaalsvernietiging. Veiligheid geeft aan in hoeverre het veilig is gebruik te maken van de wegverharding. Als dat niet het geval is, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan, die mogelijk leiden tot ongevallen en/of schadeclaims.
Comfort
Het comfort wordt bepaald door de mate waarin de weggebruiker hinder ondervindt van de onderhoudstoestand van de weg. Met name ´vlakheid´ heeft invloed op het comfort. Hierbij kan ook gedacht worden aan opspattend water uit (regen)plassen, die op de weg blijven staan.
Aanzien
Het aanzien van de verharding wordt in hoge mate bepaald door de algehele onderhoudstoestand van een weg. Een wegvakonderdeel waar veel kleinschalige reparaties zijn uitgevoerd, heeft een minder aantrekkelijk aanzien dan een gloednieuw wegvak. De uitstraling van een wegvak heeft invloed op het gedrag van de weggebruiker. Dit speelt ook een rol bij bijvoorbeeld winkelpromenades en woonwijken.
Tabel 2: verklaring beleidsthema’s
Aan de kwaliteit van het wegenareaal van de gemeente Opmeer kan een voldoende worden gegeven. Slechts 1% voldoet niet aan de richtlijnen (duurzaamheid, veiligheid en comfort), genoemd in de CROW publicatie 147. Twee procent van het gehele areaal voldoet niet aan de richtlijn met betrekking tot het aanzien van de weg.
De CROW wegbeheermethodiek schrijft dan ook voor dat de verhardingen die onvoldoende scoren, op korte termijn (1-2 jaar) aangepakt moeten worden, terwijl de matige verhardingen op middellange termijn (3-5 jaar) aan de beurt zijn. De onvoldoendes komen vooral voor rekening van de elementverhardingen. Wanneer de onvoldoendes niet tijdig aan worden gepakt is sprake van kapitaalvernietiging. Kapitaalvernietiging houdt in dat onderhoudsmaatregelen niet op het optimale moment worden uitgevoerd, maar worden uit- of afgesteld. Hierdoor zal de conditie van de schade verslechteren, waardoor de te nemen onderhoudsmaatregel zwaarder en dus duurder wordt.
De methode gaat er van uit dat kleine schades in klein onderhoud worden hersteld. Deze schades hebben geen invloed op de beoordeling van de kwaliteit van de wegvakken.
8
De CROW systematiek werkt aan de hand van de volgende stappen. Iedere stap zal nader worden behandeld. 1. Inventarisatie van de wegen 2. Inspecteren van de wegen 3. Planning klein en groot onderhoud 4. Uitvoeren van onderhoud 5. Muteren en beheren
De eerste stap “inventariseren” gaat na de cyclus over in muteren.
4 Onderhoud
1 Inventarisatie (5) Muteren & beheren
3 Plannen
2 Inspecteren
Figuur 3: procescyclus CROW systematiek
9
3.1.
Inventarisatie van de wegen
Voor het beheren en onderhouden van de verhardingen is het
4
1
3
2
noodzakelijk om te weten wat in beheer is bij de gemeente. Vanuit het wegbeheersysteem is het mogelijk informatie over de kwantiteit en kwaliteit van de verhardingen inzichtelijk te maken.
Het areaal wordt bepaald aan de hand van een grafische kaart welke is gekoppeld aan het wegbeheersysteem. De nauwkeurigheid is gebaseerd op de Grootschalige Basiskaart Nederland, beheergebied Opmeer (GBKN).
GBKN De Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) is een detailleerde topografische kaart van Nederland. Op deze kaart staan onder andere gebouwen, wegen, bruggen, spoorlijnen, waterlopen, dijken en hoogspanningsmasten aangegeven. De basis voor de GBKN is het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting. Overheden en organisaties die veel vastgoed beheren, gebruiken de GBKN als basiskaart bij onder andere planvorming of om inzicht te krijgen in de ligging van bepaalde topografische elementen.
De beheerelementen kunnen grafisch vergeleken en beheerd worden met andere grafische bronnen. Het aanwezig zijn van een nauwkeurige koppeling met de luchtfoto geeft een duidelijke relatie weer tussen de werkelijkheid en de beheersobjecten. Onderstaand figuur geeft een voorbeeld van de verhardingsvlakken met daarachter optioneel de GBKN en de luchtfoto.
Verhardingen
Verhardingen
+ GBKN
Verhardingen GBKN
+ Luchtfoto
Figuur 4: presentatie in verschillende lagen. Uitsnede Spanbroek.
10
Het aandeel verhardingen binnen de openbare ruimte van de gemeente Opmeer bedraagt ca. 486.800m2. Bestaande uit 136.600m2 asfalt-, 350.200m2 elementen- en 10m2 betonverharding.
Als voorbeeld wordt in het onderstaande figuur het type verharding in Opmeer en Spanbroek weergegeven.
Legenda Verhardingstype = Elementen = Bitumineuze
Figuur 5: overzicht verhardingstype. Uitsnede Opmeer / Spanbroek.
11
3.2.
Inspectie van de wegen
Jaarlijks worden de wegverhardingen geïnspecteerd. Hierbij worden ieder jaar de bitumineuze verhardingen en om het jaar de elementen
4
1
3
2
verhardingen geïnspecteerd.
Het niet tijdig signaleren en reageren op schadebeelden bij bitumineuze verhardingen kan leiden tot kapitaalvernietiging. Bij elementen verhardingen is dit niet het geval. Om deze reden worden de elementenverhardingen om het jaar geïnspecteerd.
Kapitaalvernietiging houdt in dat onderhoudsmaatregelen niet op het optimale moment worden uitgevoerd, maar worden uit- of afgesteld. Hierdoor zal de conditie van de schade verslechteren, waardoor de te nemen onderhoudsmaatregel zwaarder en dus duurder wordt.
De inspectie wordt op basis van de CROW systematiek door een gespecialiseerd extern adviesbureau uitgevoerd. De afdeling Civiele Techniek en Wonen levert het adviesbureau een actueel beheerbestand met daarin alle wegvakken. Het adviesbureau geïnspecteerd alle wegvakken en noteert hiervan de actuele status. Na afronding van de inspectie wordt aan de gemeente een digitaal bestand aangeleverd met daarin alle wegvakken en de inspectiecijfers. Deze inspectiecijfers worden in het beheerspakket verwerkt.
Figuur 6: Dwarsonvlakheid elementen
Een voorbeeld van de inspecties is de dwarsonvlakheid bij elementen verhardingen. De omvang en ernst worden middels een cijfer vastgelegd.
12
3.3.
Planning klein en groot onderhoud
Bij het bepalen van het onderhoud worden de volgende uitgangspunten gehanteerd.
4
1
3
2
Binnen de beleidsthema´s is de hoogste prioriteit gegeven aan duurzaamheid en veiligheid, comfort en aanzien wegen minder zwaar mee. Een en ander wil zeggen dat bij bitumineuze verhardingen scheurvorming (duurzaamheid) en oneffenheden (veiligheid) zwaarder wegen dan rafeling (aanzien);
Binnen de wegtypes is de hoogste prioriteit gegeven aan de fietspaden, vervolgens aan de wegen in verblijfsgebieden, wegen in woongebieden, gemiddeld belaste wegen en tenslotte aan de licht belaste wegen. Dit houdt in dat een fietspad eerder in aanmerking komt dan een plattelandsweg in het buitengebied. De reden dat fietspaden de hoogste prioriteit hebben is omdat fietsers het eerste hinder ondervinden van veiligheids- en comfort problemen;
De centrumgebieden hebben een hogere prioriteit ten aanzien van klein onderhoud, zijnde:
Centrum Opmeer / Spanbroek; en
Centrum Hoogwoud
Er wordt geen rekening gehouden met profielaanpassingen om verkeerstechnische redenen, zoals wegverbredingen, fietssuggestiestroken, snelheidsremmende voorzieningen enz.
Aan de hand van bovengenoemde uitgangspunten en de op dat moment actuele kwaliteitsgegevens wordt een onderhoudsprogramma opgesteld. Hiertoe wordt elk jaar weer een weginspectie aan de wegen uitgevoerd. Het jaarlijkse onderhoudsprogramma voor het groot onderhoud aan wegen wordt zoals gebruikelijk voorgelegd aan het college van B&W. De daarbij behorende budgetten zijn benodigd om het onderhoudsniveau op een voldoende te houden.
13
3.4.
Uitvoeren van onderhoud
Na het vaststellen van de budgetten kan worden overgegaan op het uitvoeren van groot en klein onderhoud. Het onderhoud wordt uitbesteed conform het protocol “Inkoop- en aanbesteden”.
4
1
3
2
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de communicatie. Hier zal in hoofdstuk 4 verder op ingegaan worden.
3.5.
Muteren en beheren
De uitgevoerde onderhoudsmaatregelen worden volgens de CROW methodiek weer ingevoerd in de database van het beheersprogramma
4
1
3
2
dgDialog. Uitgevoerd onderhoud wordt in het programma doorgerekend bij het bepalen van volgende theoretische onderhoudsmaatregel (planjaar).
Het wegenbestand is tevens onderhevig aan veranderingen. Verhardingslagen veranderen, gronden worden verkocht of aangekocht, de inrichting veranderd, etc. Deze wijzigingen worden voor de volgende inspectie bijgewerkt.
Hiermee is de cirkel van het wegonderhoud volgens de CROW methodiek rond. De volgende stap is, zoals bij punt 3.2 genoemd, wederom inspecteren.
14
4. Communicatie Communicatie vormt een steeds belangrijker onderdeel voor wegbeheer. Werkzaamheden aan het areaal kunnen oplopend van geen- tot ernstige overlast leiden.
Beperkt (geen) Het verhelpen van een kleine verzakking zal door weggebruikers of aanwonende in veel gevallen niet eens opgemerkt worden.
Matige overlast Bewoners worden verzocht hun voertuig ergens anders te parkeren in verband met asfalterings-werkzaamheden.
Ernstige overlast Een woonstraat wordt gerenoveerd of andere grootschalige projecten waarbij bewoners voor een langere periode niet bij hun woning kunnen komen.
Communicatie kan plaats vinden via de gemeentelijke website, het verspreiden van huis-aan-huis informatiebladen, persoonlijk contact, informatieborden, etc.
Informatiekanalen:
Brief De aanwonenden worden bij alle werkzaamheden met een ingrijpend karakter, per huis aan huis bezorgde brief geïnformeerd. Waar van toepassing wordt persoonlijk contact gezocht
Mondeling Voor alle ingrijpende werken worden publieksinformatieavonden georganiseerd.
Persbericht Van al deze werkzaamheden wordt door de afdeling Communicatie een persbericht gemaakt, dat in de organisatie wordt verspreid en ook in de huis aan huis bladen wordt opgenomen.
Publicatie internetsite Internetsite van de gemeente
RegioRegie Werken waarbij het verkeer (ernstige) hinder ondervindt worden gemeld via RegioRegie (zie 4.1 voor meer informatie) en op de provinciale website gepubliceerd. www.nhbereikbaar.nl
4.1.
RegioRegie
RegioRegie is een samenwerkingsverband waarbij wegbeheerders binnen regionaal samenhangende netwerkdelen van het wegennet bij elkaar komen om de geplande werkzaamheden zo vroeg mogelijk inzichtelijk te maken, op elkaar af te stemmen en de hinder te beperken. RegioRegie is een werkvorm met een Regiegroep (wegbeheerders) en Klankbordgroep (bedrijfsleven, hulpdiensten, OV, transportsector etc.), waarbij wegwerkzaamheden op elkaar worden afgestemd. Uniek is dat de Regiegroep ook adviezen geeft over de grenzen van de wegbeheerders heen. Als er geen overeenstemming komt, kan de voorzitter van de Regiegroep (Regioregisseur) een "zwaarwegend advies met opschortende werking" geven aan het College van B&W ter besluitvorming.
15
4.1.1. Hoe werkt RegioRegie Bij RegioRegie vertegenwoordigt een verkeerscoördinator de wegbeheerder. Voor onze gemeente is op de afdeling CTW één persoon aangewezen om de rol van verkeerscoördinator te vervullen. De procedureaanvraag wegafsluitingen of ernstige verkeershinder is in het kort als volgt:
De initiatiefnemer van werkzaamheden meldt het werk bij de verkeerscoördinator, en wacht op de beoordeling.
De verkeerscoördinator meldt het project in de zogenaamde regiegroep en levert
Regiegroep geeft advies aan de verkeerscoördinator en neemt voorlopig besluit (mede op
totaaloverzicht van de wegwerkzaamheden aan het secretariaat van RegioRegie. uitkomst van het model.
De klankbordgroep adviseert de Regiegroep.
Regiegroep adviseert de verkeerscoördinator definitief te besluiten.
Verkeerscoördinator heeft een beslissende stem.
Heeft het besluit van de verkeerscoördinator een knelpunt tot gevolg: regioregisseur kan een “zwaarwegend advies met opschortende werking” aan het bestuur geven; Bestuur neemt een definitief besluit.
De initiatiefnemer wordt geïnformeerd over het besluit. Vanaf dit moment is de melding zichtbaar op de internetsite.
De initiatiefnemer dient rekening te houden met een verwerkingsduur op regiewegen van acht weken en voor niet-regiewegen van vier weken. Wat kan er bijvoorbeeld geadviseerd om:
Verandering van tijdstip van de werkzaamheden: eerder, later of ’s nachts.
Een bypass aan te leggen.
Een extra brandweer- of ambulancepost te plaatsen.
De Regiegroep zorgt voor een overzicht van alle wegwerkzaamheden in de regio. Daarna wordt met behulp van een beheersinstrument (verkeersmodel) direct inzichtelijk gemaakt wat het effect is van de wegwerkzaamheden (of andere activiteit) op de doorstroming. Waar mogelijk worden de werkzaamheden zo op elkaar afgestemd dat de minste hinder voor de weggebruiker ontstaat. Samengevat is RegioRegie samenwerken aan bereikbaarheid door regionale afstemming, maar beslist de wegbeheerder te allen tijde over de eigen wegen. De voordelen van RegioRegie zijn vooral dat afstemming zowel in- als extern geborgd is, er overzicht is van alle werkzaamheden en evenementen, er een microdynamisch verkeersmodel beschikbaar is om de bereikbaarheid inzichtelijk te maken, en vooral dat de weggebruiker zo min mogelijk hinder ondervindt van wegwerkzaamheden en evenementen. 4.1.2. Beoogd effect Uitgangspunt voor RegioRegie is dat er tijdens werkzaamheden voor de weggebruiker maximaal tien minuten extra vertraging per route optreedt. Ook worden de aanrijtijden van de hulpdiensten alsmede de rijtijden op de belangrijkste openbaar vervoerroutes gewaarborgd. Tevens is het één van de mogelijkheden om werkzaamheden bekend te maken aan het publiek.
16
5. Organisatie Onze organisatie is beperkt van omvang hetgeen noodzaakt tot uitbesteding van werkzaamheden, zogenaamde Regie-gemeente. Dat betekent dat soms minder specialistische kennis nodig is maar het vergt wel meer kunde voor wat betreft het aansturen en coördineren van de diverse partijen. 5.1.
Uitbesteding
Waar mogelijk worden werkzaamheden uitbesteed. En voorbeeld hiervan zijn het verwerken van mutaties en de visuele inspecties. Mutaties aan het wegennet worden verzameld en uitbesteed. Specialisten op het gebied van muteren werken op deze wijze het beheerbestand bij. Bij de aanlevering van de mutaties wordt ook gekeken naar de mutatie afkomstig van de afdeling Groen. Hierbij kan gedacht worden aan het wegstraten van boomkransen. Wegvakken sluiten veelal aan op groenvlakken, mutaties van het ene vlak kunnen invloed hebben op het andere vlak. Integraal muteren voorkomt dubbelwerk en werkt kostenbesparend.
Klein onderhoud wordt op basis van regie maar met vaste eenheidsprijzen door een aannemer uitgevoerd. De keuze van aannemer is gebaseerd op een fictief bestek waarin realistische werkomschrijvingen en hoeveelheden zijn opgenomen. De laagste inschrijver wordt vervolgens het werk gegund. Omdat het onbekend is wat er in de komende periode precies uitgevoerd moet gaan worden is een fictief bestek opgesteld. Hiermee wordt onder concurrerende omstandigheden eenheidsprijzen verkregen van de uitgenodigde aannemers verkregen. Weginspecties worden jaarlijks uitbesteed aan een adviesbureau. Deze voert in het 3e kwartaal de inspecties vervolgens uit. Met deze gegevens wordt door de afdeling CTW een plan van aanpak opgesteld welke in het 1e kwartaal van het volgende jaar aan het college ter vaststelling wordt voorgelegd.
5.2.
Kennisniveau
Er is kennis nodig op de volgende gebieden:
Praktische kennis Deze kennis is op de afdeling CTW ruim voldoende aanwezig.
Kennis op het gebied van de te volgen CROW 147 Deze kennis is voldoende aanwezig op de afdeling.
Specialistische kennis op het gebied van materialen en rekenmethoden Deze kennis is voldoende aanwezig op de afdeling. Met behulp van dgDialog worden de rekenmethoden doorgerekend. Specialistische kennis wordt door de afdeling op de voet gevolgd. Normveranderingen worden bijvoorbeeld door het bijwonen van een seminar op niveau gehouden.
Kennis op het gebied van bestekken en overeenkomsten schrijven Afhankelijk van de omvang van de werken worden bestekken of het Programma van Eisen (PvE) door de afdeling zelf uitgewerkt. Hierdoor blijft het kennisniveau op het gewenst niveau. Zodra er sprake is van specialisme wordt er voor gekozen om het opstellen van de bestekken uit te besteden. Een voorbeeld hiervan zijn openbare aanbestede werken, hier zijn de risico’s aanzienlijk groter.
17
Kennis op het gebied van uitvoering, toezichthouder Deze kennis is voldoende aanwezig. Waar het gaat om kleinere projecten en onderhands aanbestede projecten loopt het goed. Bij openbaar aanbestede werken zijn de risico’s aanzienlijk groter. Voor deze projecten huren wij vanwege de piekbelasting, extern toezicht in.
5.3.
Taakverdeling
Het wegenbeheer is op de afdeling Civiele Techniek verdeeld over een viertal functies:
Hoofd afdeling Civiele Techniek en Wonen o
geeft leiding aan de afdeling
o
projectleiding
o
werkvoorbereiding, ontwerp en aanbestedingen
e
1 medewerker Civiele Techniek o
beleidsadvisering wegen en verkeer
o
opstellen beheersplannen, voorbereiden en uitvoering
o
applicatie beheerder
e
2 medewerker Civiele Techniek o
verwerken klachten, beheren en muteren
o
werkvoorbereiding
Toezichthouder Civiele Techniek o
toezichthouder op de werken in uitvoering
18
6. Financiën 6.1.
Inleiding
Met behulp van het wegbeheersysteem dgDialog zijn berekeningen gemaakt om te bepalen wat de onderhoudsbehoefte is op korte-, middellange en lange termijn om het wegennet op een verantwoorde wijze te onderhouden, zodat de verhardingen ´veilig en heel´ zijn en blijven.
De budgetbepalingen worden op basis van de voorgeschreven CROW publicatie 147 bepaald. 6.1.1. Bepalen benodigd budget Voor de planningstermijn van 1 -5 jaar wordt het budget bepaald op basis van de actuele kwaliteit (kwalitatieve methodiek). Voor de jaren daarna wordt gewerkt met vaste onderhoudscycli (cyclische methode), waarbij ervan wordt uitgegaan dat het voor de korte termijn 1-5 jaar geplande onderhoud wordt uitgevoerd.
De kwalitatieve methode werkt aan de hand van de ernst en de omvang van de schadecijfers. Bij een geconstateerde schade van een bepaalde ernst en omvang berekent het wegenbeheerprogramma met behulp van de geldende richtlijnen de meeste optimale maatregel en tijdstip van onderhoud.
De cyclische methode gaat uit van vaste kengetallen, welke door jarenlange monitoring zijn vastgesteld door het CROW. Elk wegtype heeft zijn eigen cycli, zo heeft bijvoorbeeld een industrieweg een kortere levensduur en zwaardere maatregelen dan een woonstraat. De prioriteit bij een weg van een hogere orde (ontsluitingsweg/industrieweg) ligt hoger dan bij een plattelandsweg of woonstraat. Hier door wordt bij een gelijk schadebeeld de ontsluitingsweg eerder ingepland. Het onderhoudsniveau van de elementen verharding is vrijwel gelijk aan dat van de bitumineuzeverhardigen. Aanbevolen wordt om bij uitvoering van onderhoud prioriteit te geven aan bitumineuzeverhardingen omdat te laat uitgevoerd onderhoud resulteert in kapitaalvernietiging. Uit onderzoek is gebleken dat uitstel van onderhoud aan bitumineuzeverhardingen leidt tot versnelde degeneratie en daarmee tot een zwaardere (=duurdere) onderhoudsmaatregel. Ook wordt de snelheid waarmee de kwaliteit van een wegvak achteruitgaat meegewogen. Elementenverhardigen kennen dit verschijnsel van versnelde degeneratie niet.
Wegen hebben een eindige levensduur. Op het einde van de technische levensduur dient de aanwezige verharding volledig vervangen te worden (reconstructie). Indien ook de fundering vervangt dient te worden en de weg heringericht wordt spreekt men van rehabilitatie. Op basis van leeftijdsopbouw van de aanwezige verharding neemt het aantal rehabilitaties en reconstructies toe. Bij de budgetbepaling voor de langere termijn (< vijf jaar) is hier rekening mee gehouden.
Een onderhoudscyclus beschrijft het onderhoud dat verwacht wordt in de periode tussen aanleg en rehabilitatie en geeft de bijbehorende kosten aan. Hierin zijn de verschillende maatregelen gedefinieerd, die naar verwachting gedurende de levensduur van een constructie worden uitgevoerd. Daarmee is de onderhoudsstrategie voor de totale levenscyclus van een weg vastgelegd.
19
De onderhoudscycli zijn afhankelijk van drie factoren: 1. het wegtype 2. het verhardingstype (asfalt, elementen, cementbeton) 3. ondergrond (zand, klei, klei/veen, veen)
Wegen waarvoor een reconstructie gepland staat, bijvoorbeeld Herenweg / Middelweg, zijn niet meegenomen in de budgetraming. Deze wegen worden immers geheel gereconstrueerd waarbij deze wegen geen invloed hebben op het benodigde budget in de planperiode (korte termijn). Deze wegen worden wel meegenomen in de budgetten voor klein onderhoud en de lange termijn. 6.2.
Bepalen benodigd budget korte termijn
Klein onderhoud omvat alle schades die matig en ernstig zijn, maar waarvan de omvang te gering is om als schade te noteren en die niet door middel van een groot onderhoudsmaatregel zijn te herstellen. Het systeem bepaalt het budget voor klein onderhoud door een percentage te nemen van het benodigde budget voor de instandhouding van het wegennet op de lange termijn (het cyclusbedrag). Het percentage verschilt per verhardingstype en per wegtype.
Bij het bepalen van de benodigde budgetten voor de korte termijn is het benodigd onderhoud afgevlakt over de planjaren. Hierdoor ontstaat er een afgevlakt (gemiddeld) onderhoudsbudget in plaats van het ene planjaar een hoge onderhoudsbehoefte en het daarbij behorende budget ten opzicht van het volgende planjaar waarbij nagenoeg geen groot onderhoud zou moeten worden uitgevoerd. 6.2.1. Groot onderhoud Er wordt over groot onderhoud gesproken op het moment dat een wegvakonderdeel (elementen verharding) voor meer dan 30% herbestraat dient te worden. Onderstaande tabel geeft de budgetten aan welke benodigd zijn voor groot onderhoud om de komende vijf jaar de wegen te laten voldoen aan de CROW richtlijn. Voor asfalt betekent dit gemiddeld € 50.000 en voor elementen een bedrag van € 46.500. Dit geeft een gemiddeld totaal van € 96.500 per jaar. 6.2.2. Klein onderhoud Er dient rekening gehouden te worden met een jaarlijks budget voor klein onderhoud van ca. € 96.500.
Tabel 1:Totalen afgevlakte planning
2009 2010 2011 2012 2013
Groot onderhoud (€) Asfalt Elementen 66.102 29.933 33.541 97.951 22.178 62.596 38.927 42.160 89.470 0
Totaal Gem 1-5jr
250.218 50.044
Planjaar
232.639 46.528
Klein onderhoud (€)
Totaal (€)
Totaal 96.035 131.493 84.774 81.086 89.470
96.696 96.511 96.511 96.511 96.511
192.731 228.004 181.285 177.597 185.981
482.858 96.572
482.740 96.548
965.598 193.120
Tabel 3: Excl. BTW; prijspeil 9 april 2009
20
6.3.
Bepalen benodigd budget lange termijn
In CROW-publicatie 147 ‘Beheerkosten weginfrastructuur’ [4] is de methodiek beschreven voor het bepalen van de onderhoudskosten voor de lange termijn. Het resultaat van een onderhoudscyclus is het gemiddeld benodigd bedrag per vierkante meter per jaar ofwel het cyclusbedrag. Dit budget is nodig om het wegennet tot in lengte van jaren op het gewenste niveau te handhaven. Bij wijzigingen in het te beheren wegennet zal ook het benodigde budget veranderen. Zo zal het bij uitbreidingen toenemen. Herberekening van het cyclusbudget is dan noodzakelijk.
Het lange termijnbudget geeft een goede indicatie voor de kosten zoals deze in de toekomst zullen groeien. Met het bedrag van afgerond € 652.000 moet op de lange termijn (>5 jaar) jaarlijks rekening worden gehouden. Onderstaande tabel geeft de budgetten per verhardingslaag weer. Prijspeil 2009 exclusief indexering.
Periode
Asfalt Kosten Elementen (€) (€) 50.044 46.528
Totaal (€) 96.572
Lange termijn 239.508 412.904 Tabel 4: Excl. BTW; prijspeil 9 april 2009
652.432
Gem 1-5jr
Kosten klein onderhoud (€) 96.548
Totaal (€) 193.120 652.432
Overzicht cyclus bedragen Voor de berekening zijn de volgende cyclusbedragen per wegtype gebruikt. Type
Cyclus bedrag per m2 incl. rehabilitatie (€)
Wegtype
Asfalt
€ 4,67 Hoofdweg
Asfalt
€ 4,09 Zwaar belaste weg
Asfalt
€ 2,22 Gemiddeld belaste weg
Asfalt
€ 2,00 Licht belaste weg
Asfalt
€ 1,74 Weg in woongebied
Asfalt
€ 1,46 Weg in verblijfsgebied
Asfalt
€ 1,33 Fietspad
Cementbeton
€ 2,75 Hoofdweg
Cementbeton
€ 2,65 Zwaar belaste weg
Cementbeton
€ 2,65 Gemiddeld belaste weg
Cementbeton
€ 2,44 Licht belaste weg
Cementbeton
€ 2,44 Weg in woongebied
Cementbeton
€ 2,44 Weg in verblijfsgebied
Cementbeton
€ 2,15 Fietspad
Elementen
€ 1,99 Hoofdweg
Elementen
€ 1,99 Zwaar belaste weg
Elementen
€ 1,99 Gemiddeld belaste weg
Elementen
€ 1,78 Licht belaste weg
Elementen
€ 1,63 Weg in woongebied
Elementen
€ 0,73 Weg in verblijfsgebied
Elementen € 0,77 Fietspad Tabel 5: Excl. BTW; prijspeil 9 april 2009
21
6.4.
Huidig opgenomen budget in de begroting
Op dit moment wordt in de begroting 2010 en de meerjarenraming een budget van afgerond € 306.000 voor onderhoud wegen opgenomen. Daarnaast heeft de gemeente een reserve (planmatig) onderhoud wegen. Als in een jaar meer of minder budget dan € 306.000 nodig is voor het onderhoud, dan wordt dit verrekend met de reserve. 6.5.
Benodigd budget periode 2010-2019
Om de benodigde kwaliteit van de wegen nu en in de toekomst te kunnen handhaven, is het belangrijk om hiervoor voldoende budget beschikbaar te stellen. Om een gemiddeld jaarbudget te kunnen vaststellen, is het noodzakelijk aan te geven welke periode hiervoor gehanteerd wordt. De gehanteerde planperiode is tien jaar
Over de komende 10 jaar is het volgende budget nodig: Groot onderhoud
– jaren 2010 t/m 2013
€ 386.823
Klein onderhoud
– jaren 2010 t/m 2013
€ 386.044
Lange termijn budget
– jaren 2014 t/m 2019 ( 6 * € 652.432)
Totaal benodigd
€ 3.914.592 € 4.687.459
Gemiddeld is de komende 10 jaar: € 4.687.459 / 10 = (afgerond) € 469.000 per jaar nodig.
Opgemerkt moet worden dat in het wegenbeheersplan 2005-2008 al een dergelijke stijging per jaar was voorzien. Het onderhoudsbudget zou op termijn stijgen tot € 758.000. Bij het vaststellen van dat plan is besloten om het jaarbedrag voorlopig te bevriezen op € 306.000.
22
7. Conclusies en aanbevelingen
7.1.
Areaal
Het aandeel verhardingen binnen de openbare ruimte van de gemeente Opmeer bedraagt ca. 486.800m2. Bestaande uit 136.600m2 asfalt-, 350.200m2 elementen- en 10m2 betonverharding. 7.2.
Onderhoudstoestand
Aan de kwaliteit van het wegenareaal van de gemeente Opmeer kan een voldoende worden gegeven. Slechts 1% voldoet niet aan de richtlijnen (duurzaamheid, veiligheid en comfort). 7.3.
Opstellen planningen
Bij het bepalen van het onderhoud worden de volgende uitgangspunten gehanteerd.
Binnen de beleidsthema´s is de hoogste prioriteit gegeven aan duurzaamheid en veiligheid, comfort en aanzien wegen minder zwaar mee.
Binnen de wegtypes is de hoogste prioriteit gegeven aan de fietspaden, vervolgens aan de wegen in verblijfsgebieden, wegen in woongebieden, gemiddeld belaste wegen en tenslotte aan de licht belaste wegen.
De centrumgebieden hebben een hogere prioriteit ten aanzien van klein onderhoud
Er wordt geen rekening gehouden met profielaanpassingen om verkeerstechnische redenen, zoals wegverbredingen, fietssuggestiestroken, snelheidsremmende voorzieningen enz.
7.4.
Bepalen benodigd budget
Voor de planningstermijn van 1 -5 jaar wordt het budget bepaald op basis van de actuele kwaliteit (kwalitatieve methodiek). Voor de jaren daarna wordt gewerkt met vaste onderhoudscycli (cyclische methode), waarbij ervan wordt uitgegaan dat het voor de korte termijn 1-5 jaar geplande onderhoud wordt uitgevoerd. 7.5.
Huidig opgenomen budget in de begroting
Op dit moment wordt in de begroting 2010 en de meerjarenraming een budget van afgerond € 306.000 voor onderhoud wegen opgenomen. Daarnaast heeft de gemeente een reserve (planmatig) onderhoud wegen. 7.6.
Benodigd budget periode 2010-2019
Op dit moment wordt in de begroting 2010 en de meerjarenraming een budget van afgerond € 306.000 voor onderhoud wegen opgenomen.
Over de komende 10 jaar is het volgende budget nodig: Groot onderhoud
– jaren 2010 t/m 2013
€ 386.823
Klein onderhoud
– jaren 2010 t/m 2013
€ 386.044
Lange termijn budget
– jaren 2014 t/m 2019 ( 6 * € 652.432)
Totaal benodigd
€ 3.914.592 € 4.687.459
Gemiddeld is de komende 10 jaar: € 4.687.459 / 10 = (afgerond) € 469.000 per jaar nodig.
23
Opgemerkt moet worden dat in het wegenbeheersplan 2005-2008 al een dergelijke stijging per jaar was voorzien. Het onderhoudsbudget zou op termijn stijgen tot € 758.000. Bij het vaststellen van dat plan is besloten om het jaarbedrag voorlopig te bevriezen op € 306.000.
24