Nieuwsbrief 24 / november 2007
Inhoud
1 2 3 4 5 6 7
Voorwoord / Winteravonden met Aelmans Pacht nu in het burgerlijk wetboek Actualiteiten regelingen (on)mogelijk bouwen in het Limburgse buitengebied?! Energielabel: bedrijfswoning wel, stallen niet? Aelmans op de internationale Horti Fair Websites scoren met gebruiksvriendelijkheid
Voorwoord Her en der wordt weer opgelucht adem gehaald. De economie gaat vooruit en de agrarische sector lift daar een stuk op mee. Diverse sectoren verdienen (eindelijk) weer wat geld. De magere jaren in de akkerbouw, de lage melkprijzen in combinatie met torenhoge quotumprijzen in de melkveehouderij, het lijkt allemaal voorbij. Bovendien staan alle seinen op groen! Ik wil echter waken voor te veel optimisme. Ik constateer nog steeds ontwikkelingen die me grote zorgen baren. In diverse sectoren is het (nog steeds) kommer en kwel en moeten de ondernemers alle zeilen bijzetten om het hoofd boven water te houden. Tal van onkostenposten stijgen explosief. Denkt u maar aan de kosten voor grondstoffen, rente, arbeid en grond. Een ander punt dat me zorgen baart is bedrijfsontwikkeling. Deze gaat op veel plaatsen veel te langzaam. Met de regelmaat van de klok lanceert de overheid nieuw beleid op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en welzijn. Het gevolg is vaak dat als je de ene vergunning hebt de ander al verouderd of verlopen is. Verder moeten gedane investeringen te snel worden afgeschreven. Een ontwikkeling die absoluut moet stoppen, anders is ondernemend Nederland ten dode opgeschreven. Verder steekt de overheid veel te weinig een helpende hand toe aan (jonge) agrariërs om hun bedrijf te ontwikkelen. Onder het mom van ‘Brussel staat dit niet toe’ zijn tal van regelingen om ondernemersinvesteringen te stimuleren afgeschaft. Stimuleringsmaatregelen die hiervoor in de plaats zijn gekomen vallen grotendeels toe aan natuur, milieu, water en dierwelzijn. Natuurlijk zijn deze zaken belangrijk en door de sector in het verleden wellicht wat veel uit het oog verloren, maar de overheid kan ook doordraven. Een krachtige agrarische sector is nodig zowel als leverancier van een leefbaar buitengebied als voor leverancier voor veilig en betaalbaar voedsel. De overheidsmaatregelen van de afgelopen jaren, die veel weg hebben van ‘ondernemertje pesten’, helpen de ondernemers niet écht vooruit.
8
Openstelling PSAN en PSN Terugbetaling bedrijfstoeslag Vrijstelling schuimaarde en champost vervalt 9 Mestvergisting passé? 10 Meer sturing door overheid gewenst op woningmarkt 11 Nu óók gecertificeerd asbestadvies 12 Glastuinder Roland Gielen: Verviervoudiging bedrijfsomvang
Naar mijn mening ligt er nu de uitdaging om de landbouw weer op dé agenda te krijgen. We zien wat een klein tekort op de aardappel-, graan- of zuivelmarkt teweegbrengt. Laat de politiek daaruit lering trekken door het beperkt aantal ondernemers, dat bereid is in de agrarische sector te investeren, te koesteren. Volgens mij kan dat het beste door ze binnen duidelijke kaders en randvoorwaarden te faciliteren. Dit met als doel: een gezonde toekomst voor agrarische ondernemers, het buitengebied en de BV Nederland. Jo Aelmans
Winteravonden met Aelmans Ook komend winterseizoen kunt u een beroep op ons doen om een inleiding of lezing te verzorgen voor uw studieclub. We hebben diverse interessante programma’s; enkele voorbeelden daarvan zijn: • actualiteiten en inspelen op het GLB beleid • de PSAN/PSN subsidies in combinatie met de gewijzigde Natuurschoonwet • het nieuwe ruimtelijk beleid • de nieuwe EPN keuringen voor woningen / bedrijfsgebouwen • fiscaliteiten rondom bedrijfsovername Kortom ook in groepsverband zijn wij u graag van dienst. Neemt u gerust contact op voor meer informatie.
Pacht nu in het Burgerlijk Wetboek Sinds 1 september 2007 zijn de nieuwe pachtregels opgenomen onder titel vijf in boek zeven van het Burgerlijk Wetboek. Dit brengt een aantal wijzigingen met zich mee. De belangrijkste ten opzichte van de oude Pachtwet zijn: • het vervallen van de 65-jarige leeftijd van pachter als zijnde opzeggingsgrond van de pachtovereenkomst; • de invoering van geliberaliseerde pacht bij los land ter vervanging van de eenmalige pacht; • de toevoeging van de term “bedrijfsmatig” aan het begrip “landbouw”; • versoepeling van het voorkeursrecht van de pachter ingeval van verkoop aan een “veilige verpachter”; • pachtprijzenbesluit 2007. Op deze plek geven wij u een korte toelichting op deze belangrijkste wijzigingen. 65 jarige pachter De opzeggingsgrond in verband met het bereiken van de 65 jarige leeftijd door de pachter is vervallen. Op grond van de oude Pachtwet kon de automatische verlenging van de pachtovereenkomst met de wettelijke duur van 6 jaar gestuit worden op basis van het feit dat pachter in de lopende pachtperiode of in de verlengingsperiode de 65-jarige leeftijd bereikt.
2
Kortdurende pacht De bijzonder kortdurende pacht is in de nieuwe wetgeving ontdaan van de maximale termijn waarover deze pachtvorm kan worden toegepast. In oude Pachtwet was sprake van maximaal 12 jaar gezien vanuit de positie van de eigenaar. Verpachtingen op deze basis voor een periode langer dan 6 jaar worden nu, net als bij reguliere pacht, onderworpen aan een prijstoets door de Grondkamer. Bedrijfsmatige landbouw Van pacht is sprake indien de verpachter een onroerende zaak aan de pachter in gebruik geeft ter uitoefening van de landbouw, terwijl pachter zich verbindt tot een tegenprestatie. Tot zover niets nieuws. De nieuwe pachtregeling heeft het begrip landbouw nu voorzien van een extra kwalificatie, namelijk dat de landbouw door pachter op een bedrijfsmatige wijze moet worden uitgeoefend. Omdat vervolgens geen definitie is gegeven van “bedrijfsmatige exploitatie” zal jurisprudentie over dit begrip verder uitsluitsel gaan geven. De jurisprudentie komt er sowieso omdat het “niet bedrijfsmatig” uitoefenen van de landbouw voor verpachter een opzeggingsgrond is. Voorkeursrecht In de oude pachtwet heeft de pachter het voorkeursrecht van koop en moet de verpachter zijn
voornemen tot verkoop aan pachter eenduidig kenbaar maken. Dit voorkeursrecht kan de verpachter in de nieuwe regeling “omzeilen” wanneer de verpachter verkoopt aan een “veilige verpachter” (bijvoorbeeld een institutionele belegger, stichting enz.). Dit uiteraard onder voortzetting van de bestaande pachtovereenkomst. De nieuwe eigenaar verstrekt de pachter een verklaring waarin hij afstand doet van de bevoegdheid om de pachtovereenkomst op te zeggen wegens voorgenomen eigen gebruik. Voor de pachter blijft het opletten, zeker daar waar het gaat om een substantieel pachtareaal. De opzet om (op termijn) te komen tot pachtbeëindiging is via overdrachten in familieverband niet uitgesloten. Pachtprijs Bij het vaststellen van de maximaal toelaatbare pachtprijs zijn we weer terug bij de situatie van vóór 1995. Als uitgangspunt geldt namelijk het opbrengend vermogen van de grond terwijl de maximale pachtprijs wordt bepaald door 2 % van de waarde van de grond vrij van pacht. In het pachtprijzenbesluit is het aantal pachtregio’s teruggebracht van twintig naar acht. Op 1 september 2007 is de ministeriële regeling pachtprijzen, die invulling geeft aan het pachtprijzenbesluit, ingegaan. Deze werkt rechtstreeks door in bestaande pachtovereenkomsten. Dit betekent dat verhogingen (voor
het zuidelijk weidegebied maximaal 25 %) ingaan bij het pachtjaar dat na 1 september 2007 van start gaat. Deze verhoging is van toepassing op de nu geldende pachtprijs, terwijl het maximum wordt bepaald door 2% van de waarde van de grond vrij van pacht. De verpachter kan afstand doen van (een deel van) de verhoging door dit aan pachter schriftelijk mee te delen. De pachter kan de Grondkamer verzoeken om de maximaal toelaatbare pachtprijs vast te stellen. De eerstgenoemde mogelijkheid zal zich naar verwachting slechts zelden voordoen terwijl de tweede mogelijkheid wél mogelijkheden biedt tot herziening van de pachtprijs ingeval van gewijzigde omstandigheden -die van invloed zijn op het gebruik-, doch voor het overige geen effect hebben. Opzegging De termijn van opzegging van een pachtovereenkomst is verruimd. Opzegging is mogelijk tot aan de ingang van het laatste jaar van de lopende pachtperiode. Anders dan in het oude recht dient de opzegging gepaard te gaan met de reden van opzegging. Met het nu voorliggende resultaat is er nauwelijks sprake van een fundamentele wijziging van pachtregelingen. Naar verwachting blijft de behoefte om hierin alsnog verandering in aan te brengen uit. Wél zullen, op basis van jurisprudentie, nog aanwezige onduidelijkheden opgeheven moeten worden. Hierbij valt te denken aan de toetsingscriteria voor “bedrijfsmatig” en de kwalificatie van een “veilige” verpachter. Wat verder rest is een fikse pachtprijsverhoging! Jan Horsmans
3
Actualiteiten regelingen Bedrijfsspecifieke excretie Wij bevinden ons inmiddels in het tweede jaar van het nieuwe mestbeleid, het stelsel van gebruiksnormen. Na de afsluiting van het jaar 2006 en de start van 2007, blijkt voor een aantal melkveehouders dat ze, ondanks hun deelname aan de derogatie, zich alsnog op het randje bevinden van het wel of niet afvoeren van dierlijke mest. Een oplossing is mogelijk het berekenen van een bedrijfsspecifieke excretienorm.
genomen zijn van alle aanwezige kuilen vóór ingebruikname, daadwerkelijk rekenen met de bedrijfsspecifieke excretie. Mocht achteraf blijken dat voor uw bedrijf de forfaitaire normen toch gunstiger uitpakken dan de bedrijfsspecifieke excretie, dan kunt u dan alsnog kiezen voor het opstellen van de mestberekening op basis van forfaitaire normen! Melkveehouders adviseren wij derhalve om nu al actie te ondernemen.
Het opstellen van een bedrijfsspecifieke excretie komt in grote lijnen overeen met het bekende Minasstelsel (aan- en afvoer mineralen). Een belangrijk verschil is dat u vóór het openmaken van de kuilen, per kuil één monster moet nemen. Bovendien moet u per 1 januari en 31 december de beginvoorraden respectievelijk eindvoorraden van het aanwezige ruwvoer en krachtvoer vaststellen. Bij een gunstig resultaat kunt u als melkveehouder de gunstigere norm hanteren voor de stikstofen fosfaatproductie van uw dieren dan de forfaitaire norm. In een aantal gevallen hoeft u dan geen dierlijke mest af te voeren. Misschien kunt u zelfs nog mest aanvoeren. Per saldo kan de bedrijfsspecifieke excretie leiden tot een interessant financieel voordeel. Wilt u weten of de bedrijfsspecifieke excretie ook voor u leidt tot een financieel voordeel, dan staan wij u graag ter zijde voor het opstellen van deze berekening. Om te bepalen of daadwerkelijk sprake is van een voordeel kunnen wij, met behulp van een aantal vastgestelde uitgangspunten, voor u een prognose maken. Vanaf het jaar 2008 kunt u, indien tijdig monsters
Derogatie 2008 Bedrijven die in 2008 gebruik willen maken van derogatie, moeten zich hiervoor vóór 1 december 2007 aanmelden. Bedrijven kunnen zich nu al aanmelden. Dit kan zowel schriftelijk als elektronisch. Alleen bedrijven die al aan derogatie meededen krijgen automatisch een aanmeldformulier. Alle overige bedrijven krijgen geen aanmeldformulier en zullen dus zelf actie moeten ondernemen willen ze in 2008 voor derogatie in aanmerking komen. Fabienne van Hoven-Beusmans, Ettien Eijssen en Marita Kreuels
(on)mogelijk bouwen in het Limburgse buitengebied?! Bouwen van een woning of een niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied is niet zo maar mogelijk. De provincie Limburg hanteert het voor-wat-hoort-wat-principe als het gaat om het bouwen buiten de daarvoor vastgestelde gebieden, de rode contouren rondom kernen. In Noord- en Midden Limburg is onder meer via de Ruimte voor Ruimte regeling invulling gegeven aan dit principe. In ruil voor een tegenprestatie (stallensloop) kan een woning worden gebouwd. VORm Ondanks dat het Ruimte voor Ruimte project nu in een afrondende fase verkeert blijft het bouwen van een woning in het buitengebied mogelijk. Al enkele jaren kent de provincie Limburg het zogenaamde contourenbeleid. Dit beleid maakt onderscheid tussen ontwikkelingen binnen de opgestelde contouren en ontwikkelingen daarbuiten. Voor het ontwikkelen van niet-agrarische functies als wonen buiten de contouren gelden voorwaarden en dient u een tegenprestatie te leveren. Hierbij maakt de provincie gebruik van de Verhandelbare Ontwikkelingsrechten methode; kortweg VORm.
4
Uw bouwplan en VORm Heeft u plannen voor bijvoorbeeld het bouwen van een woning of een ander niet agrarisch gebouw in het buitengebied? De VORm regeling biedt u daartoe onder voorwaarden de mogelijkheid. Het begint natuurlijk met een concreet bouwplan. Vervolgens zult u voor de uitvoering van dit bouwplan een tegenprestatie moeten leveren. Deze tegenprestatie bestaat voor een woning uit het realiseren van circa 2 hectare duurzame natuur op grond binnen de Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) waarover u beschikt. Hiervoor kunt u eigen grond met die status inbrengen of dergelijke grond aankopen. Financieel betekent dit de aanlegkosten voor natuur en de waardevermindering van de grond/aankoop van grond. U dient te begroten op een kostenpost voor uw woningbouwplan van minimaal circa € 90.000,-. Niet iedereen beschikt over grond binnen de POG. Daarom gaan nu stemmen op om te bezien of het geldbedrag dat staat voor de tegenprestatie niet in een (gemeente) fonds kan worden gestort. De overheid kan deze gelden vervolgens aanwenden voor het
realiseren van maatschappelijke doelen. Het is nog onduidelijk of deze constructie vanuit juridisch oogpunt is toegestaan. Ruimtelijke procedure Los van de VORm-regeling moet u ook altijd een ruimtelijke procedure doorlopen voor het verkrijgen van een vrijstelling of bestemmingsplanwijziging. Daarnaast moet u goed letten op milieuhygiënische belemmeringen zoals geurcirkels van naburige agrarische bedrijven. Uw bouwplan, de tegenprestatie en de te volgen ruimtelijke procedure zult u goed met de gemeente en provincie moeten bespreken. Is dit allemaal geregeld dan staat weinig de realisatie van uw woning nog in de weg. Zoals u ziet, een scala aan regels maakt bouwen in het buitengebied (on-)mogelijk. Wilt u meer informatie of denkt u begeleiding nodig te hebben om uw bouwplan te realiseren, neem dan contact met ons op. Wij staan u graag met raad en daad bij. Harm Arts
Energielabel: bedrijfswoning wel, stallen niet?
Het belangrijkste argument van de Europese Unie om de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) van kracht te laten zijn, is dat zij minder afhankelijk wil zijn van energie- import. Op basis van het Kyoto-verdrag uit 1997 heeft Nederland bovendien de taak de broeikasgassen (CO2) vóór 2020 met 30% te verminderen. Uiteindelijk moet deze richtlijn leiden tot een verbetering van de energieprestatie van alle gebouwen binnen de EU. De richtlijn voorziet in: • eisen met betrekking tot een algemeen kader voor de berekening van een geïntegreerde energieprestatie van gebouwen; • minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen; • minimumeisen voor de energieprestatie van bestaande grote gebouwen die ingrijpend gerenoveerd worden; • energiecertificering van gebouwen; • regelmatige keuring van cv-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen en een eenmalige totale keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan 15 jaar. Het energielabel is gebouwgebonden en geeft, op basis van een berekening, informatie over de hoeveelheid energie die bij gestandaardiseerd gebruik van dat gebouw nodig is. Denk hierbij aan verwarming, warmwatervoorziening, verlichting, ventilatie en koeling. Het certificaat is maximaal tien jaar geldig. Het energieprestatiecertificaat gaat vergezeld van een lijst met mogelijke (vrijwillige) maatregelen die de energetische kwaliteit van het gebouw verbeteren.
5
Het uitvoeren van deze maatregelen verlaagt de energierekening. Met het oog op de stijgende energieprijzen is het doorrekenen van de investeringen vaak snel lonend. Energielabel agrarische gebouwen Een agrarisch bedrijfscomplex, met bijvoorbeeld een bedrijfswoning, boerderijwinkel, kantoor en kantine met kleedruimte en sanitair, koelcellen, loods en veestallen zal gedeeltelijk voorzien moeten worden van het energielabel. Voor koelcellen, loods en stallen hoeft u bij verkoop (voorlopig) geen label te overleggen. Ook monumenten, tuinbouwkassen, garages en werkplaatsen zijn uitgesloten van het verplichte energielabel. Overigens wordt bij nieuwbouw, in het belang van de exploitatielasten, van kassen en stallen de energielasten door de ondernemer zelf al vroegtijdig in het ontwerp betrokken. Lasten-lusten De invoering van het energieprestatiecertificaat brengt naast extra administratieve lasten ook lusten met zich mee. En wel op het vlak van energiebesparing, werkgelegenheid, omzet en investeringen. Met het oog op beperking van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven hoeven gebouwen waarvoor een EPC-berekening is of wordt opgesteld in het kader van de bouwaanvraag, niet te beschikken over een energielabel. Deze berekening geldt gedurende maximaal tien jaar na vergunningverlening als energieprestatiecertificaat. De berekening mag maximaal tien jaar oud zijn. Notarieel De notaris controleert bij het passeren van de koopakte of het energielabel beschikbaar is. In de modelaktes van de notariële beroepsorganisatie wordt de certificatieverplichting een aandachtspunt. Er zijn geen sancties als er geen certificaat bij een verkoop aanwezig is. In een circulaire van de Koninklijke Notarieel Beroepsorganisatie, stelt deze organisatie: “Ziet de koper om hem moverende redenen
af van het certificaat, dan is het niet aan de notaris zijn medewerking aan het passeren van de leveringsakte te weigeren. De schade die dit met zich brengt, staat niet in verhouding tot het ontbreken van het certificaat.” Hoe de rol van de notaris precies wordt vormgegeven is nog niet bekend. VROM werkt momenteel aan een circulaire. Op de vraag of het label op enig moment ingezet gaat worden als pressiemiddel, antwoordde milieuminister Jacqueline Cramer als volgt: “Kijk, we willen het in eerste instantie proberen via vrijwillige inzet. Maar als dat op een gegeven moment onvoldoende werkt, gaan we een wet instellen dat huizen, gefaseerd in de tijd, bijvoorbeeld niet minder dan energielabel ‘D’ mogen hebben. Je moet instrumenten achter de hand hebben, die wat dwingender zijn. Laten we proberen hier met z’n allen enthousiasme voor te kweken. Ik hoop dat het iets wordt waar mensen elkaar op gaan aanspreken.” Meer informatie www.vrom.nl/energielabel www.senternovem.nl/energieprestatiecertificaat Bart Huijts
S
Vanaf 1 januari 2008 moet u bij de bouw, verkoop en verhuur van een gebouw op het moment van transactie een energielabel kunnen overleggen. Het energielabel is al bekend uit de automobiel- en witgoedbranche.
Aelmans op de internationale Horti Fair
Net als ieder ander die geïnteresseerd is in de nieuwste ontwikkelingen in de tuinbouw heeft ook Aelmans de Hortifair bezocht en daarbij een aantal wetenswaardigheden voor u verzameld. Uiteraard betreft het zaken waar wij ons voor u mee bezighouden: bouwprojecten in de glastuinbouw, vergunningen, ontwerpen, techniek, begeleiding en energie. Gaasboxx De gaasboxx is bestemd voor ondergrondse regenwateropslag voor het geval dat opslagruimte elders op het perceel een probleem is. De gaasboxx is tevens geschikt voor warm wateropslag tot 80 graden Celsius. De gaasboxx bestaat uit polypropyleen gaaspanelen die door middel van het mannetje-vrouwtje principe in elkaar geklikt worden. Hij is goed bestand tegen basen en zuren, zeer sterk, beschikt over een hoge drukbelasting en heeft een oneindige levensduur. De gaasboxx wordt ingepakt in bescherm- en waterdichte folie en dienst vervolgens als degelijke waterbuffer. Elektrische ketel De elektrische ketel produceert warmte op het moment dat er een overschot aan elektriciteit is op het elektriciteitsnet. Netwerkbeheerder Tennet geeft voor het wegwerken van dit overschot op bepaalde uren geld toe. Dit is een aanvulling op de overige installaties, zoals een WKK en gasketel om elektriciteit en warmte te produceren. Met name voor bedrijven die een aanzienlijk deel van hun warmte opwekken met een gasgestookte ketel en
6
geen grote belichtingsbehoefte hebben kan een elektrische ketel een interessante optie zijn. Veerblok Het PDI Vario Veerblok (voor in nieuwe scherminstallaties) waarborgt alle goede eigenschappen van het bestaande Veerblok en gaat nog verder. Met het PDI Vario Veerblok is het mogelijk om (vocht-)kieren te creëren daar waar u maar wilt. Het PDI Vario Veerblok is in te stellen in zes verschillende standen, waardoor in de kas stapsgewijs een verschil in kieren gerealiseerd kan worden (bijvoorbeeld van de gevel tot het middenpad). Dit kan zorgen voor een optimaler klimaat in de kas tijdens het openen van uw installatie. Twinlight Wordt de Twinlight onderbouw van kassenbouwer P.L.J. Bom de nieuwe norm voor hoge kassen? Door deze nieuwe vorm van constructie van een onderbouw zijn nu poothoogtes van negen tot tien meter realiseerbaar. De kaskolom bestaat uit een verticaal vakwerk en loopt taps naar beneden toe. De kopkolom is eveneens een vertikaal gemonteerde tralie. Momenteel wordt de eerste kas met Twinlight onderbouw (87.500 m²) gebouwd bij komkommerteler Van Lipzig in Grubbenvorst. Verrassend genoeg is deze onderbouw tevens te zien op de stand van Maurice Kassenbouw. Navraag links en rechts levert aardige verhalen op, waarbij je de vraag gaat stellen: was Bom de eerste met dit idee? Is het dek met de
onderbouw werkelijk de meest lichte kas die er is bij die poothoogtes? LED-verlichting De tendens is dat steeds meer bedrijven over gaan op assimilatiebelichting, steeds grotere oppervlakten worden belicht en dat de lichtintensiteit verder toeneemt. TNO onderzoekt momenteel de mogelijkheden van LED-verlichting. De voordelen die dit heeft ten opzichte van de gebruikelijke lampen: de lichtkleur kan worden afgestemd op de behoefte van de plant, vanwege het koude licht is meer belichting mogelijk zonder te hoge warmteontwikkeling, kleinere kans op brand, de lichtoutput is regelbaar met behoud van een hoog omzettingsrendement, de LED’s zijn klein en kunnen dus gemakkelijk verwerkt worden in bijvoorbeeld schermdoek of kasconstructie, hebben een lange levensduur en energiebesparing is mogelijk door het pulseren. Hans Verdonschot
Websites scoren met gebruiksvriendelijkheid
t Introductieteks s Selectie USP’ ucten Selectie prod
den
alg. voorwaar
disclaimer
Welkom
Marktplaats.nl, Speurders.nl en AgriHolland.nl. Wie heeft er nog niet van gehoord of ze met een bezoek vereert? Het zijn voorbeelden van websites die goed scoren bij het publiek. Ze hebben echter tevens gemeen dat ze geen toonbeeld van grafisch ontwerp zijn. Het succes wordt hier namelijk vooral bepaald door de gebruiksvriendelijkheid. Hoe is het met uw website gesteld?
sitemap
s Overzicht USP’ Expertises eid c.q. Klanttevredenh service monitor
Expertises id Klanttevredenhe
Waarom VCS
k) (cijfers / grafie
en wijze, dekking Overzicht werk verwijzingen naar diensten met ementspagina’s product-/abonn
ze Aanpak / werkwij ties
Dekking / loca
sten Doelgroep / dien
Hoe werkt VCS Computer APK es Controle en advi s
Virus / spyware
check Inventarisatie, en advies
-up
Beveiligen / tune
Beveiliging
re/spam, Virussen/spywa recovery security en data
Data rescue
ware
Installatie soft
Directe hulp
gureren Installeren, confi en updaten
ware Installatie hard atie bouwen, repar In-/om anleg en (netwerk-)a
Back-up
back -up Online / offline en data recovery
Configureren
/ personaliseren
I Configuratie WIF llatie
Hardware insta
Online Back-up Automatische
Back-up
ort
Algemene supp Diverse overige
zaken ina’s waar de abonnementspag VCS Koppeling naar . verkoop door eur op ligt m.b.t nadruk / voork
s Business Bron
Abonnementen
rde (a.d.h.v. geïntegree on) boekmodule Guidi
en
r
Business Zilve
Business Goud
pen nde onderwer en op onderstaa s met antwoord website-pagina’ FAQ-onderdeel en naar relevante dan wel verwijzing
Veelgestelde vragen
Uiteenlopende zaken zijn van belang voor een (bedrijfs-)website. Enkele criteria zijn de vorm, de inhoud, de structuur en in welke mate het geheel gebruiksvriendelijk is. Vaak cialist boekengedacht dat de betreffende punten ook Spe wordt in de genoemde volgorde meetellen voor de geslaagdheid van het eindresultaat. Op de eerst plaats komt de vorm en de inhoud; daar gaat het toch om? De praktijk leert ons dat juist gebruiksvriendelijke websites het meest worden gewaardeerd door de bezoeker. De reden ligt voor de hand: mensen bezoeken een website om informatie te vergaren. Meer ct t.a.v. Viking Dire Boekformulier moeite doen g Direct om de gewenste informatie te Vikin mer Telefoonnum vinden betekent verlies van tijd en mogelijk zelfs het niet bereiken van het doel van de bezoeker. En juist bij het medium internet heeft de mens weinig geduld. Uit onderzoek blijkt dat wanneer de bezoeker binnen 3 muisklikken zijn doel niet heeft bereikt, hij of zij het voor gezien houdt. Hetzelfde gebeurt zodra de laadtijd van een pagina meer dan een 6-tal seconden bedraagt.
/ wanneer Wie / wat / waar Prijzen voor wie Doelgroep / Expertises Voorwaarden jkheden Contactmogeli Bereikbaarheid Garanties
Structuur en eenvoud De juiste informatie moet gestructureerd en op de meest logische wijze beschikbaar zijn op uw website. Werk vanuit het oogpunt van de bezoeker; die kijkt met een andere bril naar de site dan de organisatie achter de online presentatie. Het is tevens van belang het geheel eenvoudig te houden. Overrompel de bezoeker niet met veel keuzes. Hou een navigatiemenu bondig en wees zuinig met tekst. Diepgang en details kunnen aan bod komen op eventuele achterliggende pagina’s. Een vaak toegepaste techniek voor webteksten is het gebruik van het piramidemodel. Begin met de conclusie en ga richting het eind 7
van de tekst in op de details. Ook bij een beknopte tekst is het van belang de informatie correct te presenteren. Het werken met veel paragrafen, inleidende kopjes en vetgedrukte delen tekst maakt het geheel beter leesbaar. Internetters scannen een tekst vaak in hoog tempo in plaats van alles rustig te lezen. Het toepassen van de genoemde technieken zorgt voor een lagere tijdbesteding op de website -en een hogere waardering ervan. Techniek Ook onder de motorkap van de website zitten diverse aandachtspunten die de gebruiksvriendelijkheid ten goede komen. Door het toepassen van bepaalde technieken en werkwijzen wordt de website op de eerste plaats toegankelijker voor zoekmachines. Het gevolg is een betere indexering van de beschikbare informatie en daardoor een hogere plaats in de zoekresultaten. Op de tweede plaats zullen dergelijke technische ingrepen het aantal platformen vergroten waarmee de bezoeker een website benadert. Het geheel komt beter in beeld op mobiele apparatuur, afgestemd op het scherm c.q. toestel van de gebruiker. Denk bijvoorbeeld aan een PDA of mobiele telefoon met internettoegang. Visitekaartje Gebruiksvriendelijkheid en een mooi ontwerp gaan zonder meer samen. Naast informatievoorziening dient een website natuurlijk ook als digitaal visitekaartje. Een plaats waar soms zelfs de eerste indruk van een bedrijf wordt gevormd. Een goede website combineert daarom de huisstijl van de organisatie naadloos met hetgeen tekstueel gecommuniceerd dient te worden. Wellicht roept het een en ander vragen op zodra u het gestelde reflecteert op uw eigen online presentatie. Als u twijfelt over de effectiviteit van uw website, maak dan gerust eens vrijblijvend een afspraak om uw site door te lichten. U zult versteld staan van de betrekkelijk eenvoudige mogelijkheden. Martijn Hoes
Herinrichting Mergelland-Oost Het Plan van Toedeling Mergelland-Oost is ter visie gegaan! Van 17 september tot en met 31 oktober 2007 heeft het Plan van Toedeling van de herinrichting Mergelland-Oost ter inzage gelegen. U heeft nog tot en met 14 november a.s. de tijd om uw bezwaar in te dienen! Maak gebruik van uw rechten, anders is de toedeling definitief. Onze gespecialiseerde adviseurs -met veel kennis over zowel het gebied als de wetgeving- helpen u graag.
Openstelling PSAN
Terugbetaling bedrijfs-
Vrijstelling schuimaarde en
en PSN
toeslag
champost vervalt
De provincies stellen van 15 november 2007 tot en met 14 januari 2008 het Programma Beheer 2008 open voor de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) en de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer (PSN). Dienst Regelingen voert de regelingen uit. DLG is nog altijd de controleur van deze regelingen in het veld. Wij hebben geconstateerd dat DLG het afgelopen jaar alle aanvragen van voorgaande jaren streng heeft gecontroleerd. Indien na controle bleek dat de aangevraagde beheerseenheid in het veld niet conform aanvraag was, bijvoorbeeld een afwijking in het aantal meters knipheg, dan werd de aanvraag hierop aangepast. Dit betekende in de meeste gevallen terugbetalen van teveel ontvangen subsidie plus een bijbehorende sanctie.
Mogelijk heeft u onlangs een brief van Dienst Regelingen (DR) ontvangen met als onderwerp “vaststelling bedrijfstoeslag 2006”. Met deze brief informeert DR u over twee kortingen van respectievelijk 1% en 1,5% op de bedrijfstoeslag. Dit betreft een terugbetaling als gevolg van Europese kortingen. Omdat uitbetaling van de bedrijfstoeslag vóór de uitvoering van de tweede generieke korting heeft plaatsgevonden, heeft DR waarschijnlijk teveel bedrijfstoeslag op uw bankrekening overgemaakt. Bedraagt de teveel ontvangen bedrijfstoeslag meer dan € 100,- dan moet u deze terugbetalen. Dit kan op twee manieren:
Vanaf 1 januari 2008 moet u het aangevoerde fosfaat uit schuimaarde voor 100% meetellen. Dit betekent ook dat u het fosfaat uit schuimaarde die u in 2007 heeft aangevoerd maar in 2008 gaat aanwenden, voor 100% moet meetellen. Deze schuimaarde moet u uiteraard ook als voorraad opgeven. Wilt u nog gebruikmaken van de mogelijkheid om, binnen de gebruiksnormen, extra fosfaat aan te wenden? Bemest uw land dan vóór 1 januari 2008 met schuimaarde en profiteer zo van de 50% fosfaatvrijstelling.
Om problemen te voorkomen adviseren wij u derhalve bij het indienen van een aanvraag de juiste meters/oppervlakte te meten en de intekening goed te controleren. Aanvragers waarvan de SAN/SN overeenkomst in 2008 afloopt en de overeenkomst willen verlengen, dienen in deze aanvraagperiode een nieuwe aanvraag in te dienen. Heeft u belangstelling om deel te nemen aan deze regeling, dan kunt u met ons een afspraak maken voor een gratis oriënterend gesprek. Wij kunnen u daarbij adviseren welke pakketten in uw situatie mogelijk zijn en informeren over de bijbehorende vergoedingen. Ook aspecten als inpasbaarheid in de bedrijfsvoering, gevolgen voor mestaanwending, benutting toeslagrechten en dergelijke zullen we in ogenschouw nemen. Laat u goed informeren over de kansen en de (on)mogelijkheden van deze regelingen.
1. U laat DR het bedrag verrekenen met toekomstige betalingen. Pas op: u betaalt over het openstaande bedrag 6% rente! 2. Binnen 10 dagen na dagtekening van de brief betaalt u het openstaande bedrag (zonder rentekosten) terug. Aangezien DR in haar brief niet aangeeft hoeveel bedrijfstoeslag u moet terugbetalen, dient u dit zelf te berekenen. U kunt dit doen door de netto toegekende bedrijfstoeslag in het overzicht bij de brief te vergelijken met het bedrag in de door u in juli ontvangen brief over de betaling van de bedrijfstoeslag.
In de huidige wetgeving valt champost onder dierlijke mest. Dit betekent dat u in de periode van 1 september tot 1 februari géén champost mag aanwenden op zand- of lössgronden. Op dit moment geldt voor deze periode echter een vrijstelling voor het gebruik van champost op bouwland op zand- en lössgronden. Deze vrijstelling loopt af per 1 januari 2008. Dit houdt in dat u vanaf 1 januari 2008 alleen in de periode vanaf 1 februari tot en met 31 augustus champost mag uitrijden op bouwland op zand- en lössgronden. Er gelden dan geen uitzonderingen meer voor het gebruik van champost en zijn de uitrijbepalingen van dierlijke mest van toepassing. Fosfaatgebruiksnorm Op 1 januari 2008 wordt de fosfaatgebruiksnorm voor grasland en bouwland verder naar beneden bijgesteld. Voor grasland komt deze norm dan uit op 100 kg fosfaat per hectare, voor bouwland gaat deze norm naar 85 kg fosfaat per hectare. In combinatie met het vervallen van de fosfaatvrijstelling voor schuimaarde is dit een behoorlijke verlaging van de hoeveelheid fosfaat, dat u op uw grond mag aanwenden. Let daarom goed op bij uw aanvoer/gebruik. Ettien Eijssen en Marita Kreuels
8
Mestvergisting passé?
Tal van Duitse mestvergisters zijn de afgelopen maanden stilgezet. Oorzaak: de rentabiliteit. Zonder subsidie is mestvergisting in de huidige vorm niet rendabel te krijgen. Zelfs niet door middel van co-vergisting. Moeten we nu opzoek gaan naar andere vormen van groene energie of is het vergistingsproces toch rendabel te maken? Zoals het er nu naar uit ziet komt mestvergisting met toevoeging van met name snijmaïs als co-product niet meer in aanmerking voor de nieuwe MEP. De overheid wil groene energie als concurrent van de voedselproductie niet stimuleren. Gezien het huidige rendement van mestvergisting een logische opvatting. De meeste huidige biogasinstallaties kunnen de restwarmte niet benutten. Het gevolg is dat slechts 35% van de energiecapaciteit daadwerkelijk wordt benut. We moeten dus streven naar een duurzamere vorm van mestvergisting. Denk hierbij aan het rechtstreeks leveren van het vrijkomende gas aan het aardgasnet. Nu wordt van dit gas elektriciteit gemaakt via een energie- en kostenrovende omweg. Technisch is het mogelijk. Biogas kan opgewaardeerd worden tot aardgaskwaliteit. De netbeheerders staan echter niet te trappelen om nieuwe leveranciers toe te laten. Ze vrezen mogelijke verontreinigingen in het netwerk met alle financiële gevolgen van dien. Verder is de capaciteit van de lokale netwerken vaak
te beperkt om er grootschalig biogas op af te zetten. Er is nog heel wat lobbywerk nodig voordat deze vorm van groene energie praktisch uitvoerbaar is. Bio-based economy De overheid verwacht veel van de zogenaamde ‘bio-based economy’. Dit is een economie waarin bedrijven non-food toepassingen vervaardigen uit groene grondstoffen. Door de inzet van biomassa kan de uitstoot van broeikasgassen worden verlaagd en kan het gebruik van biomassa leiden tot nieuwe economische kansen, ook voor de landbouw. In de beleidsagenda wordt bestaand beleid en nieuwe initiatieven van verschillende departementen gecombineerd. De beleidsagenda gaat uit van: Efficiënter gebruik van biomassa Hierbij wordt biomassa opgedeeld in verschillende fracties die, al dan niet na verdere bewerking, ieder afzonderlijk een specifieke toepassing krijgen. Duurzame productie van biomassa wereldwijd Biomassa hoeft niet alleen op goede landbouwgrond te worden geteeld, maar kan ook op gedegradeerde en/of verzilte gronden worden geteeld. Dit biedt mede voor ontwikkelingslanden kansen op werk en inkomen.
Stimuleren van de productie van groen gas en duurzame elektriciteit Het platvorm Nieuw Gas heeft de ambitie geformuleerd om in 2030 20% van het aardgas te hebben vervangen door gas uit duurzame bronnen, het zogenaamde groene gas. Groen gas wordt gemaakt door gas uit biomassa op te werken tot aardgaskwaliteit. Hiervoor is een rol weggelegd voor de landbouw om door vergisting van biomassa dit op gang te brengen. Marktontwikkeling Het vergroten van de acceptatie van producten gebaseerd op groene grondstoffen. De overheid kan hierin een voorbeeldrol vervullen. Tevens wil de overheid de toepassing van innovatieve, nieuwe producten stimuleren. Voor de landbouwsector wordt in de periode van 2007-2011 58 miljoen euro extra ter beschikking gesteld. Over aanvullende middelen voor innovatie wordt later besloten in het kader van Fonds Economische Structuurverbetering (FES). Naast het doorontwikkelen van bestaande technieken, bijvoorbeeld het leveren van biogas aan het aardgasnet, zullen in de toekomst ook zeker nieuwe toepassingen van groene economie ontwikkeld worden. Dus telen we straks geen maïs meer voor biogasinstallaties, maar gaan we over op algenteelt voor olieproductie, om maar een voorbeeld te geven van een mogelijke toepassing. Johan van Selst
9
Woningmarkt uit balans, tijd voor keuzes In het recent verschenen advies “Tijd voor keuzes. Perspectief op een woningmarkt in balans.” geeft De VROM-raad in duidelijke en harde bewoordingen een signaal af aan de regering. In navolging van andere nationale en internationale adviesorganen stelt nu ook de VROM-raad het disfunctioneren van de Nederlandse woningmarkt aan de kaak. De VROM-raad treed op als een onafhankelijk orgaan dat de Tweede Kamer en het kabinet adviseert over wonen, ruimte en milieu. In haar advies van 17 oktober constateert de raad dat de Nederlandse woningmarkt kampt met urgente problemen. De overheid vormt een deel van het probleem maar ook een deel van de oplossing. Volgens de raad zet de overheid de markt verder op slot. Dit door enerzijds de vraag te stimuleren, via onder andere hypotheekrenteaftrek en huurtoeslag, en anderzijds na te laten het woningaanbod te vergroten. Het gevolg is dat veel mensen grote moeite hebben om een passende en betaalbare woning te vinden. Een structurele en integrale hervorming van het woonbeleid moet volgens de raad leiden tot grotere keuzemogelijkheden voor woningzoekenden. Noodzakelijk hiertoe zijn een meer neutrale behandeling nodig van huren en kopen, een actiever en minder stringent aanbodbeleid en een meer gerichte ondersteuning van de vraag. Evenwicht Een beter functionerende woningmarkt zorgt dat vraag en aanbod meer met elkaar
10
in evenwicht komen. Dit evenwicht kan deels gerealiseerd worden door een betere balans te brengen tussen de koop- en huursector. Dit leidt tot een betere doorstroming tussen verschillende prijsklassen en sectoren en als gevolg hiervan meer mogelijkheden voor starters op de woningmarkt. Een substantiële huursector in het midden- en hogere segment en een substantiële goedkope koopsector is hiervoor noodzakelijk, aldus de raad. Actievere houding Een actievere houding van de overheid in haar aanbodbeleid bevordert dat het woningaanbod beter aansluit op de vraag. Minder weten regelgeving leidt tot een verruiming van de woningbouwproductie daar waar nodig. Verder kan de overheid de kwaliteit en de differentiatie van de woningvoorraad bevorderen door afspraken te maken met corporaties en marktpartijen of door financiële prikkels te geven. Cruciaal in het woonbeleid is echter de wijze waarop de overheid de vraag ondersteunt. Volgens de raad is deze steun momenteel ruim en ongericht. Vrijwel alle eigenaar-bewoners en een flink deel van de huurders ontvangen fiscale steun of huurtoeslag, gezamenlijk jaarlijks goed voor bijna € 11 miljard euro! Niet-koopkrachtigen De VROM-raad stelt voor de steun alleen te richten op de niet-koopkrachtige vraag en deze steun ‘eigendomsneutraal’ te organiseren. Deze ondersteuning is mogelijk door de
ontwikkeling van een woontoeslag voor kopen én huren gericht op de lagere inkomens. Het eigenwoningforfait, de hypotheekrenteaftrek en de overdrachtsbelasting kunnen dan stapsgewijs worden afgebouwd. Volgens de VROMraad is haar advies wel een totaaladvies en ze bepleit dan ook een geleidelijke overgang over een periode van 20 jaar met diverse waarborgen en zekerheden voor burgers en instellingen. De VROM-raad schetst in haar advies de contouren van een nieuw woonbeleid. Dit betreft een brede visie die op meerdere onderdelen nader onderzoek en uitwerking vraagt. Het is aan de politiek om te bepalen welke hervorming noodzakelijk is. Het huidige ‘denkverbod’, dat in het regeerakkoord is opgenomen over de woningmarkt lijkt op de lange termijn diezelfde woningmarkt geen goed te doen. Hoe we het ook wenden of keren, met dit advies komt een wijziging van het woningbeleid wederom nadrukkelijk in beeld. Omdat afschaffing van de hypotheekrente-aftrek uiterst gevoelig ligt, zal voorlopig niet meer dan een storm in een glas water op dit punt plaatsvinden. Roger Linssen
Nu óók gecertificeerd asbestadvies De Aelmans Adviesgroep vult haar uitgebreid dienstverleningspakket nu aan met (gecertificeerde) asbestadvisering. De wetgever maakt onderscheid tussen asbest in bodem en asbest in gebouwen. Beide disciplines dient de Aelmans Adviesgroep volgens wettelijke richtlijnen uit te voeren. Overigens sluiten de vereiste certificaten naadloos aan op de certificeringen die de Aelmans Adviesgroep reeds bezit. Veelvuldig gebruik Asbest is een verzamelnaam van een aantal mineralen die zijn opgebouwd uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Asbest is in het verleden veelvuldig geprezen en gebruikt om zijn goede eigenschappen: sterk, slijtvast, bestand tegen logen, zuren en hoge temperaturen, isolerend en goedkoop. In de praktijk werd asbest veelvuldig gebruikt in combinatie met een bindmiddel zoals cement (bv. In golfplaten en standleidingen), karton (vloerbedekking) of gips (brandwerende platen). Circa tachtig procent van alle asbest is in Nederland in de bouw gebruikt. In de woningbouw is het meeste asbest toegepast in de periode tussen 1955 en 1975.
Gezondheidsrisico’s Circa 30 jaar geleden werd de keerzijde van asbest duidelijk: asbest levert grote gezondheidsrisico’s op. Het verhoogt aanzienlijk de kans op longkanker. Na inademing kunnen asbestvezels diep in de longen doordringen en op termijn longkanker, mesothelioom (longof buikvlieskanker) en asbestose (stoflongen) veroorzaken. De gevaarlijke asbestvezels komen overigens alleen vrij bij het bewerken van asbesthoudende materialen. Vanwege hun ouderdom komen bouwwerken en objecten waarin asbest of asbesthoudende producten zijn verwerkt nu steeds meer voor sloop of renovatie in aanmerking. Kennis We hebben nog niet alle certificaten in huis, doch vooruitlopend daarop kunnen we de aanwezige kennis en deskundigheid toch reeds inzetten. Hierbij moet u denken aan asbest gerelateerde advisering, zoals aanvragen sloopvergunningen, sloop en afvoer van asbest of sanering van asbest in/op bodem. Bij aan- en verkoop van panden kunnen wij u bijvoorbeeld adviseren over de aanwezigheid van asbest en de daarbij behorende verwijderingskosten. Silvie Pasmans ISO 9001 & VCA** GECERTIFICEERD
11
MGMT. SYS. RvA C 024
DNV Certification BV
V C A
Aelmans ECO B.V. Aelmans ECO B.V. kan bogen op jarenlange ervaring op het gebied van bodemonderzoek en geotechnisch onderzoek. Werkzaamheden in het kader van het bouwbesluit en het begeleiden / coördineren van bodemsaneringen. Van een betrekkelijk eenvoudig onderzoek tot begeleiding bij de uitvoering van een project en het verzorgen van alle formaliteiten dragen wij graag zorg.
Advies- en Onderzoeksgebieden Certificeringen Aelmans ECO B.V. is gecertificeerd voor ISO 9001:2000, VCA** 2004/04 en de BRL SIKB 1000 (protocol 1001 en 1002), BRL SIKB 2000 (protocol 2001 en 2002) en de BRL SIKB 6000 (protocol 6001) Advies en onderzoek • historisch onderzoek • verkennend en nader onderzoek • BSB/- nulsituatie onderzoek • onderzoeken i.h.k.v. het Bouwstoffen besluit • projectbegeleiding en -advisering • saneringsonderzoeken en -plannen • uitvoeren en begeleiden bodemsaneringen • uitvoeren milieuboringen • uitvoering/advisering geotechnische onderzoeken
Colofon 12
Overnemen met bronvermelding is toegestaan. Deze uitgave van AelmanScoop is met veel zorg samengesteld. De lezer dient er echter rekening mee te houden dat de regel- en wetgeving bijzonder gecompliceerd is. Bovendien is deze voortdurend aan verandering onderhevig. Wij kunnen dan ook geen enkele verantwoordelijkheid aanvaarden voor hetgeen men zonder deskundig advies naar aanleiding van de inhoud van deze publicatie onderneemt.
AelmanScoop is een periodieke uitgave voor relaties van Aelmans Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal Tel (045) 575 32 55, Fax (045) 575 15 09 Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem Tel (0475) 45 92 60, Fax (0475) 45 92 82 www.aelmans.com,
[email protected]
Redactie M&O Guus Queisen Vof, Sittard Fotografie Aelmans iMedia, Voerendaal M&O Guus Queisen Vof, Sittard Twan Wiermans, Margraten Vormgeving Aelmans iMedia, Voerendaal Druk Drukkerij Kuypers, Weert
Glastuinder Roland Gielen: Verviervoudiging bedrijfsomvang
In één klap de omvang van je bedrijf bijna verviervoudigen. Dat is zeker niet alledaags in agrarisch Nederland. De 39 jarige Sevenumse glastuinder Roland Gielen realiseert dit zeer opmerkelijke feit deze maand. Hij verlaat de 2,5 ha omvattende kas in Sevenum om zijn bedrijf op het nieuwe glastuinbouwgebied Californië direct te laten doorgroeien naar 9,6 ha. Gielen teelt al 10 jaar de bekende Tasty Tom tomaten. “Door de combinatie van mijn (38 jarige) leeftijd en een kasomvang van 2,5 ha was ik op een omslagpunt geraakt. Op de locatie Sevenum kon ik geen kant meer op. Terwijl het wel dringend noodzakelijk was in het bedrijf te investeren. Deze investeringen zou ik niet rendabel kunnen maken. Dit zou resulteren in een hogere kostprijs, terwijl we juist moeten werken aan kostprijsverlaging”, legt Roland Gielen de noodzaak tot verplaatsen van het bedrijf uit, dat hij drie jaar geleden van zijn ouders overnam. Kostprijs In eerste instantie wilde hij op de 10,5 ha omvattende kavel in Californië starten met een kas van 4,8 ha om deze op termijn verder uit te breiden tot 9,6 ha. “Met dit groeiscenario in je achterhoofd moet je allerhande (hogere) investeringen in grond en inrichting doen op basis van de uiteindelijke omvang. Dit zorgt voor een hogere kostprijs van je product, terwijl juist een lage kostprijs essentieel is om te overleven. Daarom heb ik uiteindelijk toch gekozen om de uiteindelijke omvang te realiseren.” Personele consequenties De forse uitbreiding brengt niet alleen financieel maar ook organisatorisch de nodige consequenties met zich mee. Zo zal Roland niet meer zelf de directe teeltbegeleiding in de kassen doen. Hij zoekt nu twee vakkundige
medewerkers die dit werk van hem overnemen. Het aantal medewerkers neemt sowieso toe. Momenteel staan vier vaste en acht parttimers op de loonlijst van Gielen. Tijdens de oogst steken bovendien een dertigtal scholieren de handen uit de mouwen. “We zullen nu groeien naar circa 45 medewerkers en 60 scholieren.” Merkproduct Gielen legt zich helemaal toe op de teelt van de bekende Tasty Tom tomaten. Tasty Tom is 12 jaar geleden voor het eerst door een select aantal Nederlandse telers op de markt gebracht. Momenteel bezitten twee Limburgse, één Brabantse en twee Zuid-Hollandse telers het exclusieve teeltrecht van Nederland bekendste tomaat. De Tasty Tom tomaten vinden vooral via vooraanstaande Nederlandse en Duitse supermarkten hun weg naar de consument. De teeltomvang is de afgelopen jaren geleidelijk gegroeid naar 36 ha. Door de bedrijfsuitbreiding van Gielen en een collega tuinder komt daar nu 8 ha bij. Doordacht Volgens Hans Verdonschot van de Aelmans Adviesgroep, die het project heeft begeleid, heeft Gielen in Californië een goed doordacht en zeer compleet kassencomplex gebouwd dat zeker tot voorbeeld dient voor andere nieuwe bedrijven in Nederland. “Een ketel met een vermogen van maar liefst 14.000 kW verzorgt de verwarming, samen met twee warmtekrachtmachines die tevens stroom leveren aan het openbare net (totaal 6.400 kW elektrisch vermogen, goed om 6.500 huishoudens van stroom te voorzien). Het regenwater van het kassencomplex wordt opgevangen in een foliebassin van 30.000 m3”, aldus Verdonschot. Guus Queisen