Notulen najaarsvergadering NVAD 2003 Plaats: Zalencentrum Hoog Brabant, Utrecht Datum:8 November 2003
Huishoudelijk gedeelte 1-De voorzitter opent de vergadering om 10.05 en heet alle aanwezigen van harte welkom. Er is bericht van verhindering ontvangen van de volgende leden: : Hr Beerstecher, Hr Bötger, Hr Lameier, Hr Ton, Hr Bouten, jubilaris ivm Lotus, Hr Thier, Mw S. Faber Strop, Hr Kint, jubilaris ivm ziekte, Hr Vrenken. 2-Notulen voorjaarsvergadering 2003 Deze worden voor de vergadering uitgedeeld en worden met algehele stemmen goedgekeurd. 3-Mededelingen/Ingekomen stukken De secretaris meldt dat er Jaarverslagen zijn binnengekomen van NODE, EHBO Limburg en EHBO Nederland. Er is een uitnodiging ontvangen voor een bijeenkomst van de LOTUS studieleiders. Er zijn twee nrs. ontvangen van het nieuwe tijdschrift NODE magazine. De voorzitter meld dat er eind augustus een brief is ontvangen van het bestuur van NODE voor een gesprek over eventuele nauwere samenwerking tussen de NVAD en de NODE. Dit gesprek heeft nog niet plaatsgevonden en het bestuur van de NVAD beraadt zich nog of wij op deze uitnodiging in wollen gaan. Dit heeft mede te maken met het punt 8 van de agenda van vandaag. 4-Verslag van de afgevaardigden van de vereniging De voorzitter geeft uitleg over haar lidmaatschap van de raad van Advies van het Oranje Kruis. In de raad van advies zijn werkgroepen gevormd over de volgende onderwerpen: aansprakelijkheid van de individuele eerste hulp verlener. Het oranje Kruis wil proberen of zij dit centraal kunnen regelen. Eerdere pogingen zijn helaas gestrand maar men wil het opnieuw proberen. De heer A. Bergink doet verslag van zijn werkzaamheden in de redactieraad van het Reddingswezen. Het abonneeaantal is dit jaar fors gedaald door het vertrek van NODE maar vertoond nu gelukkig weer een opgaande lijn. Ook de lay-out van het Reddingswezen is aangepast aan de huisstijl van het Oranje Kruis. De redactie ervaart dit als een kleine achteruitgang maar verwacht dat het ook een kwestie van wennen is. De vertegenwoordiger in de Lotusraad is niet aanwezig op de vergadering. In verband met de langdurige afwezigheid van de heer Glimmerveen als afgevaardigde in het college van deskundigen is in overleg met de heer Glimmerveen besloten om mevrouw A.J. Ebbink-Terpstra te vragen om als zijn vervangster op te treden. Zij heeft hierin toegestemd. 5-Verslag van de kascommissie De kascommissie bestaande uit de heer. R.H.A.M. Vrenken en mevr. Mw. J.A. Berkelbach v.d. Sprenkel verklaart de boekhouding van 2002 te hebben gecontroleerd en deze in orde te hebben bevonden. Zij stellen voor de penningmeester decharge te verlenen. De vergadering gaat hier met algemene stemmen mee akkoord.
1
6-Begroting 2004 De penningmeester geeft uitleg over de begroting voor het jaar 2004. Hij geeft aan niet tevreden te zijn over de huidige bank en te overwegen om over te stappen naar een andere bank.
7-Uitreikng jubileumpenning De heer A. Bergink is als enige jubilaris aanwezig en de voorzitter mevr Wilton-Postma reikt hem met enige welgekozen woorden de jubileumspeld uit. Hierbij komt aan de orde dat zij beiden in Wassenaar hebben lesgegeven al was het dan voor verschillende organisaties. 8-Positie van de arts-docent in het EHBO krachtenveld. Naar aanleiding van de veranderingen binnen het EHBO-onderwijs en het teruglopend ledenaantal van de NVAD heeft het bestuur van de NVAD een aantal keren vergaderd over de positie van de arts-docent in het krachtenveld van de EHBO. Het bestuurslid de heer J.E. Jurgens houdt hierover een duidelijke presentatie en er ontstaat in de zaal een zeer levendige (en bedoelde) discussie. De belangrijkste punten hieruit zijn de volgende: Bij de kaderinstructeurs zijn er twee groepen te onderscheiden: de mensen die vrijwel alleen voor verenigingen lesgeven en de groep die vooral commercieel lesgeeft. Voor de eerste groep is binnenkort de commerciële nascholing niet meer te betalen en dat wordt een probleem. De groep kaderinstructeurs die vooral commercieel werkt vindt de inbreng van de arts veel minder belangrijk dan de groep die vooral bij verenigingen lesgeeft. Het belang van de arts is afgenomen nu de kaderinstructeur na het volgen van een opleiding zelfstandig reanimatielessen mogen geven. Toch blijven de artsen wel belangrijk bij de lessen, zeker nu de informatie over het menselijk lichaam in de 24e druk nog maar heel beknopt is. De rol van de arts binnen de basis-module wordt mogelijk kleiner maar de artsinstructeur heeft nog wel een belangrijke rol bij de opleiding van kaderinstructeurs. Ook bij het onderwijs van de arts-docent moet er aandacht zijn voor competentiegericht onderwijs. Er is onderwijs dat gericht is op het aanleren van een drill en onderwijs dat gericht is op het verkrijgen van inzicht. Volgens de meeste aanwezigen verschuift het EHBOonderwijs helaas steeds meer in de richting van de eerste categorie. Tijdens de ontwikkeling van de 24e druk konden de betrokken artsen maar heel weinig invloed uitoefenen op de samenstelling ervan. Tijdens de discussie wordt ook de krachtenveldanalyse ingevuld welke als bijlage is opgenomen. Aan het eind van de discussie wordt besloten om een werkgroep op te richten die de huidige rol van de arts-docent binnen het EHBO-onderwijs beter in kaart kan brengen. Tevens kan deze ook uitzoeken wat de toekomstige/gewenste rol van de arts-docent kan zijn. 9-rondvraag Tijdens de rondvraag komt de nieuwe samenstelling van de kascontrole commissie aan de orde deze zal bestaan uit: Heer Marseille, lid en mevr. J.A. Berkelbach v.d. Sprenkel , lid en de heer K. Coebergh als reserve lid. 10-Sluiting Hierna sluit de voorzitter het huishoudelijk gedeelte van de vergadering.
2
Voordracht heer W. Henny, chirurg en auteur van de 24e druk van het Oranje Kruis boekje. Titel: Er is niets nieuws onder de zon, of toch? Er waren vele redenen om over te gaan tot het schrijven van een nieuwe druk van het Oranje Kruis boekje. De belangrijkste waren: de invoering van het modulaire onderwijs en de invoering van de nieuwe reanimatie richtlijnen, Het huidige Oranje Kruis boekje is bedoeld voor de basismodule van het EHBO onderwijs en bevat daarom minder stof dan de vorige uitgaven. De aandacht is vooral gericht op het doen. Er zijn dan ook overeenkomsten te vinden met de vroegere kernvaardigheden. De reden dat voor een modulaire opzet is gekozen is dat modules kort maar krachtig kunnen zijn en daarom misschien aantrekkelijker voor de drukbezette cursist van vandaag. Tevens bestaat de mogelijkheid om uit de verschillende modules een leertraject samen te stellen wat aansluit bij de specifieke vragen van de individuele cursist. De nieuwe richtlijnen van de NRR zijn vastgesteld volgens de consensusrichtlijnen van de ILCOR, de AHA en zijn bewerkt door de ERC. De richtlijnen zijn evidence based maar het is wisselend hoe sterk de bewijzen zijn. De NRR heeft de nieuwe richtlijnen wel aangepast aan de Nederlandse situatie dit geldt met name voor het voelen van de carotispols i.p.v. het letten op tekenen van leven. De belangrijkste veranderingen in de nieuwe reanimatie richtlijnen zijn ongetwijfeld reeds bekend maar voor de volledigheid werden ze nogmaals door de heer Henny genoemd het zijn:
De abc methode in plaats van de cab methode Zowel met een als met twee hulpverleners 2x beademen en 15x hartmassage Het beademen via de chin-lift Geen andere benadering voor een drenkeling, compressie van een kloppend hart levert geen extra schade op Zachtjes schudden in plaats van de pijnprikkel Bij de greep van Heimlich drukken op de borst in plaats van op de buik Het toepassen van borstcompressie als er sprake is van een luchtwegobstructie.
De richtlijnen van de NRR worden door het Oranje Kruis onderschreven op twee minimale verschillen na Dit betreft 1-de controles na een succesvolle reanimatie waarbij volgens het Oranje Kruisboekje her slachtoffer in de stabiele zijligging moet worden gelegd en de ademhaling in de gaten gehouden moet worden. Ook het moment van waarschuwen ligt iets anders maar dit wordt in een volgende uitgave waarschijnlijk aangepast. Verder staan er in het nieuwe boekje ook een aantal aanvullingen op de richtlijnen van de NRR zoals daar zijn: 1-het handelen bij een ernstig trauma aan het gelaat waarbij het slachtoffer eerst op de zij wordt gelegd en er dan pas mondinspectie volgt. Dit volgt uit het feit dat je hier met een trauma te maken hebt en niet met een primair cardiologisch probleem 2- een klein verschil bij de uitvoering van de stabiele zijligging waardoor er een handeling minder moet worden verricht. Bij de overige hoofdstukken van de 24e druk zijn er heel weinig wijzigingen geweest. Bij het behandelen van uitwendig bloedverlies zijn de drukpunten niet meer opgenomen. De reden hiervoor is dat plaatselijke druk vrijwel altijd voldoende is om een bloeding te stelpen en dat druk op de drukpunten wel kan leiden tot met name (verergering van) drukschade aan perifere zenuwen. Na enige opmerkingen uit de zaal erkende de heer Henny wel dat er weinig achtergrond informatie in de 24e druk staat met name het hoofdstuk over het functioneren van het menselijk lichaam is sterk verkleind. Maar alle essentiële zaken staan er wel in en cursisten die meer achtergrond wensen kunnen dit vrij gemakkelijk op het internet vinden. Het boekje is vooral geschreven vanuit de huidige praktijk die bestaat uit: waarnemen van verschijnselen→conclusie→actie. De vraag of er iets/veel nieuws onder de zon was werd door de heer Henny uiteindelijk beantwoord met: Verrassend weinig.
3
Voordracht heer W. de Vries, als didacticus verbonden aan het Oranje Kruis en de NRR Titel: Is er iets nieuws onder de zon. De heer de Vries gaf een heldere uiteenzetting over de veranderde ideeën over opleiden en leren in het algemeen en de gevolgen daarvan voor het EHBO onderwijs in het bijzonder. Vroeger werd er vooral opgeleid voor een min of meer theoretisch examen en hierbij slaagde je of werd je afgewezen. Tegenwoordig wordt je vooral opgeleid om te durven iets te doen de opleiding is niet afgesloten bij het examen maar gaat als het ware continu door. Er is op dit moment binnen het EHBO-onderwijs veel aandacht voor competentie-gericht onderwijs. De competenties die hierbij bedoeld worden zijn: kennis, vaardigheden, motivatie, zelfvertrouwen en omgeving.. Bij onderwijs is vaak sprake van Constructivisme dwz dat veel van wat lerenden leren door henzelf wordt geconstrueerd mede onder invloed van sociale interacties. Daarom is het doel van onderwijs ook niet zozeer het overdragen van kennis maar veel eerder het aanmoedigen van kennisconstructies. Als je naar de vorm van het onderwijs kijkt zijn de uitgangspunten van Confusius (551-479 voor Chr) nog steeds .belangrijk: Tell me and I will forget Show me and I will remember Involve me and I will understand Een definitie die regelmatig gebruikt wordt voor opleiden is: Een geplande positieve ervaring die een (relatief) permanente verandering in het gedrag bewerkstelligt. Om deze ervaring positief te laten zijn, zijn er drie belangrijke uitgangspunten: Keep it simple, Keep it short, Keep it straight. Bij hulp verlenen geldt ook heel sterk dat dit een geautomatiseerd proces moet worden en ook daarbij zijn de bovenstaande uitgangspunten heel erg waardevol. Pas als de basiskennis is geautomatiseerd is er plaats voor uitbreiding. Hierna geeft de heer de Vries aan dat de nieuwe modulaire opzet van het eerste hulp onderwijs beter aansluit bij het eerdergenoemde continue leerproces van de cursist. Hij geeft ook aan dat ook bij de nieuwe opzet van het EHBO onderwijs de arts-docent nog steeds een belangrijke plaats heeft. Hij illustreert dit heel treffend met de onderstaande illustratie
De arts in het eerstehulponderwijs
Deskundig
Behulpzaam Educatief Handig
Humoristisch Betrokken Inlevend Illustrerend
Stimulerend Uitdagend
Beweeglijk Prikkelend
Realistisch 21
4
Vervolgens verteld de heer de Vries iets over de didactische achtergronden van de nieuwe vorm van instrueren in het EHBO onderwijs zoals dit vermeld staat in de onderstaande dia.
Instrueren Vaardigheidstraining 1. Laat het op werkelijke snelheid zien (Activeren/priming) Activeren/priming)
2. Laat het opnieuw zien en verklaar (Nieuwe informatie wordt verbonden aan bekende informatie) informatie)
3. Laat de cursisten vertellen wat (en waarom) waarom) je laat zien (Transfer van de nieuw geconstrueerde kennis) kennis)
4. Laat de cursisten het zelf doen (Valideren van de nieuw geconstrueerde kennis) kennis) 28
Deze vorm van instructie is uitstekend toepasbaar in bij vaardigheidstraining en wordt reeds met veel succes toegepast bij het reanimatie onderwijs. Hierna besteedt de heer de Vries nog aandacht aan het op een goede manier geven van feedback aan een cursist. Ook dit vormt een essentieel onderdeel van het lesgeven. Tenslotte heeft de heer de Vries nog enkele goede adviezen om het Eerste hulp onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen:
Stel de cursist centraal Hou de cursist actief Houd rekening met individuele verschillen Besef dat informatie altijd onvolledig is Vermijd stokpaarden.
Voordracht door K. Coebergh, arts, over zijn ervaringen met de24e druk in Mongolië. Titel: De 24e druk onder een vreemde zon De heer Coebergh hield een heel interessant verhaal over zijn ervaringen in Mongolië Hij illustreerde dit met vele zeer fraaie dia’s. Hij heeft hier lesgegeven volgens de 24e druk aan een aantal gidsen die in de zomer toeristen begeleiden bij trektochten in het onherbergzame binnenland van Mongolië. Vreemd genoeg was eerste hulp niet opgenomen in de opleiding van de gidsen dit terwijl de omstandigheden tijdens de trektochten kunnen worden omschreven als redelijk primitief. De heer Coebergh heeft deze kennis over kunnen brengen met de hulp van een Russische tolk-vertaler en een engelse vertaling van ons eigen Oranje Kruis boekje. Tevens heeft hij ook zelf twee instructeurs opgeleid zodat de kennis nog verder verspreid kan worden onder andere gidsen.
Om 15.30 werd de vergadering afgesloten en wenste de voorzitter alle aanwezigen een goede thuisreis.
5