Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Gemeente Eindhoven T.a.v. Mw. Babette van de Padt Nachtegaallaan 15 5613 CM Eindhoven Datum: Behandeld door: Ons kenmerk: Uw kenmerk:

2 maart 2016 Johan Zwanenburg P2016/15

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven Quickscan in het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van de gemeente Eindhoven is een quickscan van beschermde flora en fauna uitgevoerd in het plangebied Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven. Aanleiding is de geplande herinrichting van dit gebied. In de voorbereiding moet duidelijk worden of de ingreep effecten kan hebben op beschermde soorten waarbij conflicten met de Flora- en faunawet kunnen ontstaan.

Aanpak In de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) zijn verspreidingsgegevens van beschermde soorten opgenomen. De gemeente Eindhoven heeft een abonnement bij de NDFF en deze gegevens zijn geraadpleegd. Op 26 februari 2016 is het plangebied bezocht waarbij is gezocht naar beschermde soorten en het terrein en de gebouwen zijn beoordeeld op de mogelijke aanwezigheid van deze soorten.

Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt tussen de Monseigneur Witloxlaan en de Gerretsonlaan in de wijk WoenselNoord in Eindhoven. Het terrein omvat(te) een schoolgebouw twee korte woningblokken, een schoolplein, vakken met bomen en struiken, (moes)tuinen en gazons. Het deel aan de Gerretsonlaan is reeds bouwrijp gemaakt. De onderstaande foto’s geven een indruk van het schoolgebouw en het zuidelijke deel. In de figuur op de volgende pagina is het gebied in vogelvlucht vanuit het zuidoosten te zien.

Figuur 1: Impressie van het schoolterrein en het deel aan de Gerretsonlaan.

Blad 1 KvK Eindhoven: 17093881

BTW-nummer: NL818178346B01

Rekeningnummer: NL26 INGB 0007 6241 40

Ecologisch advies en onderzoek

Figuur 2: Plangebied Prinsejagt-Driehoeksbos (geel omlijnd) vanuit het zuidoosten gezien. (bron ondergrond Bing Maps)

Maatregelen Het huidige schoolgebouw zal worden afgebroken en worden herbouwd. De aanwezige bomen worden gehandhaafd, maar struiken en ander groen worden heringericht. In het kader van de wetgeving vallen de maatregelen onder de categorie ‘ruimtelijke inrichting en ontwikkeling’ (AMvB art. 75).

Gegevens NDFF De Nationale Databank Flora en fauna (NDFF) bevat geen gegevens van beschermde soorten uit het plangebied. Van de directe omgeving zijn waarnemingen van enkele vogelsoorten, algemene amfibieën en de gewone dwergvleermuis bekend. In de volgende paragrafen wordt per soortgroep (de kans) op aanwezigheid van beschermde soorten besproken.

Vleermuizen In de omgeving komt zeker de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor. Andere soorten zijn niet uit te sluiten. De gewone dwergvleermuis zoekt verblijfplaatsen in gebouwen en met name in de spouwmuur. Het schoolgebouw heeft een spouwmuur en op vier plekken zijn ventilatie openingen aanwezig in de vorm van stootvoegen. Deze bieden voor vleermuizen toegang aan de spouwmuur. Mogelijk zijn ook andere ingangen of elementen aanwezig waar vleermuizen achter kunnen kruipen. Een ruime centimeter is voor deze kleine beestjes al voldoende. Het plangebied is door de beplanting geschikt als foerageergebied en maakt ongetwijfeld deel uit van het leefgebied

Notitie quickscan beschermde flora en fauna Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Blad 2


van de plaatselijke populatie. Gezien de geringe afmetingen en de ruime aanwezigheid van foerageergebied in de omgeving is het echter geen essentieel foerageergebied. Nader onderzoek naar het gebruik van het schoolgebouw door vleermuizen is vereist. Wanneer verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig blijken te zijn, dient een ontheffing van de Flora en faunawet te worden aangevraagd. Eén van de maatregelen die getroffen moet worden is het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen welke ruim voor aanvang van de ingrepen aanwezig moeten zijn.

Figuur 3 Ventilatieroorsters vormen een prima toegang voor naar de spouwruimte waar dwergvleermuizen vaak verblijfplaatsen hebben. Deze westgerichte muur ontvangt bovendien zonnewarmte in de namiddag wat gunstig is

Vogels Voor vogels geldt een wat afwijkend beschermingsregime. Alle soorten staan in tabel 3 van de Floraen faunawet en zijn dus streng beschermd. Voor veruit de meeste soorten geldt de bescherming van het nest alleen in het broedseizoen. Daarbuiten is het nest niet beschermd. Uitzondering daarop vormt een kleine groep vogels die steeds van dezelfde nestplaats gebruik maken zoals roofvogels, huismus en gierzwaluw. Van deze soorten is de nestplaats jaarrond beschermd. Tijdens het veldbezoek is gebleken dat het schoolgebouw niet geschikt is voor huismus, gierzwaluw of andere vogels, omdat het platte dak en afgesloten daklijsten geen nestplaatsen bieden. In het groen rondom de school waren wel veel vogels te zien, met name in de bomen en struiken aan de oostzijde waar roodborst, boomkruipers, pimpelmees, merel en Turkse tortel steeds aanwezig waren. Deze soorten lijken hier te gaan nestelen. De roodborst had zich een territorium toegeëigend en was aan het zingen. Dit is echter waarschijnlijk een wintergast zijn die later naar het noorden trekt. Tijdens het veldbezoek (26-2-2016) waren waarschijnlijk nog geen vogels aan het nestelen. De zingende roodborst blijft hier waarschijnlijk niet (voor broedvogelonderzoek zijn territoriumwaarnemingen van de roodborst pas vanaf 30 april geldig (Sovon, 2011)). Het is echter te verwachten dat voor half maart de eerste vogels in het plangebied met nestbouw zullen beginnen. Ingrepen aan groen dienen buiten de broedtijd (globaal half maart tot half juli) uitgevoerd te worden. Ook de sloop van het schoolgebouw dient niet in de broedtijd te beginnen om verstoring van reeds broedende vogels te voorkomen. Wanneer vóór de broedtijd wordt gestart kan wel worden doorgewerkt. Nader onderzoek naar aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten is niet nodig.


Blad 3


Figuur 4: Roodborst, Turkse tortel, boomkruiper en pimpelmees voelen zich thuis in de beplanting aan de oostzijde.

Amfibieën en grondzoogdieren Hoewel op het terrein en de directe omgeving geen wateren op de kaart te zien zijn, vormen kleine tuinvijvers voor diverse soorten amfibieën een geschikt voortplantingswater en kunnen daarom overal in tuinen, beplanting en andere hogere vegetatie in stedelijk gebied worden verwacht. Op het plangebied is vooral de rommelhoek bij de moestuin en het aanliggende struikgewas een geschikt landhabitat voor amfibieën. Uit de omgeving zijn de licht beschermde bruine kikker en groene kikker bekend en daarvan is op deze plek vooral de eerste te verwachten. In de Aanschotse beemden leeft de strenger (Tabel 2) beschermde alpenwatersalamander, maar deze is hier gezien de afstand niet te verwachten. Van de grondzoogdieren vormt het plangebied een geschikte leefomgeving voor bosmuis, huisspitsmuis, mol en egel. Deze soorten zijn licht beschermd en verstoring ervan is vrijgesteld van de Floraen faunawet. Wel is het zaak dit zoveel mogelijk te voorkomen.


Blad 4


Figuur 5: Deze hoek van de moestuin biedt schuilplaatsen voor licht beschermde amfibieën en kleine zoogdieren.

Nader onderzoek naar amfibieën en grondzoogdieren is niet nodig. Wel is het gewenst de hopen stenen en takken zorgvuldig te verwijderen en eventuele aanwezige dieren de kans te geven te vluchten of te verplaatsen naar een veilige plek.

Flora Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde of anderszins bijzondere planten aangetroffen en deze zijn gezien de aanwezige biotopen ook niet te verwachten. Mogelijk is de brede wespenorchis aanwezig. Voor deze licht beschermde soort van Tabel 1 is de vrijstelling van de Flora- en faunawet van toepassing in geval van ruimtelijke ontwikkeling. Voor de flora is het niet nodig aanvullend onderzoek uit te voeren of een ontheffing aan te vragen.

Reptielen, vissen en ongewervelden Reptielen komen in de stad Eindhoven niet voor. Vissen ontbreken eveneens in het plangebied. Beschermde soorten insecten en andere ongewervelden komen in het plangebied niet voor omdat het geschikte biotoop niet aanwezig is. Nader onderzoek of een ontheffingsaanvraag zijn voor reptielen, vissen, en ongewervelden niet aan de orde.

Conclusies en aanbevelingen 

Mogelijk zijn er verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis of andere soorten in het schoolgebouw. De aanwezigheid van vleermuizen en de functies van het plangebied dienen nader te worden onderzocht.


Blad 5


  

In de beplanting nestelen in het voorjaar diverse soorten vogels. Ingrepen aan het groen dienen daarom buiten de broedtijd plaats te vinden. Dat geldt ook voor sloopwerkzaamheden. Deze kunnen wel doorlopen in de broedtijd wanneer voor de broedtijd is gestart. Jaarrond beschermde vogelnesten zijn in het plangebied niet aanwezig. Vanuit de zorgplicht wordt het aanbevolen om hopen takken en stenen handmatig te verwijderen zodat dieren die zich daar eventueel verschuilen kunnen vluchten of verplaatst worden.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Johan Zwanenburg

Bronnen 

Dijk A.J., van & Boele A. 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.

 

Nationale Databank Flora en Fauna. Gegevensexport 1-3-2016 Limpens, H., K. Mostert en W. Bongers. 1997. Atlas van Nederlandse vleermuizen; onderzoek naar ecologie en verspreiding. KNNV uitgeverij, Utrecht.


Blad 6

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Recommend Documents