Postbus 365 4100 AJ Culemborg tel: 0345-512710 fax: 0345-519849 www.buwa.nl
Gemeente LeidschendamVoorburg Afdeling Projectenbureau mevrouw C. Tefij Postbus 905 2270 AX Voorburg
datum: ons kenmerk: uw kenmerk: auteur: projectleider: status:
11 februari 2011 11-021/11.09790/JerBr PB/547157 G.J. Brandjes G.J. Brandjes versie 1
Notitie quick scan beschermde soorten Rozenlaan te Leidschendam Inleiding Gemeente Leidschendam-Voorburg is voornemens om nieuwbouw te realiseren aan de Rozenlaan te Leidschendam. Hiervoor dienen een oude school en een oude romneyloods gesloopt te worden. Deze panden worden tevens omgeven door een zekere hoeveelheid struikvormend plantsoen. Bij de werkzaamheden zal rekening gehouden moeten worden met het huidige voorkomen van soorten planten en dieren die beschermd zijn krachtens de Floraen faunawet. Gemeente Leidschendam-Voorburg heeft Bureau Waardenburg bv opdracht gegeven een quick scan uit te voeren naar de betekenis van het plangebied voor beschermde natuurwaarden in het algemeen en gebouwbewonende vleermuizen in het bijzonder. Het plangebied is gelegen op de hoek Rozenlaan / Prins Hendriklaan binnen de bebouwde kom van Leidschendam. Zie onderstaande luchtfoto voor de ligging binnen het stedelijk gebied en de fotobijlage voor details van de panden en het aanpalende groen.
Ligging van het plangebied (rood omkaderd) binnen de bebouwde kom van Leidschendam.
Methodiek 1
Het plangebied is op 9 februari 2011 bezocht . Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, uitwerpselen, haren, etc). Op basis terreinkenmerken en expert judgement is beoordeeld of het terrein geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Voor een actueel overzicht van beschermde soorten die in de regio voorkomen zijn tevens (online) beschikbare bronnen geraadpleegd, waaronder de NDFF (www.telmee.nl, www.waarneming.nl).
Resultaten Flora Het groen binnen het plangebied bestaat uit kort gemaaid gazon, jonge bomen en lage sierheesters. In het plangebied zijn geen (vegetatieve delen van) beschermde soorten planten aangetroffen. Potenties voor beschermde plantensoorten zijn niet aanwezig. Op grond hiervan is beoordeeld dat het plangebied geen betekenis heeft voor beschermde soorten planten. Ongewervelden Uit de regio zijn geen beschermde ongewervelden bekend die op grond van de aanwezige biotopen in het plangebied kunnen voorkomen (www.eis.nl & www.anemoon.org). 1
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet worden drie beschermingsregimes onderscheiden. Voor soorten uit Tabel 1 geldt vrijstelling van verbodsbepalingen bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. In voorkomende gevallen hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Voor soorten van Tabel 2 of 3 geldt geen vrijstelling en kan aanvraag van een ontheffing aan de orde zijn bij overtreding van verbodsbepalingen. In de lopende tekst is per beschermde soort aangegeven in welke categorie deze is opgenomen.
2
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
Vissen Binnen het plangebied is geen permanent oppervlaktewater aanwezig. Het voorkomen van beschermde soorten vissen kan worden uitgesloten. Amfibieën Binnen het plangebied is geen permanent oppervlaktewater aanwezig. Voortplanting van amfibieën in het plangebied kan worden uitgesloten. Op grond van de kenmerken van omliggende watergangen en het aanwezige landbiotoop in het plangebied kunnen sporadisch kleine watersalamander, gewone pad en bruine kikker voorkomen (www.RAVON.nl). Genoemde soorten staan in Tabel 1 van de Flora- en faunawet (vrijstelling). Op 9 februari 2011 is materiaal omgekeerd (o.a. stukken plastic, houten bielzen, puin etc.) op zoek naar amfibieën (en muizen). Deze zijn echter niet aangetroffen. Uit de directe omgeving van het plangebied zijn geen strikt beschermde soorten amfibieën bekend (Tabel 2/3 Ffw). Omdat geschikt habitat ontbreekt, kan het voorkomen van strikt beschermde soorten amfibieën worden uitgesloten. Reptielen Uit de regio zijn geen beschermde soorten reptielen bekend die op grond van de aanwezige biotopen in het plangebied kunnen voorkomen (www.RAVON.nl). Grondgebonden zoogdieren Op grond van bronnen en het aanwezige landbiotoop in het plangebied kunnen (naast de niet-beschermde bruine rat) egel, mol, huisspitsmuis, rosse woelmuis en bosmuis voorkomen (www.zoogdieratlas.nl). Genoemde soorten staan in Tabel 1 van de Flora- en faunawet (vrijstelling). Op 9 februari 2011 is het voorkomen van mol net buiten het plangebied vastgesteld (aan de hand van de aanwezige molshopen). Uit de directe omgeving van het plangebied zijn geen strikt beschermde soorten grondgebonden zoogdieren bekend (Tabel 2/3 Ffw). Omdat geschikt habitat ontbreekt, kan het voorkomen van strikt beschermde soorten zoogdieren worden uitgesloten. Vleermuizen Alle soorten vleermuizen in Nederland zijn strikt beschermd (Tabel 3 Ffw). Binnen de bebouwde kom van Leidschendam komen op basis van bronnenonderzoek de volgende soorten vleermuizen voor: watervleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis (www.waarneming.nl, www.zoogdieratlas.nl). Potentiële verblijfplaatsen voor de drie boombewonende soorten van deze soorten (watervleermuis, ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis) ontbreken binnen het plangebied: hiervoor zijn de aanwezige bomen en struiken te jong (te dunstammig); ze herbergen daardoor (nog) geen holten of spleten. Ook voor de gebouwbewonende soorten gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger zijn de mogelijkheden minimaal. De romneyloods biedt geen enkele mogelijke verblijfplaats (indien als bouwwerk überhaupt toegankelijk geeft het enkelwandige metalen plaatwerk de inpandige ruimte een te instabiel klimaat, bovendien zijn gladde metaalplaten als ‘hangplaats’ voor vleermuizen ongeschikt: te weinig grip). Het schoolgebouw bestaat uit één verdieping en is daardoor in principe als verblijfplaats voor laatvlieger ongeschikt (deze soort prefereert verblijfplaatsen boven de 4 meter). Bovendien is het gebouw nergens toegankelijk voor vleermuizen met uitzondering van twee enkele meters lange dakranden die niet naadloos zijn afgewerkt door een afdichtstrip (zoals de rest van het gebouw). Op deze twee plekken is de ruimte achter de metalen dakrand in principe bereikbaar voor de beide soorten dwergvleermuizen via de 1-1,5 cm brede kier (laatvlieger heeft minimaal 2 cm nodig; hiervoor is de kier te smal). Aangezien de bouwconstructie op één plek een groot gat vertoonde (zie foto), was het mogelijk om met een zaklamp de
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
3
achterliggende ruimte te inspecteren. Hieruit bleek dat deze ongeschikt was als verblijfplaats voor beide soorten dwergvleermuizen. Het betreft namelijk een vrije ‘hangruimte’ en geen ruimte met een voldoende krappe, gelaagde structuur met wegkruipplaatsen die deze soorten prefereren. Uitsluitend de 1-1,5 cm brede kier zelf (ca. 5 cm hoog) die toegang biedt tot de achterliggende ruimte is een potentiële hangplek qua ruimte. Echter, deze kier is vanwege de grote achterliggende ruimte en de ‘oneindig’ grote voorliggende buitenruimte een relatief tochtige ‘flessenhals’ en daardoor in de praktijk ongeschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Tijdens het veldbezoek zijn geen aanwijzingen voor recente aanwezigheid van vleermuizen gevonden in de vorm van mestsporen op de muur of de bodem onder de kier. In de metalen daklijst zitten voorts vele kleine verticale kolommen waar in principe vleermuizen in passen, maar waaronder “landingsplaatsen” ontbreken en waarvan het substraat (metaal) te glad is (geen grip) en bovendien indien beschenen door de zon te veel hitte genereert. Er wordt kortom niet verwacht dat het schoolgebouw op enig moment een functie kan hebben als verblijfplaats voor vleermuizen anders dan hooguit een zeer tijdelijk, incidenteel verblijvend (mannelijk) individu in de genoemde kier op een moment dat even geen sprake is van tocht of oververhitting. Als meer bestendige kraamkolonieplaats of overwinteringsplek is het pand per definitie ongeschikt. Rond de gebouwen is uitsluitend voor gewone dwergvleermuis en incidenteel voor ruige dwergvleermuis of laatvlieger een (zeer) beperkte oppervlakte foerageergebied aanwezig in de vorm van enige opgaande beplanting rond de bebouwing. Deze oppervlakte valt in het niet bij de oppervlakte potentieel jachtgebied in bijvoorbeeld het aanpalende park en de beplanting langs de watergangen elders in de wijk. Vogels met jaarrond beschermde nestplaats
2
Tijdens het veldbezoek is de beplanting en zijn de gebouwen onderzocht op geschikte nestplaatsen voor vogelsoorten met een jaarrond beschermde nestplaats. Deze zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht. Gezien de terreinkenmerken is het broeden van dergelijke soorten in de te slopen gebouwen en de te rooien beplanting binnen het plangebied uitgesloten. Elders in de woonwijk komt wél een drietal soorten broedvogels met een jaarrond beschermd nest voor: huismus (woonhuizen), gierzwaluw (woonhuizen) en sperwer (opgaande begroeiing / beplanting van stadsparken en overig gemeentegroen). Het plangebied heeft wel een beperkte functie voor algemene vogels van stedelijk gebied (waarvan de nesten niet jaarrond beschermd zijn). In de struiken en ondergroei broeden lokaal soorten als merel en heggenmus, getuige enkele oude nesten uit voorgaande jaren. Een deel van deze (potentiële) soorten broedvogels is op 9 februari 2011 ook daadwerkelijk op de locatie waargenomen (bijvoorbeeld houtduif, heggenmus en merel). Tevens zijn enkele soorten waargenomen die weliswaar niet op en rond de te slopen gebouwen zullen broeden, maar vrijwel zeker op korte afstand hiervan elders in de wijk tot broeden komen: koolmees, pimpelmees, huismus, kauw, ekster, wilde eend, meerkoet en grote bonte specht (op 9 februari 2011 roffelend in het parkje naast het plangebied).
2
Op grond van door het ministerie van LNV verstrekte handreikingen worden nesten van de volgende soorten als jaarrond beschermde nestplaatsen beschouwd: boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief, zwarte wouw.
4
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
Effecten Amfibieën en grondgebonden zoogdieren Binnen het plangebied zijn alleen soorten van Tabel 1 van de Flora- en faunawet te verwachten (bijvoorbeeld gewone pad en bosmuis). Met de beoogde werkzaamheden kunnen vaste rust- en verblijfplaatsen van één of meer exemplaren van deze soorten worden vernietigd, waardoor verbodsbepalingen worden overtreden. Voor deze soorten geldt echter een vrijstelling voor ruimtelijke ingrepen. Ontheffing van de Flora- en faunawet is niet aan de orde. Vleermuizen Door de werkzaamheden gaan geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen verloren. Wel verdwijnt mogelijk een zeer beperkte hoeveelheid foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger door de sloop van de panden en het rooien van de beplanting rond de te slopen panden. De kans dat dit van wezenlijke invloed is op eventueel aanwezige kolonies vleermuizen in de omgeving van het plangebied is nihil. Hiervoor is de omvang van de te rooien begroeiing te beperkt. Bovendien is / blijft in de directe omgeving veel alternatief groen voorhanden. Met de werkzaamheden worden dan ook geen verbodsbepalingen ten aanzien van vleermuizen overtreden. Ontheffing van de Floraen faunawet is niet aan de orde. Broedvogels met jaarrond beschermde nesten Door de werkzaamheden gaan geen actuele jaarrond beschermde nesten van broedvogels verloren. Op basis van de terreinkenmerken wordt ook niet verwacht dat dergelijke nesten op korte termijn in het plangebied gebouwd zullen worden. Met de werkzaamheden worden dan ook geen verbodsbepalingen ten aanzien van vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten overtreden. Voor soorten broedvogels zonder jaarrond beschermd nest kan het overtreden van verbodsbepalingen voorkomen worden (zie onder: Aanbevelingen).
Conclusie Het plangebied herbergt hooguit enkele verblijfplaatsen van algemene beschermde soorten (Tabel 1 van de Flora- en faunawet) als bosmuis. Voor deze soorten geldt een vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Ten aanzien van strikt beschermde soorten (Tabel 2/3 Ffw en vogelsoorten met jaarrond beschermd nest) worden geen verbodsbepalingen overtreden: dergelijke soorten vinden in het plangebied marginaal jachtgebied zonder wezenlijke betekenis voor de gunstige staat van instandhouding (vleermuizen), broeden met zekerheid niet in, maar wel in de nabijheid van het plangebied (bijvoorbeeld huismus) dan wel komen in het geheel niet voor in de omgeving van het plangebied (ongeschikt habitat en/of ruim buiten het verspreidingsgebied).
Aanbevelingen Aanbevolen wordt om het plaatwerk op de twee plekken waar een kier tussen het hout en de muur aanwezig is, eerst voorzichtig te verwijderen (strippen) alvorens de rest van het gebouw te slopen. Door dit te doen in een vorstvrije periode worden onverhoopt toch in de achterliggende ruimte aanwezige (individuele) vleermuizen in de gelegenheid gesteld om zich in de daaropvolgende nacht(en) te verplaatsen naar een alternatieve locatie, vooruitlopend op de daadwerkelijke sloop. Bovendien wordt bereikt dat de achterliggende ruimte in de periode tussen het strippen en de daadwerkelijke sloop niet alsnog bezet wordt door vleermuizen, doordat de buitenelementen (weer: wind en tocht) vrij spel hebben gekregen in het gebouw.
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
5
Ten aanzien van vogels in zijn algemeenheid geldt dat verstoring van broedende vogels voorkomen dient te worden. Hiervoor dienen rooiwerkzaamheden buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Het broedseizoen loopt doorgaans vanaf half maart tot en met augustus. In gebruik zijnde nesten zijn echter altijd, dus ook buiten genoemde periode, beschermd. Indien de werkzaamheden binnen het broedseizoen zijn gepland, kunnen deze worden uitgevoerd indien is vastgesteld dat er met de werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Dit kan door voorafgaande aan de uitvoering van de werkzaamheden het plangebied te controleren op nesten. Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met G.J. (Jeroen) Brandjes. Akkoord voor uitgave:
G.F.J. Smit. Teamleider
Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. © Bureau Waardenburg bv / Gemeente Leidschendam-Voorburg Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:2001.
6
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
Fotobijlage (alle foto’s gemaakt op 9 februari 2011 door G.J. Brandjes)
Doodlopende watergang naast het plangebied: potentiële voortplantingsplek van o.a. algemene beschermde soort (Tabel 1 Ffw) gewone pad.
Impressie van het te slopen schoolgebouw met omliggende sierbeplanting.
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
7
Sierbeplanting langs het te slopen schoolgebouw: potentiële verblijfplaats voor algemene beschermde soorten (Tabel 1 Ffw) als huisspitsmuis, bosmuis en gewone pad (landbiotoop).
Gat in dakomlijsting, toegang biedend tot inpandige ruimte: geïnspecteerd en ongeschikt bevonden als verblijfplaats
voor
vleermuizen:
veel
luchtcirculatie,
geen
wegkruipmogelijkheden
dwergvleermuizen en locatie te laag voor laatvliegers.
8
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
voor
Gazons en lokaal aanwezige perkbeplanting: geschikt als verblijfplaats voor algemene beschermde soorten (Tabel 1 Ffw) als mol, bosmuis, gewone pad (landbiotoop) en broedvogelsoorten zonder jaarrond beschermd nest als heggenmus.
Romneyloods: ongeschikt voor vleermuizen (voor toelichting zie hoofdtekst).
Notitie quick scan slooplocatie Rozenlaan, Leidschendam
9