Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven, onderdelen 11 (gemeente Laarbeek), 23 (gemeente Son en Breugel) en 28 (gemeente Best) GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1215
Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven, onderdelen 11 (gemeente Laarbeek), 23 (gemeente Son en Breugel) en 28 (gemeente Best) GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1215
Concept
ISSN 1573-5710
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Dienst Limburg de heer R. Simons Postbus 25 6200 MA MAASTRICHT
Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 4 juni 2012
320937/EHV/GAR1215, revisie C1
Verantwoording
Titel
:
Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven
Subtitel
:
Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven, onderdelen 11 (gemeente Laarbeek), 23 (gemeente Son en Breugel) en 28 (gemeente Best)
Projectnummer
:
320937
Referentienummer
:
320937/EHV/GAR1215
Revisie
:
C1
Datum
:
4 juni 2012
Auteur(s)
:
drs. F.M.J. Delporte
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
drs. J.J.G. Geraeds
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
drs. P.G.M. Kaasenbrood
Grontmij Nederland B.V. Zernikestraat 17 5612 HZ Eindhoven Postbus 1265 5602 BG Eindhoven T +31 40 265 12 11 F +31 40 244 37 97 www.grontmij.nl
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 2 van 26
Administratieve gegevens
Opdrachtgever
: Rijkswaterstaat Dienst Limburg de heer R. Simons Postbus 25 6200 MA MAASTRICHT
Uitvoerder
Bevoegde overheid
: Grontmij Nederland B.V. Vestiging Eindhoven Zernikestraat 17 5612 HZ EINDHOVEN : Provincie Noord-Brabant
Beheer en plaats van documentatie
: Provinciaal Depot Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch en Grontmij Nederland B.V. te Eindhoven
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 3 van 26
Onderdeel 11
: Gemeente Plaats RD-coördinaten:
Kaartblad Omvang plangebied Kadastrale nummer(s) Eigenaar Onderdeel 23
: Gemeente Plaats RD-coördinaten:
Kaartblad Omvang plangebied Kadastrale nummer(s) Eigenaar Onderdeel 23
: Gemeente Plaats RD-coördinaten:
Kaartblad Omvang plangebied Kadastrale nummer(s) Eigenaar: Archeoregio NOaA
: Brabants zandgebied
Onderzoeksteam
: Projectleiding
Onderzoekskader RO
: Ontgrondingsvergunning
Type onderzoek
: Quickscan
Tijdstip onderzoek
: Juni 2012
: Laarbeek : Beek en Donk : X: 172.977 / Y: 392.511 X: 173.068 / Y: 392.233 X: 172.876 / Y: 392.305 X: 172.909 / Y: 392.341 : 51 F : 0.80 hectare : Gedeeltelijk : Aarle-Rixtel A2654, : A2660, A2774, A2775, A2776, G537, G538 en G810 : De staat : : Son en Breugel Son X: 162.513 / Y: 390.725 X: 162.677 / Y: 390.805 : X: 162.862 / Y: 390.742 : X: 162.687 / Y: 390.666 : 51 E Circa 13 hectare : Son en Breugel, C6125 en 6126 (gedeeltelijk) : De staat : : Best Best X: 155.288 / Y: 389.251 X: 155.389 / Y: 389.295 : X: 155.318 / Y: 389.252 : X: 155.282 / Y: 389.169 : 51 B : Circa 0.25 hectare Best, C4139 De staat
: De heer drs. F.M.J. Delporte
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 4 van 26
Samenvatting
In opdracht van de heer R. Simons, namens Rijkswaterstaat Dienst Limburg, heeft Grontmij Nederland B.V. in april 2012 een archeologische quickscqn uitgevoerd in het plangebied Vaarweg Veghel Eindhoven, onderdelen 11 (gemeente Laarbeek), 23 (gemeente Son en Breugel) en 28 (gemeente Tilburg). Aanleiding tot het uitvoeren van het onderzoek vormen de geplande werkzaamheden die onderhevig zijn aan een ontgrondingsvergunning. Doel van de quickscan is voor de diverse deellocaties vast te stellen of archeologisch onderzoek nodig is. De quickscan heeft uitgewezen dat voor de locatie Gemeente Son en Breugel: Deelgebied 23 archeologisch onderzoek nodig wordt geacht.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 5 van 26
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding ......................................................................................................................... 7 Aanleiding en doelstelling ............................................................................................. 7 Onderzoeksopzet en richtlijnen..................................................................................... 7 Beleidskader ................................................................................................................. 7
2 2.1 2.2 2.3
Quickscan ..................................................................................................................... 9 Deelgebied 11 ............................................................................................................... 9 Deelgebied 23 ............................................................................................................. 12 Deelgebied 28 ............................................................................................................. 17
3 3.1
Conclusie en aanbeveling ........................................................................................... 23 Conclusie en aanbeveling ........................................................................................... 23
Literatuurlijst en bronnen ............................................................................................................. 24 Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen ..................................................................... 25 Bijlage 1:
Tijdstabel
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 6 van 26
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en doelstelling
In opdracht van de heer R. Simons, namens Rijkswaterstaat Dienst Limburg, heeft Grontmij Nederland B.V. in april 2012 een archeologische quickscqn uitgevoerd in het plangebied Vaarweg Veghel Eindhoven, onderdelen 11 (gemeente Laarbeek), 23 (gemeente Son en Breugel) en 28 (gemeente Tilburg). Aanleiding tot het uitvoeren van het onderzoek vormen de geplande werkzaamheden die onderhevig zijn aan een ontgrondingsvergunning. Doel van de quickscan is voor de diverse deellocaties vast te stellen of archeologisch onderzoek nodig is.
1.2
Onderzoeksopzet en richtlijnen
Het archeologisch onderzoek bestaat uit een quickscan (zie Hoofdstuk 2). Tijdens het onderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen te worden beantwoord: 1. Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan? 2. Wat is de verwachte bodemopbouw in het gebied? 3. Wat is het geldend beleid en is archeologisch onderzoek nodig en zo ja, in welke vorm?
1.3
Beleidskader
Sinds 1 september 2007 is de herziene Monumentenwet 1988 van kracht. Middels de ‘Wet op de archeologische monumentenzorg’ (Wamz) is hiermee het verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Het verdrag van Malta, ook wel Conventie van Valletta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Deze wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van archeologische onderzoeken. De belangrijkste veranderingen als gevolg van deze nieuwe wetgeving betreffen: • het streven naar behoud en bescherming van archeologische waarden in de bodem; • de archeologische monumentenzorg wordt een geïntegreerd onderdeel van het ruimtelijk ordeningsproces; • de kosten van archeologische werkzaamheden komen in principe voor rekening van de initiatiefnemer van bodemveroorzakende activiteiten (principe van ‘veroorzaker betaalt’). In de Monumentenwet is tevens vastgelegd dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de omgang met archeologische waarden binnen haar gemeentelijk grondgebied. In het geval van een ontgrondingen is echter volgens de ontgrondingswet de Provincie bevoegd gezag. Het provinciaal beleid van de provincie Noord-Brabant ten aanzien van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) is vastgelegd in de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW).1 Hierin staat de visie over cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening centraal. Cultuurhistorische en landschappelijk waarden dienen volgens de provincie als inspiratiebron voor de verhoging van de landschappelijke kwaliteit van het onbebouwde en bebouwde gebied. Op deze manier wordt het 1
Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 7 van 26
Inleiding
erfgoed ook op langere termijn behouden. Een onderdeel van de cultuurhistorische waardenkaart wordt gevormd door de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en is overgenomen van het bestand zoals bij de RCE bekend is. Op de Cultuur Historische Waardenkaart is het grondgebied van de Provincie Noord-Brabant verdeeld in gebieden met een (middel)hoge indicatieve, een lage indicatieve archeologische waarde en in gebieden waarover geen gegevens bekend zijn. Indien het te ontgronden gebied ligt in een gebied met de aanduiding ‘hoge of middelhoge indicatieve archeologische waarde’, dient volgens artikel 12 van de verordening Ontgrondingen provincie Noord-Brabant 2008 een archeologisch onderzoeksrapport volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (waarin de resultaten van het onderzoek naar de omvang, aard en kwaliteit van de aanwezige archeologische waarden zijn opgenomen) te worden voorgelegd.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 8 van 26
2
Quickscan
2.1
Deelgebied 11
Coördinaten:
Ingrepen: Oppervlakte deelgebied Maximale verstoringsdiepte: Geologie:
Geomorfologie:
Bodem:
X: 172.977 / Y: 392.511 X: 173.068 / Y: 392.233 X: 172.876 / Y: 392.305 X: 172.909 / Y: 392.341 Verruiming van de kanaalbochten (langs beide zijden van het kanaal) circa 0,80 hectare Onbekend Volgens de geologische kaart van Mulder en andere ligt het plangebied ter plaatse van een zone met beekzand en –leem, behorende tot het Laagpakket van Singraven (Formatie van Boxtel)(code Bx2). Op de geomorfologische kaart maakt het plangebied deel uit van een zone met een beekdalbodem met veen (code 1R4). De vormt een kleine zone binnen een relatief laag gelegen gebied met een beekdalbodem zonder veen (code 2R5). In deelgebied 11 bevinden zich volgens de bodemkaart (1:50.000), beekeerdgronden, ontwikkeld in leemarm en zwak lemig fijn zand (code kpZg21) met grondwatertrap III. Gebied met een lage archeologische verwachting.
Verwachtingswaarde IKAW: Verwachtingswaarde Cultuurhistorische waardenkaart (beleidsdocument provincie): Lage indicatieve archeologische waarde. Gemeentelijke beleidskaart: De gemeentelijke beleidskaart is nog in de maak en zal vermoedelijk pas eind 2012 van kracht zijn (mededeling mevr. L. Heesakkers, gemeente Laarbeek) Bekende archeologische waarden binnen 50 m van het plangebied: Geen Reeds onderzocht: Nee Verstoord (dieper dan bouwvoor): De deelgebieden zijn op dit ogenblik grotendeels in gebruik als oeverzone en dijk langs de kanalen. Binnen deelgebied 11 liggen enkele kleine wegen langs de kanaaloever, in het zuiden is dit een doodlopende onverharde privaatweg in het noorden betreft dit het jaagpad Wilhelminaweg. Zowel in het noordelijk als het zuidelijk deel van het plangebeid liggen glasvezelkabels van RWS en telefoonkabels van KPN. Onderzoek noodzakelijk volgens provinciaal beleid (ontgrondingsverordening): Nee Advies: Geen onderzoek. Daar het plangebied zich bevindt in een gebied met een lage archeologische verwachting en er zich geen archeologische vindplaatsen binnen 50 m van het plangebied bevinden, wordt archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 9 van 26
Quickscan
Afbeelding 1. Terreinsituatie, het deelgebied is met een paars kader weergegeven. Wegen en verhardingen zijn grijs weergegeven, bebouwingen roze, graszones zijn lichtgroen, bomen en struiken donkergroen, ingerichte zones (grasland, akkers, tuinen) zijn fel groen weergegeven. De verschillende kabels en leidingen staan gekleurd weergegeven.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 10 van 26
Quickscan
Afbeelding 2. Deelgebied 11 (paars kader) weergegeven op de CultuurHistorische Waardenkaart. Bron: Provincie Noord-Brabant.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 11 van 26
Quickscan
Afbeelding 3. Deelgebied 11 (rood kader) weergegeven op de IKAW. Eveneens weergegeven; de in ARCHIS2 opgenomen archeologische monumenten, vondstmeldingen en waarnemingen en onderzoeksmeldingen. Bron: Archis2.
2.2
Deelgebied 23
Coördinaten:
Ingrepen: Oppervlakte deelgebied
X: 162.513 / Y: 390.725 X: 162.677 / Y: 390.805 X: 162.862 / Y: 390.742 X: 162.687 / Y: 390.666 Aanleg draaikom circa 13 hectare
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 12 van 26
Quickscan
Maximale verstoringsdiepte: Geologie:
Geomorfologie:
Bodem:
Verwachtingswaarde IKAW:
Onbekend Volgens de geologische kaart van Mulder en andere ligt het plangebied ter plaatse van een zone met veen, behorende tot het Laagpakket van Singraven (Formatie van Boxtel)(code Bx3). Het plangebeid grens in het westen aan een zone met fluvioperiglaciale afzettingen van leem en zand behorende tot de Formatie van Boxtel, afgedekt met een zanddek (behorende tot het Laagpakket van Wierden (code Bx6). Op de geomorfologische kaart maakt het uiterste oosten van het deelgebied deel uit van een zone met een beekdalbodem met meanderruggen en geulen (code 2R7), centraal maakt het deel uit van een zone met een relatief hooggelegen beekdalbodem zonder veen (code 2R6). Het westen van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde (bebouwde) zone. In deelgebied 23 bevinden zich volgens de bodemkaart (1:50.000), lage enkeerdgronden, ontwikkeld in lemig fijn zand (code EZg23) met grondwatertrap III. Het westen van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde (bebouwde) zone. Gebied met een middelhoge archeologische verwachting. Het westen van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde (bebouwde) zone.
Verwachtingswaarde Cultuurhistorische waardenkaart (beleidsdocument provincie): Hoge of middelhoge indicatieve archeologische waarde. Het westen van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde zone. Het deelgebied maakt ook deel uit van een zone met historisch groen (beplanting Wilhelminakanaal Son, CHW-code G790) en het historisch geografisch vlak met zeer hoge waarde dat bestaat uit het Dommeldal tussen Opwetten en Son (CHWcode V249). Verwachtingswaarde Archeologische beleidskaart Gemeente Son en Breugel: Grotendeels Waarde Archeologie 4. In het zuidwesten Waarde Archeologie 3. Advies gemeentelijke verwachtingskaart: Voor gebieden met waarde 4 (middelhoge archeologische verwachting nabij voordes en oude wegen) gebieden gelden de volgende ondergrenzen archeologisch onderzoek: • Diepte > 40 cm • Oppervlakte 1000 m2 Voor gebieden met waarde 3 (hoge archeologische verwachting) gelden de volgende ondergrenzen archeologisch onderzoek: • Diepte > 40 cm • Oppervlakte 250 m2 Bekende archeologische waarden binnen 50 m van het plangebied: Onmiddellijk ten noordwesten van deelgebied 23 is in het verleden een bureauonderzoek, een proefsleuvenonderzoek en een opgraving uitgevoerd (onderzoeksmeldingen 25795, 26301 en 28172). Hierbij zijn sporen aangetroffen uit de Midden Bronstijd, Late Bronstijd tot Vroege IJzertijd, Midden IJzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. Deze vormen ten minste 1 hoofdgebouw en 10 bijgebouwen. Waarnemingen (417108) en vondstmelding (411102) Reeds onderzocht: Nee Verstoord (dieper dan bouwvoor): Binnen deelgebied 23 liggen langs beide zijden van het kanaal jaagpaden, de Kanaaldijk Noord en Kanaaldijk Zuid. In het zuidelijk deel van het deelgebied ligt een kleine bedrijfsruimte met 320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 13 van 26
Quickscan
bijhorende verharde aanlegplaats en schuurtjes. Een deel van deze aanlegplaats en de schuurtjes maken deel uit van het deelgebied, de bedrijfsruimte valt buiten het deelgebied. Het noorden van deelgebeid 23 ligt ter plaatse van grasland. Zowel in het noordelijk als het zuidelijk deel van het plangebied liggen glasvezelkabels en datakabels van RWS, datakabels van de gemeente, telefoonkabels van KPN en laag- en middenspanningkabel van Enexis. Onderzoek noodzakelijk volgens provinciaal beleid (ontgrondingsverordening): Onderzoek noodzakelijk volgens gemeentelijke verwachtingskaart: Advies:
Ja Ja Vervolgonderzoek. Het plangebied zich bevindt in een gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachting en overstijgt de gestelde ondergrenzen. Bovendien bevindt zich onmiddellijk naast het deelgebied een gekende archeologische vindplaats. Vervolgonderzoek kan in een eerste fase bestaan uit een bureauonderzoek, eventueel aangevuld met een verkennend booronderzoek.
Afbeelding 4. Terreinsituatie, het deelgebied is met een paars kader weergegeven. Wegen en verhardingen zijn grijs weergegeven, bebouwingen roze, graszones zijn lichtgroen, bomen en struiken donkergroen, ingerichte zones (grasland, akkers, tuinen) zijn fel groen weergegeven. De verschillende kabels en leidingen staan gekleurd weergegeven.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 14 van 26
Quickscan
Afbeelding 5. Deelgebied 23 (paars kader) weergegeven op de CultuurHistorische Waardenkaart. Bron: Provincie Noord-Brabant.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 15 van 26
Quickscan
Afbeelding 6. Deelgebied 23 (rood kader) weergegeven op de Archeologische beleidskaart van de gemeente Son en Breugel. Lichtpaarse zones zijn gebieden met waarde 4, paarse zones zijn gebieden met waarde 3. Bron: Past2Present.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 16 van 26
Quickscan
Afbeelding 7. Deelgebied 23 (rood kader) weergegeven op de IKAW. Eveneens weergegeven; de in ARCHIS2 opgenomen archeologische monumenten, vondstmeldingen en waarnemingen en onderzoeksmeldingen. Bron: Archis2.
2.3
Deelgebied 28
Coördinaten:
Ingrepen: Oppervlakte deelgebied Maximale verstoringsdiepte:
X: 155.288 / Y: 389.251 X: 155.389 / Y: 389.295 X: 155.318 / Y: 389.252 X: 155.282 / Y: 389.169 Verruiming van de kanaalbocht circa 0,25 hectare Onbekend
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 17 van 26
Quickscan
Geologie:
Geomorfologie: Bodem:
Verwachtingswaarde IKAW:
Volgens de geologische kaart van Mulder en andere ligt deelgebied 28 ter plaatse van een zone met dekzand (behorende tot het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel, code Bx5). Op de geomorfologische kaart maakt het deelgebied integraal deel uit van een niet gekarteerde (bebouwde) zone. In het noordwesten van deelgebied 28 bevinden zich volgens de bodemkaart (1:50.000), veldpodzolgronden, ontwikkeld in leemarm en zwak lemig fijn zand (code Hn21) met grondwatertrap VI Het noordwesten van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde (bebouwde) zone en het zuiden bevinden zich in een opgehoogde zone. In het noordwesten een gebied met een middelhoge archeologische verwachting. Het oosten en zuiden van het deelgebied valt binnen een niet gekarteerde zone.
Verwachtingswaarde Cultuurhistorische waardenkaart (beleidsdocument provincie): De noordwestelijke hoek van het plangebied heeft een hoge of middelhoge indicatieve archeologische waarde. Het resterende deel van het plangebied heeft geen waarde toegekend gekregen (geen gegevens). Dat de noordwestelijke punt een hoge verwachtingswaarde heeft, heeft te maken met de kaartopbouw. Deze gebeurt in vierkante vlakken. Zeer waarschijnlijk heeft het hele gebied geen waarde toegekend gekregen (geen gegevens). Ten oosten van het plangebied ligt een zone met historische stedenbouw (Industrieel complex Batadorp, rood kader op de CHW) met enkele monumentale panden. Verwachtingswaarde Archeologische beleidskaart Gemeente Best: Grotendeels lage verwachting (categorie 6). Noordoostelijke punt van het deelgebeid valt binnen een zone met een middelhoge verwachting (categorie 5). In een zone van circa 10 tot 15 meter langs beide zijden van de pijpleiding van defensie (zie verder) wordt een gebied zonder archeologische verwachting (categorie 7) weergegeven. Advies gemeentelijke verwachtingskaart: Voor gebieden met een lage verwachting (categorie 6) gelden de volgende ondergrenzen archeologisch onderzoek: • Diepte > 40 cm • Oppervlakte > 25000 m2 Voor gebieden met een middelhoge verwachting (categorie 5) gelden de volgende ondergrenzen archeologisch onderzoek: • Diepte > 30 cm (50 centimeter in agrarische zones en zones met een esdek) • Oppervlakte 2500 m2 Voor gebieden zonder archeologische verwachting wordt geen onderzoek vereist. Bekende archeologische waarden binnen 50 m van het plangebied: Geen Reeds onderzocht: Ja (onderzoeksmelding 48298). Dit betreft echter de melding an het opstellen van de gemeentelijke vaarden- en verwachtingskaart en heeft in die zin geen informatie over het deelgebied. Verstoord (dieper dan bouwvoor): Binnen deelgebied 28 liggen grasland en staan er bomen. Doorheen het deelgebeid lopen pijpleidingen van Defensie en laag- en middenspanningskabels van Enexis. Onderzoek noodzakelijk volgens provinciaal beleid
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 18 van 26
Quickscan
(ontgrondingsverordening):
Onderzoek noodzakelijk volgens gemeentelijke verwachtingskaart:
Advies:
Voor gebieden die geen waarde toegekend gekregen hebben kan een bureauonderzoek worden uitgevoerd. Echter aangezien het gebied op de gemeentelijk verwachtingskaart een lage verwachtingswaarde heeft wordt archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht. Gedeeltelijk. Deel van het deelgebied maakt deel uit van een zone met een middelhoge verwachting en het plangebied is circa 0,25 hectare groot, wat overeenkomt met de gestelde ondergrenzen voor dergelijke gebieden. Geen vervolgonderzoek. Het plangebied zich bevindt in een gebied met geen waarde (geen gegevens bekend). Op de gemeentelijke verwachtingskaart heeft het plangebied , met uitzondering van een klein gedeelte) een lage verwachtingswaarde. Archeologisch onderzoek wordt derhalve niet nodig geacht.
Afbeelding 8. Terreinsituatie, het deelgebied is met een paars kader weergegeven. Wegen en verhardingen zijn grijs weergegeven, bebouwingen roze, graszones zijn lichtgroen, bomen en struiken donkergroen, ingerichte zones (grasland, akkers, tuinen) zijn fel groen weergegeven. De verschillende kabels en leidingen staan gekleurd weergegeven.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 19 van 26
Quickscan
Afbeelding 9. Deelgebied 28 (paars kader) weergegeven op de Cultuur-Historische Waardenkaart. Bron: Provincie Noord-Brabant.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 20 van 26
Quickscan
Afbeelding 10. Deelgebied 28 (rood kader) weergegeven op de Archeologische beleidskaart van de gemeente Best. Lichtpaarse zones zijn gebieden met waarde 4, paarse zones zijn gebieden met waarde 3. Bron: Berkvens, 2010.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 21 van 26
Quickscan
Afbeelding 11. Deelgebied 28 (rood kader) weergegeven op de IKAW. Eveneens weergegeven; de in ARCHIS2 opgenomen archeologische monumenten, vondstmeldingen en waarnemingen en onderzoeksmeldingen. Bron: Archis2.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 22 van 26
3
Conclusie en aanbeveling
3.1
Conclusie en aanbeveling
De quickscan heeft uitgewezen dat voor de locatie Gemeente Son en Breugel: Deelgebied 23archeologisch onderzoek nodig wordt geacht. Archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek eventueel aangevuld met een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van boringen en een veldverkenning. Het verkennend onderzoek heeft tot doel de aard en de mate van intactheid van het bodemprofiel vast te stellen. Afhankelijk van de resultaten van het verkennend onderzoek zal worden bepaald in overleg met het bevoegd gezag, of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk zal zijn. Voor de overige locaties wordt geen archeologisch onderzoek nodig geacht. Mochten tijdens de graafwerkzaamheden alsnog archeologische waarden worden aangetroffen, dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988. Melding van archeologische waarden dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden bij de minister.2 Met betrekking tot deze aanbevelingen dient contact opgenomen te worden met het betreffende bevoegde gezag in kwestie, de Provincie Noord-Brabant. Het betreffende bevoegd gezag dient bovenstaande conclusies te onderschrijven alvorens met de werkzaamheden kan worden gestart
2
Artikel 53 lid 1: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelij-
kerwijs moet vermoeden dat het een monument is, meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Artikel 62 lid 1: Hij die handelt in strijd met de artikelen 11, artikel 37, eerste lid, eerste volzin, 45, eerste lid, 53, eerste lid, dan wel handelt in strijd met een maatregel getroffen op grond van artikel 56, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vijfde categorie. 320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 23 van 26
Literatuurlijst en bronnen
Literatuurlijst Archeologie als nieuwe conditie in de bestemmingsplanne van de gemeente Son en Breugel. Past2Present, 2009. Berkvens, R., 2010. Ondersteboven. Archeologie in Best. Beleidsplan Archeologische Monumentenzorg, gemeente Best. SRE Milieudienst rapport, Eindhoven. Gemeente Son en Breugel, Archeologische waarden- en verwachtingskaart. Past2Present, 2009. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie versie 3.2, 2010. Eindrapport van de Voorbereidingscommissie Kwaliteitszorg Archeologie. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Den Haag. Mulder, E.F.J. e.a. (red.), 2003. De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen Stiboka, 1981. Bodemkaart van Nederland (1:50.000) Blad 51 Oost Eindhoven. Wageningen. Stiboka, 1985. Bodemkaart van Nederland (1:50.000) Blad 50 Oost Tilburg – 51 West Eindhoven. Wageningen. Bronnen Archeologisch informatiesysteem Archis2, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort. http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html Archeologische Monumentenkaart (AMK), Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort. http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord-Brabant, juni 2012. http://chw.brabant.nl/chw/
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 24 van 26
Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen
Verklarende woordenlijst Voor bodemkundige begrippen wordt verwezen naar: H. de Bakker en J. Schelling: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland – De hogere niveaus. Stiboka/Pudoc, Wageningen 1966. ARCHIS
AMK
IKAW
A0-horizont A1-horizont Aan-horizont AC-horizont AB-horizont Ap-horizont B-horizont C-horizont E-horizont G-horizont
CIS-Code
het geautomatiseerde Archeologisch Informatiesysteem voor Nederland. Dit bestaat uit een databank waarin allerlei gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen in Nederland zijn opgeslagen, daterend van de Prehistorie tot de Nieuwe Tijd. en digitaal bestand van alle bekende behoudenswaardige archeologische terreinen in Nederland dat door de RCE in samenwerking met de desbetreffende provincie is opgesteld. Op de kaart staan terreinen met archeologische status aangegeven. De kaart baseert zich op gegevens uit ARCHIS. Statustoekenning vindt plaats nadat het terrein is getoetst aan een aantal door de RCE gehanteerde criteria (kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde). de zogenaamde archeologische verwachtingskaart. Deze geeft een gebiedsindeling in drie categorieën weer op basis van de verwachting van archeologische vondsten (gebieden met een lage, midden, dan wel hoge –archeologische verwachting). De kaart is voornamelijk gebaseerd op het bodemtype. een moerige horizont, bestaande uit onverteerbare en weinig verteerde plantenresten opgehoopt in een aëroob milieu op het onderlinge materiaal (strooisellaag). een minerale of moerige, donker gekleurde horizont, ontstaan aan of nabij het oppervlak, waarin de organische stof geheel of gedeeltelijk is omgezet (humushoudende bovengrond). horizont door de mens opgebracht zoals het mestdek van de enkeerdgronden. een geleidelijke overgang van een A1- naar een C-horizont. een geleidelijke overgang naar een B-horizont. de bouwvoor, de A-horizont die door de mens is bewerkt. een minerale of moerige horizont waaraan door inspoeling bestanddelen zijn toegevoegd, zoals humus of lutum (inspoelingshorizont). een minerale of moerige horizont, die weinig of nauwelijks door bodemvorming is veranderd. Aangenomen wordt dat de bovenliggende horizonten uit soortgelijk materiaal zijn ontstaan (moedermateriaal). een minerale, licht gekleurde horizont die door uitspoeling verarmd is aan kleimineralen, ijzer, aluminium of aan alle drie (uitspoelingshorizont of loodzandlaag). een minerale of moerige, niet-geaëreerde horizont, bij mineraal materiaal meestal donkergrijs of donker blauwgrijs van kleur (“gereduceerde” ondergrond); bij moerig materiaal meestal donkerbruin, na oxidatie verandert in grijs, resp. zwart tot donkergrijs. (=ARCHIS-nummer). Het landelijk registratienummer ten behoeve van archeologisch onderzoek, uitgegeven door het Centraal Informatiesys-
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 25 van 26
Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen
Archeologische Indicatie Colluvium Enkeerdgrond Esdek
Holoceen
Kwartair Löss Pleistoceen Potstal Potstalmest
Prehistorie Schepenbank Site Tertiair Vindplaats Vondst Weichselien
teem. Dit nummer dient op alle vondsten en documentatiemateriaal vermeld te worden. De RCE noemt dit het “onderzoeksmeldingsnummer”, en geeft het af na een Artikel 41-melding. Indicatief archeologisch materiaal dat bij (boor)onderzoek een aanwijzing kan zijn voor de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats. tijdens het Holoceen van de hellingen geërodeerde en in de dalen afgezette lössleem. dikke eerdgrond (=laag met donkere, min of meer rulle grond, met organische en anorganische bestanddelen) ontwikkeld op zandgrond onder invloed van de mens, ook wel essen genoemd. oud verhoogd bouwland, ontstaan door ophoging ten behoeve van bemesting. Voor de bemesting werden plaggen of met zand vermengde potstalmest opgebracht. In geval van een es is de opgebrachte laag ten minste 50 cm dik. De term es is gangbaar in Noord- en Oost-Nederland. In Midden-Nederland wordt gesproken van een enk of eng. geologisch tijdvak, vroeger Alluvium genoemd, binnen het Quartair, van ongeveer 10.000 jaar geleden tot nu, met daarin o.a. het Mesolithicum, Neolithicum, de Bronstijd, de IJzertijd, de Romeinse tijd en de historische tijd. geologische periode van 2 miljoen jaar geleden tot nu, de tijd van het menselijk leven op aarde, omvattend het Pleistoceen en het Holoceen. eolische (wind) afzetting van zeer fijnkorrelig materiaal waarvan het overgrote deel van de korrels (60-85%) kleiner is dan 63 μm. geologisch tijdvak binnen het Quartair, van ongeveer 2 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden, met daarin o.a. de eerste mensensoorten en het Paleolithicum (oude steentijd). uitgediepte veestal. potstalmest of aardmest werd bereid in een zgn. potstal en bestond uit stalmest, huisafval, bos- en heidestrooisel en meestal zand uit sloten of uit humusarme ondergrond van het bouwland zelf en ook werden in plaats van zand heideplaggen gebruikt. dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven. vroegere rechtbank van schepenen (vroegere stadsbestuurders en rechters). een plaats waar in het verleden menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden. geologische periode van 65-2 miljoen jaar geleden, waarin zich de belangrijkste ontwikkelingen van de zoogdieren voordeden. Een ruimtelijk begrensd gebied waarbinnen zich archeologische informatie bevindt (monument, type monument, aard archeologische waarde, archeologische indicatie). Alle soorten mobilia: roerende of roerend geraakte onderdelen van onroerende goederen afkomstig van archeologisch veldwerk of uit bestaande collecties. geologische periode (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet bereikte) ca. 120.000-10.000 jaar geleden.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 26 van 26
Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen
Gebruikte afkortingen AMK Archeologische Monumentenkaart ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem Archis 2 BP before present (voor heden); C14 jaren; het nulpunt ‘heden’ is hierbij volgens internationale afspraak gesteld op 1950 (n.Chr.); de werkelijke kalender- of zonnejaren (gekalibreerde C14-jaren) zijn weergeven in jaren v.Chr. en n.Chr. C14 koolstof 14, isotoop van het normale koolstof 12; radioactief element dat voor dateringsmethoden gebruikt wordt. v.Chr. (jaren) voor Christus n.Chr. (jaren) na Christus GHG Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand GLG Gemiddelde Laagste Grondwaterstand Gwt grondwatertrap IKAW Indicatieve Kaart Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld -mv onder maaiveld RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RGD Rijks Geologische Dienst (tegenwoordig onderdeel van TNO-NITG Bodem) StiBoKa Stichting Bodem Kartering (tegenwoordig onderdeel van Alterra Wageningen)
320937/EHV/GAR1215, revisie C1 Pagina 27 van 26
Bijlage 1
Tijdstabel
320937/EHV/GAR1215, revisie C1
Bijlage 1 : Tijdstabel
Tijdtabel: Model ARCHOL
320937/EHV/GAR1215, revisie C1
Bijlage 1 : Tijdstabel (Vervolg 1)
ARCHEOLOGISCHE PERIODE
VAN
TOT
Nieuwe Tijd Nieuwe Tijd: Nieuwe Tijd C: Nieuwe Tijd B: Nieuwe Tijd A: Middeleeuwen: Late Middeleeuwen: Late Middeleeuwen B: Late Middeleeuwen A: Vroege Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen D: Vroege Middeleeuwen C: Vroege Middeleeuwen B: Vroege Middeleeuwen A: Romeinse Tijd: Romeinse Tijd Laat: Romeinse Tijd Laat B: Romeinse Tijd Laat A: Romeinse Tijd Midden: Romeinse Tijd Midden B: Romeinse Tijd Midden A: Romeinse Tijd Vroeg: Romeinse Tijd Vroeg B: Romeinse Tijd Vroeg A: IJzertijd: Late IJzertijd Midden IJzertijd Vroege IJzertijd: Bronstijd: Late Bronstijd: Midden Bronstijd: Midden Bronstijd B: Midden Bronstijd A: Vroege Bronstijd: Neolithicum: Laat Neolithicum: Laat Neolithicum B: Laat Neolithicum A: Midden Neolithicum: Midden Neolithicum B: Midden Neolithicum A: Vroeg Neolithicum: Vroeg Neolithicum B: Vroeg Neolithicum A: Mesolithicum: Laat Mesolithicum: Midden Mesolithicum: Vroeg Mesolithicum: Paleolithicum: Laat Paleolithicum: Laat Paleolithicum B: Laat Paleolithicum A: Midden Paleolithicum: Vroeg Paleolithicum:
1500 1500
Heden Heden 1850 1650 1500
450 1050
Heden 1850 1650 1500 1500
1250 1050 450
1500 1250 1050
900 725 525 450 12 v. Chr. 270
1050 900 725 525 450 n. Chr. 450
350 270
450 350
70
270
150 70 12 v. Chr. 25 n. Chr. 12 v. Chr. 800 v. Chr. 250 v. Chr. 500 v. Chr. 800 v. Chr. 2000 v. Chr. 1100 v. Chr. 1800 v. Chr. 1500 v. Chr. 1800 v. Chr. 2000 v. Chr. 5300 v. Chr. 2850 v. Chr. 2450 v. Chr. 2850 v. Chr. 4200 v. Chr. 3400 v. Chr. 4200 v. Chr. 5300 v. Chr. 4900 v. Chr. 5300 v. Chr. 8800 v. Chr. 6450 v. Chr. 7100 v. Chr. 8800 v. Chr.
270 150 70 n. Chr. 70 n. Chr. 25 n. Chr. 12 v. Chr. 12 v. Chr. 250 v. Chr. 500 v. Chr. 800 v. Chr. 800 v. Chr. 1100 v. Chr. 1100 v. Chr. 1500 v. Chr. 1800 v. Chr. 2000 v. Chr. 2000 v. Chr. 2000 v. Chr. 2450 v. Chr. 2850 v. Chr. 2850 v. Chr. 3400 v. Chr. 4200 v. Chr. 4200 v. Chr. 4900 v. Chr. 4900 v. Chr. 4900 v. Chr. 6450 v. Chr. 7100 v. Chr. 8800 v. Chr. 8800 v. Chr. 8.800 v. Chr. 18.000 v. Chr. 35.000 v. Chr. 300.000 v. Chr.
35.000 v. Chr. 18.000 v. Chr. 35.000 v. Chr. 300.000 v. Chr.
320937/EHV/GAR1215, revisie C1