1
Inleiding
Voor de beroepsvaart vormt de verbinding tussen Amsterdam en Lemmer een belangrijke vaarroute. De route ligt in de rijkswateren IJmeer, Markermeer en IJsselmeer. Deze meren zelf worden gekenmerkt als vaarweg. De route tussen Amsterdam en Lemmer via de Houtribsluizen in Lelystad vonnt een onderdeel van het landelijke hoofdvaarwegennet en is geschikt voor vaarwegklasse V (maximale diepgang 2,70 m). De route kenmerkt zich door met betonning aangegeven vaarwegtrajecten tussen een aantal vaste punten zoals de voorhavens van sluizen en toegangsgeulen. Daartussen ligt open vaarwater en een thans nog vrij te kiezen route. In de afgelopen de~ctennia zijn door schaalvergroting in de binnenvaart de afmetingen van schepen behoorlijk toegenomen en de diepte van de visarweg blijkt beperkend te worden voor schepen. Grotere schepen kunnen ofwel slechts beperkt worden beladen ofwel de vinarsnelheid wordt beperkt
.
be vaarwegbeneerrirr,
r i j k s w a i r r - s i h a i i i i r r ~ i i rF L e v u i a ~ ~ c i i,v i ;
daarom een trace tussen Amsterdam en Lemmer verdiepen. Het verdiepte trace meet vervolgens met betonning worden aangegeven t.0.v. de minder diepe omgeving. De ondersteuning voor de voorgenomen vaarwegverbetering is te vinden in de landellijke beleidsnota "Tweede Structuurschema Verkeer en
[email protected] wordt gepleit voor een verschuiving van het goede~rentransportover de overbelaste wegen naar vervoer over rails en water. De overheid wil deze verschuiving stimuleren door 0.a. zorg voor goede infrastmctuur. In dat kader wordt een aantal verbeteringen genoemd zoals "vergroting van de bedrijfszekerheid" voor de vaarroute tussen Amsterdam en Lemmer: en "vergroting van de bedrij fszekerheid en verruiming van de c~ebmiksmogelijkhedentot vaarwegklasse V" voor het aansluiter~detraject Lemmer-Delfzij1. De verbetering van deze vaarweg past ook in het beleid dat de directie Flevoland zelf t.a.v. zandwinning in het IJsselmeergebied voor de plar~periode 1990-1999 zal voeren. In deconcept-nota Zand boven water. Oppervlaktedelfstoffenwinning wateren IJsselmeergebied 1990-1999 en milieu-effect rapportafwordt de voorkeur uitgesproken lgvoorwinnen met optimale mogelijkheden voor een goede nabestemming, voornamelijk in de vorm van1 vaargeulverbeteringl'. Verdieping van de vaarweg Amsterdam-Ismmer past in feite in de uitwerking van het zandwinbeleid. De positionering en dimensionering van de vaarweg wordt afgestemd op vaarwegklasse V. De mogelijkheden voor verdere vermiming t.b.v. het vervoer met tweebaksduwvaart mogen hierdoor niet worden geblokkeerd.
Directie Flevoland
2
Werkorijze project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer volgens de p:cocedure van de ontwerp Tracewet
De studie naar de :mogelijkheden voor vaarwegverbetering zal worden uitgevoerd idoor directie Flevoland in de geest van de procedure aangegevlen in de ontwerp Tracewet. Deze wet zal in de toekomst, naar verwachting vanaf 1993, van toepassing zijn op de realisatie of aanpassing van grote infrastructurele werken en een aantal nauwkeurig vastgelegde situaties. In de wet wordt in princ.ipe de huidige niet verplichte traceprocedure met enige aanpassingen vastgelegd. De toepassing van de wet zal worden afgestemd op de m.e.r.-procedure. Omdat de wet nog im de ontwerpfase verkeert, is er uiteraard geen verplichting bij het project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer volgens de voorschriften van deze wet te werken. Op grond van de tekst van de Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiene is de aanpassing van de vaarweg niet m.e.r.-plichtig. Zie hiervoor de bijgevoegde notitie Tracewet en m.e.r.-plicht Toch wordt in essentie de in de ontwerp Tracewet beschreven procedure gevolgd, Omdat deze een goea nanavat biedi-om Bis rijksoverheid naar de overige belanghebbende overheden en derden zorgvuldig te handelen.
".
Deze werkwijze betokent 0.a. dat gemeenten, provincies en andere betrokkenen op de hoogte worden gesteld dat er een trajectnota opgesteld wordt. In samenspraak kan de globale inhoud van de trajectnota vastgesteld worden. Deze startnotitie moet ook in dat licht gezien worden. In bijlage 1 staan Be aangeschreven provincies, gemeenten en andere instanties genoemd. Het streven is de trajectnota in de loop van 1991 te voltooien. Dan wordt deze bij de betrokken provincies en gemeenten ter inzage gelegd. Provincies en gemeenten worden verzocht hierna hun advies over de trajectnota door te geven aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Vervolgens stuurt cle Minister van V&W de trajectnota en de adviezen door aan cle Raad voor Verkeer en Waterstaat. De Raad brengt advies uit aan de Minister. Hierna kan de Minister besluiten tot het a1 dan niet uitwerken van het voorgestelcle trace of het doen onderzoeken van een nieuwe variant. Het: zogenaamde voorkeurtrace wordt toegestuurd aan betrokken gemeenten en provincies en de Raad voor V&W. Gemeenten en proviricie worden verzocht hun oordeel over het voorkeurtrace door te geven aan de ministers van V&W. De minister kan hierna het trace vaststellen.
Directie Flevoland
3
Doe1 traj ectnota
Het doe1 van een trajectnota is te presenteren welke afwegingen zijn gemaakt door de rijksoverheid, in dit geval Rijkswaterstaat directie IFlevoland, bij enerzijds de formulering van het voornemen om het vaarwegtraject Amsterdam-Lemmer te verbeteren en anderzijds b i j de keuze van het voorgestelde trace en tenslotte de overwtzgingen die ten grondslag liggen aan de dimensionering van de vaarweg.
Directie Flewland
4a
Varianten vaarweg
In de huidige situatie kan, afgezien van de noodzakelijke sluispassages, in principe de vaarweg tussen Amsterdam, Lelystad en Lemmer vrij gekozen worden. Om praktische redenen is het traject Amsterdam-Lemmer gesplitst in een traject Amsterdam-Lelystad en Lelystad-Lemmer. Op het gedeelte Amsterdam-Lemmer worden 2 varianten onderscheiden : Ten eerste het tra:ject zoals dat anno 1990 betond en bebakend is volgens de Hydrografische kaart Kust en Binnenwateren nr. 1810 IJsselmeer en Randmeren. Ten tweede een traject evenwijdig en op kortere afstand van de Oostvaardersdijk. Zie voor een globale schets figuur 1. Op het traject Lelystad-Lemmer worden ook 2 varianten onderscheiden: Het traject binnen de betonning van 1990 dat de kortste verh i n d i n r j v n ~ t Ton , twnndn npn t r ? j e ~ . ?n_enr t "??.r )I+=r ) r ) ~ t e ~ .. gelegen. Zie hiervc~orfiguur 1. Wat betreft de dimensionering van het dwarsprofiel zijn er reeds door de Dienst Verkeerskunde van Rijkswaterstaat advieZen opgesteld voor vaarwegen op het IJsselmeer. Hierin worden als minimale diepte N.A.P. 4,80 m en als minimale breedte 150 m genoemd. De mogelijkheid zal onderzocht worden of de vaarwegverbetering kan worden gerealiseerd in combinatie met zandwinning. In principe gelden dezelfde afmetingen: t.b.v de zandwinning kan de bodem op een gro'otste diepte van N.A.P. 8,00 m worden opgeleverd en kan een wat grotere breedte worden overwogen.
-
-
4b
Bij zondere lolcale situaties
Op het gehele traject zijn een aantal bijzondere lokale situaties onderkend. Ondrzrzocht wordt of bij deze situaties eventuele knelpunten voorlcomen of kunnen onstaan i.v.m. de geschiktheid voor 2-baksduknraart. 1
De overgang tussen de geleidedam Oranjesluizen (Amsterdam) en de eventuele trace variant parallel aan de Oostvaardersdijk. 2 De invaart naar de Houtribsluizen bij Lelystadhaven vanaf het zuiden. 3 De overgang van de vaargeul naar de sluisinvaart bij Lemmer Voor deze punten zal een detailstudie worden uitgevoerd.
.
".
5
Inhoud trajectnota
De tracestudie zal uiteindelijk uitmonden in een trajectnota waarin in ieder geval onderstaande onderwerpen aan de orde zullen komen:
-
-
Doe1 Inventarisatiie van: 1 de huiclige verbinding Amsterdam-Lemmer: -beschrijving vaarweg, -scheepspaasages, -economisch belang, -recreatievaart, -ongevallenanalyse, -knelpunten etc. het gebied waarin de vaarwegtraces geprojecteerd kunnen worden: -flora en fauna, -water- en waterbodemkwaliteit, 2
-- ---- -
-=...A,,,
-
--- --.--- ---- ---- ,
",L,.:b,F....-t;
>
0,
-planvorming en relevante plannen op gebied van de ruimtelijke ordening etc Alternatieven voor vaarwegverbetering, varianten in trace en uitvoering. Beschrijving (mi1ieu)effecten van alternatieven en varianten. Kosten- en op.brengstenramingen Afweging en keuze voorkeurvariant
.
Directie Fkvoland
De trajectnota zal in de loop van 1991 gereed komen. In het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 1991-1995 (MIT) is de uitvoering van de vaarwegverbetering vanaf 1995 voorzien. Door directise Flevoland wordt verwacht dat gezien de procedures de uitvoering wellicht eerder maar niet voor 1993 zal kunnen beginnen.
Literatuur Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer Ontwerp Tracewet Handleiding Milieueffectrapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Zand boven water. Oppervlaktedelfstoffenwinning wateren IJsselmeergebied 1990-1999 en milieu-effect rapport
Directie Flevoland
Rguur 1
-
Trac6varianten vaameg Amsterdam Lemmer
Bijlage 1 Lijst van aangeschreven provincies, gemeenten en andere instanties i.v.m. varbetering vaaweg Amsterdam-Lemmer. Provincies: Friesland Flevoland Noord-Holland Gemeenten : Lemsterland Noordoostpolder Urk Dronten Lelystad Almere
.
- 2
2 . -
I1ULUS1.
.
,
.,
.
.. .
.
.
.
... -......---.---
Amsterdam Waterland Andere instanties: Hoofddirectie van de Waterstaat ministerie van Verk:eer en Waterstaat ministerie van VROML ministerie van LNV Rijksverkeersinspectie district Oost en districht Noord-West min. LNV: Directeuren LNO van 3 bovengenoemde provincies Kamers van Koophandel van 3 bovengenoemde provincies OLZIJP
Koninklijke Schippersvereniging wSchuttevaer~~ OVRIJ KNWV
ANWB VBIJ Stichting Natuur en Milieu
'-
-
-.-
-.