Archeologische Basisbeschrijving

Westervoort - De Schans

Archeologische Basisbeschrijving Administratieve gegevens ___________________________________________________________________ Provincie: Gelderland Gemeente: Westervoort Plaats: Schans Toponiem: Schans-zuid; Schans Geldersoord1 Kaartblad: 40B (zie kaart 1) Coördinaten: Het monument is gesitueerd tussen: 195.050/439.250; 195.050/439.600; 195.400/439.350; 195.400/439.650. __________________________________________________________________________ Status: ROB: Terrein van hoge archeologische waarde RDMZ: Rijksmonument (perceelnummers 25, 26, 30, 33, 34 en 35) __________________________________________________________________________ Identificatie: ODB-nummer: 38849 RDMZ-objectcode: 6930AA-00000-01 ROB-objectcode (CAA): 40BZ – 13 CMA-nr.: 40B – 010 CAA-nr.: 40BZ – 13 Archisnr.: 3854 _________________________________________________________________________ Complextype(n): schans + nederzetting (onbepaald) Periode schans: Nieuwe Tijd: 1500 – 1950. Periode nederzetting: begindatering: Romeinse Tijd (12 vC – 450 nC) - einddatering: Late Middeleeuwen (1050 – 1500 nC) __________________________________________________________________________ Beschrijving ROB (CAA): Meldingskaart 1987: RAAP-advies (1996): onderzoek van een deel van het schans-terrein d.m.v. weerstandsmeting/booronderzoek. Stroomrug. Oude woongrond, vastgesteld bij de bodemkartering van 1950. Hierbij is aardewerk verzameld uit de Late IJzertijd en/of Romeinse Tijd en de Late Middeleeuwen. Ook 1 fragment Karolingisch aardewerk. De woongrond is vergraven door de aanleg van een schans in 1741 – 1742. Het schanscomplex lag op de toenmalige grens van Pruisen en Nederland. In de loop van de 19e eeuw is het fort opgeruimd. In het slotenpatroon is de ligging van de schans nog herkenbaar. RAAP heeft in 1996 onderzoek naar de schans verricht. De conclusie is dat een gedeelte van de fundamenten waarschijnlijk nog aanwezig is. Bij de dijkverzwaringswerkzaamheden zijn muurresten tevoorschijn gekomen. Kartering, 1950, Stiboka; weerstandsonderzoek, 1996, RAAP (+ boringen). Conservering is ter plekke waarschijnlijk goed vanwege de ligging onder de dijk. Conservering in het overige terrein is onbekend. Beschrijving RDMZ: verdedigingswerken, omwalling Redengevende omschrijving: In het zuidelijke deel der gemeente nabij de hoeve Heegsche Bouwing op de grens met Duiven gelegen voormalige schans, vermoedelijk uit de Tachtigjarige oorlog. _______________________________________________________________________ (Relevante) literatuur: Bedeaux, D.G., 2003: Fort Geldersoorth te Westervoort, gemeente Westervoort, een inventariserend archeologisch onderzoek, Amsterdam (RAAP-notitie 485). Marinelli, M.G., 1997: Gemeente Westervoort, Fort Geldersoorth, gecombineerd weerstandsen booronderzoek, Amsterdam (RAAP-rapport 231). Menno van Coehoorn, 1958: Atlas van historische vestingwerken in Nederland, deel 2b: de provincie Gelderland. Petersen, J.W. van, 1974: Des Landmeters Trots, Zutphen. Schoneveld, H.W., 2000: Briefrapport betrefende fortificaties “De Schans” te Westervoort, Arnhem (Fugro-briefrapport, opdrachtnummer R-3009). Sophie, G.J., 2006: Westervoort, De Schans, een Archeologische Basisbeschrijving versie 1.1

1


bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen. Met een bijdrage van A. Viersen, Amersfoort (ADC-rapport 560). __________________________________________________________________________ Huidige grondgebruik: bouwland, grasland, tuin, erf, vernatte zone (relict inundatiekanaal)2 Eigenaar: perceel 1220, 1271, 1331 en 1332: Gemeente Westervoort. Perceel 1221 deel 3: Gemeente Westervoort; deel 6: Bureau Beheer Landbouwgronden; deel 7: J. Roelofsen; deel 8 en 10: Maatschap Roelofsen Beerling; deel 9: J. Roelofsen. Perceel 1227: Waterschap Rijn en IJssel. Perceel 1364: Ebbers Grondgebruiker: onbekend Beheerder: onbekend __________________________________________________________________________ kaart 1

Archeologische Basisbeschrijving versie 1.1

2


Archeologische Basisbeschrijving Gegevens veldbezoek ___________________________________________________________________ Datum veldbezoek: 24 januari 2005 Weersomstandigheden: zonnig, vorst Bijzonderheden: geen __________________________________________________________________________ Korte beschrijving van het monument: begroeiing: Perceel 1221 (26, 30 ged., 33, 34 en 35) is overwegend bouwland. Perceel 1364 (25) bestaat vooral uit grasland en is verder in gebruik als erf en tuin. Op het perceel staat een woonhuis met enkele schuurtjes. Perceel 1227 (29) is een relict van het inundatiekanaal, evenals de zone aan de noordgrens van perceel 1221. Het grotendeels verlande kanaal is begroeid met riet, grassen en een jonge houtopslag van vnl. wilgen. Het meest oostelijke deel van het kanaal is geheel verland en als laagte geïntegreerd in de akker op perceel 1221. In het noordelijke deel van het kanaal ligt een watervoerende sloot. Het zuidelijke deel van perceel 1220 (4) is voornamelijk in gebruik als grasland en het noordelijke deel als erf en tuin. Op het perceel staat een historische boerderij met bijgebouwen. Perceel 1271 is begroeid met gras. Het noordelijke deel van perceel 1332 (4) bestaat uit verwilderd grasland, op het zuidelijke deel staat een boerderij met bijgebouwen en daaromheen is het perceel in gebruik als erf en tuin. Ook liggen hier een aantal persbulten. Het grachtrelict ten zuiden van de percelen 1364 en 1221 en ten oosten van perceel 1221 bestaat uit een droge sloot waarin riet groeit. In en langs de sloot staan wilgen. De percelen ten zuiden hiervan bestaan voornamelijk uit met loofbomen omzoomd grasland. In het zuidoosten loopt van zuidwest naar noordoost een onverhard pad: de “Via Philosophia”. De perceelsnummers tussen de haakjes betreffen de nieuwe kadastrale nummering (zie kaart 2). bodemgesteldheid: locatie bolwerk: zwak tot matig siltig, licht humeus zand dat op ca. 1 m –Mv overgaat in sterk tot uiterst siltig, licht humeus, bruingrijs zand (Bedeaux, 2003); gebied ten noorden van inundatiekanaal: matig siltige tot grof zandige, kalkloze klei met roest en mangaanvlekken op zwak tot matig siltig, kalkloos matig grof zand (Sophie, 2006); perceel 1364: zware zavel tot lichte klei (Marinelli, 1997) geomorfologie: oeverwal (is volgens de geomorfologische kaart ter plaatse van het fort vergraven) dikte bouwvoor: gesteld op 30 cm diepteligging archeologische sporen: In perceel 1364 is in diverse boringen op een diepte van 0,4 tot 0, 8 m – Mv een ondoordringbare puinlaag aangetroffen (Marinelli, 1997). Ter plaatse van het bolwerk van het fort is vanaf 0,5 m –Mv een ondoordringbare puinlaag aangetroffen (Bedeaux, 2003) relatie grondwaterpeil: In de sloot ten zuiden en oosten van de locatie van het fort staat (in januari) geen water. Vermoedelijk reiken over het algemeen alleen dieper liggende lagen en sporen (zoals grachtvullingen en de onderste zones van waterputten e.d.) tot in het grondwater. Bij het onderzoek van de Fugro (in maart) bleek in de lage gedeelten van het terrein de grondwaterspiegel relatief hoog te staan, tot dicht onder het maaiveld. Dit had waarschijnlijk te maken met de hoge waterstand in de Rijn in die tijd (Schoneveld, 2000). Overige informatie: Het fort Geldersoort (1741/1742) was gesitueerd op een Gelders schiereiland in het destijds door Pruisen bezette gebied (Duiven/Loo). Het fort diende als verdedigingswerk voor een inlaatsluis waarmee bij een vijandige aanval met water uit de Rijn het achterliggende gebied tussen Westervoort en Doesburg onder water gezet kon worden (inundatie). De inlaatsluis lag niet in de banddijk maar in een Archeologische Basisbeschrijving versie 1.1

3


speciaal omgeleid stuk dijk, een zogenaamde vingerling. Het fort is destijds vanwege dreigend gevaar van Pruisische en Franse troepen aangelegd op de landerijen van de Esse – Bouwinge, een oud hof in het bezit van de Arnhemse Sint Nicolaibroederschap. Reeds in de jaren 1629 en 1672 hebben in dit gebied, aan de rechter Rijnoever tegenover Huissen, tijdelijke verdedigingswerken gelegen. Het fort Geldersoort bestond naast de inlaatsluis ondermeer uit het bastion de Roy waar de kazerne en de hoofdwacht stonden, een getenailleerd hoornwerk, twee lunetten, een ravelijn, twee retranchementen en een redoute ten noordoosten van de schans. In het fort lagen diverse minutie-opslagplaatsen. Aan de noordzijde grensde het fort aan het inundatiekanaal dat vanaf de Nederrijn via de sluis naar het oosten liep en nu nog als een vernatte laagte het perceel 1221 aan de noordzijde begrenst. In de 19e eeuw is het fort afgebroken waarna het terrein in gebruik is geweest van een steenfabriek. Daarbij zijn de kleiwallen afgegraven en de muren afgebroken. Eind 19e eeuw zijn de resten met een kleilaag afgedekt. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de provinciale archeologische monumentenatlas heeft het terrein waarin de overblijfselen van het fort zijn gesitueerd een hoge archeologische verwachtingswaarde en het aansluitend ten noorden gelegen gebied een middelhoge verwachtingswaarde. Het als terrein van hoge archeologische waarde gekenmerkte gebied beslaat het gehele perceel 1221, het zuidelijke deel van perceel 1220 en een deel van perceel 1364. De overblijfselen van het fort Geldersoort zijn voornamelijk gesitueerd in de percelen 1221 en 1364. Een enige tientallen meters brede strook aan de noordwestzijde van perceel 1221 bestaat, samen met perceel 1227, uit een relict van het grotendeels verlande inundatiekanaal. In de dijk aan de westzijde van de locatie van het fort bevindt zich de gerestaureerde 20e eeuwse inlaatsluis (zie verder) en vanaf de sluis tot aan de Nederrijn is het inundatiekanaal ook nog als een brede laagte herkenbaar. Volgens de projectie van het historische grondplan van het fort bevond zich buitendijks, ten zuiden van het toenmalige inundatiekanaal, een omgrachte lunette en aan de noordzijde een verdedigingswal die vanaf de Nederrijn aansloot op de oude dijk. Het kanaal liep vanaf het fort in oostelijke richting en aan de noordoostzijde hiervan lag een verdedigingwal met aan de zuidzijde een gracht. Aan de oosten noordoostzijde van het fort is inmiddels een nieuwbouwwijk verrezen. In 1996 zijn ter hoogte van het noorwestelijke deel van perceel 1364 tijdens dijkverzwaringswerkzaamheden bij het afgraven van de oude dijk stenen fundamenten aangetroffen. RAAP heeft de fundamenten onderzocht en concludeerde dat het vermoedelijk de restanten betreft van het binnendijks gelegen lunet van het fort. Ook de resultaten van het oppervlakte-weerstandsonderzoek dat RAAP in perceel 1364 uitvoerde duiden op de aanwezigheid van restanten van het lunet (vermoedelijk uitgebroken muurwerk). Tevens zijn bij dit onderzoek waarschijnlijk de resten van een munitie-opslagplaats gelocaliseerd en is in diverse boringen een ondoordringbare puinlaag aangetroffen. Van enkele aangetroffen scherven aardewerk en steengoed uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe Tijd is de context onbekend (Marinelli, 1997). In 2000 heeft het ingenieursbureau Fugro ter plaatse van de ‘hoofdfortificatie’ (het fort) een geofysisch onderzoek uitgevoerd, aangevuld met enkele handboringen en sonderingen. De restanten van dit bastion liggen ongeveer in het midden van perceel 1221, tegen het huidige inundatiekanaal. Bij het onderzoek zijn op verschillende plaatsen zwaar puin en (vermoedelijk) funderingsresten aangetroffen (Schoneveld, 2000).


4


In 2003 heeft ook RAAP een booronderzoek uitgevoerd naar de restanten van het centrale deel van het fort. Oorspronkelijk bestond het fort uit een vijfhoekige, gedeeltelijk met gemetselde muren en bastions versterkte aarden omwalling waarbinnen de kazernes stonden. In diverse boringen is een ondoordringbare puinlaag aangetroffen op een diepte variërend van 0,5 tot 1,55 m – Mv. Op die plaatsen waar het puin diep werd aangetroffen is vermoedelijk sprake van een dichtgeworpen gracht. Ook zijn bij het onderzoek vermoedelijk de resten van wallen aangetroffen. Op basis van het onderzoek is geconcludeerd dat de historische kaart van Leenen (1749) het fort vrij nauwkeurig in beeld brengt. De grachten die tijdens het onderzoek zijn aangetroffen vallen redelijk precies samen met de grachtzone zoals deze is aangegeven op de historische kaart. De gracht die het fort zelf omringde had waarschijnlijk een breedte van ca. 10m (Bedeaux, 2003). Naar aanleiding van deze conclusies van RAAP is mede op basis van de nog aanwezige zuidelijke en oostelijke omgrachting het grondplan van het fort vrij nauwkeurig te projecteren op de huidige topografie. In 2005 heeft ADC-ArcheoProjecten een gecombineerd boor- en bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd in de percelen 1220, 1271 en 1332, die ten noorden van het inundatiekanaal liggen. Bij de gemeente Westervoort bestaat het voornemen in dit deel van het plangebied woningen te bouwen. Bij het onderzoek zijn, afgezien van enkele boringen met puinpartikels, geen archeologische indicatoren aangetroffen. Maar het is niet uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten aanwezig zijn (Sophie, 2006). __________________________________________________________________________ Landschappelijke situering: Het fort Geldersoort is gesitueerd op een oeverwal in het oostelijke rivierengebied, iets ten zuiden van de plaats waar de IJssel zich afsplitst van de Nederrijn. De oeverafzettingen maken deel uit van de stroomgordel van Meinerswijk. Bijzonderheden: geen __________________________________________________________________________ Relatie met de (directe) omgeving: landschappelijke context: Agrarisch gebied aangrenzend ten zuiden van de bebouwde kom van Westervoort. andere relicten: Van de locatie van het fort en directe omgeving zijn diverse archeologische vondsten bekend: een vroeg-Romeinse fibula (Archiswaarnemingsnr. 7832); Romeinse munten (-waarnemingsnummer 28663) en laatmiddeleeuws aardewerk (-waarnemingsnummer 3298).3 gebouwde monumenten: Op perceel 1220 is sprake van een gebouwcomplex (Heegsche Bouwing) met een hoge cultuurhistorische waarde (Sophie, 2006). Het betreft een statige historische boerderij met bijgebouwen rond een erf. beschermd dorpsgezicht: n.v.t. anders: Ten tijde van de Koude Oorlog is er in het begin van de jaren ’50 van de 20e eeuw opnieuw, in het geheim, een inlaatsluis in de dijk aangelegd als onderdeel van de IJssellinie. Eind jaren ’60 raakte deze sluis in onbruik. In 1997 kwam bij dijkverzwaringwerkzaamheden de sluis tevoorschijn. Na de restauratie hiervan door het waterschap is dit relict opgewaardeerd als cultuurhistorisch monument. Er zijn bij de sluis ondermeer bankjes geplaatst en een paneel met informatie over de geschiedenis van de inundatiesluis en de IJssellinie. Aan weerszijden van de gerestaureerde inlaatsluis is het verlande inundatiekanaal als een brede vernatte laagte zichtbaar vanaf de Nederrijn tot enige honderden meters aan de oostzijde van de sluis. Deze laagte beslaat perceel 1227 en een tientallen meters brede strook aan de noordzijde van perceel 1221. Bijzonderheden: geen _________________________________________________________________________ Archeologische Basisbeschrijving versie 1.1

5


Aantastingen: Voorzover bekend zijn de overblijfselen van het fort in de ondergrond na de sloop van de verdedigingswerken en de egalisatie van het terrein, niet verder aangetast. Op de projectie van het grondplan van het fort op de huidige topografie ligt echter wel het noordoostelijke deel van het fort met het bastion in het inundatiekanaal. Het is waarschijnlijk dat bij de bouw van de 20e eeuwse inundatiesluis het kanaal is verbreed, waarbij de resten van het noordoostelijke deel van het bolwerk aangetast kunnen zijn. __________________________________________________________________________ Staat van het monument: Aan de oppervlakte verkeert het monument in een goede staat Toelichting: geen _________________________________________________________________________ Waardering: (fysieke) kwaliteit: - gaafheid: De door RAAP in 1996 aangetroffen funderingen verkeerden in een zeer goede staat. Vermoedelijk zijn deze fundamenten zo goed bewaard gebleven omdat ze onder de dijk lagen en zegt dit weinig over de gaafheid van de overige overblijfselen van het complex in de ondergrond. Wel zijn bij verschillende onderzoeken op de locatie van het fort lagen ondoordringbaar puin en de vermoedelijke restanten van een gracht en wallen aangetroffen. Ook is mortel, houtskool en bot opgeboord. Naar aanleiding hiervan kan gesteld worden dat er voldoende aanwijzingen bestaan dat er op diverse plaatsen bouwkundige overblijfselen van het fort en van materiële resten in de ondergrond aanwezig zijn. - conservering: Bij het booronderzoek van RAAP (1996) is botmateriaal aangetroffen. Bij het onderzoek van de Fugro (2000) was sprake van een hoge grondwaterspiegel in de lagere terreindelen. Op basis hiervan mag worden aangenomen dat in ieder geval in een deel van het terrein organisch materiaal goed is geconserveerd. zichtbaarheid: Een aanzienlijk deel van het verlande inundatiekanaal is aan de noordzijde van het fort nog zichtbaar. Aan de zuiden oostzijde is de omgrachting van het fort nog als relict aanwezig in de vorm van een droge sloot. In het terrein is verder geen reliëf zichtbaar dat een relatie heeft met de overblijfselen van de verdedigingswerken. cultuurhistorische waarde: ja ensemblewaarde: Het monument vertegenwoordigt een ensemblewaarde in relatie met de gerestaureede inlaatsluis, het relict van het inundatiekanaal en overige overblijfselen van verdedigingswerken die aansluitend ten westen (buitendijks) en ten oosten (ter plaatse van een nieuwbouwwijk) nog in de ondergrond aanwezig kunnen zijn. Er is sprake van een historische continuïteit in gebruik van de plek: twee militaire werken gericht op verdediging met water. zeldzaamheid: - landelijke: middelmatig - regionale: hoog Bijzonderheden: geen __________________________________________________________________________ Documentatie terreinbezoek: vondsten: geen foto(’s): zie bijlagen anders: zie bijlagen Bijzonderheden: geen __________________________________________________________________________ Bedreigingen: Door bodembewerking en -ingrepen dieper dan de geroerde bovengrond (gesteld op 30 cm) kunnen de restanten van het fort die zich in de ondergrond bevinden Archeologische Basisbeschrijving versie 1.1

6


(structuren als fundamenten, grachten en walrestanten en materiële zaken als organische resten en ander vondstmateriaal) aangetast worden. Aanwezig organisch materiaal (hout, bot, leer, zaden, etc) vergaat over het algemeen sneller in een zuurstofrijke omgeving zoals de oxidatiezone boven de grondwaterspiegel. Bijzonderheden: geen _________________________________________________________________________ Opmerkingen: •

Gezien de aanwezigheid van de restanten van wallen, grachten, fundamenten van steen, uitbraaksleuven en materïele resten zoals bot zijn er in de ondergrond nog aanzienlijke overblijfselen van het fort Geldersoort aanwezig. De cultuurhistorische en wetenschappelijke informatiewaarde hiervan rechtvaardigen de bescherming van het monument.

•

Het is raadzaam om de overblijfselen van het fort die zich in de ondergrond bevinden nader te onderzoeken om meer inzicht te verkrijgen in de exacte ligging en fysieke kwaliteit ervan. Dit kan van belang zijn bij een eventuele toekomstige opwaardering van de in het terrein aanwezige cultuurhistorische waarden en de herinrichting van het gebied. Het verdient aanbeveling de in de ondergrond aanwezige structuren die het grondplan vormen van het fort in kaart te brengen middels een inventariserend veldonderzoek (IVO). Daarbij kan gedacht worden aan een uitgebreid geofysischen/of booronderzoek, aangevuld met een beperkt sleuvenonderzoek. Hierbij moet worden aangetekend dat het door Fugro bij het bolwerk uitgevoerde geofysische onderzoek negatief werd beïnvloed door de hoge grondwaterstand ter plaatse. Naar aanleiding hiervan is geconcludeerd dat waarschijnlijk weerstandsmetingen tot het beste resultaat leiden. Een voorwaarde daarbij is echter dat het onderzoek wordt uitgevoerd bij een lage grondwaterstand (Schoneveld, 2000).4 Voor het uitvoeren van inventariserend veldonderzoek gelden de specificaties zoals die zijn vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 2.2). Naast de algemeen geldende specificaties voor archeologisch veldwerk geldt voor booronderzoek met name de specificatie VS03, voor geofysisch onderzoek VS04 en voor proefsleuvenonderzoek VS05.

•

Om verdere aantasting van de overblijfselen van het fort te voorkomen is het in ieder geval van belang dat grondverzet dieper dan de huidige bouwvoor (gesteld op 30 cm) voorkomen moet worden, dat het huidige (micro)reliëf gehandhaafd blijft en de grondwaterstand niet wordt verlaagd. Bij een eventuele kwalitatieve opwaardering van de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden door inrichtings- en beheermaatregelen kan worden gekozen voor het visualiseren van het oorspronkelijke grondplan van het fort door het fysieke herstel van de belangrijkste en meest karakteriserende elementen. Daarbij ligt het voor de hand met name de aardwerken (wallen) en grachten zoveel mogelijk terug te brengen in hun oorspronkelijke en herkenbare vorm (herprofilering door restauratie en gedeeltelijke reconstructie). Voorwaarde daarbij is dat de maatregelen omkeerbaar moeten zijn. Een restauratie heeft alleen zin als dit wordt vervolgd met een adequaat beheer van het monument. Eén en ander dient nader uitgewerkt te worden in een inrichtings- en beheerplan. Na een eventuele herinrichting van het monument is het in het kader van het beheer van belang het monument periodiek te schouwen en te onderhouden.Voor de inrichting en het beheer van het monument gelden de KNA-specificaties BS02, BS03, BS04 en BS06.

•

Mocht er ter plaatse van de in deze beschrijving genoemde cultuurhistorische overblijfselen grondverzet plaatsvinden die dieper reikt dan 30 cm (bijvoorbeeld bij de herinrichting van het gebied) dan wordt aanbevolen deze werkzaamheden te laten


7


plaatsvinden onder archeologisch toezicht en uit te voeren conform de specificaties zoals die zijn vastgelegd in de KNA. _______________________________________________________________________ Eindnoot 1: De naam en omschrijving van het monument kent in historische bronnen diverse varianten: o.a. De Schans, Fort Geldersoorth, Fort Geldersoord en Fort Geldersoort. In deze archeologische basisbeschrijving is gekozen voor de omschrijving ‘het fort Geldersoort’. Eindnoot 2: In 2005 heeft de gemeente Westervoort besloten het gebied waarin zich overblijfselen van het fort Geldersoort bevinden en de aansluitende percelen ten noordwesten daarvan te bestemmen voor kwalitatief hoogwaardige woningbouw- en landschapsontwikkeling. Eindnoot 3: De context van deze vondsten is onbekend. Bij de diverse onderzoeken die in het plangebied zijn uitgevoerd zijn tot op heden in de ondergrond geen aanwijzingen gevonden voor oudere archeologische sporen dan die van het 18e eeuwse fort. Gezien de bodemgesteldheid en de geomorfologie (oeverwal) kunnen in het beschreven gebied echter wel oudere bewoningsresten aanwezig zijn. Eindnoot 4: Het is vrijwel zeker dat met een magnetometeronderzoek goede resultaten worden geboekt om de ondergrond in kaart te brengen. Mondelinge mededeling van prof. dr. H. Kars, Instituut voor Geo- en Bioarcheologie VU. __________________________________________________________________________ Beschrijver: P.G. Alders, ADC Heritage Datum registratie: 25 januari 2006

Autorisatie Seniorarcheloog Naam: drs. Marc Kocken Datum: 6 maart 2006 (definitief) Paraaf:


8


52 54 90

2

64 84 24 70

14

20

Kloecke n morg

en

66 51

28

96 DeHuysste

12

e

65

19

53

20

1

67

50

man derie

67

44

82

68

40 38

104

2

2

De Com

69

83

105

11

8 94

Le ntsenb urg

10

13

1 84 18

82

52 64

20

70

62

21 28

23

72

9

De

Kem

11

13

fkens

23

25 31

1 33 49

39

41

33

286

288

2t/m258

284 300 290

282 320 27

302

292

318 olen

316

De Rosm

280 314

304 294

312

278 Het G

310 eerke

296

n

308 276 298 306 Het G eerke

n

35 39 43 47 53

51

33

31

29

1 t/m 27 Comm

and eurlan

t

2

37 22

41

45 14

49

land

55

Spring

1271

25

12

57 t/m 83

36 2 31 40 24

117 42 26 11 9 4

1 Tig gelland

44 45

103

46

4

24 101 99

14

2

12 4

48

Descha ns

47 2

49 50 51

10 90

52

33

3

61

35

12

59

54

De Rosm

56

84

olen

1 2 4 82 72

't Kleefse

70 47 62

13

56 45 18 20 46

43

30

'tKle efse

41

58

32

lt Rhijnve

42 44

'tKle efse

39

17 19 21

34

29 13

37

23

35 25

26

29 33

Sch ans d ijk

7

7a

25 Lo odij k

30

8 12

17

9

10

11

kaart 2


9


1. Westervoort De Schans: Infobord bij sluis.

2. Westervoort De Schans: Perceel1221 met kanaal op voorgrond. Naar O.


10


3. Westervoort De Schans: Inundatiekanaal. Vanaf sluis naar O.

4. Westervoort De Schans: Inundatiekanaal vanaf sluis. Naar W.


11


5. Westervoort De Schans: Oostzijde sluis. Naar N.

6. Westervoort De Schans: Perceel 1220 met inundatiekanaal op voorgrond. Naar NO.


12


7. Westervoort De Schans: Inundatiekanaal. Naar ZO.

8. Westervoort De Schans: Infobord onderaan inundatiesluis.


13


9. Westervoort De Schans: Oostzijde sluis. Naar N.

10. Westervoort De Schans: Gebied buitendijks ten zuiden van kanaal. Naar ZW.


14


11. Westervoort De Schans: Panorama-overzicht fortlocatie; 1 van 3. Vanaf dijk naar ZO.

12. Westervoort De Schans Panorama-overzicht fortlocatie; 2 van 3. Vanaf dijk naar O.


15


13. Westervoort De Schans: Panorama-overzicht fortlocatie; 3 van 3. Vanaf dijk naar N.

14. Westervoort De Schans: Bezoekers infopunt bij sluis.


16


15. Westervoort De Schans: Panorama-overzicht fortlocatie; 1 van 3. Vanaf NO naar W.

16. Westervoort De Schans: Panorama-overzicht fortlocatie; 2 van 3. Vanaf NO naar ZW.


17


17. Westervoort De Schans: Panorama-overzicht fortlocatie; 3 van 3. Vanaf NO naar ZW/Z.

18. Westervoort De Schans: Relict kanaal van O naar W. Links perceel 1221.


18


19. Westervoort De Schans Perceel ten zuidoosten van fort locatie. Naar N.

20. Westervoort De Schans: Zuidoosthoek fortlocatie. Naar NW.


19


21. Westervoort De Schans: Pad ten zuiden van fortlocatie. Naar ZW.

22. Westervoort De Schans: Westzijde sluis. Naar N.


20


23. Westervoort De Schans: Panorama NW-hoek fortlocatie; 1 van 5, vanaf Rosmolen naar W.

24. Westervoort De Schans: Panorama NW-hoek fortlocatie; 2 van 5, vanaf Rosmolen naar W.


21


25. Westervoort De Schans: Panorama; 3 van 5. Vanaf Rosmolen naar N.

26. Westervoort De Schans: Panorama; 4 van 5. Vanaf Rosmolen naar N.


22


27. Westervoort De Schans: Panorama; 5 van 5. Tullekens hofstede vanaf Rosmolen naar O.


23

Archeologische Basisbeschrijving

Recommend Documents