Notitie ‘Communicerende Vaten’
Aanbevelingen voor het aanpassen van de Drank- en Horecawet met als doel het terugdringen van overmatig alcoholgebruik
Platform Kocon Katwijk, mei 2006
Inhoudsopgave
Inleiding...................................................................................................... 2 1.
Analyse landelijk en regionaal .......................................................... 3 1.1 1.2
2.
Onderzoek en activiteiten alcoholmatiging Katwijk ........................ 5 2.1. 2.2
3.
Uitkomsten Nationale Drugsmonitor 2005 van het Trimbos instituut............................. 3 Samenvatting jongerenpeiling GGD en scholierenonderzoek Trimbos......................... 4
Onderzoek in Katwijk ..................................................................................................... 5 Activiteiten in Katwijk...................................................................................................... 6
Conclusies en aanbevelingen ........................................................... 7 3.1 3.2
Conclusies...................................................................................................................... 7 Aanbevelingen ............................................................................................................... 9
Bijlagen..................................................................................................... 10 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Alcohol Meetkeet................................................................................................. 11 Onderzoek uitgaan en vrijetijdsbesteding 14 en 15 jarigen ................................ 13 Kernpunten Drank- en horecaverordening Katwijk ............................................. 16 Convenant Alcoholbeleid Jeugd- en Jongerencentra Katwijk............................. 17 Discussie wet- en regelgeving............................................................................. 19 Alcoholplan Katwijk ............................................................................................. 22
Het Platform Kocon, voorheen Platform Verslavingszorg Katwijk,
is een
samenwerkingverband van organisaties en vrijwilligers die in de gemeente Katwijk en de regio werk verrichten op het gebied van alcohol en drugs. Het doel van het Platform is startend gebruik van genotmiddelen ontmoedigen, wijzen op risico’s en gevolgen van gebruik en overmatig gebruik, door gerichte vroegsignalering problematisch gebruik terug dringen en ingeval van verslavingsproblematiek verwijslijnen en toeleiding naar gerichte zorg helder maken. De werkzaamheden richten zich op uitwisseling, afstemming en het ontwikkelen, uitvoeren en implementeren van activiteiten op het gebied van verslavingspreventie, zorg en maatschappelijk herstel. Verschillende organisaties nemen deel aan het Platform, zoals: GGD Hollands Midden, Politie Hollands Midden, Gemeente Katwijk, Factor Welzijn afdeling jeugd- en jongerenwerk, Parnassia, Stichting de Brug en Bureau Jeugdzorg. Naast de reguliere activiteiten worden op basis van signalen, leemten, behoeften, knelpunten en actualiteiten besproken.
Zonodig worden vervolgens
gezamenlijk activiteiten ontwikkeld die hierop antwoord kunnen geven.
Inleiding Sinds 1993 is het Platform Kocon in opdracht van de gemeente Katwijk als breed samenwerkingsverband actief betrokken bij de beleidsontwikkeling, de initiëring en de uitvoering van het verslavingsbeleid. De Tweede Kamer heeft binnenkort de wet- en regelgeving rond alcohol geagendeerd. De afgelopen jaren heeft het Platform Kocon zich intensief met dit onderwerp beziggehouden. Al jaren tonen cijfers en praktijkervaringen aan dat alcoholproblematiek in Nederland drastisch toeneemt. Een inventarisatie van landelijke en regionale cijfers en eigen lokaal onderzoek bevestigen het beeld dat in Nederland het alcoholgebruik zorgwekkend hoog is, dat men op jongere leeftijd steeds meer drinkt en dat er een trend onder jongeren is om veelal gesanctioneerd door de ouders thuis voor te drinken. Katwijk verschilt hierin niet veel ten opzichte van andere plaatsen. Het is gebruikelijk om bij de constatering van een maatschappelijk probleem preventie in te zetten, meestal in de vorm van voorlichtingscampagnes. Het blijkt echter dat wanneer preventie geen deel uitmaakt van een pakket maatregelen dit nauwelijks positief effect heeft. Het Platform heeft daarom in 2000 prioriteit gegeven aan het ontwikkelen van een integraal alcoholmatigingsbeleid en hiervoor het Alcoholplan Katwijk geschreven. Bij de opzet van het Alcoholplan is gestreefd naar een samenhangende aanpak, een gelijktijdige inzet van diverse beleidsinstrumenten en draagvlak bij besturen, maatschappelijke organisaties, burgers en het bedrijfsleven. Dit alles met als doel om enerzijds het overmatig alcoholgebruik, vooral onder jongeren, terug te dringen en anderzijds om opvoeders en de samenleving bewust te maken van de omvang van dit probleem en te wijzen op de consequenties voor de volksgezondheid en de openbare orde en veiligheid in de toekomst. Een groep van 30 Katwijkers, waaronder de barkeeper, de politieagent en de leraar, hebben aan de hand van een metafoor over water de problemen rond alcohol in kaart gebracht en oplossingen aangedragen. Dit heeft geleid tot tal van activiteiten zoals discussies met jongeren en de politiek (Biervatenpraat), onderzoek onder jongeren en aanbevelingen van de jongeren aan de lokale politiek (Veilig in Katwijk Stappen), een gezamenlijk thema- en preekweek van de kerken, voorlichtingen in bibliotheken en scholen, het inbouwen van het onderwerp alcohol in bestaande preventieactiviteiten en signalering en behandeling van alcoholisme. De werkgroep ‘Regelgeving en handhaving’ heeft de bestaande wet- en regelgeving en de handhaving ervan in kaart gebracht. Dit heeft geleid tot aanbevelingen en aanpassingen van de lokale regelgeving en handhaving. De succesvolle onderdelen uit het alcoholprogramma heeft het Platform Kocon in 2005 geïntegreerd in het al bestaande programma voor preventie, zorg en maatschappelijk herstel van ex-verslaafden en ex-gedetineerden. Bij het ontwikkelen van het beleid is het één van onze uitgangspunten dat wij vooral zoeken naar lokale oplossingen. Daarbij worden we echter geconfronteerd met de beperkingen van de mogelijkheden van lokaal beleid door de geldende landelijke wet- en regelgeving. Het opstellen van wet- en regelgeving is geen competentie van lokale overheden en/of organisaties, maar vanwege onze ervaringen in de uitvoering van lokaal alcoholmatigingsbeleid willen wij de Tweede Kamer toch een aantal aanbevelingen en concrete voorstellen doen die ertoe kunnen leiden dat een meer sluitende aanpak tussen landelijke wetgeving en de uitvoering hiervan op lokaal niveau kan worden gerealiseerd.
Hans Moolenburgh, huisarts Voorzitter van het Platform Kocon
2
1.
Analyse landelijk en regionaal
Om goed zicht te krijgen in genotmiddelengebruik en trends op dit gebied is het noodzakelijk om onderzoek te doen. Deze vinden regelmatig zowel landelijk als op regionaal niveau plaats en leveren cijfers op over de gezondheidssituatie en leefgewoonten van jongeren en volwassenen. In deze paragraaf zijn enkele onderzoeksuitkomsten samengevat. Na het landelijk onderzoek zoomen wij steeds verder in, daarbij Katwijk gebruikend als representant voor een gemeente in Nederland.
1.1
Uitkomsten Nationale Drugsmonitor 2005 van het Trimbos instituut
In mei 2006 zijn de uitkomsten bekend geworden van de Nationale Drugsmonitor 20051. Belangrijke conclusies zijn:
• • • • • • • • • • •
Alcoholgebruik is wijd verbreid in de Nederlandse samenleving. 10% van de Nederlandse bevolking is een probleemdrinker. De stijging van het aantal alcoholcliënten bij (ambulante) verslavingszorg zet nog steeds door Registratiegegevens van algemene ziekenhuizen laten in 2004 een verdere toename zien van het aantal opnames waarbij een aan alcohol gerelateerde aandoening een rol speelt. Overmatig alcoholgebruik is aantoonbaar de belangrijkste determinant voor het verlies van de kwaliteit van leven. Ondanks een wettelijk verbod kunnen jongeren onder de 16 jaar eenvoudig alcoholhoudende dranken krijgen. Overmatig of problematisch alcoholgebruik valt te zien in speciale groepen. Vergeleken met scholieren uit andere landen drinken Nederlandse scholieren vaak. Tijdens vakanties wordt door jongeren veel gedronken. Veel jongeren drinken tijdens het uitgaan. Het alcoholgebruik onder scholieren is tussen 1999 en 2003, met name onder meisjes tussen de 12 en 14 jaar toegenomen.
Percentage drinkers ooit in het leven. Bron: Peilstationsonderzoek scholieren, Trimbos-instituut.
1
Het Trimbos instituut doet, als landelijk kennisinstituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg regelmatig onderzoek. De uitkomsten hiervan zijn vaak leidend in beleidsontwikkeling en ontwikkelingen op het gebied van preventie.
3
1.2
Samenvatting jongerenpeiling GGD en scholierenonderzoek Trimbos
De GGD Hollands Midden2 en het Trimbos doen periodiek onderzoek door jongeren- en volwassenenpeilingen. De belangrijkste conclusie uit de gegevens is dat op basis van kwantitatieve gegevens het middelengebruik in Katwijk niet of nauwelijks afwijkt van de gemiddelde omvang van andere gemeenten van gelijke grootte. Tevens is eenzelfde beeld te zien in de kleinere gemeenten in Nederland en in de grote steden. Wel is opgevallen dat Katwijk relatief veel niet-drinkende vrouwen heeft en dat zij minder vaak excessief drinken ten opzichte van andere vrouwen in Zuid-Holland Noord. De volgende tabellen bevatten gegevens over het alcoholgebruik van jongeren in de Duin- en Bollenstreek, waaronder Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg. Deze gemeenten zijn als cluster samengevoegd en vergeleken met gemiddelden in de gemeenten van Zuid Holland Noord. Alcoholgebruik jongeren Tabel1
Percentage dat alcohol drinkt Leerlingen basisschool groep 7 en 8
.
Leerlingen voortgezet onderwijs
Duin- en Bollenstreek
1996 15%
2003 21%
1996 59%
2003 71%
Zuid-Holland Noord
15%
22%
58%
63%
Toelichting Tabel 1 In 2003 drinkt 21% van de leerlingen in groep 7 en 8 van de basisschool alcohol in de Duin- en Bollenstreek. Dit is meer dan in 1996 en evenveel als in Zuid-Holland Noord. 71% van de leerlingen op het voortgezet onderwijs drinkt alcohol; dit is meer dan in 1996 en meer dan in Zuid-Holland Noord. Tabel2
Percentage jongens en meisjes dat alcohol drinkt 30
25
25
23
25
16
20 15
12-14 jarige jongens
10
12-14 jarige m eisjes
5 0 1989
2003
Tabel 3 Gemiddeld aantal glazen alcohol van de drinkers naar leeftijd
Duin- en Bollenstreek Zuid-Holland Noord
12-14 jarigen in voortgezet onderwijs 1996 2003 2,4 4,5 2,5 3,7
15-17 jarigen in voortgezet onderwijs 1996 2003 5,3 6,3 5,0 6,0
Toelichting Tabel 3: In de Duin- en Bollenstreek hebben in 2003 de 12-14 jarigen in het voortgezet onderwijs, de laatste keer dat zij alcohol dronken, gemiddeld 4,5 glazen gedronken. Dit is gemiddeld 2,0 glazen meer dan in 1996 en 0,8 glas meer dan gemiddeld in Zuid-Holland Noord. De 15-17 jarigen in het voortgezet onderwijs, hebben de laatste keer dat zij alcohol dronken, gemiddeld 6,3 glazen gedronken. Dit is gemiddeld 1,0 glas meer dan in 1996 en 0,3 glas meer dan gemiddeld in Zuid-Holland Noord. 2
Jongerenpeiling 2003 GGD ZHN 2003 (www.ggdhm.nl). Beschrijving van de gezondheidssituatie en leefgewoonten van jongeren van 12 t/m 26 jaar in de 22 gemeenten van de regio Zuid Hollend Noord.
4
2.
Onderzoek en activiteiten alcoholmatiging Katwijk
2.1.
Onderzoek in Katwijk
De gemeente Katwijk3 en het Platform Kocon hebben in de afgelopen jaren lokaal diverse onderzoeken geïnitieerd en uitgevoerd. Hiermee zijn veel cijfers, feiten en meningen verzameld over genotmiddelengebruik en de mogelijkheden op het gebied van wet- en regelgeving.
Alcohol Meetkeet De Werkgroep Alcoholpeil van het Platform kreeg als opdracht een meetmethode te ontwikkelen om het alcoholgebruik in Katwijk in kaart te brengen, zodat het lokale beleid kan worden geoptimaliseerd. In deze werkgroep ontstond het idee van een mobiel meetstation, met zowel bestaande als nieuw ontwikkelde meetinstrumenten. Er werd gekozen voor een vragenlijst gecombineerd met een aantal lichamelijke testen, zoals de blaastest. De gemeente Katwijk gaf een schaftkeet in bruikleen en de Alcohol Meetkeet startte in september 2002 met een onderzoek onder bezoekers van cafés, jongerencentra en voetbalkantines in Katwijk. In de loop van 19 onderzoeksavonden hebben 860 bezoekers van 17 verschillende uitgaanslocaties meegewerkt aan het onderzoek met een respons van 70%. Op 15 april 2003 zijn de resultaten van de Alcohol Meetkeet aan alle betrokkenen gepresenteerd.4 Zie Bijlage 1.
Inventarisatie regelgeving alcohol Vanuit de Denktank en later de Werkgroep Regelgeving en Handhaving is een inventarisatie gemaakt rond de (on)mogelijkheden van de regelgeving rondom alcohol. Deze zijn als voorstel voor beleid aan de gemeente gedaan. De gemeente heeft aangegeven welke elementen zij al in praktijk gaat brengen of dat al doet en welke voorstellen naar haar idee niet haalbaar of functioneel zijn. Op verzoek van de gemeente hebben zowel de werkgroep als het Platform het concept voor de nieuwe drank- en horecaverordening bezien en aanbevelingen gedaan. Een aantal aanbevelingen van de Werkgroep en het Platform zijn overgenomen in de nieuwe horecaverordening. Zie voor de kernpunten van deze nieuwe verordening Bijlage 3.
Enquête kennis en gebruik genotmiddelen In opdracht van het Platform vond in 2002-2003 een afstudeeronderzoek plaats naar verslavingspreventie op scholen voor voortgezet onderwijs (VO) in Katwijk5. Online is een enquête afgenomen waaraan ca. 250 leerlingen in de leeftijd van 14-16 jaar hebben meegewerkt6. Dit onderzoek gaf inzicht in de kennis van de jongeren over genotmiddelen en hun gebruik en de mate waarin jongeren door ouders en op school geïnformeerd werden over genotmiddelen. De jongeren gaven aan dat zij graag met het thema aan de gang wilden gaan met behulp van zoekopdrachten op Internet naast de traditionele lessen. Deze wens is in 2005 omgezet in zowel lesmaterialen (Internetzoekopdracht) voor het VO als opdrachten voor de jongeren die deelnemen aan de preventiesurvivals. Uitkomst was ook dat de belangstelling èn uitvoering van voorlichting over genotmiddelen in het voortgezet onderwijs niet vanzelfsprekend is; het is slechts één van de vele maatschappelijke onderwerpen die ‘behandeld moeten worden’.
3
4
5
Het werkgebied van het Platform is in december 2004 uitgebreid naar de gemeenten Rijnsburg en Valkenburg. In 2006 zijn de gemeenten gefuseerd. De nieuwe gemeente Katwijk heeft ca. 60.000 inw. Rapportage Alcohol Meetkeet. Resultaten van een onderzoek uitgevoerd door het Platform en de GGD onder uitgaanders in Katwijk in het kader van het Alcoholplan van het Platform Verslavingszorg Katwijk. Katwijk, 15 april 2003. Zie: www.kocon.nl en www.ggdhm.nl Onderzoek in het kader van de opleiding Culturele Maatschappelijke Vorming (Hogeschool Leiden). Dennis Klinkenberg- November 2002- Juli 2003.
5
Onderzoek uitgaan en vrijetijdsbesteding 14 en 15 jarigen (VIKS) In oktober en november 2003 is vanuit het Project Veilig In Katwijk Stappen (VIKS) een enquête over uitgaan en vrijetijdsbesteding gehouden onder 585 jongeren van 14-15 jaar. De uitkomsten en aanbevelingen hiervan zijn in 2004 en gepresenteerd aan het gemeentebestuur. Samenvattend: jongeren willen extra activiteiten en gelegenheid om uit te gaan en alcohol is niet de bepalende factor bij de 16min groep. (Zie Bijlage 2)
2.2
Activiteiten in Katwijk
De gemeente Katwijk gaf het Platform Kocon in het jaar 2000 de opdracht en subsidie om het voorgestelde alcoholmatigingsbeleid te ontwikkelen en uit te voeren, zoals verwoord in de verschillende voorstellen en notities van Het Platform7. Hierbij zijn verenigingen, hulpverlening, horeca, bedrijven, kerken, onderwijs, politie, gemeenteraad, jongeren en verslavingszorg betrokken. Op basis van onderzoeksuitkomsten en voorstellen uit denktanks, project- en werkgroepen ontstond het Activiteitenplan - Alcoholplan Katwijk. Het uitgangspunt was om een samenhangende aanpak, een gelijktijdige inzet van diverse beleidsinstrumenten en draagvlak bij besturen, maatschappelijke organisaties, burgers en het bedrijfsleven te creëren. In 2002 ging het gemeentebestuur van Katwijk akkoord met de uitvoering hiervan. Dit leidde onder andere tot de Meetkeet Alcohol, het project Veilig In Katwijk Stappen (VIKS), Biervatenpraat, het Project Genotmiddelen, Opvoeding en Gezin en het (verder) inbouwen van het onderwerp alcohol in bestaande preventieactiviteiten en signalering en behandeling van alcoholisme. Een uitgebreidere beschrijving van een aantal activiteiten vindt u in Bijlage 6. Samen met het bestuur van Katwijk is gekeken hoe de regels zijn aan te passen binnen de APV. Deze regels dienen zowel de volksgezondheid als de openbare orde. De gemeente Katwijk, en in aansluiting daarop de gemeenten Rijnsburg en Valkenburg, heeft laten zien dat zij inzet op alcoholmatigingsbeleid door regulering via het afsluiten van een horecaconvenant, een voorstel voor leeftijdsverhoging (naar 18 jaar) voor de aankoop van alcohol in supermarkten, verruimde sluitingstijden, een 24-uurs opening van het politiebureau en strenger handhaven van de bestaande wet- en regelgeving. Het politieteam Katwijk schrijft vaak een procesverbaal uit voor het in bezit hebben van alcohol en aangetroffen alcohol wordt in beslag genomen. Het beleid is nog steeds in ontwikkeling en het voortzetten van deze activiteiten is zeker gewenst. De onderstaande grafiek over de overlastcijfers in het centrum laat zien dat dit beleid effect heeft. TOTALEN 'OVERLAST' PER JAAR CENTRUM KATWIJK ZEE 350 297 300
285
250
200 149
150
124
100
50
0
2001 7
2003
2002
2004
1. ‘Kurk’ Een voorstel voor alcoholmatigingsbeleid in Katwijk. Platform Verslavingszorg aug. 2000 2. Voortgangsrapportage Alcoholplan Katwijk. Platform Verslavingszorg, juli 2002. 3. Wet en regelgeving Alcohol. Instrumenten waarmee gemeenten een lokaal alcoholmatigingsbeleid vorm kunnen geven. Platform Verslavingszorg - Denktank Regels, december 2002 4. Alcoholplan - Activiteitenplan 2003-2004 – Platform Verslavingszorg, december 2002
6
3.
Conclusies en aanbevelingen
3.1
Conclusies
In de voorgaande hoofdstukken is aan de hand van onderzoek aangegeven dat het toenemend alcoholgebruik een probleem is dat landelijk speelt en dat het gebruik in Katwijk daar geen uitzondering op vormt. Ook is aangegeven welke acties er in Katwijk zijn ondernomen om alcoholmatiging te bewerkstelligen. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste beleidskaders voor lokaal en landelijk matigingsbeleid aangegeven. Daarnaast wordt aangegeven welke beperkingen er zich voorgedaan hebben bij het ontwikkelen van acties. Tenslotte doen we een aantal aanbevelingen wat betreft wet- en regelgeving en de handhaving daarvan. Het zijn aanbevelingen waarvan wij menen dat ze een belangrijke bijdrage kunnen vormen aan de ontwikkeling van zowel lokaal als landelijk matigingsbeleid. 3.1.1 Conclusies lokale regelgeving, handhaving en toezicht Het belangrijkste instrument voor alcoholmatiging in de lokale regelgeving zijn de bepalingen daartoe in de Algemeen Plaatselijke Verordening. De APV in Katwijk is in 2004 opnieuw vastgesteld, daarin zijn enkele bepalingen opgenomen die zich er specifiek op richten het gebruik van alcohol te matigen en zo mogelijk terug te dringen. De belangrijkste van die bepalingen is dat het jongeren jonger dan 16 jaar niet is toegestaan om in de openbare ruimte alcoholhoudende drank voorhanden te hebben met het doel deze te consumeren. De politie zet hier speciaal op in met als resultaat dat zij, met name in het weekend veel verbaliseert en grote hoeveelheden alcoholhoudende drank in beslag neemt. Daarnaast krijgen de ouders van de betreffende jongeren vanuit de lokale overheid de boodschap dat dit is gebeurd omdat zij juridisch gezien aansprakelijk zijn. Het tweede belangrijke element is de bepaling dat het vergunninghouders niet is toegestaan om de zogenaamde ‘happy hours’ te houden waarbij tijdelijk alcoholhoudende drank tegen zeer lage prijzen wordt verkocht. 3.1.2 Conclusies landelijke wet- en regelgeving, handhaving en toezicht Het belangrijkste kader én instrument op landelijk niveau om alcoholgebruik te beperken is vanzelfsprekend de Drank- en Horecawet. Deze kenmerkt zich doordat de bepalingen erin zich veelal richten op de verstrekking van alcohol en in mindere mate op het misbruik. Er zijn geen bepalingen van kracht voor het bezit of het gebruik van alcohol. Strikt bezien mag zelfs een jong kind alcohol drinken mits de ouders dit toestaan. De handhaving van de bestaande regels is decennia lang maar zeer beperkt geweest. Het toezicht en de handhaving nu zijn moeizaam omdat er weinig daartoe bevoegde functionarissen zijn. Hun instelling, de Voedsel- en Warenautoriteit, is erg beperkt van omvang en functioneert zonder directe afstemming met lokale autoriteiten. De handhaving van die artikelen die betrekking hebben op het misbruik van alcohol, zoals ‘openbare dronkenschap’ en ‘doorschenken aan personen in kennelijke staat’ zijn respectievelijk beperkt en zo goed als niet gehandhaafd! De belangrijkste leemten in de regelgeving zelf ligt in het feit dat deze wet beoogt het gebruik en misbruik te beperken maar dat in de wet niets is geformuleerd over het bezit en het gebruik. 3.1.3 Conclusies wat betreft het gebruik van alcohol Het gebruik van alcohol is in het verleden in Nederland vooral gereguleerd doordat ouders hun kinderen leerden om te gaan met alcohol en doordat de samenleving daaraan grenzen stelde. Wetgeving, regelgeving en handhaving van de regels door overheden spelen hierin in Nederland van oudsher een minder belangrijke rol. In een aantal andere landen (USA, Zweden) zijn het juist met name wetten en handhaving die matig alcoholgebruik moeten bewerkstelligen.
7
Met het vervagen van de norm rond alcohol bij zowel ouders als samenleving is een permissieve cultuur ontstaan. Het probleem dat hierdoor ontstaat is tweeledig. Ten eerste is er een grote groep die door het actuele drinkgedrag problemen veroorzaakt, ten tweede neemt in de toekomst de gezondheidsschade toe en is een verdere stijging van het aantal probleemdrinkers te verwachten. Vrijwel de gehele samenleving heeft ‘iets’ met alcohol. De beertender op de keukentafel illustreert dit treffend. Dit heeft ertoe geleid dat we in het algemeen alcoholgebruik normaal zijn gaan vinden in een hoge frequentie, grote hoeveelheden, op veel momenten op een dag maar ook in een heel jonge aanvangsleeftijd van het eerste gebruik. Meer specifiek komt uit landelijk, regionaal en lokaal onderzoek naar voren dat jongeren vaker drinken, dat ze meer consumpties per keer drinken en dat ze jonger beginnen alcoholhoudende drank te drinken. Diezelfde onderzoeken laten zien dat deze ontwikkelingen bij de jongens al langer gaande zijn maar dat helaas ook met name bij de jonge meisjes die ontwikkeling sterk is. Dit wordt wellicht in de hand gewerkt doordat we als samenleving wel alert zijn op het gebruik van illegale drugs maar nog weinig oog hebben voor de gevaren van het gebruik van alcohol. De verklaring met betrekking tot het ontstaan van dit alcoholprobleem dient niet neergelegd te worden bij één groep maar is uiteindelijk een verantwoordelijkheid die de gehele samenleving zich mag aanrekenen. De oplossing moet dan ook meer zijn dan de som der delen. Preventie dient hand in hand te gaan met een goede wet- en regelgeving en toezicht daarop. Het is van het grootste belang dat we opnieuw de verantwoordelijkheid nemen om een halt toe te roepen aan ‘drinkgedrag’ dat volkomen uit de hand dreigt te lopen. Enerzijds zullen opvoeders hun eigen voorbeeldgedrag onder de loep moeten nemen en beseffen dat hun kinderen gevaar lopen door overmatig alcoholgebruik. Anderzijds is het evenzeer nodig dat beroepsgroepen als bij voorbeeld de horeca, de supermarkten, en de handhavende instanties hun verantwoordelijkheden nemen. Helaas lijkt het er nu vooral op dat de genoemde groepen elkaar de verantwoordelijkheid toeschuiven. Naast de schade van het enorme alcoholgebruik dreigt dus ook het probleem van polarisatie tussen groepen waar het vooral een gedeeld en gezamenlijk probleem zou moeten zijn. 3.1.4 Conclusie over de grenzen aan de mogelijkheden Op lokaal niveau zijn in Katwijk zoals eerder beschreven tal van acties en maatregelen in gang gezet die resultaat opleveren. Er zijn nog tal van acties die lokaal ondernomen kunnen worden maar het is evenzeer duidelijk geworden dat een lokaal initiatief ook sterk begrensde mogelijkheden heeft. Zo zijn er ook pogingen tot actie ondernomen die gestrand zijn door factoren die lokale competenties te boven gaan. • Lokale acties worden soms verijdeld door landelijke organisaties: het is bijvoorbeeld door tussenkomst van een landelijke supermarktorganisatie niet gelukt een convenant te sluiten met lokale winkeliers over het verhogen van de verkoopleeftijd voor alcohol naar 18 jaar. • Een aantal landelijke instellingen nemen niet de verantwoordelijkheid die ze zouden kunnen en misschien moeten nemen: de Koninklijke Horecabond zou het tot haar verantwoordelijkheid kunnen rekenen om haar leden die zich bij de verstrekking van alcohol misdragen te royeren als lid maar is op dit moment eerst en vooral belangenbehartiger voor haar leden. • Soms is de capaciteit van/ of de samenwerking met landelijke instanties voor verbetering vatbaar: duidelijk blijkt uit onderzoek dat de leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol slecht gehandhaafd wordt. De handhaving op dit aspect ligt bij de Voedsel- en Warenautoriteit die een heel beperkte inzet kan plegen en die bovendien sterk autonoom functioneert. In het algemeen kan gesteld worden dat in de laatst decennia de controle op bijvoorbeeld de naleving van de artikelen van de Drank- en Horecawet heel veel te wensen heeft overgelaten • In de huidige wetten en regels bestaan hiaten. Zo wil de Drank- en Horecawet de verkoop van alcohol reguleren omdat het om een riskante stof gaat. Het uiteindelijke doel van deze wet zou toch moeten zijn om het gebruik van het middel te beperken, met name onder jongeren. Het is daarom vreemd dat er wèl een leeftijd is bepaald voor de verkoop van alcohol maar dat er daarbij niets is bepaald over het voorhanden hebben of gebruiken van deze stof!
8
3.2
Aanbevelingen
Het Platform Kocon wil een aantal aanbevelingen doen. Een deel komt overeen met de voorstellen zoals recent gedaan door minister Hoogervorst. Wij zijn tot onze aanbevelingen gekomen door de ervaring van de afgelopen jaren, door het deelnemen aan een studiereis naar Amerika8 over alcohol en handhaving en door discussie. Wij vinden het van belang dat wij vanuit plaatselijk perspectief komen met een aantal aanbevelingen die de verdere ontwikkeling van een effectief gemeentelijk beleid mogelijk maken. Wij doen daarom de volgende aanbevelingen:
1. Verbied de aankoop, het voorhanden hebben en het gebruik van alcohol door personen jonger dan (nu) 16 jaar door dit op te nemen in de Drank- en Horecawet 2. Verhoog de leeftijd voor verkoop van alcohol naar 18 jaar door dit op te nemen in de Drank- en Horecawet. 3. Leg de bevoegdheden voor handhaving vooral neer op lokaal niveau. 4. Zet PR en preventie in om draagvlak te verkrijgen voor de handhaving van wetten en regels
De argumenten voor deze aanbevelingen treft u aan in Bijlage 5. De eerste drie aanbevelingen kunnen slechts op landelijk niveau afgehandeld worden. De vierde is een aanbeveling die wij zeker zelf lokaal in praktijk zullen brengen omdat we overtuigd zijn van het nut en de noodzaak. Daarnaast doen we nog vier algemene aanbevelingen die enerzijds wel zeer bekend zullen voorkomen maar waarvan in de huidige praktijk blijkt dat ze niet of onvoldoende uitgevoerd worden:
5. Zet versterkt in op de handhaving van bestaande regels 6. Initieer in de handhaving samenwerking tussen de lokale, regionale en rijksoverheden. 7. Laat betrokken partijen zoals ouders, koepelorganisaties en beroepsgroepen hun eigen verantwoordelijkheid oppakken. 8. Leg deze zaken vast in geschreven beleid.
8
International Alcohol Enforcement Seminar Falls Church, Virginia, 3 tot en met 10 November 2005
9
Bijlagen Bijlage 1 – Alcohol Meetkeet Bijlage 2 - Onderzoek uitgaan en vrijetijdsbesteding 14 en 15 jarigen (VIKS) Bijlage 3 – Kernpunten Drank- en horecaverordening Katwijk Bijlage 4 - Convenant Alcoholbeleid Jeugd- en Jongerencentra Katwijk Bijlage 5 – Discussie wet- en regelgeving (Deze bijlage bevat ook de aanbevelingen met de bijbehorende argumentatie) Bijlage 6 – Alcoholplan Katwijk
10
Bijlage 1
Alcohol Meetkeet
In 2003 vond een onderzoek in Katwijk plaats onder bezoekers van cafés, jongerencentra en voetbalkantines in Katwijk onder de noemer ‘Alcohol Meetkeet’9 . Tijdens negentien uitgaansavonden zijn zeventien verschillende uitgaanslocaties bezocht; twaalf cafés, drie jongerencentra en twee voetbalkantines. De vragenlijsten, aansluitend bij het Antenne onderzoek 2000 Amsterdam, met vragen over feitelijk alcoholgebruik, opvattingen over alcoholgebruik en betrokkenheid bij verschillende vormen van agressie zijn door vrijwilligers uitgedeeld. Na invullen van de vragenlijst konden de uitgaanders een blaastest doen en (minstens) één andere test; een reactietest, een test om de hersteltijd van het oog na intensieve belichting te meten (‘lichttest’) en een test om het concentratievermogen te meten.
De resultaten van de Alcohol Meetkeet hadden betrekking op 807 personen, waarvan 90% uit Katwijk en 10% uit de aangrenzende plaatsen als Rijnsburg en Valkenburg. Het blijkt goed mogelijk om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Uitgaanders willen graag meewerken en het levert veel informatie op. De Alcohol Meetkeet
Belangrijkste resultaten uit het onderzoek: Zo’n 70% van alle benaderde personen heeft de vragenlijst ingevuld. Dit responspercentage is veel hoger dan het gemiddelde onderzoek naar drankgebruik. Van de vragenlijsten is 65% ingevuld in een café, 19% in een jongerensociëteit en 17% in een voetbalkantine. De mannen maken 65% uit van de onderzoekspopulatie. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 23 jaar. Van alle deelnemers woont 90% in Katwijk, 30% is scholier of student. Ruim driekwart gaat minstens één keer per week uit. Figuur 1 Percentage van de uitgaanders uitgezet naar het gemiddeld aantal glazen alcohol dat op een doordeweekse dag of op een dag in het weekend wordt gedronken. 40
W eek
35
W eekend
30 25
%
20 15 10 5 0 0
1 -2
3 -4
5 -6
7 -8
9 -1 0
A a n t a l g la z e n
1 1 -1 5
1 6 -2 0
20+
Alcohol- en drugsgebruik
Van de deelnemers drinkt 97% af en toe alcohol; 15% van de uitgaanders drinkt dagelijks. Als de uitgaanders drinken, drinken ze op een doordeweekse dag gemiddeld 2,5 glazen alcohol. Op een
9
Rapportage Alcohol Meetkeet. Resultaten van een onderzoek uitgevoerd in Katwijk in het kader van het Alcoholplan. Katwijk, 15 april 2003. Zie: www.kocon.nl en www.ggdhm.nl
11
dag in het weekend is dit 11,7 glazen. Mannen drinken systematisch meer dan vrouwen. Met deze hoeveelheden is 38% van alle uitgaanders een riskante drinker.10 Tijdens de uitgaansavond hebben de mannen op het moment van invullen van de vragenlijst gemiddeld 8,5 glazen genuttigd. Voor vrouwen is dit 3,6 glazen. Ongeveer een derde van deze hoeveelheid is gedronken voordat zij in de uitgaanslocatie waren. Slechts 20% van de uitgaanders is de afgelopen maand niet dronken geweest. Normen en verwachtingen over alcoholgebruik
Het aantal glazen waarvan men vindt dat het teveel is, is vijftien glazen voor de mannen en tien glazen voor de vrouwen. Als men nog moet fietsen is het ‘toelaatbaar aantal glazen’ voor de mannen tien en voor de vrouwen zeven glazen. Dronken of aangeschoten op de fiets zitten is voor 33% van de uitgaanders geen probleem. Als men nog moet autorijden hanteert een kwart van de respondenten een norm hoger dan twee glazen alcohol. Opvallend is dat de minderjarigen hier hogere aantallen noemen dan oudere uitgaanders. Verwachtingen van alcohol
In de vragenlijst zijn tien stellingen opgenomen over de verwachtingen van alcohol of over alcohol en stoer willen doen. De uitgaanders in Katwijk hebben opvallend positieve verwachtingen van alcohol. Mannen hebben positievere verwachtingen van alcohol dan vrouwen. Jongere uitgaanders denken positiever over alcohol dan de oudere uitgaanders. Hoe positiever de verwachtingen van alcohol, hoe meer glazen alcohol is gedronken tijdens de uitgaansavond. Voor veel mannelijke uitgaanders is alcohol omgeven met overmoedig en uitgelaten gedrag. Betrokkenheid bij agressie
Van de uitgaanders heeft 17% het afgelopen jaar opzettelijk iets vernield, 20% nam deel aan een serieuze vechtpartij, 13% heeft iemand zodanig geslagen dat deze verbonden moest worden, en 8% is zodanig geslagen dat hij of zij verbonden moest worden. In totaal is 29% van de uitgaanders als dader betrokken bij agressie. Slechts 1% van de uitgaanders is alleen als slachtoffer betrokken bij agressie. Van de uitgaanders is 46% ooit betrokken geweest bij een vechtpartij tijdens het uitgaan. Het alcoholgebruik van de personen die betrokken zijn geweest bij een vorm van agressie is hoger dan dat van de personen die niet betrokken zijn bij agressie. Aanbevelingen uit dit onderzoek zijn ook nu nog van toepassing:
1. Blijf consequent prioriteit geven aan een alomvattend alcoholbeleid met oog voor openingstijden, leeftijdsgrenzen, overlast en preventie van alcoholgebruik. 2. Kijk bij de vormgeving van het alcoholbeleid ook naar de mogelijkheden om alcoholgebruik in de sportkantines te verminderen. Hierbij dient oog te zijn voor eventuele financiële consequenties voor de verenigingen. 3. Kijk bij het alcoholbeleid niet alleen naar alcoholgebruik in de uitgaanslocaties, maar besteed ook aandacht aan het ‘indrinken’. Aandachtspunten hierbij zijn: • De rol van ouders • Handhaving van leeftijdgrenzen in supermarkten11 • Het niet schenken aan bezoekers die al te veel hebben gedronken. 4. Besteed in bestaande preventieactiviteiten aandacht aan: • De risico’s van alcohol en autorijden juist ook voor de groep minderjarigen • De regelgeving rondom en de risico’s van alcoholgebruik op de fiets • De positieve verwachtingen van alcohol • De stoerheid en baldadigheid waarmee alcohol is omgeven 10
Voor jongeren tot negentien jaar: dagelijks drinken, of een paar keer in de week vier glazen of meer, of minstens tien glazen op een dag in het weekend. Voor personen vanaf negentien jaar geldt dagelijks drinken, of een paar keer in de week vijf glazen of meer.
11
In de winkels van Xenos zijn tegenwoordig zwak-alcoholische buisjes en flesjes drank te koop , waaronder ‘breezers’. Het Platform heeft de gemeente verzocht uit te zoeken in hoeverre dit toegestaan kan worden.
12
Bijlage 2
Onderzoek uitgaan en vrijetijdsbesteding 14 en 15 jarigen
Het Project ‘Veilig In Katwijk Stappen’ (verder VIKS) van het Platform Kocon is in januari 2003 gestart met twee groepen jongeren in de leeftijd van 16 tot 25 jaar. Aanleiding vormde de ongeregeldheden in het najaar van 2002 in het centrum van Katwijk tijdens uitgaansavonden. Het Platform was benieuwd naar de mening en ideeën van de jongeren zelf; op welke manier kan overmatig alcoholgebruik onder jongeren worden teruggedrongen en hoe voorkomen we overlast? Jongeren zijn persoonlijk benaderd met de vraag of zij willen helpen met het vinden van antwoorden. Er zijn twee groepen jongeren geformeerd die met het thema aan de slag zijn gegaan. Groep 1 bestond met name uit jongeren die betrokken waren bij de incidenten in het centrum. Zij zijn gevraagd door een medewerker van de politie en het jongerenwerk. Groep 2 bestond uit jongeren die bekend zijn uit bijvoorbeeld het jongerenwerk of de kerken. In oktober en november 2003 is vanuit het Project VIKS, een enquête over uitgaan en vrijetijdsbesteding gehouden onder 585 leerlingen van 14-15 jaar. Daarnaast zijn door de jongeren van VIKS 8 gastlessen verzorgd in verschillende klassen van het voortgezet onderwijs. De uitkomsten en aanbevelingen van het Project VIKS zijn in 2004 gepresenteerd aan het gemeentebestuur. Samenvattend waren de uitkomsten van de VIKS-enquête dat jongeren: • extra activiteiten en een extra gelegenheid willen om uit te gaan • dat alcohol niet de bepalende factor is voor activiteiten voor de 16-min groep. Resultaten enquête:
Voordrinken Voordrinken is het nuttigen van alcoholhoudende drank voordat je uitgaat. Van alle 457 jongeren die uitgaan drinken er 198 voor (43,6%). Er is daarbij nauwelijks verschil tussen jongens en meisjes. Er is ook nauwelijks verschil tussen Katwijkers en niet-Katwijkers. Uit de antwoorden blijkt dat: • Het voordrinken behoorlijk sterk toeneemt met de leeftijd: van respectievelijk 29,5%, via 44,3% tot 55,6%. 55,6% 44,3% 29,5%
13 jaar 14 jaar 15 jaar
Voordrinken 13, 14, 15-jarigen
• •
Het gemiddeld aantal glazen alcohol bij het voordrinken bedraagt voor jongens gemiddeld 6,5 glas en voor meisjes bijna 6 glazen. Het aantal glazen dat wordt voorgedronken neemt toe met de leeftijd van gemiddeld 4,5 glas, via 6 tot bijna 8 glazen bij 15-jarigen.
Voordrinken lijkt inmiddels een geaccepteerd verschijnsel. Niettemin vinden wij het percentage jongeren van 15 jaar dat voordrinkt schrikbarend en onacceptabel hoog, vooral in combinatie met de cijfers over de hoeveelheid alcohol die gebruikt wordt. Gemiddeld drinken jongeren iets meer dan 6 glazen voor. Voor 15-jarigen bedraagt het gemiddelde bijna 8 glazen!
13
Drinken tijdens het uitgaan Van de jongeren in de leeftijd van 13, 14 en 15 jaar die uitgaan drinkt 62,6% alcohol tijdens het uitgaan. Van de jongens drinkt 64,2%, van de meisjes 60,9%. Drinken tijdens uitgaan door 13, 14 en 15-jarigen 100% 37,4 %
80%
Drinken geen alcohol
60% %
Drinken alcohol
40% 62,6% 20% 0%
Het drinken van alcohol tijdens het uitgaan neemt sterk toe met de leeftijd: Er is daarbij nauwelijks verschil tussen Katwijkers en niet-Katwijkers wat betreft de percentages.
84,9%
100
63,25 %
80 60
13 jaar 14 jaar
38,55%
40
15 jaar
20 0 Drinken van alcohol naar leeftijd
• • •
Het aantal glazen alcohol dat tijdens het uitgaan gedronken wordt is gemiddeld 7 glazen voor de jongens en 6 voor de meisjes. Het aantal glazen alcohol dat gedronken wordt neemt sterk toe met de leeftijd: van 4,5 glas bij de 13-jarigen, via ruim 6 glazen bij de 14-jarigen tot bijna 8 glazen bij de 15-jarigen. Niet-Katwijkers drinken gemiddeld ongeveer 1 glas meer dan Katwijkers; 7,21 > 6,35
Ondanks het feit dat het niet toegestaan is, gaan veel uitgaande jongeren onder de 16 jaar regelmatig naar een disco (43%) of een café (12%). Het is duidelijk dat het niet slechts om incidentele gevallen gaat. Het is gezien de uitkomsten ook duidelijk dat de bestaande wetten, regels en afspraken niet gehandhaafd worden. In het belang van het voorkomen van alcoholgebruik op jeugdige leeftijd, de ‘overbevolking’ van de horeca en de openbare orde verdient het de aanbeveling dat dit wél gebeurt. Van de jongeren die uitgaan drinkt 63% alcohol tijdens het uitgaan. Ook hier neemt het percentage toe met de leeftijd tot 85% bij de 15-jarigen. Jongeren drinken gemiddeld 6,5 glas tijdens het uitgaan. Dit neemt met de leeftijd toe tot bijna 8 glazen bij de 15-jarigen. Als de gegevens over voordrinken en drinken tijdens het uitgaan gecombineerd worden geeft dat de volgende resultaten; • 19% van alle jongeren gaat niet uit. Over hun ‘drinkgedrag’ is ons niets bekend. • 34% van de jongeren die uitgaan drinkt helemaal geen alcohol. • 21% drinkt niet voor maar wel tijdens het uitgaan. • 40% van de jongeren drinkt voor én tijdens het uitgaan.
14
Uitgaanders van 13 jaar drinken gemiddeld op een uitgaansdag in totaal 3 glazen. Dit loopt bij 15-jarigen op tot ruim 11 glazen. Een omrekening leert dat 15-jarige uitgaanders die voordrinken én drinken tijdens het uitgaan drinken gemiddeld bijna 16 glazen!! In ieder onderzoek naar alcoholgebruik door jongeren komt naar voren dat zowel bij jongeren als volwassenen vrouwen minder drinken dan mannen. Bij deze meting worden door de jongens en meisjes vrijwel dezelfde hoeveelheden gebruikt. Een ander verschil met bijvoorbeeld de ‘Jongerenpeiling 2003’ van de GGD Zuid Holland Noord is de hoeveelheid alcohol die wordt genuttigd. Tot nu toe komt uit geen enkel onderzoek naar voren dat in Katwijk meer gedronken wordt dan elders. Waardoor worden de verschillen veroorzaakt? Bij het VIKS-onderzoek zijn de vragenlijsten afgenomen in de klas en is specifiek gevraagd naar het voordrinken De ‘Jongerenpeiling 2003’ is een postenquête met een minder hoog responspercentage waarin niet gevraagd is naar voordrinken. Is er voor zowel Katwijk als andere plaatsen sprake van een onderrapportage? Die vraag kan VIKS niet beantwoorden. Wat VIKS wel laat zien is dat het drinkgedrag van een grote groep jongeren zonder meer (zeer) zorgwekkend is vanuit het oogpunt van gezondheid. Hoewel het procentueel om een minderheid van de jongeren gaat levert hun drinkgedrag risico op wat betreft ongevallen, vechtpartijen, acute vergiftiging, voortdurende vergiftiging en het risico van verslaving. Toch meent de overgrote meerderheid (86%) van de jongeren dat het ook zonder alcohol gezellig kan zijn. Ook in de gastlessen is op dit onderwerp ingegaan. De vraag of ze voorbeelden konden geven van gezellige feesten zonder alcohol werd aarzelend beantwoord. De meeste antwoorden betroffen schoolfeesten en een enkeling noemde familieverjaardagen. Dit gaf de indruk dat ze maar weinig feesten zonder alcohol meemaken. Het lijkt er daarmee ook op dat de feesten zonder alcohol alleen die gelegenheden zijn waarbij als regel “geen alcohol” gesteld wordt. Dit beeld komt overeen met het beeld dat ontstaan is bij het werkbezoek aan de discotheek La Baraque in Zevenhuizen voor 10- tot en met 15-jarigen. Ook daar is alcohol zonder meer verboden en dat wordt zonder slag of stoot geaccepteerd door de bezoekers. Uiteraard is het, net als bij schoolfeesten, ook hier zaak te letten op drankgebruik net buiten of in de onmiddellijke omgeving van de gelegenheid.
Als jongeren de vrijheid krijgen al dan niet te drinken is het blijkbaar een ‘automatisme’ dús wel te drinken. Het verbieden van alcoholgebruik en het handhaven daarvan in dit soort situaties lijkt daarentegen redelijk makkelijk door jongeren geaccepteerd te worden.
15
Bijlage 3
Kernpunten Drank- en horecaverordening Katwijk
(Ingangsdatum januari 200612) Beperking verstrekking sterke drank13 (art.2)
Het is verboden sterke drank te verstrekken in: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Snackbar Onderwijs Jeugdorganisaties of jeugdinstellingen; Sportorganisaties of sportinstellingen; Wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf; Inrichting op strand14, een kampeer- of een caravanterrein.
Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank15 (art. 3) 1. Het is verboden om in een restaurant of snackbar na 22.00 uur ’s avonds zwakalcoholhoudende drank te verkopen die niet ter plaatse wordt opgedronken. 2. Het is verboden om bedrijfsmatig of gratis zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken, wanneer er activiteiten plaats vinden, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die nog geen 16 jaar zijn in locaties voor onderwijs, jeugd en sport, strand-, kampeer- of caravanterrein Opgave leeftijd vereiste bij aanvraag (art 5) Een aanvraag voor een vergunning moet onder andere voorzien zijn van een opgave van de leeftijd van de bezoekers waarop de inrichting zich richt en een kopie van het bestuursreglement als bedoeld in artikel 9 van de Drank –en Horecawet. Prijsacties niet toegestaan - Vergunningsvoorschriften (art. 6) 16 In het belang van alcoholmatiging, verbinden Burgemeester en wethouders aan de vergunning voor een horecabedrijf voorschriften: Prijsacties die het gebruik van alcohol stimuleren zoals “happy hour”, “meters bier” en “rondjes van de zaak”, zijn in het horecabedrijf niet toegestaan.
Leeftijdsgrenzen (art. 7) 1. Het is verboden in een discotheek/dancing personen toe te laten en aanwezig te hebben die nog geen 16 jaar zijn. 2. Het is verboden om bij een dansfeest, houseparty of popconcert personen toe te laten en aanwezig te hebben die geen 16 jaar zijn. 3. Het is verboden om in een café personen die nog geen 16 jaar zijn, ná 22.00 uur toe te laten en aanwezig te hebben. 12
13 14 15
16
De vorige verordening was van 1968. Op basis van het Raadsbesluit 30 september 2004 trad de nieuwe verordening trad in november 2005 in werking. Hierna lag de verordening ivm de fusie opnieuw ter inzage t/m 3 maart 2006. De nieuwe ingangsdatum, met terugwerkende kracht, is 1 januari 2006. Deze informatie is een samenvatting van de ‘Drank- en horecaverordening Katwijk’. De volledige tekst van de verordening is te vinden op de website: www.katwijk.nl of op te vragen bij de gemeente Katwijk. Sterke drank: bestaat uit 15% of meer volumeprocenten uit alcohol, met uitzondering van wijn De gemeente Katwijk heeft nav een proef strandexploitanten ontheffing verleend van deze maatregel. Zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank De burgemeester kan ontheffingen verlenen en intrekken. Overtreding van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. (artikel 8)
16
Bijlage 4
Convenant Alcoholbeleid Jeugd- en Jongerencentra Katwijk
Convenant Alcoholbeleid Jeugd- en Jongerencentra Katwijk Algemeen Alcohol heeft de eigenschap dat het de bij een persoon aanwezige remmingen verdooft. Dat betekent bij voorbeeld dat iemand die verlegen is na enkele glazen alcohol wel durft te praten of te dansen. Het is duidelijk dat het drinken van een beperkte hoeveelheid alcoholhoudende drank op die manier kan bijdragen aan de gezelligheid. Bij het drinken van grotere hoeveelheden alcohol kan dit omslaan in het tegendeel; mensen verliezen de beheersing over hun gedrag. De diverse vormen waarin mensen vervelend worden onder invloed van alcohol zijn welbekend. Naast vervelend gedrag kan er ook gevaarlijk gedrag ontstaan door overmoedigheid, ontremde agressie en verkeersdeelname. Epidemiologisch onderzoek geeft aan dat steeds meer mensen in Nederland steeds jonger, meer en vaker drinken. Dit is direct merkbaar nadelig voor de gezelligheid en geeft problemen wat betreft de veiligheid en gezondheid van mensen. Dit verschijnsel is merkbaar in alle sectoren van de Nederlandse samenleving en dus ook in de jongerencentra in Katwijk. Het is voor de deelnemers aan dit convenant belangrijk dat het gebruik van alcohol een positieve bijdrage levert aan de gezelligheid in de centra (en daarbuiten) en dus beperkt blijft. Alcoholbeleid Om die reden voeren de jongerencentra een actief alcoholbeleid waarin ze er naar streven hun bezoekers de mogelijkheid te bieden om alcoholhoudende dranken te kunnen kopen en drinken maar in zodanige hoeveelheden dat het leuk en verantwoord blijft. Daartoe ondernemen ze de volgende maatregelen: •
Reglement
In het reglement van een centrum zijn regels opgenomen die het alcoholgebruik van bezoekers beperken. Als blijkt dat zij dermate veel alcohol op hebben dat zij dronken zijn, gevaarlijk zijn voor zichzelf of hun omgeving of overlast veroorzaken wordt hen verder geen alcoholhoudende drank meer geschonken. •
Handhaving
De Drank- en Horecawet en de reglementen omvatten veel regels. Regels hebben slechts zin als zij gehandhaafd worden; om die reden zetten de jongerencentra in op het actief handhaven van hun regels. Zij laten hun medewerkers scholen in het verantwoord verstrekken van alcohol en laten ze trainen om ook in moeilijke gevallen in staat te zijn deze regels te handhaven. •
Programmering
De jongerensociëteiten scheiden in hun programmering de activiteiten voor jongeren tót 16 jaar van de activiteiten voor jongeren van 16 jaar en ouder als er alcohol geschonken wordt. Dat betekent dat er overeenkomstig de Drank- en Horecawet bij activiteiten voor jongeren tot 16 jaar geen alcoholhoudende drank wordt geschonken. Dit is een feitelijke bijdrage aan het voorkomen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd.
17
•
Prijsbeleid
De centra prijzen de niet-alcoholische dranken die ze verkopen aanzienlijk gunstiger dan de alcoholische dranken. Daarnaast stemmen ze de prijzen op elkaar af zodat jongeren geen reden hebben slechts op grond van goedkopere alcoholhoudende drank voor een bezoek aan één van de sociëteiten te kiezen. Voor het seizoen september 2005- 2006 hanteren zij de volgende minimumverkoopprijzen: Niet-alcoholhoudende dranken (fris) € 0,60 Alcoholhoudende dranken (wijn, bier) € 1,20
Deelnemende instellingen: Dit convenant is een overeenkomst tussen de vijf hierna genoemde jongerencentra: Sociëteit de Boemerang Huetingstraat 36 2223 BN Katwijk Jongerencentrum de Donk Suurmondstraat 1 2221 TH Katwijk ‘t JOK Kerkstraat 68c 2223 AJ Katwijk JVC de Schuit Voorstraat 59 2225 EM Katwijk Jongerencentrum SCUM Noordduinseweg 3 2221 BL Katwijk Dit convenant treedt in werking op 1 september 2005 en geldt tot 1 september 2006. Daarna wordt opnieuw overlegd over het al dan niet continueren ervan. Voor akkoord getekend op 27 september 2005 ……………………….
……………………….
Namens de Boemerang J. Smit
Namens de Donk S. Barnhoorn
……………………….
……………………….
Namens ’t JOK R.Verdoes
Namens JVC de Schuit G. ter Haar
………………………. Namens SCUM M. van Eijk De hierna volgende personen zijn namens hun organisaties aanwezig geweest bij de ondertekening van dit convenant en onderstrepen het belang ervan: ……………………….
…………………….
……………………….
P. van Arkel Namens Factor Welzijn
H.C. Moolenburgh Namens Platform Kocon
Wethouder W.J. van Duijn Namens de gemeente Katwijk
18
Bijlage 5
Discussie wet- en regelgeving
Deze aanbevelingen zijn het resultaat van een discussie die het Platform Kocon al langere tijd intern en extern voert. Bij de aanpak van alcoholmatiging hebben de deelnemende instellingen tal van grenzen aan hun mogelijkheden ervaren. Dit bracht de discussie op gang over de elementen die mogelijk en/ of noodzakelijk zijn om overmatig gebruik van alcohol aan te pakken. Om deze discussie een impuls te geven heeft het Platform twee deelnemers afgevaardigd naar de studiereis ‘Alcohol Law Enforcement Seminar’ die in November 2005 door STAP naar de Verenigde Staten van Amerika is georganiseerd. Op grond van het verslag van deze reis zijn 18 stellingen opgesteld die alle betrekking hebben op regelgeving en –handhaving. Zes van deze stellingen zijn uitgekozen om te bespreken in een plenaire bijeenkomst met 30 vertegenwoordigers van de gemeente, het jeugd- en jongerenwerk, het onderwijs, jeugdzorg, de politie en de gezondheidszorg. Deze bijeenkomst is gehouden op 7 februari 2006. Tijdens de bijeenkomst is gepeild of er draagvlak is voor deze stellingen. In die bijeenkomst bleek er veel support te zijn voor de vier stellingen die in deze notitie als aanbevelingen gedaan zijn. De organisatoren en gastsprekers hebben niet gestemd. De discussie was zo intensief dat de stellingen 3 en 6 niet besproken zijn vanwege tijdgebrek. Omdat de stemmen voor deze stellingen ook verdeeld waren worden zij niet als aanbeveling gehandhaafd. De genodigden hebben na afloop op een formulier met zes stellingen aangegeven of zij het al dan niet eens waren met de stellingen die opgevoerd werden. Per stelling geven we de argumenten weer die in de discussie naar voren zijn gekomen. Stelling 1
Mee eens
Verbied de aankoop, het voorhanden hebben én het drinken van alcoholhoudende drank onder een bepaalde leeftijd.
19
Mee oneens 5
Argumenten:
• • • • • • • •
• •
Het is duidelijk dat dit alleen via landelijke wetgeving geregeld kan worden. Nu is slechts bepaald dat er geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht aan personen jonger dan 16 jaar. Medisch onderzoek heeft al lang geleden aangetoond dat alcoholgebruik door personen jonger dan 16 jaar onevenredig veel schade veroorzaakt. De verkoopbepaling in de wet heeft het duidelijke oogmerk om het bezit van en het gebruik van alcohol door 16–minners te voorkomen en/ of beperken. Dit is echter nooit vastgelegd in de wet maar overgelaten aan de ‘drinkcultuur’; dat wil zeggen de opvoeding door ouders en instellingen waarin jongeren duidelijk wordt gemaakt waar, wanneer, op welke leeftijd en hoeveel alcohol er (niet) mag worden geconsumeerd Nu de normering wat betreft alcoholgebruik is vervangen door een uiterst permissieve houding is het noodzaak dit hiaat in de wet snel te dichten. Als je naast de verkoop aan ook de aankoop van alcohol voor 16- verbiedt maakt dat duidelijk dat naast de verkoper ook de koper een verantwoordelijkheid heeft. Het verbod op het voorhanden hebben van alcohol door 16-minners is een bepaling die nu reeds is opgenomen in de lokale APV van Katwijk. Die bepaling is zeer functioneel zowel in de strijd tegen het drinken als tegen overlast veroorzaakt door rondhangende jongeren die onder invloed zijn. Die bepaling zou ook landelijk van groot nut kunnen zijn. Het verbod op het drinken van alcohol door personen jonger dan 16 jaar is een logisch verlengde van de verbodsbepaling op aankoop, verkoop en bezit. Het niet drinken is per slot van rekening het uiteindelijke doel van deze maatregelen. Dit verbod zal met name in de privé-sfeer moeilijk controleerbaar zijn. Het geeft wel een duidelijk signaal aan ouders en opvoeders. Het maakt ook duidelijk dat jongeren in
19
•
gelegenheden waar alcohol geschonken wordt niet mogen drinken. Het betekent ook dat ouders juridisch aansprakelijk zijn voor jongeren die dit verbod overtreden. Dat kan ook betekenen dat zij een eventuele boete moeten betalen. Het is te verwachten dat ouders er dan zoveel mogelijk op toezien dat hun kinderen zich aan het verbod houden
Stelling 2
Mee eens
Verhoog de leeftijd voor de aankoop van alcoholhoudende drank naar 18 jaar.
21
Mee oneens 3
Argumenten:
• • • •
Het is duidelijk dat dit alleen via landelijke wetgeving geregeld kan worden. Van personen van 18 jaar en ouder mag je meer verantwoordelijk gedrag verwachten, ook wat betreft alcohol. Zij zijn beter in staat hun eigen drinken te reguleren. Personen van 18 jaar en ouder zullen minder snel hun alcoholische drank doorverkopen of delen met jongeren onder de 16 dan 16- en 17-jarigen. Deze leeftijdsbepaling geldt niet voor het bezit of het gebruik van alcohol.
Stelling 3
Mee eens
Verlaag het aantal vergunningen om alcohol te mogen verstrekken.
9
Mee oneens 15
Deze stelling is niet besproken in de bijeenkomst van 7 februari 2006
Stelling 4
Mee eens
Zet PR en preventie in om draagvlak te verkrijgen voor het herstel en de handhaving van wetten en regels
22
Mee oneens 2
Argumenten: • • • •
•
De keuzes voor de inhoud van PR en preventie kunnen op ieder niveau bepaald worden. Daarmee is duidelijk dat het Platform, de deelnemende instellingen, zelf de keuze kunnen maken om deze inzet te doen. Iedere wet of regel heeft een draagvlak nodig in de samenleving om te kunnen slagen. Als dit niet het geval is zal er een collectief verzet of ontduiking ontstaan. PR en preventie zijn in staat dat draagvlak te creëren, zowel in de voorlichting naar jongeren als naar volwassenen. Naast de nu veel gebruikte elementen als ‘oefeningen in weerbaarheid’, informatie en discussie over riskante genotmiddelen wordt ingezien dat ook het stellen en handhaven van grenzen noodzakelijk zijn, zowel in de gehele maatschappij als in de opvoeding van jongeren. Omdat de meerderheid van de aanwezigen op deze bijeenkomst op enigerlei wijze te maken heeft met preventie en de steun voor het voorstel massaal is biedt dit goede perspectieven om dit spoedig en met kans op succes uit te voeren.
20
Stelling 5
Mee eens
Leg de bevoegdheden voor handhaving vooral neer op lokaal niveau.
18
Mee oneens 6
Argumenten: • • • • • • • •
Het is duidelijk dat dit alleen via landelijke regelgeving geregeld kan worden. De verantwoordelijkheden voor de controle op bestaande regels ligt nu voor een belangrijk deel bij de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). Hoewel deze flink gegroeid is, is het totale bestand aan controleurs nog veel te gering voor een succesvolle controle. Omdat de VWA een centrale organisatie is kan ze niet of nauwelijks reageren op lokale signalen en is het maken van afspraken over controles moeilijk. Bevoegde lokale ambtenaren zouden deze bezwaren kunnen ondervangen. Voor de uitvoering van deze controles hoeven in ieder geval in een gemeente als Katwijk geen grote personele kosten gemaakt worden, omdat de functie goeddeels ondergebracht kan worden bij ambtenaren die ook al andere opsporingsbevoegdheden hebben. Bij controle door bevoegde lokale ambtenaren is de preventieve werking vermoedelijk sterker; de kans dat zij op ieder willekeurig moment op kunnen duiken voor een controle is groter. De ’pakkans’ lijkt in de waarneming van de overtreders veel groter. Tot het recente verleden waren deze opsporingstaken ook ondergebracht bij de gemeenten. De VWA zou kunnen fungeren als inspectie die er op toeziet dat de regels door de gemeenten correct gehandhaafd worden, niet verschillend of zelfs willekeurig zijn.
Stelling 6
Mee eens
Vergunningen moeten een kortere looptijd krijgen.
Deze stelling is niet besproken in de bijeenkomst van 7 februari 2006.
21
13
Mee oneens 11
Bijlage 6
Alcoholplan Katwijk
Aanleiding Alcoholplan Katwijk17 Uit onderzoek blijkt dat veel mensen alcoholhoudende drank consumeren en veel consumeren. Alcohol en alcoholgebruik zijn algemeen geaccepteerd. Veel mensen beleven plezier aan het gebruik ervan en kennen er positieve waarde aan toe. Aan de andere kant brengt het problemen met zich mee; overmatig gebruik geeft zowel wat betreft de openbare orde als wat betreft de gezondheid problemen. Een groot gedeelte van de aandacht voor alcoholproblematiek is gericht op de ordeaspecten ervan. De gezondheidsproblemen zijn ook groot, maar ze zijn minder bekend en in het oog springend. De optelsom van orde- en gezondheidsproblemen maakt het noodzakelijk om te komen tot een aanpak ervan. Op grond van deze feiten kwam het Platform tot de volgende probleemstelling: Het gebruik van alcohol is zo groot dat het leidt tot onaanvaardbare risico’s en schade. Deze stelling impliceert dat het nodig is actie te ondernemen tegen deze mate van gebruik. Die acties kunnen zich richten op een viertal vormen van alcoholgebruik: 1) Het terugdringen van het gemiddeld alcoholgebruik. Omdat er een lineair verband is tussen de hoeveelheid alcoholhoudende drank die gebruikt wordt en het aantal problemen is het zinvol te streven naar een algehele vermindering van het gebruik. 2) Het terugdringen van incidenteel overmatig gebruik. Het eenmalig overmatig gebruik van alcohol is zowel voor de veiligheid (verkeersongeval) als voor de gezondheid (acute vergiftiging) gevaarlijk. 3) Het terugdringen van structureel overmatig gebruik. Er is in Nederland een grote groep mensen die structureel teveel drinken. Het is onontkoombaar dat zij op de lange termijn hierdoor gezondheidsschade oplopen, zowel lichamelijk als geestelijk. 4) Het terugdringen van alcoholgebruik bij individuen met verhoogde risicofactoren. Sommige mensen lopen meer risico bij alcoholgebruik dan anderen. Het is belangrijk dat dit onderkend wordt door henzelf en/of door anderen. Regels en handhaving van regels als onderdeel van preventie Het is niet ongebruikelijk om bij de constatering van een maatschappelijk probleem snel preventie in te zetten. Preventie maakt dan geen deel uit van een pakket maatregelen maar staat op zichzelf. Preventie kan dan nauwelijks effectief zijn en functioneert dan slechts als een excuus. Een weinig toegepast element van preventie is het stellen en handhaven van regels. In de Nederlandse cultuur zijn regels omstreden onder het motto ”verbieden helpt toch niet!”. Het handhaven van redelijke regels draagt echter bij aan het voorkomen van ongewenste uitwassen en kan bovendien een bijdrage zijn tot het (vroegtijdig) signaleren van een drankprobleem. Het gaat hier om regels zoals die gelden in een instelling. (school, jongerencentrum, wijk- of sportvereniging) Hierbij is de instelling zelf verantwoordelijk voor de handhaving. Het is preventie om vanuit de instellingsregels 15-jarigen niet toe te staan alcoholhoudende drank te drinken. Het gaat echter ook om bepalingen vanuit bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet en Algemeen Plaatselijke Verordeningen. De handhaving hiervan ligt bij Politie en Openbaar Ministerie. Het niet toestaan van het gebruik van alcoholhoudende drank op de openbare weg of op bepaalde gedeelten van de openbare ruimte is een vorm van preventie. Ook de alcoholverkeerscontroles, gebaseerd op de Wegenverkeerswet, horen tot deze categorie. 17
De informatie uit deze bijlage is gebaseerd op de voorstellen en verslagen van het Platform Kocon. Deze zijn te vinden op de website van het Platform: www.kocon.nl
22
Het Platform Kocon van mening is dat een lokaal alcoholmatigingsbeleid kan worden bereikt door een combinatie van activiteiten en maatregelen. Aanvankelijk deelde het Platform de heersende opinie dat verbieden niet helpt. Op basis van discussie, ervaringen en de mening van bijvoorbeeld jongeren is deze zienswijze gewijzigd. Het hebben en handhaven van regels heeft juist een grote preventieve waarde. Dit is terug te vinden in de initiatieven en activiteiten die in de afgelopen jaren zijn genomen. In de verschillende uitgaven van het Platform, zoals het Alcoholplan en het Activiteitenplan 2006 is hierover uitgebreide informatie te vinden. In dit kader volstaan we met het noemen van enkele uitgevoerde activiteiten. Reglementen onderwijs en jongerenwerk Naast gedragscodes en ongeschreven regels leveren geschreven regels in een instelling een bijdrage aan de preventie van middelenmisbruik en het scheppen van duidelijkheid naar bezoekers en vrijwilligers. Een geschreven reglement geeft aan wat de geldende gedragsregels zijn. Zeker als middelenge- of misbruik aanleiding geeft tot zorg om een persoon of tot conflicten is een dergelijk houvast waardevol. In 1998 bleek dat de meeste instellingen geen of een zeer beperkt geschreven reglement voor riskante genotmiddelen hadden. In 1999 is door het Platform een reglement opgesteld op basis van de geldende wet- en regelgeving voor instellingen op het gebied van sociaal cultureel werk en het onderwijs. Training ‘Grenzen Stellen’ Agressie of intimiderend gedrag komt regelmatig voor en het is dan lastig om de huisregels te handhaven en grenzen te stellen. Een training ‘Grenzen Stellen’ (omgaan met lastig gedrag) voor vrijwilligers/ beroepskrachten sluit aan bij de behoefte om het instellingsreglement te handhaven. Het Platform onderkent het belang van een goede aanpak van deze problemen en biedt daarom sinds enkele jaren de training ‘Grenzen Stellen’. Preventiesurvivals In jongerencentra en op straat leggen jongerenwerkers contact met groepen (hang-)jongeren. Door het permanente contact ontstaat vertrouwen. Als blijkt dat het gebruik van genotmiddelen (legaal én illegaal) aanleiding is voor ongerustheid wordt een preventiesurvival georganiseerd. Daarin worden survivalactiviteiten gecombineerd met preventieactiviteiten. Jongeren krijgen voorlichting over de middelen (GGD), krijgen de regels uitgelegd (politie) en discussiëren over gebruik en misbruik van riskante genotmiddelen. Het draagt bij aan kennis en houding van de jongeren. Belangrijker nog is dat omdat de jongeren vaak ontzettend eerlijk zijn over hun doen en laten een duidelijk beeld ontstaat over hun gebruik. Als daartoe aanleiding is wordt er vervolgens passende begeleiding of hulpverlening aan de betreffende individuen ‘aangeboden'. Denktank regelgeving alcohol Op 3 juli 2001 startte de Denktank Regels met deelname vanuit o.a. de gemeente, politie, sportverenigingen en advocatuur. Deze Denktank onderzocht welke beleidsruimte de lokale gemeente heeft (via de APV en horecaverordening) om zelf regulerend op te treden ten behoeve van alcoholmatiging en een veilig uitgaansbeleid. De bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot alcoholgebruik en de ruimte voor lokale regelgeving is uitgebreid in kaart gebracht. 18 Werkgroep Regels en handhaving De activiteiten van de denktank werden vervolgd in een werkgroep met als opdracht om concrete voorstellen voor regelgeving en handhaving op te stellen. Hiervoor is samen met het bestuur van Katwijk onderzocht hoe regels zijn aan te passen binnen de plaatselijke verordening (APV). Naast aanbevelingen op de concept drank -en horecaverordening (15 maart 2004), heeft het Platform in maart 2004 voorstellen onder de aandacht gebracht van het College, waaronder het strenger handhaven van de bestaande wet- en regelgeving. Een groot deel van de aanbevelingen 18
Wet en regelgeving Alcohol. Instrumenten waarmee gemeenten een lokaal alcoholmatigingsbeleid vorm kunnen geven. Platform Verslavingszorg - Denktank Regels, december 2002
23
zijn overgenomen in de nieuwe drank- en horecaverordening. De gemeente heeft laten zien dat zij inzet op alcoholmatigingsbeleid en schuwt daarbij niet om ook maatregelen op het gebied van regelgeving en handhaving in te zetten en uit te voeren. Biervatenpraat In samenwerking tussen het Platform en lokale jongerenorganisaties is een openbare discussie op het marktplein georganiseerd om de meningvorming over alcoholgebruik te bevorderen. In plaats van de spreekwoordelijke zeepkisten in Hyde Park werd de discussie hier gevoerd vanaf biervaten en haringvaten (vissersdorp). Lokale politici, burgers, jongeren en Platformleden voerden de discussie. Convenant jongerencentra De jongerencentra in Katwijk hebben in een convenant afgesproken alcoholbeleid te voeren met het doel het gebruik te matigen. Ze hebben afgesproken de activiteiten voor tieners (tot 16 jaar) en jongeren (vanaf 61 jaar) te scheiden. tieners hebben zo géén toegang tot alcoholhoudende drank in het jongerencentrum. Alcoholhoudende dranken kosten twee maal zo veel als dranken zonder alcohol, er is een beperkte assortiment in bier en wijn. Besturen en vrijwilligers oefenen in trainingen het handhaven van de regels. Het Platform heeft aangedrongen op verdere regulering via convenanten alcoholbeleid tussen vergelijkbare instellingen , zoals wijkverenigingen, sport en voortgezet onderwijs. Fietsactie In het lokale onderzoek Meetkeet kwam naar voren dat veel ondervraagde mensen vinden dat je met veel alcohol op nog best op de fiets naar huis kunt gaan. Dit is mogelijk minder gevaarlijk dan onder invloed een auto besturen. Maar het heeft ook grote risico's zowel qua gezondheid van jezelf en een ander als tal van mogelijke juridische gevolgen. Die variëren van boetes en gevolgen voor je rijbewijs tot het moeten betalen van de schade waarvoor je verantwoordelijkheid die in dat geval niet door de verzekering gedekt worden. Met een ludieke ‘controle’ en speciaal ontwikkeld informatiemateriaal zijn uitgaande mensen op 20 mei geïnformeerd over deze consequenties.
24
Callaoweg 1 2223 AS Katwijk
Secretariaat en contactpersoon Platform Kocon: Thea Guijt Telefoon 071- 401 52 16 of 071- 403 33 23 (Factor Welzijn) E-mail :
[email protected] Website: www.kocon.nl