Nota zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Hostel Blekerstraat 30 Inhoud: I. II. III. IV. V. VI. VII.
Pagina Inleiding Lijst van indieners zienswijzen Ontvankelijkheid Samenvatting en beantwoording zienswijzen Ambtshalve wijzigingen Conclusie Bijlagen
1 1 2 2 56 56 57
I. Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 16 februari 2010 ingestemd met het ontwerp bestemmingsplan ‘Hostel Blekerstraat 30’ (verder: ontwerp bestemmingsplan) en met het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan. Van maandag 1 maart 2010 tot en met maandag 12 april 2010 (zes weken) heeft het ontwerp bestemmingsplan met bijbehorende stukken voor een ieder ter inzage gelegen. Deze Nota zienswijzen vormt samen met de toelichting van het bestemmingsplan en het raadsvoorstel de motivering van het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan ‘Hostel Blekerstraat 30’. II. Lijst van indieners zienswijzen Gedurende de termijn van terinzageligging van het ontwerp bestemmingsplan zijn zienswijzen ingediend door: 1. Reclamant 1, Olstgracht; 2. Reclamant 2, Blekerstraat; 3. Reclamant 3, Blekerstraat; 4. Reclamanten 4, Olstgracht; 5. Reclamant 5, Olstgracht; 6. Reclamanten 6, Olstgracht; 7. Reclamant 7, Blekerstraat; 8. Reclamant 8, Olstgracht; 9. Reclamanten 9, Blekerstraat; 10. Reclamant 10, Olstgracht; 11. Reclamant 11, Olstgracht; 12. Reclamant 12, Olstgracht; 13. Reclamant 13, Blekerstraat; 14. Reclamant 14, Olstgracht; 15. Reclamanten 15, Blekerstraat; 16. Reclamant 16, Blekerstraat; 17. Reclamant 17, Zadelmakerstraat; 18. Reclamant 18, Olstgracht; 19. Reclamant 19, Blekerstraat; 20. Reclamant 20, Blekerstraat; 21. Reclamant 21, Olstgracht.
1
III. Ontvankelijkheid Zienswijzen moeten binnen de termijn van terinzageligging van het ontwerp bestemmingsplan schriftelijk of mondeling worden ingediend. Schriftelijke zienswijzen zijn tijdig ingediend indien: • deze voor het einde van de termijn van terinzageligging zijn ontvangen, of; • deze voor het einde van de termijn van terinzageligging ter post zijn bezorgd, mits deze niet later dan een week na afloop van de termijn van terinzageligging zijn ontvangen. De termijn van terinzageligging liep af op 12 april 2010. De schriftelijke zienswijzen van reclamant 1, reclamant 2, reclamant 3, reclamanten 4, reclamant 5, reclamanten 6, reclamant 7, reclamant 8, reclamanten 9, reclamant 10, reclamant 11, reclamant 13, reclamant 14, reclamanten 15, reclamant 16, reclamant 17, reclamant 18, reclamant 19, reclamant 20 en reclamant 21 zijn binnen de termijn van terinzageligging ingediend en kunnen daarom in behandeling worden genomen. Op de brieven van reclamant 13, reclamant 17, reclamant 18, reclamant 19, reclamant 20 en reclamant 21 staat weliswaar een datumstempel van 13 april 2010, maar deze zienswijzen zijn voor die datum ontvangen. De datum van 13 april 2010 betreft de datum waarop de brieven zijn geregistreerd door de raadsgriffie. De mondelinge zienswijze van reclamant 12 is ook binnen de termijn van terinzageligging ingediend en kan daarom in behandeling worden genomen. IV. Samenvatting en beantwoording zienswijzen Hierna wordt eerst ingegaan op onderwerpen die in veel zienswijzen naar voren zijn gekomen. Daarna volgt per reclamant een samenvatting van de zienswijzen (cursief weergegeven) en de beantwoording daarvan (normaal weergegeven). Kopieën van de zienswijzen zijn als bijlage aan de Nota zienswijzen toegevoegd. Wat is een hostel? Het hostel is een woonvoorziening voor dak- en thuislozen met een langdurige harddrugsverslaving en psychiatrische problemen. Bij een dag- of nachtopvang moeten mensen ’s ochtends of ’s avonds weer de straat op. In het hostel is dit niet het geval. Cliënten wonen in het hostel en mogen dat ook onbeperkt blijven doen. Doorstroom naar wonen in een reguliere woonvorm of zelfstandig wonen wordt echter aangemoedigd. Er is geen sprake van een crisisopvang, maar van cliënten die een nieuwe toekomst willen opbouwen. Centraal staat een persoonsgerichte aanpak. Voor elke cliënt wordt een trajectplan opgesteld waarin de persoonlijke doelen zijn opgenomen op de terreinen wonen, zorg, inkomen en dagbesteding. Het trajectplan is niet vrijblijvend, noch voor de cliënt, noch voor de initiatiefnemer van het hostel, Kwintes. Het hoofddoel van het hostel is een betere kwaliteit van leven te bieden aan chronisch problematische verslaafden, dat leidt tot het (meer) voorkomen en verminderen van overlastgevend gedrag. Met het hostel wordt het algemeen belang behartigd om de levensomstandigheden van chronisch problematische verslaafden te verbeteren en (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte tegen te gaan. Het hostel biedt plaats aan 29 cliënten en één logeerkamer. De cliënten mogen alleen in hun appartement drugs gebruiken. In het hostel is 24 uur per dag begeleiding aanwezig door minimaal twee professionele begeleiders en toezicht door één portier. De cliënten krijgen intensieve begeleiding in een stabiele, veilige en rustige omgeving. Er wordt medische en psychische hulp geboden, ondersteuning gegeven bij algemene dagelijkse dingen en bij het omgaan met geld en wegwerken van schulden en er wordt een zinvolle dagbesteding of werk aangeboden. Door deze
2
aanpak kunnen cliënten tot rust komen en kan structuur in het dagelijkse leven worden aangebracht. Het drugsgebruik kan worden gereguleerd en mogelijk verminderen. De stabiele situatie in een hostel draagt vaak bij tot herstel van het contact met familie. Alle activiteiten zijn gericht op een betere lichamelijke en geestelijke gezondheid. Door de cliënten zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zijn ze veel minder of niet genoodzaakt om te gaan zwerven of illegale activiteiten te ondernemen. De noodzaak van een hostel Almere is als centrumgemeente onder andere verantwoordelijk voor het voorzieningenbeleid voor chronische harddrugsverslaafden in de provincie Flevoland. Op basis van deze positie wordt door de gemeente zowel regionaal als lokaal beleid vastgesteld. Het besluit voor de ontwikkeling van gespecialiseerde woon(zorg)voorzieningen voor chronisch verslaafden in Almere is verantwoord in drie beleidsnota’s: • Het ‘Bestuurlijk Kader Regiovisie Ambulante verslavingszorg Flevoland 2008-2012’ (Bestuurlijk Kader) kent als doelstelling het beperken van gezondheidsschade en het terugdringen van onveiligheid en overlast als gevolg van overmatig alcohol- en drugsgebruik. • Het ‘Deelplan Ambulant verslavingsbeleid 2008 – 2012 gemeente Almere’ is een uitwerking van het Bestuurlijk Kader en heeft onder meer als hoofddoel dat meer chronisch verslaafden worden voorzien van de juiste zorg en huisvesting in gespecialiseerde woon(zorg)voorzieningen. De realisatie van gespecialiseerde woon(zorg)voorzieningen voor langdurige dak- en thuislozen met gecombineerde psychische en verslavingsproblemen wordt hierin genoemd. • In het ‘Stedelijk Kompas Flevoland 2008-2014’ (Stedelijk Kompas) wordt een persoonsgerichte aanpak centraal gesteld. Voor een ieder van de doelgroep wordt een trajectplan opgesteld waarin de persoonlijke doelen zijn opgenomen op de terreinen, wonen, zorg, inkomen en dagbesteding. Het trajectplan is niet vrijblijvend, noch voor de doelgroep, noch voor de betrokken instantie. Een zo groot mogelijk deel van de doelgroep moet zelfstandig kunnen wonen. Soms zal daarbij begeleiding nodig zijn. Daarvoor zullen passende woonvormen worden ontwikkeld, waarbij nieuwe woonvormen aan de onderkant van de woonladder worden ingezet. Eén van de hoofddoelstellingen van het Stedelijk Kompas is dat 80% van het huidige aantal dak- en thuislozen en 70% van de toekomstige dak- en thuislozen zijn voorzien van inkomen en van structurele vormen van woonvoorzieningen passend bij de betrokken individuen. In het Stedelijk Kompas is een (voorlopige) inventarisatie opgenomen voor de noodzaak tot het realiseren van woonvoorzieningen met begeleiding. Een woonvoorziening voor mensen met een dubbele diagnose is ook opgenomen in deze inventarisatie. Op verzoek van de gemeente Almere heeft het Instituut verslavingsonderzoek (IVO) onderzoek gedaan naar de omvang, kenmerken, leefsituatie en psychische gezondheid van de doelgroep chronisch problematische verslaafden in de zes gemeenten in Flevoland. Ook is onderzocht wat de behoeften zijn voor deze doelgroep voor wat betreft wonen, laagdrempelige voorzieningen en dagbesteding. In dit onderzoek (Chronisch problematische verslaafden in Flevoland, IVO, maart 2009) komt op basis van registraties van instellingen naar voren dat er 233 chronisch problematisch verslaafden zijn Flevoland, waarvan er 100 (43%) in Almere wonen. Ruim de helft van de doelgroep (55%) woont zelfstandig, 16% woont onzelfstandig (in een kamer van de hulpverlening of bij ouders) en 30% is dakloos (door afrondingspercentages komt het totaal op 101%). De totale omvang in Flevoland wordt op grond van een rekenmethode in het onderzoek geschat op 300. Indien wordt uitgegaan van de hiervoor genoemde percentages zou deze schatting voor Almere neerkomen op ongeveer 129 chronisch problematisch verslaafden, waarvan circa 38 dakloos.
3
Zowel zorgexperts als ervaringsdeskundigen vinden in het onderzoek dat het huidige voorzieningenniveau in Flevoland zowel in omvang als in diversiteit onvoldoende is. De zorgexperts schatten in dat Almere een hostel zou moeten hebben met een capaciteit van ongeveer 25 personen, eventueel verdeeld over twee voorzieningen. Het IVO onderzoek is als bijlage in de Nota zienswijzen opgenomen. Het werkelijke aantal chronisch problematisch verslaafden in het onderzoek is hoger dan aanvankelijk door gemeenten en hulpinstanties was aangenomen. Het onderzoek bevestigt dan ook het beleid van de gemeente Almere om voldoende passende voorzieningen te realiseren voor chronisch problematische verslaafden. Gelet op de groei van Almere zal de behoefte aan passende voorzieningen alleen maar toenemen. Op verzoek van de gemeenteraad wordt dan ook een inhaalslag gemaakt voor de realisatie van maatschappelijke voorzieningen. De bedoeling is om de komende jaren 21 maatschappelijke voorzieningen in Almere te realiseren. Eén daarvan is het hostel aan de Blekerstraat. De lijst met maatschappelijke voorzieningen is als bijlage in de Nota zienswijzen opgenomen. Gelet op het voorgaande is de noodzaak voor een hostel dringend aanwezig en zal met het hostel slechts in een deel van de totale behoefte kunnen worden voorzien. Veiligheid Naast het gezondheidsaspect is ook de veiligheid een belangrijke doelstelling van het hostel. De veiligheid moet op een gelijk niveau blijven dan wel verbeteren. Door cliënten zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zijn ze veel minder of niet geneigd om te gaan zwerven, overlast te veroorzaken of illegale activiteiten te ondernemen en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. De verwachting is daarom dat dit de veiligheid ten goede zal komen. Deze verwachting is mede gebaseerd op ervaringen met hostels elders in het land en met de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere. De evaluatie van de 9 hostels in Utrecht (Evaluatie BinnenPlaats, 10 december 2009) laat bijvoorbeeld zien dat de huisvesting in hostels leidt tot stabilisering en een verhoging van de kwaliteit van leven. De bijdrage van het hostelprogramma aan de veiligheid en leefbaarheid in de stad laat zich niet één op één vaststellen. Het is echter aannemelijk dat het huisvesten van een straatpopulatie harddrugsverslaafden heeft bijgedragen aan een verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in de stad als geheel. De Evaluatie BinnenPlaats is als bijlage in de Nota zienswijzen opgenomen. Tactus verslavingszorg heeft in Almere Stad al enige jaren zonder klachten van de omgeving een locatie aan de Boomgaardweg gehad voor methadonverstrekking met een huiskamer en begeleiding en behandeling van drugsverslaafden. Omdat de huisvesting niet meer toereikend was is Tactus verhuisd naar de locatie Schrijverstraat 3 in Centrum Almere Stad. Voor deze plek is gekozen omdat veel van de cliënten vooral in het Stadscentrum aanwezig zijn (o.a. NS station). De voorziening is onder meer bedoeld om de overlast in het centrum te verlichten. Dit werkt alleen als de voorziening in de buurt staat van de plek waar cliënten veel komen (looproute). Om zich meer te kunnen richten op de groep chronisch verslaafden, is de zorg van Tactus uitgebreid met een gebruikersruimte en dagbesteding. Het dagcentrum voor drugs- en alcoholverslaafden van Tactus aan de Schrijverstraat 3 omvat nu: verstrekking van methadon, een gebruikersruimte, een huiskamer, dagbesteding en hulpverlening. In het pand van het Leger des Heils aan de Spoordreef in Centrum Almere Stad vindt sinds 2008 dagopvang plaats van daklozen, verslaafden en psychiatrische cliënten. Ook was hier al tien jaar lang een noodopvang gevestigd voor mensen die tijdelijk geen dak boven hun hoofd hebben. De noodopvang is echter verhuisd naar Markt 110-124 in Centrum Almere Haven in verband met de
4
komst van een nachtopvang en een Domus aan de Spoordreef. De nachtopvang biedt aan 12 cliënten gedurende maximaal 6 weken een slaapplek en eten en, binnen de mogelijkheden van de hulpverlening, een passend zorgaanbod en praktische hulp. Cliënten zijn zorgmijders, daklozen met psychiatrische problematiek en/of gedragsproblematiek, verslaafden of daklozen die gemotiveerd zijn om te werken aan herstel en verbetering van hun leefsituatie. De Domus is een thuis voor 24 cliënten die niet meer meedoen in de maatschappij als gevolg van hun complexe problemen. Cliënten zijn zorgmijders, vaak zwervend op straat, meestal langdurig verslaafd aan drugs en/of alcohol en met psychiatrische stoornissen. Ook hier mogen cliënten op hun eigen kamer drugs gebruiken. De ervaringen van het Leger des Heils wijzen uit dat er geen tot zeer geringe overlast te verwachten is van de doelgroep. Cliënten van het hostel aan de Blekerstraat krijgen eerst een uitgebreide screening voordat ze in het hostel worden toegelaten. Er vindt altijd een matching plaats op basis van de hulpvragen van de cliënt en de mogelijkheden van de locatie. Cliënten zijn niet gedwongen opgenomen en hebben geen juridische maatregel opgelegd gekregen die hun vrijheid of handelen beperkt. Cliënten die in het hostel wonen mogen op hun eigen kamer drugs gebruiken. Hiervoor worden in het gebouw extra voorzieningen getroffen om de luchtkwaliteit te garanderen. Met het gebruik op de eigen kamer wordt voorkomen dat dit in de omgeving van het hostel gebeurd. In Nederland is het gebruik van drugs (harddrugs en softdrugs) niet strafbaar. Bezit, handel, verkoop en productie van alle drugs zijn op grond van de Opiumwet strafbaar. Alleen als het voor medische, diergeneeskundige, instructieve en wetenschappelijke doeleinden is, geldt hiervoor een uitzondering. Voor softdrugs geldt er een gedoogbeleid: de verkoop van softdrugs in coffeeshops en het bezit van maximaal vijf gram softdrugs wordt toegestaan. Voor het bezit van harddrugs voor eigen gebruik (minder dan 0,5 gram) kent de richtlijn van het Openbaar Ministerie een lage opsporingsprioriteit toe. In het algemeen zal geen vervolging plaatsvinden. Drugs worden bij ontdekking wel in beslag genomen. Dit betekent dat cliënten een risico lopen bij het inkopen van drugs. Met alle cliënten worden duidelijke afspraken gemaakt over het ophalen/kopen van drugs, het voorkomen van overlast en het in het gedrag bijdragen aan een leefbare en veilige buurt. Eind januari 2000 hebben het Openbaar Ministerie, de politie en de gemeente Almere afgesproken dat dealen rondom en in voorzieningen niet wordt getolereerd. Verslaafden mogen alleen drugs voor eigen gebruik bij zich hebben. Indien er wordt gedeald in de omgeving dan wordt de politie ingeschakeld. Alle cliënten zullen in het hostel door een sluis gaan. Dit om ongewenst bezoek tegen te (kunnen) gaan. Cliënten mogen bezoekers ontvangen (niet meer dan 2 per keer). Bezoek (tussen 11.00 en 22.00 uur) moet zich melden en er wordt een kopie gemaakt van het identiteitsbewijs. Bewoners zijn verantwoordelijk voor het gedrag van het bezoek. In het hostel wordt standaard met huisregels gewerkt. In de huisregels komt onder meer een afspraak dat cliënten in de directe omgeving van het hostel geen drugs mogen aanschaffen of gebruiken. Als dealers geen klanten vinden bij een hostel of in de directe omgeving dan is er geen reden om daar te zijn. Daarnaast zijn politie en stadstoezicht gespitst op alle soorten van overlast rond een hostel. Er wordt vaker gepatrouilleerd in de omgeving en de politie zal regelmatig op bezoek gaan bij het hostel. Het hostel is dus geen aantrekkelijke plek voor handel in drugs. Ook niet voor bezoekers van cliënten, aangezien cliënten verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun bezoek. Contact met de wijkagent is in dit kader erg van belang. Een wijkagent zal regelmatig aanwezig zijn in het hostel om de buurtsituatie te volgen en zaken die zich voordoen in de buurt te bespreken met medewerkers en bewoners in de buurt. Hiermee worden de cliënten tegelijkertijd aangesproken op (on)gewenst gedrag. Indien een cliënt betrokken is bij criminaliteit dan wil Kwintes hierover geïnformeerd worden. Dit kan namelijk consequenties hebben voor het
5
verblijf van de cliënt. Indien iemand (tijdelijk) niet meer kan verblijven in het hostel wordt er een alternatief aangeboden voor verblijf. In het hostel is 24 uur per dag begeleiding en toezicht aanwezig door minimaal twee professionele begeleiders en één portier. De cliënten hebben daarnaast een behandelcontact met de verslavingszorg en/of een psyciatrisch ziekenhuis. Het personeel in het hostel is deskundig opgeleid en weet veel over psychiatrie en verslavingsproblematiek. Kwintes werkt ook nauw samen met de verslavings- en psychiatrische kliniek. De deskundigheid van het personeel is erop gericht om veranderingen in gedrag te signaleren en hiermee tijdig een crisis van een bewoner voor te zijn en maatregelen te nemen. Soms kan een cliënt tijdelijk opgenomen worden in een behandelcentrum. Kwintes is 24 uur per dag bereikbaar voor vragen en/of problemen. Indien een cliënt buiten het hostel in psychische problemen komt dan worden ze opgevangen door het personeel van Kwintes en worden de nodige stappen ondernomen. Bij een acute crisis wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met de crisisdient van De Meregaard (GGZ-instelling) of wordt er gehandeld volgens het crisis interventie plan dat voor elke cliënt wordt gemaakt. Een groot deel van de cliënten heeft inkomsten uit de Wet Werk en Bijstand of een andere uitkering. Verder verwerven ze geld via klusjes, het verkopen van de daklozenkrant en soms via illegale activiteiten. Voor de meeste cliënten geldt dat ze onder de zak- en kleedgeldregeling vallen. Het verblijf in het hostel wordt gefinancierd uit de AWBZ. Cliënten betalen een inkomensafhankelijke bijdrage aan de AWBZ vanwege het verblijf in het hostel. Een cliënt krijgt kost en inwoning via Kwintes en houdt zelf minimaal circa € 280,- vrij besteedbaar over. Afhankelijk van de individuele financiële situatie van elke cliënt kan het vrij besteedbare deel lager of hoger zijn. Cliënten hebben een inkomen en zijn verzekerd tegen ziektekosten. Kwintes beschikt in Almere over dagbestedingscentra waar cliënten kunnen recreëren of werken. Werken levert een kleine vergoeding op. Op initiatief van de gemeente is er een klankbordgroep opgericht. Circa 15 belangstellenden (omwonenden en ondernemers) hebben zitting genomen in de klankbordgroep. De klankbordgroep komt 1 x per 2 maanden bijeen om het afsprakenkader rondom het hostel te formuleren voor thema’s als veiligheid, de huisregels en een klachtenregeling. Besproken wordt wat omwonenden, ondernemers, Kwintes, politie en gemeente belangrijk vinden en hoe daar afspraken over kunnen worden gemaakt. Onder leiding van een onafhankelijk voorzitter moet dit leiden tot een beheerplan voor het gebied. Het beheergebied voor het hostel is inmiddels bepaald en omvat het gebied binnen een straal van 300 meter van het hostel. Voor de opening van het hostel zal er een nulmeting veiligheid worden gedaan. Deze meting wordt één en twee jaar na de opening herhaald. In geval van aanhoudende aantoonbare overlast en toenemende onveiligheid wordt vastgesteld dat een hostel op deze locatie niet langer wenselijk is. Op voorhand is moeilijk te zeggen op welk moment overlast onaanvaardbaar is voor de omgeving. In het beheerplan zal daarom worden vastgelegd welke gedragingen worden aangemerkt als overlastgevend voor de omgeving, zodat dit goed in de gaten kan worden gehouden. Indien blijkt dat de drugsopvang leidt tot een onevenredige aantasting van de woon- en werksituatie in Centrum Almere Stad zal er in gezamenlijkheid met Kwintes worden gezocht naar een alternatieve locatie voor het hostel. Wethouder Haanstra heeft in de politieke markt op 2 juli 2009 ook de toezegging gedaan dat op het moment dat het scenario van ernstige overlast van het hostel zich daadwerkelijk voordoet, de indieners van de burgeractiviteit de gemeente aan hun zijde vinden om over te gaan tot sluiting van het pand. Het onderhavige bestemmingsplan biedt daarom de mogelijkheid aan burgemeester en wethouders om via een wijzigingsbevoegdheid de functieaanduiding ‘drugsopvang’ van het perceel Blekerstraat 30 te verwijderen ten behoeve van de vestiging van een andere maatschappelijke voorziening. In het beheerplan worden afspraken
6
vastgelegd om eventuele overlast zoveel mogelijk te beperken. Ook in het kader van veiligheidsmetingen zal de gemeente samen met omwonenden, Kwintes en de politie afspreken of en welke maatregelen noodzakelijk zijn om de veiligheid en leefbaarheid in de buurt te handhaven. In het bestemmingsplan ‘Hostel Blekerstraat 30’ wordt alleen de bestemming van het perceel Blekerstraat 30 vastgelegd. Dit omvat de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de gronden. Gedragingen van personen in strijd met wettelijke voorschriften of een verordening, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), worden niet gereguleerd via het bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Op grond van de APV is bijvoorbeeld het te koop aanbieden van verdovende middelen in de zin van de Opiumwet op of aan de weg verboden. Handhaving van dit voorschrift vindt plaats door de politie. Locatie Voor de locatiekeuze van de (21) maatschappelijke voorzieningen hanteert de gemeente als uitgangspunt een evenwichtige spreiding over de bestaande en nieuwe stadsdelen. Daarbij wordt afgewogen of de voorziening een centrumgerichte functie heeft, een functie in of aan de rand van een woonwijk of een functie nabij of in een groengebied. Per voorziening wordt uitgegaan van maatwerk, omdat elke doelgroep en soort voorziening andere eisen stelt aan de locatie zelf en de nabije omgeving. In Centrum Almere Stad zijn als voorzieningen onder andere voorzien: een hostel voor cliënten met een dubbele diagnose (Blekerstraat), een woonvoorziening voor (ex)veelplegers/gedetineerden, een nachtopvang voor dak- en thuislozen en een inloopcentrum voor verslaafden. In Almere Poort is ook een hostel voor verslaafden gepland. In de Handreiking ‘Iedereen onder dak’ van het Ministerie van VROM (Handreiking) worden praktische tips en methoden gegeven voor de planvorming en de exploitatie van woonvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen. In de Handreiking wordt gesteld dat het nooit mogelijk zal zijn om iedereen tevreden te stellen. Het streven is naar het beste compromis. Pragmatische overwegingen spelen daarbij ook een rol. Voor de keuze van het gebouw worden in de Handreiking de volgende aandachtspunten meegegeven: de functionele en formele eisen voor het gebouw, de eisen ten aanzien van bereikbaarheid, het beheer en de beschikbaarheid van het gebouw, de financiële middelen en de benodigde verbouwing of bouwvergunning. Ten aanzien van de omgeving worden in de Handreiking de volgende aandachtspunten naar voren gebracht: bestemmingsplanwijziging, toekomstige ontwikkelingen, het karakter van de buurt en de openbare ruimte, de aanwezigheid van voorzieningen voor kwetsbare groepen, de sociale veiligheid en overlast, de beheersbaarheid van de omgeving en de (gecoördineerde) aanpak van veiligheid. Ten aanzien van het gebouw op het perceel Blekerstraat 30 kan het volgende worden opgemerkt: • Het gebouw is gebouwd als kantoor, maar is uiteindelijk in gebruik genomen door een horecabedrijf. Het pand staat al geruime tijd leeg een geeft een verwaarloosde indruk in de buurt. De staat van het gebouw voldoet niet meer aan de huidige eisen en regelgeving (brandveiligheid, ongeïsoleerd, verouderde installatie). Kwintes heeft het pand gekocht en heeft het initiatief genomen om een hostel te realiseren in dit pand. Kwintes zal de exploitatie van het hostel voor haar rekening nemen. • Het gebouw bevindt zich in Centrum Almere Stad. De Blekerstraat vormt een van de vele aanlooproutes naar het centrum. Het centrum is de locatie waar de doelgroep zich voornamelijk bevindt. De nabijheid van het centrum maakt (de locatie van) het gebouw geschikt voor deze doelgroep. Ook de nabijheid van voorzieningen, zoals een supermarkt,
7
•
•
een cafetaria of een apotheek, wordt als een belangrijk voordeel gezien. Net als overige wijkbewoners maken ook cliënten van het hostel immers gebruik van dit soort voorzieningen. Bij een locatie aan de rand van de stad of op een industrieterrein zou dit niet het geval zijn. Bovendien zou er dan minder sprake zijn van het participeren in de samenleving, maar juist meer van het gevoel aan de kant geschoven te worden. De Blekerstraat is bovendien goed aangesloten op het bestaande wegennet en in de nabijheid zijn bushaltes gelegen. Zowel voor personeel, hulpverlening als bezoekers is het gebouw daarmee goed bereikbaar. Op het bestaande gebouw zal een extra verdieping worden gerealiseerd. De bouwhoogte van het gebouw neemt hierdoor toe van 9,12 meter naar 11,5 meter. Hierdoor wordt het voor Kwintes mogelijk om in het gebouw het gewenste programma te realiseren voor de doelgroep: 29 appartementen, één logeerkamer, gezamenlijke voorzieningen (zoals een groepsruimte en een dakterras) en voorzieningen ten behoeve van begeleidend personeel (zoals een vergaderruimte en een slaapwacht/werkkamer). De exploitatie van dit programma is voor Kwintes uitvoerbaar. De open parkeergarage op de begane grond van het gebouw wordt gesaneerd. Hier worden onder andere de algemene ruimten van het hostel gerealiseerd. Deze ruimten zijn gericht en zichtbaar op straatniveau aan de Blekerstraat. Ook de entree van het gebouw komt aan de Blekerstraat. Dit komt de sociale controle ten goede. De raamopeningen in het gebouw worden verkleind ten behoeve van de privacy van zowel cliënten als omwonenden. Ook krijgt het gebouw op de derde verdieping aan de zijde van het Chirurgijnhof een dakterras van circa 48 m. Hierdoor hebben de cliënten de beschikking over een buitenruimte die gescheiden is van het openbaar gebied. Voor de verbouwing is een bouwvergunning nodig. In het kader van de bouwvergunningverlening zal het bouwplan worden getoetst aan de formele vereisten van het Bouwbesluit (waaronder brandveiligheid).
Ten aanzien van de omgeving van het gebouw kan het volgende worden opgemerkt: • Het bouwplan past niet binnen de geldende bestemming “Centrumdoeleinden” van het bestemmingsplan “Centrum-Zuid, Almere-Stad” vanwege de bouwhoogte en het gebruik. De oorspronkelijke aanvraag om bouwvergunning is door Kwintes gewijzigd in een verzoek om herziening van het bestemmingsplan. In de directe omgeving zijn geen toekomstige ontwikkelingen voorzien. • Centrum Almere Stad heeft als wijk een aantal basisvoorzieningen (ouderenbuurtcentrum, apotheek, thuiszorg) en daarnaast stedelijke voorzieningen (bibliotheek, ziekenhuis, schouwburg, discotheek, cafés en restaurants). In de wijk bevinden zich geen scholen voor basis- of voortgezet onderwijs. De omgeving rond de Blekerstraat is opgebouwd uit hofjes met ruime, groene binnenplaatsen. De directe omgeving van het gebouw kan niet worden aangemerkt als een specifiek woongebied, maar eerder als een gemengde buurt, met zowel wonen, detailhandel, dienstverlening als kantoren. De bestaande afstand van het gebouw tot de dichtstbijzijnde appartementen aan de Olstgracht en Blekerstraat bedraagt circa 10 meter en 15 meter. Deze afstanden worden met de realisatie van het hostel niet gewijzigd. De gronden in de directe omgeving van het gebouw hebben de bestemmingen ‘Woondoeleinden’ en ‘Centrumdoeleinden’. Hier zijn bouwhoogten toegestaan van 15 tot 18 meter. Het onderhavige bestemmingsplan laat een bouwhoogte toe van maximaal 12 meter. Deze bouwhoogte vinden wij, gelet op de (stedelijke) omgeving en de afstanden tot de omliggende bebouwing, aanvaardbaar. Binnen de bestemming ‘Centrumdoeleinden’ zijn onder meer de functies detailhandel, dienstverlening, wonen, kantoren en lichte horecavoorzieningen (bedrijven die slechts beperkte hinder voor omwonenden
8
•
•
•
veroorzaken) toegestaan. Zowel binnen de huidige bestemming ‘Centrumdoeleinden’ als binnen de nieuwe bestemming ‘Maatschappelijk’ worden op het perceel Blekerstraat 30 woningen toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan is het aantal wooneenheden echter gelimiteerd (29 + 1) en is het gebruik toegespitst op wooneenheden voor drugsverslaafden. Het hostel kan gelet op de maatschappelijke functie, de afstanden tot de overige bebouwing en de bouwhoogte als een goede overgang worden gezien tussen de centrumvoorzieningen (zoals de Zoetelaarpassage) en het wonen (Olstgracht, Blekerstraat) en past daarmee op deze locatie. Daarnaast draagt het hostel bij aan de vermindering van (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte. Zowel bewoners als ondernemers in Centrum Almere Stad hebben hier baat bij. Verder betreft het hier een locatie in het centrum van de stad. Enige overlast van stedelijke voorzieningen is vaak inherent aan het wonen in het centrum van een stad. Uitgangspunt is en blijft echter dat het woon- en leefklimaat voor zowel cliënten van het hostel als omwonenden aanvaardbaar is. De gemeente acht het dan ook van belang dat – buiten het bestemmingsplan om – de veiligheidsmetingen worden uitgevoerd en dat in het kader van het beheerplan van het hostel flankerende maatregelen worden getroffen om eventuele overlast te voorkomen, te beperken of te bestrijden. In de directe omgeving van het gebouw zijn geen voorzieningen voor kwetsbare groepen (scholen, kinderopvang, ouderenhuisvesting) aanwezig. De dichtstbijzijnde voorziening ligt in de naburige Stedenwijk, namelijk Scholengemeenschap Echnaton (voortgezet onderwijs). De kortste afstand tussen de beide gebouwen bedraagt circa 160 meter. De afstand tussen het gebouw en het schoolplein bedraagt circa 270 meter. De kortste afstand tot de dichtstbijzijnde basisscholen Waterlandschool (Amsterdamweg 11), De Delta (Hoornstraat 1) en Flevoschool (Leeuwardenplein 34) bedraagt circa 360 meter, 400 meter en 430 meter. De kortste afstand tot Buurtcentrum Kolkzicht (Klokkeluiderstraat 57), Zorgcentrum De Kiekendief (Kolkplein 1) en Activiteitencentrum Stedenpunt (Kampenweg 3) bedraagt circa 162 meter, 210 meter en 320 meter. De kortste afstand tot de dichtstbijzijnde kinderdagverblijven De Gelaarsde Kat (Veendamstraat 31), Pippeloentje (Ter Apelpad 5) en De Berenstad (Raaltepad 36) bedraagt circa 420 meter, 450 meter en 460 meter. In de Touwslagerhof en Koperslagerhof staan kinderspeeltoestellen op een afstand van circa 75 meter en 100 meter. Vanuit het gebouw is er geen direct zicht op deze binnenplaatsen. Aangrenzend aan het hostel ligt de Chirurgijnhof. Hier bevinden zich geen kindertoestellen. Gelet op de hiervoor genoemde afstanden vormen de voorzieningen voor kwetsbare groepen geen belemmering voor de vestiging van het hostel. Te meer niet omdat cliënten van het hostel op grond van de huisregels van het hostel niet in de directe omgeving van het hostel drugs mogen gebruiken of kopen. Indien ze dit wel doen kan dit gevolgen hebben voor hun verblijf in het hostel. Overlast van cliënten bij onder andere de kinderspeeltoestellen of overlast voor leerlingen van Scholengemeenschap Echnaton, die zich ophouden bij het hostel, ligt daarmee niet in de rede. De grootte van het gebouw en de vrijstaande locatie in het centrum maken het gebouw goed beheersbaar voor Kwintes. Er is slechts één ingang naar het gebouw aan de zijde van de Blekerstraat. Omdat er maar één ingang is kan deze goed gecontroleerd worden. Doordat het gebouw vrij staat is er vanuit alle hoeken goed zicht op het gebouw. Dit komt de sociale veiligheid ten goede. De deur aan de achterzijde van het gebouw geeft alleen toegang tot de berging en kan alleen geopend worden door het personeel. De nooddeur aan de westgevel van het gebouw kan alleen in noodsituaties geopend worden. In de directe omgeving van het gebouw zijn geen voorzieningen die overlast geven. Via het cameratoezicht in Centrum Almere Stad kan nu al gedeeltelijk de Blekerstraat worden bekeken. Onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn om het cameratoezicht uit te
9
breiden naar bijvoorbeeld de Chirurgijnhof. Er zijn nog geen concrete plannen voor de herinrichting van het Chirurgijnhof achter het gebouw. In overleg met de klankbordgroep en Kwintes zal bekeken worden wat hier de mogelijkheden zijn voor herinrichting. Gelet op het voorgaande worden zowel het gebouw als de locatie Blekerstraat 30 door de gemeente geschikt geacht voor de realisatie van het hostel. Hierbij is gekeken naar het vastgestelde beleid, de doelgroep, het wijkprofiel, de veiligheid en de relatie met het centrum. De vestiging van het hostel staat niet in de weg aan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden of een verantwoord ondernemersklimaat in Centrum Almere Stad en draagt bij aan de vermindering van (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte. Daarnaast is het plan voor het hostel ook economisch uitvoerbaar. De gemeente heeft daarom naar aanleiding van het verzoek van Kwintes de procedure gestart om het bestemmingsplan te herzien voor de locatie Blekerstraat 30. Aangezien de gemeente de verbouwing tot hostel van het gebouw aan de Blekerstraat 30 aanvaardbaar vindt, zijn er geen alternatieven onderzocht voor een andere locatie voor een hostel in Centrum Almere Stad. Zoals hiervoor beschreven is wel vooraf het aspect veiligheid meegewogen bij de keuze voor de locatie Blekerstraat 30. Er is niet separaat een risicoanalyse op papier gesteld voor het hostel. Waardedaling woningen De prijsstelling van woningen is van veel factoren afhankelijk, waaronder de kenmerken en het uiterlijk van de woning, de situatie op de woningmarkt en de directe omgeving. Voor deze laatste categorie is onder andere het bestemmingsplan van belang. Bouw- en gebruiksmogelijkheden in de directe omgeving kunnen namelijk van invloed zijn op het woon- en leefklimaat. De wetgever heeft in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) een regeling opgenomen voor een tegemoetkoming in schade als gevolg van de bepalingen van een bestemmingsplan (planschade). Burgemeester en wethouders kunnen aan iemand die schade lijdt of zal lijden, op aanvraag een tegemoetkoming in de schade toekennen, voor zover deze schade redelijkerwijs niet voor rekening van deze aanvrager behoort te blijven en de tegemoetkoming niet anderszins verzekerd is. De schade moet betrekking hebben op inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de schade moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. De aanvraag moet een motivering bevatten en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde tegemoetkoming. Twee procent van de inkomensderving of van de waardevermindering van de onroerende zaak blijft in ieder geval voor rekening van de aanvrager. Volgens constante jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) biedt de planschaderegeling in artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening geen grondslag voor vergoeding van schade die het gevolg is van het mogelijk niet naleven door personen van geldende wettelijke voorschriften of mogelijke uitwassen van hun gedrag. De AbRvS oordeelde dit onder meer in een zaak over de vrijstelling van het bestemmingsplan voor het gebruik van een pand voor 24-uursopvang voor drugsverslaafden (AbRvS, 10 januari 2007, 200602660/1). Gelet op deze jurisprudentie zal vanwege de komst van het hostel een eventuele tegemoetkoming in de schade (artikel 6.1 Wro) geen betrekking (kunnen) hebben op het niet naleven door personen van wettelijke voorschriften of mogelijke uitwassen van hun gedrag. Ten behoeve van het onderhavige bestemmingsplan heeft de gemeente een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met Kwintes. In deze overeenkomst is onder meer overeengekomen dat indien de gemeente een tegemoetkoming in de schade heeft toegekend als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan, Kwintes het uitgekeerde bedrag zal vergoeden aan de gemeente.
10
Informatieverstrekking De gemeente hanteert voor de bijzondere maatschappelijke voorzieningen in Almere een communicatieprotocol. De uitgangspunten voor de communicatie zijn: een integrale communicatieaanpak, de participatienota als leidraad gebruiken, per voorziening is maatwerk vereist (apart communicatieplan), proactief en open communiceren en de gebruikers van de voorzieningen een gezicht geven. Het communicatieprotocol is en wordt ook toegepast bij het hostel Blekerstraat 30. In dit verband zijn er op 9 maart 2009, 13 maart 2009, 22 april 2009, 16 juni 2009, 21 december 2009, 3 november 2009 en 18 februari 2010 brieven naar omwonenden gestuurd met informatie over het hostel en/of de procedure van het bestemmingsplan. Op 25 maart 2009 is een eerste informatiebijeenkomst gehouden. Het bouwplan voor het hostel ging toen nog uit van 26 kamers. Op 11 november 2010 is een tweede informatieavond gehouden. Het bouwplan voor het hostel was toen gewijzigd naar 29 kamers, met 1 logeerkamer. Tijdens deze avond zijn presentaties gehouden door de gemeente, Kwintes, de architect van het bouwplan en leden van klankbordgroepen van hostels in Utrecht. In de bewonersbrief van 18 februari 2010 zijn omwonenden geïnformeerd over de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan. De kennisgeving van de terinzagelegging heeft plaatsgevonden in de Almere Vandaag, de Staatscourant (online) en op de gemeentelijke website. De kennisgeving en de terinzageligging van het ontwerp bestemmingsplan hebben correct plaatsgevonden. Gelet op het voorgaande is de informatieverstrekking naar omwonenden naar onze mening voldoende geweest. A. Reclamant 1 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. De ligging in een woonbuurt in het centrum, tegenover een hofje met een kinderspeelplaats en vlakbij een middelbare school. Scholieren staan vaak in de pauze onder het poortje, tegenover het hostel. Dit is geen goede zaak voor opgroeiende jeugd. Ten aanzien van de ligging van het hostel en de kinderspeelplaats en scholieren verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. 2. De omgeving heeft allerlei hoekjes en poortjes en is totaal ongeschikt. Gevreesd wordt voor dealers voor de deur. Reclamant heeft geen vertrouwen in afspraken met verslaafden en verwijst naar jarenlange ervaring opgedaan in de Bijlmermeer. Ten aanzien van de omgeving verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat de grootte van het gebouw en het feit dat het gebouw vrij staat, het gebouw juist goed beheersbaar maakt. Voor wat betreft dealers verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Ten aanzien van de ervaringen met verslaafden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Op basis van ervaringen met hostels in bijvoorbeeld Utrecht en met de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere hebben wij juist de verwachting dat het hostel de veiligheid in Centrum Almere Stad ten goede zal komen. 3. Reclamant zou minder overlast krijgen, maar heeft nu geen overlast. Reclamant vraagt zich af wie het beheer buiten het hostel regelt en vraagt zich af of zij straks nog wel veilig naar haar auto kan lopen. Reclamant is al eens neergeslagen door een verslaafde en wil niet dat dit nog een keer gebeurd.
11
Het hoofddoel van het hostel is een betere kwaliteit van leven van chronisch problematische verslaafden dat leidt tot het meer voorkomen en verminderen van overlastgevend gedrag. Het betreft hier dan de overlast in Centrum Almere Stad (als geheel) en niet specifiek de Blekerstraat. Het beheergebied van het beheerplan omvat het gebied in een straal van 300 meter van het hostel. Kwintes exploiteert het hostel en is verantwoordelijk voor het beheer in het hostel. In geval van een crisis buiten het hostel wordt een cliënt opgevangen door het personeel van Kwintes, eventueel in samenwerking met de crisisdient of politie. Voor wat betreft de veiligheid verwijzen wij verder naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. 4. Er staan nu 3 appartementen te koop. Het hostel schrikt belangstellenden af. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van woningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. 5. Reclamant woont in een goede buurt en wil dit zo houden. Het hostel heeft een aanzuigende werking en reclamant is doodsbang. Met verslaafden met psychische problemen valt vaak niet in rede mee te praten. Ten aanzien van een aanzuigende werking, de ervaringen met hostels en de opvang van drugsverslaafden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. 6. Reclamant spreekt van een overvaltechniek op bewoners. Reclamant pleit voor een andere plek, niet direct in een woonwijk en hoopt dat de raad de wijsheid heeft om dit om te keren. Voor wat betreft de informatie naar omwonenden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Informatieverstrekking. Aanvullend merken wij op dat het uitgangspunt voor de gemeente een open en proactieve communicatie is. De gemeente heeft daarom vanaf het begin omwonenden geïnformeerd over de locatiekeuze voor het hostel. Wij betreuren het dat reclamant hierdoor het gevoel heeft gekregen van een overvaltechniek. Ten aanzien van het voorstel voor een andere plek verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. B. Reclamant 2 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant vreest voor een vermindering van veiligheid en een vermindering van woongenot. Langdurige drugsverslaafden met psychische problemen zijn (buiten hun schuld) onberekenbaar in hun gedrag. Deze groep wordt nu geconcentreerd in de Blekerstraat. Omdat het prettig is om binnen te mogen gebruiken voorziet reclamant dat het inkomen van de verslaafden snel op zal zijn en dat zij snel geld willen bemachtigen. Reclamant durft ’s avonds de deur niet meer uit in het donker. Reclamant merkt op dat alleen vanuit de drugsverslaafden wordt geredeneerd, niet vanuit de omwonenden. Reclamant vraagt zich af waar omwonenden hun hond kunnen uitlaten. De hondenuitlaatstrook achter het hostel is de enige in de omgeving.
12
Ten aanzien van de veiligheid en het inkomen van cliënten van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij het volgende op. De functie van het hostel is een woonvoorziening met intensieve begeleiding. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 19 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. In het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan vindt een belangenafweging plaats van alle bij het besluit betrokken belangen, waaronder die van omwonenden van het hostel. Wij zijn van mening dat de realisatie van het hostel niet tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat dit wel het geval is, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Het onderhavige bestemmingsplan heeft geen betrekking op de Chirurgijnhof en brengt geen wijziging aan in de hondenuitlaatstrook. 2. Reclamant vindt het niet verantwoord om een hostel te vestigen in de Blekerstraat. Hier loopt veel schoolgaande jeugd rond. In de pauzes staan zij altijd in de hofjes te relaxen. Volgens reclamant zijn er genoeg plekken voor een hostel aan de rand van de stad. Reclamant stelt voor om het pand een woonbestemming te geven en appartementen voor starters te realiseren. Voor wat betreft de schoolgaande jeugd en de locatiekeuze verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat zowel Kwintes als de gemeente de locatie juist geschikt achten voor de vestiging van een hostel. Een andere invulling voor het perceel Blekerstraat 30, zoals appartementen voor starters, achten wij daarom niet nodig. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. C. Reclamant 3(Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant is huurder van het appartement aan de Blekerstraat en verwacht een enorme impact op zijn persoonlijke levenssfeer op het gebied van veiligheid. Reclamant verwacht overlast in de vorm van: dealen op straat, schreeuwen op straat, drugsgebruik in de straat en de Touwslagerhof en Koperslagerhof, stijging van criminaliteit in de vorm van diefstal, vernieling, berovingen, bedreigingen, mishandelingen. Voor wat betreft de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij het volgende op. De functie van het hostel is een woonvoorziening met intensieve begeleiding. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Gelet op de aard en omvang van het hostel
13
(woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 23 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Ten aanzien van de gedragingen die reclamant opsomt merken wij op dat het hier om gedragingen gaat in strijd met onder andere wettelijke voorschriften en de APV. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Sommige gedragingen zijn ook in strijd met de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de bewoners in het hostel. 2. Reclamant verwacht een enorme impact op zijn persoonlijke levenssfeer in de zin van een financiële benadeling. Reclamant verwacht financieel nadeel door materiële en geestelijke schade door vernielingen, diefstal, beroving en dergelijke. De verwachtingen van reclamant worden versterkt door een uitgebreide bestudering van soortgelijke hostels in Nederland. Daarnaast heeft reclamant zich uitvoerig laten informeren over de vorm van opvang en de doelgroep. De zienswijze van reclamant is niet gebaseerd op onderbuikgevoelens. Zoals hiervoor overwogen onder 1 verwachten wij dat cliënten door het individuele hulpverleningstraject en een vaste woonruimte juist minder tot geen illegale activiteiten zullen verrichten of overlast zullen veroorzaken. De ervaringen met bijvoorbeeld de hostels in Utrecht en de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere versterken deze verwachting. In tegenstelling tot reclamant verwachten wij daarom geen materiële en geestelijke schade voor reclamant als gevolg van de vestiging van het hostel. In het kader van het beheerplan kunnen flankerende maatregelen worden getroffen om overlast tegen te gaan. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin mocht blijken dat het hostel toch onevenredige gevolgen blijkt te hebben voor de woonsituatie van omwonenden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 3. Reclamant heeft bij de keuze voor bewoning van zijn appartement rekening gehouden met de locatie in een stadcentrum en heeft alle mogelijke nadelige gevolgen die dit met zich meebrengt geaccepteerd. Reclamant kon redelijkerwijs niet verwachten dat medewerking zou worden verleend aan de opvang voor circa 30 drugsverslaafden met een psychische stoornis tegenover zijn appartement. Reclamant is van mening dat een hostel niet een gebruikelijke voorziening is in (grootstedelijke) stadscentra in Nederland dan wel zeer onwenselijk. Aan een geldend bestemmingsplan kunnen geen blijvende rechten worden ontleend. De gemeenteraad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten andere bestemmingen en voorschriften voor gronden vaststellen. Aangezien de vestiging van het hostel niet mogelijk is op grond van het geldende bestemmingsplan, wordt met het onderhavige bestemmingsplan het planologisch regime gewijzigd. Almere is als centrumgemeente onder meer verantwoordelijk voor het voorzieningenbeleid voor chronisch harddrugsverslaafden in de provincie Flevoland. Het hostel maakt als gespecialiseerde woonvoorziening onderdeel uit van het te realiseren programma in Almere en Flevoland. Voor
14
wat betreft de locatiekeuze voor Centrum Almere Stad verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. 4. Reclamant heeft er voor wat betreft de gevolgde procedure bezwaar tegen dat het bestuur geen locatieonderzoek heeft gedaan en er vooraf geen risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Reclamant heeft met een aantal buurtbewoners het actiecomité Stop Hostel Blekerstraat opgericht. Het actiecomité heeft door middel van een burgeractiviteit haar bezwaren kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad en ook alternatieven aangedragen voor wat betreft de locatiekeuze. Ten aanzien van de locatiekeuze, een risicoanalyse en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. 5. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet, althans gewijzigd vast te stellen. Indien het bestemmingsplan wordt vastgesteld dan stelt reclamant de gemeente nu al aansprakelijk voor alle hieruit voortvloeiende schade. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. D. Reclamanten 4 (Blekerstraat) Reclamanten kunnen zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamanten zijn eigenaar van het appartement aan de Blekerstraat en verwachten een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer. Reclamanten verhuren het pand aan hun zoon, maar logeren regelmatig op dit adres. Op termijn zullen reclamanten het pand zelf gaan bewonen dan wel verkopen. Reclamanten verwachten overlast in de vorm van: dealen op straat, schreeuwen op straat, drugsgebruik in de straat en de Touwslagerhof en Koperslagerhof, stijging van criminaliteit in de vorm van diefstal, vernieling, berovingen, en bedreigingen. Ten aanzien van de overlast die reclamanten verwachten verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij het volgende op. De functie van het hostel is een woonvoorziening met intensieve begeleiding. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamanten (die circa 23 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van
15
mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamanten zal leiden. Daarnaast verblijven reclamanten ook niet permanent in het appartement. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Ten aanzien van de gedragingen die reclamanten opsommen merken wij op dat het hier om gedragingen gaat in strijd met onder andere wettelijke voorschriften en de APV. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Sommige gedragingen zijn ook in strijd met de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de bewoners in het hostel. 2. Reclamanten verwachten een financiële benadeling door een aanzienlijke waardedaling van het appartement en materiële en geestelijke schade door vernielingen, diefstal, beroving en dergelijke. De verwachtingen van reclamanten worden versterkt door een uitgebreide bestudering van soortgelijke hostels in Nederland. Daarnaast hebben reclamanten zich uitvoerig laten informeren over de vorm van opvang en de doelgroep. De zienswijzen van reclamanten zijn niet gebaseerd op oneigenlijke gevoelens. Zoals hiervoor overwogen onder 1 verwachten wij dat cliënten door het individuele hulpverleningstraject en een vaste woonruimte juist minder tot geen illegale activiteiten zullen verrichten of overlast zullen veroorzaken. De ervaringen met bijvoorbeeld de hostels in Utrecht en de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere versterken deze verwachting. In tegenstelling tot reclamanten verwachten wij daarom geen materiële en geestelijke schade voor reclamanten als gevolg van de vestiging van het hostel. In het kader van het beheerplan kunnen bovendien flankerende maatregelen worden getroffen om overlast tegen te gaan. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin mocht blijken dat het hostel toch onevenredige gevolgen blijkt te hebben voor de woonsituatie van omwonenden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling verwijzen wij naar het onderdeel Waardedaling woningen. 3. Reclamanten hebben bij de keuze voor aankoop van het appartement rekening gehouden met de locatie in een aantrekkelijk stadcentrum en hebben voor- en nadelen die dit met zich meebrengt geaccepteerd. Uitdrukkelijk hebben ze hierbij gekozen voor het rustige Almere. Reclamanten konden redelijkerwijs niet verwachten dat medewerking zou worden verleend aan de opvang voor circa 30 drugsverslaafden met een psychische stoornis tegenover hun appartement. Reclamanten zijn van mening dat een hostel een zeer ongewenste voorziening is in een stadsdeel met een belangrijke woon- en werkfunctie en nabijgelegen speelvoorzieningen voor kinderen. Aan een geldend bestemmingsplan kunnen geen blijvende rechten worden ontleend. De gemeenteraad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten andere bestemmingen en voorschriften voor gronden vaststellen. Aangezien de vestiging van het hostel niet mogelijk is op grond van het geldende bestemmingsplan, wordt met het onderhavige bestemmingsplan het planologisch regime gewijzigd. Voor wat betreft de locatiekeuze voor Centrum Almere Stad verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie.
16
4. Reclamant geven aan dat er vooraf geen locatieonderzoek is gedaan en er geen risicoanalyse heeft plaatsgevonden. De bezwaren van bewoners zijn genegeerd en aan suggesties om alternatieve locaties te onderzoeken is niet tegemoet gekomen. Ten aanzien van de locatiekeuze, een risicoanalyse en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat de bezwaren van omwonenden niet zijn genegeerd, maar in de belangenafweging voor de vestiging van het hostel zijn meegenomen. Hierbij zijn zowel het algemeen belang bij de vestiging van het hostel als het belang van omwonenden bij een goed woon- en leefklimaat betrokken. 5. Reclamanten verzoeken om het ontwerp bestemmingsplan niet, althans gewijzigd vast te stellen. Indien het ontwerp bestemmingsplan wordt vastgesteld dan stellen reclamanten de gemeente nu al aansprakelijk voor alle hieruit voortvloeiende schade. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamanten geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Indien reclamanten van mening zijn dat zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijden of zullen lijden die redelijkerwijs niet voor hun rekening behoort te blijven, dan kunnen reclamanten een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Conclusie De zienswijze van reclamanten wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. E. Reclamant 5 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant is van mening dat de negatieve maatschappelijke consequenties voor bewoners en ondernemers in de directe omgeving van de Blekerstraat enorm zijn en groter zijn dan het maatschappelijke nut voor de bewoners van het hostel. Ten aanzien van de veiligheid voor omwonenden en ondernemers verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Voor wat betreft de noodzaak van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. 2. De materiële schade als gevolg van het dalen van huizenprijzen, winkelberovingen, diefstal en vernieling is enorm en zal volgens reclamant circa € 6.000.000 bedragen. Voor wat betreft de veronderstelde daling van de huizenprijzen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Ten aanzien van de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij het volgende op. De gedragingen die reclamant opsomt zijn gedragingen in strijd met onder andere wettelijke voorschriften. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Reclamant heeft verder niet gemotiveerd waar het genoemde schadebedrag op is gebaseerd. In
17
§ 6.2 van de toelichting van het bestemmingsplan is gemotiveerd dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is. 3. De psychische schade zal volgens reclamant aanzienlijk zijn als gevolg van onveilige gevoelens, angst, intimidatie en beperkte bewegingsvrijheid in de eigen buurt. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid verwachten wij geen psychische schade voor reclamant of omwonenden als direct gevolg van de vestiging van het hostel. 4. De mogelijke fysieke schade bij openlijke geweldpleging, prostitutie en dergelijke zal diepe sporen nalaten bij betrokkenen in de buurt. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid verwachten wij geen fysieke schade voor reclamant of andere omwonenden als direct gevolg van de vestiging van het hostel. 5. De risico’s zijn door de gemeente niet afgedekt. Er zijn alleen voornemens tot het maken van afspraken en extra toezicht en de verwachting dat met de klankbordgroep, die geen status heeft en geen sanctiemogelijkheid, de situatie beheersbaar wordt gehouden. De gemeente neemt met de realisatie van het hostel een maatschappelijk onverantwoord hoog risico. Reclamant verwijst in dit kader o.a. naar het TROS programma ‘Regelrecht’ van 7 maart 2010 en naar literatuur en ervaringen van het Kenniscentrum Drugs Overlast. Voor wat betreft het risico en de ervaringen met opvang van drugsverslaafden verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie. Aanvullend merken wij op dat de exploitatie van het hostel geen verantwoordelijkheid is van de gemeente, maar van Kwintes. De gemeente is wel betrokken bij het beheerplan van het hostel en bij de veiligheidsmetingen. 6. De gemeente is pas overgegaan tot onderzoek en meting na de beslissing om het hostel te realiseren. De gemeente heeft geen alternatieven onderzocht. Het feit dat Kwintes het pand had aangekocht was voor de gemeente het ‘point of no return’. Het argument van de gemeente dat potentiële bewoners zich toch al ophouden aan de Blekerstraat is volgens reclamant niet juist. In de Blekerstraat is nooit sprake geweest van hardruggebruik of overlast. De gemeente heeft bestuurlijk onzorgvuldig gehandeld en voegt zich naar de wensen van PvdA en Kwintes. Ten aanzien van de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat de doelgroep van het hostel zich nu vooral ophoudt in Centrum Almere Stad (als geheel) en niet specifiek de Blekerstraat. Verder is het een bevoegdheid van de gemeenteraad om een bestemmingsplan vast te stellen. Van een ‘point of no return’ of bestuurlijk onzorgvuldig handelen is geen sprake. 7. De gemeente bevordert en faciliteert met het hostel onwettige activiteiten zoals drugshandel en het bezit van harddrugs. Ten aanzien van drugshandel en het bezit van harddrugs verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat met het onderhavige bestemmingsplan alleen het gebruik van het gebouw Blekerstraat 30 als permanente woonvoorziening voor drugsverslaafden mogelijk wordt gemaakt. In het bestemmingsplan wordt niets geregeld over het gebruik of bezit van drugs.
18
8. De materiële en immateriële schade die zal optreden is volledig de verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente zal gehouden worden tot schadevergoeding indien het hostel er komt. De functie van het hostel is een woonvoorziening met intensieve begeleiding. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 25 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin mocht blijken dat het hostel toch onevenredige gevolgen blijkt te hebben voor de woonsituatie van omwonenden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. F. Reclamanten 6 (Olstgracht) Reclamanten kunnen zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende reden: 1. Reclamanten hebben eind 2007 het pand Olstgracht aangekocht. Vanuit het appartement is er aan de achterzijde direct zicht op het pand Blekerstraat 30. Reclamanten hebben zich vastgelegd voor de koop van een kavel in de Noorderplassen. Sinds april 2009 staat hun appartement te koop. Reclamanten hebben één kijker gehad en hebben hun verkoopprijs moeten verlagen vanwege de lage aanloop. Ook de buren, die in eerste instantie aangaven het appartement te willen kopen, hebben afgezien van aankoop vanwege het hostel. De makelaar van reclamanten heeft gezegd dat meerdere potentiële kopers geïnteresseerd waren, maar van aankoop afzagen vanwege het ontwerp bestemmingsplan. Reclamanten concluderen dat het ontwerp bestemmingsplan een obstakel vormt voor de verkoop van appartement. Reclamanten stellen de gemeente aansprakelijk voor het belemmeren van de verkoop van hun appartement en verzoeken om een gepaste reactie en voorstel voor hun probleem. Voor wat betreft de waarde van het appartement van reclamanten verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Aanvullend merken wij op dat er pas sprake kan zijn van een eventuele tegemoetkoming in de schade als gevolg van de vermindering van de waarde van het appartement op het moment dat het onderhavige bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Vanaf dat moment kunnen reclamanten een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders.
19
Conclusie De zienswijze van reclamanten wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. G. Reclamant 7 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant verwacht een enorme impact op zijn persoonlijke levenssfeer in de zin van materiële en geestelijke schade. Reclamant verwacht overlast in de vorm van: dealen op straat, schreeuwen op straat, drugsgebruik in de straat en de Touwslagerhof en Koperslagerhof, stijging van criminaliteit in de vorm van diefstal, vernieling, berovingen, bedreigingen, mishandelingen. Voor wat betreft de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij het volgende op. De functie van het hostel is een woonvoorziening met intensieve begeleiding. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 57 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Ten aanzien van de gedragingen die reclamant opsomt merken wij op dat het hier om gedragingen gaat in strijd met onder andere wettelijke voorschriften en de APV. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Sommige gedragingen zijn ook in strijd met de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de bewoners in het hostel. 2. Reclamant verwacht financieel nadeel door schade door vernielingen, diefstal, beroving en dergelijke en waardedaling van huizen/appartementen. Zoals hiervoor overwogen onder 1 verwachten wij dat cliënten door het individuele hulpverleningstraject en een vaste woonruimte juist minder tot geen illegale activiteiten zullen verrichten of overlast zullen veroorzaken. De ervaringen met bijvoorbeeld de hostels in Utrecht en de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere versterken deze verwachting. In tegenstelling tot reclamant verwachten wij daarom geen financieel nadeel voor reclamant als gevolg van de vestiging van het hostel. In het kader van het beheerplan kunnen bovendien flankerende maatregelen worden getroffen om overlast tegen te gaan. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin mocht blijken dat het hostel toch onevenredige gevolgen blijkt te hebben voor de woonsituatie van omwonenden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van het appartement verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen.
20
3. Reclamant stelt dat door medewerking te verlenen aan de opvang van drugsverslaafden met een psychische stoornis de gemeente een onverantwoord risico neemt ten koste van de bewoners in en rondom de Blekerstraat. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid zijn wij van mening dat er geen onverantwoord risico voor omwonenden wordt genomen met de vestiging van het hostel. 4. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, althans gewijzigd vast te stellen. Indien het bestemmingsplan toch wordt vastgesteld, dan stelt reclamant de gemeente nu al aansprakelijk voor alle hieruit voortvloeiende schade. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. H. Reclamant 8 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant beschouwd zijn zienswijze tegen de aanvraag om bouwvergunning als herhaald en ingelast in de bezwaarprocedure. In deze zienswijze wordt ingegaan op de aspecten: strijdigheid met het bestemmingsplan, welstand, privacy, lichtinval, overlast, schade aan de woning, waardevermindering van de woning en alternatieve locaties. Voor de samenvatting en de beantwoording van de zienswijze tegen de aanvraag om bouwvergunning verwijzen wij naar de overwegingen onder 9) in de ‘Reactienota vooroverleg en inspraak voorontwerp bestemmingsplan Hostel Blekerstraat 30’. 2. Reclamant stelt dat de komst van het hostel leidt tot aantasting van zijn woongenot. Vanuit het appartementencomplex kijkt men in de woning van reclamant. Toekomstige bewoners hebben direct zicht op het balkon van reclamant en op de slaapkamers en woonkamer. Dit is een enorme inbreuk op de bestaande situatie en een ernstige aantasting van de privacy van reclamant. Door de extra verdieping wordt reclamant nog verder onevenredig aangetast in zijn privacy. Reclamant is van mening dat de gemeente de ramen van het hostel moet blinderen. Van reclamant kan niet verlangd worden dat hij altijd de gordijnen dicht moeten doen. De stelling van de gemeente dat de bouwhoogte aanvaardbaar is kan niet tot de conclusie leiden dat aantasting van het woongenot acceptabel is. Volgens reclamant is er sprake van strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. Voor wat betreft de inpasbaarheid van het hostel in de omgeving verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat het onderhavige
21
bestemmingsplan een bouwhoogte toestaat van 12 meter. De beoogde bebouwing heeft een bouwhoogte van 11,5 meter. Het grasdak heeft een hoogte van 11,8 meter. Inclusief de liftopbouw is de hoogte 12,88 meter. De liftopbouw kan vanwege de omvang worden aangemerkt als een ondergeschikt bouwonderdeel (artikel 5 van het bestemmingsplan) en hoeft niet te worden meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw. Op grond van het geldende bestemmingsplan zijn in de directe omgeving bouwhoogten toegestaan van 15 tot 18 meter. Een bouwhoogte van 12 meter vinden wij dan ook aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. Het uitzicht van reclamanten zal op grond van het onderhavige bestemmingsplan wel wijzigen en vanuit het hostel is er zicht op het appartement van reclamant. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 10 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. De raamopeningen in het bestaande gebouw worden bovendien verkleind ten behoeve van de privacy van zowel cliënten als omwonenden. Van een ernstige aantasting van de privacy van reclamant is naar onze mening geen sprake. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 3. Reclamant heeft twijfels over de juistheid van het bezonningsonderzoek. Met name omdat het een indicatief bezonningsonderzoek is, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Reclamant verzoekt om een deugdelijk onderzoek, waarbij op verschillende dagen en tijdstippen in het jaar wordt gemeten. Indien dit niet gebeurd is er sprake van strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. Deze zienswijze geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Er is een nieuw bezonningsonderzoek uitgevoerd op verschillende dagen en tijdstippen. Dit bezonningsonderzoek is opgenomen in Bijlage 2 van de toelichting van het bestemmingsplan. Uit het bezonningsonderzoek blijkt dat de schaduwwerking toeneemt als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. De schaduwwerking achten wij echter nog steeds aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. 4. Volgens reclamant is er sprake van een aantasting van zijn rust en woongenot. Gelet op de geringe afstand tot het hostel vreest reclamant voor veel overlast. Reclamant vreest dat de nooddeur, direct tegenover zijn woning, zal worden gebruikt door drugsdealers en klanten van de bewoners van het hostel. Deze bewoners kunnen in de verleiding komen om de berging van het appartementencomplex open te breken. De gemeente is hier inhoudelijk niet op ingegaan. Dit is in strijd met het motiveringsbeginsel. Reclamant stelt dat er meer dan twee personeelsleden nodig zijn om de veiligheid in de directe omgeving te kunnen waarborgen. Verder vraagt reclamant zich af wat de interne gedragsregels van het hostel zijn en bij welke overtredingen een maatregel wordt getroffen. Niet duidelijk is hoe wordt omgegaan met overtreders die niet meer in het hostel mogen blijven. Het is volgens reclamant niet ondenkbaar dat zij overlast zullen veroorzaken in de omgeving. Voor wat betreft de veiligheid, overlast, drugsdealers, de huisregels, de begeleiding en de inkomsten van cliënten verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat cliënten in het hostel tot rust kunnen komen en er structuur in het dagelijkse leven kan worden aangebracht. Het drugsgebruik in het hostel kan worden gereguleerd en mogelijk verminderen. Waar cliënten voorheen zelf elke dag op zoek moesten naar hun
22
dagelijkse levensbehoeften en drugs, krijgen cliënten in het hostel kost en inwoning en houden een deel van hun inkomen vrij besteedbaar over. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Ten aanzien van drugsdealen rondom het hostel en diefstal merken wij op dat het hier om gedragingen gaat in strijd met onder andere wettelijke voorschriften en de APV. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Het kopen van drugs in de omgeving van het hostel is ook in strijd met de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de bewoners in het hostel. De vrees van reclamant voor drugsdealen tegenover zijn woning of diefstal door cliënten van hostel delen wij niet. Ten aanzien van de nooddeur merken wij op dat deze alleen in noodsituaties kan worden geopend. Cliënten en bezoekers komen via de sluis het hostel binnen en kunnen worden gecontroleerd. In het hostel zijn 24 uur per dag twee begeleiders en één portier aanwezig. In geval van een crisis kan ook nog de crisisdienst of de politie worden ingeschakeld. De huisregels van het hostel en de strafprocedure worden, nadat deze zijn vastgesteld, digitaal beschikbaar gesteld voor belanghebbenden. Indien een cliënt (tijdelijk) niet meer kan verblijven in het hostel wordt er altijd een alternatief verblijf aangeboden. Er is altijd overleg met de crisisdienst of politie. Als een cliënt niet veilig de straat op kan wordt de politie ingeschakeld. Onder verwijzing naar het bovenstaande en de overwegingen in het onderdeel Veiligheid zijn wij van mening dat reclamant niet in zijn rust en woongenot zal worden aangetast door de komst van het hostel. 5. Reclamant is van mening dat er dag en nacht een portier aanwezig moet zijn om toezicht te houden (ook op de fietsenberging) ter bevordering van de veiligheid. Niet duidelijk is of dit ook het geval is. In het hostel is 24 uur per dag begeleiding en toezicht aanwezig door twee begeleiders en één portier. De deur aan de achterzijde van het gebouw geeft alleen toegang tot de berging, waar onder andere fietsen en vuilcontainers komen te staan. Deze deur kan alleen door het personeel worden ontgrendeld. 6. Toekomstige bewoners hebben geen buitenruimte (in Utrecht is dit wel het geval). Reclamant acht het niet wenselijk dat bewoners op straat gaan hangen. Wel is er een dakterras, maar volgens reclamant is het niet wenselijk dat bewoners hier gebruik van maken, gelet op de groepsgrootte. Reclamant is van mening dat het dakterras kan leiden tot onveilige situaties. Reclamant wijst op de psychische klachten van bewoners, zoals suïcidale neigingen, en mogelijke vechtpartijen. Bewoners zouden geen toegang moeten hebben tot het dakterras. Het hostel omvat geen tuin of binnenplaats. Achter het hostel bevindt zich wel het Chirurgijnhof. In het bouwplan voor het hostel is op de derde verdieping een dakterras voorzien van circa 48 m. Het dakterras wordt deels afgesloten met profielplaten en heeft alleen openingen aan de noord- en oostzijde van het gebouw. Het dakterras biedt aan cliënten een buitenruimte die gescheiden is van het openbaar gebied. In en om het hostel dienen cliënten zich te houden aan
23
onder meer de huisregels van het hostel. Met cliënten worden afspraken gemaakt over het voorkomen van overlast en het in het gedrag bijdragen aan een leefbare en veilige buurt. Voordat cliënten in het hostel komen heeft er een screening plaatsgevonden of cliënten deze vorm van wonen aankunnen. In het hostel is 24 uur per dag begeleiding en toezicht aanwezig door minimaal twee professionele begeleiders en één portier. De deskundigheid van het personeel is erop gericht om veranderingen in gedrag te signaleren en hiermee tijdig een crisis van een bewoner voor te zijn en maatregelen te nemen. De mening van reclamant dat cliënten geen toegang moeten hebben tot het dakterras delen wij daarom niet. 7. Reclamant acht het niet aannemelijk dat bewoners minder dan 0,5 gram harddrugs in hun bezit hebben en vraagt zich af of de hoeveelheid drugs wordt gecontroleerd. Bij bezit van meer dan 0,5 gram moet de politie optreden. Reclamant vraagt zich tevens af of het hostel voldoet aan artikel 16 Opiumwetbesluit en vraagt de gemeente om dit aspect nader toe te lichten. Ten aanzien van de Opiumwet verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat met cliënten afspraken worden gemaakt over het bezit van drugs. Cliënten en bezoekers komen bij binnenkomst door een sluis, waardoor controle mogelijk is. In artikel 16 Opiumwetbesluit zijn (categorieën) instellingen en personen aangewezen waarop het verbod op het aanwezig hebben, verstrekken of vervoeren van Opiumwetmiddelen niet van toepassing is. Kwintes is geen instelling in de zin van artikel 16 Opiumwetbesluit. Tactus verslavingszorg is dit wel. De verstrekking van methadon in het hostel zal uitgevoerd worden door een erkende verslavingsorganisatie. Met Tactus verslavingszorg zijn hiervoor afspraken gemaakt. Het aanleveren, het beheer en de opslag van Opiumwetmiddelen zal via een aparte logistiek en beveiligde ruimte in het hostel gaan plaatsvinden. Alleen de apotheek en Tactus hebben toegang tot deze ruimte. 8. Reclamant vreest voor schade aan zijn woning door de bouwwerkzaamheden en verzoekt om extra voorwaarden te stellen bij bouwwerkzaamheden. Reclamant vindt het niet acceptabel dat de gemeente alleen stelt dat de aannemer aansprakelijk is. Het gaat reclamant om het voorkomen van schade. In het bestemmingsplan kunnen alleen de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de gronden worden vastgelegd. Er kunnen geen voorwaarden worden gesteld ten aanzien van (mogelijke schade door) bouwwerkzaamheden. Dit betreft namelijk een uitvoeringsaspect. In de Reactienota heeft het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat de aannemer aansprakelijk is voor eventuele schade aan eigendommen en bezittingen van omwonenden als gevolg van bouwwerkzaamheden. 9. De functieaanduiding ‘drugsopvang’ moet nader worden omschreven, omdat deze term zeer algemeen is. Niet duidelijk is aan welke voorwaarden moet worden voldaan, voordat iemand in aanmerking kan komen voor een verblijfplaats in het hostel. De term ‘nutsvoorziening’ is wel omschreven in de begrippenlijst. Deze zienswijze geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. In artikel 3.1 onder a wordt de doeleindenomschrijving voor ‘drugsopvang’ als volgt gewijzigd: ‘De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding ‘drugsopvang’ voor een permanente woonvoorziening voor drugsverslaafden met begeleiding en toezicht, bestaande uit maximaal 29 cliëntenkamers/ wooneenheden, 1 logeerkamer, gezamenlijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van begeleidend personeel’.
24
In deze doeleindenomschrijving komt tot uitdrukking dat het om een woonvoorziening gaat waar drugsverslaafden permanent mogen wonen en dat er begeleiding en toezicht aanwezig is. In de omschrijving is niets opgenomen over voorwaarden, waaraan cliënten zouden moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een verblijfplaats in het hostel, omdat dit niet ruimtelijk relevant is. 10. In de wijzigingsbevoegdheid van artikel 3.4 zijn geen regels opgenomen wanneer de wijzigingsbevoegdheid kan worden uitgeoefend. Artikel 3.4 is niet aan objectieve gronden gebonden en voldoet daarmee niet aan artikel 3.6 Wro. Reclamant verzoekt om de wijzigingsbevoegdheid correct en volledig aan te vullen en om de toezegging, dat bij een toenemende onveiligheid gezocht moet wordt worden naar een alternatieve locatie, op te nemen in het planvoorschrift. Deze zienswijze geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. In artikel 3.4 wordt de wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderen van de functieaanduiding ‘drugsopvang’ als volgt gewijzigd: ‘Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de functieaanduiding ‘drugsopvang’ uit het bestemmingsplan wordt verwijderd ten behoeve van de vestiging van een andere maatschappelijke voorziening zoals omschreven in artikel 1.18: a. indien de functie drugsopvang leidt tot een onevenredige aantasting van de woon- of werksituatie in de wijk dan wel de functie drugsopvang ter plaatse is beëindigd; b. mits de bouwregels uit lid 3.2 in acht worden genomen. In deze wijzigingsbevoegdheid is een kwalitatieve norm opgenomen wanneer de functieaanduiding ‘drugsopvang’ van het perceel kan worden verwijderd, namelijk indien er sprake is van een onevenredige aantasting van de woon- of werksituatie. Dit is in overeenstemming met de bestuurlijke toezegging die is gedaan. Daarnaast kan de functieaanduiding ‘drugsopvang’ van het perceel worden verwijderd indien deze functie ter plaatse is beëindigd, bijvoorbeeld als er geen behoefte meer is voor drugsopvang op deze locatie. In beide gevallen geldt dat de functieaanduiding ‘drugsopvang’ van het perceel kan worden verwijderd als duidelijk is welke andere maatschappelijke voorziening er op het perceel zal worden gerealiseerd. 11. Niet gemotiveerd is waarom er in plaats van de oorspronkelijke 26 wooneenheden nu 29 wooneenheden worden gerealiseerd. Reclamant verzoekt om het aantal wooneenheden terug te brengen naar 26, omdat het niet wenselijk is dat bewoners op de begane grond een kamer krijgen. Het is volgens reclamant niet ondenkbaar dat drugs via het raam worden verhandeld. Voor wat betreft de behoefte en de doelgroep verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Aanvullend merken wij op dat in het eerste bouwplan voor het hostel nog werd uitgegaan van 26 cliënten en een deel van de bestaande parkeerplaatsen in het gebouw werd gehandhaafd. Het bouwplan is daarna op verschillende onderdelen aangepast. In het huidige bouwplan voor het hostel zijn onder andere de parkeerplaatsen verdwenen en is er ruimte gecreëerd voor 29 appartementen en 1 logeerkamer. Dit is ook het aantal dat in de regels van het onderhavige bestemmingsplan is opgenomen. Ten aanzien van drugshandel rondom het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid en onder 4.
25
12. Reclamant kan zich niet vinden in de bouwmogelijkheid voor antennes en masten voor telecommunicatie tot een bouwhoogte van 15 meter. Reclamant is van mening dat er geen antennes of masten op het dak geplaatst mogen worden, omdat dit tot een verstoring leidt van de aanwezige elektronica en de masten en antennes schadelijk zijn voor de gezondheid. Deze zienswijze geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. De bouw van een antenne of mast voor telecommunicatie is voor deze specifieke locatie niet voorzien binnen de planperiode van 10 jaar. De bouwregel voor antennes of masten voor telecommunicatie wordt uit de regels verwijderd. Het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningsplichtige bouwwerken (Bblb) biedt bovendien de mogelijkheid om zonder bouwvergunning een beperkte antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie te realiseren. Mocht er een concreet initiatief voor de realisatie van een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie komen, die niet binnen het Bblb past, dan zal worden overwogen of en hoe daar medewerking aan zal worden verleend. 13. Reclamant bestrijdt de stelling van de gemeente dat er voor bewoners, bezoekers en begeleidend personeel voldoende parkeerplaatsen zijn. De gemeente heeft aangegeven niet te weten hoeveel begeleidend personeel aanwezig zal zijn. Er wordt alleen een minimum van twee genoemd. De stelling van de gemeente moet worden onderbouwd met een rapport. Indien dit niet gebeurd is er sprake van strijd met het motiveringsbeginsel. De zienswijze geeft aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Door de Afdeling Verkeer en Vervoer van de gemeente is al vanaf het eerste bouwplan de parkeerbehoefte voor het hostel in kaart gebracht. Voor het huidige bouwplan is uitgegaan van de onderstaande gegevens. Er wordt vanuit gegaan dat 50% van de mensen met de auto naar het hostel komt; de andere 50% komt lopend, per fiets of met het openbaar vervoer. Voor een centrumgebied is dit percentage zelfs aan de hoge kant. Gelet op de specifieke bestemming en de locatie in Centrum Almere Stad is een percentage van 50% alleszins redelijk. Daarnaast is het voor de Parkeerbalans in Centrum Almere Stad van belang wanneer de parkeervraag maximaal is voor het hele centrum, het zogenaamde maatgevende tijdsmoment. In de Parkeerbalans worden vier tijdsperioden onderscheiden: werkdag, zaterdag, koopavond en nacht. Voor Centrum Almere Stad zijn de maatgevende tijdsmomenten de zaterdag en de koopavond. Voor de maximale parkeervraag van het hostel zelf is de werkdag maatgevend. Dan is er wat meer personeel en kun je enig bezoek verwachten. Weinig tot geen van de beoogde bewoners zullen over een auto beschikken. Er zijn minimaal 2 begeleiders en één portier aanwezig en enkele medewerkers incidenteel. Maximaal zijn er 5 à 6 mensen aanwezig. Uitgaande van 50% van de mensen dat met de auto komt, zou dat 2,5 à 3 parkeerplaatsen opleveren. Op het maatgevende tijdsmoment, koopavond en zaterdag, hebben slechts 2 begeleiders en 1 portier dienst. Weer uitgaande van 50% van de mensen dat met de auto komt, komt dat neer op 1 à 1,5 parkeerplaatsen. Hiervoor is nog voldoende ruimte in de Parkeerbalans voor Centrum Almere Stad. Dit geldt ook voor de maximale parkeervraag voor het hostel zelf van 2,5 à 3 parkeerplaatsen. In de directe omgeving van het hostel zijn duizenden parkeerplaatsen, over het algemeen in de diverse parkeergarages. Deze liggen allemaal op loopafstand van het hostel. De dichtstbijzijnde parkeergarage, de Flevogarage, heeft een capaciteit van 450 parkeerplaatsen. Voor bewoners, bezoekers en het personeel van het hostel is voldoende parkeerruimte in de directe omgeving aanwezig. Het bovenstaande zal worden verwerkt in de toelichting van het bestemmingsplan.
26
14. De stelling van de gemeente dat de verkeersaantrekkende werking van het plan gering zal zijn, gelet op de ligging, is niet deugdelijk onderbouwd met een rapport. Reclamant vraagt zich af of de verkeersdruk kan worden opgevangen in het gebied en is van mening dat er onderzoek moet worden gedaan naar de toename van het aantal verkeersbewegingen. De zienswijze geeft aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Door de Afdeling Verkeer en Vervoer is ook het aantal autobewegingen in kaart gebracht. Hierbij is uitgegaan van de volgende gegevens: • Bewoners (maximaal 29 personen, geen eigen auto, gering autogebruik): 10 autobewegingen • Personeel (circa 40 personen over de hele dag, 50% autogebruik): 40 autobewegingen • Bezoek (zeer gering, 50% autogebruik): 10 autobewegingen • Bevoorrrading (5 keer per dag, vrachtwagens en personenauto’s): 10 autobewegingen Voor bewoners, personeel, bezoekers en bevoorrading wordt op een werkdag in totaal uitgegaan van circa 70 autobewegingen. De Blekerstraat heeft, gelet op de breedte van circa 5,8 meter en de ligging nabij doorgaande wegen in Centrum Almere Stad, voldoende capaciteit om het aantal autobewegingen te verwerken. Daarnaast is er in het Chirurgijnhof (achter het hostel) voldoende ruimte aanwezig voor vrachtwagens en personenauto’s om te laden en lossen en te keren. Verder zijn er in de nabijheid van het hostel bushaltes aanwezig. Geconcludeerd wordt daarom dat de verkeersaantrekkende werking van het hostel gering zal zijn en de verkeersdruk goed kan worden opgevangen in het gebied. Het bovenstaande zal worden verwerkt in de toelichting van het bestemmingsplan. 15. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, dan wel het plan zodanig te wijzigen dat aan de zienswijze tegemoet wordt gekomen. De zienswijze van reclamant geeft aanleiding om het bestemmingsplan te wijzigen op de onderdelen bezonningsonderzoek, de omschrijving voor ‘drugsopvang’, de wijzigingsbevoegdheid voor ‘drugsopvang’, de bouwmogelijkheid voor een antenne of mast voor telecommunicatie, het aantal parkeerplaatsen en het aantal verkeersbewegingen. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding om het bestemmingsplan te wijzigen. Conclusie De zienswijze van reclamant geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan op de volgende onderdelen: • Het bezonningsonderzoek in Bijlage 2 bij de toelichting van het bestemmingsplan. • De doeleindenomschrijving van ‘drugsopvang’ in artikel 3.1 van de regels van het bestemmingsplan. • De wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderden van de functieaanduiding ‘drugsopvang’ in artikel 3.4 van de regels van het bestemmingsplan. • De bouwmogelijkheid voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie in artikel 3.2 van de regels van het bestemmingsplan. • De onderbouwing van het aantal parkeerplaatsen in § 5.3 van de toelichting van het bestemmingsplan. • De onderbouwing van het aantal verkeersbewegingen in § 5.3 van de toelichting van het bestemmingsplan.
27
Voor het overige wordt de zienswijze van reclamant niet gedeeld. I. Reclamanten 9 (Blekerstraat) Reclamanten kunnen zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Een daling van de huizenwaarde in de omgeving van Blekerstraat 30. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. 2. Een toename van de overlast voor omwonenden en ondernemers. Onder verwijzing naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie verwachten wij geen toename van overlast voor omwonenden en ondernemers en een afname van overlast als gevolg van drugsgebruik in de openbare ruimte in Centrum Almere Stad. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 3. Een toenemend gevaar voor omwonende kinderen. Onder verwijzing naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie verwachten wij geen toenemend gevaar voor omwonende kinderen. 4. De aan- (of straks af-) wezigheid van de hondenuitlaatstrook. Het onderhavige bestemmingsplan heeft geen betrekking op de Chirurgijnhof en brengt geen wijzigingen aan in de hondenuitlaatstrook. 5. Misschien is er een ruimte te realiseren in een gebied dat minder dichtbewoond is. Dit om verloedering van de woonwijk tegen te gaan en de veiligheid van burgers te waarborgen. Voor wat betreft een mogelijk alternatief en de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Locatie en Veiligheid. 6. Reclamanten verzoeken om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, althans gewijzigd vast te stellen. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamanten geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamanten wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. J. Reclamant 10 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen:
28
1. Zoveel (29) mensen bij elkaar zetten van een doelgroep, die bekend staat als niet bereikbaar en onberekenbaar, is vragen om problemen. Onder verwijzing naar de overwegingen betreffende de cliënten en de begeleiding door Kwintes in het onderdeel Veiligheid zijn wij van mening dat het hostel succesvol kan worden gerund. 2. Het pand wordt omgeven door bedrijfspanden en woningen. De doelgroep kijkt uit hun raam naar muren. Reclamant acht dit niet bevorderlijk voor de doelgroep en denkt dat ze naar groen moeten kunnen kijken en weg kunnen kijken. Voor wat betreft de locatiekeuze verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat het gebouw en de locatie aan de Blekerstraat 30 door de initiatiefnemer Kwintes geschikt worden geacht voor de realisatie van een woonvoorziening met begeleiding voor drugsverslaafden met een psychische stoornis. Het betreft een vrijstaand gebouw, dat goed beveiligd kan worden. In het gebouw wordt onder meer een buitenruimte gerealiseerd. Vanaf deze buitenruimte is er zicht op het Chirurgijnhof. Hier staan enkele bomen en bevindt zich ook een groene hondenuitlaatstrook. 3. Het pand staat te dicht bij de woningen aan de Olstgracht. Voor wat betreft de afstand ten opzichte van de woningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat de bestaande afstand van het gebouw tot de omliggende bebouwing niet wordt gewijzgd. 4. Het is nu een rustige wijk. Reclamant verwacht veel overlast en drugshandel. Ten aanzien van het karakter van de wijk en overlast en drugshandel verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Locatie en Veiligheid. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 5. Reclamant vraagt zich af hoe de veiligheid van alleenstaande vrouwen, die wonen in de wijk, wordt gegarandeerd. Voor wat betreft de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie. Aanvullend merken wij op dat de overwegingen die daar zijn opgenomen ten aanzien van bijvoorbeeld kinderen en scholieren evengoed van toepassing zijn op alleenstaande vrouwen die in de omgeving van het hostel wonen. 6. Scholieren lopen elke dag langs de locatie. Volgens reclamant is dit een uitnodiging voor drugsgebruik. Ten aanzien van scholieren en drugsgebruik verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie. 7. Reclamant vraagt zich af of er wel zoveel bewoners in Almere zijn die onder de doelgroep vallen. Voor wat betreft de doelgroep verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel.
29
8. Reclamant vraagt zich af of de gemeente zelf onderzoek heeft gedaan naar een gelijksoortig pand (omgeven door muren, doelgroep van 29 mensen) in een woonwijk en wat dan de bevindingen waren. Voor de locatiekeuze verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat voor elke locatie of gebouw weer andere uitgangs- of aandachtspunten gelden. Kwintes en de gemeente vinden de locatie en het gebouw Blekerstraat 30 geschikt voor de doelgroep. De gemeente heeft geen onderzoek gedaan naar een gelijksoortig pand of een alternatief. De verwachting dat het hostel de veiligheid ten goede zal komen is mede gebaseerd op ervaringen met hostels elders in het land en met de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere. 9. Reclamant vraagt zich af wat de doelgroep van de plaats van het hostel vindt. De cliënten zijn niet gedwongen opgenomen en hebben geen juridische maatregel opgelegd gekregen die hun vrijheid of handelen beperkt. Cliënten kiezen vrijwillig voor een verblijf in het hostel. Het verblijf zelf is niet vrijblijvend; er gelden immers huisregels in en om het hostel. 10. Reclamant vraagt zich af wat de deskundige (psychiaters) van de plaats van het hostel vindt. Kwintes is een organisatie in de geestelijke gezondheidszorg en ondersteunt en begeleidt mensen met langdurige psychische problemen. Kwintes biedt informatie en advies, begeleiding aan huis, beschermd wonen en dagbesteding. De locatie en het gebouw Blekerstraat 30 worden door Kwintes geschikt geacht voor de realisatie van het hostel. 11. Reclamant stelt een vraagteken bij de financiering van het hostel via de AWBZ. Reclamant vraagt zich af of de doelgroep recht heeft op wonen, maar besteding van de AWBZ gelden door een andere zorgaanbieder. Is er sprake van ‘gedwongen’ gebruik van Kwintes als zorgaanbieder? Ten aanzien van de financiering van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Cliënten kiezen vrijwillig voor een verblijf in een hostel. De zorg in het hostel wordt aangeboden door Kwintes. 12. Reclamant vraagt zich af welke toezeggingen/afspraken de gemeente heeft gedaan? Wethouder Haanstra heeft de toezegging gedaan dat op het moment dat het scenario van ernstige overlast van het hostel zich daadwerkelijk voordoet, de indieners van de burgeractiviteit de gemeente aan hun zijde vinden om over te gaan tot sluiting van het pand. Het college van burgemeester en wethouders heeft een anterieure overeenkomst gesloten met Kwintes. In het kader van de Wro moet de gemeente bij de bouw van meerdere nieuwe woningen namelijk kosten bij de ontwikkelaar van het plan verhalen door of tegelijkertijd met het bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen óf door een overeenkomst af te sluiten met de ontwikkelaar. Het afsluiten van een overeenkomst kan voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld. De overeenkomst inzake de grondexploitatie wordt dan een anterieure overeenkomst genoemd. In de anterieure overeenkomst zijn onder meer geregeld: het bouwprogramma, de planvorming, de exploitatiebijdrage, het planschadeverhaal en de verplichtingen van partijen. 13. Reclamant vraagt zich af wat de gevolgen zijn als het hostel moet sluiten.
30
Met Kwintes is afgesproken dat in dat geval in gezamenlijkheid zal worden gezocht naar een alternatieve locatie voor het hostel. 14. Reclamant heeft een jaar geleden een reactieformulier ingediend, waarin een verzoek werd gedaan om inzage in alle stukken in het kader van de Wet openbaarheid bestuur. Reclamant heeft nooit iets van de gemeente gehoord. Zodra reclamant inzage heeft gehad in de stukken zal hij aanvullend bezwaar maken. Reclamant heeft alsnog inzage gekregen in alle stukken. Reclamant is op 9 april 2010 er telefonisch op gewezen dat de zienswijzen slechts gedurende de termijn van terinzageligging van het ontwerp bestemmingsplan kunnen worden ingediend. 15. Reclamant stelt als alternatief een locatie van het hostel in het groen voor en niet tussen muren en in een woonwijk. Voor wat betreft de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat op voorhand niet gesteld kan worden dat met het alternatief van reclamant hetzelfde resultaat met minder bezwaren kan worden bereikt. Bij een locatiekeuze spelen bovendien ook pragmatische overwegingen een rol. Voor de door reclamant voorgestelde alternatieve locatie zijn er geen initiatiefnemers en ook de economische uitvoerbaarheid is niet zeker gesteld. In geval van nieuwbouw geldt er daarnaast het bezwaar dat dit een relatief dure oplossing is in vergelijking met de verbouw van een bestaand pand. 16. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, althans gewijzigd vast te stellen. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. K. Reclamant 11 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant verwacht een aantasting van zijn woongenot door ernstige aantasting van zijn privacy. Bij een bouwhoogte van 12,88 meter kan men direct in zijn woning kijken. Voor wat betreft de locatie van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat het bestemmingsplan een bouwhoogte toestaat van 12 meter. De beoogde bebouwing heeft een bouwhoogte van 11,5 meter. Het grasdak heeft een hoogte van 11,8 meter. Inclusief de liftopbouw is de hoogte 12,88 meter. De liftopbouw kan vanwege de omvang worden aangemerkt als een ondergeschikt bouwonderdeel (artikel 5 van het bestemmingsplan) en hoeft niet te worden meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw. Op grond van het geldende bestemmingsplan zijn in de directe omgeving bouwhoogten toegestaan van 15 tot 18 meter. Een bouwhoogte van 12 meter vinden wij dan ook aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot
31
het appartement van reclamant (die circa 10 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. De raamopeningen in het bestaande gebouw worden bovendien verkleind ten behoeve van de privacy van zowel cliënten als omwonenden. Van een ernstige aantasting van de privacy van reclamant is naar onze mening geen sprake. 2. Reclamant verwacht een aantasting van zijn woongenot door overlast. De geringe afstand tussen het hostel en zijn woning kan zorgen voor overlast als bewoners gaan hangen bij de doorgang van zijn appartementencomplex of voor het hostel en daar zaken gaan doen. Onder verwijzing naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie en onder 1 verwachten wij geen aantasting van het woongenot voor reclamant door overlast van het hostel. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 3. Reclamant stelt een vraagteken bij het juist toepassen van de Opiumwet. Reclamant acht het niet aannemelijk dat bewoners minder dan 0,5 gram in hun bezit hebben en vraagt zich af in hoeverre de hoeveelheid drugs wordt gecontroleerd. Reclamant vraagt zich af of het hostel voldoet aan artikel 16 Opiumwetbesluit. Ten aanzien van de Opiumwet verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat met cliënten afspraken worden gemaakt over het bezit van drugs. Cliënten en bezoekers komen bij binnenkomst door een sluis, waardoor controle mogelijk is. In artikel 16 Opiumwetbesluit zijn (categorieën) instellingen en personen aangewezen waarop het verbod op het aanwezig hebben, verstrekken of vervoeren van Opiumwetmiddelen niet van toepassing is. Kwintes is geen instelling in de zin van artikel 16 Opiumwetbesluit. Tactus verslavingszorg is dit wel. De verstrekking van methadon in het hostel zal uitgevoerd worden door een erkende verslavingsorganisatie. Met Tactus verslavingszorg zijn hiervoor afspraken gemaakt. Het aanleveren, het beheer en de opslag van Opiumwetmiddelen zal via een aparte logistiek en beveiligde ruimte in het hostel gaan plaatsvinden. Alleen de apotheek en Tactus hebben toegang tot deze ruimte. 4. Reclamant verwacht planschade. Door de komst van het hostel zal de populariteit van zijn woning enorm afnemen. Niemand wil een hostel voor drugsverslaafden voor de deur. Zijn woning wordt moeilijker verkoopbaar en daardoor minder waard. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. 5. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, althans gewijzigd vast te stellen.
32
Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
L.
Reclamant 12 (Olstgracht)
Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant is eigenaar van het appartement Olstgracht. Het appartement van reclamant is moeilijker verkoopbaar vanwege de komst van het hostel. Nu is al zichtbaar dat appartementen hun waarde verliezen. Ten aanzien van de veronderstelde waardedaling van het appartement verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. 2. Het gehouden onderzoek is niet representatief voor Almere omdat het slechts 130 ondervraagden betreft op ruim 180.000 inwoners. Voor wat betreft het IVO onderzoek verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Aanvullend merken wij op dat in dit onderzoek verschillende onderzoeksmethoden zijn gehanteerd. De vraag naar de omvang van de doelgroep is beantwoord door het maken van een telling en omvangschatting op basis van registratiegegevens van verschillende (zorg)instellingen en de politie. De problematiek en leefsituatie van de doelgroep is in kaart gebracht door het houden van interviews verspreid over de zes gemeenten in Flevoland. Er zijn 76 interviews afgenomen, waarvan er 64 tot de doelgroep behoorden. De zorgbehoefte is ingeschat tijdens twee expert meetings en een interview met (vertegenwoordigers van) de doelgroep. Gelet op het voorgaande achten wij het onderzoek representatief voor Almere. 3. De vervolgmetingen veiligheid na de opening van het hostel dienen elk half jaar te gebeuren in plaats van één keer per jaar. In de Handreiking ‘Iedereen onder dak’ wordt aangegeven dat de drie meetmomenten als volgt kunnen worden opgezet: het eerste meetmoment voordat de voorziening open is gegaan, de tweede meting een half jaar tot één jaar na de opening van de voorziening en de derde meting anderhalf tot twee jaar na de opening. Voor het hostel Blekerstraat 30 is gekozen voor de tweede en derde meting na één en twee jaar. Na één jaar kan goed worden bekeken hoe de situatie is gewijzigd na de opening van het hostel. Na twee jaar is het lange termijn effect van het hostel duidelijk. 4. Er is geen afdoende locatieonderzoek geweest naar mogelijke betere locaties voor gebruikers en omwonenden. Ten aanzien van de locatie en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. 5. De aanliggende groene hofjes zijn op loopafstand van het hostel, waardoor illegaal gebruik in het zicht van kinderen plaats kan vinden.
33
Onder verwijzing naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie verwachten wij geen overlast in de hofjes als gevolg van drugsgebruik door cliënten van het hostel. 6. Het hostel heeft een aantrekkende werking voor drugshandel. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid voorzien wij geen aantrekkende werking voor drugshandel door het hostel. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. M. Reclamant 13 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant is eigenaar van de Zoetelaarpassage, Blekerstraat en Citymall036. Reclamant begrijpt de behoefte aan opvang van dak- en thuislozen maar is van mening dat de gekozen locatie niet goed is. Het centrumgebied heeft een natuurlijke aantrekkingskracht op deze doelgroep, omdat er overdag veel te beleven is. ’s Avonds en ’s nachts is het rustig en kan men ongestoord rondhangen, met alle gevolgen van dien. Reclamant vreest dat de bewoners van het hostel voor grote overlast zullen zorgen in en nabij het winkelcentrum. Bezoekers en winkeliers van het winkelcentrum zullen hierdoor gehinderd worden en reclamant zal worden gedwongen extra maatregelen te nemen zoals het inhuren van extra bewaking. Reclamant acht het waarschijnlijk dat het bezoekersaantal van het winkelcentrum zal afnemen. Dit heeft grote gevolgen voor de exploitatie van het winkelcentrum, met waarschijnlijk leegstand tot gevolg. Leegstand leidt tot waardevermindering van het winkelcentrum. Voor wat betreft de locatie verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Ten aanzien van overlast verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat het Centrum Almere Stad de locatie is waar de doelgroep zich voornamelijk bevindt en ook overlast kan veroorzaken. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Wij verwachten dat door de komst van het hostel er juist minder overlast is voor bezoekers en winkeliers van het winkelcentrum. De mening van reclamant dat het bezoekersaantal van het winkelcentrum zal afnemen als gevolg van het hostel, met leegstand en waardevermindering tot gevolg, delen wij dan ook niet. 2. In het ontwerp bestemmingsplan staat dat bij aanhoudende aantoonbare overlast en toenemende onveiligheid vastgesteld wordt dat het hostel op deze locatie niet langer gewenst is. Dan zal worden gezocht naar een alternatieve locatie. Reclamant is van mening dat dit voor de exploitatie van het winkelcentrum te laat is. Bezoekers zijn dan al geconfronteerd met de toegenomen overlast en blijven weg. De reputatie van het winkelcentrum heeft dan al ernstige deuken opgelopen. Het is volgens reclamant maar de vraag of de oude bezoekers de weg naar het winkelcentrum terug zullen vinden.
34
Zoals hiervoor aangegeven onder 1 en in de overwegingen in het onderdeel Veiligheid verwachten wij geen toename van overlast in Centrum Almere Stad als gevolg van de realisatie van het hostel. Deze verwachting is mede gebaseerd op de ervaringen met hostels elders in het land en met de bestaande voorzieningen voor drugsopvang in Almere. Indien niettemin blijkt dat de drugsopvang leidt tot een onevenredige aantasting van de woon- en werksituatie in Centrum Almere Stad dan zal het hostel aan de Blekerstraat worden gesloten en wordt er gezocht naar een alternatieve locatie. De stelling op voorhand van reclamant dat bezoekers weg zullen blijven delen wij niet. 3. Er zijn nu tussen de 5 en 10 personen die in de doelgroep passen en zich veelvuldig ophouden in het centrumgebied. Realisatie van het hostel in de Blekerstraat houdt in dat het aantal mensen dat zich in het centrumgebied ophoudt zal toenemen met 20 à 25 personen. De overlast zal hierdoor exponentieel stijgen. Ten aanzien van de doelgroep verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Aanvullend merken wij op dat de stelling dat tussen de 5 en 10 personen zich ophouden in het centrumgebied en dat dit zal toenemen met 20 tot 25 personen onjuist is. De doelgroep is vele malen groter. Centrum Almere Stad is de locatie waar de doelgroep zich nu voornamelijk bevindt. Het hostel zal er juist aan bijdragen dat een deel van de bestaande doelgroep minder geneigd zal zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken. De overlast van het drugsgebruik in de openbare ruimte zal afnemen omdat een deel van de bestaande doelgroep juist op hun eigen kamer in het hostel drugs mag gebruiken. 4. Reclamant is van mening dat met het hostel in de Blekerstraat de overlast (diefstallen, vernielingen, intimidatie) in het centrumgebied zal toenemen, met alle gevolgen van dien voor reclamant. Het belang van reclamant zal in de belangenafweging moeten prevaleren. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen. Indien het bestemmingsplan wel wordt vastgesteld, zal reclamant en verzoek om planschadevergoeding indienen. Zoals hiervoor overwogen onder 1, 2 en 3 verwachten wij dat de overlast in het centrumgebied niet zal toenemen door de realisatie van het hostel. Ten aanzien van de gedragingen die reclamant opsomt merken wij op dat het hier om gedragingen gaat in strijd met onder andere wettelijke voorschriften. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
35
N. Reclamant 14 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Het hostel komt in een kinderrijke buurt midden in Almere Stad. Er komen 29 plaatsen voor drugsverslaafden met een psychiatrische aandoening. De bewoners behoren tot een groep waarbij veel overlast is te verwachten voor de buurt. De bewoners zijn personen met grote problemen, die hun problemen meenemen in de wijk. Ervaringen met gelijksoortige hostels wijzen volgens reclamant uit dat er grote overlast kan ontstaan. Voor wat betreft de locatie verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Ten aanzien van overlast en ervaringen met hostels verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. 2. Reclamant is niet tegen de opvang van drugsverslaafden met psychiatrische problemen, maar wel in een dichtbevolkte woonwijk zoals rond de Blekerstraat. In Almere zijn meer geschiktere plekken voor een hostel. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen en een geschiktere plek voor het hostel te vinden. Ten aanzien van de locatie en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. O. Reclamanten 15 (Blekerstraat) Reclamanten kunnen zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamanten wonen direct tegenover het pand. De maximale bouwhoogte van 10 meter in het geldende bestemmingsplan wordt nu verhoogd naar 12 meter. Dit om de bouw van een vierde verdieping mogelijk te maken. Reclamanten krijgen door deze vierde verdieping hinder en schade door schaduwwerking en de beperking van het ruimtelijk effect van hun appartement. Dit betekent voor reclamanten een vermindering van het woongenot en een waardedaling van het appartement. Reclamanten vinden dat zij onevenredig worden benadeeld. Reclamanten hebben nooit rekening hoeven houden met een extra verdieping op het pand omdat het bestemmingsplan slechts een hoogte van 10 meter toe staat. Dat in de omgeving hoger mag worden gebouwd doet hier niets aan af. Reclamanten konden bij de aankoop van hun appartement slechts de toen beschikbare informatie afwegen. De bouwhoogte van het tegenoverliggende pand speelde hierbij ook een rol. Voor wat betreft de locatiekeuze en de omgeving verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Ten aanzien van de veronderstelde waardedaling van het appartement verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Aanvullend merken wij op dat de gemeenteraad op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en voorschriften voor gronden kan vaststellen. De maximale bouwhoogte voor het perceel Blekerstraat 30 wordt verhoogd van 10 naar 12 meter. Het uitzicht van reclamanten en het ruimtelijk effect van hun appartement zal
36
hierdoor wijzigen. Uit het bezonningsonderzoek blijkt dat de schaduwwerking toeneemt als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. De schaduwwerking achten wij echter nog steeds aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamanten (die circa 19 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamanten zal leiden. 2. Reclamanten stellen dat hun woongenot zal verminderen door het dakterras, ook al ligt het dakterras aan de zijde van het Chirurgijnhof. Als er mensen op het dakterras aanwezig zijn en converseren dan zullen reclamanten daar overlast van ondervinden. De slaapkamer van reclamanten grenst aan de voorkant. Reclamanten vrezen in hun rust te worden gestoord. Het dakterras komt op de derde verdieping aan de zijde van de Chirurgijnhof. Het dakterras wordt deels afgesloten met profielplaten en heeft alleen openingen aan de noord- en oostzijde van het gebouw. Het appartement van reclamanten bevindt zich op de tweede verdieping aan de zuidzijde van de Blekerstraat. Reclamanten hebben geen zicht op het dakterras. De kortste afstand tussen het dichtstbijzijnde open gedeelte van het dakterras en het appartement van reclamanten bedraagt circa 30 meter. Gelet op deze afstand achten wij het niet aannemelijk dat reclamanten overlast zullen ondervinden van de aanwezigheid of conversaties van mensen op het dakterras. Dit temeer niet omdat met alle cliënten afspraken worden gemaakt over het voorkomen van overlast en het in het gedrag bijdragen aan een leefbare en veilige buurt. 3. Reclamanten voelen zich misleid in de informatievoorziening. Op de informatieavond van 25 maart 2009 werd gesproken over ‘kleine uiterlijke veranderingen’. Het realiseren van een vierde verdieping is geen kleine uiterlijke verandering. Pas nadat reclamanten de bouwaanvraag bekeken bleek dat het om een ingrijpende verbouwing gaat die grote gevolgen voor de wijk en omwonenden heeft. De misleiding in de informatievoorziening is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Voor wat betreft de informatie naar omwonenden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Informatieverstrekking. Aanvullend merken wij op dat het uitgangspunt voor de gemeente een open en proactieve communicatie is. De gemeente heeft daarom vanaf het begin bewoners geïnformeerd over de plannen voor het hostel. De informatieverstrekking naar omwonenden is naar onze mening niet onjuist geweest. Ten tijde van de eerste informatiebijeenkomst werd er nog uitgegaan van een ander bouwplan voor het hostel. Via de bewonersbrief van 22 april 2009 zijn omwonenden op de hoogte gesteld van de aanvraag bouwvergunning voor het hostel en het feit dat de bouwaanvraag kon worden ingezien. Bij deze brief zijn impressies van het bouwplan en een situatieschets bijgevoegd. Het betrof hier impressies van het gewijzigde bouwplan. Het onderhavige bestemmingsplan gaat ook uit van dit gewijzigde bouwplan. Gelet op het voorgaande zijn wij van mening dat er geen sprake is van misleiding in de informatievoorziening en zijn reclamanten ook niet in hun belangen geschaad. 4. Reclamanten vragen zich af of het realiseren van een vierde verdieping, om meer daklozen te kunnen huisvesten, wel noodzakelijk is. Met het dichtmaken van de parkeerplaatsen wordt er al een extra verdieping gerealiseerd. Reclamanten verzoeken hun belangen zorgvuldig af te wegen tegen de belangen van Kwintes, aangezien het een ingrijpende verbouwing met ingrijpende gevolgen betreft.
37
Teen aanzien van de noodzaak van de huisvesting van daklozen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel locatie en onder 1 zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamanten zal leiden. 5. Reclamanten maken zich ernstig zorgen over een evenredige belangenafweging. Reclamanten vermoeden dat er een samenwerkingsverband is tussen Kwintes en de gemeente en dat er toezeggingen door de gemeente zijn gedaan aan Kwintes. Hierdoor komen de belangen van reclamanten in het gedrang. Er vindt volgens reclamanten geen belangenafweging plaats. Dit is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Ter onderbouwing wijzen reclamanten op de gezamenlijke informatievoorziening, de ‘kleine uiterlijke veranderingen’, de aankoop van het pand door Kwintes terwijl het beoogde gebruik niet is toegestaan op grond van het geldende bestemmingsplan, het schrijven van de gemeente van 19 februari 2010 waarin een samenwerkingsverband niet ontkend wordt en de bewonersbrief van 9 maart 2009 waarin staat dat over ongeveer anderhalf jaar een hostel in de buurt wordt gerealiseerd. Het college van burgemeester en wethouders heeft een anterieure overeenkomst gesloten met Kwintes. In het kader van de Wro moet de gemeente bij de bouw van meerdere nieuwe woningen namelijk kosten bij de ontwikkelaar van het plan verhalen door of tegelijkertijd met het bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen óf door een overeenkomst af te sluiten met de ontwikkelaar. Het afsluiten van een overeenkomst kan voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld. De overeenkomst inzake de grondexploitatie wordt dan een anterieure overeenkomst genoemd. In de anterieure overeenkomst zijn onder meer geregeld: het bouwprogramma, de planvorming, de exploitatiebijdrage, het planschadeverhaal en de verplichtingen van partijen. Verder heeft wethouder Haanstra aan omwonenden de toezegging gedaan dat op het moment dat het scenario van ernstige overlast van het hostel zich daadwerkelijk voordoet, de indieners van de burgeractiviteit de gemeente aan hun zijde vinden om over te gaan tot sluiting van het pand. In de Reactienota vooroverleg en inspraak (Bijlage 4 van het bestemmingsplan) is al aangegeven dat zowel het college van burgemeester en wethouders als Kwintes achter de realisatie van het hostel aan de Blekerstraat 30 staan. Vandaar ook de gezamenlijke informatievoorziening naar omwonenden, waaronder de bewonersbrieven. De initiatiefnemer van het project is echter Kwintes. Kwintes heeft zelf besloten tot aankoop van het pand Blekerstraat 30. Het is uiteindelijk een bevoegdheid van de gemeenteraad om een bestemmingsplan vast te stellen. 6. Volgens reclamanten is er geen sprake van horizontaal bestuur. De keuze staat al vast, er kan slechts worden meegedacht over de voorgestelde wijziging. Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur moeten echter alle belangen evenredig en objectief tegen elkaar worden afgewogen. Reclamanten verwijzen voor wat betreft de dwingende dynamiek van horizontaal bestuur naar een stuk van politicologe Margo Trappenburg. Zoals overwogen onder 5 staat het college van burgemeester en wethouders achter de realisatie van het hostel aan de Blekerstraat 30, maar heeft de gemeenteraad uiteindelijk de bevoegdheid om een bestemmingsplan vast te stellen. De keuze staat derhalve niet op voorhand al vast. De gemeenteraad zal de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen, waaronder die van reclamanten. 7. Reclamanten kunnen zich niet vinden in de bestemming ‘maatschappelijk’ met de specifieke aanduiding ‘drugsopvang’. Deze bestemming is wezenlijk anders dan de
38
geldende bestemming ‘centrumdoeleinden’, zodat reclamanten hier nooit rekening mee hebben hoeven houden. Reclamanten verwijzen in dit verband naar een uitspraak van de rechtbank ’s Hertogenbosch (28 februari 2006, BR 2006/99, p.462). De rechtbank bepaalde hierin dat aan het gebruik van een pand als 24-uursopvang voor drugsopvang bezwaren kleven, die niet zijn te verwachten bij het gebruik van panden als woning of kantoor. De te verwachten overlast is onlosmakelijk verbonden met het gebruik van de panden als 24-uursopvang voor drugsverslaafden en de voortvloeiende schade is daaruit een rechtstreeks gevolg. Op grond van deze uitspraak dient de bestemmingswijziging van ‘centrumdoeleinden’ naar ‘maatschappelijk’ met ‘drugsopvang’ volgens reclamanten evenredig te worden afgewogen en kunnen de belangen van de omwonenden niet worden afgewimpeld op grond van openbare orde aspecten. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Locatie zijn wij van mening dat de belangen van omwonenden niet worden afgewimpeld op grond van openbare orde aspecten, maar evenredig zijn meegewogen. Aanvullend merken wij op dat de door reclamanten aangehaalde uitspraak van de rechtbank ’s Hertogenbosch door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is vernietigd (AbRvS, 10 januari 2007, nr 200602660/1). De AbRvS overwoog onder meer dat de rechtbank onterecht de mogelijk te verwachten overlast zonder meer onlosmakelijk verbonden heeft geacht met het gebruik van de panden voor 24-uursopvang voor drugsverslaafden. Artikel 49 WRO biedt geen grondslag voor vergoeding van schade die het gevolg is van het mogelijk niet naleven door gebruikers – in dit geval de bezoekers van het opvangcentrum – van geldende wettelijke voorschriften of mogelijke uitwassen van hun gedrag. In dit verband verwijzen wij ook naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. 8. Reclamanten zijn verbijsterd over de realisatie van een drugsopvang in de directe nabijheid van (koop)appartementen, scholen en winkels terwijl de gemeente over veel mogelijkheden qua ruimte beschikt. De motivering van de locatiekeuze door de gemeente is subjectief. Er wordt vooral gekeken naar de belangen van Kwintes en de doelgroep en het opgedrongen plan om meer voorzieningen te realiseren. In de Reactienota wordt de doelgroep van Kwintes centraal gesteld, maar blijkt niet dat er rekening is gehouden met omwonenden. Reclamanten vinden het zorgwekkend dat de gemeente geen aanleiding ziet voor een zorgelijke ontwikkeling en dat de gemeente geen blijk geeft dat zij de wijk daadwerkelijk kent. In dit verband wijzen reclamanten op de Reactienota waarin staat dat de afstand tot de Blekerstraat circa 250 meter is en tussen de school en de Blekerstraat een waterscheiding is, de Olstgracht. Reclamanten wijzen erop dat in het verlengde van de Blekerstraat de brug ligt, die een dagelijkse route is voor veel scholieren. De Reactienota bestaat volgens reclamanten uit politiek correcte, subjectieve antwoorden, vanuit een eenzijdig perspectief, die inhoudelijk en concreet te wensen over laat. Ten aanzien van de locatiekeuze en de nabijheid van appartementen en voorzieningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat de kortste afstand tussen Scholengemeenschap Echnaton en het perceel Blekerstraat 30 circa 160 meter bedraagt en tussen het schoolplein en dit perceel circa 270 meter. Hiertussen bevindt zich onder meer de waterscheiding, de Olstgracht, die via de Olstbrug kan worden overgestoken. De Blekerstraat vormt een van de vele aanlooproutes naar het centrum. 9. Indien Kwintes het hostel realiseert maakt zij misbruik van haar bevoegdheden op grond van artikel 3:13 lid 1 BW en zal zij haar bevoegdheid niet kunnen inroepen. Kwintes zal misbruik maken van haar bevoegdheden op grond van artikel 3:13 lid 2 BW, omdat er een onevenredigheid bestaat tussen het belang van omwonenden en het belang van
39
Kwintes, waarbij Kwintes naar redelijkheid niet tot de uitoefening kan komen omdat de belangen van omwonenden zwaarder wegen dan de belangen van Kwintes. Met het onderhavige bestemmingsplan wordt slechts via het publiekrecht de (ver)bouw en het gebruik van het hostel mogelijk gemaakt op het perceel Blekerstraat 30. Het bestemmingsplan doet niets af aan eventuele privaatrechtelijke bevoegdheden of verplichtingen tussen partijen. Overigens mag op grond van artikel 3:14 BW een bevoegdheid die iemand krachtens het burgerlijk recht toekomt, niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht. Het onderhavige bestemmingsplan (geschreven regels van publiekrecht) maakt de realisatie van het hostel mogelijk. 10. Reclamanten achten het aannemelijk dat de appartementen moeilijk dan wel niet verkoopbaar zullen zijn. Indien de appartementen toch verkocht worden zal er verlies dan wel een lagere winst zijn. Daarnaast achten reclamanten het aannemelijk dat er schade aan hen wordt toegebracht door allerlei vormen van overlast van het hostel in de omgeving. Alle schade die reclamanten leiden als gevolg van het hostel zullen zij vorderen van Kwintes dan wel van de gemeente. Ten aanzien van de veronderstelde waardedaling van het appartement verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamanten van mening zijn dat zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijden of zullen lijden die redelijkerwijs niet voor hun rekening behoort te blijven, dan kunnen reclamanten een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 11. Reclamanten stellen dat de procedure voor de realisatie van het hostel nooit zo ver had kunnen komen, als de belangen van omwonenden daadwerkelijk evenredig en zorgvuldig waren afgewogen. Reclamanten verzoeken om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen. Reclamanten hopen dat hun belangen nu daadwerkelijk worden afgewogen en er een juiste, zorgvuldige en evenredige beslissing wordt genomen. Daarnaast hopen reclamanten dat de zienswijze niet slechts een formaliteit is ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure. Naar onze mening zijn de belangen van omwonenden evenredig en zorgvuldig afgewogen en zal het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamanten leiden. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamanten geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamanten wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. P. Reclamant 16 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen:
40
1. Reclamant is van mening dat de gemeente en Kwintes haar veiligheid en die van haar eigendommen niet kan waarborgen. Reclamant vreest voor overlast in de buurt door drugsverslaafden, die niet in het hostel wonen maar er wel door worden aangetrokken. De drugsdealer staat op de hoek en met geluk mag je in de logeerkamer slapen. Reclamant vreest ook voor overlast door dealers, die het gemakkelijk krijgen met 29 verslaafden bij elkaar. Verder zijn er volgens reclamant te weinig hulpverleners die 24 uur per dag aanwezig zijn. Bij een psychose van een bewoner of een vechtpartij kunnen zij weinig doen. Daarnaast is reclamant bang dat omwonenden en winkeliers het slachtoffer worden van diefstal door bewoners van het hostel. Deze bewoners kunnen nu hun hele uitkering aan drugs opmaken. Straks krijgen zakgeld voor het kopen van harddrugs en moeten zij de rest van de uitkering inleveren. Bewoners worden zo gedwongen tot diefstal om aan voldoende geld voor drugs te komen. Voor wat betreft de veiligheid, overlast, drugsdealers, de begeleiding en de inkomsten van cliënten verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat cliënten in het hostel tot rust kunnen komen en er structuur in het dagelijkse leven kan worden aangebracht. Het drugsgebruik in het hostel kan worden gereguleerd en mogelijk verminderen. Waar cliënten voorheen zelf elke dag op zoek moesten naar hun dagelijkse levensbehoeften en drugs, krijgen cliënten in het hostel kost en inwoning en houden een deel van hun inkomen vrij besteedbaar over. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Ten aanzien van diefstal merken wij op dat dit onder meer in strijd is met wettelijke voorschriften. Deze gedraging wordt niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Cliënten en bezoekers komen via de sluis het hostel binnen en kunnen worden gecontroleerd. Dat geldt ook voor een gebruiker van logeerkamer. In het hostel zijn 24 uur per dag twee begeleiders en één portier aanwezig. In geval van een crisis kan ook nog de crisisdienst of de politie worden ingeschakeld. 2. Reclamant stelt dat de gemeente niet heeft nagedacht over de locatie van het hostel. De beweegredenen zijn slechts dat het pand in het centrum ligt en beschikbaar is. Er is niet gekeken naar de buurt. De koopwoningen staan dicht op het hostel en in de directe omgeving is een school. De Blekerstraat is voor de schoolgaande kinderen een doorgaande route van een naar de bushalte, de supermarkt en het centrum. Deze kinderen zijn in een leeftijd dat ze gaan experimenteren of nieuwsgierig zijn naar drugs. Nog een reden voor drugsdealers om op de hoek van de Olstgracht te gaan staan. Reclamant stelt twee alternatieve locaties voor het hostel voor: bij de drugsboot achter het politiebureau (Baljuwstraat) of bij het voormalige asielzoekerscentrum (Odeonstraat). Deze locaties zijn dichtbij het centrum, er zijn geen directe buurtbewoners en de aanwezigheid van het politiebureau houdt dealers op een afstand. Ten aanzien van de locatiekeuze, de omliggende woningen, schoolgaande kinderen en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Voor wat betreft drugsdealers verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat op voorhand niet gesteld kan worden dat met de alternatieven van reclamant hetzelfde resultaat met minder bezwaren kan worden bereikt. Bij een locatiekeuze spelen bovendien ook pragmatische overwegingen een rol. Voor de door reclamant voorgestelde alternatieve locaties zijn er geen initiatiefnemers en ook de economische uitvoerbaarheid is niet
41
zeker gesteld. In geval van nieuwbouw geldt er bovendien het bezwaar dat dit een relatief dure oplossing is in vergelijking met de verbouw van een bestaand pand. 3. Het bouwplan voor het hostel wijkt te sterk af van de omgeving, terwijl het volgens reclamant juist zou moeten opgaan in de omgeving. De felle kleuren passen niet in het straatbeeld en horen bij iets vrolijks, zoals een theater, maar niet bij een hostel. De materialen, zoals de loodaccenten, weerkaatsen de zon. De etage bovenop het gebouw neemt licht weg. De welstandscommissie beoordeelt of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met de redelijke eisen van welstand. In een eerdere versie van het bouwplan waren de kleurstellingen feller. Op advies van de welstandscommissie zijn de kleurstellingen aangepast. De welstandscommissie heeft geoordeeld dat het bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Het bouwplan kent geen materialen die zonlicht weerkaatsen, zoals loodaccenten. Uit het bezonningsonderzoek blijkt dat de schaduwwerking toeneemt als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. Wij achten de schaduwwerking echter nog steeds aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 19 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 4. Het hostel grenst direct aan de woning van reclamant. Reclamant vreest in de toekomst haar woning moeilijk of niet te kunnen verkopen dan wel ver onder de marktwaarde. Reclamant zal de gemeente voor deze financiële schade aansprakelijk stellen. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van de woning verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor haar rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Q. Reclamant 17 (Zadelmakerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen:
42
1. Reclamant is van mening dat de reuring van het stadscentrum de psychische stoornissen van de drugsverslaafden niet zal helpen. Bewoners hebben meer aan een omgeving waar niet iedere seconde andere geluiden, personen en gebeurtenissen plaatsvinden, die de psychoses zullen versterken. Voor wat betreft de locatiekeuze verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat het gebouw en de locatie aan de Blekerstraat 30 door Kwintes geschikt worden geacht voor de realisatie van een woonvoorziening met begeleiding voor drugsverslaafden met een psychische stoornis. 2. Het drugsgebruik zal dealers aantrekken. Reclamant vreest dat op de kinderspeelplaatsen in de naburige hofjes zal worden gedeald en wil geen zwerfnaalden waar kinderen zich aan kunnen bezeren of HIV kunnen oplopen. Reclamant verwacht dat als de hofjes worden gecontroleerd, het dealen zich zal verplaatsen naar het Lentehof en de naburige parkeergarages. Daarnaast wijst reclamant op de nabijheid van de middelbare school Het Echnaton. Reclamant is van mening dat de kinderen beschermd moeten worden tegen dealers in de directe nabijheid. Voor wat betreft het dealen, de kinderspeelplaatsen en de middelbare school verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie. Aanvullend merken wij op dat dealen in strijd is met onder andere wettelijke voorschriften en de APV. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. Dealen in en om het hostel is ook in strijd met de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de bewoners in het hostel. 3. Reclamant heeft recht op een veilige leefomgeving zonder geweldsuitbarstingen en zonder straatjes om te moeten lopen om van het stadscentrum naar de Olstgracht te komen. Ten aanzien van de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 70 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 4. Reclamant verwacht dat de huizenprijzen in de omgeving van het hostel zullen dalen omdat niemand wil wonen bij psychisch gestoorde drugsgebruikers. Reclamant houdt de gemeente nu al aansprakelijk. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van woningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat hij/zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn/haar rekening behoort te blijven, dan kan
43
reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. 5. Reclamant is niet tegen andere vormen van opvang in de Blekerstraat, zoals tienermoeders, straatjongeren, huiselijk geweld, terminale patiënten en reguliere dak- of thuislozenopvang. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Locatie vinden wij de locatie aan de Blekerstraat 30 geschikt voor de realisatie van het hostel. Een alternatieve invulling voor de locatie vinden wij daarom niet nodig. Sommige van de door reclamant genoemde voorzieningen (zwerfjongeren, slachtoffers huiselijk geweld, huis voor stervensbegeleiding, dak- en thuislozenopvang) maken bovendien onderdeel uit van de lijst van (21) te realiseren maatschappelijke voorzieningen en zijn voorzien op andere locaties in Almere. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. R. Reclamant 18 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant vindt dat omwonenden totaal niet zijn betrokken bij het besluit om een hostel te vestigen, terwijl zij wel de meeste overlast zullen ondervinden. Reclamant wijst op de informatiebrief van 9 maart 2009 waarin de komst van het hostel werd aangekondigd. Daarna zijn er twee informatieavonden geweest. Op de eerste informatieavond werd op de vraag van reclamant waarom bewoners niet in het voortraject zijn betrokken door een beleidsmedewerker van de gemeente aangegeven dat dit bewust niet wordt gedaan omdat ‘er anders nooit iets gerealiseerd kan worden’. Gemeente, Kwintes en de politie verwezen vooral naar elkaar voor wat betreft het besluit om het hostel te vestigen en het garanderen van de veiligheid van bewoners. De animo voor de tweede informatiebijeenkomst was veel lager. Voor veel omwonenden was al duidelijk dat het besluit al genomen was. De 350 handtekeningen van omwonenden en winkeliers blijken geen invloed te hebben op de besluitvorming. Voor wat betreft de informatie naar omwonenden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Informatieverstrekking. Aanvullend merken wij op dat het uitgangspunt voor de gemeente een open en proactieve communicatie is. De gemeente heeft daarom vanaf het begin omwonenden geïnformeerd over de locatiekeuze voor het hostel. De informatieverstrekking naar omwonenden is naar onze mening niet onjuist geweest. De opmerkingen van reclamant ten aanzien van de eerste informatiebijeenkomst nemen wij dan ook voor kennisgeving aan. Het is uiteindelijk een bevoegdheid van de gemeenteraad om een belangenafweging te maken tussen onder meer de belangen van omwonenden en het algemeen belang van de realisatie van het hostel. 2. Reclamant vreest dat de bewoners rond het hostel gaan hangen en dat dit overlast gaat veroorzaken. De bewoners hebben namelijk maar beperkte buitenruimte (dakterras) en geen tuin of binnenplaats. Het dichtstbijzijnde groen is de Touwslagerhof, waar het
44
appartement van reclamant op uitkijkt. Ouders zullen hun kinderen hier niet meer alleen durven laten spelen. Onder verwijzing naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie verwachten wij geen toename van overlast voor omwonenden en een afname van overlast als gevolg van drugsgebruik in de openbare ruimte in Centrum Almere Stad. Indien uit de veiligheidsmetingen niettemin blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Het hostel omvat geen tuin of binnenplaats. Achter het hostel bevindt zich wel het Chirurgijnhof. In het bouwplan voor het hostel is op de derde verdieping een dakterras voorzien van circa 48 m. Dit dakterras biedt aan cliënten een buitenruimte die gescheiden is van het openbaar gebied. In en om het hostel dienen cliënten zich te houden aan onder meer de huisregels van het hostel. Overtreding van de huisregels kan gevolgen hebben voor het verblijf in het hostel. 3. Reclamant is bang voor escalatie op het moment dat bewoners buiten het hostel in een crisis raken. De bewoners gebruiken drugs en medicijnen en hebben psychische problemen en zijn hierdoor labiel. Door hun gemoedstoestand is een constructief gesprek moeilijk. Kwintes heeft tijdens de informatieavond bevestigd dat incidenten niet worden uitgesloten. De politie zal dit dan moeten oplossen, maar de politie geeft aan dat er geen extra mensen zijn of extra budget is. Men moet maar 112 bellen. Ten aanzien van een crisis van cliënten en de veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat incidenten bij voorbaat nooit kunnen worden uitgesloten. Wel is het mogelijk om daar in het kader van het beheerplan duidelijke afspraken over te maken tussen omwonenden, Kwintes, politie en gemeente. 4. Reclamant vreest voor een belangenverstrengeling van Kwintes. Voor de exploitatie van het hostel heeft Kwintes de uitkeringen van de bewoners nodig. Kwintes heeft er dan ook financieel belang bij dat de bewoners blijven. Vanwege dit belang is Kwintes niet onpartijdig in de beoordeling van de gedragingen van bewoners en dit maakt voor omwonenden een open discussie extra moeilijk. De gemeente dient rekening te houden met deze financiële belangen bij de uitspraken en informatie die ze ontvangen van Kwintes. Voor wat betreft de financiering van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat in het beheerplan zal worden vastgelegd welke gedragingen worden aangemerkt als overlastgevend voor de omgeving, zodat dit goed in de gaten kan worden gehouden. Indien blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden leidt, zal er met Kwintes worden gezocht naar een alternatieve locatie voor het hostel. 5. In de ‘Meest gestelde vragen Hostel Blekerstraat’ staat dat bewoners op hun eigen kamer drugs mogen gebruiken en dat dit een relatief nieuwe benadering is in de hulpverlening. Hierdoor is volgens reclamant niet duidelijk wat de effecten hiervan op de lange termijn zijn en is er sprake van een verhoogd risico. Voor wat betreft de ervaringen met hostels en drugsgebruik op de kamer verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat onder andere in de hostels in Utrecht ervaring is opgedaan met het gebruik van drugs op de eigen kamer. De
45
evaluatie van dit project laat bijvoorbeeld zien dat dit mogelijk bleek zonder dat dit tot ernstige overlast voor omwonenden leidde. 6. In de ‘Meest gestelde vragen Hostel Blekerstraat’ staat ook dat de volledige uitkering van de bewoners vervalt. De bewoners krijgen een kleine toelage, de rest gaat naar Kwintes, maar er wordt geen drugs verstrekt. Over hoe de bewoners de drugs moeten kopen wordt opgemerkt dat bewoners geld verwerven via klusjes, het verkopen van Straatnieuws en ook wel illegale activiteiten. Reclamant maakt hieruit op dat voor de gemeente en Kwintes al duidelijk is dat er illegale activiteiten gaan plaatsvinden. Reclamant stelt dat de overlast elders in de stad wellicht zal verminderen, maar dat de overlast voor omwonenden van het hostel zal toenemen als gevolg van diefstal, inbraak, prostitutie of ander crimineel gedrag. Voor wat betreft de inkomsten van cliënten van het hostel en de overlast voor omwonenden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat cliënten in het hostel tot rust kunnen komen en er structuur in het dagelijkse leven kan worden aangebracht. Het drugsgebruik in het hostel kan worden gereguleerd en mogelijk verminderen. Waar cliënten voorheen zelf elke dag op zoek moesten naar hun dagelijkse levensbehoeften en drugs, krijgen cliënten in het hostel kost en inwoning en houden een deel van hun inkomen vrij besteedbaar over. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Ten aanzien van de gedragingen die reclamant opsomt merken wij op dat deze in strijd zijn met onder andere wettelijke voorschriften. Deze gedragingen worden niet gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. 7. Reclamant vreest voor een aanzuigende werking van het hostel op drugsdealers. Er zijn namelijk 29 bewoners die hun drugs zelf moeten kopen. Op de informatieavond werd gesproken over een drugsdealer vrije zone en over dealzones. Reclamant vraagt zich af waar deze zones komen en merkt op dat het bezit en dealen van drugs in strijd is met de wet. Indien de gemeente het dealen van drugs gedoogd dan vergroot dit de aanzuigende werking. Voor wat betreft drugsdealers verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat in de huisregels van het hostel komt te staan dat in de directe omgeving van het hostel geen drugs mogen worden aangeschaft of gebruikt. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de cliënten in het hostel. Op grond van de APV is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen met het kennelijke doel om verdovende middelen in de zin van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te koop aan te bieden. Het dealen van drugs wordt niet gedoogd. 8. Reclamant vreest voor drugsdealen binnen het pand. Bewoners mogen binnen hun eigen appartement drugs gebruiken (maar wettelijk gezien niet bezitten). Bewoners mogen tussen 11.00 en 22.00 uur per keer twee bezoekers ontvangen. Indien een derde van de bewoners dit tegelijk doet dan zijn er 48 personen binnen. Er zijn maar 2 medewerkers van Kwintes die hier toezicht op houden. Het is volgens reclamant al moeilijk om met 2 personen 29 bewoners te controleren. Dealers kunnen zo als bezoeker op een veilige manier drugs gaan dealen aan bewoners en andere bezoekers. Reclamant acht het, met
46
verwijzing naar de drugshandel in gevangenissen, aannemelijk dat het hostel een ideale plek wordt voor drugshandel. Ten aanzien van drugsdealen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid en onder 7. Aanvullend merken wij op dat in het hostel 24 uur per dag twee begeleiders en één portier aanwezig zijn. Cliënten en bezoekers komen via de sluis het hostel binnen. Hierdoor is controle mogelijk en kan, afhankelijk van de situatie op dat moment, ook het aantal bezoekers dat tegelijkertijd in het hostel aanwezig is, worden gereguleerd. In geval van een crisis kan ook de crisisdienst of de politie worden ingeschakeld. Daarnaast zijn cliënten verantwoordelijk voor het gedrag van het bezoek. Het hostel is geen ideale plek voor drugshandel. 9. Reclamant verwacht overlast door het drugsgebruik. Met de bewoners worden afspraken gemaakt over het gebruik van drugs. Reclamant acht het overigens tamelijk naïef dat je met verslaafden met psychische problemen afspraken kan maken. Deze afspraken zullen waarschijnlijk ook over de hoeveelheid te gebruiken drugs gaan. Bewoners kunnen zich ontrekken aan deze afspraken door buiten het hostel te gaan gebruiken. De hofjes en steegjes rond het hostel zijn hiervoor een uitgelezen plek. Reclamant vreest dat hier spuiten worden achtergelaten. Dit vormt een risico voor dieren of kinderen. Voor wat betreft overlast en drugsgebruik verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat cliënten op hun kamer drugs mogen gebruiken en er geen aanleiding is om drugs buiten het hostel te gebruiken. In de huisregels zal worden opgenomen dat in de directe omgeving van het hostel geen drugs mogen worden aangeschaft of gebruikt. Overtreding van de huisregels kan consequenties hebben voor het verblijf van de cliënten in het hostel. Wij verwachten daarom geen overlast door drugsgebruik. 10. Reclamant vreest voor bedreigingen en intimidatie indien omwonenden de bewoners van het hostel aanspreken op hun gedrag. Dit mede gezien de achtergrond van de bewoners. De bewoners van het hostel kunnen zich ook gaan organiseren. Dit vergroot de omvang van bedreigingen en intimidatie. Omwonenden zullen confrontatie vermijden. Dit komt de sociale controle niet ten goede. Ten aanzien van de veiligheid van omwonenden verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat met alle cliënten afspraken worden gemaakt over het voorkomen van overlast en het in het gedrag bijdragen aan een leefbare en veilige buurt. Kwintes is bovendien 24 uur per dag bereikbaar voor vragen en/of problemen. 11. Reclamant woont al meer dan tien jaar aan de Olstgracht 133 en heeft zich nooit onveilig gevoeld of overlast gehad van verslaafden of drugsdealers. Reclamant ziet in het centrum ook maar zelden een dakloze of verslaafde en vraagt zich af of er wel grote problemen zijn die opgelost moeten worden. Reclamant is van mening dat de buurt alleen maar kan verslechteren door de komst van het hostel. Er is geen onderbouwing dat de buurt veiliger zal worden. De verwijzing naar het hostel in Utrecht is volgens reclamant niet terecht; de overlast is daar toegenomen. Voor wat betreft de noodzaak van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Voor wat overlast en veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat uit de evaluatie van de hostels in Utrecht blijkt dat het aannemelijk is dat het huisvesten van een straatpopulatie harddrugsverslaafden heeft bijgedragen aan een verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in de stad als geheel.
47
12. Reclamant is van mening dat de locatie en het pand niet geschikt zijn. Er is geen onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de locatie. De belangrijkste overwegingen voor deze locatie waren dat het pand leeg stond en in het centrum staat. Reclamant wijst erop dat er geen buitenruimte is voor de bewoners, kinderspeelplaatsen binnen een straal van 50 meter liggen, scholen binnen een straal van 200 meter liggen, winkels binnen een straal van 50 meter liggen en het pand in een druk bebouwde omgeving staat. Reclamant vraagt zich af waarom het bestemmingsplan gewijzigd moet worden als dit de meest ideale plek is. Reclamant is van mening dat naar een locatie moet worden gezocht waar het bestemmingsplan niet hoeft te worden aangepast en er geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt. Reclamant stelt de locatie naast of achter het politiebureau voor als alternatief. Reclamant is van mening dat het pand aan de Blekerstraat niet direct het meest geschikt is. De garage moet worden dichtgemaakt en er komt een verdieping bij. Het gebouw wordt hiermee effectief twee keer zo groot. Ten aanzien van de locatiekeuze, het gebouw, het karakter van de omgeving, de afstanden tot voorzieningen en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Voor wat betreft overlast voor de omgeving verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat de gemeenteraad op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en voorschriften voor gronden kan vaststellen. De locatie en het gebouw aan de Blekerstraat 30 worden geschikt geacht voor de realisatie van het hostel. De maximale bouwhoogte voor dit perceel wordt verhoogd van 10 naar 12 meter. Het gebouw kan daarom niet twee keer zo groot worden. In het bouwplan van het hostel is wel een buitenruimte voor cliënten voorzien. 13. Reclamant is van mening dat het plan ondoordacht is. Er is geen diepgaande analyse van de omgeving of onderzoek naar alternatieve locaties uitgevoerd. Er is geen plan voor het waarborgen van de veiligheid of leefbaarheid van de omgeving. Ook gaat het om een relatief nieuwe manier van behandelen. Het hostel komt er en daarna wordt pas nagedacht hoe het moet worden gerealiseerd. Omwonenden moeten maar met voorstellen, afspraken of maatregelen komen. Volgens reclamant moet het juist andersom: vooraf moet een plan worden gemaakt waarin staat hoe alle negatieve gevolgen kunnen worden voorkomen en wat daarvoor de meest geschikte locatie is. Er is volgens reclamant niet nagedacht over de impact op de omgeving. Er wordt slechts aangegeven dat er naar verwachting geen negatieve gevolgen zullen zijn. Het doel van het hostel was echter het centraliseren en beheersbaar maken van de problemen. Dit impliceert volgens reclamant dat er problemen zijn. Reclamant vraagt zich af of centraliseren wel helpt. Het is meer het verplaatsen van de problemen uit de rest van het centrum. Reclamant vraagt zich af wat erger is: af en toe last van één verslaafde of van 29 verslaafden. Voor wat betreft de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Ten aanzien van de veiligheid, de manier van behandelen, de gevolgen voor de omgeving en de verwachtingen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid en onder 5. Voor wat betreft de noodzaak van het hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. Aanvullend merken wij op dat is nagedacht over de zowel de realisatie als het beheer van het hostel. Met het onderhavige bestemmingsplan wordt alleen het (ver)bouwen en het gebruik van het hostel mogelijk gemaakt. Beheersmaatregelen worden niet geregeld via een bestemmingsplan. Voor wat betreft de beheersmaatregelen is het niet zo dat omwonenden maar met voorstellen
48
moeten komen, maar is er juist voor gekozen om deze in gezamenlijkheid met alle betrokken partijen op te stellen. Ten aanzien van het verplaatsen van problemen merken wij op dat cliënten in het hostel juist tot rust kunnen komen en er structuur in het dagelijkse leven kan worden aangebracht. Het drugsgebruik in het hostel kan worden gereguleerd en mogelijk verminderen. Waar cliënten voorheen zelf elke dag op zoek moesten naar hun dagelijkse levensbehoeften en drugs, krijgen cliënten in het hostel kost en inwoning en houden een deel van hun inkomen vrij besteedbaar over. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 14. Reclamant vreest dat zijn woning minder waard wordt. Reclamant ziet zich genoodzaakt zijn woning te verkopen indien het hostel er komt. Een hostel met 29 verslaafden met psychische problemen op 20 meter afstand van het appartement van reclamant vormt een negatief punt voor potentiële kopers. Er is altijd sprake van een verhoogd risico. Het appartement van reclamant wordt voor minder mensen aantrekkelijk, de vraag zal afnemen en de waarde van het appartement zal verminderen. Reclamant zal de gemeente aansprakelijk stellen voor alle schade door de komst van het hostel en geeft aan voor planschade in aanmerking te willen komen. Ten aanzien van de veronderstelde waardedaling van het appartement van reclamant verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat hij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. 15. Reclamant geeft aan dat er genoeg andere plekken zijn in de buurt van het centrum: in de buurt van het politiebureau en naast het ziekenhuis achter het gemeentehuis. In de Randstadbuurt achter het station staan genoeg lege bedrijfspanden waarin een hostel kan worden gevestigd. Deze panden staan dicht bij de stad, op circa 200 meter van het station, winkels en bussen, er is genoeg buitenruimte en de panden staan niet midden in een woonwijk. Er is geen overlast voor omwonenden en de bewoners kunnen in een rustige omgeving tot zichzelf komen. Voor wat betreft de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat op voorhand niet gesteld kan worden dat met de alternatieven van reclamant hetzelfde resultaat met minder bezwaren kan worden bereikt. Bij een locatiekeuze spelen bovendien ook pragmatische overwegingen een rol. Voor de door reclamant voorgestelde alternatieve locaties zijn er geen initiatiefnemers en ook de economische uitvoerbaarheid is niet zeker gesteld. In geval van nieuwbouw geldt daarnaast het bezwaar dat dit een relatief dure oplossing is in vergelijking met de verbouw van een bestaand pand. 16. Reclamant vraagt zich af waarom de bewoners niet actief worden behandeld. Er wordt voor onderdak en een mogelijkheid voor drugsgebruik gezorgd, maar ze worden niet actief geholpen om van hun verslaving af te komen.
49
Voor wat betreft de hulp aan de cliënten verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Wat is een hostel. Aanvullend merken wij op dat Kwintes als RIBW instelling (Regionale Instelling Beschermende Woonvormen) geen behandeling maar begeleiding geeft aan haar cliënten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft goedkeuring aan de ingebruikname van de woonvorm na een positief advies van het zorgkantoor. 17. Reclamant heeft argumenten gegeven waarom zijn woonomgeving negatief wordt beïnvloed door het hostel. Reclamant verzoekt om deze argumenten mee te wegen in het besluit en om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 50 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. S. Reclamant 19 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant vreest dat de vestiging van drugsverslaafden met psychiatrische aandoeningen een negatieve uitwerking zal hebben op de woonomgeving en de waarde van het appartement van reclamant. De Blekerstraat is een rustige woonstraat. Het woonwinkelcomplex de Marehof behoort tot de oudere en kwetsbaardere delen van het stadscentrum. De groene hofjes bieden ruimte voor rust. In de hofjes en Blekerstraat zijn regelmatig leerlingen van omliggende scholen aanwezig. Reclamant verwacht dat ouders hun kinderen niet meer laten spelen in de hofjes en dat de leerlingen weg zullen blijven of onder slechte invloed raken. Bewoners zullen hun drugs en het geld daarvoor moeten verschaffen in de directe omgeving. Reclamant ziet hierin een verhoogde kans op criminalisering van de woon- en winkelomgeving. Voor wat betreft de locatiekeuze, het karakter van de buurt, spelende kinderen en leerlingen van omliggende scholen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Ten aanzien van het verkrijgen van drugs verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van woningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor haar rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 19 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de
50
directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. 2. Reclamant vindt de beloftes voor meer toezicht niet geloofwaardig. Aangiftes uit de omgeving werden niet echt serieus opgepakt door de politie en het stadsdeelkantoor. Reclamant heeft het gevoel dat politie en gemeente te bang zijn om te handhaven. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid zijn wij van mening dat het beheer van het hostel goed geregeld is. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. Indien cliënten zich gedragen in strijd met de huisregels van het hostel dan kan dit consequenties hebben voor hun verblijf in het hostel. Voor gedragingen in strijd met wettelijke voorschriften of de APV geldt dat deze niet worden gereguleerd via het onderhavige bestemmingsplan. Indien tegen eventuele overlast zou moeten worden opgetreden, dan kan dat gebeuren op grond van andere (wettelijke) regelingen dan de Wet ruimtelijke ordening. 3. Reclamant is van mening dat er niet voldoende is gezocht naar een geschikte locatie in het stadscentrum en vraagt om een andere geschikte locatie te zoeken voor de doelgroep. Reclamant stelt een combinatie voor met Tactus Verslavingszorg achter het voormalige CKV. Politie en drugsverzorging zijn daar in de buurt. Voor wat betreft de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat op voorhand niet gesteld kan worden dat met het alternatief van reclamant hetzelfde resultaat met minder bezwaren kan worden bereikt. Bij een locatiekeuze spelen bovendien ook pragmatische overwegingen een rol. Voor de door reclamant voorgestelde alternatieve locatie zijn er geen initiatiefnemers en ook de economische uitvoerbaarheid is niet zeker gesteld. In geval van nieuwbouw geldt daarnaast het bezwaar dat dit een relatief dure oplossing is in vergelijking met de verbouw van een bestaand pand. Verder merken wij op dat Kwintes met Tactus verslavingszorg voorlopige afspraken heeft gemaakt voor de verstrekking van methadon in het hostel. 4. Reclamant vraagt om een maatschappelijke voorziening in de Blekerstraat die een positieve bijdrage levert aan de omgeving, zoals een woonhuis voor alleenstaande moeders. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Locatie vinden wij de locatie aan de Blekerstraat 30 geschikt voor de realisatie van het hostel. Een alternatieve invulling voor de locatie vinden wij daarom niet nodig. De door reclamant genoemde voorziening maakt overigens geen deel uit van de lijst van (21) te realiseren maatschappelijke voorzieningen in Almere. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. T. Reclamant 20 (Blekerstraat) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant heeft bij de aankoop van het appartement rekening gehouden met de functie kantoor/horeca van het pand Blekerstraat 30. Reclamant wordt met de komst van het
51
hostel in de privacy geschaad omdat er 24 uur per dag, op een straatbreedte afstand, bewoners wonen en er bij elkaar naar binnen kan worden gekeken. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met extra geluid op andere tijdstippen dan bij de functie kantoor/horeca. Voor wat betreft de locatiekeuze verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat zowel binnen de geldende bestemming ‘Centrumdoeleinden’ als binnen de nieuwe bestemming ‘Maatschappelijk’ op het perceel Blekerstraat 30 woningen worden toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan is het aantal wooneenheden echter gelimiteerd en is het gebruik toegespitst op drugsverslaafden. Ten opzichte van de geldende bestemming ‘Centrumdoeleinden’ verwachten wij geen onevenredige toename van het geluid als gevolg van de realisatie van het hostel. Te meer niet omdat voor de cliënten van het hostel huisregels gelden, die mede dienen om overlast voor de omgeving te voorkomen. Overtreding van deze huisregels kan gevolgen hebben voor het verblijf van de cliënten. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 19 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. De raamopeningen in het gebouw worden bovendien verkleind ten behoeve van de privacy van zowel cliënten als omwonenden. Van een ernstige aantasting van de privacy van reclamant is naar onze mening geen sprake. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 2. Reclamant vreest voor waardedaling van de woning. Een appartement zonder hostel voor de deur zal eerder worden verkocht en de waarde zal gelijk blijven dan bij een appartement met een hostel op straatbreedte afstand. Reclamant vraagt om te onderzoeken en een garantie te geven aan bewoners dat de woning niet in waarde daalt en de verkoopbaarheid van de woning niet wordt geschaad. Taxatie van de woning is nodig. Reclamant wil op de hoogte gebracht worden van planschade waar aanspraak op gemaakt kan worden. Voor wat betreft de veronderstelde waardedaling van woningen verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel waardedaling woningen. Aanvullend merken wij dat de gemeente geen garantie kan geven ten aanzien van de waardedaling of verkoopbaarheid van woningen. De prijsstelling van woningen is immers afhankelijk van veel factoren. Het bestemmingsplan is slechts één van deze factoren. Indien reclamant van mening is dat hij/zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn/haar rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. 3. Reclamant vreest voor vermindering van licht- en zoninval in de woning door de extra verdieping die gerealiseerd wordt. Uit het bezonningsonderzoek blijkt dat de schaduwwerking toeneemt als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. De schaduwwerking achten wij echter nog steeds aanvaardbaar voor deze locatie in Centrum Almere Stad. Gelet op de overwegingen onder 1 zijn wij van
52
mening dat de realisatie van het hostel niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat van reclamant zal leiden. 4. Het centrumgebied is volgens reclamant en deskundigen niet de ideale locatie om mensen met psychische problemen en een verslaving te huisvesten. De verleiding en kwetsbaarheid van deze groep komt hiermee in het geding en ook de veiligheid en kwetsbaarheid van omwonenden, winkeliers en het winkelend publiek. Voor wat betreft de locatiekeuze en veiligheid verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Locatie en Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat het gebouw en de locatie aan de Blekerstraat 30 door Kwintes geschikt worden geacht voor de realisatie van een woonvoorziening met begeleiding voor drugsverslaafden met een psychische stoornis. 5. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. U. Reclamant 21 (Olstgracht) Reclamant kan zich niet vinden in de vestiging van het hostel op de locatie aan de Blekerstraat 30 om de volgende redenen: 1. Reclamant vreest voor waardevermindering van de woning. Ten aanzien van de veronderstelde waardedaling van de woning verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Waardedaling woningen. Indien reclamant van mening is dat hij/zij als gevolg van de bepalingen van het onderhavige bestemmingsplan schade (inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak) lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet voor zijn/haar rekening behoort te blijven, dan kan reclamant een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indienen bij het college van burgemeester en wethouders. 2. Reclamant vreest voor overlast voor mens en materiaal. Voor wat betreft overlast verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden de leefomstandigheden van cliënten van het hostel zullen verbeteren, zij minder geneigd zullen zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Wij verwachten dat door de komst van het hostel er juist minder overlast is voor mens en materiaal in Centrum Almere Stad. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen. 3. Er zijn nu geen verslaafden te bekennen.
53
Voor wat betreft de populatie verslaafden in Almere en de noodzaak van een hostel verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel De noodzaak van een hostel. 4. Het pand ligt in de buurt van middelbaar onderwijs. Ten aanzien van de omliggende scholen verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatiekeuze. 5. De veiligheid van mens en materiaal is in het geding. Onder verwijzing naar de overwegingen in het onderdeel Veiligheid en onder 2 verwachten wij dat de realisatie van het hostel de veiligheid in Centrum Almere Stad ten goede komt. 6. De drugsboot ligt te ver van het hostel. Cliënten van het hostel hebben hoofdzakelijk een harddrugsverslaving. Op de drugsboot naast de Slapstickbrug zijn geen harddrugs verkrijgbaar, wel softdrugs. De drugsboot ligt overigens hemelsbreed op een afstand van circa 780 meter van het hostel. 7. Het pand ligt in de buurt van een kinderspeelplaats. Ten aanzien van de kinderspeelplaats verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Veiligheid en Locatie. 8. Het stadscentrum krijgt last van rondlopende junks. Voor wat betreft de locatie en overlast verwijzen wij naar de overwegingen in de onderdelen Locatie en Veiligheid. Aanvullend merken wij op dat het Centrum Almere Stad de locatie is waar de doelgroep zich voornamelijk bevindt en ook overlast kan veroorzaken. Door zowel woonruimte als een individueel hulpverleningstraject te bieden zullen de leefomstandigheden van cliënten verbeteren, zullen zij minder geneigd zijn om illegale activiteiten te verrichten of overlast te veroorzaken en zal (de overlast van) het drugsgebruik in de openbare ruimte afnemen. Wij verwachten dat door de komst van het hostel er juist minder overlast is voor bewoners, bezoekers en winkeliers van het centrumgebied. 9. Het uitzicht wordt belemmerd. Op grond van constante jurisprudentie van de AbRvS bestaat er geen recht op blijvend vrij uitzicht. De gemeenteraad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en voorschriften voor gronden vaststellen. Het huidige bestemmingsplan laat een maximale bouwhoogte van 10 meter toe voor het perceel Blekerstraat 30. Het onderhavige bestemmingsplan laat een maximale bouwhoogte van 12 meter toe. Het uitzicht van reclamant zal hierdoor wijzigen. Gelet op de aard en omvang van het hostel (woonvoorziening voor 29 drugsverslaafden met begeleiding en toezicht), de kortste afstand tot het appartement van reclamant (die circa 23 meter blijft), de maximale bouwhoogte van het hostel (12 meter), de toegestane bouwhoogte in de directe omgeving (15 tot 18 meter) en de stedelijke omgeving vinden wij de realisatie van het hostel aanvaardbaar en zijn wij van mening dat het onderhavige bestemmingsplan niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor reclamant zal leiden. Indien uit de veiligheidsmetingen blijkt dat het hostel tot een onevenredige aantasting van de woonsituatie voor omwonenden zal leiden, dan heeft de gemeente toegezegd de drugsopvang in het pand Blekerstraat 30 te zullen beëindigen.
54
10. Reclamant stelt als alternatief een nieuwe grote boot voor naast de bestaande drugsboot. Voor wat betreft de locatiekeuze en alternatieven verwijzen wij naar de overwegingen in het onderdeel Locatie. Aanvullend merken wij op dat op voorhand niet gesteld kan worden dat met het alternatief van reclamant hetzelfde resultaat met minder bezwaren kan worden bereikt. Bij een locatiekeuze spelen bovendien ook pragmatische overwegingen een rol. Voor de door reclamant voorgestelde alternatieve locatie zijn er geen initiatiefnemers en ook de economische uitvoerbaarheid is niet zeker gesteld. 11. Reclamant verzoekt om het ontwerp bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Wij achten het onderhavige bestemmingsplan niet in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening en zien in de zienswijze van reclamant geen aanleiding om het bestemmingsplan niet of gewijzigd vast te stellen. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet gedeeld en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
55
V. Ambtshalve wijzigingen Ter illustratie en verduidelijking van het bestemmingsplan worden aan de toelichting de volgende figuren toegevoegd: • § 2.1 : Figuur 1, Begrenzing plangebied. • § 3.1 : Figuur 2, Luchtfoto Blekerstraat. • § 3.1 : Figuur 3, Luchtfoto Chirurgijnhof. Verder is in § 1.1, § 2.1, § 3.1, § 3.10, § 5.2 en § 5.5 de locatieaanduiding overal gewijzigd in Centrum Almere Stad. Daarnaast is in § 6.3 een alinea toegevoegd over de ingediende zienswijzen en ambtshalve wijzigingen en is in Bijlage 5 van de toelichting deze Nota opgenomen. VI. Conclusie Naar aanleiding van de hiervoor behandelde zienswijzen en de ambtshalve wijzigingen worden de volgende wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan: Toelichting • In § 1.1, § 2.1, § 3.1, § 3.10, § 5.2 en § 5.5 is de locatieaanduiding overal gewijzigd in Centrum Almere Stad. • In § 2.1 is Figuur 1 toegevoegd. Dit betreft een kaart met de begrenzing van het plangebied. • In § 3.1 is Figuur 2 toegevoegd. Dit betreft een luchtfoto van de Blekerstraat. • In § 3.1 is Figuur 3 toegevoegd. Dit betreft een luchtfoto van het Chirurgijnhof. • In § 5.3 is de onderbouwing van het aantal parkeerplaatsen aangevuld. • In § 5.3 is de onderbouwing van het aantal verkeersbewegingen aangevuld. • In § 6.1 is de tekst aangepast voor wat betreft de doeleindenomschrijving in artikel 3.1 en de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.4. • In § 6.3 is een alinea toegevoegd over de ingediende zienswijzen en ambtshalve wijzigingen. • In Bijlage 2 is een nieuw bezonningsonderzoek opgenomen. • In Bijlage 5 is de Nota zienswijzen opgenomen. Regels • In artikel 3.1 is de doeleindenomschrijving van ‘drugsopvang’ aangepast. • In artikel 3.2 is de bouwmogelijkheid voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie verwijderd. • In artikel 3.4 is de wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderden van de functieaanduiding ‘drugsopvang’ aangepast.
56
VII. Bijlagen
57