NOTA INTEGRITEIT GEMEENTE SCHIERMONNIKOOG MET GEDRAGSCODES VOOR BESTUURDERS & AMBTENAREN
Inhoud
1. Aanleiding
3
2. Inleiding
3
3. Doelstelling
3
4. Begripsomschrijving
3
5. Kernbegrippen
3
6. Ambtseed/-belofte
4
7. Gedragscode voor bestuurders
7
8. Gedragscode voor ambtenaren
11
9. Regelingen
15
10. Vertrouwenspersoon
15
11. Implementatie, handhaving en evaluatie
15
Bijlagen 1. Bestaande wet- en regelgeving
17
2. Formulier beëdiging
26
3. Formulier verklaring integriteit
27
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
2
1. AANLEIDING De aanleiding tot een nota integriteit voor de gemeente Schiermonnikoog ligt in: de wijziging van de Gemeentewet en de daaruit voortvloeiende verplichting tot vaststelling van een gedragscode voor raadsleden, de burgemeester en de wethouders; de vastgestelde wijzigingen van de Ambtenarenwet m.b.t. dit onderwerp; Vanuit deze wijzigingen is gestreefd om: •
een nota integriteit op te stellen waarin de visie op en de kaders voor integer handelen van bestuurders en ambtenaren is vastgelegd: met daaraan toegevoegd:
• • •
een gedragscode voor bestuurders en voor ambtenaren; een opsomming van deelonderwerpen, waarvoor afzonderlijk al nadere regels gesteld zijn; een opsomming van deelonderwerpen, waarvoor in de toekomst afzonderlijk nadere regels vastgesteld dienen te worden.
2. INLEIDING Het functioneren van de overheid staat en valt voor een belangrijk deel met integer handelen van zowel bestuurders als ambtenaren. De publieke functie maakt, dat er door de burgers kritisch naar hen wordt gekeken. Het bestuur moet zijn eigen handelen en dat van zijn ambtenaren publiek kunnen verantwoorden. Bestuurders en ambtenaren behoren daartoe het vertrouwen te genieten van de burgers, op grond van deskundigheid, gedrevenheid en integriteit. Integriteit is vooral een kwestie van mentaliteit en bewustwording, maar ook van procedures en afspraken. Een gedragscode past in de maatregelen ter versterking van de controlerende functie van de raad en van de publieke verantwoording van het gemeentebestuur en van de ambtenaren. Als gemeente Schiermonnikoog kiezen wij voor één algemene beleidsnotitie voor zowel raads- en collegeleden als ambtenaren. Reden hiervoor is, dat naar onze mening het principe van integriteit voor elk van deze doelgroepen gelijk is: verantwoord handelen als onderdeel van de kwaliteit van het openbaar bestuur en degenen die daarin functioneren, of dat nu een bestuurder is of een ambtenaar.
3. DOELSTELLING De doelstelling van het integriteitbeleid van de gemeente Schiermonnikoog kan tegen de achtergrond van het bovenstaande als volgt worden geformuleerd: het bevorderen en waarborgen van openheid en transparantie in het openbaar bestuur door het bepalen van normen voor gedrag en handelen van zowel bestuurders als ambtenaren.
4. BEGRIPSOMSCHRIJVING Er zijn veel definities van integriteit te bedenken. Van Dale geeft aan: ‘onkreukbaarheid’, met als synoniemen ‘rechtschapen’ en ‘van onbesproken gedrag’. Een fraaie omschrijving garandeert echter niets. Waar het om gaat is de praktijk van gedrag en handelen.
5. KERNBEGRIPPEN We zoeken daarom niet naar een definitie, maar gaan uit van een aantal kernbegrippen, zoals die worden genoemd in de in oktober 2001 verschenen publicatie van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) 'Integriteit van bestuurders bij gemeenten en provincies, een handreiking'. In de bijlage van dat boekwerkje is een model gedragscode voor bestuurders opgenomen. Deze model gedragscode zegt het volgende (op de … is weggelaten ‘provinciale staten’ c.q. ‘de provincie’):
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
3
"Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, … maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief: y
Dienstbaarheid Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
y
Functionaliteit Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
y
Onafhankelijkheid Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
y
Openheid Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij.
y
Betrouwbaarheid Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
y
Zorgvuldigheid Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.” Tot zover het citaat uit de VNG-publicatie, die zich expliciet richt op bestuurders. Wij zijn van mening, dat deze kernbegrippen als uitgangspunt van overeenkomstige toepassing zijn voor ambtenaren. Hiermee zijn de hoofdlijnen van beleid gegeven.
6. AMBTSEED/-BELOFTE Voor bestuurders is de eed/belofte verplicht voorgeschreven in de Gemeentewet. De CAR/UWO biedt in art. 15.1.2. de mogelijkheid de ambtseed/-belofte óók voor ambtenaren in te stellen. Bestuurders en ambtenaren maken deel uit van het openbaar bestuur en dienen dus het algemeen belang. Dat komt onder andere tot uitdrukking in het feit dat ambtenaren geen arbeidsovereenkomst (tweezijdig) aangaan, maar (eenzijdig) worden aangesteld door het college van B&W. Die bijzondere positie maakt, dat aan de integriteit van ambtenaren hoge eisen mogen worden gesteld en dat iedere ambtenaar zich dat ook bewust is. Dat pleit ervoor, het afleggen van de ambtseed/-belofte opnieuw in te voeren als instrument om het integriteitbeleid te ondersteunen. Als gemeente laten wij daarmee ook naar buiten toe zien dat wij integriteit serieus nemen. Deze gedachte wordt versterkt door een persbericht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat tijdens het schrijven van deze nota en gedragscode verscheen. Daarin wordt aangekondigd, dat de ministerraad heeft ingestemd met een wijziging van de Ambtenarenwet en enkele andere wetten. Zo worden voorstellen gedaan tot het opnemen van een verplichte gedragscode, de invulling van het integriteitbeleid, goed ambtenaarschap en goed werkgeverschap en de verplichte aflegging van de eed of belofte.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
4
Door het vaststellen van deze nota wordt de ambtseed/-belofte voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog opnieuw ingevoerd
Gekozen is om: a. De ambtseed/-belofte opnieuw in te voeren voor ambtenaren en andere werknemers die vanaf 1 januari 2004 in dienst (zijn ge)treden. De ambtseed/-belofte wordt afgelegd ten overstaan van de gemeentesecretaris, in aanwezigheid van de betreffende leidinggevende. In voorkomende gevallen leggen de gemeentesecretaris, de raadsgriffier, eventuele in de toekomst bij de griffie werkzame personen en de leidinggevenden de ambtseed/-belofte af in handen van de burgemeester. b. Van de op 1 januari 2004 zittende ambtenaren én van de zittende en nieuwe andere medewerkers een schriftelijke verklaring te verlangen. c.
Voor het afleggen van de ambtseed/-belofte de volgende tekst vast te stellen:
y
Ik zweer/verklaar dat ik noch direct noch indirect, in welke vorm dan ook, valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling.
y
Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen.
y
Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Schiermonnikoog zal eerbiedigen.
y
Ik zweer/beloof dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben.
y
Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog als leidraad zal hanteren.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
5
d. Voor de onder b. genoemde schriftelijke verklaring de volgende tekst vast te stellen:
Hierbij verklaar ik, y
dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Schiermonnikoog zal eerbiedigen;
y
dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;
y
dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog als leidraad zal hanteren.
Schiermonnikoog, (datum)
(naam)
(handtekening)
e. Voor de uitvoering van de onder a. t/m d. genoemde voorstellen gebruik te maken van de in bijlagen 2 en 3 opgenomen formulieren. Ondertekende formulieren worden bewaard in het personeelsdossier bij P&O.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
6
7. GEDRAGSCODE VOOR BESTUURDERS Uitgangspunt voor de gedragscode voor bestuurders van de gemeente Schiermonnikoog is de modelcode van de VNG. Onder bestuurders worden in deze code zowel de raadsleden, de burgemeester als de wethouders verstaan. Waar en voor zover er tussen raads- en collegeleden c.q. de burgemeester onderscheid dient te worden gemaakt in de gedragsregels, staat dit expliciet vermeld. Gedeeltelijk zijn in de onder 7.2. vermelde gedragscode de teksten uit de VNG-modelcode overgenomen.
7.1. INLEIDING Integer handelen is meer dan het naleven van een richtlijn. Hoe zorgvuldig richtlijnen ook geformuleerd zijn, er bestaat een grijs gebied waarin het de verantwoordelijkheid blijft van de bestuurder om de juiste keuzes te maken. Belangrijk is dat hij/zij zich bewust is van de gevolgen van zijn/haar handelen voor zowel de interne organisatie als daarbuiten. Openheid en transparant gedrag en handelen zijn in die zin sleutelbegrippen. Maar ook vertrouwen speelt een belangrijke rol. Natuurlijk kan de bestuurder voor situaties komen te staan waarbij twijfel een rol speelt en waarop de gedragscode geen antwoord geeft. In dat geval is het verstandig collega's of de burgemeester te raadplegen. Worden zaken gesignaleerd die niet passen binnen het kader van integer handelen, dan kunnen die bespreekbaar worden gemaakt. Het college, de raadscommissie Middelen en Algemene Zaken, het presidium of de eigen fractie kan daar een prima plek voor zijn. Ook kan de burgemeester, de raadsgriffier of de gemeentesecretaris worden ingelicht. Het college van burgemeester en wethouders is belast met het dagelijks bestuur van de gemeente. De burgemeester vervult zijn taak op basis van een benoeming door de Kroon, de wethouders op basis van een politiek mandaat. Voor elk van hen en voor het college als geheel zijn de belangen van de gemeente het primaire richtsnoer. De collegeleden moeten zich daarbij realiseren dat zij als vertegenwoordiger van het publiek belang een voorbeeldfunctie hebben. Omgekeerd geldt ook dat het gedrag van collegeleden mede het imago van de gemeente bepaalt. Hun gedrag en hun beslissingen dienen daarom door zowel doelmatigheid als integriteit te worden gekenmerkt. In tegenstelling tot de leden van het college hebben raadsleden geen 'aanstelling' bij de gemeente. Toch geldt ook voor raadsleden dat hun gedrag mede het imago van de gemeente bepaalt en dat zij als vertegenwoordiger van het publiek belang een voorbeeldfunctie hebben. Raadsleden dienen zich hiervan bewust te zijn en hiermee rekening te houden in hun handelen. De naleving van deze gedragscode is een verantwoordelijkheid van elk individueel raadslid, de burgemeester en elke individuele wethouder.
7.2. GEDRAGSCODE BESTUURDERS Voor zover niet met name genoemd gelden met betrekking tot integriteit en deze gedragscode alle bestaande (zie Bijlage 1) en nog te verschijnen wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen, regels, richtlijnen en procedures. 1. Belangenverstrengeling 1.1. Bestuurders zijn zich ervan bewust dat beslissingen risico’s met zich mee brengen en vermijden daarom elke vorm van oneigenlijke beïnvloeding, belangenverstrengeling c.q. ‘vriendjespolitiek’ of de schijn daarvan. 1.2. Bestuurders realiseren zich dat zij in hun contacten met burgers, organisaties en instellingen de gemeente niet kunnen binden en houden hiermee rekening bij het doen van toezeggingen. 1.3. Collegeleden nemen beslissingen waarbij hun integriteit in het gedrang kan komen in samenspraak met het college, c.q. met de burgemeester wanneer het kwesties met een vertrouwelijk karakter betreft. 1.4. In zaken of voorstellen waarin van mogelijke belangenverstrengeling en/of persoonlijke relaties sprake is, onthoudt de bestuurder zich van deelname aan de besluitvorming. 1.5. Bestuurders doen opgave van al hun financiële belangen - waaronder aandelen, opties en dergelijke - in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet. Deze gegevens worden openbaar gemaakt en jaarlijks geactualiseerd. Ook toekomstige en tussentijds ontstane financiële belangen dienen te worden gemeld. Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
7
1.6. Bestuurders worden gedurende een jaar na het einde van hun ambtstermijn dan wel na de datum van een eventueel tussentijds aftreden uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen betaling verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. 2. Aanbestedingen en transacties 2.1. Onderhandelingen en (vertrouwelijke) gesprekken met externe partijen, waarbij collegeleden afspraken maken die financiële of juridische gevolgen kunnen hebben, worden altijd samen met een collega of een medewerker van de gemeente gevoerd. 2.2. Aanbiedingen voor lunches, diners e.d. worden door collegeleden beoordeeld op noodzaak of belang in relatie tot de mogelijkheid om onafhankelijk beslissingen te kunnen nemen. Als vuistregels voor deze beoordeling gelden: zorgvuldigheid: noodzaak en aard van het informele contact dient kritisch te worden bekeken en onafhankelijkheid dient te zijn gewaarborgd; wederkerigheid: de bestuurder heeft van zijn kant namens de gemeente eveneens de mogelijkheid de relatie een lunch of diner aan te bieden; openheid: uitnodigingen worden gemeld c.q. besproken in het college. 2.3. Zolang gesprekken of onderhandelingen niet zijn afgerond, accepteren collegeleden geen geschenken, diensten of uitnodigingen voor uitstapjes, evenementen, et cetera. Werklunches zijn toegestaan, mits de wederkerigheidsregel van toepassing is. 2.4. Van de gesprekken en onderhandelingen als hier bedoeld wordt een schriftelijk verslag gemaakt, waarin aanleiding, doel, gemaakte afspraken en de mate en termijn van vertrouwelijkheid worden vastgelegd. 3. Nevenfuncties en -werkzaamheden 3.1. Bestuurders vervullen geen nevenfuncties waarbij sprake is of kan zijn van strijdigheid met het belang van de gemeente of van strijdigheid c.q. belangenverstrengeling met de functie die zij binnen de gemeentelijke organisatie vervullen. 3.2. Bestuurders maken melding van al hun nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of het al dan niet bezoldigde functies betreft. Deze gegevens worden openbaar gemaakt en jaarlijks geactualiseerd. 3.3. Bestuurders kunnen nevenfuncties vervullen uit hoofde van hun ambt (‘qualitate qua’). Deze functies worden neergelegd bij het einde van de ambtstermijn. Voor dergelijke nevenfuncties geldt als voorwaarde dat zij aan ten minste één van de volgende kenmerken voldoen: de aanbeveling, voordracht, keuze of benoeming geschiedt door de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders; het betreft een functie in een orgaan waarin de gemeente deelneemt of waarvan de gemeente deel uitmaakt; er is een aantoonbaar belang voor de gemeente dat de functie wordt vervuld door een bestuurder; de bestuurder is benoemd vanuit een andere 'qualitate qua' nevenfunctie. 3.4. Onkosten die bestuurders maken uit hoofde van een 'qualitate qua' nevenfunctie, worden in beginsel door het desbetreffende orgaan (en dus niet door de gemeente) vergoed. Eventuele genoten vergoedingen vloeien toe aan de gemeentekas. 3.5. Met inachtneming van de wettelijke grenzen kunnen bestuurders ook andere nevenfuncties vervullen. Deze worden door raadsleden gemeld in de vergadering van het presidium en door collegeleden in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders. 3.6. Onkosten vanwege nevenfuncties die niet 'qualitate qua' worden vervuld, komen niet ten laste van de gemeente. 4. Informatie 4.1. Bestuurders gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van hun ambt beschikken. Oneigenlijk gebruik van kennis, verkregen uit hoofde van het raads- of collegelidmaatschap, is niet toegestaan. 4.2. Bestuurders gaan vertrouwelijk om met privacygevoelige gegevens, overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens. 4.3. Bestuurders houden geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 4.4. Bestuurders maken niet ten eigen bate of van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. 4.5. Collegeleden dragen er zorg voor dat zij de informatie op hun werkplek (bureau, kast, PC) zodanig beheren dat onbevoegden er geen kennis van kunnen nemen.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
8
5. Geschenken en giften 5.1. Bestuurders nemen geen geschenken in geld aan. In het algemeen nemen zij geen geschenken aan waarvan de indruk bestaat dat een tegenprestatie wordt verwacht. 5.2. Geschenken en giften die bestuurders uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. De gemeentesecretaris zoekt hiervoor in overleg met het college een gemeentelijke bestemming. 5.3. Binnen redelijke grenzen behoeven geschenken en giften tot een waarde van € 50,00 niet te worden gemeld en kunnen deze worden behouden. 5.4. Met inachtneming van het gestelde onder 5.3. worden geschenken en giften niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het presidium c.q. het college, waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. 5.5. Geschenken die bestuurders niet kunnen of willen accepteren, worden door hen geretourneerd naar de afzender, met het verzoek dergelijke geschenken niet (meer) aan te bieden. 5.6. Bestuurders die een presentatie, lezing o.i.d. houden die verband houdt met hun functie en hiervoor een waardering ontvangen in de vorm van een waardebon of een fles wijn, mogen deze behouden, mits de waarde ervan niet buitensporig is (zie 5.3.). Ontvangen zij hiervoor een geldbedrag hoger dan € 50,00 (anders dan een vergoeding voor gemaakte onkosten), dan vloeit dit naar de gemeentekas. 6. Gemeentelijke voorzieningen 6.1. Aan bestuurders worden in algemene zin die middelen en voorzieningen ter beschikking gesteld die voor de uitoefening van hun ambt noodzakelijk zijn. 6.2. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan. 6.3. Op basis van een gemeentelijke regeling of een overeenkomst terzake kan aan bestuurders voor zakelijk gebruik een fax, mobiele telefoon of computer in bruikleen ter beschikking worden gesteld voor de duur van hun ambtsperiode. 7. Internet- en e-mailgebruik 7.1. Gebruik van internet en e-mail dient werkgerelateerd te zijn, met dien verstande dat beperkt privé-gebruik is toegestaan. 7.2. Het bezoeken van sex- en pornosites en chatboxen is niet toegestaan, evenals sites die schade kunnen toebrengen aan de gemeentelijke organisatie. 8. Bestuurlijke uitgaven en declaraties 8.1. Met inachtneming van de geldende regelingen worden bestuurlijke uitgaven uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. 8.2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd: - met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en - de uitgave vloeit voort uit de functie. 8.3. De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. 8.4. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure. 8.5. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld. 8.6. Gemaakte kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend. 8.7. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van bestuurders worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar. 8.8. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college c.q. aan het presidium voorgelegd. 9. Buitenlandse reizen 9.1. De bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, meldt dit voornemen aan de raad c.q. het college. 9.2. Uitnodigingen voor reizen worden altijd besproken in het presidium resp. het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijke belang van de reis is doorslaggevend. Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
9
9.3. Van de reis wordt verslag gedaan aan de raad c.q. het college. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag. 9.4. Het ten laste van de gemeente meereizen van derden is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. 9.5. In geval van het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden komen de extra reis- en verblijfkosten volledig voor rekening van de bestuurder. 9.6. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht. 9.7. De hiervoor onder 9.1. t/m 9.6. genoemde bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing in geval van excursies, congressen e.d. in het buitenland. 10. Handhaving 10.1. Bestuurders zijn ieder voor zich verantwoordelijk voor het naleven van deze gedragscode. 10.2. Indien het vermoeden bestaat dat een bestuurder zich niet aan de bepalingen van deze gedragscode houdt, stelt de burgemeester een onderzoek in. Hij kan dit doen uit eigen beweging dan wel op verzoek van een raads- of collegelid, van het college als geheel of van het presidium. 10.3. Indien zich interpretatieverschillen voordoen, dan bespreekt de burgemeester de desbetreffende kwestie met het betrokken raads- of collegelid. Heeft dit niet het gewenste effect dan stelt de burgemeester een en ander aan de orde, wanneer het een raadslid betreft in de vergadering van de raad, na overleg met het presidium, c.q. wanneer het een collegelid betreft in de vergadering van het college. 10.4. Indien het vermoeden bestaat dat er strafrechtelijke aspecten kleven aan het handelen van een raadslid, dan brengt de burgemeester dit ter kennis van het openbaar ministerie. 10.5. Indien het vermoeden bestaat dat de burgemeester zich niet aan de bepalingen van de gedragscode houdt, dan zijn de overige collegeleden gehouden de kwestie aan de orde te stellen in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders. 11. Slotbepaling In gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet beslist de burgemeester, gehoord het presidium wanneer het een raadslid betreft, c.q. gehoord het college wanneer het een collegelid betreft. Indien het de burgemeester betreft beslist de raad, gehoord het college.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
10
8. GEDRAGSCODE VOOR AMBTENAREN Dit hoofdstuk beschrijft de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog. Het omvat een aantal richtlijnen over integriteit. Deze richtlijnen zijn niet overal even concreet. Ook is geen volledigheid tot in detail nagestreefd. Integriteit is immers geen optelsom van regels over bijvoorbeeld het aantal kopietjes voor privé-gebruik. Het gaat om houding en gedrag. Twee belangrijke voorwaarden zijn: leidinggevenden geven het goede voorbeeld; een open cultuur, waarin zaken bespreekbaar en controleerbaar zijn. Door de VNG wordt gewerkt aan een model gedragscode voor ambtenaren. Verder zij verwezen naar het eerdergenoemde persbericht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarin onder meer het opnemen van een verplichte gedragscode in de Ambtenarenwet wordt aangekondigd. Vooralsnog is voor de gedragscode van de gemeente Schiermonnikoog de structuur van de modelcode voor bestuurders gevolgd. Wanneer wetswijziging plaatsvindt, zal deze gedragscode daaraan worden getoetst en zo nodig aangepast.
8.1. INLEIDING Integer handelen is meer dan het naleven van een richtlijn. Hoe zorgvuldig richtlijnen ook geformuleerd zijn, er bestaat een grijs gebied waarin het de verantwoordelijkheid blijft van de ambtenaar om de juiste keuzes te maken. Belangrijk is dat hij/zij zich bewust is van de gevolgen van zijn/haar handelen voor zowel de interne organisatie als daarbuiten. Openheid en transparant gedrag en handelen zijn in die zin sleutelbegrippen. Maar ook vertrouwen speelt een belangrijke rol. Leidinggevenden vervullen hierin een voorbeeldfunctie. Natuurlijk kan de ambtenaar voor situaties komen te staan waarbij twijfel een rol speelt en waarop de gedragscode geen antwoord geeft. In dat geval is het verstandig collega's of de leidinggevende te raadplegen. Worden zaken gesignaleerd die niet passen binnen het kader van integer handelen, dan kunnen die bespreekbaar worden gemaakt. Het werkoverleg kan daar een prima plek voor zijn. Ook kan de leidinggevende, sectordirecteur of gemeentesecretaris worden ingelicht. De naleving van deze gedragscode is een verantwoordelijkheid van elke individuele ambtenaar.
8.2. GEDRAGSCODE AMBTENAREN Voor zover niet met name genoemd gelden met betrekking tot integriteit en deze gedragscode alle bestaande (zie Bijlage 1) en nog te verschijnen wettelijke en CAR/UWO-bepalingen en gemeentelijke regels, richtlijnen en procedures. 1. Belangenverstrengeling 1.1. Ambtenaren zijn zich ervan bewust dat beslissingen risico’s met zich mee brengen en vermijden daarom elke vorm van oneigenlijke beïnvloeding, belangenverstrengeling c.q. ‘vriendjespolitiek’ of de schijn daarvan. 1.2. Ambtenaren realiseren zich dat zij in hun contacten met burgers, organisaties en instellingen de gemeente niet kunnen binden en houden hiermee rekening bij het doen van toezeggingen. 1.3. Ambtenaren nemen beslissingen waarbij hun integriteit in het gedrang kan komen in samenspraak met een collega of leidinggevende. 1.4. In zaken of voorstellen waarin van mogelijke belangenverstrengeling en/of persoonlijke relaties sprake is, draagt de ambtenaar zijn taken in overleg met zijn leidinggevende over aan een collega. 1.5. Ambtenaren doen opgave van al hun financiële belangen - waaronder aandelen, opties en dergelijke - in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet. Deze gegevens worden openbaar gemaakt en jaarlijks geactualiseerd. Ook toekomstige en tussentijds ontstane financiële belangen dienen te worden gemeld. 1.6. Ambtenaren worden gedurende een jaar na het einde van hun dienstverband uitgesloten van het tegen betaling verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
11
2. Aanbestedingen en transacties 2.1. Onderhandelingen en (vertrouwelijke) gesprekken met externe partijen, waarbij ambtenaren afspraken maken die financiële of juridische gevolgen kunnen hebben, worden altijd samen met een collega gevoerd. 2.2. Aanbiedingen voor lunches, diners e.d. worden door de ambtenaar beoordeeld op noodzaak of belang in relatie tot de mogelijkheid om onafhankelijk beslissingen te kunnen nemen. Als vuistregels voor deze beoordeling gelden: zorgvuldigheid: noodzaak en aard van het informele contact dient kritisch te worden bekeken en onafhankelijkheid dient te zijn gewaarborgd; wederkerigheid: de ambtenaar heeft van zijn kant namens de gemeente eveneens de mogelijkheid de relatie een lunch of diner aan te bieden; openheid: uitnodigingen worden gemeld c.q. besproken met de leidinggevende. 2.3. Zolang gesprekken of onderhandelingen niet zijn afgerond, accepteren ambtenaren geen geschenken, diensten of uitnodigingen voor uitstapjes, evenementen, et cetera. Werklunches zijn toegestaan, mits de wederkerigheidsregel van toepassing is. 2.4. Van de gesprekken en onderhandelingen als hier bedoeld wordt een schriftelijk verslag gemaakt, waarin aanleiding, doel, gemaakte afspraken en de mate en termijn van vertrouwelijkheid worden vastgelegd. 3. Nevenfuncties en -werkzaamheden 3.1. De gemeente waardeert het in algemene zin positief wanneer ambtenaren bestuurlijke functies vervullen in maatschappelijke organisaties of instellingen. In bijzondere gevallen kan de gemeentesecretaris, op verzoek van de ambtenaar en in overleg met diens leidinggevende, hiervoor bepaalde faciliteiten verlenen. 3.2. Ambtenaren vervullen geen nevenfuncties waarbij sprake is of kan zijn van strijdigheid met het belang van de gemeente of van strijdigheid c.q. belangenverstrengeling met de functie die zij binnen de gemeentelijke organisatie vervullen. 3.3. Ambtenaren maken melding van al hun nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of het al dan niet bezoldigde functies betreft. Deze gegevens worden openbaar gemaakt en jaarlijks geactualiseerd. 4. Dienstverlening 4.1. Ambtenaren handelen in de publieke dienstverlening objectief en zorgvuldig overeenkomstig de geldende regels en procedures. 4.2. In geval van een aanvraag voor een vergunning, ontheffing, subsidie of ander verzoek om dienstverlening van iemand tot wie de ambtenaar in een familie- of anderszins persoonlijke relatie staat, meldt de ambtenaar dit bij zijn leidinggevende en draagt hij de behandeling over aan een collega. 5. Informatie 5.1. Ambtenaren gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van hun functie beschikken. Oneigenlijk gebruik van kennis, verkregen uit hoofde van de functie, is niet toegestaan. 5.2. Ambtenaren gaan vertrouwelijk om met privacygevoelige gegevens, overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens. 5.3. Ambtenaren houden geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 5.4. Ambtenaren maken niet ten eigen bate of van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. 5.5. Ambtenaren dragen er zorg voor dat zij de informatie op hun werkplek (bureau, kast, PC) zodanig beheren dat onbevoegden er geen kennis van kunnen nemen. 6. Geschenken en giften 6.1. Ambtenaren nemen geen geschenken in geld aan. In het algemeen nemen zij geen geschenken aan waarvan de indruk bestaat dat een tegenprestatie wordt verwacht. 6.2. Geschenken en giften die ambtenaren uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. De gemeentesecretaris zoekt hiervoor in overleg met het college een gemeentelijke bestemming. 6.3. Binnen redelijke grenzen behoeven geschenken en giften tot een waarde van € 50,00 niet te worden gemeld en kunnen deze worden behouden.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
12
6.4.
6.5.
6.6.
Met inachtneming van het gestelde onder 6.3. worden geschenken en giften niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris, die in overleg met het college beslist over de bestemming. Geschenken die ambtenaren niet kunnen of willen accepteren, worden door hen geretourneerd naar de afzender, met het verzoek dergelijke geschenken niet (meer) aan te bieden. Ambtenaren die een presentatie, lezing o.i.d. houden die verband houdt met hun functie en hiervoor een waardering ontvangen in de vorm van een waardebon of een fles wijn, mogen deze behouden, mits de waarde ervan niet buitensporig is (zie 6.3.). Ontvangen zij hiervoor een geldbedrag hoger dan € 50,00 (anders dan een vergoeding voor gemaakte onkosten), dan vloeit dit naar de gemeentekas.
7. Gemeentelijke voorzieningen 7.1. Aan ambtenaren worden in algemene zin die middelen en voorzieningen ter beschikking gesteld die voor de uitoefening van hun functie noodzakelijk zijn. 7.2. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan. 8. Internet- en e-mailgebruik 8.1. Gebruik van internet en e-mail dient werkgerelateerd te zijn, met dien verstande dat beperkt privé-gebruik is toegestaan. 8.2. Het bezoeken van sex- en pornosites en chatboxen is niet toegestaan, evenals sites die schade kunnen toebrengen aan de gemeentelijke organisatie. 9. Uitgaven en declaraties 9.1. Met inachtneming van de geldende regelingen worden uitgaven ten behoeve van de gemeente uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond, een en ander ter beoordeling van de leidinggevende. 9.2. Ter bepaling van de functionaliteit van uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd: - met de uitgave is het belang van de gemeente gediend èn - de uitgave vloeit voort uit de functie. 9.3. De ambtenaar declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. 9.4. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure. 9.5. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld. 9.6. Gemaakte kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend. 9.7. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar. 9.8. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de gemeentesecretaris. 10. Buitenlandse reizen 10.1. De ambtenaar die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, stelt zijn leidinggevende hiervan en kennis en meldt dit voornemen aan de gemeentesecretaris. 10.2. Uitnodigingen voor reizen worden altijd besproken in het managementteam/-overleg en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijke belang van de reis is doorslaggevend. 10.3. Van de reis wordt verslag gedaan aan de gemeentesecretaris. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag. 10.4. Het ten laste van de gemeente meereizen van derden is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. 10.5. In geval van het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden komen de extra reis- en verblijfkosten volledig voor rekening van de ambtenaar. 10.6. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht. 10.7. De hiervoor onder 10.1. t/m 10.6. genoemde bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing in geval van excursies, congressen e.d. in het buitenland. Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
13
11. Handhaving 11.1. Ambtenaren zijn ieder voor zich verantwoordelijk voor het naleven van deze gedragscode. 11.2. Indien het vermoeden bestaat dat een ambtenaar zich niet aan de bepalingen van deze gedragscode houdt, stelt de gemeentesecretaris een onderzoek in. Hij kan dit doen uit eigen beweging dan wel op verzoek van een leidinggevende of collega-ambtenaar. 11.3. Indien zich interpretatieverschillen voordoen, dan bespreekt de gemeentesecretaris de desbetreffende kwestie met de burgemeester. Heeft dit niet het gewenste effect, dan stelt de burgemeester een en ander aan de orde in de vergadering van het college. 11.4. Indien het vermoeden bestaat dat er strafrechtelijke aspecten kleven aan het handelen van een ambtenaar, dan brengt de gemeentesecretaris, na overleg met de burgemeester, dit ter kennis van het openbaar ministerie. 11.5. Indien het vermoeden bestaat dat de gemeentesecretaris zich niet aan de bepalingen van de gedragscode houdt, dan is de burgemeester gehouden de kwestie aan de orde te stellen in de vergadering van het college. 11.6. Indien het vermoeden bestaat dat de raadsgriffier en eventuele in de toekomst bij de griffie werkzame personen zich niet aan de bepalingen van de gedragscode houden, dan is de burgemeester dan wel de voorzitter van het presidium gehouden de kwestie aan de orde te stellen in de vergadering van het presidium. 12. Slotbepaling In gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet beslist de gemeentesecretaris, gehoord de leidinggevende. Indien het een leidinggevende betreft overlegt de gemeentesecretaris met de burgemeester. Indien het de gemeentesecretaris betreft beslist de burgemeester, gehoord het college. Indien het de raadsgriffier en eventuele in de toekomst bij de griffie werkzame personen betreft beslist de raad, gehoord het presidium.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
14
9. REGELINGEN De gedragscodes voorzien op een aantal onderwerpen in algemene regels, waarvan het wenselijk kan zijn en is het in een aantal gevallen wettelijk verplicht deze nader uit te werken in verordeningen, regelingen, protocollen en/of procedures. Onder verwijzing naar de in Bijlage 1 vermelde bestaande wettelijke bepalingen en regelingen, kan hierbij worden gedacht aan: y y y y y y y y y y
een verordening voorzieningen voor raadsleden, wethouders, commissieleden, burgemeester, gemeentesecretaris, raadsgriffier en raadsfracties; een regeling nevenwerkzaamheden voor personeel; een regeling ongewenste omgangsvormen; een privacyreglement; een regeling melding financiële belangen; een protocol aanbestedingen en transacties; een protocol vergunningverlening; een regeling inkoopbeleid; een regeling gebruik mobiele telefoon; een regeling internet- en e-mailgebruik.
Voorgesteld wordt, hieraan inhoud te geven door het verstrekken van afzonderlijke bestuurs- c.q. managementopdrachten, op basis van nadere prioriteitstelling door raad/college c.q. managementteam.
10. VERTROUWENSPERSOON Het beleid met betrekking tot integriteit gaat er vanuit gaat dat ieder voor zich verantwoordelijk is voor integer gedrag en handelen en voor het naleven van deze gedragscodes. Niettemin kunnen zich, alle goede bedoelingen ten spijt, situaties voordoen waarin bestuurders of ambtenaren misstanden of niet-integer gedrag of handelen willen signaleren of aan de orde stellen, waarbij zij zelf anoniem wensen te blijven. De bestaande ‘regeling klokkenluiders’ voorziet in de aanwijzing van een vertrouwenspersoon: een functionaris die als zodanig binnen de gemeentelijke organisatie is aangewezen. De facto wordt dit geïnterpreteerd als een externe vertrouwenspersoon. Voorstel is, deze functionaris in algemene zin aan te wijzen als ‘vertrouwenspersoon integriteit’.
11. IMPLEMENTATIE, HANDHAVING EN EVALUATIE We zijn er niet met het vaststellen van een nota en gedragscodes. Van belang is dat integriteit werkbaar en merkbaar wordt gemaakt. Het gaat dan om drie punten: 1. Introductie 2. continuering 3. actualisering
1. Introductie Na vaststelling van de nota: y zorgt het hoofd van dienst via personeelsoverleg voor bekendheid met het bestaan van het integriteitbeleid en de gedragscode; y draagt P&O er zorg voor dat alle raads- en collegeleden en alle ambtenaren een exemplaar van deze nota ontvangen; y dragen leidinggevenden zorg voor het ondertekenen van de schriftelijke verklaring inzake ambtseed/-belofte door het zittende personeel; y dragen leidinggevenden zorg voor het afleggen van de ambtseed/-belofte van nieuwe medewerkers ten overstaan van de gemeentesecretaris. 2. Continuering y De naleving van deze gedragscode is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van elke individuele bestuurder en ambtenaar in de dagelijkse praktijk van het werk.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
15
y y y y
Bestuurders en leidinggevenden hebben een voorbeeldfunctie. Leidinggevenden behoren medewerkers zo nodig op hun gedrag aan te spreken, maar ook van ambtenaren onderling mag dit worden verwacht. Tijdens sollicitatiegesprekken wordt dit onderwerp ter sprake gebracht, in ieder geval bij 'integriteitgevoelige' functies. Een kopie van deze nota zit in het introductiepakket dat nieuwe medewerkers, stagiaires, etc. van P&O ontvangen. De raadsgriffier c.q. de gemeentesecretaris dragen er zorg voor dat nieuwe raads- en collegeleden een kopie van deze nota ontvangen. Aan het onderwerp wordt onder meer aandacht besteed: à tijdens introductiebijeenkomsten voor nieuw personeel; à regelmatig (2 x per jaar) in het presidium, het college, het managementteam en het werkoverleg; à in functionerings- en beoordelingsgesprekken.
3. Actualisering De nota en de gedragscode zullen, als zoveel zaken, aan veranderingen onderhevig zijn. Van tijd tot tijd zullen aanpassingen noodzakelijk zijn. Daarom zal jaarlijks worden bezien of de nota en/of de gedragscodes aangepast moeten worden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van 25 januari 2005,
, L.K. Swart (voorzitter).
, S.T. van der Zwaag (griffier).
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
16
Bijlage 1 Bestaande wet- en regelgeving voor raadsleden, collegeleden en ambtenaren
1A: Bestaande wet- en regelgeving voor RAADSLEDEN
Gemeentewet Artikel 12 (nevenfuncties) 1. De leden van de raad maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de raad zij vervullen. 2. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het eerste lid bedoelde functies op het gemeentehuis. Artikel 13 (incompatibiliteiten) 1. Een lid van de raad is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. lid van gedeputeerde staten; i. griffier der staten; j. burgemeester; k. wethouder; l. lid van de rekenkamer; m. lid van een deelraad; n. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente; o. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt. 2. … 3. … Artikel 15 (verboden handelingen, inclusief gedragscode) 1. Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: 1e overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente; 2e het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; 3e het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; 4e het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; 5e het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e het onderhands huren of pachten van de gemeente. 2. … 3. De raad stelt voor zijn leden een gedragscode vast.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
17
Artikel 25 (geheimhouding) 1. De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar opheft. 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. 3. … 4. … Artikel 28 (deelname aan stemming) 1. Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over: a. een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; b. de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort. 2. … 3. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt. 4. …
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
18
1B: Bestaande wet- en regelgeving voor COLLEGELEDEN
Gemeentewet Artikel 36b (incompatibiliteiten wethouders) 1. Een wethouder is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. lid van gedeputeerde staten; i. griffier der staten; j. lid van de raad van een gemeente; k. burgemeester; l. lid van de rekenkamer; m. lid van een deelraad; n. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente; o. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; p. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente; q. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient. 2. … 3. … Artikel 41b (nevenfuncties wethouders) 1. Een wethouder vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn wethouderschap. 2. Een wethouder meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad. 3. Artikel 12 is van overeenkomstige toepassing op de wethouders. Artikel 41c (verboden handelingen wethouders, inclusief gedragscode) 1. Artikel 15, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de wethouders. 2. De raad stelt voor de wethouders een gedragscode vast. Artikel 44 (bezoldiging wethouders) 1. … 2. … 3. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van de gemeente. 4. De wethouders genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het wethoudersambt, ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas. 5. Van het bepaalde in het vierde lid kan de raad in bijzondere gevallen ontheffing verlenen. Het daartoe strekkende besluit van de raad wordt door het college aan gedeputeerde staten gezonden. Artikel 55 (geheimhouding) 1. Het college kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het college haar opheft. 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de burgemeester of een commissie, ten Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
19
3.
aanzien van de stukken die zij aan het college overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft. Indien het college zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.
Artikel 66 (bezoldiging burgemeester) 1. … 2. … 3. Buiten hetgeen hem bij of krachtens de wet is toegekend, geniet de burgemeester als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van de gemeente. 4. De burgemeester geniet geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties welke hij vervult uit hoofde van het burgemeestersambt, ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas. Artikel 67 (nevenfuncties burgemeester) 1. De burgemeester vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van zijn burgemeestersambt of op de handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. 2. De burgemeester meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie, anders dan uit hoofde van zijn burgemeestersambt, aan de raad. 3. De burgemeester maakt openbaar welke nevenfuncties hij, anders dan uit hoofde van zijn burgemeestersambt, vervult. Artikel 68 (incompatibiliteiten burgemeester) 1. Een burgemeester is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. lid van gedeputeerde staten; i. griffier der staten; j. lid van een raad; k. wethouder; l. lid van de rekenkamer; m. lid van een deelraad; n. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente; o. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; p. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente; q. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient. 2. … Artikel 69 (verboden handelingen burgemeester, inclusief gedragscode) 1. Artikel 15, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de burgemeester met dien verstande dat de ontheffing, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, wordt verleend door de commissaris van de Koning. 2. De raad stelt voor de burgemeester een gedragscode vast.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
20
1C: Bestaande wet- en regelgeving voor RAADS- EN COLLEGELEDEN
Algemene wet bestuursrecht Hoofdstuk 2. Verkeer tussen burgers en bestuursorganen Artikel 2:4 1. Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid. 2. Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden. Artikel 2:5 1. Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. 2. Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
21
1D: Bestaande wet- en regelgeving voor RAADS- EN COLLEGELEDEN EN AMBTENAREN
Wet bescherming persoonsgegevens Wet openbaarheid van bestuur Deze wetten worden hier in algemene zin genoemd, zonder specifieke vermelding van artikelen.
Algemene wet bestuursrecht Hoofdstuk 9. Klachtbehandeling Artikel 9:1 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. 2. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan. Artikel 9:2 Het bestuursorgaan draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over zijn gedragingen en over gedragingen van bestuursorganen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn. Artikel 9:3 Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een bestuursorgaan kan geen beroep worden ingesteld. Noot: de artikelen 9:4 en volgende beschrijven de wijze van behandeling van bezwaarschriften.
Wetboek van Strafrecht Artikel 359 (verduistering van geld) De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk geld of geldswaardig papier dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduistert of toelaat dat het door een ander weggenomen of verduisterd wordt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 360 (vervalsing) De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk boeken of registers, uitsluitend bestemd tot controle van de administratie, valselijk opmaakt of vervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 361 (verduistering van bewijsstukken) De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijn bediening onder zich heeft verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij door een ander worden weggemaakt, vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 362 (omkoping) 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft de ambtenaar:
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
22
1º. die een gift, belofte of dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten; 2º. die een gift, belofte of dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten; 3º. die een gift, belofte of dienst vraagt teneinde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten; 4º. die een gift, belofte of dienst vraagt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft, hij die in het vooruitzicht van een aanstelling als ambtenaar, indien de aanstelling als ambtenaar is gevolgd, een feit begaat als in het eerste lid, onder 1º en 3º, omschreven. Artikel 363 (omkoping) 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft de ambtenaar: 1º. die een gift of belofte dan wel een dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten; 2º. die een gift of belofte dan wel een dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten; 3º. die een gift of belofte dan wel een dienst vraagt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten; 4º. die een gift of belofte dan wel een dienst vraagt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft, hij die in het vooruitzicht van een aanstelling als ambtenaar, indien de aanstelling als ambtenaar is gevolgd, een feit begaat als in het eerste lid, onder 1º en 3º, omschreven. Artikel 364a 1. … 2. Met ambtenaren worden ten aanzien van de artikelen 362, onder 2º en 4º, en 363, onder 2º en 4º, voormalige ambtenaren gelijkgesteld. Artikel 365 (misbruik van gezag) De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
23
1E: Bestaande wet- en regelgeving voor AMBTENAREN
Ambtenarenwet Artikel 125 1. Voor zover deze onderwerpen niet reeds bij of krachtens de wet zijn geregeld, worden voor de ambtenaren, door of vanwege het rijk aangesteld, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld betreffende: … j. de melding en de registratie van nevenwerkzaamheden die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken; k. het verbieden van nevenwerkzaamheden waardoor de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd; l. de openbaarmaking van de krachtens onderdeel j geregistreerde nevenwerkzaamheden van ambtenaren aangesteld in een functie waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden noodzakelijk is; m. een procedure voor het omgaan met bij een ambtenaar levende vermoedens van misstanden binnen de organisatie waar hij werkzaam is; … 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor ambtenaren door of vanwege het rijk aangesteld in een functie waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is, voorschriften vastgesteld betreffende de melding van financiële belangen respectievelijk van het bezit van en transacties in effecten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken. 3. ... Artikel 125a 1. De ambtenaar dient zich te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. 2. Het eerste lid is, voor wat betreft het recht van vereniging, niet van toepassing op het lidmaatschap van: a. een politieke groepering, waarvan de aanduiding is ingeschreven overeenkomstig de Kieswet of b. een vakvereniging. 3. De ambtenaar is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt. 4. De ambtenaar die te goeder trouw de bij hem levende vermoedens van misstanden uit volgens de procedure, bedoeld in artikel 125, eerste lid, onder m, zal als gevolg van het uiten van die vermoedens geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na het volgen van die procedure.
CAR/UWO Artikel 15.1.1 De ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Artikel 15.1.3 Het is de ambtenaar verboden, behoudens toestemming verleend door of namens burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, ten eigen bate: a. diensten te laten verrichten door personen in gemeentedienst; b. aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebruiken; c. gebruik te maken van hetgeen hem in of in verband met zijn betrekking ter kennis is gekomen.
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
24
Artikel 15.1.4 Het is de ambtenaar verboden: a. in verband met zijn betrekking vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders; b. steekpenningen aan te nemen. Artikel 15.1.6 1. De ambtenaar is verplicht aan burgemeester en wethouders, op een door dit orgaan te bepalen wijze, opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken. 2. Er wordt een registratie gevoerd op basis van de ingevolge het eerste lid gedane opgaven. 3. Het is de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Omtrent dit verbod kunnen nadere regels worden gesteld. Artikel 15.1.8 1. Het is de ambtenaar verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van de openbare dienst. 2. Burgemeester en wethouders kunnen regelen stellen betreffende het deelnemen van de ambtenaar, middellijk of onmiddellijk, aan aannemingen en leveringen ten behoeve van anderen.
Bestaande gemeentelijke regelingen voor AMBTENAREN betrekking hebbend op integriteit, opgenomen in het Handboek CAR/UWO gemeente Schiermonnikoog y
Regeling klokkenluiders
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
25
Bijlage 2 Formulier beëdiging
Formulier beëdiging y
Ik zweer / verklaar dat ik noch direct noch indirect, in welke vorm dan ook, valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling.
y
Ik zweer / verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen.
y
Ik zweer / beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Schiermonnikoog zal eerbiedigen.
y
Ik zweer / beloof dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben.
y
Ik zweer / beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog als leidraad zal hanteren.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!
Op (datum) is te (plaats) ten overstaan van (1) de heer S. Dijs, gemeentesecretaris, en in tegenwoordigheid van (2) …………… door (3) de heer / mevrouw …………… de eed / belofte volgens bovenstaande tekst afgelegd.
………………………. (ambtenaar)
………………………… (1)
………………………… (2)
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
26
Bijlage 3 Formulier verklaring integriteit
Formulier verklaring integriteit
Hierbij verklaar ik, y
dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Schiermonnikoog zal eerbiedigen;
y
dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;
y
dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Schiermonnikoog als leidraad zal hanteren.
Schiermonnikoog, ………………………… (datum)
………………………… (naam)
………………………… (handtekening)
Nota integriteit gemeente Schiermonnikoog
maart 2004
27