Cursus cultuureducatie voor ambtenaren Algemeen De cursus bestaat uit drie maal twee dagdelen en een terugkomdag van één of twee dagdelen. Tussen de cursusdagen zitten gemiddeld vier weken. In deze periode kan gewerkt worden aan opdrachten. De terugkomdag vindt na ongeveer twee maanden plaats. Aan het eind van de cursus hebben de deelnemers een eigen 10-puntenplan opgesteld waar zij in hun gemeente verder aan willen werken.
Cursusdag 1 Ontwikkelingen in het onderwijs 9.00 – 10.30 uur Hoe ziet de structuur van de verschillende onderwijssoorten (basisonderwijs, speciaal onderwijs, vmbo, havo, vwo) er uit? Wat kenmerkt de huidige leerling en hoe kun je daar als beleidsmaker op ontwikkelingen in het onderwijs? Voorbeelden zijn Brede School, Dagopvang, Media-educatie en het Nieuwe Leren. Welke trends zijn zichtbaar? Welke vormen van netwerken zijn er? Hoe zijn deze georganiseerd, wie zijn de trekkers, over welke zaken wordt in netwerken gesproken en welke (grote) verschillen zijn daarin aan te treffen? Welke betrokkenheid hebben provincie(s) en gemeenten hierin? Scholen houden voor cultuuractiviteiten al snel hun hand op, maar wat zouden ze gewoon zelf moeten begroten? Waar houdt hun verantwoordelijkheid op? De (gezamenlijke) verantwoordelijkheid begint bij het besef dat er meer geld is dan men tot nu toe aannam (bijvoorbeeld lumpsumfinanciering onderwijs). Dit betekent dat ambtenaar kennis moeten verzamelen over de financiële mogelijkheden van een school. Gemeenten kunnen in voorwaardelijke zin van alles doen, bijvoorbeeld in de subsidiecontracten met instellingen afspraken maken over oormerken van een deel van de subsidie voor cultuureducatie, koppelen van beleidsterreinen (zie ook dag 3) en onderwijs en culturele veld gezamenlijk afspraken laten maken over de wijze van besteding van publieke middelen. 11.00 – 12.30 uur Wat betekenen deze ontwikkelingen voor een gemeentelijk beleidsplan, de activiteiten, de aansturing van partners, overleg met andere beleidsafdelingen, deelname aan overleg met schoolbesturen, participeren in netwerken? In groepen van 2 of 3 stellen ambtenaren onder begeleiding van de docent een actielijst op met daarbij behorende beleidsmotieven Lunch van 12.30 tot 13.30 uur 13.30 – 14.30 uur Voorbeeld: Bezoek aan een basisschool waarin thema's centraal staan die in het ochtendprogramma aan de orde kwamen, zoals het concept Brede School en cultuureducatie en het nieuwe leren. De cursisten zien
1
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN
kinderen aan het werk samen met hun leerkracht, een lokale (amateur)kunstenaar of een gezelschap. Cursisten ondergaan net als de kinderen de kunsten zowel actief, reflectief als receptief. 14.30 – 15.30 uur Voorbeeld: Rondetafelgesprek met de Interne Cultuurcoördinator van een betrokken basisschool, de locatiemanager, de bovenschools manager en een lid van het schoolbestuur. Hoe geven zij vorm aan cultuureducatie vanuit een specifieke onderwijskundige visie? Welke steun verwacht de school van de omgeving, de partners? Wat kan dat betekenen voor gemeentelijk/provinciaal beleid? En waar scoort een wethouder of de gemeente, randvoorwaardelijk, mee als hij/zij onderwijs zou willen ondersteunen? Huiswerkopdracht dag 1 1.
Verwerk de resultaten uit de ochtendsessie en de ervaringen van de middagsessie, zeker die uit het rondetafelgesprek, in een korte notitie, maximaal 2 bladzijden en geef prioriteiten aan. Geef ook aan waar je als ambtenaar de komende maanden meer aandacht aan zou willen besteden en hoe dat zou kunnen passen in het gemeentelijk beleid dat al in gang is gezet. Wie zou je bij de verdere uitwerkingen (intern) willen betrekken?
2.
Bezoek een (lokale) netwerkbijeenkomst van ICC'ers, educatief medewerkers of andere culturele partners. Doel: het oor te luisteren leggen en de taal van het onderwijs nog beter leren begrijpen.
2
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN
Cursusdag 2 Infrastructuur inzetten ten behoeve van de brede school en buiten schooltijd 9.00 – 10.30 uur In de directe omgeving van de school is veel te vinden dat te gebruiken is in het onderwijs en - buiten schooltijd - binnen de brede school. Hoe kan een docent de buitenschoolse omgeving gebruiken als verlengde leeromgeving van de school? Wat kunnen lokale (gesubsidieerde) culturele en erfgoedinstellingen en amateurkunst daarin betekenen? Wat vraagt dit alles van een gemeente als het gaat om het in stand houden van een culturele infrastructuur: van centrum voor de kunsten tot amateur-kunstenaars. Welke bijdrage kan provinciaal en gemeentelijk beleid daaraan leveren? Wat is de rol van een provinciale en regionale cultuurbemiddelaar en hoe verhouden deze rollen zich tot elkaar? Verder: aandacht voor de culturele kaart van de omgeving, culturele atlas voor gemeenten, zin en onzin van netwerken, verbinding amateurkunst en cultuureducatie, talentontwikkeling, leveren van (beleids)deskundigheid aan het veld op lokaal en provinciaal niveau en afstemming daartussen. Wat kunnen combinatiefuncties in het kader van de Impuls brede school, sport en cultuur als meerwaarde hebben? En wat zijn de verwachtingen van de activiteitengelden uit het Programmafonds Cultuurparticipatie per 2009? 11.00 – 12.30 uur Wat staat er in beleidsstukken over (gebruik van) infrastructuur en over afstemming gemeente – provincie? Hoe verhoudt de geboden informatie zich tot de geschetste ontwikkelingen in het onderwijs (dag 1) en de geschetste intenties voor aanpassingen in het beleidsplan zoals in de huiswerkopdracht van dag 1 geformuleerd? Deelnemers stellen een aandachtspuntenlijstje op. Lunch van 12.30 tot 13.30 uur 13.30 – 14.30 uur Voorbeeld: Bezoek aan een museum, archief, heemkundekring, monumenten in de gebouwde omgeving of amateurkunstvereniging waar kinderen – bijvoorbeeld met een kunstzinnige ouder (van fotografie in de wijk tot stamboomonderzoek in het archief), leden van een amateurkunstvereniging - werken aan cultuureducatie. 14.30 – 15.30 uur Voorbeeld: Gesprek met een bestuurslid van een vereniging, educatief medewerker, welzijnswerker (naschoolse activiteiten), hoofd educatieve afdeling. Huiswerkopdracht dag 2 1.
Verwerk de resultaten uit de ochtendsessie en de ervaringen van de middagsessie, en pas die in, in de notitie die in huiswerkopdracht 1 is gemaakt. Geef aan waar je de notitie wijzigt en waarom. Geef opnieuw aan wie je bij je – nieuwe? - (beleids)plannen intern zou willen betrekken.
2.
Vertel wat je tot nu toe hebt meegemaakt aan je collega Onderwijs of Welzijn of de collega waarmee je je plan wilt bespreken en geef aan waaraan je wellicht samen verder zou kunnen werken. Maak daar principeafspraken over.
3
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN
Cursusdag 3 Organisatie en condities ten behoeve van kansen en culturele carrières 9.00 – 10.30 uur Er is veel politieke aandacht voor wijkgericht werken (community arts, sociale cohesie), buitenschoolse opvang en dagarrangementen. Op welke wijze kun je als ambtenaar goed aansluiten bij deze initiatieven, die burgers meer kansen moeten bieden? Waar kunnen gemeenten geld 'halen'? Waar kunnen scholen en amateurkunst vervolgens geld 'halen'? Ook aandacht voor verantwoordelijkheid en taken van gemeenten voor het in stand houden van een goede infrastructuur (wat mag je aan basisvoorzieningen verwachten op het terrein van kunsteducatie, amateurkunst en erfgoededucatie) en de mogelijkheden die er zijn om deze infrastructuur in stand te houden. Hierin worden meegenomen de doorlopende leerlijn c.q. de culturele carrière (van onderwijs via centra naar amateurkunst, en voor getalenteerde burgers van onderwijs via centra naar kunstvakopleiding). Hoe krijg je deze informatie bij de burger, de amateurkunstenaars en de scholen op zodanige manier dat zij er ook gebruik van maken? In deze bijeenkomst komen good practices aan bod met aandacht voor (on)mogelijkheden. Heemkundekringen, fotoclubs, toneelverenigingen, koren, kunnen in beeld zijn, bijvoorbeeld als zij zich begeven op het snijvlak van binnen- en buitenschools leren. Ook wordt aandacht besteed aan ambitieniveau van amateurverenigingen en mogelijke prestatieafspraken. Verder aandacht voor geldstromen, gemeentelijke en provinciale fondsen, verbindingen met andere beleidsterreinen, ondernemerschap van culturele instellingen, 'vrije jongens', flankerend beleid, wijkgericht werken, gebiedsgericht cultuurbeleid. 11.00 – 12.30 uur Werken in groepen van 2 of 3 ambtenaren. Bespreken van (bestaande) eigen beleidsplannen. Ook onderzoeken deelnemers op welke concrete wijze beleidsplannen op de geïntroduceerde onderwerpen verder versterkt zouden kunnen worden; aanvullingen op de in huiswerkopdracht 1 en 2 geformuleerde aandachtspunten. Lunch van 12.30 tot 13.30 uur 13.30 – 15.00 uur Bezoek aan een 'vrijplaats', een inspirerende plek, waar burgers en ambtenaren elkaar 'wijkgericht' kunnen ontmoeten. Hier ontdekken deelnemers via twee rondes speeddaten wat de (on)mogelijkheden zijn waarop een gemeente ondersteuning kan bieden aan alle burgerlijke initiatieven en ontdekken zij ook welke bijdrage burgers kunnen leveren aan gemeentelijke ambities op het terrein van kunst en cultuur. Via deze speeddates informeren en helpen betrokken partijen elkaar. Het aantal dates moet overeenkomen met het aantal cursisten. Speeddate 1 ( x maal 5 minuten) Cursisten ontmoeten (vrij gevestigde) kunstenaars, jongeren die zich bewegen binnen de straatcultuur (steetdance, rap, skating) en ouderen die thuis zijn in cultuur van vroeger (verhalen, oude ambachten, heemkunde). Dit om inzicht te krijgen in hun intenties en mogelijkheden. De
4
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN
kunstenaars, jongeren en ouderen zijn de 'vragende' partij. Wat verwachten zij van de lokale overheid, wat hebben zij te bieden en waarom is dat interessant? Speeddate 2 (x maal 5 minuten) In deze ronde ontmoeten (vrij gevestigde) kunstenaars, jongeren en ouderen een ambtenaar. Deze keer zijn de ambtenaren de vragende partij is. Wat verwachten zij van deze burgers en waarom is dat voor die burgers zo interessant? Welke bijdrage kunnen kunstenaars, jongeren en ouderen leveren aan de realisatie van cultuurbeleid in een gemeente. Ter afsluiting volgt een gezamenlijk gesprek over de opgedane ervaringen en een eventueel vervolg. 15.00 – 15.30 uur Afsluiting van de cursus. Meegeven van de huiswerkopdracht voor de terugkomdag. 'Stel voor je eigen gemeente een 10-puntenplan op waaraan je de komende maanden en jaren, samen met andere beleidscollega's en de wethouder, zou willen werken'.
5
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN
Cursusdag 4 Terugkomdag (één of twee dagdelen) De terugkomdag is te beschouwen als eerste bijeenkomst van een (nieuw) netwerk ambtenaren cultuureducatie. Het programma voor deze dag is vooraf niet helemaal te bepalen. In ieder geval staan de ontwikkelde 10-puntenplannen centraal. Naast spiegeling van elkaars plannen zou een externe expert, wethouder, docent van de bestuursacademie, provinciale ambtenaar, fondsbeheerder (educatiefonds) kunnen reageren op de 10-puntenplannen. Bijvoorbeeld in de vorm van een collegiaal advies. Wellicht is het raadzaam op de terugkomdag het afdelingshoofd of de teamleider bij het programma te betrekken. Daarnaast zou expliciet aandacht kunnen worden besteed aan waar de betrokken ambtenaar staat als het gaat om cultuureducatie; is zijn/haar 'drive' veranderd sinds de deelname aan de cursus. En zit daar 'spanning' in ten opzichte van de politieke ambities van de betrokken gemeente of wethouder)?. Een ontmoeting met de podiumkunsten, samen met kinderen of jongeren of een presentatie van 'talent in de wijk' behoren tot de mogelijkheden om het contact met de werkvloer te versterken. Verder kan besproken worden op welke wijze het ontstane netwerk(je) verder ondersteund kan worden. Tenslotte wordt er natuurlijk ruimte gemaakt voor het uitreiken van de certificaten.
6
CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN