19
NorNed HVDC Project Technische beschrijving 26 augustus 2004
Inhoud Inhoud
2
1.
Inleiding
3
2.
Aansluiting op het 380 kV net
3
3.
Transport Systeem
5
4.
Kabel Technologie
6
5.
Kabel Installatie
6
6.
Converter Technologie
7
7.
Converter Station Civiel
7
8.
Inbedrijfname, Bedrijfsvoering en Onderhoud, Levensduurverwachting
8
9.
Projectplanning
9
10. Projectkosten 10.1
Investeringskosten
10.2
Bedrijfsvoerings- en onderhoudskosten
11. Projectrisico's
9 9 10 11
11.1
Risico analyses
11
11.2
Risico van faillissement van de kabelleverancier
12
11.3
Risico van vertraging door milieugroeperingen
12
11.4
Technische risico's
13
12. Conclusie
14
13. Referenties
14
2
1.
Inleiding
Dit document geeft een korte beschrijving van de technische aspecten van het NorNed project. Zowel de verbinding zelf als de aansluiting op het 220/380 kV net en de loadflow consequenties in Nederland worden beschreven. De route van de kabel is Noord-Zuid, ze is rechtlijnig en daarmee de kortste verbinding tussen beide landen. Voor de aansluiting van de HVDC verbinding op de transportnetten in Noorwegen en Nederland zijn koppelstations gekozen welke in principe over voldoende transportcapaciteit beschikken. Nederland heeft een goede mogelijkheid voor een netaansluiting in het uiterste noordoosten van het land en het aanlandingspunt van de kabel ligt op een afstand van slechts enkele kilometers van het geplande converterstation in Eemshaven. Het TenneT 220/380 kV transformatorstation ligt ongeveer anderhalve kilometer oostelijk van het converterstation. Het dichtstbijgelegen aansluitingspunt in Noorwegen is Lista maar na diepgaande studie is vastgesteld dat de beste aansluiting op het Noorse net is gelegen in Feda, gemeente Kvinesdal. De route van Eemshaven naar Feda heeft, inclusief de landkabel, een lengte van ongeveer 580 km. De waterdiepte bedraagt maximaal 409 m. In figuur 1 is de kabelroute weergegeven, ook de kruisingen met andere infrastructuur zijn hierin zichtbaar.
2.
Aansluiting op het 380 kV net
De structuur van het Nederlandse hoogspanningsnet is weergegeven in de figuur op de volgende bladzijde. Nederland kent een 380/220 kV basisstructuur waarop regionale netten met een spanning van 110 of 150 kV zijn aangesloten. Het 380 kV net is op 5 plaatsen met het buitenland gekoppeld, in het oosten met Duitsland en in het zuiden met België. De NorNed kabel zal worden aangesloten op het 380 kV station Eemshaven in het uiterste Noorden van Nederland. Bij de komst van 5 nieuwe eenheden op de productielocatie Eems in 1995 is het 380 kV station gebouwd tezamen met een nieuw 220 kV station en is een zware hoogspanningslijn richting Meeden en verder naar Zwolle gerealiseerd. Vanuit Meeden is toen ook een koppeling met Duitsland tot stand gekomen en recentelijk zijn in deze verbinding dwarsregeltransformatoren geïnstalleerd. Zowel in Eemshaven als in Meeden zorgt een koppeltransformator van 750 MVA voor de koppeling tussen het net van 220 kV en het net van 380 kV. Daarmee voldoet het net aan de ontwerpcriteria van de netcode.
3
Als referentie [9] is een notitie toegevoegd die de loadflowconsequenties van de komst van de NorNed kabel behandelt. Vastgesteld is dat de invoeding van een 600 MW kabel maar ook de invoeding van een kabel met hogere capaciteit goed mogelijk is. De kabel van 600/700 MW kan dus ten volle worden benut. De enige verzwaring in het Nederlandse net die nodig is, is het installeren van een tweede 380/220 kV koppeltransformator van 750 MVA in het station Eemshaven. Dit om onder alle omstandigheden het vermogen veilig te kunnen afvoeren. Verder moet een aansluiting gemaakt worden vanaf de HVDC converter naar het 380 kV station Eemshaven. Beide zaken worden ondergebracht in een gecombineerd project en zullen zeker tijdig gereed zijn voor aansluiting van de kabel. Uitgaande van de scenario's die gehanteerd worden in ETSO verband voor de bepaling van de NTCwaarden en de scenario's zoals gehanteerd bij het Capaciteitsplan 2003-2009 wordt weliswaar een toename van de belasting van verbindingen en transformatoren berekend, overbelastingen worden hier echter niet aangetroffen en ook de beschikbare grensoverschrijdende transportcapaciteit met Duitsland en België neemt niet af. Voor het interne net wordt in een beperkt aantal uitzonderlijke situaties overbelastingen van verbindingen en transformatoren berekend waarbij eventueel operationele maatregelen noodzakelijk zullen zijn.Deze maatregelen passen binnen de normale procedure voor het oplossen van netbeperkingen.
4
3.
Transport Systeem
Alle grensoverschrijdende elektriciteitsverbindingen in Nederland bestaan uit wisselstroomverbindingen. Wisselstroom kan ook worden toegepast bij zeekabelverbindingen als de afstanden binnen bepaalde grenzen blijft. In het geval van een verbinding tussen Nederland en Noorwegen worden de afstanden te groot en daarmee is een gelijkstroomverbinding het enige alternatief. Omdat aan beide zijden een aansluiting aan wisselstroomnetten gemaakt moet worden, zijn converterstations noodzakelijk. In de converterstations wordt wisselstroom aan de leverende zijde omgezet in gelijkstroom en aan de ontvangende zijde vice versa. Eén van de voordelen van gelijkstroom is dat het transport continu kan worden geregeld en gecontroleerd met betrekking tot richting en transportcapaciteit. Dit geeft voordelen met betrekking tot de bedrijfsvoering van de verbinding in relatie tot de markt. Het NorNed project was oorspronkelijk voorzien als een zogenaamde monopool interconnector. Dit is een systeem met één enkele hoogspanningskabel en met de zee en aarde als retourgeleider. Echter, reeds in de beginfase van het project bleek dit een niet haalbare oplossing te zijn voor een interconnector door de Noordzee vanwege risico's met betrekking tot mogelijke corrosie van pijpleidingen veroorzaakt door zwerfstromen. De uiteindelijke oplossing voor het NorNed project is de toepassing van de bipool met twee voor de volle spanning geïsoleerde kabels. De gekozen transmissiespanning is + en - 450 kV d.c. De transportcapaciteit is 600 MW aan de ontvangende zijde met een continu overbelastingscapaciteit van 100 MW. De verbinding heeft bij 600 MW een verlies van 4%, bij 700 MW bedragen de verliezen 5,5% [5]. De mogelijkheid bestaat om de verbinding uit te breiden naar 1200 MW. Uit de gemaakte analyse blijkt dat het financieel het aantrekkelijkst is om het huidige 600-700 MW projectvoorstel nu te realiseren en in een later stadium te evalueren of een uitbreiding naar 1200 MW financiële voordelen heeft, ref. [6].
5
4.
Kabel Technologie
NorNed maakt gebruik van conventionele kabel technologie met papier geïsoleerde, massa geïmpregneerde kabels met kopergeleiders, loden mantel en een dubbele bewapening van staaldraden. Genoemd ontwerp en technologie zijn wereldwijd bij de meeste interconnectoren toegepast. Het enige nieuwe aspect voor NorNed is de invoering van de dubbeladerige kabel. Dit zijn twee enkeladerige massa geïmpregneerde kabels welke in de fabriek gebundeld worden, elk met z'n eigen loodmantel maar met een gezamenlijke bewapening, ref. figuur 2. Deze uitvoering wordt toegepast in de Nederlandse en Duitse sector van het tracé om te voldoen aan de vergunningvoorwaarde om het magnetische veld van de verbinding tot een minimum te reduceren. De vergunningverleners hebben hierbij zowel naar kompasafwijkingen als naar zee vegetatie gekeken. Daarnaast levert de installatie van een gebundelde kabel minder verstoring op van de natuur. De dubbeladerige kabel is jaren geleden al door NKT Denemarken op de markt gebracht, de zogenaamde 'flat type cable'. De installatie van deze kabel heeft geen bijzondere risico's met zich meegebracht, zo heeft de ervaring geleerd. Een alternatief voor de dubbeladerige kabel is het bundelen van twee enkel-aderige kabels aan boord van het kabellegschip. In de Deense en Noorse sectoren, waar de waterdiepte groter is, worden twee conventionele enkeladerige kabels gescheiden van elkaar gelegd, zie figuur 3.
5.
Kabel Installatie
Om zeker te zijn van de beschikbaarheid van een kabellegschip wat een dubbel-aderige kabel kan installeren, heeft NorNed een separaat contract afgesloten met de eigenaar van kabellegschip Bourbon "Skagerrak", zie figuur 4. Nadat de kabel getransporteerd en gelegd is in het vooraf ge-engineerde en vergunde tracé, wordt de kabel beschermd, primair door trenchen (in een sleuf leggen). Voorzien is te werken met een trenching machine waarbij water onder hoge druk de bodem onder de reeds gelegde kabel verweekt waardoor de kabel in de gespoten sleuf zinkt door z'n eigen gewicht. In gebieden waar de zeebodem te hard is voor deze begraafmethode, wordt de kabel beschermd met stenen welke een volledige bescherming geven tegen vistuig. Deze vorm van bescherming zal ook worden toegepast op plaatsen waar de NorNed kabel andere kabels of pijpleidingen kruist.
6
Als de NorNed verbinding wordt vergeleken met de huidige Skagerrak verbinding (de HVDC verbinding tussen Noorwegen en Denemarken) dan introduceert NorNed nauwelijks nieuwe aspecten met betrekking tot risico's gedurende installatie. Een volledige risico analyse is recent uitgevoerd door Scandpower [4].
6.
Converter Technologie
Het is de intentie conventionele converter technologie toe te passen, gebaseerd op de toepassing van thyristoren. Deze worden samengesteld tot grote elektronische pakketten. Ze zijn gevoelig voor vervuiling en vocht en worden daarom opgesteld in een geconditioneerde ruimte. Bij de Skagerrakverbinding is dezelfde techniek toegepast, zie figuur 6. Het principeschema voor NorNed 600 of 700 MW, + en - 450 kV, is weergegeven in figuur 7. Om er zeker van te zijn dat de converterinstallatie het 220 en 380 kV net niet "vervuilt", moeten filters worden geïnstalleerd. Deze filters bestaan uit een combinatie van spoelen en condensatoren, zie figuur 8. De filterbanken nemen veel ruimte in beslag. In verband met de voortdurende zoutaanslag wordt overwogen de filters in Eemshaven overdekt op te stellen. Dit leidt tot twee enorme hallen als weergegeven in figuur 9. In Noorwegen worden de filters in ieder geval in een buitenopstelling geplaatst, zie figuur 8. In Feda is dus alleen voor de converterinstallatie een gebouw noodzakelijk. Afmetingen en vorm van de converterhal in Feda zijn nog niet bepaald.
7.
Converter Station Civiel
Met betrekking tot de converterhallen zijn er geen bijzondere risico's te verwachten. De bouw zal plaatsvinden volgens bekende methodes. In Eemshaven moet de installatie zodanig opgesteld worden dat overstroming de bedrijfsvoering niet kan storen. Het converterstation wordt daarom op een terp geplaatst. Tijdens de aanleg van die terp moet rekening worden gehouden met het inklinken van de opgebrachte grond. Dit kan een jaar duren. In Noorwegen bereikt de kabel het converterstation rechtstreeks vanuit het Fedafjord via een 1,5 km lange tunnel. Hoewel er geen bijzondere risico's verbonden zijn aan de aanleg van zo'n tunnel in de rotsen is in het budget een bedrag gereserveerd voor onvoorziene veiligheidsmaatregelen.
7
8.
Inbedrijfname, Bedrijfsvoering en Onderhoud, Levensduurverwachting
Er zijn ongetwijfeld uitdagingen welke betrekking hebben op de bedrijfsvoering van zo'n uitgebreid kabelsysteem. Ter vergelijking: de afstand tussen Noorwegen en Nederland is vier maal zo groot als de afstand tussen Noorwegen en Denemarken. De afstand is echter niet maatgevend, de vele jaren ervaring met de Skagerrak verbinding, andere Statnett kabelsystemen en kennis en ervaring in andere landen, laten zien dat een betrouwbare verbinding tot stand kan worden gebracht. Alle noodzakelijke kennis voor bedrijfsvoering en onderhoud is aanwezig, de enige kanttekening die hierbij kan worden geplaatst is dat de technische staf en kennis gereduceerd is omdat er de laatste jaren weinig activiteiten op dit gebied zijn. Daarom is er extra budget nodig om gedegen voorbereid te zijn op het voeren van onderhoud. De levensduur van de verbinding wordt gesteld op 40 jaar zonder dat grote herinvesteringen gedaan moeten worden. Dit is gebaseerd op de huidige in bedrijf zijnde verbindingen en de stand van zaken binnen de HVDC technologie. Een goed en degelijk onderhoudsprogramma zal de levensduur waarborgen. Onderhoud omvat eventuele reparatie van de kabel en het vervangen van defecte onderdelen in het converterstation alsmede het uitvoeren van preventief onderhoud. In de begroting is hierin voorzien, 12% van de convertercontractprijs bestaat uit reserveonderdelen. Het kabelcontract voorziet in de levering van 3 km reservekabel. Zie verder "NorNed — HVDC Transmission and Lifetime expectancy"[7].
8
9.
Projectplanning
Als het investeringsbesluit uiterlijk 1 november 2004 genomen wordt dan kan de verbinding in 2007 in bedrijf worden genomen. Een latere start vertraagt de inbedrijfname tot 2008. De projectplanning ziet er als volgt uit: 2004
2005
2006
2007
Kabelproductie Modificatie van kabellegschip Kabelinstallatie Tunnel Feda Converter gebouwen Converterengineering Converterproductie Assemblage Inbedrijfname
10.
Projectkosten
10.1
Investeringskosten
Ongeveer 80 % van de begroting is gedekt door lump sum contracten, deze kunnen alleen worden gecorrigeerd door stijging van loon- en materiaalkosten. Vanaf het moment dat de contracten afgeroepen worden zijn de prijzen vast.
9
De NorNed begroting is per maart 2004 als volgt opgebouwd: MEUR Kabel en Installatie Converters, incl. gebouwen Management and technische begeleiding Verzekering Reserve
270 160 30 12 24 496
Globaal de helft van de totale contractsom is afgesloten in Noorse Kronen, de andere helft in EURO's. Hiermee hebben beide partijen ongeveer hetzelfde valuta risico. De grootste onzekerheid schuilt in de prijsontwikkeling van koper en lood. In de begroting is rekening gehouden met de huidige hoge prijzen voor koper en lood, hierin is verder is nog een reserve voor metaal opgenomen. Er zijn reserves opgenomen in de begroting zoals bijvoorbeeld voor vertragingen tijdens kabeltransporten. De reserve bedraagt 5%. Dit is voldoende omdat, zoals reeds genoemd, de meeste contracten lump sum contracten zijn. Geconcludeerd kan worden dat de totale begroting van 496 MEUR, exclusief bouwrente, voldoende robuust is. De begroting is gedetailleerd weergegeven in [8][10].
10.2
Bedrijfsvoerings- en onderhoudskosten
De bedrijfsvoerings- en onderhoudskosten zijn op dit moment nog niet volledig uitgewerkt. Gebaseerd op ervaring met de Skagerrak verbinding worden voorlopige cijfers gehanteerd, ref. [1]. Exacte getallen van de Skagerrakverbinding zijn echter niet bekend omdat ze geïntegreerd zijn in de totale activiteiten van Statnett en Eltra. Voor zover bekend bedroegen de kosten in 2002 en 2003 MEUR 2,9 resp. MEUR 3,2 inclusief verzekeringen. De Skagerrak verbinding heeft converterstations met een capaciteit van 1000 MW, 100 km hoogspanningslijn, zee electrodes en in totaal 400 km zeekabel. Dit kan globaal vergeleken worden met NorNed. De schatting van de jaarlijkse bedrijfsvoerings- en onderhoudskosten van NorNed inclusief verzekeringen, zijnde 4 MEUR, is daarmee realistisch te noemen.
10
11.
Projectrisico's
11.1
Risico analyses
Er zijn een diverse risico analyses uitgevoerd gedurende verschillende fasen in het NorNed project. RAM-studies (Reliability, Availability and Maintenance) zijn uitgevoerd in twee fasen. Deze studies hebben voornamelijk betrekking op het vaststellen van de technische risico's, ref. [2]. De RAM studie concludeert een technische beschikbaarheid van de verbinding van 97,4 %. In 1998 heeft Twijnstra Gudde een risico analyse uitgevoerd met het doel risico management gereedschap te kunnen ontwikkelen voor de realisatie van het project, ref. [3]. In juni 2004 heeft Scandpower een risico analyse uitgevoerd om de huidige stand van zaken in beeld te brengen. Het resultaat van deze analyse is als volgt samengevat.
Degree of influence
3
2
1
>10 M€
>1 year delay
1-10 M€
1 month 1 year delay
0-1 M€
<1 month delay
P1, P2, L2, C2, C4, C15, C16
P6
D2, L1, C10, C11, C14, S3, C5, C8, S2, S7 S8, S11, S13, S14 P3, P5, P7, D1, C1, L3, L4, D3, S1, C6, C9, C12, C13, P4, C3, C7 S4, S5, S6, L5, D4, S9, S10, S12, D5, D6, D7, D8, C17 1
2
3
Degree of uncertainty
Uit de tabel blijkt dat er geen bijzondere risico's te verwachten zijn. In het rapport is beschreven dat verschillende eerder geïdentificeerde risico's inmiddels geëlimineerd zijn, dit zijn met name risico's welke een relatie hebben met de vergunningverlening. Van de resterende risico's worden de interfaces tussen de verschillende contracten en onvoorziene gebeurtenissen, voornamelijk offshore, als meest bepalend gezien.
11
11.2
Risico van faillissement van de kabelleverancier
Van kabelleverancier ABB is bekend dat ze in de Verenigde Staten i.v.m een asbestaffaire grote verliezen heeft geleden. Dit was gedurende een periode bedreigend voor de financiële positie van ABB. Inmiddels is het bedrijf weer in rustiger vaarwater terechtgekomen, de situatie keert terug naar het oorspronkelijke niveau. Vijf factoren geven vertrouwen dat de levering van kabel voor het NorNed project niet in gevaar komt: • De asbestaffaire is onder controle • De core business units van ABB boeken de laatste jaren goede financiële resultaten • Een aandelen emissie heeft de financiële positie verbeterd • Verkoop van bedrijfsdelen, zoals het grootste deel van de offshore sector, heeft de financiële positie eveneens verbeterd • ABB Cable in Karlskrona is onderdeel van de Zweedse tak van het ABB concern. Het is een zelfstandige bv welke niet beïnvloed wordt door de perikelen van het moederconcern. Ze kan overleven bij eventueel faillissement van het moederconcern.
11.3
Risico van vertraging door milieugroeperingen
Het risico dat het project vertraagd wordt door milieugroeperingen wordt klein geacht om de volgende redenen: 1. De door NorNed gekozen technische oplossingen voor de verbinding houden op zorgvuldige wijze rekening met het milieu omdat: • Een breuk in de kabel niet leidt tot milieuvervuiling • De dubbeladerige kabel in het Nederlandse en Duitse deel van het tracé praktisch geen resulterend magnetisch veld heeft • De kabeloppervlakte temperatuur beperkt blijft tot maximaal 35 °C (zelfs bij 700 MW) • De kabel over de gehele lengte zover in de bodem begraven wordt dat vistuig geen beschadigingen kan aanrichten • De landverbinding een ondergrondse kabel is, daarmee worden mogelijke bezwaren van een bovengrondse hoogspanningslijn vermeden • De converterstations voldoen aan gestelde milieu- en geluidseisen 2. Het langdurige en zeer intensieve traject van vergunningverlening heeft het project in nauw contact gebracht met milieugroeperingen. Er is rekening gehouden met hun opmerkingen en bezwaren, de gekozen oplossingen zijn tot ieders tevredenheid. 3. In het meest gevoelige gebied, de Waddenzee, is de planning van de installatieactiviteiten aangepast aan voorwaarden welke door de natuur gesteld worden. De werkzaamheden vinden plaats in een (korte) periode buiten het vogelbroedseizoen, de periode van dragende en zogende zeehonden, etc..
12
4. Telecombedrijf Tycom heeft in de Waddenzee een kabel geïnstalleerd parallel aan en dichtbij het NorNed kabeltracé. De installatie heeft plaatsgevonden zonder milieu incidenten en zonder problemen met milieuorganisaties. 5. De Noorse milieuorganisaties steunen het project omdat met de energie uitwisseling tussen de Noorse waterkracht en de Nederlandse thermische electriciteitsopwekking meer optimaal gebruik gemaakt wordt van de bestaande bronnen.
11.4
Technische risico's
Voor een totaaloverzicht van de technische risico's wordt verwezen naar de risico analyse welke door Scandpower is uitgevoerd [4]. Voor een analyse van de technische risico's kan een vergelijking getrokken worden tussen NorNed en de in bedrijf zijnde Statnett Skagerrak verbinding. De Skagerrak kabel ligt plaatselijk dieper dan de geplande NorNed kabel. Het tracé gaat deels door een ondiepe sector en de noordkust van Denmarken is met z'n zandmigraties vergelijkbaar met de situatie in de Waddenzee. In het ondiepe deel vinden de meeste visserijactiviteiten plaats, bescherming van de kabel is hier van groot belang. De routeaspecten zijn vergelijkbaar met die van NorNed. Alle ervaringen welke door Statnett zijn opgedaan met de installatie en bedrijfsvoering van de Skagerrak 1,2, en 3 verbindingen, zijn gebruikt bij de voorbereidingen van NorNed. Hiermee worden de risico's voor NorNed aanmerkelijk beperkt. Het is duidelijk dat de langere NorNed verbinding meer installatie- en bedrijfsvoeringrisico's met zich meebrengt. De "RAM-study - Phase II"[2] toont echter aan dat de geaccumuleerde risico's acceptabel zijn. Voor het basisontwerp van de kabel wordt gebruik gemaakt van conventionele techniek, de "massageïmpregneerde kabel". Milieueisen noodzaken bundeling van de kabels in de Waddenzee en het Duitse beheersgebied. Het risico in productie en installatie van gebundelde kabels wordt niet als een bijzonder risico gezien. Bundeling in de fabriek beperkt het installatie risico ten opzichte van bundeling aan boord van het kabellegschip. Installatie ervaring met de vergelijkbare flat-type kabel (van fabrikant NKT) is verkregen met de uitvoering van de Konti-Skan en de Kontek verbindingen. Verder heeft de fabrikant met succes type proeven uitgevoerd aan de kabel. In Noorwegen is de samenstelling van de rotsen nabij het converterstation onderzocht, en hierbij is vastgesteld dat het constructie risico van de 1,5 km lange kabeltunnel in Noorwegen laag en controleerbaar is. Het ontwerp is gemaakt door Multiconsult AS, een erkend engineeringbureau. De gecontracteerde aannemer, Veidekke ASA, heeft uitgebreide expertise op dit gebied. De aanleg duurt ongeveer 12 maanden, de werkzaamheden starten direct na het investeringsbesluit zodat mogelijk oponthoud niet op het kritische pad komt te liggen.
13
12.
Conclusie
Het NorNed kabel HVDC Project is een doordacht project met een beheersbaar kost- en risicoprofiel.
13.
Referenties
[1] Statnett/TenneT2004-06-10 NorNed - Operation and Repair Costs [2] Berdal StrømmeApril 1998 RAM-study - Phase II [3] Twijnstra-Gudde 1998-07-16 NorNed — Risk analysis [4] Scandpower June 2004 NorNed - Project Risk Analysis [5] Statnett/TenneT2004-06-09 NorNed — Continuous Transmission Capacity [6]Statnett/TenneT 2004-02-12 Preparation for 1200 MW transmission capacity across Waddensea [7] Statnett/TenneT2004-06-21 NorNed — HVDC Transmission and Lifetime expectancy [8] Statnett/TenneT 2004-04-28 Comparable Cost Estimates for 600 and 1200 MW Transmission Capacity between Norway and the Netherlands [9] TenneT 2004-06-24 Loadflowconsequenties NorNedkabel [10] Statnett/ TenneT 29-07-2004 Master Control Estimate
14
Figuur 1: Feda - Eemshaven
15
Figuur 2: Dubbeladerige kabel
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Copper conductor Oil-impregnated paper insulation Semi-conductive layer Lead alloy sheath FE sheath Bedding Galvanized steel tapes Armour of steel wire Polypropylene outer protection Figuur 3: Enkeladerige, massa geïmpregneerde HVDC kabel
16
Figuur 4: Kabellegschip Bourbon Skagerrak
Figuur 5: Kabel trencher
17
Figuur 6: Thyristorbanken van de Skagerrak verbinding
Figuur 7: Principe schema van NorNed: 600 MW, + en — 450 kV
18
Figuur 8: Converterhal en filters van de Skaggerak verbinding
Figuur 9: Converterstation in Eemshaven
19