© Noordhoff Uitgevers bv
1. PERSOONSGEGEVENS VAN JE DOELGROEP
Wat vindt het winkelend publiek?
2. VRAGEN DIE DE GEHELE MARKETINGMIX BESTRIJKEN:
De 6 P’s
© Noordhoff Uitgevers bv
PERSOONSGEGEVENS:
Wat is uw leeftijd? Leeftijd: < 20 20 – 25 25 – 30 30 - 35
OPDRACHT
Noteer steeds wat er fout is aan de vraagstelling. Doe dit ook bij de volgende dia’s Bespreek dit met een medeleerling © Noordhoff Uitgevers bv
Leeftijd niet vragen, maar inschatten! Hanteer leeftijdsklassen:(ruime groepen maken) 10 t/m 20 21 t/m 30 31 t/m 40 Ouder dan
jr jr jr 40 jr
© Noordhoff Uitgevers bv
PERSOONSGEGEVENS:
WAAR KOMT U VANDAAN? HOE BENT U HIER GEKOMEN? HOE KOMT U MEESTAL NAAR GRONINGEN? HOE KOMT U NAAR DE WINKEL TOE? WOONT U:
WOONT U:
A. IN GRONINGEN,
A. IN GRONINGEN,
B. BUITEN GRONINGEN,
B. 5 km van de stad
C. ELDERS
C. 30 km van de stad © Noordhoff Uitgevers bv
Wat is uw woonplaats?……………………………………………
Of
Woont u in: a. Stad Groningen b. Elders buiten Groningen,……………………… Bent u hier met: a. Auto b. Openbaarvervoer c. Fiets/bromfiets d. Lopend e. Anders:…………………………………
© Noordhoff Uitgevers bv
PERSOONSGEGEVENS:
WAT IS UW INKOMEN? HOEVEEL VERDIENT U PER MAAND? 0
– 200
200 – 400 400 - 600 IN WAT VOOR AUTO RIJDT U? WAT IS UW GEMIDDELDE INKOMEN? © Noordhoff Uitgevers bv
In plaats van inkomen moet je het Welstandsniveau Proberen in te schatten, door: Heeft u een: a. huurhuis b. koophuis i. vrijstaand ii. 2-onder-een-kap iii. Bovenwoning/tussenwoning IN WAT VOOR
• • • • •
AUTO RIJDT U?
Over hoeveel auto’s beschikt uw huishouden? Hoeveel maal per jaar gaat u op vakantie? Wat zijn uw hobby’s? Welke dag- en weekbladen leest u? Wat is uw hoogst genoten opleiding? © Noordhoff Uitgevers bv
VRAGEN MARKETINGMIX: De 6 P’s PROBEERT U ZOVEEL MOGELIJK TE KOPEN IN EEN WINKEL? HOEVEEL GEEFT U PER WEEK UIT? KOOPT U VAAK IN ANDERE PLAATSEN UW KLEDING? KOOPT U REGELMATIG IN EEN DISCOUNTWINKEL? WAT HEEFT U VOOR EEN FLES DRANK OVER? KOOPT U VOOR U ZELF OF OOK VOOR ANDEREN? © Noordhoff Uitgevers bv
VRAGEN MARKETINGMIX: De 6 P’s WELKE PRODUCTEN BENT U VANDAAG VAN PLAN AAN TE SCHAFFEN? HOE VAAK PER JAAR KOOPT U KLEDING? BENT U MERK GEBONDEN? HOEVEEL GEEFT U PER KWARTAAL UIT AAN SPORTKLEDING HOEVEEL BESTEED U PER ½ JAAR AAN SCHOENEN/PARFUMERIE © Noordhoff Uitgevers bv
Hoeveel besteedt u per maand aan dameskleding: a. Minder dan € 100 b. € 100 t/m € 250 c. € 250 t/m € 500 d. Meer dan € 500 Welk bedrag wilt u maximaal besteden aan een paar schoenen? a. € 25 b. € 50 c. € 75 d. € 100 e. Meer dan € 100 • • •
Koopt u ook kleding via postorderbedrijven of internet? Kunt u 3 winkels noemen waar u uw kleding koopt? Kunt u 5 merken noemen die u koopt?
© Noordhoff Uitgevers bv
VRAGEN MARKETINGMIX: De 6 P’s VINDT U UW ZAAK MAKKELIJK BEREIKBAAR? ZIJN ER IN DE OMGEVING VOLDOENDE FACILITEITEN/VOORZIENINGEN? WAT IS BELANGRIJKER STATUS OF KWALITEIT? HEEFT HET PERSONEEL ER VEEL VERSTAND VAN? LET U OP PRIJZEN EN KWALITEITSVERHOUDINGEN? BENT U GEVOELIG VOOR SERVICE? © Noordhoff Uitgevers bv
Welk product/merk mist u in het assortiment van deze winkel? a. Schoenen b. sokken c. Stropdassen d. riemen Welk service-aspect ziet u graag in een winkel? a. Pin-automaat b. klantenkaart c. bezorgdienst d. klantentoilet e. Speelhoek kinderen • • •
Over welke eigenschappen moet het personeel beschikken? Welke aspecten vindt u belangrijk als het om de inrichting van een winkel gaat? Welke voorzieningen wilt u graag in de nabijheid van een winkel aantreffen?
© Noordhoff Uitgevers bv
© Noordhoff Uitgevers bv
1
BEDENK EERST EEN AANTAL PERSOONLIJKE VRAGEN
Begin met een 5-tal algemene vragen over de persoonlijke situatie van de respondent Waarom? • al vragende maak je kennis met een onbekende persoon • de persoon wordt door de persoonlijke vragen gerustgesteld • je kunt diverse subjectieve zaken inschatten, zoals: • leeftijd • sociale klasse • welstandsniveau • De geënquêteerde kan dan WARMDRAAIEN © Noordhoff Uitgevers bv
2
FORMULEER PROBLEEMSTELLINGEN Probleemstellingen zijn centrale vragen die door een onderzoek worden beantwoord Probleemstelling: Is Haren een geschikte vestigingsplaats voor mijn golf-sport-speciaalzaak? Voorbeeld enquêtevragen: • Beoefent u de golfsport? • Waar koopt u uw golfartikelen? • Hoeveel besteedt u per jaar aan deze golfartikelen? • Koopt u steeds bij dezelfde winkel uw golfartikelen, of gaat u bij meerdere sportzaken shoppen? © Noordhoff Uitgevers bv
HANTEER DE 6 P’S ALS UITGANGSPUNT VOOR JE PROBLEEMSTELLINGEN! MARKETINGMIX: De 6 P’s
• • • • • •
Plaats, winkelcentrum, straat, winkel Product, assortiment, merken Prijs, passend bij winkelformule Personeel, jong/oud, M/V vakkennis Presentatie, winkelinterieur/exterieur, overzicht Promotie, folders, kranten, aanbiedingen © Noordhoff Uitgevers bv
3
FORMULEER per PROBLEEMSTELLING een aantal ENQUÊTE VRAGEN.
Per probleemstelling bedenk je ± 3 vragen Je bepaalt zelf welke probleemstelling je belangrijker vindt voor jouw onderzoek. Hier stel je dus meer vragen over. Samen met de ± 5 persoonlijke vragen bestaat de enquête uit ± 20 vragen
© Noordhoff Uitgevers bv
4
Bedenk bij je vragen al de mogelijke antwoorden, zodat je snel kunt enquêteren.
Woont u in: a. b. c. d. e. f.
Delfzijl Appingedam Uithuizen Bedum Ten Boer Elders: …………………………………………..
© Noordhoff Uitgevers bv
Welke eigenschappen moet het personeel bezitten: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Direct helpen zodra u de winkel betreedt U laten shoppen maar op verzoek helpen Man Vrouw M/V niet belangrijk Jonger dan 23 jr Ouder dan 23 jr Over veel vakkennis beschikken Tijd hebben voor een praatje
© Noordhoff Uitgevers bv
5
Ontwerp een antwoordenmatrix waarop je vlot de gegevens kunt afhandelen. Dus, geen 50 enquêteformulieren maken en (laten) invullen. Dit geeft gigantisch veel nawerk!
Vragen Ð
Respondent Î
12 Personeel
A direct
1
2
3
4
5
6
7
8
Î
B wachten C Man D Vrouw E M/V F < 23 jr G Ouder
© Noordhoff Uitgevers bv
LET OP! HOUD REKENING MET HET VERSCHIL TUSSEN OPEN en GESLOTEN VRAGEN Een open vraag levert veel meer informatie,maar is voor een enquête lastig te verwerken. Richt je daarom op het formuleren van gesloten vragen. Voorbeeld open vraag:
Wat vindt u van deze winkel? De respondent zal een uitgebreid antwoord geven Hoe verwerk je dit antwoord?! © Noordhoff Uitgevers bv
5
Houd rekening met het volgende binnen je enquête:
VOUTLOOS TAALGEBRUIK Vindt u een bezorgdienst belangrijk? Hoeveel besteedt u per maand …….. TIP:vul het werkwoord LOPEN in om te bepalen
of een werkwoord op een D of T eindigt.
Vermijd vaktaal als: • Discountformule • prijs/kwaliteitsverhouding, • Verzorgingsgebied • voorzieningenniveau © Noordhoff Uitgevers bv
GEBRUIK GEEN ONTKENNINGEN IN DE VRAAG Vindt u ook niet dat hier een PIN-automaat ontbreekt? Vermijd de woorden NIET en GEEN in je vraag Op de vraag:Heeft u geen huisdieren? kan een alerte respondent antwoorden: JA! Heeft de persoon nu wel of geen huisdieren? Als je JA antwoordt op deze vraag dan bedoel je dus, dat je inderdaad géén huisdieren hebt!
© Noordhoff Uitgevers bv
GEBRUIK GEEN SUGGESTIEVE VRAGEN. DIT ZIJN VRAGEN MET EEN MENING. Vindt u dit ook een ongezellig winkelcentrum?
Mist u hier ook een winkel in auto-accessoires? Vindt u het personeel ook zo onverzorgd?
Denkt u dat een boekenwinkel in dit winkelcentrum uitkan?
© Noordhoff Uitgevers bv
VERMIJD OOK DE VOLGENDE SUBJECTIEVE WOORDEN IN JE VRAGEN: •
Regelmatig
•
Gemiddeld
•
Veel, vaak
•
Soms, en ook nooit
© Noordhoff Uitgevers bv
DE OPDRACHT HOUDT DUS IN: 1. BEDENK EEN 5-TAL PERSOONLIJKE VRAGEN 2. BEDENK EEN AANTAL PROBLEEMSTELLINGEN 3. FORMULEER 20 GOEDE ENQUÊTE VRAGEN 4. MAAK EEN GOEDE ANTWOORDENMATRIX
(je kunt je enquêtevragen van Word naar Excel kopiëren)
5. PRINT DE ENQUÊTE + MATRIX UIT EN LAAT HET GEHEEL CONTROLEREN DOOR JE BEGELEIDER.
© Noordhoff Uitgevers bv
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat vind u van deze winkelstraat?
© Noordhoff Uitgevers bv
© Noordhoff Uitgevers bv
Eén moment……, daar lopen net twee leuke jongens!
© Noordhoff Uitgevers bv
Zeg Nou,jongens, kom maar help op met me eens die vragen, even, ik dat moet lossen voor weschool wel even 50 mensen op!!! enquêteren.
Zeg jongens, help me eens even, ik moet voor school 50 mensen enquêteren.
© Noordhoff Uitgevers bv
© Noordhoff Uitgevers bv