Ankerverhaal kern 4
Nooit te oud voor avontuur ‘Zo,’ zegt oma. ‘Hebben de pannenkoeken lekker gesmaakt?’
P op zijn wang af. Hij knikt van ja. Zijn vriend Salim zegt beleefd G :
Tim veegt de stroop hij zegt het netjes
‘Ja, mevrouw.’
i op de bank. ‘Pff, ik plof G !’ zucht ze. Saar hangt
ik zit helemaal vol!
Oma past vandaag op. ‘Wat gaan jullie dadelijk doen?’ vraagt oma. ‘Salim en ik willen computeren,’ zegt Tim. ‘Ik wil tv kijken,’ zegt Saar. ‘Wat?’ roept oma uit. ‘Computeren? Tv kijken? Jullie willen toch niet de hele dag in huis rondhangen?’ ‘Waarom niet?’ zegt Tim. auto’s, bussen, fietsen, brommers, scooters die op straat rijden
‘In onze buurt is veel druk verkeer
G. Wij mogen alleen maar naar het
speeltuintje van mama, omdat we dan de straat niet over hoeven te steken.’ ‘Naar het speeltuintje,’ zegt oma, ‘dat is toch veel leuker dan hier in huis blijven.’ ‘Niet waar.’
zegt er iets van
Saar bemoeit
G zich er ook mee.
‘In de speeltuin zijn meestal grote jongens. Die jagen ons altijd weg. Ik ga
G i P
a2
tv kijken, hoor.’ leg uit/synoniem
Oma is even stil. Ze staart wat voor zich uit.
doe voor
‘Goed,’ zegt ze ineens.
laat zien
‘Geef me papier, een pen, een schaar en een dobbelsteen. Jullie mogen
wijs aan (het cijfer ver-
een half uur computeren en tv kijken. Daarna gaan we op weg.’
wijst naar de bijbeho-
‘Op weg?’
rende verhaalplaat in
Saar kijkt oma raar aan.
anker 4)
1
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
‘Ja, we gaan op avontuur.’ Oma kijkt alsof ze het echt meent. ‘Maar oma,’ sputtert Saar tegen. ‘Jij bent toch veel te oud voor avontuur.’ ‘Meisje, geloof je oude oma nou maar: je bent nooit te oud voor avontuur.’ ‘Maar oma,’ zegt Tim. ‘Dat gaat toch niet met die duwkar van jou.’ ‘Lieverd, wacht maar af,’ lacht oma. ‘Dat karretje van mij is juist superhandig als je op avontuur gaat.’ Als Tim en Salim na een half uur beneden komen, zien ze het karretje
a 2 van oma al in de gang klaar-
staan. Er ligt een fles appelsap in en een groot pak koekjes. Oma heeft ook gedacht aan papieren zakdoekjes, pleisters, broodjes, touw, een verrekijker een paar plastic tasjes en een zakmes
P.
P,
Waarom zou oma dit alles meenemen? ‘Zou mijn vader dat wel goedvinden?’ vraagt Salim. Hij kijkt alsof hij oma maar een rare vindt. ik heb op alles gerekend; ons kan niks gebeuren
‘Tuurlijk wel! Ik ben toch bij jullie en ik ben op alles voorbereid
G,’ grinnikt i oma.
‘Dat komt doordat ik vroeger zeerover ben geweest.’ ‘Dat is een grapje,’ zegt Tim tegen Salim. ‘Oma doet echt niks, hoor.’ ‘Saar, kómen!’ roept oma. ‘We gaan.’ ‘Welke weg nemen we eigenlijk, oma?’ vraagt Tim. geeft aan hoe we zullen lopen waar twee straten bij elkaar komen
‘De dobbelsteen bepaalt ‘Bij elk kruispunt
Gonze weg,’ zegt oma.
G gooien we met de dobbelsteen. Als we één of twee
gooien, nemen we de weg naar links. Als we drie of vier gooien, vólgen we de kant van je rechterhand op in dezelfde richting blijven gaan de kant van je linkerhand op
de weg gewoon. En als we vijf of zes gooien, slaan we rechtsaf ‘En als er dan geen weg rechtdoor ‘Of geen linksaf
G of rechtsaf?’
Gi is?’ vraagt Saar.
G.’
‘Dan gooien we gewoon opnieuw.’ Oma doet de deur open. ‘Hup, jullie.’
2
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 4
A n ke r v e r h a a l ke r n 4
‘Mag ik gooien?’ vraagt Saar. ‘Dat is goed,’ zegt oma. ‘En daarna om de beurt.’ Saar gooit twee. Oma doet de voordeur op slot. ‘Nee, Saar,’ roept Tim. ‘Je gaat naar rechts. We moeten de andere kant op, naar links.’ En daar gaan ze. Niet al te snel. Want oma houdt van rustig aan lopen. Bij de eerste zijstraat mag Tim gooien. Hij gooit vier, dus lopen ze gewoon rechtdoor. ‘O ja,’ zegt oma, ‘dat had ik nog niet verteld. Ik heb ook een stapel gelukskaartjes gemaakt. Telkens als een van jullie een dier ziet dat nog niemand gezien heeft, mag je een kaartje pakken.’ Stel dat je meedoet aan een spel met gelukskaartjes. Wat zou jij graag op jouw gelukskaartje lezen? een kever(tje), een klein beestje
‘Kijk hier, een tor
G.’
Salim wijst naar een klein, zwart torretje op de stoep. Goed zo!
‘Bravo
G,’ zegt oma.
Ze geeft Salim een kaartje. Salim leest voor: ‘Eet een koek.’ Oma pakt een koekje voor Salim. verbaasd en teleurgesteld (kennen
Saar en Tim kijken een beetje beteuterd
de kinderen dit woord van kern 1?)
‘Jullie beurt komt vanzelf,’ zegt oma.
G.
‘Jij mag trouwens gooien, Salim.’ Tim, Salim en Saar krijgen steeds meer plezier in hun speurtocht. Dan weer naar links, dan weer naar rechts, dan weer rechtdoor. Nu lopen ze over de dijk langs het kanaaltje
a 4. Voorlopig kunnen ze
alleen maar rechtdoor. ‘Een libel,’ roept Saar ineens. ‘Ik mag een kaartje!’ Ze hebben al een tor, hond, een poes, een wesp, een mus en een vlieg gezien. ‘Ik zie een gans a 4,’ zegt Salim.
3
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
Op het kaartje van Saar staat: zoek een tak. Salim mag alweer een koekje eten. Als ze bij de brug over het kanaaltje komen, gooit Tim twee en gaan ze links de brug over. Salim gooit vijf. Ze slaan rechtsaf en lopen het bos in. ‘O, wat lief daar, een konijn.’ Tim wijst naar de struiken. ‘Daar sprong hij in. Een kaartje!’ Tim moet ook al een tak zoeken. Ze bewaren alle takken in het karretje van oma. Er zitten hele mooie bij. Een heeft de vorm van een S. Ze lopen naar links, naar rechts, rechtdoor, weer naar links. Na een tijd zijn ze midden in het bos. Ineens zegt oma: ‘Lieverds, een mens is nooit te oud voor avontuur, maar nu ben ik toch wel erg moe. Ik moet even uitrusten.’ Oma gaat op haar jas op de grond zitten. ‘Pak maar wat te drinken, jongens. En ga daarna maar lekker spelen in het bos. Wel in de buurt blijven, hoor!’
Waarom wil oma uitrusten en de kinderen niet? Dat laten de kinderen zich geen twee keer zeggen. Computeren is wel leuk, maar wie het eerst boven op die heuvel is, is een veel leuker spel. Ze rennen en klimmen en rollebollen door het bos. Tot Saar ineens zegt: ‘Hoe zou het met oma zijn?’ Alle drie hollen ze zo snel ze kunnen terug naar oma. ‘Sssst,’ doet Saar. ‘Oma slaapt!’ Zachtjes lopen de kinderen naar oma toe. Ze leunt met haar hoofd tegen een boomstam
a 5.
‘Het is zielig om haar wakker te maken,’ fluistert Tim. ‘Heb je die lucht gezien?’ vraagt Salim. En dan zien Tim en Saar ook hoe donker de lucht is. ‘Het gaat dadelijk regenen,’ zegt Salim. Wat zouden ze kunnen doen om niet nat te worden? ‘Zullen we een dak boven oma maken?’
4
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 4
A n ke r v e r h a a l ke r n 4
Boven oma hangt een tak. Daar knopen ze met touw de takken uit oma’s karretje aan. Daar bovenop maken ze de plastic tasjes vast. Ze zijn net klaar als de eerste druppels vallen. De kinderen passen er nog net bij in de hut. ‘Euh,’ gaapt
i oma ineens, ‘wat gebeurt hier
allemaal?’ ‘Je was in slaap gevallen,’ zegt Saar. ‘En het gaat regenen. Maar wij hebben een hut voor je gemaakt.’ ‘Wat goed van jullie.’ Oma kijkt trots a 6.
Kijken jullie ook wel eens trots? Wanneer bijvoorbeeld? Nadat de kinderen enkele voorbeelden hebben gegeven, vat u samen: Je bent trots als je vindt dat jij, of misschien wel iemand anders, iets heel goed gedaan hebt. Oma is trots omdat de kinderen zo’n mooie hut gemaakt hebben tegen de regen. ‘Gelukkig ben ik niet nat geworden. Jullie hut ziet er prachtig uit. Wat een goede schuilplaats. Ik ben heerlijk uitgerust. Als het droog is, gaan we terug naar huis. Kom laten we nu maar koekjes eten en limonade drinken. Wie kent er een leuke mop?’ Het duurt een hele tijd voor de regen gestopt is. Eindelijk kunnen ze gaan. ‘Het is al vijf uur,’ zegt Tim. mama zal denken: waar zijn ze toch?
‘Ik denk dat mama al thuis is. Ze zal zich wel afvragen
G waar we zijn.’
‘Ach,’ zegt oma, ‘ik ben er toch bij.’ Het eerste stuk terug door het bos weten ze nog wel. Maar dan willen Saar en Tim naar links en oma naar rechts. de weg kwijtraken
‘Ik heb van mijn vader veel geleerd over verdwalen
G,’ zegt Salim.
‘Daarom heb ik bij ieder kruispunt steeds een teken in de grond gemaakt met een tak. Maar ik kan dat teken niet meer vinden. Het zal wel weggeregend zijn.’ ‘Tja, wat nu?’ zegt oma. ‘Stil eens,’ zegt Salim ineens. ‘Ik hoor een auto rijden.’ Dan horen de anderen het ook. kant dan ontdekken we het wel, dan
G van het geluid op,’ beslist oma. ‘Daar komen we er vast wel achter G waar we zijn.’
‘We lopen de richting
komen we het te weten
5
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
Na tien minuten lopen staan ze bij een weg. Wat nu? Oma veegt eerst haar schoenen af. vieze, natte grond
‘Wat een modder
G. Moet je mijn karretje
zien!’ Is er iets niet in orde?
‘Problemen
G?’
Een man in overall
a 7 op een tractor a 7
is bij oma en de kinderen gestopt. ‘Euh, een beetje,’ zegt oma. ‘We zijn verdwaald en ik ben niet meer zo ik kan niet meer zo goed lopen
goed ter been
G. We moeten naar de
Sterrenweg.’ ‘Dat is inderdaad een heel eindje,’ zegt de man. ‘Maar ik breng jullie wel, hoor. De kinderen en uw karretje kunnen achter in de wagen. Ik help u wel in de tractor.’ Dat laten de kinderen zich geen twee keer zeggen. Het is net vakantie. op weg naar huis
Onderweg
G zingen ze ‘We gaan nog niet naar huis’. Ze zwaaien naar alle
mensen die ze tegenkomen. Als ze de Sterrenweg inrijden, roepen ze: ‘Jammer, nu al!’ Mama komt meteen naar buiten gestormd. ‘Waar waren jullie? Wat zien jullie eruit! Wat is er gebeurd?’ De kinderen springen uit de wagen. De boer helpt oma uit de tractor. Ze vertellen allemaal door elkaar heen. ‘We waren op avontuur.’ ‘We hebben een hut gebouwd.’ ‘We waren de weg kwijt.’ ‘We hebben een konijn gezien.’ ‘De boer heeft ons gered.’ ‘Het was heel spannend.’ ‘Mooie oppas ben jij,’ moppert mama tegen oma. ‘Ja!’ roepen Saar en Tim. ‘Onze oma is de beste oppas! Echt avontuur is veel leuker dan op de computer.’
Auteur: Annemarie Bon
6
Veilig leren lezen Ankerverhaal kern 4, verkorte versie - © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
ankerverhaal
A n ke r v e r h a a l ke r n 4