NOGEPA - Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie NOGEPA vertegenwoordigt de olie en gas producerende maatschappijen in Nederland, zowel op land als op het Nederlandse deel van de Noordzee. Het doel van NOGEPA is om olie en gasvoorraden zo efficiënt, veilig en milieubewust mogelijk te winnen. De vereniging behartigt de belangen van al haar leden en geassocieerde leden en hecht daarbij groot belang aan de maatschappelijke context. Ontwikkelingen op het gebied van veiligheid, duurzaamheid en klimaat worden nauwlettend gevolgd. Dit document is ontstaan naar aanleiding van de NOGEPA industriedag 2009 en is ontwikkeld in samenwerking met de oliemaatschappijen, toeleveranciers en logistieke dienstverleners. De laatste versie van dit document vindt u op www.nogepa.nl
Inleiding / Leeswijzer Dit document is bedoeld voor partijen die goederen aanleveren voor verscheping naar Offshore Locaties op de Noordzee via de volgende logistieke dienstverleners; Peterson SBS Den Helder B.V. Paleiskade 41 1781 AN Den Helder ASCO Holland (Logistics) Strandweg 2 1976 BS IJmuiden Verscheping via Peterson SBS Den Helder kan tevens geschieden via de volgende locaties: Peterson SBS Den Helder B.V. Locatie: HUB Industrieweg 31-35 1785 AG Den Helder Total E&P Nederland B.V. Locatie: Warehouse Den Helder Handelskade 10 1785 AC Den Helder In dit document vindt u tevens de additionele informatie met betrekking tot aanleveren bij deze locaties. Tijdens uw levering aan een van de bovenstaande locaties dient u zich te houden aan de richtlijnen die zijn opgesteld door de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA). Naast de NOGEPA regels en voorschriften gelden er ook specifieke regels en voorschriften voor de verschillende locaties en per operator. Binnen de 12-mijlszone geplaatste booreilanden en productieplatforms worden door de douane als binnenland gebied aangemerkt. Buiten de 12-mijlszone geplaatste booreilanden en productieplatforms worden door de douane technisch als buiten de EG zijnde aangemerkt.
Inhoud 1 Verpakken en inspectie ......................................................................................................................... 5 1.1 Verpakken ...................................................................................................................................... 5 1.1.1 Gesloten offshore containers ................................................................................................... 5 1.1.2 Open offshore baskets ............................................................................................................. 5 1.1.3 Afwijkingen ............................................................................................................................. 6 1.1.4 Onjuiste verpakking ................................................................................................................. 6 1.2 Offshore(tank)containers & bijbehorende hijsmiddelen voor het NL Continentaal Plat ................... 6 1.2.1 Eisen/Richtlijnen...................................................................................................................... 6 1.2.2 Nieuwe en bestaande offshore containers ............................................................................... 7 1.2.3 Inspectie en onderzoek ............................................................................................................ 7 1.2.4 Inspectie-interval IMO-tankcontainers (zie IMDG-Code) .......................................................... 7 1.2.5 Certificatenbeheer................................................................................................................... 7 1.2.6 Kleurcodering conform IMO/EKH ............................................................................................. 7 1.2.7 Ongecertificeerde materialen .................................................................................................. 8 1.3 Pre-shipment inspectie van offshore containers ............................................................................. 8 1.4 Inspectie-eisen van afwijkende materialen ..................................................................................... 8 1.5 Uitzonderingen Offshore(tank) containers & hijsmiddelen Engels Continentaal Plat ....................... 9 1.5.1 Nieuwe en bestaande offshore containers ............................................................................... 9 1.5.2 Inspectie en onderzoek............................................................................................................ 9 2 SNS-pool ............................................................................................................................................. 10 2.1 SNS-pool – Transportvoorwaarden algemeen ............................................................................... 10 2.1.1 Aanmelden van materialen / lading ....................................................................................... 10 2.1.2 Aanleveren van lading / materialen ....................................................................................... 10 2.1.3 Bulkverlading......................................................................................................................... 11 2.1.4 Aanmelden retourlading ........................................................................................................ 11 2.1.5 Retourlading .......................................................................................................................... 12 2.1.6 Afhaalvoorwaarden ............................................................................................................... 12 2.1.7 Transport van gevaarlijke en milieuschadelijke stoffen .......................................................... 13 3 Toegangsvoorwaarden ........................................................................................................................ 14 3.1 Levering Paleiskade – Additionele voorwaarden en informatie ..................................................... 14 3.2 Levering HUB – Additionele voorwaarden en informatie .............................................................. 15 3.3 Levering Total E&P – Additionele voorwaarden en informatie ...................................................... 16 4 Levering Asco ...................................................................................................................................... 17 4.1 Levering ASCO Holland – Additionele voorwaarden en informatie lading ...................................... 17 4.1.1. Aanmelden van materialen / lading ...................................................................................... 17 4.1.2 Aanleveren van losse materialen ........................................................................................... 17 4.1.3 Afwijkende regeling ............................................................................................................... 18 4.1.4 Aanleveradres ....................................................................................................................... 18 Appendix A: Cargo checklist algemeen ................................................................................................... 19 Appendix B: Cargo checklist tankcontainers ........................................................................................... 19 Appendix C: Inspectie interval offshore containers ................................................................................. 19 Appendix D: Inspectie interval van hijsmateriaal verbonden aan offshore containers ............................. 19
NOGEPA Transportvoorwaarden algemeen 1 Verpakken en inspectie 1.1 Verpakken Als basisregel worden alle materialen die in een offshore container passen ingepakt in een daarvoor geschikte offshore container. Boorpijpen, casing en dergelijke vormen hier een uitzondering op en worden gebundeld en gestropt. Mocht dit niet mogelijk zijn moet dit vooraf worden besproken met de Materiaal Coördinator van de desbetreffende Operator. 1.1.1 Gesloten offshore containers Bij gebruik van offshore containers is het noodzakelijk dat voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat bij het openen van de containerdeuren lading naar buiten valt. Dit kan bijvoorbeeld d.m.v. een veiligheidsnet of een „insert‟. Alle offshore containers dienen met gesloten deuren te worden aangeleverd. Borging van gesloten deuren dient te geschieden door middel van een deugdelijke seal met uniek ID nummer in verband met de ISPS code. 1.1.2 Open offshore baskets Voor het beladen van open baskets zijn de volgende richtlijnen van toepassing: • Wanneer de lading meer dan 10 cm vrije ruimte rondom heeft moet deze gesjord worden om ongewenste bewegingen te voorkomen. • Lading die boven de rand van de basket uitkomt maar wel op de vloer van de basket staat moeten zijn voorzien van minimaal 2 sjorbanden of –kettingen. Wanneer de lading uit losse onderdelen bestaat, b.v. losse planken / plaatmateriaal moeten deze aan elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door plastic of metalen banden (bandit). • Het hijsmateriaal mag nooit in contact komen met de lading wanneer er wordt gehesen. • Hijsmateriaal mag niet achter de lading blijven haken wanneer met het hijsen wordt aangevangen. Wanneer dit niet goed zichtbaar is dient vooraf de Materiaal Coördinator te worden ingelicht. • Lading mag niet aan de zijkanten uitsteken. • Lading moet gelijk verdeeld worden over de bodem van de container. • Het is niet toegestaan lading te vervoeren wanneer meer dan 50% van de totale hoogte en/of het zwaartepunt zich boven de rand van de basket bevindt. De leverancier dient de items die hier niet aan voldoen vooraf te bespreken met de Materiaal Coördinator, alvorens deze worden afgestuurd voor lading aan de kade.
1.1.3 Afwijkingen Tankcontainers die alleen gebruikt worden voor opslag en niet voor transport van vloeistoffen, moeten zijn voorzien van onderstaande aanvullende tekst, welke aan vier zijden duidelijk op ooghoogte is aangebracht: ATTENTION USE FOR STORAGE ONLY TO BE SHIPPED EMPTY Storage tanks: Deze mogen geen residu van gevaarlijke stoffen conform IMDG code bevatten tenzij de tank volledig voldoet aan de verpakkingsvoorschriften vanuit deze IMDG code. Gebruik spreaderbars: Bij hoge uitzondering en slechts na toestemming van betrokken partijen worden containerjukken/spreaderbars geaccepteerd voor gebruik bij transport van containers over zee. Lekbakken: Bij aanlevering van materialen die zijn uitgerust met een lekbak dienen deze voor afvaart leeg te zijn. Gebruik Cornerblock Adapters: In uitzonderlijke en incidentele gevallen (zoals opgenomen in NOGEPA-richtlijn no.2: 2006) is het toelaatbaar om gebruik te maken van Cornerblock adapters (b.v. TLQ‟s, noodstroom generatoren, noodkeuken units, noodsanitair units). 1.1.4 Onjuiste verpakking In het geval dat materialen niet zeewaardig verpakt worden aangeleverd, moet de verscheper de Operator onmiddellijk informeren over de geconstateerde gebreken, met als direct gevolg dat de aangeleverde materialen kunnen worden geweigerd voor transport naar offshore. 1.2 Offshore(tank)containers & bijbehorende hijsmiddelen voor het NL Continentaal Plat Definitie - Offshore container (EN 12079): Een verplaatsbare unit voor herhaaldelijk gebruik voor transport van goederen, vloeistoffen of apparatuur, naar en van mijnbouwinstallaties. 1.2.1 Eisen/Richtlijnen • NOGEPA Industrie Leidraad nr.2: Geeft regels voor het veilig gebruik (te weten: ontwerp, constructie, beproeving, inspectie en markering) van containers met een bruto massa van maximum 25.000 kg, die worden ingezet voor transport en gebruik naar, van en op olie- en gasinstallaties („mijnbouwinstallaties‟) gelegen op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat, alsmede op de Nederlandse territoriale zee en in de binnenwateren. (Bron: http://www.nogepa.nl/) • Europese Norm – NEN EN 12079: Container norm voor gebruik door offshore industrie, ontwerp, constructie, beproeving, inspectie en markering. (Bron: http://www.nen.nl/)
• DNV 2,7-1: Container standaard voor gebruik door offshore industrie, ontwerp, constructie, beproeving, inspectie en markering. (Bron: http://www.dnv.com/) • LOLER: Lifting operations and lifting equipment regulations 1998. Engelse Arbowetgeving. Hijsmiddelen aan offshore containers vallen hier onder. (Bron: http://www.hse.gov.uk/) 1.2.2 Nieuwe en bestaande offshore containers Alle containers gebruikt op het Nederlands Continentaal plat moeten voldoen aan de eisen in de NOGEPA Richtlijn No 2. voor Offshore Containers. Uit deze richtlijn komt naar voren dat alle offshore containers die gebouwd worden na april 2000 moeten worden ontworpen en geproduceerd volgens Europese norm EN12079. Containers die voor die tijd zijn gebouwd behoeven alleen aan de eisen uit de NOGEPA Richtlijn No 2. voor Offshore Containers te voldoen. DNV 2,7-1 is gelijkwaardig aan de Europese norm EN12079. 1.2.3 Inspectie en onderzoek Inspectie en onderzoek van offshore containers voor het Nederlands Continentaal Plat en bijbehorend hijsmateriaal zullen geschieden volgens het schema zoals weergegeven in de inspectietabellen van de NOGEPA Industrie Leidraad nr. 2 voor containers en bijbehorende hijsmaterialen. Zie appendix C & D. 1.2.4 Inspectie-interval IMO-tankcontainers (zie IMDG-Code) • Iedere 2½ jaar een keuring waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen een 2½- en een 5-jaarlijkse keuring. • Bij een 2½-jaarlijkse keuring kan de tankcontainer tot 3 maanden na de geplande keuringsdatum worden aangeboden voor verscheping. • Bij een 5-jaarlijkse keuring (afpersen met water op testdruk) is overschrijding van de geplande testdatum niet toegestaan. 1.2.5 Certificatenbeheer Eigenaar, verhuurder of leverancier dienen in het bezit te zijn van geldige certificaten. Tevens dient hiervan een administratie te worden bijgehouden. Certificaten moeten op verzoek van de Operator kunnen worden getoond. 1.2.6 Kleurcodering conform IMO/EKH De hijsmiddelen aan offshore containers worden na inspectie of beproeving voorzien van een kleurcode. De kleurcode moet worden aangebracht op een duidelijke waarneembare plaats, met als doel, directe herkenning van het jaar van inspectie.
Het kleurschema conform IMO/EKH: 2009 = Groen(RAL 6018) 2010 = Bruin(RAL 8011) 2011 = Blauw(RAL 5005) 2012 = Geel(RAL 1016) 2013 = Oranje*(RAL 2003) 2014 = Zwart(RAL 9005) 2015 = Groen(RAL 6018) * Conform SNS-pool, niet door IMO/EKH. 1.2.7 Ongecertificeerde materialen In het geval dat containers en hijsgereedschappen niet gecertificeerd worden aangeleverd, informeert de verscheper de Operator onmiddellijk over de geconstateerde gebreken. Ongecertificeerde containers en hijsgereedschappen hebben als direct gevolg dat de aangeleverde materialen kunnen worden geweigerd. 1.3 Pre-shipment inspectie van offshore containers Naast de verplichte keuringen moet de offshore container voorafgaand aan elke offshore trip worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden aangegeven op de Cargo Checklist - Algemeen voor alle units met uitzondering van tankcontainers, deze moeten worden aangegeven op de Cargo Checklist - Tankcontainers. De cargo checklist moet alle aangeboden lading vergezellen en bij aflevering op de kade worden afgegeven tegelijkertijd met de vrachtbescheiden. Zie appendix A & B. Het niet voldoen aan een van de genoemde punten in de bovenstaande checklist of aanlevervoorwaarden zal resulteren in het weigeren van aanname van de goederen/lading vanwege potentieel gevaar voor offshore operaties. 1.4 Inspectie-eisen van afwijkende materialen Uitzonderlijke lading die eenmaal of incidenteel naar een offshore locatie gaat(constructiedelen, gascompressoren, gaskoelers e.d.) kunnen worden vervoerd. Wanneer dergelijke materialen echter herhaaldelijk offshore vervoerd worden zal er een daarvoor geschikte offshore container voor moeten worden gebruikt/aangeschaft. Voor materialen die los vervoerd worden in het reguliere logistieke proces (samenlading met standaard offshore containers op een schip) zijn de volgende eisen van toepassing: • Aparte aanmelding vooraf bij de Materiaal Coördinator van de betreffende Operator. • De Materiaal Coördinator reserveert extra ruimte om beschadiging te voorkomen. • Materiaal wordt hijsklaar aangeleverd en dient te zijn voorzien van geschikt hijsmateriaal voor hijsen met een enkele haak. Per stuk lading behoeven maximaal 2 ogen te worden ingepikt om de last te hijsen. • De inpikhoogte van dit hijsmateriaal mag maximaal 1,30 meter zijn.
• Hijsmateriaal moet zodanig zijn bevestigd dat het nergens achter kan blijven haken. • De afzonderlijke units die zijn voorzien van hijsogen hebben een initiële proefbelasting gehad van 200% van het maximaal toelaatbare gewicht (MGW). • Materialen zijn zeewaardig verpakt en beschermd tegen beschadigingen. Wanneer het niet mogelijk is de lading te vervoeren in het reguliere logistieke proces moet vooraf contact gezocht worden met de betreffende Operator. Deze is vervolgens verantwoordelijk voor de risico inventarisatie en de vereisten voor het uitzonderlijke transport. 1.5 Uitzonderingen Offshore(tank) containers & hijsmiddelen Engels Continentaal Plat 1.5.1 Nieuwe en bestaande offshore containers Voor het Engels continentaal plat zijn er meerdere richtlijnen voor offshore containers. Informatie vindt u in “Guidelines for THE SAFE PACKING AND HANDLING OF CARGO TO AND FROM OFFSHORE LOCATIONS”, ISSUE 4 NOVEMBER 2008 van Oil & Gas UK. Buiten de EN12079 en DNV 2,7-1 mogen containers ook voldoen aan de oude norm BS7072. 1.5.2 Inspectie en onderzoek Keuringstermijnen en eisen van offshore containers en bijbehorend hijsmateriaal verschillen voor het Engels Continentaal Plat. Offshore containers Offshore Containers moeten worden gekeurd volgens de termijnen uit de verschillende productiestandaarden: Bron: “Guidelines for THE SAFE PACKING AND HANDLING OF CARGO TO AND FROM OFFSHORE LOCATIONS”, ISSUE 4 NOVEMBER 2008, Oil & Gas UK Hijsmaterialen behorende bij offshore containers Hijsmaterialen behorend bij Offshore Containers moeten worden geïnspecteerd volgens de LOLER wetgeving. Deze geeft aan dat er een 6 maandelijkse keuring van toepassing is. Er is geen verplichting tot het gebruik van slingplaatjes en kleurcodes.
2 SNS-pool In de Southern North Sea (SNS)-pool zijn oliemaatschappijen verenigd in een ‘Pool’; een volledig geïntegreerd logistiek concept (4-PL). Ze besteden hierbij gezamenlijk alle toeleveringen en logistiek ten bate van booreilanden en productieplatformen in het zuidelijke Noordzee gebied uit aan Peterson SBS. 2.1 SNS-pool – Transportvoorwaarden algemeen
2.1.1 Aanmelden van materialen / lading Aan te leveren materialen dienen de dag voor afvaart, voor 10.00 uur aangemeld te zijn door middel van een fax of E-mail aan de betreffende Materiaal Coördinator van de Operator. Deze fax of E-mail dient de volgende gegevens te bevatten: • Bestemming offshore • Aantal colli • Omschrijving inhoud • Afmetingen (lengte, breedte, hoogte) • UN-nummer, stofnaam en gevarenklasse (indien van toepassing) • Gewicht • Serienummer (indien van toepassing) • Pro-forma (douane) waarde • ID-nummer van offshore (tank) container (indien van toepassing) • Douane status / douane documentatie (indien van toepassing) Een juiste opgave van het aantal containers, tanks, baskets, rekken, gewichten en/of (afwijkende) afmetingen is noodzakelijk. Aanmelding van zwaar equipement (vanaf 25 ton) dient te worden gedaan bij de Materiaal Coördinator van de Operator in verband met afgifte van een eventuele werkvergunning. 2.1.2 Aanleveren van lading / materialen Materialen welke nog moeten worden ingepakt op de HUB dienen minimaal 2 werkdagen van te voren te worden aangeleverd; uitzonderingen alleen in overleg met de Materiaal Coördinator van de Operator. Deze materialen dienen aan de buitenzijde te zijn voorzien van het volgende: naam operator, offshore locatie en PO- nummer. De lading / materialen dienen de dag voor de afvaart, voor 16.00 uur beschikbaar te zijn voor transport naar de kade.
Beschikbaarheid van lading na bovenstaande „deadline‟ kan alleen na overleg met de betreffende Materiaal Coördinator. Er kan gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid tot uiterlijk 2 uur voor er begonnen wordt met het laden van het schip. Materialen die aan de kade worden aangeleverd dienen zeewaardig in containers te zijn verpakt en moeten worden vergezeld van de volgende gegevens / documenten: • Checklist (Zie appendix A & B). • Wettelijk vereiste IMO documenten conform de IMDG code ten behoeve van zeetransport (indien van toepassing). • Vrachtbrief met minimaal: naam operator, offshore locatie en identificatienummer van de (tank) container. • Uitvoerdocumenten (indien van toepassing). Lading welke aangeleverd wordt dient te allen tijde veilig gelost te kunnen worden. Containers dienen aangeleverd te worden op open trailers. Bij aanlevering of transport van lege mix- en transporttanks (geen paddle tanks ten behoeve van cement-jobs) dient, indien door betreffende operator/leveranciers vereist, een schoon/gasvrij verklaring te worden afgegeven. 2.1.3 Bulkverlading Goederen welke aangeleverd worden voor transport in tanks aan boord van schepen dienen additioneel te worden begeleid van een juiste MSDS (material safety data sheet). 2.1.4 Aanmelden retourlading Retour te laden materialen dienen de dag voor afvaart, voor 10.00 uur aangemeld te zijn door middel van een fax of E-mail aan de betreffende Materiaal Coördinator van de Operator. Deze aanmelding dient de volgende gegevens te bevatten: • ID-nummer van offshore (tank) container (indien van toepassing) • Aantal colli • Omschrijving inhoud • UN-nummer, stofnaam en gevarenklasse (indien van toepassing) • Gewicht • Serienummer (indien van toepassing) • Pro-forma (douane) waarde • Staat waarin de verpakking zich bevindt (vol met, vuil van, schoon/vuil) Een juiste opgave van het aantal containers, tanks, baskets, rekken, gewichten en/of (afwijkende) afmetingen is noodzakelijk. Aanmelding van zwaar equipement (vanaf 25 ton) dient te worden gedaan bij de Material Coördinator in verband met afgifte van een eventuele werkvergunning.
2.1.5 Retourlading Offshore installaties zijn verplicht direct na vertrek van het schip het manifest te faxen dan wel te E-mailen. Indien geen backload is meegeven aan het betreffende schip dient de Offshore Installatie een NIL manifest op te maken. Een manifest is als een officieel document gekenmerkt en dient het te allen tijde duidelijk te worden opgesteld (bij voorkeur getypt). Een discrepantie tussen ladingaangifte bij inklaring en de werkelijke geloste lading wordt door de douane als „smokkel‟ beschouwd en kan aanzienlijke boetes tot gevolg hebben, alsmede invordering van invoerrechten en BTW. Naast de algemene informatie dient minimaal te worden vermeld: • Aantal en eenheid per materiaalsoort • Waarde van de goederen • Omschrijving, inhoud en serienummers (identiek aan het uitgaande manifest) • Retourlabels aan het equipement • Staat waarin de verpakking zich bevindt (vol met, vuil van, schoon/vuil) • Naam eigenaar/firma en/of contactpersoon en eindbestemming • Naam afzender, handtekening en datum • Scheepsnaam • IMO-gevarenklasse indicatie Afval moet altijd worden voorafgegaan door het woord WASTE. Indien van toepassing dient tevens de wettelijk vereiste Gevaarlijke Stoffen documentatie compleet te worden ingevuld. 2.1.6 Afhaalvoorwaarden Als de materialen, afkomstig van offshore locaties, door de douaneagent zijn ingeklaard, informeert de Materiaal Coördinator de eigenaar en wordt in overleg transport geregeld. Opdrachtgevers die goederen laten ophalen moeten hun vervoerder DUIDELIJK informeren over de af te halen goederen door middel van een vrachtbrief met hierop vermeld: • Opdrachtgever • Aantal colli • Serienummers • Afmetingen en gewichten • Eventuele gevarenklasse • Wettelijk vereiste Gevaarlijke Stoffen documentatie (indien van toepassing) Zonder vrachtbrief en Gevaarlijke Stoffen documentatie (indien van toepassing) worden geen goederen getransporteerd. Bij het afhalen van afvalstoffen dient een LMA formulier beschikbaar te zijn.
2.1.7 Transport van gevaarlijke en milieuschadelijke stoffen Voor het vervoer van gevaarlijke en milieuschadelijke stoffen zijn de voorschriften van het VLG/ADR en de IMDG-Code met betrekking tot de verpakking (incl. tankcontainers), etikettering en documentatie, eventueel aangevuld met bedrijfsinstructies, van toepassing. Bij transport van gevaarlijke stoffen moet aan onderstaande reglement worden voldaan: Voor wegtransport kan hiervoor gebruikt worden gemaakt van hoofdstuk 1.1.4.2 van het ADR.
3 Toegangsvoorwaarden 3.1 Levering Paleiskade – Additionele voorwaarden en informatie Wanneer u de Paleiskade bezoekt of betreedt, neem dan altijd het volgende in acht: • Neem de regels die u worden uitgereikt (bij eerste bezoek) in acht. • Lees bezoekers instructies zorgvuldig. • In geval van letsel waarschuw de BHV-er herkenbaar aan een gele helm. De meest recente bezoekers instructie kunt u vinden op www.snspool.com Adres Peterson SBS Den Helder B.V. Paleiskade 41 1781 AN Den Helder Toegang tot het terrein Toegang tot het terrein geldt volgens de regels van de ISPS code voor beveiliging van haventerreinen. Informatie hieromtrent kan worden verkregen bij de PFSO (Port Facility Security Officer). Meldpunten Incidenten, waaronder schades, gebreken aan installaties, ongevallen en overigen, dienen op de locatie te worden gemeld aan de volgende afdelingen in volgorde van opsomming: Ongevallen / beveiliging : 0223-685299 Manager Base Operations : 0223-685106 PFSO : 0223-685149 Bezoekers Kinderen tot 16 jaar mogen onder geen beding het terrein betreden zonder begeleiding van een volwassene. Bij niet naleven van deze voorschriften kan toegang tot het terrein worden ontzegd.
3.2 Levering HUB – Additionele voorwaarden en informatie Wanneer u de Paleiskade bezoekt of betreedt, neem dan altijd het volgende in acht: • Neem de regels die u worden uitgereikt (bij eerste bezoek) in acht. • Lees bezoekers instructies zorgvuldig. • In geval van letsel waarschuw de BHV-er herkenbaar aan een gele helm. De meest recente bezoekers instructie kunt u vinden op www.snspool.com Adres Peterson SBS Den Helder B.V. Locatie: HUB Industrieweg 31-35 1785 AG Den Helder Meldpunten Incidenten, waaronder schades, gebreken aan installaties, ongevallen en overigen, dienen op de locatie HUB/GDF SUEZ te worden gemeld aan de volgende afdelingen in volgorde van opsomming: Beveiliging : 0223-639600 Algemeen : 0223-685300 Bij niet naleven van deze voorschriften kan toegang tot het terrein worden ontzegd.
3.3 Levering Total E&P – Additionele voorwaarden en informatie Adres Total E&P Nederland B.V. Locatie: Warehouse Den Helder Handelskade 10 1785 AC Den Helder Meldpunten Incidenten, waaronder schades, gebreken aan installaties, ongevallen en overigen, dienen op de locatie Total E&P te worden gemeld aan de volgende personen of afdelingen in volgorde van opsomming: Supply Base Supervisor : 070-5129951 Store Supervisor : 070-5129957 Ass. Store Supervisor : 070-5129332 Buiten openingstijden van het magazijn Handelskade 10 kunnen meldingen gedaan worden bij: Total E&P Controlekamer Den Haag : 070-512 9288 Beperkingen Handelskade Op de Handelskade kunnen de volgende materialen in principe niet worden gelost: • Pijpen langer dan 6 meter • Leveringen boven de 6000 kg Bij niet naleven van deze voorschriften kan toegang tot het terrein worden ontzegd.
Niet van toepassing bij SNS-Pool: 4 Levering Asco 4.1 Levering ASCO Holland – Additionele voorwaarden en informatie lading 4.1.1. Aanmelden van materialen / lading Aan te leveren materialen en gereedschappen met een offshore eindbestemming dienen de dag voor afvaart, voor 12:00 uur aangemeld te zijn door middel van een fax of E-mail aan de betreffende Materiaal Coördinator. Deze fax of E-mail dient de volgende gegevens te bevatten: • Leverancier • Bestemming offshore • Aantal en soort verpakking • Omschrijving inhoud • Bruto gewicht • Afmetingen (lengte, breedte, hoogte) in centimeters • Gevarenklasse, UN-nummer, stofnaam (indien van toepassing) • Serienummer (indien van toepassing) • ID nummer van offshore (tank) container (indien van toepassing) • Douane status Een juiste opgave van het aantal containers, tanks, baskets, rekken, gewichten en/of (afwijkende) afmetingen is noodzakelijk. In het geval van materialen die het gewicht van 25.000 kilos te boven gaan dient een separate vooraanmelding te worden gedaan in verband met afgifte van een eventuele werkvergunning.
4.1.2 Aanleveren van losse materialen Materialen welke nog moeten worden ingepakt dienen minimaal 1 werkdag van te voren te worden aangeleverd. Uitzonderingen alleen in overleg met de Materiaal Coördinator. Deze materialen dienen aan de buitenkant duidelijk te zijn gemerkt met de volgende informatie: • leverancier, operator, offshore bestemming en PO-nummer. De lading / materialen bestemd voor de eerstvolgende afvaart dienen de dag voor afvaart, voor 12:00 uur te worden aangeleverd. In bepaalde gevallen is een latere aflevering mogelijk tot uiterlijk 4 uur voor er begonnen wordt met het laden van het schip. Deze zogenoemde spoed aanlevering kan alleen in overleg met en na toestemming van de betreffende Materiaal Coördinator.
Materialen die aan de kade worden aangeleverd dienen zeewaardig in containers te zijn verpakt en moeten vergezeld van de volgende gegevens/documenten: • Checklist (zie appendix A & B) • Wettelijk vereiste IMO documenten conform de IMDG code ten behoeve van zeetransport (indien van toepassing) • Vrachtbrief met minimaal: naam operator, offshore locatie en identificatienummer van de (tank)container • Paklijst • Pro forma factuur / verschepingsfactuur • Uitvoerdocumenten (indien van toepassing) Lading welke aangeleverd wordt dient altijd veilig gelost te kunnen worden. Containers dienen aangeleverd te worden op open trailers. Bij aanlevering of transport van lege mix- en transporttanks (geen paddle tanks ten behoeve van cement-jobs) dient, indien door betreffende operator / leveranciers vereist, een schoon/gasvrij verklaring te worden afgegeven. 4.1.3 Afwijkende regeling Voor gevaarlijke stoffen ingedeeld onder Klasse 1 (Explosieven) en Klasse 7 (Radioactieve stoffen) geldt dat deze voordat het transport naar de kade zal aanvangen er overleg dient te zijn met de Materiaal Coördinator om na te gaan of het uitgaande schip in de haven ligt. 4.1.4 Aanleveradres ASCO Holland (Logistics) B.V. Westerduinweg 8 1976 BV IJmuiden Toegang tot het terrein Toegang tot het terrein geldt volgens de regels van de ISPS code voor beveiliging haventerreinen. Informatie hieromtrent kan worden verkregen bij de PFSO (Port Facility Security Officer). Meldpunten Incidenten, waaronder schades, gebreken aan installaties, ongevallen en overige, dienen op de locatie te worden gemeld aan de volgende afdeling in volgorde van opsomming: Ongevallen / beveiliging : 0255 – 546243 PFSO : 0255 – 546240 Algemeen : 0255 – 533250 Bezoekers Kinderen tot 16 jaar mogen onder geen beding het terrein betreden zonder begeleiding van een volwassene. Bij het niet naleven van deze voorschriften kan toegang tot het terrein worden ontzegd.
Appendix A: Cargo checklist algemeen De meest recente versie van de Cargo checklist algemeen vindt u op www.nogepa.nl
Appendix B: Cargo checklist tankcontainers De meest recente versie van de Cargo checklist tankcontainers vindt u op www.nogepa.nl
Appendix C: Inspectie interval offshore containers Je kunt de meest recente versie van de NOGEPA Richtlijn No.2 vinden op www.nogepa.nl
Appendix D: Inspectie interval van hijsmateriaal verbonden aan offshore containers Je kunt de meest recente versie van de NOGEPA Richtlijn No.2 vinden op www.nogepa.nl