NL
Pedagogisch boekje
Welkom!
Ik ben Jehan en ga u naar een verbazingwekkende wereld brengen : het Domein van de Grotten van Han !
2
B
en je ouder dan 8 jaar? Lees de tekst onder deze vorm. Je zal alles wat er te weten staat over het Domein in details leren. Je zult er reeds lang bestaande en indrukwekkende na tuurrijkdommen van de grotten ontdekken. Deze gids zal je het ontstaan en de mysteries van de grotten helpen begrijpen. Weet je dat het de rivier de Lesse is die aan de oorsprong van de Grotten van Han staat? De Lesse ontspringt op het plateau van Recogne, in de Ar dennen. Zij stroomt noordwaarts over een traject van 84 km en mondt uit in de Maas, bij Anseremme. Han is een klein dorpje in de Famenne. ‘t Is in Han, in de afgrond van Belvaux, dat de Lesse de heuvel binnendringt en een 3 tot 20 uur durend (afhankelijk van het debiet) traject door loopt van 1.500 meter. Gedurende het regenseizoen treedt de Lesse buiten haar oevers en legt een gedeelte van de grot blank.
Ben je 5 tot 8 jaar oud ? Kijk dan naar de schuin geschreven tekst want deze informatie is voor jou! Ik zal jou elk dier van het park op een eenvoudige wijze beschrijven, evenals zijn sporen en voedsel. Je zal ook enkele beelden mogen kleuren en zelfs tekeningen vervolledigen. Maar niets houdt je tegen de grotere teksten te lezen… Veel plezier! Ik nodig je uit op een ontdekkingstocht naar de reeds lang bestaande en indrukwekkende natuurrijkdommen van de grotten. Deze gids zal je het ontstaan en de mysteries van de grotten helpen begrijpen.
5-8 jaar + 8 jaar
3
De tram
S
inds 100 jaar nemen de bezoekers van de grot een rode tram, onder leiding van een gids. Vandaag nog brengt het trammetje ze naar de ingang van de grotten, in het gat van Salpêtre. Het tra jekt is 3,3 km lang. Op de tram zul je een bordje mer ken met het opschrift : AR : autorail (spoorauto’s) ART : autorail tracteur (tractie spoorauto’s). De tram bestaat uit een motorwagen en drie wagons. De motorwagen, voorzien van een dieselmotor, trekt de wagons mee. De open motorwagen laat de reizi gers toe het landschap te bewonderen. Het trammetje kan zowat 100 reizigers vervoeren.
4
De mensen die de grot willen bezoeken nemen een tram, net zoals het 100 jaar geleden gebeurde. Ook nu nog brengt het trammetje hen naar de ingang van de grotten. Het traject is ongeveer 3 km lang. De tram bestaat uit een motorwagen en drie wagons. De motorwagen, voorzien van een dieselmotor, trekt de wagons mee. De open wagons laten de reizigers toe het landschap te bewonderen. Deze tram kan zowat 100 reizigers vervoeren.
Het ontstaan van de grotten ZEE
Strata
M
iljoenen jaren terug overdekte de zee het land. Ko ralen en schelpen hebben zich op de bodem van de zee bevestigd en hebben kalklagen gevormd. De opeenhopende lagen noemen we AANSPOELINGS AARDLAGEN (STRATA). De zee heeft zich teruggetrokken en heeft er kalkachtige rotsresten achtergelaten. In de loop der jaren hebben deze aardlagen zich vertikaak geplooid en zijn dan gebarsten. De verticale barsten noemen we BREUKEN (DIAKLASEN). Het regenwater wordt zuur wanneer het door de humus dringt
De grot ligt verscholen in de binnenkant van de heuvel. Je zal galerijen doorlopen en zalen doorkruisen. Het traject is iets minder dan 2 kilometer lang. Het is vooral het werk van het water (zowel regenwater als rivierwater van de Lesse) dat voor het ontstaan van de grot heeft gezorgd.
Diaklasen
5
Hoe gebeurde dit?
Kalksteenscheuren
Humus
(aarde gevormd door verdorde bladeren). Dit «agressief» water sijpelde in de KLOVEN (KALKSTEENSCHEUREN) en heeft de kalksteen uitgehold. Zo verdiepten die kloven zich mettertijd. Dit verschijnsel noemen we CHEMISCHE CORROSIE. Die rivier die langs de heuvel liep is dan via die openingen binnengestroomd : de stroom heeft er aarde en stenen los gerukt en wanden geschuurd. Geleidelijk aan zijn die kloven breder geworden en zo verkregen we het ontstaan van de ga lerijen. Dit fenomeen kunnen we betitelen als MECHANISCHE AFSCHURING.
Rivier
6
Overstroomde galerijen
Reeds lang geleden begon het regenwater de kalkrots aan te tasten en zo ontstonden er kleine openingen. Deze openingen werden mettertijd groter en de rivier stroomde er binnen. Zij vergrootte de kloven nog verder totdat er galerijen ontstonden.
Droge galerijen
Overstroomde galerijen
De rivier graaft steeds dieper. Sommige galerijen die blank lagen, liggen nu droog. Je wandelt nu in deze galerijen, de voeten min of meer op het droge. De grotten zijn dus het resultaat van langdurig eeuwenwerk van regen- en rivierwater. Ook vandaag nog zet het water zijn werk langzaam voort. Het heeft voor de decoratie van de grotten gezorgd (druipstenen of kalkafzetting).
De rivier loopt nu niet meer door deze galerijen. Je kan dus gemakkelijk op het droge lopen. Zij groef dieper en stroomt nu onder je voeten door. Het heeft miljoenen jaren geduurt om dit resultaat te krijgen. Het water zet vandaag de dag nog altijd langzaam maar zeker zijn werk voort.
Kalkafzetting
7
De druipsteenformaties
J
8
e hebt vast en zeker enkele waterdruppels op het hoofd gehad tijdens de rondtocht. Deze druppels zijn regen druppels; zij hebben gezorgd voor het ontstaan en de vormgeving van die eigenaardige vormen, wit of lichtjes gekleurd, die je rondom jou te zien kunt krijgen. Hoe gebeurt dat ? Je weet reeds dat de druppels regenwater langzaam de aarde en daarna de klakrots insijpelen. Gedurende haar reis neemt de waterdruppel kalk op. Wanneer ze de zoldering van de galerij bereikt, laat ze ietswat kalk achter. Een tweede druppel volgt en ook hij zet een tik keltje kalk vast op de eerste vastgezette kalklaagje. Zo wor den langzaan de stalactieten gevormd. De druppel die op de bodem valt, laat eveneens kalk achter. Al de kalkschalmen van de druppels die beurtelings op elkaar terecht komen, vormen een stalagmiet.
Kijk rond je heen: je bent omringd door eigenaardige vormen, dit zijn druipsteenformaties. Hoe zijn die eigenlijk ontstaan? De regendruppels dringen door de aarde en daarna door de kalksteen. Gedurende deze reis neemt de waterdruppel kalk op. Wanneer deze de zoldering van de galerij bereikt, laat hij een laagje kalk achter. Een andere druppel volgt de eerste en laat ook, op zijn beurt, een laagje achter op de reeds bestaande kalklaag. Zo wordt stilaan een stalactiek gevormd. De druppel die op de grond valt laat ook daar een beetje kalk achter. Al die op elkaar vallende kalkrestjes vormen een stalagmiet.
Er zij nog andere druipstenen die zeer verschillend zijn : - Zuilen : wanneer de stalagmiet de stalactiet raakt. - Draperieën : die als fijne gordijnen aan de zoldering hangen. - Bekken : gevuld met water en omringd door een klein muur tje bestaande uit kalk. - Afschuivingen van opeenvolgende stalagmieten. De duur van het vormingsproces schommelt fel : van 0,2 cm tot 9,6 cm per eeuw ! Identificeer deze druipstenen : 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Er zijn nog andere druipsteenformaties die zeer verschillend zijn qua vorm: • zuilen: wanneer de stalagmiet de stalactiet raakt; • draperieën: die als fijne gordijnen aan het plafond hangen; • bekken: gevuld met water en omringd door een klein muurtje (bestaande uit kalk); • afschuivingen van opeenvolgende stalagmieten. 1
4
3
2 6
5
9
Het massief van de Grotten van Han 1. Trou des Crevés 2. Trou Picot 3. Grotte du Père Noël 4. Ondergrondse Lesse 5. Afgrond van Belvaux (huidig verdwijngat van de Lesse)
6. Fosse Sinsin 7. Réseau Sud 8. Réseau de l’Au-Delà 9 Trou au Salpètre (huidige toegang tot de Grot)
10 Trou de Han (verschijngat van de Lesse) 11.Droge vallei, waar de Lesse 100.000 jaar geleden stroomde
Les se
11
155
11
Han-sur-Lesse
10
190
Lesse
9 7
280
8
155
11 5
6 225
3
4 2
0
10
500m
1
Lesse
205
De grot van Han
L
aten we ons opnieuw toespitsen op het bezoek. Tijdens je bezoek aan de grot zal je achtereenvolgens verschillende zalen doorkruisen; de één al wat mooier dan de andere. Elkeen heeft een naam meegekregen; meestal deze van de persoon die de zaal ontdekt heeft, of van het dier waarvan men de sporen teruggevonden heeft. Scarabeezaal : Bovenaan in deze zaal zijn de eerste kalkafzettingen te zien. Vigneronzaal : Deze grote zaal laat de verschillende niveaus van de grot zien. Zo kan je er de verbinding zien tussen het versteende niveau en het half ondergelopen niveau. Deze galerij van het onderste niveau raakt overstroomd als de Lesse gaat wassen (stijgen). Galerij van de Verviétois : Deze galerij werd ontdekt in 1962. Ze biedt een complete
waaier van kalkafzetting waarvan de enen al mooier dan de andere, waaronder een indrukwekkende stalagmiet van 5 meter hoog Minaret genoemd. Opmerkelijk zijn de natuurlijke kleuren. Zaal der Mysteries : In het eerste deel van de zaal stuit men op de Zuilen van het Alhambra en een prachtige stalagmiet in de vorm van een tiara. In het tweede deel hangen prachtige stalactieten als gordijnen aan de bovenwand. Kruispunt : Bij de uitgang van de Zaal der Mysteries begint rechts een kunstmatige galerij. Dat is de Tunnel, die werd gegraven voor een gemakkelijke en snelle verbinding met de buitenwereld.
11
12
Lannoy-galerij : Op de wanden kan men talrijke koraalfossielen waarnemen, evenals fossielen van schelpdieren. De Styx : Het is in deze zaal dat je voor het eerst de Lesse als de onderaardse rivier kan waarnemen. De Trofee : De Trofee is met haar hoogte van 7 meter en een omtrek van 20 meter de grootste stalagmiet in de Grotten van Han. De Speerpunt : In deze galerij bevindt je je ongeveer 100 meter onder de top van de heuvel. Wanneer de Lesse stevig wast (stijgt), kan het wel eens gebeuren dat het water het plafond raakt en zo elke doorgang onmogelijk maakt. De Wapenzaal : Hier ontmoet men de Lesse opnieuw. Tot voor enkele jaren stond hier een stalletje waar de bezoekers hun dorst konden lessen en eventjes pauzeren. Thans wordt de pracht van deze zaal nog meer tot haar recht gebracht door een klank- en lichtspel.
De Zaal van de Lichtkoepel : Ziehier de grootste zaal van de grot. Je zult enorme, op elkaar gestapelde, rotsblokken vinden. Deze blokken zijn heel lang geleden, nog voordat de zaal zulke grote afmetingen had, van het plafond losgekomen. Door deze ineenstorting ontstond deze enorme zaal. De Koepelzaal is een gigantische zaal : ze is 62 meter hoog, en haar maximale lengte - tussen de rivier en het hoogste punt - bedraagt 149 meter. Ze heeft een volume van ongeveer 124.000 m³. Toen er nog geen elektriciteit in de grot aangelegd was, droegen de bezoekers een fakkel met zich mee. De hierdoor gevormde rook heeft de rots op verschillende plaatsen vergrijsd. Later werd er beroep gedaan op olielampen. Het is slechts rond 1900 dat werd overgeschakeld op elektriciteit. Zowel in de zomer als tijdens de winter blijft de temperatuur in de grot bestendig : ongeveer 13 graden.
De Zaal van de Lichtkoepel : Ziehier de grootste zaal van de grot. Je zult er enorme, op elkaar gestapelde rotsblokken vinden. Deze blokken zijn heel lang geleden, nog voordat de zaal zulke grote afmetingen had, van het plafond losgekomen. Door deze ineenstorting ontstond deze enorme zaal. De Koepelzaal is een gigantische zaal: ze is 62 meter hoog, en haar maximale lengte - tussen de rivier en het hoogste punt - bedraagt 149 meter. Ze heeft een volume van ongeveer 124.000 m3. Toen er nog geen elektriciteit in de grot aangelegd was, droegen de bezoekers een fakkel met zich mee. De hierdoor gevormde rook heeft de rots op verschillende plaatsen vergrijsd. Zowel in de winter als in de zomer blijft de temperatuur in de grot bestendig: ongeveer 13 graden. 13
Draperieën zaal : Grote nieuwigheid in de grot : de Draperieën zaal. Deze prachtige zaal werd niet meer bezocht sinds meer dan 30 jaar! Onlangs is ze opnieuw geopend voor het publiek. De prachtige stalactieten zijn net een spiegel in het rustige water van de rivier. Aan de andere kant van de Lesse vind je een groot doolhof van zalen en galerieën, voorbehouden aan speleologen en wetenschappers.
14
Draperieën zaal : Onlangs is deze nieuwe zaal opnieuw geopend voor het publiek. Kom de weerkaatsingen van de stalactieten in de rivier bewonderen, het spiegelbeeld is fenomenaal!
De uitgang : Weet je dat wij vroeger met een boot uit de grot gingen? Voor de veiligheid hebben wij deze boottocht vervangen door een wandeling juist boven de rivier langs de grote loopbruggen. Indrukwekkend, nietwaar?!
De uitgang : Weet je dat wij vroeger met een boot uit de grot gingen? Uit veiligheidsmaatregelen hebben wij de tocht langs het water vervangen door een looppad boven de rivier op deze grote loopbruggen. Een nieuwe en indrukwekkende manier om de uitgang van de grot te ontdekken. Kijk bij het verlaten van de loopbrug naar links, je zal daar een metallische deur zien. Achter deze is er een lange gang waar de bewoners van Han-sur-Lesse aan het einde van de tweede wereldoorlog zijn komen schuilen (in 1944).
15
Het Wildpark
D
e natuur leeft met je mee. Stap voor stap laat zij je haar verborgen geheimen kennen: haar bloemen, haar kleuren, haar bomen en haar dieren. Vandaag brengen we je in het hartje van die natuur. Je zal zien, zij zit vol verrassingen. Er zijn veel dieren. Kleine en grote, die rustig en in alle vrijheid leven. Zij bevol ken onze streken al sinds eeuwen. Bepaalde verdwenen ras sen werden hier opnieuw ingevoerd. Deze fiches zullen je helpen deze dieren en hun omgeving beter te leren kennen.
16
De natuur leeft met je mee. Stap voor stap laat zij je haar verborgen geheimen kennen: haar bloemen, haar kleuren, haar bomen en haar dieren. Vandaag brengen we je in het hartje van die natuur. Je zal zien, zij zit vol verrassingen. Er zijn veel dieren. Kleine en grote, die rustig en in alle vrijheid leven. Zij bevolken onze streken al sinds eeuwen. Bepaalde verdwenen rassen werden hier opnieuw ingevoerd. Deze fiches zullen je helpen deze dieren en hun omgeving beter te leren kennen.
Vandaag kan je het Wildpark niet alleen per Safari car, maar de bovenvallei kan je nu ook te voet te bezoeken. Wat een uitzicht!
V
andaag is het ook mogelijk om het Wildpark niet alleen per Safari car, maar ook te voet te bezoeken; op die manier ontdek je de bovenvallei en haar schitterende panorama op een heel andere wijze ! Het bezoek van het Wildpark gebeurt op 2 manieren, de klassieke manier met safari car voor een traject van 10 kilometer. En sinds kort is het ook mogelijk om het bovenste gedeelte van de vallei te voet af te leggen. Via een wandelroute van 2km die langs de rotswand loopt ontdekt u op uw eigen tempo en op een veel persoonlijkere manier de verschillende dieren.
17
Het rendier Je hebt me zeker al tijdens de winter gezien wanneer ik de slee van de Kerstman trek! 200 kg
H
80 cm - 1m30 (schofthoogte)
15 jaar
et rendier is een neef van de Amerikaanse kariboe en een emblematisch dier voor de volkeren die rond en boven de poolcirkel leven. Zowel mannetjes als vrouwtjes dragen een gewei dat bij mannetjes wel anderhalve meter breed kan worden. Het voedsel van deze herkauwer bestaat voor ongeveer 70 % uit korstmossen. Zijn lange en wollige bruingrijze pels beschermt hem tegen extreme temperaturen en zijn buitenproportionele hoeven geven hem de nodige stabiliteit tijdens de migraties. Het rendier leeft in grote kuddes en legt elk jaar duizenden
kilometers af. Het kan topsnelheden van 80 km per uur halen. De bronsttijd valt in oktober en dan vinden er talloze gevechten plaats om een vrouwtje te veroveren. Na een draagtijd van 7 maanden brengt het vrouwtje één kalf ter wereld. Zijn levensverwachting is ongeveer 15 jaar.
Ik eet :
18
Het everzwijn Wijfje : everzeug Kleintje : everjong Ik ben een wild varken, ik woon in het bos en rol me graag in de modder.
80-100 kg
I
1 m (schofthoogte)
15 jaar
k ben een wild varken en ik kom vaak in bossen voor. Ik ben een alleseter. Ik gebruik mijn snuit om tussen dode bladeren en humus naar kleine dieren, beukenootjes, eikels, insekten te zoeken… Ik hou van modderbaden omdat ik zo de op mijn lichaam verbogen parasieten kan verwijderen. Ik vrees noch mijn soortegenoten, noch de andere bewoners van het bos; zelfs niet de mensen. Dank zij mijn verbazingwekkende lenigheid ben ik immers een te duchten tegenstander. Tijdens de liefdestijd verzamel ik wel wijfjes rond mij. Mijn wijfje, de everzeug, baart in maart/april en beschermt haar
jongen met hand en tand. De vacht van onze jongen heeft afwisselend lichte en donkere strepen.
Ik eet :
19
De sneeuwuil Ik ben de uil van het Hoge Noorden. Mijn vederkleed laat me toe me te verstoppen op de besneeuwde grond. 2 kg
I
60 cm
10 jaar
n tegenstelling tot andere nachtroofvogels is het gemakkelijk om het vrouwtje te onderscheiden van het mannetje. Hij is bijna perfect wit van kleur, terwijl zij bevlekt is met zwarte puntjes. Omdat ze zich vaak op de grond bevinden, hebben sneeuwuilen pluimen tot onderaan hun poten, om hen te beschermen tegen de kou. Een koppel blijft zijn hele leven samen en zal zich slechts voortplanten als er voldoende voedsel is. Zij voeden zich vooral met knaagdieren die men lemmings noemt.
De sneeuwuil bouwt zijn nest op de grond en doorgaans beslist het mannetje over de locatie. Begin mei legt het vrouwtje 3 tot 11 volledig witte eieren op de grond. Het vrouwtje broedt op de eieren terwijl het mannetje voedsel aanbrengt. 32 tot 33 dagen later komen de jongen uit hun ei. Zij leren vliegen wanneer ze 1 maand oud zijn en blijven nog 2 tot 3 maanden bij hun familie. Ik eet :
(kleur mij)
20
De Laplanduil Ik ben de grootste uil van Europa. 1,5 kg
D
70cm
10 jaar
e grootste van de Europese uilen leeft in de bossen van de Noord-Europese taiga. Hij heeft een donker vederkleed, ideaal om ongemerkt te evolueren in zijn omgeving. Dat noemt men ‘mimicry’. Vaak zit hij lange tijd op een boomtak te wachten tot hij een prooi ontdekt waar hij dan op af vliegt. Hij jaagt vaak overdag. Zoals bij alle uilen is zijn vlucht geruisloos. Hij kan tot vlakbij een prooi vliegen, doorgaans kleine knaagdieren, zonder enig lawaai te maken. De prooien verslindt hij volledig. Haren, beenderen en pluimen vormen een
zogenaamde braakbal die hij uitspuwt. De meerderheid van de Laplanduilen nestelen in oude nesten van kraaien of andere roofvogels. Zij veranderen weinig aan dat nest. Het vrouwtje legt 3 tot 5 eieren. Terwijl het vrouwtje op de eieren broedt, brengt het mannetje voedsel aan.
Ik eet :
21
De europese oehoe Ik ben vooral ’s nachts aktief. Mijn grote oren laten mij toe ’s nachts zonder problemen te vliegen. 2,5 kg
D
65-70 cm
20 jaar
eze uil is de grootste van onze nachtroofvogels. Hij wordt 65 à 75 cm hoog en zijn spanwijdte bereikt 1,50 tot 1,80 m. Zijn gewicht bedraagt ongeveer 2,5 kg. Het vrouwtje is iets groter dan het mannetje, maar hun verenkleed is identiek. Zijn uitspringende oorpluimen, zijn massieve kop en zijn geel-oranje ogen met hun vederkraag zijn typische kenmerken. In België vindt men de oehoe vooral in de rotsvalleien van het Ardense massief. Zijn voeding is vrij gevarieerd. Zijn omvang en kracht laten hem toe om prooien zoals muizen, egels, hazen, vogels en zelfs andere roofvogels te vangen.
Zijn dagrantsoen bedraagt 400 à 500 gram. De oehoe bouwt geen nest. Hij legt zijn eie ren in een spleet of een holle boom. Soms pikt hij het nest in van andere roofvogels, reigers of kraaien. In maart-april legt het vrouwtje 2 à 3 eieren, die ze zal uitbroeden gedurende 32 à 37 dagen. De kleintjes ver laten het nest in de loop van juni. Ik eet :
(kleur mij)
De wolf Wijfje: wolvin Kleintje: welp Ik ben een beetje groter dan een Duitse herdershond. Ik woon in het bos. Het is enkel in de verhaaltjes dat ik kinderen opeet. In feite ben ik zeer bang en vlucht ik voor de mens. 50 kg
D
tot 1m70 lang
15-20 jaar
e wolf is een prachtig vleesetend zoogdier dat onge veer vijftig kilo weegt. Hij leeft in een troep van 12 tot 14 wolven, een roedel genoemd, met een strikte hiërarchie die noodzakelijk is om te overleven. De leden van de roedel zijn onderworpen aan de leider en aan het wijfje van dezelfde rang. De jonge wolven, de welpen, vergezel len de horde bij alle verplaatsingen; de groep is voor hen een echte leerschool. De bronsttijd valt in januari-februari en duurt 4 tot 5 weken. De draagtijd duurt 63 dagen en de jonge wolfjes worden geboren in april-mei. Per dracht zijn er 3 tot 8 welpen. Zij leven 15 tot 20 jaar, bijna elke wolf is
bang van de mens. Hij jaagt op damher ten, herten, reeën en vossen. Hij vangt ook kleine zoogdieren zoals muizen, konijnen en hazen, en hij eet ook kikkers. Gedreven door de honger is hij de gebieden van de mens binnengedrongen en er schapen, runderen, varkens en honden aanvallen. Het heeft dan ook niet lang gduurt voor dat de mens hem geprobeert heeft te ver nietigen. De laatste wolf verdween amper honderd jaar geleden uit onze streken. Ik eet :
23
Het paard van Przewalski Wijfje: merrie Kleintje: veulen. Ik ben klein. Mijn snuit is wit. Kijk maar eens goed naar mijn poten en mijn staart: ze zijn zwart. Ik heb een neef die men Tarpan noemt. Ik leef graag in groep.
200-300 kg
H
1m50 (schofthoogte)
30-35 jaar
et paard van Przewalski is verwant met het wilde Europese paard van onze wouden, de Tarpan. In 1879 heeft de Russische onderzoeker Przewal ski in Mongolië de laatste troep wilde Aziatische paarden ontdekt en zo het ras aan haar ondergang kunnen redden. Het is klein van gestalte en heeft een rood-bruine tot kas tanjebruine vacht, een witte muil, zwarte uiteinden aan de poten en de staart en rechtopstaande, korte maar dikke manen. Een oude hengst leidt de ganse groep. In volle vrij heid leeft het paard 15 tot 20 jaar, gevangen ongeveer 30 jaar. Het voedt zich met grassoorten en kleine boompjes. Ik eet :
China Mongolië
24
De wilde kat Wijfje: kat Kleintje: katje Ik lijk op een stoere kater. Ik leef ‘s nachts en verberg me overdag, ik ben dus een nachtdier. 6 kg
E
60 cm lang
15 jaar
en volle geringde staart, kort rechtopstaande oren, een brede met lange haren omringde kop, dat is de wilde kat, die veel weg heeft van een grote kater. Hij is erg wild en schrikt op van het minste geluid. Het is dan ook niet aangeraden hem aan te vallen, vooral als je haar dodelijke tanden en haar stalen klauwen bekijkt; overdag verbergt zij zich, ’s nachts gaat ze op jacht, allen of met twee. Hazen, konijnen, knaagdieren en vogels vormen haar dagelijks voedsel. De verborgen en onopvallende kat rolt zich op om te slapen en houdt haar jongen lekker warm en beschut
tegen alle gevaren; de vos en de steenmarter zouden hen immers maar al te graag aanvallen.
Ik eet :
25
De lynx Ik woon in het bos. Ik heb precies kleine penseeltjes aan de uiteinden van mijn oren. Ik kruip, klim en spring. 20 kg
Z
50 - 70 cm (schofthoogte)
10-15 jaar
ijn mooi bonte kleed op een grijs-beige achtergrond is in perfecte overeenkomst met zijn leefmilieu. Hij speelt graag de meester op zijn grondgebied. Hij jaagt ’s nachts alleen en eet enkel vers vlees, dat hij zelf gedood heeft: hazen, mollen… Dit 20 kg wegende zoogdier houdt veel van de zon, vooral tijdens de winter. Zijn gevoerde mantel beschermt hem tegen de vreselijke koude in de bergen. Zijn voorkomen is heel typisch: hoog op zijn poten, een korte staart, borste lige haren aan de punten van zijn oren, en bakkebaarden onderaan zijn kaken.
Na de geboorte in de lente voeden de lynx en zijn wijfje hun jongen in een hol dat ze voor hem hebben klaargemaakt.
Ik eet :
26
De steenbok Wijfje: geit Kleintje: geitelam Ik ben een wilde geit. Ik leef in de bergen en ik kan zeer hoog klimmen. Ik heb grote gebogen hoorns. 90 kg
D
80 cm (schofthoogte)
20 jaar
eze wilde geit, met haar geringde, als een sabel ge bogen horens en haar arrogante voorkomen, lee fde reeds enkele eeuwen geleden in de alpenstre ken. De steenbok, met zijn nobel silhouet, behoort tot de familie van de holhoornigen. Hij is bijna helemaal uit onze streken verdwenen. Hij wordt wel nog vaak aangetroffen in de alpen. Met zijn korte poten is hij ongelooflijk handig en soepel en kan hij zeer hoog klimmen. Op de gletsjers ligt hij graag te rusten in de zon. Dankzij zijn weelde rige vacht kan hij zich uitstekend aan dit strenge klimaat aanpassen. Hij is doe op lekker eten en voedt zich met geu
rige planten, droge grassen, korstmossen en knoppen die hij in de valleitjes vindt. Ook het wijfje, de geit, draagt hoorns, die wel kleiner zijn. Elk jaar baart zij één of twee lammetjes.
Ik eet :
(vervolledig de tekeningen)
27
De ree Wijfje: geit Kleintje: reekalf Ik leef alleen of in kleine groepen. Ik toon me weinig en laat me niet benaderen. Misschien krijg je me niet te zien! 20 - 25 kg
D
70 cm (schofthoogte)
8-10 jaar
e ree is een klein dier met een grijs-rossige vacht en een wit achterste. Op volwassen leeftijd weegt hij 20 tot 25 kg. Hij voedt zich met knoppen, bladeren, vruchten en bramen. Het is geen sociaal dier, het leeft alleen of in kleine troepen. Overdag vertoont hij zich bijna niet. Je zal hem dus misschien niet te zien krijgen. Het reewijfje baart eind mei twee jongen, die totdat ze zes maanden zijn reekalveren woerden genoemd. Op éénjarige leeftijd draagt de mannelijke ree een gewei en wordt hij jaarling genoemd. Rond begin december valt
het gewei af en begint dan aanstonds terug te groeien, tot in maart. Deze cyclus herhaalt zich ieder jaar.
Ik eet :
28
De gems Vrouwtje : geit Jong : geitenlam Net zoals de steenbok ben ik een expert in het beklimmen van bergen. Mijn speciale hoeven laten me toe overal te komen. 50 kg
D
70 cm (schofthoogte)
15 jaar
e gems of berggeit is een sociaal dier. Hij leeft in een groep die is samengesteld uit vrouwtjes en jongen. De solitaire mannetjes hebben een eigen territorium dat ze verdedigen tegen indringers en ze ver voegen de vrouwtjes enkel als de paartijd nadert, tussen november en december. Tussen half mei en half juni brengt de geit een lam ter wereld dat ze alleen zal grootbrengen.
In de natuur vindt de gems het grootste deel van zijn waterbehoefte in de planten die hij eet. Wanneer het warm is, kan men gemzen sneeuw zien eten in het hoogge bergte.
Ik eet :
29
Het sikahert Vrouwtje : hertenkoe Jong : hertenkalf Ik kom oorspronkelijk uit Azië. Ik aarzel niet om dicht bij de mensen te komen, zelfs hier in het Wildpark. 50 kg
D
80 cm (schofthoogte)
8-15 jaar
it uit Azië afkomstig dier werd naar Europa gebracht voor de jacht. Ontsnapte exemplaren gingen in het wild leven in Frankrijk en Engeland. Het sikahert leeft in kleine groepjes. De mannetjes zijn doorgaans solitair maar soms vormen ze samen tijdelijke groepjes. De vrouwtjes blijven bij de rest van de groep, behalve wanneer zij hun jongen grootbrengen. Die jongen worden in de lente of in de zomer geboren. Het is helemaal geen schuw dier. In Azië komt het zonder problemen in aanraking met de bevolking en het komt
zelfs voor dat het eet uit de hand van mensen: Dat gebeurt ook hier in het Wildpark.
Ik eet :
30
De afgrond van Belvaux
D
e afgrond van Belvaux wordt in de aardrijkskunde zo genoemd omdat op die plaats een rivier in de grond verdwijnt. Het is hier dat de Lesse zich in de kalkhoudende grond van het massief van Boine boort. Met behulp van kleurmiddelen die met het water werden gemengd, heeft men kunnen aantonen dat de Lesse een ondergronds traject van 1.500 meter aflegt, wat 3 tot 20 uur duurt, naargelang het debiet van de rivier. De rivier holt de kalksteen uit en verbreedt zo beetje bij beetje de spleten in de rots (mechanische inwerking), veroorzaakt door de insijpeling van regenwater dat tijdens zijn door gang door de humus (chemische inwerking) zuur wordt. Zo ontstaan de grotten met hun prachtige zalen en gale rijen. Je begrijpt wel dat talloze avonturiers op ontdek kingstocht gegaan zijn naar schatten die in deze fabe lachtige grotten verborgen zouden zitten.
Hier verdwijnt de rivier in de grond. Ze heeft 3 tot 20 uur nodig om de heuvel te doorkruisen en aan de andere zijde bij het dorp van Han-sur-Lesse er terug uit te komen.
31
De vale gier Vrouwtje : gier Jong : kuiken Ik ben een aasgier, ik eet slechts dieren die al dood zijn. 10 kg
V
110 cm
30 jaar
ale gieren leven in troepen, in kolonies die door gaans 10 tot 20 koppels tellen. Zij nestelen onder overhangende uitsteeksels van rotsen. Het vrouwtje legt 1 ei in januari en het jong wordt eind maart – begin april geboren. De ouders zullen het onge veer 4 maanden grootbrengen. De vale gier kan niet lang klapwieken. Hij profiteert van stijgende luchtstromen om hoogte te winnen en gaat zwevend op zoek naar voedsel. De vale gieren zijn aase ters. Zij zijn de schoonmakers van het gebergte doordat
ze karkassen van tamme en wilde dieren eten en zodoende vermijden dat zich ziektes verspreiden. Af en toe kan men vale gieren opmerken in België. Het zijn vaak jonge vogels die weidse ruimtes doorkruisen om zich nadien te vestigen in Frankrijk.
Ik eet :
32
De ooievaar Vrouwtje : ooievaar Jong : ooievaarsjong Wanneer ik terugkeer na een migratie, breng ik in een bundel een mensenbaby mee. 3 kg
D
100 cm
20 jaar
e witte ooievaar is een trekvogel die de winter doorbrengt in Afrika. De eerste vogels komen te rug vanaf januari. De ooievaar houdt van plaatsen in de hoogte die gemakkelijk toegankelijk zijn, met een vrij uitzicht. Maar de plaats moet ook toelaten om gemak kelijk op te stijgen en te landen. De ooievaar is een echte bouwer, de grote nesten kunnen tot 500 kg wegen. Het zijn de mannetjes die de nesten voorbereiden, de vrouwtjes kiezen achteraf het mooiste. Het vrouwtje legt doorgaans 4 en soms 5 eieren. Na 30
dagen komen de jongen uit. De ouders voeden de jongen samen. Zij braken het voedsel uit in het nest en de jongen pik ken het op. De ooievaars voeden zich in vochtige zones. Het zijn carnivoren en op hun menu staan kikkers, kleine knaagdieren, mollen, hagedissen, wormen, kleine vo gels en tal van insecten. Ik eet :
33
Het damhert Wijfje: damhinde Kleintje: damhertjong Ik ben kleiner dan een hert. Mijn gewei, dat enkel door de mannetjes wordt gedragen is handvormig. Mijn pels is zwart, bont of roodbruin. 70 kg
H
90 cm (schofthoogte)
12 - 15 jaar
et damhert, dat een zachtaardig en vriendelijk karakter heeft, leeft gewoonlijk in kudden, ook roedels genoemd. Het damhert is afkomstig uit Zuid-Spanje en Noord-Afrika en heeft een zeer gevarieerde vacht : zwart, roodbruin of bont. Het is halfwild en kan door niemand echt tam worden gemaakt. Het damhert weegt ongeveer 70 kg. De mannetjes dragen een gewei dat op dat van het hert lijkt. Er is echter een verschil: het gewei het damhert is handvormig afgeplat. Bij de oude mannetjes wordt deze brede beenderige palm de kroon genoemd. Het wijfje, de damhinde, brengt na een dracht
van 38 weken in juli een jong ter wereld. Het damhert voedt zich met gewassen, bladeren, vruchten, schors, knoppen en granen.
Ik eet :
34
De moeflon Wijfje: moeflonwijfje, ooi Kleintje: lam Ik ben een wilde schaap. Bekijk maar eens goed mijn grote gebogen hoorns. De wijfjes hebben er geen. 25 - 45 kg
D
60 - 70 cm (schofthoogte)
10 - 15 jaar
e moeflon is een wild schaap. Het mannetje, de ram, draagt grote gebogen hoorns. De vacht va rieert van lichtbruin tot donkerbruin. Het mannetje heeft vaak een grote witte vlek op de flank en het achterlijf. Hun voedsel is hetzelfde als dat van het tam schaap; gras, mos, knoppen en scheuten. De bronsttijd duurt van oktober tot décember. De man netjes voeren dan zware gevechten, waarbij ze met de hoorns tegen elkaar botsen. In de lente werpen de ooien een lam, soms twee. De moeflons leven in troepen in de bossen, waar zij rust en kalmte opzoeken.
Ik eet :
(kleur mij)
35
De tarpan Wijfje: merrie Kleintje: veulen Ik ben een klein wild paard. Ik galoppeer graag met de kudde in grote weilanden. 250 - 300 kg
M
1m30 (aschofthoogte)
12 - 15 jaar
et zij brede neusgaten , zijn grijze pels en zij kleine gestalte, is de tarpan de voorvader van het tam paard. Hij galoppeert graag door de weiden, de manen in de war en staart in de wind. Koude wind, regen, noch sneeuw kunnen dit dier deren. De tarpan is een sociaal dier, is niet bang van de mens en heeft hem graag in zijn buurt. Hij graast en voedt zich met gewassen, bladeren, knoppen, en soms zelfs bepaalde schorsen. Ik eet :
36
Het hert Wijfje: hinde Kleintje: hertejong Ik ben het statigste dier uit het bos. Ik draag een groot gewei. Het valt af in maart en groeit ieder jaar opnieuw. 100 - 350 kg 1m20 - 1m50 (schofthoogte)
D
15-20 jaar
e lange en fijne poten geven aan dit dier een hoge silhouet en een waardig en sierlijk voorkomen. Zijn vacht is grijs-bruin tijdens de zomer. Het draagt een prachtig gewei, dat ieder jaar vernieuwd wordt. Bij zijn verplaatsingen volgt de kudde een oude hinde, ter wijl het hert de rangen met opgeheven kop sluit. Het hert is een herkauwer en voedt zich met gewassen, bladeren en vruchten. In september kondigt het loeien van het hert, ook het burlen genoemd, het begin van de bronsttijd aan. Hij verzet zich hardnekkig tegen allen die zich op zijn brui
loftsgebied wagen. Na 8 maanden, rond de maand mei, baart de hinde één enkel kalf.
Ik eet :
37
De Poitou-ezel Vrouwtje: ezelin Jong: ezelsveulen Ze noemen me grauwtje, maar ik ben heus niet zo dom als ik er uitzie. Ik ben heel volgzaam en kom je heel graag goeiedag zeggen! Vind je dat m’n haren te lang zijn? Ik heb dat graag, want zo heb ik ’s winters lekker warm! 450 kg
D
1m50 (schofthoogte)
30 - 35 jaar
it sympathieke dier kan een schofthoogte bereiken van 1,50 m en tot 450 kg wegen. Het wordt nauwelijks gebruikt als lastdier, maar is vooral waardevol voor de voortplanting van muilezels. In de 18de eeuw werd de Poitou-ezel gekruist met de merrie van de muildierveulens uit Poitou (meer bepaald uit het moerasgebied rond Poitou). Dat leverde een groot wijfjesmuildier op ( een schofthoogte van1,70 m en 750 kg) dat wereldwijd bekendheid verwierf: het wijfjesmuildier uit Poitou. De muildierhandel kende vooral een bloei in de 13de en de 18de eeuw. De poitou-ezel werd op grote schaal geëxporteerd naar Amerika en tal van
mediterrane landen. Vandaag zijn er op de boerderij geen muildieren meer nodig. De Poitou-ezel is terug te vinden in sommige dierenparken, waaronder dat van Han-surLesse.
Ik eet :
38
De veelvraat De veelvraat heeft de kracht van een wolf in zijn kaak, de grootte van een das en de beweeglijkheid van een marter. 10 - 15 kg
D
75 - 110cm
10 jaar
e veelvraat is de grootste vertegenwoordiger van de ‘mustelidae’, de marterachtigen. Hij is een aaseter en voedt zich dus vaak met karkassen. Daarom noemt men hem ook ‘de hyena van het noorden’. Hij zou een slechte jager zijn en men vindt hem vaak in het spoor van wolven, lynxen en beren, op zoek naar de resten van hun maaltijd. In de winter kan de veelvraat grote prooien aanvallen. De sneeuw wordt zijn medeplichtige en als ze dik genoeg is, kan hij zelfs een ren dier aanpakken. De veelvraat is een solitair dier en volwassen exemplaren
worden slechts samen gezien tijdens de paartijd die loopt van eind mei tot half juni. De jongen worden geboren tijdens de koudste periode van het jaar, in fe bruari-maart, in een hol dat bestaat uit lange tunnels, vaak bij een dode boom. De jonge veelvraten wegen bij hun ge boorte niet meer dan 100 gram. Ze zijn blind en volledig wit. Ik eet :
39
De bizon Wijfje: bizonwijfje Kleintje: kalf Ik ben een wild rund. Ik heb een slecht karakter en kan heel kwaad worden. 700 - 900 kg 1m50 - 1m70 (schofthoogte)
D
20 jaar
e bizon, erwant aan de Amerikaanse bizon, is het grootste zoogdier van Europa. De Europese bizon, ook Wisent genoemd, valt op door zijn twee kleine uit elkaar staande hoorns, zijn zachte pels, gevoerd met wolachtig donshaar in the winter. Hij kan 700 tot 900 kg wegen en tot 50 jaar oud worden. Hij kan soms razend kwaad worden. Tijdens de bronsttijd voeren de mannetjes onder elkaar verschrikkelijke ge vechten voor het bezit van een wijfje. Deze laatste zal na 9 maanden een klein kalfje ter wereld brengen, dat al heel vlug zal opstaan, naast zijn moeder zal meelopen
40
en nog graag op de grond gaat liggen om uit te rusten.
Ik eet :
De oeros Wijfje: koe Kleintje: kalf Ik ben de voorvader van de koe. Ik leefde hier al lang voor haar. 600 - 900 kg 1m30 - 1m50 (schofthoogte)
D
20 jaar
e oeros is de voorvader van alle holhoornigen. Rond 1623 verdween hij uit Polen. Een Duitse zoöloog die bezorgd was over zijn verdwijning, fokte het ras opnieuw. Dit massief en zeer sterk dier heeft een rechte rug en lange hoorns. Hij weegt tot 900kg. Zijn donkere pels vertoont een lichtbruine lijn op de ruggegraat en op het voorhoofd. Hij kan tot 20 jaar oud worden. Hij is een planteneter en voedt zich met knoppen, jonge bladeren, takken en bepaalde schorsen.
Na de bronsttijd zal de oeros één jong ter wereld brengen dat reeds zeer snel met de kudde zal meegaan.
Ik eet :
41
De beer Wijfje: berin/berenwijfje Kleintje: berejong Ik ben een echte kolos. Ik neem het op tegen om het even wie. Ik loop, zwem en klim in de bomen. Je ziet me hier in een omheinde ruimte omdat ik gevaarlijk ben. annetje 300 kg 1m80 - 2m (schofthoogte) 40-50 jaar M wijfje 200 kg e bruine beer is een indrukwekkend dier, een echte kolos, met zijn 150 kg en zijn 2 meter. Wanneer hij op zijn achterpoten staat, geeft zijn dikke pels hem echte atletenschouders. Hij kan 40 km/uur lopen, hij zwemt perfect, klimt in de bomen met behulp van zijn stevige klau wen en neemt het op tegen om het even wie dankzij zijn uitzonderlijke kracht en zijn uitstekende reflexen. Spijtig dat hij zo’n slechte ogen heeft. Deze robuuste kerel heeft niet veel vlees nodig. Hij verslindt alles, om het leven het seizoen. Hij is goed vet en gaat in de bergen schuilen, waar hij een goed onderkomen zoekt om rustig alleen te
D
slapen tot in de lente. In dat hol zal het wijfje begin januari één of twee berejon gen ter wereld brengen. Bij hun geboorte wegen die niet meer dan 300 tot 400 gram, terwijl een hertekalf 6 tot 7 kilo weegt… De berin, die een uitstekende moeder is, zal maar om de twee jaar een jongen krijgen. Jullie zien hem hier in een afgesloten en omheinde ruimte, aange zien de beer een wild en gevaarlijk dier is. Ik eet :
42
Het Schotse rund Wijfje: koe Kleintje: kalf Ik ben een neef van de koe die je wel kent. Ik heb op mijn rug een dikke wolachtige pels. 300 kg
H
90 cm - 1 m (schofthoogte)
20 jaar
et kleine Schotse rund leidt een vrij rustig leventje. Zijn twee gebogen hoorns en zijn lange haren bovenop zijn schouders geven hem een ernstige blik. Kijk eens hoe gedrongen hij is en hoe goed beschermd door warm wolachtig donshaar. Dankzij zijn bouw is hij beter bestand tegen de wind en de koude regen op de uitgestrekte heiden van de Schotse hoogvlakten. Hij heeft een donkerbruinen vacht en kleine, zwarte, onrustige oogjes. Het Schotse rund voedt zich met gewassen die hij op zijn lange tochten herkauwt. Na het liefdesseizoen zal het
wijfje een kalfje ter wereld brengen. Kort na zijn geboorte huppelt het al naast zijn moeder in de uitgestrekte groene vlakten.
Ik eet :
43
NEDERLAND Amsterdam (310 Km) Utrecht (280 Km) Rotterdam (250 Km) OOSTENDE GENT
ANTWERPEN (150 km)
KORTRIJK A4
Paris (315 Km) FR A
MONS N
LIEGE (75 km) NAMUR (55 km) CHARLEROI DINANT (95 km) Han-sur-Lesse E411
D
CE Reims (170 Km)
Köln (200 Km) Maastricht (110 Km) Aachen (125 Km) LAN TSCH DEU
BRUXELLES - BRUSSEL TOURNAI (110 km)
Lille (205 Km)
HASSELT
Trier (155 Km) Luxembourg (110 Km) GD de LUX. ARLON Saarbrücken (200 Km) Metz (170 km) - Nancy (225 Km) Strasbourg (330 km) - Colmar (375 Km)
E411 Uitrit 23
Voor meer inlichtingen:
Domein van de Grotten van Han Rue J. Lamotte, 2 - 5580 Han-sur-Lesse Tel. 084/37 72 13 - Fax 084/37 77 12 E-mail
[email protected] www.grotte-de-han.be