Nije enerzjie foar Fryslân
Toelichting op presentaties en berekeningen
Mei in oar 16% duorsume enerzjie foar Fryslân yn 2020 Ljouwert, desimber 2012
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING .................................................................................................................................................. - 3 1.1 1.2 1.3
2
GERAADPLEEGDE BRONNEN EN PARTIJEN ............................................................................................... - 4 2.1 2.2
3
literatuurlijst ................................................................................................................................... - 4 Geraadpleegde personen en partijen............................................................................................. - 5 -
UITGANGSPUNTEN .................................................................................................................................... - 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
Aanleiding ....................................................................................................................................... - 3 Werkwijze ....................................................................................................................................... - 3 (Co) Auteurs .................................................................................................................................... - 3 -
Leeswijzer ....................................................................................................................................... - 6 Doelstelling: .................................................................................................................................... - 6 Finaal vs primair: ............................................................................................................................ - 6 Energieverbruik 2020: .................................................................................................................... - 7 De kostprijs van duurzame energie ................................................................................................ - 7 -
DE TECHNIEKEN ......................................................................................................................................... - 8 4.1 4.1.1 4.1.2
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
ZON PV POTENTIE: ......................................................................................................................... - 8 Zon PV kleinschalig....................................................................................................................................... - 8 Zon PV grootschalig ..................................................................................................................................... - 9 -
ZON THERMISCH............................................................................................................................. - 9 WIND ............................................................................................................................................ - 10 BIOGAS.......................................................................................................................................... - 10 RESTWARMTE ............................................................................................................................... - 11 ENERGIE UIT AFVAL ...................................................................................................................... - 12 HOUT ............................................................................................................................................ - 12 GEOTHERMIE ................................................................................................................................ - 12 WKO .............................................................................................................................................. - 14 BLUE ENERGY................................................................................................................................ - 14 GETIJDEN ENERGIE ....................................................................................................................... - 14 BIJMENGING VAN BIOBRANDSTOF .............................................................................................. - 15 -
-2-
1 1.1
Inleiding Aanleiding
In opdracht van PDF heeft EKwadraat een update gemaakt van het KNN rapport Duorsume Enerzjy yn Fryslân wat in 2010 i.o.v. de Provinsje Fryslân is gemaakt. Op 3 september zijn de resultaten van deze update gepresenteerd aan het Duorsum Innovaasje Oerliz van de provinsje Fryslân. Naar aanleiding van deze presentatie is nader onderzoek gedaan op onderdelen van de presentatie. De resultaten daarvan zijn verwerkt in de volgende stukken: - een presentatie met analyse, conclusies en aanbevelingen op hoofdlijnen. - een presentatie met technische achtergrond en uitgangspunten voor geïnteresseerden - een excelsheet met achterliggende berekeningen, - een toelichting op de presentaties en berekeningen 1.2
Werkwijze
De volgende werkwijze is gehanteerd: Provincie en PDF hebben afgesproken welke partijen met welke vraag en welke informatie zouden worden benaderd. Betreffende partijen zijn benaderd en hebben per mail de vraagstelling ontvangen, samen met de presentatie en de achterliggende berekeningen en uitgangspunten als vertrekpunt voor een reactie (zie bijgevoegde vraagstelling). O.b.v. de reacties van de geïnterviewde personen zijn een aantal andere partijen geraadpleegd om bepaalde zaken te verifiëren of scherper te krijgen. Op basis van de diverse reacties zijn de berekeningen en de presentatie aangepast. 1.3
(Co) Auteurs
Organisatie: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-Mail adres: Internet:
Platform Duurzaam Fryslân Medewerker projectbureau, J. Houtsma 0653-960177
[email protected] www.platformduurzaamfryslan.nl
Organisatie: Contactpersoon: Afdeling: Telefoonnummer: E-Mail adres: Internet:
Provinsje Fryslân Projectmedewerker Duorsume Ynnovaasjes, gis en (beleids)monitoring E. van der Staay Kennis & Ekonomy 058 2925115 / 06-52521574
[email protected] www.fryslan.nl
Organisatie: Bedrijf: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-Mail adres: Internet:
Ekwadraat Ekwadraat BV Folkert Linnemans 088-4000 531
[email protected] www.ekwadraat.com
-3-
2 2.1 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
Geraadpleegde bronnen en partijen literatuurlijst Provinsje Fryslân, Duorsume Enerzjy yn Fryslân, 11 oktober 2010, Energiegebruik en productie van duurzame energie 2010 2015 2020, KNN Provinsje Fryslan , Omrin ‘Gebundelde Energie’, een verkenning naar de mogelijkheid van een Fries Duurzaam Energiebedrijf Buck Consultants International, Marktverkenning Energiefonds Fryslân Rabobank, An Outlook for Renewable Energy in The Netherlands, C. van der Elst, June 2012 Coalitieprogramma “Nije Energie foar Fryslân” 2011 - 2015 Stichting Platform Geothermie, Willem Wiskerke, Factsheet Diepe Geothermie, mei 2011 TNO, ‘How to build from public geothermal aquifer Information from oil and gas data, ThermoGIS’, JanDiederik van Wees, L. Kramers, R.A. Kronimu, M. Pluymaekers , Bochum 2011 ECN, TNO, Costs of Deep Geothermal Energy in the Netherlands , Derk Straathof, June 30th, 2012 IF technology, Technische pontentieelstudie diepe ondergrond Noord Nederland, 2008 ECN, september 2012, basisbedragen SDE+ 2013 Gemeente Leeuwarden, Slim met energie & water , januari 2011 – december 2014 Energie in Nederland 2011, CBS, APX-ENDEX, Eurostat, Tennet, EDSN, Eurogas, Eurostat,, Gasunie Ministerie van Infrastructuur en Milieu, ‘Verkenning Energietransitie en Ruimte’, Frank Stevens, september 2011 ECN Energiebalansen Provincie Drenthe, juli 2012 S.M. Lensink, P. Lako, B.W. Daniels, P. Kroon Ecofys, Perspectieven voor duurzame energie in Noord Holland Stichting Natuur & Milieu, een visie op de duurzaamheid van groen gas Notitie Sinnestroom 2012 2015 vastgesteld door GS Sinnestroom en landschap Atelier Fryslân def 4 oktober 2011 Stichting Duurzame Energie Koepel, Signaal nr 5, november 2012 overzicht energiesoorten en impact nieuwe regeer akkoord EKwadraat, architect van de duurzame keten, diverse onderzoeken en informatie t.a.v. concrete duurzame initiatieven in Fryslân Rapportage DWA, 2011, Friesland Campina Masterplan warmtenet Leeuwarden, Essent, 2011 TNO, Vraag en aanbod van biomassa in de Energy Valley Regio, 2010 Arcadis / Zonnepark 2012, Twente EnerQ productiegegevens park A7 Verkenning biogas in Fryslân, 2010, Dairy Campus / Ekwadraat Diverse websites als vermeldt in presentatie en excelberekeningen, oa.: 26.1 www.statline.nl (CBS database) 26.2 www.omrin.nl (resultaten 1e jaar REC) 26.3 www.ecn.nl (SDE documentatie) 26.4 www.b-i-o.nl (aantal vergisters) 26.5 re.jrc.ec.europa.eu/pvgis/apps4/pvest.php# 26.6 www.AgentschapNL.nl (kentallen zonneboiler)
-4-
2.2
Geraadpleegde personen en partijen
1.
Gerrit van Werven, Energy Valley
2.
Jelmer Pijlman, Energy Valley
3.
Jitske Stavenga, Jan Jaap Dicke, Harm Jan Bouwers, Nienk Hoepman, Provinsje Fryslân
4.
Jadranka Cace, Rencom, aanjaagster Zonne energie Fryslân
5.
Allard van Dijk, NOM
6.
Peter Bot, gemeente Leeuwarden
7.
Jaap Stuiver, Gemeente Leeuwarden
8.
H. Koning, Heliomax
9.
Ing Marius Groenenberg, Triodos Bank,
10. Peter Luimstra en Henk Nienhuis , gemeente Leeuwarden 11. Juuk Slager, Voorzitter Werkgroep Zonne-energie Fryslân, 12. Paul Lako, Msc, ECN 13. Ton Berg, Dutef, koepelorganisatie samenwerkende duurzame installateurs Fryslân 14. Jan.M.Van Herk, Ministerie van Economische Zaken 15. drs. M.J. (Mara) van Eck van der Sluijs, Senior Inspecteur Geo-Engineering, Staatstoezicht op de Mijnen, Ministerie van Economische Zaken 16. Ir Arnold Burger, Seed architects 17. G. Wispelwey, Buro 360, adviseurs en accountants 18. Michiel Roks, Rijks Waterstaat 19. Lydia Dijkshoorn, Energie Strategie en Transitie, Agentschap NL divisie Energie en Klimaat 20. Diverse adviseurs, interviews, informatie t.a.v. biogas en van diverse concrete duurzame initiatieven in Fryslân EKwadraat, architect van de duurzame keten.
Zie voor bronvermelding en berekeningsmethodiek ook de excelsheet en de presentaties. In bijlage 1 staat de brief weergegeven, zoals verzonden naar de partijen.
-5-
3
3.1
UITGANGSPUNTEN
Leeswijzer
In de presentaties en de Excel berekening staan veel bronnen, aannames en uitgangspunten vermeld. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste daarvan toegelicht. Ook zijn reacties en bevindingen op hoofdlijnen weergegeven. 3.2
Doelstelling:
We gaan in de presentatie nu uit van de recente landelijke doelstelling dat in 2020 16% van het energiegebruik duurzaam moet zijn opgewekt Voor de landelijke verkiezingen was dit 14%. De provincie Fryslân heeft zelf de ambitie op termijn geheel fossielvrij te worden. Deze provinciale ambitie onderstreept de conclusies alleen maar en maken het extra noodzakelijk om samen in actie te komen. 3.3
Finaal vs primair:
De doelstelling van 16% gaat over het energiegebruik in de provincie Fryslân (het zgn finaal gebruik door eindgebruikers). Het aandeel duurzame energie daarin ten opzichte van het totale energieverbruik moet in 2020 hoger zijn dan 16%. Net als in het KNN rapport gaat deze presentatie uit van de opgewekte hoeveelheid duurzame energie. - Transportverliezen zijn daarbij niet meegerekend. - Er is wel rekening gehouden met de mate waarin de opgewekte duurzame energie wordt benut. Transportverliezen zijn niet meegerekend. Wel is rekening gehouden met de mate waarin de opgewekte duurzame energie wordt benut. Bij Biogas wordt bijvoorbeeld alleen de hoeveelheid benutbare duurzame energie gerekend1 Er is niet rekening gehouden met de energie-inhoud van de gebruikte biomassa zoals te verbranden hout of te vergisten vergistingsmateriaal (het zgn. primair energieverbruik). Argumenten om te kiezen voor de opgewekte hoeveelheid energie op deze wijze: Onderscheid in de categorieën primair en finaal energieverbruik* leidt tot –te- veel complexiteit bij niet ingewijden o Het zelfde geldt voor de het toevoegen van transportverliezen in de benadering o Het zelfde geldt voor het vermelden van de energie inhoud van grondstoffen bij biomassa gerelateerde duurzame energie. Deze energie inhoud wordt bovendien niet tot nauwelijks gemonitord. De hoeveelheid aan een net geleverde duurzame energie wordt bij de meeste vormen van duurzame energie juist wel heel goed gemeten. De (transport)verliezen zijn in percentage beperkt en veelal van technische aard. Er kan niet tot nauwelijks invloed op worden uitgeoefend. Op productie (en consumptie) kun je wel invloed uitoefenen en dat is achterliggende bedoeling van de presentatie. Bij alle vormen van energie, zowel groen als grijs, treden beperkte verliezen op tgv transport, opslag, zuivering, warmteverlies etc. * Toelichting
1
Bij een biogasinstallatie met een WKK wordt biogas omgezet in elektriciteit. Het warmteverlies van de WKK wordt niet meegerekend als opgewekte duurzame energie, tenzij die wordt benut door een nabijgelegen warmtevrager
-6-
Er zijn meerdere definities van energieverbruik in omloop. Bijvoorbeeld de energie-inhoud van kolen, benzine of hout die wordt verbruikt voor warmte en/of elektriciteit. Dit is het primaire energieverbruik. Dat is wat anders dan de hoeveelheid energie die de eindgebruiker benut (uit het stopcontact, uit waterleidingen d.d.), het finaal energieverbruik. Het primair energieverbruik is hoger dan het finaal energiegebruik door verliezen bij omzetting van bijvoorbeeld kolen in stroom en bij transport van die stroom naar de eindgebruiker. Als voorbeeld: Elektriciteitsproductie; Bij de huidige elektriciteits-productie uit kolen of gas gaat meer dan de helft van de energie input verloren als warmte. Het gemiddelde rendement bij de omzetting van primaire energie bedraagt 45%. Dat betekent dat voor elke PJ aan elektriciteit uit kolen of gas die bij bedrijven en huishoudens uit het stopcontact komt, er zo’n 2,2 PJ aan fossiele brandstoffen is gebruikt. De resterende 1,2 PJ wordt vaak als warmte geloosd in koelwater of in de lucht. Als deze energieverliezen worden meegerekend, komt KNN tot een totaal primair energiegebruik voor de provincie Fryslân in 2007 van 80 PJ, maar liefst 18 PJ hoger dan waar in de scenario’s mee is gerekend (bron: KNN rapport). Niet deskundigen zijn niet op de hoogte van de verschillende definities. Uit dit voorbeeld moge blijken dat het nagenoeg ondoenlijk is om niet deskundigen in alle definities en nuances mee te nemen zonder de hoofdlijn van de presentatie uit het oog te verliezen. 3.4
Energieverbruik 2020:
Voor het totaal (finaal) energieverbruik van Fryslân in 2020 is de schatting van het KNN rapport van 62 PJ aangehouden. Uitgangspunt van KNN is dat extra verbruik en besparing elkaar ongeveer op zullen heffen. Op basis van de diverse reacties op de presentatie is dat op dit moment een goede “best guess”. 3.5
De kostprijs van duurzame energie
Voor de kostprijs van duurzame energie is uitgegaan van de adviezen van KEMA/ECN als verwoordt in het SDE+ advies 2013, E12038. Dit document en de methodiek er voor wordt jaarlijks ge-update. Het komt tot stand na marktconsultatie van vele stakeholders en wordt breed gezien en geaccepteerd als best guess voor de gemiddelde kostprijs in Nederland. Voor bepaalde projecten en locaties geldt dat de kostprijs gunstig af kan wijken van het gemiddelde wat ECN en Kema jaarlijks berekenen. De kosten van afzet van digestaat uit biovergisters zijn in Fryslân lager dan het landelijk gemiddelde. De windsnelheid is in Fryslân aanmerkelijk hoger dan het landelijk gemiddelde (bron: Enerq, productiegegevens park A7). Indien deze aspecten zouden worden meegenomen is de prijs van een aantal vormen van duurzame energie nu reeds lager dan die van grijze energie, zeker als daarin de externe kosten2 worden meegenomen.
2
* Conflicten en om olie en grondstoffen kosten geld. Fukushima en Tjernobyl zijn langjarig onbewoonbaar. Zorgkosten kunnen
stijgen t.g.v. fijnstof. Nederland moet de komende decennia investeren om het land te beschermen tegen de stijgende zeespiegel als gevolg van klimaatverandering. Ook geldt voor bepaalde vormen grijze energie vrijstellingen voor BTW, energiebelasting en/of importrechten. Deze en andere zogenaamde ‘externe kosten’ zijn niet opgenomen in de prijs van grijze elektriciteit. In een studie uitgevoerd in opdracht van de EU is becijferd dat de ‘externe kosten’ voor kolenstroom op kunnen lopen tot € 75,- per 1.000 kWh. In vergelijking met de feitelijke kostprijs van kolenstroom (€ 60 per 1.000 kWh) is dat meer dan een verdubbeling. De ‘externe kosten’ van duurzame elektriciteitsproductie blijven volgens deze studie in alle gevallen ruim onder de € 10,- per 1.000 kWh.
-7-
4 De technieken 4.1
ZON PV POTENTIE:
Zonne energie van particulieren blijft door saldering financieel interessant . Grootschalige zonneprojecten laten beperkte groei zien. Voor meer dan 5.000 kWh per jaar kan niet worden gesaldeerd. Grootverbruikers (gebruik groter dan 50.000 kWh) betalen bovendien veel minder per kWh, zodat het rendement van zonnepanelen –te- laag is. Bij zakelijke ‘middenverbruikers’ (10.000 – 50.000 kWh per jaar) kan het zijn dat zonnepanelen financieel interessant zijn door fiscale voordelen (fiscale subsidiëring) als Energie Investerings Aftrek, Kleinschaligheids Investerings Aftrek en/of versnelde afschrijving. Op dit moment is er ca. 9 hectare zonne energie. Technisch maximum 4.250 hectare zon; 100% van alle 17.000 ha bebouwbare percelen doet mee. Een kwart daarvan is gunstig gelegen tov de zon. De efficiëncy stijgt van 850 kWh per kWpiek naar 1.100 kWh per kWpiek (dit is een optimistiche inschatting; de afgelopen 9 jaar is de rendementsverbetering volgens de werkgroep zonne energie ongeveer 20% (totaal) geweest). Financieel realistisch en het scenario ‘pro actieve overheid, best case’; Idem, maar ‘zon’ is interessant voor 50% van de percelen (m.n. gebruikers die minder dan 5.000 kWh per jaar gebruiken) , daarvan doet 40% mee en investeert ca . € 6.000,- in zonne energie. De ambitie van de provinsje Fryslân is 50 MW zon in 2015 en doorgroei naar 500 MW Indien beleid stagneert zal naar verwachting slechts 16% van alle particulieren en kleinverbruikers mee doen. EKwadraat en PDF zijn iets optimistischer over zon dan in de notitie Sinnestroom van de provincie Fryslân. Argumenten: T.o.v. publicatiedatum Sinnestroom inmiddels iets lagere prijzen voor zonnepanelen Met het nieuwe coalitie –akkoord wellicht meer kansen voor perceels- en EAN-code overstijgende initiatieven. Niet alleen daken, maar ook het omliggend bouwterrein, infrastructuur op bijv. een industrieterrein, oprijlanen etc. is bruikbaar Techniek gaat tot 2020 vooruit De positieve houding van het kabinet Rutte 2.
4.1.1
Zon PV kleinschalig
Zon op daken bij MKB bedrijven en particulieren is op dit moment goed financierbaar (< 5.000 kWh per jaar). De kostprijs is hoger dan die van grijze stroom en dan die van een aantal andere vormen van duurzame energie. Tot een verbruik van 5.000 kWh is het echter toegestaan de opgewekte stroom en de verbruikte stroom te salderen. De consument bespaart zo energiebelasting en BTW. Met deze indirecte –fiscalesubsidie komt de prijs van zonne energie voor een (rechts)persoon die minder dan 5.000 kWh per jaar gebruikt op een kostprijs voor zonne energie van ca. € 0,15 per kWh, dus onder de prijs van ca. € 0,22 per kWh die een kleingebruiker aan zijn/haar energiebedrijf betaalt. Voor bedrijfsmatige kleinverbruikers geldt daarenboven dat ze fiscale voordelen kunnen genieten uit hoofde van de Energie Investerings Aftrek, de Milieu Investerings Aftrek en/of de Kleinschaligheids Aftrek. In combinatie met eventueel mogelijke willekeurige /versnelde afschrijving maakt dit zonne energie voor deze doelgroep –nog- a antrekkelijk(er). Hiermee is de kostprijs lager dan grijze stroom. Bij electriciteitsverbruik tussen de 5.000 kWh en 50.000 kWh is de aantrekkelijkheid van zonne energie afhankelijk van voornoemde fiscale mogelijkheden en van de gelijktijdigheid van productie en verbruik. Zijn de fiscale mogelijkheden en de gelijktijdigheid groot, dan is investeren in zon potentieel interessant. Te denken valt bijvoorbeeld aan middelgrote boerenbedrijven.
-8-
Juuk Slager, werkgroep zonne energie Fryslân: Zon-PV: Op het moment gaat het hard met particulieren, maar op het totaal energieverbruik stelt het nu nog weinig voor. Gezamenlijke inkoop en -aanlegprojecten schieten als paddestoelen uit de grond. Voor veel particulieren is het investeringsbedrag nog wel een drempel.
4.1.2
Zon PV grootschalig
Met de huidige regelingen kan grootschalige zonne energie niet uit (> 50.000 kWh per jaar). Grootverbruikers betalen aan hun energieleverancier minder voor de energie (ca. € 0,07 á 0,11 per kWh) dan de kostprijs van zonne energie van ca. € 0,15 per kWh. Of grootschalig binnenkort financieel toch aantrekkelijk wordt, hangt af van de invulling van het regeerakkoord. Als het lagere belastingtarief voor zelflevering ‘in de nabijheid’ en binnen coöperatieve samenwerkingsverbanden voldoende laag is, dan komen er mogelijkheden. Zeker als men samen ook nog: - scherper panelen en installatie in kunt kopen - dak/grond voordelig ter beschikking hebt - wellicht een aantal fiscale faciliteiten (EIA, MIA, KIA en/of Vamil) kunt benutten Gegeven derving van energiebelasting en BTW indien ook grootschalige zonne energieprojecten mogen salderen, is de verwachting dat voorlopig alleen kleinschalige zonne energie ‘uit zal kunnen’.
4.2
ZON THERMISCH
Technisch maximum: In Fryslân 281.000 woningen, Flatgebouwen, meerdere etagawoningen, monumentale panden vallen af. 60% van alle woningen, 1 boiler van 2.7 m2, aardgasbesparing van 175m3 aardgas 55 zwembaden, ca. 25.000 m3 per zwembad: 0.05 PJ en een aantal zorggebouwen (hebben een duidelijke warmtevraag), afronden op 0.1 PJ Financieel realistisch: 10% van alle woningen, 1 boiler van 2.7 m, aardgasbesparing van 175m3 aardgas 10 zwembaden: 0.01 PJ + zorg: afronden op 0.02 PJ.
Toelichting: Gemiddelde woning met gemiddelde boiler van 2,7 m2 levert een besparing van 175 m3 aardgas per jaar (bron: AgentschapNL, 2012). Verbruik van tapwater van een gemiddelde woning bedraagt tussen de 240 m3 en 350 m3 per jaar. De indicatie voor zonne energie is verder verhoogd met toepassing van thermische energie in zwembaden. Volgens het CBS zijn er in NL in 2006 (meest recente cijfer) 726 zwembaden. Nederland heeft 415 gemeenten, oftewel 1,7 zwembaden per gemeente. Friesland had in 2006 32 gemeenten, dus naar schatting ca. 55 zwembaden.
-9-
4.3
WIND
Technisch maximum en financieel realistisch: Technisch gesproken (ecologie, geluids- en afstandsnormen) en financieel realistisch is in windrijk Fryslân meer dan 1000 MW mogelijk (Bron: OMRIN, NWEA) . Voorgestelde bijdrage van de provinsje Fryslân; 525 MW (Gedeputeerde Konst in Provinciale Staten, 28 november 2012, IPO – Rijk akkoord februari 2013 ). Indien de provincie investeert in goede plannen, communicatie en samenwerking tussen provincie en andere stakeholders, dan kan naar inschatting van PDF in Fryslân 750 MW wind op land mét draagvlak worden gerealiseerd. Op basis van actuele projecten en doorlooptijd daarvan, alsmede het groeitempo in de afgelopen jaren is de verwachting dat er zonder wijziging in aanpak in 2020 maximaal 200 MW opgesteld vermogen in Fryslân is gerealiseerd. Toelichting: Wind is nodig om tegen lage kosten een forse bijdrage te leveren aan de duurzame doelstelling (Bron: Rabobank, ING Bank, Triodos Bank, Eneco, NOM, provinsje Fryslân). De landelijke doelstelling is realisatie van 6000 MW wind op land. Mogelijk vraagt het Rijk een hogere inzet aan plannen om 6.000 MW daadwerkelijk te realiseren en kan/zal ze voor grote projecten de regie overnemen. Wind op land is tot dusverre politiek bestuurlijk echter een lastig dossier. Indien de provincie en andere stakeholders er samen niet in slagen niet om tot goed, gedragen plannen en communicatie daarvan te komen zal er voor 2020 nauwelijks nieuwe windprojecten op land worden gerealiseerd. En nauwelijks bestaande windmolens worden gesaneerd.
4.4
BIOGAS
Financieel Realistisch, beleidsambitie en pro aktief beleid: Verdrievoudiging van de huidige bijdrage in 2020 mogelijk. Vijf grotere nieuwe industriële vergisters. Slimme combinaties met beschikbare reststoffen en afzet van gas en warmte, zoals Ecopark de Wierde, Bio-NOF. Koppeling van een aantal bestaande vergisters aan mobiliteit i.p.v. alleen omzetting van biogas in elektriciteit (daarvoor verbeterd rendement tot 3x huidig). Bijvoorbeeld door de BIOnof; Een biogasleiding die biogas van verschillende boeren in Noord Oost Fryslân met gasleiding naar gashub brengt en daar na zuivering benut voor rijden op groengas of injecteert in het aardgasnet. Mogelijk eerste opbrengsten van nieuw type vergister (Dairy Campus). Indien het Beleid stagneert: (bijna) geen nieuwbouw, maar overstap van enkele bestaande vergisters naar groen gas of transportbrandstof. Voor de overgestapte vergisters een rendementsverbetering van-meer dan50% ten opzicht van alleen elektriciteitsproductie. Nauwelijks groei t.o.v. huidige bijdrage. Toelichting: Boerenvergisters zijn op dit moment door de hoge inkoopprijzen van covergistingsmateriaal en de hoge kosten van digestaat afzet niet tot nauwelijks financierbaar. Een aantal vergisters in Fryslân is vanwege het negatieve rendement zelfs gestopt met productie. Wel kan voor bestaande vergisters worden ingezet op warmtebenutting of op levering van groen gas i.p.v. omzetting van biogas in elektriciteit. De provincie kan dat een groen gas hub en aansluitingen vanuit de vergisters daarop stimuleren met kennis en met bijvoorbeeld co-financiering. Riool Water Zuiverings Installaties (RWZI) en industriële vergisters zijn wel financierbaar (bron: Triodos Bank, Rabobank). Op een beperkt aantal plekken in Fryslân biedt dit kansen die gericht kunnen worden onderzocht.
- 10 -
4.5
RESTWARMTE
Overwegingen 1. In Fryslân zijn slechts op enkele plekken concrete kansen voor de combinatie van warmte-opwekking en warmtevraag. 2. De huidige bijdrage van restwarmte is 0,1 PJ (bron: KNN)Er zijn nu 2 kleine warmte netten in Fryslân (Techum, Leeuwarden, beide eigendom van ELES). Als technisch maximum is een drietal warmtenetten met de omvang van het beoogde netwerk in Leeuwarden aangehouden 3 Als financieel realistisch is uitgegaan van realisatie van twee kleinere warmtenetten bij Friesland Campina en Cammingaburen (bron: Rapportage DWA, 2011, Friesland Campina en Masterplan warmtenet Leeuwarden, Essent, 2011) De Reststoffen Centrale (REC) in Harlingen wordt in het volgende paragraaf separaat belicht. De (restwarmte van) energiecentrale Bergum wordt niet meegenomen. Elektrabel heeft in 2010 aangegeven niet aan te willen sluiten op een warmtenet met de huidige installatie. Dit naar aanleiding van een studie van het warmtenet Leeuwarden. De gasgestookte centrale wordt weinig ingezet en mogelijk op termijn gesloten. Verder zijn er onvoldoende warmtevragers in de buurt van deze meer dan 600MW grote centrale.
3
Er ligt een ambitie in Leeuwarden voor een warmtenet Leeuwarden werkt in het kader van het programma ‘Slim met water en energie’ aan een aantal projecten waar restwarmte deel van uit maakt. Er wordt door een consortium van partijen E kwadraat, Friesland Campina, Koopmans Meel, Essent, Wetterskip, MCL en anderen gerekend aan een warmtenet voor Leeuwarden. De regio provincie en gemeente faciliteren. Men wil ca. 0,3 PJ aan warmte distribueren die is geproduceerd door geothermie en biogas (zie deelproject hier onder). Circa de helft van de totale energiebehoefte van de gemeente ! Ook de restwarmte van industriële partijen kan met dit netwerk gedistribueerd worden. Voor 2015 willen Essent, Enexis, E-kwadraat, stichting Energy Valley en Gasunie een project realiseren waarbij 40 miljoen kuub biogas via een 30 kilometer lange leiding wordt getransporteerd. Die hoeveelheid groen gas is evenveel als het gasgebruik van 25.000 huishoudens. Gemeente en provincie faciliteren dit project, marktpartijen zijn in de lead. Dit project maakt tevens onderdeel uit van het project Groen Gas Hubs Energy Valley, waarvoor bij het rijk en de EU subsidie is aangevraagd. Beide deelprojecten versterken elkaar. Of betreffend project zal worden gerealiseerd is –nog- niet zeker. Middels de plannen voor deze projecten project is er redelijk zicht ontstaan op dimensionering, kansen en mogelijkheden en uitdagingen van warmtenetten. Restwarmte alleen is in het algemeen lastig te financieren. Uitdaging is vooral voldoende grote, constante warmtevraag en lange terugverdientijden van infrastructuur. Aalsmeer, Briele en Honselaarsdijk zijn nog bezig. Purmerend (100 mln. euro) is net gestaakt (investeerders en banken wilden/durfden daar niet). - 11 -
4.6
ENERGIE UIT AFVAL
In Fryslân zijn slechts op enkele plekken concrete kansen voor de combinatie van warmte-opwekking en warmtevraag. Qua omvang de belangrijkste is de Reststoffen Energiecentrale Harlingen (REC). Door middel van afvalverbranding wordt stoom geproduceerd die met name benut wordt voor de zoutwinning. De centrale benut warmte om via een Warmtekracht installatie elektriciteit op te wekken en warmte af te zetten bij zoutfabriek Frisia.
Doordat alle gemeenten reeds zijn aangesloten bij de REC, is van deze bron qua hoeveelheid warmte en elektriciteit geen groei te verwachten. Indien het aandeel ‘duurzame/hernieuwbare brandstof/input’ in het verwerkte Friese afval toe neemt kan het aandeel groen van de geleverde electriciteit en warmte wél toe nemen. Als alle Friese afval hernieuwbaar zou zijn, een toename met een factor 2 c.q. met 2,5 PJ. Met deze mogelijke verschuiving qua input en ‘omlabeling’ van grijs naar groen is niet rekening gehouden. Toelichting: Restwarmte moet zijn opgewekt met duurzame bronnen en fossiel energieverbruik voorkomen. REC Frisia zout gebruikte ca. 175 miljoen m3 aan aardas. De totale levering van warmte is door het REC overgenomen. Echter heeft het REC ook soms zelf gas nodig om de juiste tempratuur te halen. Hiervoor gebruiken ze 25 tot soms 50 miljoen m3 aardgas voor. Blijft over een besparing van 175 minus 25 á 50 miljoen m3 aardgas. Hiervan mag o.b.v. de beschikbare informatie worden aangenomen dat ca. de helft met duurzame brandstoffen opgewekt (bron: KNN rapport, website Omrin en diverse definities duurzame energie). In totaal werd aldus benaderd in 2012 een besparing van 72 miljoen m3 aardgas door duurzame brandstoffen gerealiseerd. Ook van de elektriciteitsproductie van de REC mag vanwege de gebruikte inputs van de centrale volgens de geldende definities ca. 49% worden aangemerkt als duurzaam. Met in totaal 2,5 PJ duurzaam opgewekte energie en vermeden fossiel verbruik is REC (in de combinatie met Frisia) daarmee één van de belangrijke bronnen van duurzame energie in Fryslân. Door de groei van andere bronnen van duurzame energie zal het aandeel van de REC in de duurzame energiemix (procentueel) richting 2020 af nemen.
4.7
HOUT
Op dit moment 0,21 PJ uit houtverbranding. Technisch maximum en financieel realistisch: 0,4 PJ o.b.v. het in Fryslân beschikbare hout Op dit moment is er nog geen beleid of ambitie t.a.v. hout. Zonder beleid niet verdere groet. Toelichting: Vraag en aanbod van biomassa in de Energy Valley Regio, TNO, 2010: houtblok, -snipper, -zaagsel, -pellets, afkorthout en A-hout. Uitgaande van droog hout. Rendement van houtketels is 80%, waardoor 20% verlies is opgenomen. Hout kan makkelijk worden geimporteerd.
4.8
GEOTHERMIE
Financieel realistisch en scenario ‘pro aktieve overheid’: Op basis van de inventarisatie wordt ingeschat dat er met een pro actieve aanpak 4 doubletten mogelijk zijn. Twee bij de glastuinbouw, Sexbierum en Hartman, mogelijk één in Dongeradeel en één in Leeuwarden . We gaan in onze berekening uit van 2 tot 4 geothermiebronnen - 12 -
Als technisch maximum wordt aangehouden 10 bronnen (1,375 PJ). Locaties: Zuivelfabriek in Leeuwarden, toekomstige Zuivelfabriek Fonterra in Heerenveen, 2 bronnen in Sexbierum, 2 bronnen in Berlikum, 3 bronnen in Leeuwarden, 1 bron in Dongeradeel. Op dit moment is er nog geen beleid of ambitie t.a.v. geothermie. Toelichting Er zijn momenteel twee actieve opsporingsvergunningen in de provincie Friesland, te weten Sexbierum (AC Hartman 25 km2 Franekeradeel) en Berlikum (Gietwater Berlikum). Dit betreft diepe geothermie (1500-4000) meter waar er in een zandsteenaquifer een doublet wordt geboord. Dit is nu het plan bij bijvoorbeeld Hartman / Sexbierum. Hierbij wordt er warm water (70-100 'C) opgepompt waarmee de kassen verwarmd worden. Dit is reeds op een aantal plekken in Nederland min of meer succesvol toegepast. Daarnaast heeft ook de gemeente Leeuwarden serieuze plannen rond geothermie (zie ook ‘Restwarmte’). Bij Terschelling is eerder gebleken dat warmtewinning op basis van geothermie financieel niet haalbaar is, maar initiatiefnemers verkennen nu de mogelijkheid voor elektriciteitsproductie met ‘diepe geothermie’ (zie hier onder). Voor de implementatie van geothermie en restwarmte kan ook gekeken worden naar toepassing in de "lage temperatuur"industrie. Zoals Friesland Campina, Hochwald, Sonac Burgum, Phoenix, Coffe Treatment&Supply, Huchtamaki Nederland, Lamb Weston Meyer. Deze gebruiken voldoende voor een geothermie doublet en hebben totaal een industriële lage temperatuur warmte vraag van 3 PJ volgens AgentschapNL. EKwadraat is bekend met een aantal van deze industrieën. De kosten om restwarmte of warmte uit geothermie te benutten zijn in veel gevallen nog –te- hoog. Samen met de risico’s beperkt dit de kans op realisatie. Zonder pro aktief beleid geen Geothermie. De provincie kan met een (project)gerichte aanpak helpen om bepaalde projecten ‘los’ te trekken. De SDE+ waar nu sprake van is heeft Geothermie in een enorme versnelling gebracht, maar het boren van een geothermieput is technisch nog lastig. De kosten voor het slaan van een put zijn aanzienlijk, bijvangst en verzakking is niet met zekerheid uit te sluiten. Financiering is lastig. In Fryslân zijn weinig grote warmtevragers en weinig bestaande warmtenetten (dus lange termijn infrastructuur nodig, die lastig financierbaar is). Ook voor industrie geldt dat veelal aanpassingen in processen en installaties nodig zijn om geothermie toe te passen. Diepe Geothermie: Daarnaast is door het bedrijf Transmark een opsporingsvergunning aangevraagd van 4125 km2 voor –bijnaheel Fryslân aangevraagd voor dieper dan 4 km. De plannen van Transmark zijn voor Enhanced Geothermal Systems, waarbij men elektriciteit op willen wekken uit stoom. Deze plannen zijn nieuw in Nederland. De eerste projecten zullen moeten uitwijzen hoe rendabel het is. ECN gaat op basis van ervaringen in Duitsland uit van een kostprijs van 21 á 24 cent/kWh, afhankelijk van boring, omvang en afzetmogelijkheden van restwarmte. Gegeven de onbekendheid, de technische en financiële uitdagingen, doorlooptijd van vergunningen om te mogen produceren en bouw van installaties is een bijdrage uit diepe geothermie voor 2020 niet te verwachten.
- 13 -
ECN over Geothermie Voor heel Nederland schat Dhr. Paul Lako van ECN in, dat er in 2020 van de 420 PJ aan benodigde groene energie maximaal 15 PJ uit geothermie zal komen. Voor Fryslân zou je volgens Lako met enig optimisme voor 2020 uit kunnen gaan van: 3x6MW aan geothermie voor warmte , 1x 10 MW aan geothermie elektrisch voor een pilot Eneco over Geothermie Diepe Geothermie bekijkt Eneco bij wijze van proef in het kassengebied in het Westland. Voor 2020 verwacht ook Eneco nog geen grote bijdrage van restwarmte en Geothermie, ook niet in Fryslân, waar de warmtevraag beperkt is en er bijna geen bestaande warmtenetten zijn. Triodos over Geothermie Geothermie staat vooralsnog op een laag pitje. Er zijn nog te veel (technische) risico’s. Uiteraard het boren zelf maar ook het risico dat gas/olie wordt geboord en tot slot de seismische activiteit die geothermie kan veroorzaken.
4.9
WKO
WKO is in de studie niet meegenomen omdat 1. WKO wekt geen energie op, maar bespaart energie (voor technisch geïnteresseerden; WKO valt bij de z.g.n.. BREEAM definities onder BRO1 en dat betekend energiebesparing. Oftewel niet verduurzaming c.q. opwekking). Verder: 2. WKO is in bestaande bouw lastig in te passen. In Fryslân wordt bijna niets meer nieuwgebouwd; 3. vanuit de installatiebranche wordt deze optie weinig (aan)gedragen, wellicht om de eerstgenoemde reden, mogelijk omdat de opbrengsten in de praktijk niet altijd zijn meegevallen (hogere installatiekosten en –veel- pompenergie nodig) ;
4.10 BLUE ENERGY Meerdere bronnen Wetsus en Water Alliance zijn geraadpleegd. Hoewel de potentie zeer groot lijkt, is de techniek pas na 2020 marktwaardig.
4.11 GETIJDEN ENERGIE Er wordt geen substantiële bijdrage van getijdenenergie in 2020 verwacht. De geringe hoogteverschillen in Nederland beperken zowel de potentie als het financieel rendement van getijdenenergie. Toelichting: Bij Rijks Waterstaat is een proef met getijden-energie gedaan in het Grevelingenmeer in het kader van Top Centre Water en Tidal Testcentre (Structon + Delta Energiebedrijf). Het Grevelingemeer is nu al zout en afgesloten. Er is bekeken of/hoe in de Goerree Overflakkee sluis in de Grevelingen bij hoog water zout water naar binnen kan stromen en bij laag water er weer uit. Ca. 50 cm hoogteverschil is mogelijk. Het betrofbetreft een pilot om kosten/baten van getijden energie in kaart te krijgen. Getijdenenergie blijkt alleen rendabel te zijn als ook andere functies mee financieren aan de investeringen. Denk aan waterbergingsfunctie doordat de inlaat-uitlaat mogelijk ook kan dienen al pomp om overtollig rivierwater wat anders door Rotterdam loopt versneld af te voeren. Het zoutwatermeer is nu vrij zuurstofarm. Door in/uitlaat meer zuurstof en betere waterkwaliteit, dus goed voor ecologie en toerisme. Omdat we geen zout water in het - 14 -
IJsselmeer binnen zullen laten is deze combinatie van functies -nog afgezien van het economisch aspect- in het IJsselmeer niet realistisch in 2020. In de sluizen van Den Oever is sinds 2008 een testfaciliteit van het bedrijf Tocardo t.b.v. opwekking van stroom uit het zoete water wat door de sluizen stroomt. Het opgesteld vermogen bedraagt 35 kW, waarmee ca. 12 huishoudens van groene stroom kunnen worden voorzien. Zie http://www.tocardo.com .
4.12 BIJMENGING VAN BIOBRANDSTOF Bijmenging is niet meegenomen. Ze wordt niet in, of door Fryslân opgewekt. Toelichting: Op een zeer beperkte hoeveelheid koolzaad na wordt alle bijgemengde biobrandstof elders geproduceerd. Er zijn in Fryslân wel enkele pilotprojecten waar productie van biobrandstof wordt zoals Algenolie (Kelstein), Waterstof (Delta Oil), Koolzaadolie (Ecopark en Solar Oil). Deze projecten zullen in 2020 niet substantieel bijdragen. Op basis van Europese en Nederlandse regelgeving moet biobrandstof bijgemengd worden bij transportbrandstof (zoals diesel en benzine). De eerstkomende jaren wordt het volume hernieuwbare energie met kleine stappen verhoogd (4,5% in 2012, 5% in 2013 en 5,5% in 2014). Nederland werkt op deze wijze toe naar de Europese doelstelling van minimaal 10% hernieuwbare energie in het vervoer in 2020. Die doelstelling wordt niet alleen bereikt door biobrandstoffen bij te mengen; ook de inzet van duurzame elektriciteit en groen gas telt mee. Onderstaande tabel laat zien om welke hoeveelheid duurzame energie het met bijmenging gaat: 2012
Bijmenging transportbrandstof
0,4
2020
Scenario's
technische maximum
financieel realistisch
Beleid
Beleid stagneert (biogas, zon, wind)
Pro aktieve overheid best case
0,9
0,9
0,9
0,9
0,9
- 15 -
Bijlage 1
Vraagstelling geïnterviewden (incl. presentatie + berekening verzonden):
Geachte …, Bijgaand als zojuist besproken de presentatie over duurzame energie in Fryslân en excelsheet met daarin de verschillende aannames. Hier onder een korte schets van het idee en vraagstelling; We proberen in korte tijd tot een schatting op hoofdlijnen te komen van de bijdrage van de grotere leveranciers van duurzame energie in Fryslân in 2020. (We, dat is Provincie Fryslân en PDF; Platform Duurzaam Fryslân is de koepel zonder commercieel oogmerk van windmoleneigenaren in Fryslân, zie www.platformduurzaamfryslan.nl). Per type duurzame energie is een aantal schattingen/scenario’s geïnventariseerd en afgestemd, inclusief een korte scan van berekeningen, modellen en uitgangspunten op hoofdlijnen. We checken nu de conclusies en berekeningen bij een aantal deskundige partijen. Het streven is –zo veel mogelijk- concensus over de common sense uitkomsten (en de er aan ten grondslag liggende bronnen, aannames en berekeningen op hoofdlijnen). Als het lukt om met een paar toonaangevende partijen tot dezelfde conclusies te komen en die uit te dragen, dan kan dit leiden tot versterking van de focus op de juiste zaken en zo bijdragen aan het halen van de doelstelling in Fryslân.
Het gaat niet om ‘de laatste decimaal achter de komma’, maar om praktisch communiceerbare, gedragen, ‘common sense’ cijfers (en bronnen en berekeningswijzen) van de provincie en toonaangevende partijen. Er wordt gefocust op díe vormen van duurzame energie die in 2020 een substantiële bijdrage kunnen leveren. Andere vormen van duurzame energie worden genoemd, maar voor deze inventarisatie verder buiten beschouwing gelaten. Het samen halen van de doelstelling van minimaal 14% duurzame energie in 2020 door Fryslân staat centraal. Er is/wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van eerdere rapporten en berekeningswijzen van bijvoorbeeld Omrin, KNN, Rabobank, PDF en beleidsgroepen binnen de provincie. Uitgangspunten, berekeningswijze en uitkomsten van bestaande modellen en berekeningen worden op pragmatische uitgewisseld en geëvalueerd. Het opstellen van volstrekt nieuwe, uitgebreide modellen is niet de bedoeling. Er wordt daar waar mogelijk onderscheid gemaakt tussen: o Huishoudens o Bedrijven/industrie o Transport Daar waar beschikbaar of makkelijk in de inventarisatie ‘mee te nemen’ zal de component werkgelegenheid en/of andere spin off als ‘bijvangst’ worden meegenomen. Hierop ligt echter niet de focus.
Mogelijk organiseren we o.b.v. de reacties van verschillende partijen nog een bijeenkomst waarin de verschillende deskundigen in een efficiënte setting met elkaar van gedachten kunnen wisselen en –hopelijktot gedeelde common sense conclusies en boodschap komen. Ik hoop dat dit voldoende aanknopingspunten biedt, maar vragen of opmerkingen zijn altijd welkom. Bij voorbaat dank voor uw inbreng en tot wederhoren, - 16 -