!
AANVULLING OP DE
Aanvullende berekeningen buitenland en actualisatie AERIUS Monitor. 1 juni 2015 ! ! !
! !
2! !
Foto’s voorkant: Verkeer (foto Wouter van Vliet), Witterveld (foto Hans Dekker), koeien nabij Schiphol (foto Beeldbank EZ, Marcel van den Bergh), Grote Peel (foto Beeldbank EZ, Mieke van Engelen), Margriethaven (foto Rob van der Waal)
! !
3! !
INLEIDING Voor de definitieve vaststelling van het PAS zijn er twee aanvullende onderzoeken uitgevoerd met behulp van AERIUS, te weten: 1.
Naar aanleiding van zienswijzen1 is er onderzocht wat de effecten van het PAS op depositie in de grensstreek in België en Duitsland zijn. Dit betekent dat alleen het beleidseffect van het PAS is berekend en er dus geen beeld is van de totale depositie-ontwikkeling;
2.
De vergelijking tussen de referentie situatie en het PAS is geactualiseerd op basis van AERIUS Monitor 14.2.1. Dit was AERIUS Monitor 14.2.
In deze aanvulling worden de uitkomsten van beide toegelicht. 1. Effect Programma Aanpak Stikstof op rekenpunten in Natura 2000-gebieden in het buitenland Werkwijze AERIUS heeft berekend wat het effect van het Programma Aanpak Stikstof als geheel is op relevante hexagonen in Natura 2000-gebieden in het buitenland. Om dit te bepalen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de NH3-bijdrage van stallen en de bijdrage van mestaanwending is doorgerekend op rekenpunten in het buitenland, voor twee varianten: de referentiesituatie en het scenario met PAS. Het verschil in depositie bij deze sectoren is het effect van het PAS als geheel. Voor alle andere sectoren is er namelijk geen onderscheid in het scenario met en zonder PAS (geen extra bronbeleid met het PAS maar ook geen groei-beperkingen zonder PAS) Alle varianten van het stallenbestand van AERIUS zijn doorgerekend op de rekenpunten in het buitenland, voor 2020 en 2030. Daarnaast is de bijdrage door mestaanwending doorgerekend met en zonder PAS Conform de werkwijze in AERIUS Monitor 14.2 is rekening gehouden met het effect van stagnatie bij stallen in de autonome ontwikkeling. Daarnaast is rekening gehouden met het uitgangspunt dat in het scenario met PAS de helft van het effect van het generieke Rijksbeleid (stallen en mest) en de helft van het effect van het aanvullende beleid van Limburg beschikbaar wordt gesteld voor extra ontwikkelingen. De berekeningen tonen alleen het effect van het PAS als geheel, ten opzichte van een situatie zonder PAS, zoals dat ook berekend is binnen Nederland. De resultaten geven geen inzicht in de daling ten opzichte van 2014 of in het effect van individuele projecten. Resultaten Onderstaande figuren tonen het resultaat van de berekeningen voor 2020 en 2030. Te zien is dat het PAS op alle beschouwde rekenpunten in de buitenlandse gebieden zorgt voor een afname van de depositie ten opzichte van de situatie zonder PAS. In 2030 is die daling door het PAS groter dan in 2020. De blauwe bolletjes tonen de gemiddelde afname op alle rekenpunten die binnen een bepaalde afstand van de grens liggen (aangegeven op de X-as). De verticale lijnen geven de range van rekenresultaten aan voor diezelfde rekenpunten (minimum en maximum). Op rekenpunten verder weg van de Nederlandse grens neemt de gemiddelde daling maar ook de range af. Bijvoorbeeld, op de punten die minder dan 1 km van de Nederlandse grens liggen is in 2020 de gemiddelde daling door het PAS 35 mol/ha/jaar en liggen alle resultaten tussen de 3 en 144 mol/ha/jaar. Op de rekenpunten die tussen de 20 en 50 km van de Nederlandse grens liggen, is de gemiddelde afname in 2020 nog 10 mol/ha/jaar, met een variatie tussen de 1 en 41 mol/ha/jaar.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 1
!Zie!Nota!van!antwoord;!zienswijzen!op!het!ontwerp!Programma!Aanpak!Stikstof,!2015.!
! !
4! !
Figuur 1a: Resultaten AERIUS berekeningen op rekenpunten, in 2020.
Figuur 1b: Resultaten AERIUS berekeningen op rekenpunten, in 2030.
! !
5! !
2. Actualisatie vergelijking referentiesituatie en PAS met AERIUS Monitor 14.2.1 De berekeningen voor de vergelijking tussen de referentiesituatie en PAS zijn geactualiseerd op AERIUS Monitor 14.2.1. De referentiesituatie is de situatie zonder PAS. De werkwijze en aanpak is gelijk aan “Passende beoordeling over het programma aanpak stikstof 2015-2021” dd. 10 januari 2015. Voor de beschrijving van de werkwijze verwijzen wij naar dat document. Resultaten De vergelijking levert geen grote verschillen met de berekening met AERIUS Monitor 14.2. De belangrijkste conclusie van de vergelijking in de bestaande passende beoordeling blijft hetzelfde en is: het programma aanpak stikstof leidt op alle plekken met stikstofgevoelige habitats binnen Natura 2000gebieden tot een lagere depositie dan in de referentiesituatie. Dit betekent dat het PAS bijdraagt aan een verlaging van de depositie in alle relevante gebieden. In de volgende kaartbeelden komt dit tot uitdrukking:
Figuur 2a: vergelijking referentiesituatie 2020 en PAS, bron AERIUS Monitor 14.2.1.
! !
6! !
Figuur 2b: vergelijking referentiesituatie 2030 en PAS, bron AERIUS Monitor 14.2.1.
! !