Nieuwstad 51 – Norenburgerstraat 2 – 2a Nieuwstad 51 ligt op de hoek van Nieuwstad en Norenburgerstraat. Het beslaat een rechthoekig perceel en heeft geen tuin. Wel is er op dit moment een ruimtelijke relatie met Nieuwstad 53 en het achterhuis, Norenburgerstraat 2b en 2c. Nieuwstad 53 kon niet worden betreden, het achterhuis aan de Norenburgerstraat wel, maar zal buiten beschouwing blijven. Ook is er een binnendeur die naar de winkelruimte van Nieuwstad 53 leidt, die eveneens buiten beschouwing zal blijven. Een historische verbinding lijkt het niet te zijn. Ruimtelijke opbouw Het huis bestaat uit een grote kelder onder het hele huis, twee lage verdiepingen en een zolder onder een zadeldak met aan de Nieuwstadszijde een dakschild. Boven de voor- en zijgevel van Nieuwstad 51 en het perceel in rood weergegeven op de kadastrale minuut van 1823; onder een foto gemaakt rond 1880.
De kelder vormt één ruimte en is van binnenuit bereikbaar. Ook de winkelruimte vormt aan de straatzijde één grote ruimte. Achter is rechts een gang naar het achterhuis aanwezig, met links achtereenvolgens een gangetje vanuit de al genoemde gang die naar de keldertrap leidt, twee trappen naar de verdieping en tenslotte nog een kamertje. De twee trappen naar de verdieping behoeven enige toelichting. Eén trap vertrekt in het portiek aan de Norenburgerstraat en gaat recht van links naar rechts om op de verdieping in een gang uit te komen die weer naar voren loopt, boven de gang op de begane grond. De tweede trap heeft in deze laatste gang zijn vertrekpunt en loopt recht van achter naar voor. Aan de bovenzijde is het trapgat dichtgemaakt. Waarschijnlijk was er oorspronkelijk een woning op de verdieping, die bij de winkel hoorde en een zelfstandige woning op de tweede verdieping en de zolder. Momenteel zijn beide woningen vanuit de Norenburgerstraat bereikbaar. De woning op de verdieping kon overigens niet worden bezocht. De verdieping heeft een kamer-en-suite aan de straatzijde met daarachter vertrekken als een slaapkamer en een keuken. De zolder is één en ongedeeld en bereikbaar via een spiltrap tegen de rechter zijgevel, iets voor de plaats van het derde gebint.
Nieuwstad 51- Norenburgerstraat 2-2a. Langs- en dwarsdoorsnede kapconstructie en zolderplattegrond.
Middelste kapgebint met afgezaagde stijlen.
Constructie Het huis heeft gemene muren met de buurpanden en de kelder is door middel van een groot tongewelf overdekt. Van balklagen is nergens iets te zien, alleen de kap kon worden bestudeerd. Deze is van het normale Zutphense type, vier gebintvakken diep met drie gebinten, waarvan het derde is verdwenen, alleen de kepen van de dekbalk in de flieringen resten. De bewaard gebleven gebinten hebben hun dekbalken op ruim een meter boven de zoldervloer, erg bruikbaar is de ruimte dus niet en alles wijst er op dat de zoldervloer later aanzienlijk werd verhoogd. De bewaard gebleven gebinten nummeren met gehakte telmerken van voor naar achter. Oorspronkelijk waren alle (slordig getimmerde) gespannen van eiken, zonder telmerken met gespijkerde haanhouten en een toognagel in de nok. Aan de zijde van de straat zijn latere reparaties in naaldhout uitgevoerd.
Eiken gespannen met gespijkerde haanhouten.
Gevels De twee gevels zijn nu gepleisterd en wit geschilderd en beide als lijstgevels uitgevoerd. De achtergevel voor zover hij boven de belending uitsteekt is gewoon gepleisterd. Door het stucwerk zijn vlechtingen zichtbaar. De voorgevel heeft jaartalankers die 1620 vermelden (waarvan overigens de ´2´ er op geschilderd is) en boven de winkelpui hangt een groot smeedijzeren uithangbord, het ‘Rode Hert’ uit de vroege achttiende eeuw in Lodewijk XIV-vormen. Beide gevels aan de straat zijn drie traveeën breed, zij het dat de vensters in de zijgevels veel verder uit elkaar staan. Alle vensters zijn nu als T-vensters uitgevoerd, behalve die in de zijgevel op de tweede verdieping die naar binnen draaien. De winkelpui, die deels in de Norenburgerstraat doorloopt met een schuin geplaatste deur op de hoek is uitgevoerd met een blokstructuur in stucwerk. De lijst die nu de bovenbeëindiging van de pui vormt loopt echter over de hele zijgevel door.
Winkelpui met op de afgeschuinde hoek de toegangsdeur.
Interieur De kelder laat enkele interessante historische elementen zien. Achter in de kelder, maar midden in de ruimte staat een zware gemetselde kolom. Het metselwerk heeft op de hoeken klezoren. Door een gat op de hoek is te zien dat de kolom hol is en waarschijnlijk het fundament heeft gevormd voor een schoorsteen op de verdieping. Hij zit vol puin met onder andere een dakpan. Dat het ook op kelderniveau een schouw was, lijkt onwaarschijnlijk er is geen stookopening en de binnenzijde is niet beroet. Recht hierboven is in de kap ook duidelijk te zien, door het feit dat de sporen ter plaatse in de nok onderbroken zijn, dat hier een schoorsteen door het dak stak. Op de tussenliggende verdiepingen is geen spoor van deze schoorsteen meer aanwezig.
Fundering van de schoorsteen in de kelder.
Direct achter de schoorsteen zit een duidelijk naad tussen de twee delen van het tongewelf, die hier ook minder goed op elkaar aansluiten, alsof de kelder in twee fasen tot stand kwam. Werd hij later aan de achterzijde verlengd? Op de hoek was vroeger duidelijk een trap naar buiten aanwezig, die in de Nieuwstad moet zijn uitgekomen. Op de begane grond is, naast hetgeen al is beschreven niets historisch bewaard gebleven. De verdieping werd niet bezocht, maar de tweede verdieping vertoonde een tamelijk gaaf woonhuisinterieur uit het midden van de negentiende eeuw met paneeldeuren, geprofileerde kozijnen en deklatten en gave schouwtjes in woonkamer en keuken. Opmerkelijk is dat de kozijnen versierd zijn met duivejagers, een kenmerk dat over het algemeen toch op een datering in de achttiende eeuw wijst. Over de zolder is het meeste al verteld. Ter hoogte van het verdwenen derde gebint is nu een nieuwe constructie aanwezig met een veel hogere balk. Hier waren volgens de bewoner vroeger twee kamertjes. Het venster in de achtergevel en de dakkapel boven de zijgevel bevestigen dit wel.
Bouwgeschiedenis Op grond van de jaartalankers lijkt Nieuwstad 51 een huis dat in 1620 nieuw werd gebouwd. Dit klopt aardig met de gegevens in het historisch kadaster. In 1621 neemt een kerkmeester van de Nieuwstadskerk een hypotheek op het huis om het te kunnen herbouwen. De akte vermeldt dan al een ‘nieuw getimmerd huis’. Intrigerend is echter dat de genomen dendromonsters dit jaartal niet onderschrijven! Het linker korbeel van het eerste gebint kon scherp worden gedateerd. De boom die het hout voor dit bouwdeel leverde werd in de winter van 1633 gekapt, een jaartal dat wordt ondersteund door de datering van een spoor: 1634+6. Een verklaring van dit fenomeen is lastig te geven. Werd de bouw van het huis ernstig vertraagd of brandde het na ruim tien jaar al weer af? We kunnen alleen speculeren. Van dit huis resten waarschijnlijk niet meer dan kelder, zolder en de bouwmuren. De laatste echter zonder leesbare architectuur. In later tijd werden de verdiepingshoogtes van verdieping en tweede verdieping ingrijpend veranderd. Dit vooral ten koste van de zolder, waar geen werkbare stahoogte meer overbleef. Wanneer en hoe dit is gebeurd lijkt nog niet helemaal duidelijk. Van de buitenzijde van het huis bestaan twee boeiende foto’s, beide ongedateerd, die ons mogelijk iets meer over de bouwgeschiedenis kunnen vertellen. De duidelijk jongste van beide foto’s toont ons het huis, terwijl dit met slingers en draperieën versierd is. Midden op de voorgevel prijkt de beeltenis van koningin Wilhelmina, zodat de foto waarschijnlijk tijdens de kroningsfeesten in 1898 is gemaakt. De tweede foto zal, ook gezien de kledij van de mensen op straat, eerder rond 1880 zijn genomen. Als we beide foto’s met elkaar vergelijken dan komt de voorgevel qua indeling aardig overeen met de huidige situatie, zij het dat de ramen anders zijn, waarbij klaarblijkelijk verdieping en tweede verdieping onafhankelijk van elkaar werden gemoderniseerd. De foto uit 1880 toont op de verdieping nog negenlichts schuifvensters, de tweede verdieping heeft al modernere zeslichts schuifvensters. In 1898 heeft de verdieping de nog bestaande T-vensters gekregen, terwijl op de tweede verdieping nog alles bij het oude is. Interessant is nu de indeling van de zijgevel rond 1880. Hier zien we twee verdiepingsvensters, die duidelijk nog lager in de gevel zitten dan de huidige verdiepingsvensters daar. De onderdorpel van het achterste zeer gedrukte schuifvenster ligt wel haast op gelijke hoogte als de bovendorpel van deur en vensters in de voorgevel. Het lijkt er eerder op dat deze vensters gemaakt zijn om lage insteekverdiepingen te verlichten dan de huidige volwaardige verdieping. De plaats van de tweede verdiepingsbalklaag is op de foto goed te zien. Net boven het houden bord met opschrift ‘Logement en Stalling’ zijn nog de oude zeventiende-eeuwse vorkankers te zien, echter op zo’n hoogte dat het achterste schuifvenster makkelijk veel hoger had kunnen worden uitgevoerd. Waarschijnlijk is de tweede verdiepingsbalklaag al verhoogd en is het venster nog een relict van een oudere situatie. Een hypothese die goed overeenkomt met een datering rond het midden van de negentiende eeuw voor het interieur van de tweede verdieping. Kijken we naar de negenlichts-schuifvensters in de voorgevel dan zou deze verhoging nog wel iets ouder kunnen zijn. In ieder geval is het wel aannemelijk dat het verhogen van de vloeren en het bouwen van de voorgevel in één bouwcampagne werden uitgevoerd. Ook zal het zeventiende-eeuwse schoorsteenkanaal toen zijn gesloopt. Voordien was er klaarblijkelijk sprake van een hoge begane grond met insteken en een lage verdieping. Vergelijking van beide foto’s laat nog een aardige verbouwing zien. In 1898 heeft de winkel een hele nieuwe pui gekregen met maar liefst drie dubbele openslaande deuren. Niet alleen de winkelpui is geleed met pilasters, maar de hele zijgevel. En wel in een kolossale orde. Onder de goot is een gestucte lijst aangebracht met gestucte vierkanten boven de pilasters. Net als nu loopt de bovenlijst van de pui in de vorm van een cordonlijst over de zijgevel door. Vergelijken we de positie van het venster in de zijgevel in 1880 met de huidige, die dus tussen 1880 en nu tot stand kwamen, dan blijken deze later dus nog te zijn verlaagd! Ongetwijfeld om na het aanbrengen van de gestucte lijst onder de goot weer enige harmonie in de gevel te krijgen. Nu is van pilasters en gootlijst niets meer bewaard gebleven, alleen de cordonlijst op de verdieping bleef bewaard. Na 1898 kreeg de winkel zijn huidige pui met overhoekse deur.
Links: foto gemaakt omstreeks 1880 Rechts: foto uit 1898 tijdens de kroningsfeesten van koningin Wilhelmina.