Nieuwsbrief Zomer 2014
en omstreken Organisatie familieleden en directbetrokkenen van psychiatrische patiënten Postbus 909 – 5600 AX Eindhoven – Tel. (040) 261 37 88/89
2
Nieuwsbrief Stichting Labyrint~In Perspectief Landelijk Organisatie van familieleden en direct betrokkenen van psychiatrische patiënten. 030 - 254 68 03 ma-di-do van 10.00-12.30
Advies en hulplijn: 0900 - 254 66 74 (€ 0,20pm)
Inhoudsopgave pag. 5 Geslaagde doe-middag over triadisch werken in gemeentehuis pag. 7 Uitnodiging Een bijzonder evenement
Patienten vertrouwenspersoon GGZ Zuid-Oost-Brabant
pag. 8 Gemeenten niet op zorgtaak voorbereid
040 – 297 05 97 werkdagen van 09.00-16.00 uur
pag. 9 De verschuiving van zorg richting mantelzorger
Cliënten belangenbureau GGzE
pag. 11 Familievertrouwenspersoon
De Centrale Cliëntenraad GGzE
040 - 297 06 20 werkdagen van 09.30-12.00 uur
Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen
pag. 12 Factsheet Hervorming langdurige zorg pag. 14 Huisartsen krijgen hulp bij verwijzing naar GGZ pag. 15 Wederom een bijzonder evenement
030- 280 30 30 werkdagen van 10.00-14.00 uur
www.vmdb.nl
pag. 17 Psychotherapie wordt te duur en ineffectief
Lotgenotenlijn, Vereniging voor Manisch-Depressieven en Betrokkenen
Pag. 19 Sociaal werker onvoldoende voorbereid op ggz-problematiek
0900 - 512 34 56 (€ 0,10pm) werkdagen van 09.00-21.00 uur
GGzE Familie Vertrouwens Persoon
Judith van Nimwegen 06 - 4694 38 81 werkdagen van 9.00-15.39 uur
[email protected]
Stichting Borderline
030 - 276 70 72 ma 10.30–14.30, wo 11.3015.30, do 10.30-14.30 uur
LSOD Landelijke Stichting Ouders van Drugsgebruikers 0900 - 515 22 44 (€ 0,20pm) werkdagen van 10.00-17.00 uur
Landelijk bureau, Vereniging Ypsilon
088 - 000 21 20 werkdagen van 09.00–17.00 uur
pag. 22 GGZ Oost Brabant wint IGZ ZorgVeiligPrijs 2014 pag. 24 Nieuwsuur: Zestig patiënten langdurig in isoleercel pag.26 CER en Wtcg afgeschaft pag. 27 Cliënten en zorgondernemers: Wlz ‘een gemiste kans’ pag. 28 AVI nieuwsbrief - Wmo 2015 in Tweede Kamer pag. 32 Mindfulness, RET, neurofeedback en lichaamsgerichte psychotherapie worden niet meer vergoed pag. 34 Factsheet Hervorming langdurige zorg Intramurale GGZ
Ypsilon Eindhoven e.d. Kempen
pag. 35 Patient weet basis-GGZ nog niet te vinden
Stichting Korrelatie
pag. 36 Schippers en Van Rijn: door e-health betere zorg en meer eigen regie
www.ypsilonedk.nl
0900 - 1450 (€ 0,20pm) werkdagen van 09.00 18.00 uur
Zomer 2014
Voorwoord van de voorzitter
pag. 3 Voorwoord voorzitter
Iedere werkdag tenminste één dagdeel bereikbaar.
040 - 297 06 18 ma-do van 09.30-12.00 uur
3
Voorwoord voorzitter Nieuwsbrief zomer 2014 De zomer en de vakanties zijn al volop losgebrand maar toch willen wij u met deze nieuwsbrief nog even op de hoogte stellen van enkele recente ontwikkelingen.
Recente ontwikkelingen
Die zijn er genoeg want we hebben als LIP een druk jaar achter de rug. Naast de gespreksgroepen en de thema-avonden hebben we veel tijd gestoken in de gesprekken met de centra van GGzE over het naastenbeleid, we hebben samen met de GGzE, het Cliëntenbelangenbureau en Familie als Bondgenoot de succesvolle triade-doemiddag georganiseerd, met de gemeente Eindhoven zijn we in gesprek over een goede rol voor naasten in de WMO, met collega-organisaties(Ypsilon, Naasten voor Naasten, De VMDB, De NVA) proberen we samenwerkingsafspraken te maken, we denken met het zgn. E-lab van GGzE na over de ontwikkeling van slimme E-health-toepassingen die cliënten en naasten ondersteunen, we leggen contacten met de (praktijkondersteuners ggz van de) huisartsen om hen te informeren over het aanbod van LIP. Bij al deze activiteiten valt mij steeds weer de grote inzet en betrokkenheid van al onze vrijwilligers op. Sommigen zijn al een groot aantal jaren actief en zijn inmiddels al ver in de 3e levensfase. Ik kan niet genoeg benadrukken dat wij als bestuur daar heel blij mee zijn. Zij vormen met elkaar de kurk waarop onze organisatie drijft. Tegelijkertijd vraag ik me soms af of we dit ook in de toekomst kunnen blijven waarmaken. Gaat het ons lukken om t.z.t opvolgers te vinden voor onze vrijwilligers op leeftijd en kunnen we voldoende mensen vinden voor de nieuwe taken die op ons afkomen ? Ons ideaal is om toe te groeien naar een situatie dat we méér familie-ervaringsdeskundigen hebben dan tot nu toe het geval is, een netwerk van vrijwilligers zowel binnen als buiten de GGzE. Het voordeel van een pool met meer vrijwilligers is dat we niet steeds op dezelfde mensen een beroep hoeven te doen en dat we ook mensen hebben voor nieuwe ontwikkelingen.
Nieuwsbrief
4
In de gesprekken met de verschillende centrum-managers van de GGzE is steevast één van de agendapunten dat wij graag méér in contact willen komen met de naasten van cliënten die bij GGzE in behandeling zijn. Wij merken dat veel van deze naasten nauwelijks op de hoogte zijn van het bestaan en het aanbod van LIP. Dat is jammer omdat we denken dat zij zeker hun voordeel kunnen doen door deel te nemen aan onze gespreksgroepen, thema-avonden etc. Tegelijkertijd denk ik dat wij als LIP sterker kunnen worden door onze achterban te vergroten. Daardoor zijn we beter op de hoogte van wat er op de werkvloer bij de verschillende centra gebeurt en kunnen méér mensen gebruik maken van onze activiteiten. Wij verwachten daarnaast dat onder deze naasten er zeker ook mensen zullen zijn die geïnteresseerd en capabel zijn om af en toe vrijwilligerstaken voor LIP te gaan verrichten. Het mes kan op deze manier dus aan twee kanten snijden. Vooralsnog blijkt het nog erg lastig om via de GGzE aan de adresgegevens van deze nieuwe naasten te komen. We krijgen allerlei argumenten te horen waarom dit niet zou kunnen (is geen taak van hulpverleners, betutteling, teveel bureaucratie). Als GGzE ons als bondgenoot wil zien (en in toenemende mate is dat gelukkig het geval) moet er een modus zijn om over deze bezwaren heen te stappen. Nu is er een lichtpuntje, nl. de digitale welkomstmodule die in ontwikkeling is bij het E-lab van GGzE. Wij zullen ons ervoor inzetten dat er in deze welkomstmodule voor nieuwe cliënten (en naasten) er ook gewezen zal worden op het bestaan van onze organisatie en dat mensen zich meteen bij ons kunnen aanmelden om op de hoogte te worden gehouden van al onze activiteiten. Ik hoop van harte dat ons dat allemaal gaat lukken. Paul Schalken, voorzitter
5
Zomer 2014
Geslaagde doe-middag over triadisch werken in gemeentehuis ‘De naaste hoort erbij’ Zijn lichaamstaal verraadt veel. Ongeïnteresseerd hangt de psychiater in zijn stoel, onderuitgezakt, oogcontact vermijdend. Tegenover hem zitten een jonge cliënt en diens ernstig bezorgde moeder. Over haar bijdrage aan de psychische problemen van haar zoon laat de hulpverlener geen onduidelijkheid bestaan. De spanning in het gesprek neemt met iedere ademstoot toe, de boosheid bij de moeder groeit zienderogen. “Ik voel me door u niet serieus genomen”, roept ze tenslotte machteloos. Het ongemakkelijke gesprek is in werkelijkheid in scene gezet. De psychiater wordt gespeeld door een acteur, Boy Jonkergouw van de theatergroep Goed is Goed. Plaats van handeling (op 3 juli jongstleden): de raadszaal van het Eindhovens gemeentehuis. De scene is onderdeel van de doe-middag over triadisch werken, een initiatief van Labyrint-in Perspectief Eindhoven e.o., ondersteund door de GGzE, de gemeente Eindhoven en Familie als Bondgenoot. Hoewel de hierboven gespeelde scene veel weg heeft van een parodie, roept het voor een aantal aanwezigen in de raadszaal toch tekenen van herkenning op, zo blijkt uit de reacties. Familieleden en andere naasten van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg voelen zich lang niet altijd serieus genomen. Het samenspel tussen hulpverleners, cliënten en familie, het zogeheten triadisch werken, vormde het thema van de in allerlei opzichten geslaagde doe-middag. Voorzitter Paul Schalken van Labyrint-Perspectief Eindhoven e.o. maakte de balans op van het huidige familiebeleid binnen de GGzE. “Op papier oogt het fraai”, zo signaleerde hij. “Maar papier is geduldig, de praktijk is taai. Met de centra binnen de GGzE liggen er afspraken over de uitvoering. Er zijn ook mooie praktijkvoorbeelden.” Aan de andere kant constateerde hij echter ook weerstanden en ‘handelingsverlegenheid’ bij de betrokkenen. “Ingesleten gedrag is soms maar moeilijk te veranderen.”
Nieuwsbrief
6
Grotere rol Door de invoering van de nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) krijgen gemeenten met ingang van volgend jaar een grotere rol bij de ondersteuning van mensen met psychische en psychiatrische problemen De Eindhovense wethouder Lenie Scholten (Zorg, Welzijn en Armoedebeleid) toonde zich, sprekend tijdens de doe-middag, niet blind voor de risico’s van deze kapitale operatie. De decentralisatie van taken gaat immers gepaard met bezuinigingen, en gemeenten weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn. “Het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt”, zo liet ze weten. “Voor een goede uitvoering van de plannen is samenwerking tussen alle partijen cruciaal. Het is belangrijk dat mensen de regie over hun eigen leven kunnen voeren, ondersteund door hulpverleners, door familie en het verdere netwerk. Met alle partijen moeten we de noodzakelijke ondersteuning goed organiseren.” De wethouder onderstreepte het belang van mantelzorg, al moet in haar ogen gewaakt worden voor overbelasting van mantelzorgers. Naaste hoort erbij Het uitgangspunt moet zijn: de naaste hoort erbij. Dit statement werd gemaakt door Chiel Verhaegh, programmamanager naastenbeleid van de GGzE. Hij refereerde aan een wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat het herstel sneller verloopt indien mensen dat in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen doen, dicht bij familie en bekenden. “Beter, sneller en dus goedkoper”, zo vatte Verhaegh het bondig samen. Hoewel de GGzE volgens hem met haar familiebeleid goed op weg is, is de implementatie ervan op een aantal plaatsen nog voor verbetering vatbaar. “De invulling van het triadisch werken is afhankelijk van lokale omstandigheden. Een blauwdruk is er niet voor af te geven, vele wegen leiden naar Rome.” Verhaegh memoreerde dat de manier waarop de familie bij de behandeling wordt betrokken bij de relatief autonome centra binnen de GGzE nogal divers is. Hij schetste enkele praktijkvoorbeelden. Zo wordt op een plaats driftig gebruik gemaakt van een website om alle partijen te bedienen, terwijl op een andere locatie vooral ‘gefolderd’ wordt. “Maar, let op, familiebetrokkenheid vraagt meer dan alleen folders uitdelen”, waarschuwde de programmamanager, die verder aangaf dat op steeds
7
Zomer 2014 meer plekken binnen de GGzE behandelplanbesprekingen plaatsvinden met alle betrokkenen. Hij pleitte voor een proactief familiebeleid. “De bereikbaarheid van hulpverleners voor de familie moet verbeteren. Niet alleen contact leggen als er problemen zijn, maar ook wanneer zaken goed verlopen.”
Provocerend De soms provocerende scenes van de theatergroep Goed is Goed, waarin de psychiater (Boy Jonkergouw) niet zelden bot omsprong met zijn cliënten (‘hoe was uw naam ook weer?’) maakte in de raadszaal en in de wandelgangen tijdens de pauze veel tongen los. De aanwezigen kregen de kans om de scenes te laten bijstellen. Goed is Goed improviseerde er dan ook lustig op los. Wat vinden de beleidsbepalers binnen de GGzE eigenlijk zelf van het triadisch werken? “Familiebeleid hoort bij goed hulpverlenerschap”, aldus Roelof Kleppe, directeur-geneesheer van de GGzE. Dit werd beaamd door bestuursvoorzitter Joep Verbugt. Hij waarschuwde voor een nieuwe overdaad aan regelgeving om de rol van de familie vast te leggen. Die bureaucratie gaat volgens hem ten koste van de zorg voor de mensen die het zo vreselijk hard nodig hebben. Momenteel slokt die bulk aan bureaucreatie al een niet onaanzienlijk deel van het beschikbare budget op. Jack van Eekelen, freelance journalist en eigenaar van Tekstbureau Van Eekelen.
Uitnodiging voor weer een bijzonder evenement In januari 2014 organiseerde GGzE FACT in het Temporary Art Centre in Eindhoven het ‘Labyrinth Psychotica’. Labyrinth Psychotica is een digitaal psychosesimulatieprogramma, ontwikkeld door de Nederlandse onderzoeker en kunstenaar Jennifer Kanary Nikolova. Nu, op 26 tot 31 oktober, organiseert het GGzE opnieuw dit bijzondere evenement. Lees op pagina 15 van deze nieuwsbrief meer informatie over ‘Labyrinth Psychotica’.
8
Nieuwsbrief
‘Gemeenten niet op zorgtaak voorbereid’ Vanaf 2015 moeten gemeenten de langdurige geestelijke gezondheidzorg en de geestelijke jeugdzorg regelen. GGZ Eindhoven vreest problemen. Eindhoven - Gemeenten moeten vanaf volgend jaar een deel van de landelijke gezondheidszorg gaan regelen, maar daar zijn ze niet op voorbereid. Dat zegt Joep Verbugt, bestuursvoorzitter van GGzE, dat nu in Eindhoven en omgeving verantwoordelijk is voor uitvoering van de ggz. Gemeenten moeten straks de helft van hun budget gebruiken voor zorgtaken, waarschuwt Verbugt. Maar in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen is de zorg geen thema bij politieke partijen of de kandidaat-raadsleden. Verbugt vreest dat de nieuwe wethouders, die nog geen jaar na hun aantreden ingewikkelde en zware zorgtaken op hun bord krijgen, daar niet op zijn voorbereid. Verbugt denkt dat dit fout gaat. Hij voorziet een scenario waarin gemeenten voorzieningen, zoals dagopvang, gaan wegbezuinigen. Dat zal leiden tot isolement van kwetsbare groepen patiënten en wegvallen van hulp. Escalatie van problemen en maatschappelijke overlast zullen daarvan het gevolg zijn, zegt Verbugt. Samen met verslavingsinstelling Novadic Kentron en welzijnsorganisaties Lunetzorg en Neos heeft GGzE de gemeente Eindhoven in oktober vorig jaar een brandbrief geschreven, waarin om aandacht voor deze zorgen wordt gevraagd. Daar is nog altijd geen antwoord op gekomen. Dat versterkt de ongerustheid van Verbugt: „De jeugdzorg ging eerder van het Rijk naar de provincies. Meer dan dertig procent van het provinciebudget gaat daar nu aan op, maar de zorg is nooit echt een onderwerp van gesprek geworden.” Hij vreest eenzelfde scenario nu de zorg naar gemeenten overgaat Vrees voor kaalslag in zorg na overgang taken De overgang van zorgtaken van Rijk en provincies naar gemeenten gaat ook gepaard met bezuinigingen. GGzE-voorzitter Verbugt heeft daar begrip voor: „Er moet meer gebeuren met minder geld.” Maar hij vreest een kaalslag in de geestelijke gezondheidszorg omdat gemeenten, die het financieel vaak al niet breed hebben, keuzes moeten maken. De keuze om dan maar op zorg te bezuinigen is dan snel gemaakt. Dat zal
9
Zomer 2014 grote gevolgen hebben, waarschuwt Verbugt. „We hebben grote stappen gemaakt. Er is minder overlast en hele kwetsbare hebben de weg naar de zorg gevonden. Maar lukt dat straks ook? Het gaat hier wel om de meest kwetsbare mensen die hulp nodig hebben in hun dagelijks leven.” De GGzE-voorzitter vreest een tweedeling, waarbij mensen met geestelijke ziekten minder aandacht krijgen dan mensen met lichamelijke aandoeningen. „Alsof iemand met een geestelijke ziekte daar een eigen schuld aan heeft.” Van de 15.000 mensen die nu jaarlijks zorg afnemen van GGzE, zullen naar verwachting een kleine 5.000 cliënten onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen. Overname uit Eindhovens dagblad (05-02-2014) Auteur: Arnold Mandemaker
De verschuiving van zorg richting mantelzorger De overheid heeft als ideaalbeeld de mantelzorger die de hulp van familie, vrijwilligers en professionals aanstuurt. In deze visie is de mantelzorger de manager van de zorg en heeft de zorgvrager de regie. Zo ver is het nog niet, maar de zorg verschuift wel steeds meer naar de omgeving van de mantelzorger en zorgvrager. Van tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg Het is niets nieuws: de bevolking vergrijst en de zorg wordt duurder en duurder. Omdat de zorg onbetaalbaar wordt, moet er iets veranderen. Een van de veranderingen is dat de zorg verschuift van de tweedelijn naar de eerstelijn, omdat de eerstelijn goedkoper is dan de specialistische zorg uit de tweedelijn. Specialistische zorg wordt dus in de toekomst minder vanzelfsprekend. Van eerstelijnszorg naar nuldelijnszorg Een deel van de zorg uit de eerstelijn verschuift vervolgens naar de nuldelijn. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voorzorg veel meer bij de mensen zelf komt te liggen. Zorgvragers en mantelzorgers zullen een beroep moeten doen op hun eigen netwerk voordat zij professionele hulp inschakelen. De Nederlandse maatschappij gaat steeds meer uit van de eigen regie en zelfredzaamheid bij het regelen van zorg.
Nieuwsbrief En nu?
10
11
De verschuivingen hebben tot gevolg dat een intensievere samenwerking tussen de verschillende disciplines rondom de zorgvrager noodzakelijk is. Deze verschillende partijen worden steeds meer als gelijken gezien en behandeld, omdat de samenwerking zo het vlotste verloopt. Daarmee vormen mantelzorgers straks een onmisbare schakel in de gezondheidszorg. Als mantelzorger zul je bijvoorbeeld veel meer je verhaal moeten delen met je huisarts en een beroep moeten doen op mensen inje omgeving.
Buurt- en vraaggericht werken Het wordt steeds duidelijker dat er grote verschuivingen plaatsvinden binnen Zorg en Welzijn. Voor een deel heeft het te maken met bezuinigingen maar het is ook een nieuwe ideologie. De gemeente Eindhoven wil optimaal gebruik maken van de eigen kracht van de inwoners. Dus veel aandacht voor eigen netwerken van mensen en ervaringsdeskundigen. Mensen moeten meer in de eigen wijk terecht kunnen met vragen en problemen. Hulpverleners moeten breder ingezet gaan worden en de vraag van de mensen is het uitgangspunt, niet het aanbod van de hulpverlening. In een paar wijken wordt al gewerkt met generalisten. Mensen die burgers breed ondersteunen en specialistische hulp inschakelen daar waar nodig. Steunpunt Mantelzorg Verlicht gaat hierop aansluiten. Samen met andere organisaties zoals Welzijn Eindhoven zullen mantelzorgers steeds meer in hun eigen buurt of wijk terecht kunnen voor vragen en/of ondersteuning. In feite zijn de mantelzorgconsulenten ook ondersteuners die breed naar de hulpvraag kijken en zowel het netwerk van de mantelzorger als het netwerk van de ondersteuners hierbij betrekken. Samen met het welzijnswerk en andere organisaties die al actief zijn in wijken en buurten, is dit wel mogelijk. Zo kan het netwerk rondom mantelzorger en zorgvrager meer direct betrokken raken bij de zorgsituatie. Een ander effect kan zijn dat het mantelzorgers gemakkelijker gemaakt wordt om hulp te vragen. Ook de vraag van mantelzorgers kan in kleinere groepen gerealiseerd worden. Laat het ons weten, daar waar mogelijk gaan we het op buurtniveau oplossen, daar waar nodig zal de ondersteuning op stedelijk niveau worden aangeboden. Artikelen uit M-nieuws
e-mail:
[email protected]
Zomer 2014
12
Nieuwsbrief
13
Zomer 2014
Factsheet Hervorming langdurige zorg Naar goede zorg die bij ons past Ondersteuning en langdurige zorg per 2015 Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015:
•
•
•
• •
• worden gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. Die ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. verzorgen gemeenten het beschermd wonen en opvang voor mensen met psychische of psychosociale problemen. Hetzelfde geldt voor opvang voor mensen die als gevolg van huiselijk geweld de thuissituatie hebben verlaten. kunnen gemeenten ondersteuning bieden door middel van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Er komt een recht om te kiezen voor een persoonsgebonden budget onder strenge voorwaarden en fraudebestendig. Hiermee kunnen mensen zelf de ondersteuning regelen die bij de maatwerkvoorziening hoort. wordt het Gemeentefonds verhoogd met budget van de huidige AWBZ-functies begeleiding, kortdurend verblijf en het bijbehorend vervoer, 5% van het budget van extramurale persoonlijke verzorging, de inloopfunctie GGZ, beschermd wonen en cliëntondersteuning. daarnaast wordt het Gemeentefonds aangevuld met budget voor onder meer het opzetten van sociale wijkteams,de ondersteuning en waardering van mantelzorgers en de doventolk. houden gemeenten budget om op maat huishoudelijke verzorging te kunnen bieden.
Op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw): • komt een nieuwe aanspraak thuisverpleging in het verplichte basispakket, voor mensen die verpleging en verzorging nodig hebben, zodat zij langer in eigen omgeving kunnen blijven. • wordt de rol van de wijkverpleging versterkt: de wijkverpleegkundige is een spil in de zorg van mensen en verbindt het medische en sociale domein. Het kabinet trekt vanaf 2016 jaarlijks €200 miljoen uit voor meer wijkverpleegkundigen. • wordt wettelijk verankerd dat het mogelijk is om de zorg niet al-
•
leen in natura te ontvangen, maar desgewenst ook via een persoonsgebonden budget. worden het tweede en derde jaar van de op behandeling gerichte intramurale geestelijke gezondheidszorg onder- gebracht in de Zvw (het eerste jaar valt al onder de Zvw).
Op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz): • wordt passende zorg geboden met aandacht voor het individuele welzijn. De kwaliteit van leven staat voorop. • is en blijft de zorg een verzekerd recht voor kinderen en volwassenen die blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht of op 7-24 uur/dag zorg in de nabijheid. • is zorg in een instelling beschikbaar als het thuis niet meer gaat, maar mogen mensen er ook voor kiezen om deze zorg thuis te krijgen, in de vorm van een persoonsgebonden budget of in natura (VPT: volledig pakket thuis). • wordt een integraal pakket aan zorg geboden. • mogen de cliënten zijn mantelzorger(s)in een zorgplan • aangeven wat zij van goede zorg verwachten. • gaat het om zorg voor de meest kwetsbare ouderen en gehandicapten. Het is daarmee de sluitsteen van de hervorming van de langdurige zorg. •
wordt ook zorg geboden aan GGZ-cliënten na drie jaar intramuraal verblijf gericht op behandeling. Op termijn zullen objectieve inhoudelijke criteria de driejaarsgrens als toegangscriterium voor de Wlz vervangen.
Op grond van de Jeugdwet: • worden gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp: de ondersteuning, hulp en zorg voor jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen, met psychische en psychiatrische problemen of stoornissen of met een beperking. Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering. • krijgt de gemeente hierbij de jeugdhulpplicht, waarmee gewaarborgd wordt dat jeugdigen de hulp blijven ontvangen die zij nodig hebben. • hiermee is een bedrag van zo’n €3,5 miljard gemoeid. • houden jeugdigen bij wie al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van ernstige beperkingen of stoornissen hun verdere leven zorg nodig hebben, aanspraak op de Wlz.
Nieuwsbrief Planning: •
• •
14
De wetsvoorstellen voor de Wmo 2015 en voor de Wlz zijn in behandeling bij het parlement. Streven van de regering is om de wetten per 1 januari 2015 in werking te laten treden, nadat de Eerste Kamer ermee heeft ingestemd. Om zorg via de Zvw te kunnen verlenen wordt onder andere het aansprakenbesluit gewijzigd. De Zvw hoeft niet te worden aangepast. De Jeugdwet is inmiddels aangenomen door de Eerste Kamer.
Bron: Rijksoverheid.nl (16-04-2014)
Huisartsen krijgen hulp bij verwijzing naar GGZ Er komt een ondersteunend instrument dat huisartsen kan helpen bij de verwijzing van patiënt naar de GGZ. Dit instrument wordt ontwikkeld door de LHV, NHG en Zorgverzekeraars Nederland. Aanleiding zijn de wijzigingen in de GGZ, die per 1 januari zijn ingegaan. Per 1 januari is de GGZ ingedeeld in drie delen: het eerste echelon is de huisartsenzorg inclusief de praktijkondersteuner GGZ. Daarna volgen de generalistische bais GGZ (voorheen de eerstelijns psychologische zorg), gevolgd door de gespecialiseerde GGZ. Voor de verwijzing naar de GGZ geldt dat er sprake moet zijn van een (vermoeden van een) psychische stoornis. Psychische klachten waarbij geen sprake is van een stoornis worden behandeld door de huisarts, eventueel met ondersteuning van een POH-GGZ of bijvoorbeeld maatschappelijk werk.
Instrument
De LHV verwacht dat het een ‘rommelig jaar’ wordt met meer adminstratieve lasten voor huisartsen. Om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk ruis is, komt er een eenduidig ondersteunend instrument dat huisartsen kan helpen bij de verwijzing van patiënten. Dit instrument zou dan door alle verzekeraars gebruikt moeten worden en komt in de plaats van de verschillende zogenoemde ‘screeningslijsten’ van verzekeraars die nu de ronde doen. Het NHG ontwikkelt dit jaar ook meer ondersteunend materiaal voor de huisarts, op basis van nieuwe samenwerkingsrichtlijnen die dit jaar worden gemaakt.
15
Zomer 2014
Verwijsbrief Huisartsen die een patiënt willen doorverwijzen, moeten de psychische stoornis, of het vermoeden, vermelden in de verwijsbrief. Dat kan met een DSM-IV code, maar dat hoeft niet. De huisarts hoeft geen zorgzwaarte te geven, dus hoeft niet aan te geven of een patiënt een kort, middel, intensief of chronisch traject in de GGZ nodig heeft. Alle informatie over de GGZ-veranderingen staan in het webdossier van de LHV. Bron: mednet.nl
Wederom een bijzonder evenement In januari 2014 organiseerde GGzE FACT in het Temporary Art Centre in Eindhoven het ‘Labyrinth Psychotica’. Labyrinth Psychotica is een digitaal psychosesimulatieprogramma, ontwikkeld door de Nederlandse onderzoeker en kunstenaar Jennifer Kanary Nikolova. Nu, op 26 tot 31 oktober, organiseert het GGzE FACT opnieuw dit bijzondere evenement. Digitale LSD Psychose is een van de grootste mysteries van het menselijke bestaan en er is weinig begrip of empathie voor deze extreme geestestoestand. Met de komst van Labyrinth Psychotica komt hier verandering in. Met behulp van de nieuwste technologieën had u zelf kunnen ervaren hoe moeilijk het is om te functioneren wanneer zintuigen worden aangetast en realiteiten door elkaar lopen. Waar vroeger artsen LSD gebruikten om psychose beter te begrijpen, bestaat er nu, als het ware, een vorm van digitale LSD.
Nieuwsbrief
16
17
Interactieve media
In Labyrinth Psychotica worden twee interactieve media platforms gebruikt die de bezoeker als het ware een psychose intrekken. Door gebruik van licht en geluid in The Labyrinth wordt desoriëntatie veroorzaakt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van The Wearable, een 3D bril, die de visuele waarneming constant verandert, vernauwt en voorziet van kleuren, visuele effecten en geluiden. Een psychotische ervaring wordt zo opeens heel begrijpelijk. Hoe meer mensen dit beter begrijpen, hoe meer leed er voorkomen kan worden. Meer begrip leidt tot betere zorg, behandeling en begeleiding. Ook de omgeving van iemand met een psychose kan zo beter aansluiten bij de belevingswereld van hun naaste.
Na afloop bleef er een wachtlijst over van bijna 100 mensen. Om deze mensen en wellicht ook nog andere geïntereseerden tegemoet te komen, zal dit evenement nog een keer worden georganiseerd. De datum is al geprikt, 26 tot 31 oktober, alleen de plaats is ten tijde van dit schrijven nog niet bekend. Indien u hiervoor belangstelling heeft raden wij u aan om onze website goed in de gaten te houden, zodra alle gegevens bekend zijn plaatsen we daar alle informatie hoe u zich kan inschrijven.
Psychotherapie wordt te duur en ineffectief
Over de kunstenaar De Nederlandse Jennifer Kanary Nikolova is een onafhankelijk kunstenaar en artistiek onderzoeker bij Roomforthoughts. In 2006 begon zij aan een artistiek onderzoeks-PhD aan The Planetary Collegium, Plymouth University, waar dit project een resultaat van is. Een persoonlijke ervaring uit haar directe omgeving was voor Jennifer aanleiding om dit project vorm te geven. Bij de ontwikkeling van de twee interactieve media platforms heeft zij gebruik gemaakt van de adviezen van ervaringsdeskundigen en professionals.
De nieuwe opzet van de geestelijke gezondheidszorg dupeert honderdduizenden patiënten, betoogt psychotherapeut Sjoerd Colijn in Trouw. Je zal maar aan een persoonlijkheidsstoornis lijden. Je deelt je lot met (in Nederland) ruim een miljoen anderen, die, net als jij, zich al vaak maandenlang ‘ellendig’ hebben gevoeld, zich vaak ziek hebben gemeld, relaties op de klippen hebben zien lopen. Je leven loopt rot, maar je hebt geen idee wat je fout doet. Je raakt er steeds meer van overtuigd dat het echt aan jou ligt. Je voelt je eenzaam en je komt ook feitelijk steeds meer alleen te staan. De gedachte een eind aan je leven te willen maken is soms heel sterk.
Het programma Het programma duurt ongeveer 1,5 uur waarin de kunstenaar een toelichting geeft, u door het Labyrinth kunt lopen en The Wearable kunt dragen. Ook zijn er weer medewerkers van GGzE aanwezig die u meer kunnen vertellen over psychose en de mogelijkheden voor behandeling en begeleiding. Ook zullen zij u toelichten wat GGzE FACT voor mensen met psychiatrische aandoeningen kan betekenen. Tevens waren wij, familieorganisatie, Labyrint~In Perspectief Eindhoven e.o. aan-wezig om familie en naasten bij te staan. En hen ook te verwijzen naar hulp voor henzelf. Het vorige evenement was zeer druk bezet. De reacties waren zeer lovend. Familie en naasten waren blij dat zij nu eens eindelijk zelf konden ervaren en meemaken wat het betekent en inhoudt om in een psychose te geraken c.q. zitten. Er was ook meer begrip voor hetgeen er met iemand gebeurd als die in een psychose verkeerd.
Zomer 2014
Gelukkig is er de laatste 25 jaar voor deze patiënten een goede behandeling ontwikkeld: moderne vormen van psychotherapie. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat deze psychotherapeutische behandelvormen effectief zijn voor een grote groep mensen met deze ingrijpende diagnose. Splitsing
Die behandelvormen zijn intensief (minimaal 1x per week), hebben tijd nodig (van een jaar voor matige, tot drie jaar voor ernstige problemen) en kunnen alleen door goed opgeleide professionals uitgevoerd worden. Voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is psychotherapie dan ook het beste, vinden de ggz-beroepsgroepen. Na een goede behandeling is je somberheid minder, kun je weer aan het werk, wordt
Nieuwsbrief
18
je kans op duurzame relaties groter en heb je veel minder vaak (dure) hulp nodig. Dat is ook economisch voordelig. Een onbehandelde persoonlijkheidsstoornis kost de samenleving per patiënt jaarlijks gemiddeld € 11.126. Bij de recent ingevoerde splitsing in algemene basis-ggz (kortdurend, simpele, goedkope organisatie) en gespecialiseerde ggz (langerdurend, meer en complexe voorzieningen, dus veel duurder) vallen deze vormen van psychotherapie onder de gespecialiseerde ggz – eigenlijk te uitgebreid en te duur opgetuigd voor deze behandelingen. Er zijn vergaande plannen op het ministerie om de gespecialiseerde zorg te laten krimpen tot de helft van de huidige omvang. Daarbij zal logischerwijs voorrang gegeven worden aan patiënten met acute bedreigende problematiek: patiënten die psychotisch dan wel ernstig depressief zijn. Er blijft nauwelijks ruimte over voor de minder acute, maar net zo ernstige persoonlijkheidsproblematiek – en deze patiënten zouden op de voor hen ongeschikte generalistische basiszorg moeten terugvallen. Het wordt dan: ‘velen worden ineffectief (dreiging 1) behandeld in de basiszorg en weinigen te duur (dreiging 2) in de gespecialiseerde zorg’. Onnodig
De derde bedreiging voor de kosteneffectieve behandeling van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is dat de psychotherapeuten die specifiek opgeleid zijn voor behandeling van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis, die behandelingen opeens niet meer onder eigen regie en verantwoordelijkheid (als ‘hoofdbehandelaar’) zouden mogen doen, zonder dat daar een duidelijke reden voor is. BIG-geregistreerde psychotherapeuten zijn bij uitstek opgeleid om eigenstandig deze specifieke behandelingen te doen en zullen ook in de toekomst het overgrote deel moeten uitvoeren. Als de overheid vindt dat dat alleen maar kan onder verantwoordelijkheid van een psychiater of klinisch psycholoog, dan compliceert dat onnodig, en nemen de kosten onnodig toe. De overheidsplannen met de ggz dreigen voor de grote groep patiënten met persoonlijkheidsstoornissen schadelijk uit te werken en de kosten slechts te verhogen. Terwijl een oplossing simpel is: garandeer dat de noodzakelijke behandelingen door gespecialiseerde professionals in de vrijgevestigde praktijk en de ggz- poliklinieken conform de multidisciplinaire richtlijnen kunnen plaatsvinden. En behoud de psy-
19
Zomer 2014 chotherapeut als zelfstandig hoofdbehandelaar. Sjoerd Colijn: psychotherapeut/klinisch psycholoog Bron: trouw.nl
Sociaal werker onvoldoende voorbereid op ggz-problematiek De sociaal werker lijkt onvoldoende voorbereid op het ondersteunen van cliënten met een complexe ggz-problematiek, aldus Marlies Visser-van der Sterre en Willem Nijhof. Om fors te kunnen bezuinigen plaatst de overheid binnenkort een groot aantal psychiatrische patiënten vanuit de inrichting naar een eigen woning in de wijk. Voor hulp zijn zij dan voortaan vooral op de sociaal werker in die wijk aangewezen. Dit gaat problemen geven. Het roept vragen op naar de toekomstige rol van de eerstelijns sociaal werker. Participatiesamenleving De veranderingen hebben alles te maken met de omslag van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving en een zich terugtrekkende overheid. Burgers met een zorgzwaartepakket (zzp) voor ggz (geestelijke gezondheidszorg) in klasse 3 of 4 hadden tot dusver recht op tweedelijnszorg in een instelling. Het gaat hierbij om volwassenen met complexe persoonlijkheidsproblematiek, al dan niet in combinatie met een lichte verstandelijke beperking. Maar de regelingen hiervoor wijzigden met ingang van 2014 voor zzp klasse 3 en in 2016 gaat dit ook veranderen voor zzp klasse 4. Voortaan krijgen deze mensen in eerste instantie uitsluitend toegang tot eerstelijnszorg van een sociaal werker. Als gevolg hiervan blijven deze mensen in de wijk wonen met relatief weinig begeleiding. Zo’n sociaal werker heeft de taak om mensen met een zwakke sociale of financiële positie laagdrempelig te ondersteunen. Op die manier helpt hij of zij de burger mee te doen in de samenleving. Dit voorkomt dat deze geïsoleerd tussen vier muren leeft.
Nieuwsbrief
20
Deze veranderingen binnen het sociaal domein brengen echter veel onduidelijkheid met zich mee voor organisaties, sociaal werkers en burgers. In hoeverre is de sociaal werker op ondersteuning van de zwaar problematische psychiatrische patiënt voorbereid? En wil hij wel meegaan in de nieuwe ontwikkelingen van het programma Welzijn Nieuwe Stijl (WNS, door de overheid opgestart na de evaluatie van vier jaar WMO) en de kaders die daarin aangegeven worden? De door ons ondervraagde cliëntgroep is nog onvoldoende in beeld bij de eerstelijns sociaal werker. Aangezien het hier een zeer kwetsbare cliëntgroep betreft, vinden wij het van belang dat de sociaal werker op een adequate wijze kan aansluiten bij de behoeften van de cliënt. Tot de voornaamste behoeften van de cliënt behoren juiste bejegening en gelijkwaardigheid, naast de benodigde professionele zorg. Verwarring Sociaal werkers geven aan dat zij verwarring ervaren over hun rol ten opzichte van de zware problematiek van de ggz-doelgroep. Zij missen onder andere duidelijkheid over de tijdsinvestering die zij mogen maken in de begeleiding van de cliënten. De kortdurende ondersteuning die de eerstelijns werker conform de acht bakens van WNS wordt geacht te bieden, lijkt volgens de sociaal werker haaks te staan op de langdurige begeleiding die de ggz-cliënt aangeeft nodig te hebben. Ook is het de sociaal werker niet voldoende duidelijk waar de grenzen liggen tussen de tweedelijns hulpverlener en de maatschappelijk werker. In hoeverre moeten de sociaalwerkers kennis en ‘zin’ hebben met betrekking tot deze specifieke doelgroep? Wat hoort bij de eerstelijns werker en waar komt de tweedelijns professional in beeld? In interviews die we sociaal werkers afnamen, gaf een aantal van hen aan weinig kennis van psychiatrische ziekten te hebben en de zwaar psychiatrische cliëntgroep liefst door te schuiven naar de tweedelijnszorg, dus hen niet te zien als eerstelijns doelgroep. Verwarring wordt er ook geconstateerd doordat er te weinig duidelijkheid is over het beleid van de (lokale) overheid met betrekking tot deze transitie. De sociaal werker heeft het wel nodig dat deze duidelijkheid komt en roept de managers ertoe op om in gesprek te gaan met de overheid, om met behoud van professie en erkenning van de inhoud van het vak maatwerk te kunnen bieden aan de cliënten die tussen wal en schip dreigen te vallen.
21
Zomer 2014
Cultuuromslag Wij concluderen dat de werkers behoorlijk op zichzelf aangewezen raken, nu de tweede lijn zich aan het terugtrekken is. Zij hebben volgens ons meer nodig dan ondersteuning vanuit een wijkteam. Het toevoegen van psychiatrische kennis aan de wijkteams zou een duidelijke meerwaarde kunnen geven. Verder moeten er indicaties gegeven worden door de tweedelijns hulpverlener en niet door andersoortige professionals. Maar ook moet de tweede lijn klaarstaan om de eerstelijns werker te ondersteunen. De door ons onderzochte werker weet dus niet hoe hij zich moet opstellen na de wijzigingen. Er is nog veel onduidelijkheid en in die zin voelt hij zich niet op alle punten conform de acht WNS-bakens voldoende voorbereid. Een vervolg op ons onderzoek zou kunnen ingaan op de vraag of de tweedelijnszorg voldoende is ingericht om de cultuuromslag te maken in het sociale domein. De door ons onderzochte organisaties in Rotterdam en Utrecht zijn naar onze mening op hoofdlijnen voldoende voorbereid om de ophanden zijnde transitie het hoofd te bieden. Welzijn Nieuwe Stijl is met voldoende zorg en veel aandacht geïmplementeerd. Bij de werker is er ook voldoende bereidwilligheid geconstateerd om de veranderingen binnen WNS uit te voeren. Naar onze mening is het belangrijk om deze transitie als kans te aanvaarden, met behoud van kritisch vermogen en open dialoog met alle betrokkenen. Marlies Visser-van der Sterre en Willem Nijhof De auteurs zijn werkzaam bij maatschappelijke organisaties. Dit artikel bevat een samenvatting van de resultaten van hun afstudeerscriptie voor de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Christelijke Hogeschool te Ede Bron: refdag.nl
Thema-avond Borderline Datum: 25 september Spreker: Drs. Rosy Ghyssens, Psychiater Centrum Persoonlijkheidsstoornissen/De Wende GGzE; Ivo Beckers, ervaringsdeskundige
Nieuwsbrief
22
GGZ Oost Brabant wint IGZ ZorgVeiligPrijs 2014 GGZ Oost Brabant heeft met het initiatief “Gangmakers en veiligheidsoverleggen” de IGZ ZorgVeiligPrijs 2014 gewonnen. Dat maakte prof. Cor Kalkman, de juryvoorzitter, vandaag bekend op het jaarlijkse patiëntveiligheidscongres van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Juryoordeel Het initiatief van GGZ Oost Brabant laat volgens de jury zien waar het om gaat en draait in de gezondheidszorg. Een cultuur waar veilige menslievende zorg wordt geboden en waarin wordt geleerd van elkaar. Bij GGZ Oost Brabant wordt veiligheid structureel in ieder team besproken onder leiding van de zogenoemde “Gangmakers”. Deze gangmakers kennen het werkproces omdat zij middenin de praktijk van alledag werken. Bij GGZ Oost Brabant bespreken ‘gangmakers’ het onderwerp veiligheid structureel in ieder team. Gangmakers kennen het werkproces omdat ze in de praktijk van alledag werken. Ook zijn er veiligheidsoverleggen. Structurele en specifieke aandacht voor veiligheid in brede zin (patiëntveiligheid, medewerkersveiligheid, gebouwveiligheid, informatiebeveiliging) maken effecten op patiëntveiligheid direct zichtbaar. Door een vergroot risicobewustzijn worden signalen eerder opgevangen. De meldingsbereidheid neemt toe en er is sneller zicht op risicovolle processen. Het analyseren van meldingen zorgt voor effectievere verbeteringen. Cliënten participeren op alle niveaus: zij zijn vertegenwoordigd in de regiegroep en de programmagroep veiligheid, en samen met de Raad van Bestuur lopen zij veiligheidsrondes. En in de toekomst nemen cliënten mogelijk ook deel aan de overleggen op zorggroepniveau. GGZ Oost Brabant – Gangmakers en veiligheidsoverleggen De jury was onder de indruk van de goede wijze waarop GGZ Oost Brabant haar veiligheidsmanagementsysteem voor de hele instelling in samenhang heeft geïmplementeerd. De jury was verder bijzonder te spreken over de cliëntenparticipatie: de cliënt die echt betrokken is op gelijkwaardig niveau bij alle aspecten van het veiligheidsmanagement. De jury vindt dit initiatief een voorbeeld voor de hele sector.
23
Zomer 2014
IGZ ZorgVeiligPrijs Met de IGZ ZorgVeiligPrijs beloont de inspectie positieve prestaties op het gebied van patiënt- en cliëntveiligheid. Door goede initiatieven zichtbaar te maken kunnen zorgaanbieders van elkaar leren. Zo kan de veiligheid en kwaliteit van de zorg steeds verder verbeteren. De IGZ reikt vandaag de prijs voor de zesde keer uit. De jury van de IGZ ZorgVeiligPrijs 2013 bestaat uit: • Prof. Cor Kalkman, ( juryvoorziter, UCM Utrecht) • Marian Kaljouw, (het Zorginstituut Nederland) • Jan Benedictus, (Nederlandse Patiënten en Cliënten Federatie) • Prof. Richard Grol, (Radboud UMC) Andere genomineerden Naast de uiteindelijke winnaar GGZ Oost Brabant, waren er nog twee andere initiatieven genomineerd: Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC), met een wekelijkse training en oefening van een acute situatie op de kraam- en verloskunde afdeling, en het Antonius Ziekenhuis Sneek, Zaans Medisch Centrum, Gelre Ziekenhuis Apeldoorn, VU Medisch Centrum, Havenziekenhuis Rotterdam en New Compliancevoor de ontwikkeling van een operatiekamer cockpit met het cijfer voor patiëntveiligheid. Patientveiligheidscongres over ‘lerend werkklimaat’ De IGZ ZorgVeiligPrijs is uitgereikt op het jaarlijkse patiëntveiligheidscongres van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ organiseert het patiëntveiligheidscongres jaarlijks om op die manier het belangrijke thema ‘patientveiligheid’ onder de aandacht te brengen. Dit jaar gaat het onder andere over ‘Just Culture’: een cultuur waarbinnen mensen zich veilig voelen om elkaar aan te spreken en zich uit te spreken in het team, naar collega’s en naar leidinggevenden. De inspectie wil instellingen stimuleren om een lerend werkklimaat te creëren, want dat draagt bij aan veilige zorg. In het toezicht hanteert de IGZ ook dit principe: streng optreden indien nodig, maar op het moment dat er geleerd wordt, kan de inspectie terugtreden in intensiteit. Bron: igz.nl
24
Nieuwsbrief
Nieuwsuur: Zestig patiënten langdurig in isoleercel Zestig psychiatrische patiënten zijn in 2012 langer dan drie maanden opgesloten in een isoleercel. Dat meldt Nieuwsuur op basis van het laatste Argus-rapport met cijfers over het gebruik van separeercellen in de psychiatrie. Het totale gebruik van de isoleercel neemt af, maar bij de extreme gevallen is geen afname zichtbaar, blijkt uit het onderzoek. In totaal gingen 10.000 patiënten in 2012 de isoleercel in. Sinds 2011 pleit de Inspectie voor Gezondheidszorg voor ‘separeervrije zorg’. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag een patiënt naar de separeer- of isoleercel, bijvoorbeeld indien iemand suïcidaal is. Bovendien blijkt dat niet alle instellingen externe hulp inroepen bij langdurige separatie. Dat is sinds 2012 wel verplicht, maar in de praktijk lijkt het voor instellingen lastig om de deur open te zetten voor externe expertise. Bron: nieuwsuur.nl Reacties IGZ en GGZ Nederland op separaties Reactie IGZ: De inspectie heeft kennis genomen van het rapport en is op de hoogte van de daar gepresenteerde resultaten. Zelf heeft zij in 2013 en begin 2014 onderzoek gedaan naar ‘Terugdringen separeren’. Aan de hand van dossiers en informatie van de zorgverantwoordelijke, heeft de inspectie zich een oordeel gevormd over de proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en kwaliteit van de toegepaste separaties. Hierbij vormden de normen zoals geformuleerd in 2011 ten aanzien van separeren het uitgangspunt: 1. separatie is geregistreerd via Argus, 2. al het mogelijke is geprobeerd om separatie te voorkomen, 3. separatie is geen eenzame opsluiting, 4. er vindt tijdig consultatie plaats, eveneens het uitgangspunt bij overige vrijheidsbeperkende interventies.
25
Zomer 2014 Het onderzoek bevindt zich in een afrondende fase. Na de zomer zal de inspectie hierover rapporteren. In dit rapport zal de inspectie aangeven wat haar bevindingen zijn, wat haar oordeel is en welke maatregelen zij treft op dit gebied. Eind 2011 pleitte de inspectie in haar rapport: ‘Terugdringen separeren stagneert, normen vereist rondom insluiting psychiatrische patiënten’ voor: “separeervrije zorg, tenzij dit op individueel niveau aantoonbaar niet mogelijk is gebleken ondanks alle mogelijke inspanningen” (dus: een specifieke patiënt betreffende, met redenen voor deze situatie omkleed). De hieruit volgende normen resulteerden in een toetsingskader. Dit kader is in december 2012 vastgesteld. Vanaf dat moment is de inspectie bezoeken gaan afleggen. Zoals gezegd rapporteren wij hier binnenkort over. Het grootste deel van onze informatieverzameling vond in 2013 plaats. Als de IGZ constateert dat instellingen zich niet aan de gestelde normen houden, zoals de consultatienorm, treedt de IGZ handhavend op. Dit hebben wij al eerder gedaan tijdens ons onderzoek. Daarvoor verwijs ik naar de opnamekliniek Dijk en Duin.
Reactie GGZ Nederland: In haar reactie stelt GGZ Nederland dat zij zich het onvoldoende inzetten van externe consultatie aantrekt: “Als we met elkaar afpreken dat dit de richtlijn wordt dan moet je het eigenlijk gewoon doen. Dan heb je jezelf en elkaar daar aan te houden, dan kan ik niet anders dan het boetekleed aantrekken namens de hele branche, en zeggen dat we daar blijkbaar steken hebben laten liggen,” aldus voorzitter Jacobine Geel. Verder stel ze: “GGZ Nederland wil heel graag dit soort informatie hebben om te weten waar we op moeten sturen, want het is ons vaste voornemen om het aantal separaties terug te dringen. We zien ook dat dat gebeurd is in de afgelopen zes jaar, met 50 procent, maar er zijn nog wel knelpunten waar we echt heel goed naar moeten kijken en op moeten sturen. Eén van die knelpunten is met name de langdurige opsluiting. Het geeft aan waar we nog niet in staat zijn om heel lastige patiëntengroepen, met meervoudige problematiek, zo te behandelen en bejegenen zodat we die opsluiting kunnen voorkomen of op zijn minst heel erg terug dringen. Dat is een grote opgave voor de komende tijd.” Bron: nieuwsuur.nl
Nieuwsbrief
26
CER en Wtcg afgeschaft
27
Zomer 2014
Cliënten en zorgondernemers: Wlz ‘een gemiste kans’
Twee financiële bijdragen die mensen met veel zorgkosten tot nu toe ontvingen, zijn per 1 januari 2014 afgeschaft: de ‘compensatie eigen risico’ (CER) en de ‘tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten’ (Wtcg). In plaats van de CER en de Wtcg hebben de gemeenten extra geld gekregen om burgers op maat te ondersteunen via de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) of de Bijzondere Bijstand.
De nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) die per 1 januari 2015 moet ingaan, vertoont nog grote tekortkomingen. Dat schrijven cliëntorganisaties waaronder LOC en ActiZ, de brancheorganisatie van zorgondernemers, in een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer. Hierin staat een oproep de wet ingrijpend te herzien, zodat eigen regie en keuzevrijheid van cliënten gewaarborgd is.
De CER was bedoeld voor mensen met hoge zorgkosten die het volledige eigen risico van de zorgverzekering moesten betalen. De Wtcg was een tegemoetkoming in de kosten voor chronisch zieken en gehandicapten. Op 3 juni 2014 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met afschaffing van beide regelingen, die met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 worden afgeschaft. De CER wordt niet meer uitbetaald, de Wtcg nog over 2013, dit jaar dus voor de laatste keer.
Mensen die intensieve zorg nodig hebben, krijgen straks te maken met de Wet langdurige zorg (Wlz), die de huidige Awbz vanaf volgend jaar gaat vervangen. De organisaties (naast LOC en ActiZ ook CSO, Ieder(in), Landelijk Platform GGz, LSR, MEE Nederland en Per Saldo) vinden het huidige wetsvoorstel – dat binnenkort door de Tweede Kamer wordt behandeld – niet voldoen. “De wet gaat uit van het zorgaanbod in plaats van de zorgbehoefte, wensen en keuzevrijheid van cliënten,” zegt Illya Soffer, directeur van Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een beperking.
In juni of juli ontvangen mensen die vorig jaar een Compensatie Eigen Risico ontvingen een brief van het CAK (Centraal Administratie Kantoor). In deze brief staat dat de CER per 1 januari 2014, dus met terugwerkende kracht, is afgeschaft. Dat betekent dat zij geen vergoeding meer krijgen voor het eigen risico van de zorgverzekering. Bij de brief zit een antwoordkaart, waarmee u het CAK toestemming geeft uw persoonsgegevens door te geven aan uw gemeente, zodat die u kan informeren over haar beleid. Of u een voortaan een financiële tegemoetkoming via de gemeente ontvangt, hangt af van de ondersteuning die u nodig heeft en van het beleid van uw gemeente. Bron: ypsilon.org
Oproep voor gespreksgroep Borderline Er is nog plaats in de gespreksgroep Borderline voor naasten. De gespreksgroep start eind september - begin oktober. Indien interesse graag hiervoor opgeven via
[email protected].
De organisaties schrijven dat het wetsvoorstel geen recht doet aan de gewenste en noodzakelijke omslag in de langdurige zorg naar meer eigen regie, participatie en verantwoordelijkheid bij de cliënt en zijn sociale omgeving. Zij noemen het huidige wetsvoorstel daarom een gemiste kans. Intensieve zorg grijpt diep in in het leven van kwetsbare mensen en hun naasten. “En dus is het juist in de Wlz uiterst belangrijk dat mensen de regie over de zorg en hun leven behouden.” Persoonsvolgende bekostiging Eigen regie kan worden gerealiseerd door consequent te kiezen voor persoonsvolgende bekostiging, schrijven de organisaties. Iedere cliënt krijgt op basis van een onafhankelijke indicatiestelling en een daaruit volgend persoonlijk zorgleefplan een budget toegewezen. Dat kan een pgb zijn, een persoonsvolgend budget of een combinatie van beide. In alle gevallen beheert een uitvoeringsorganisatie het geld en krijgt de cliënt een soort zorgvoucher. Mensen kunnen met dit zorgvoucher zelf hun zorg en ondersteuning inkopen. Daarbij kunnen ze eventueel een beroep doen op onafhankelijke cliëntondersteuning bij het zoeken van passende zorg.
Nieuwsbrief
28
29
Zomer 2014
Doelmatiger Aad Koster, directeur ActiZ: “Door te kiezen voor eigen regie kunnen veel bestaande problemen in de langdurige zorg worden opgelost. Zoals het gebrek aan keuzevrijheid voor cliënten, knellende productieafspraken en een dolgedraaid controlesysteem.”
Wmo 2015 Het uitgangspunt van de Wmo is dat mensen door maatschappelijke ondersteuning zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven. Die maatschappelijke ondersteuning bestaat uit algemene voorzieningen en indien nodig uit maatwerkvoorzieningen.
De keuze voor eigen regie is uiteindelijk ook in het voordeel van de zorgaanbieders. Zorgaanbieders worden immers beloond doordat er meer cliënten voor ze zullen kiezen als ze goede kwaliteit leveren. Goede en innovatieve zorgaanbieders krijgen zo de wind in de rug.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wmo 2015 zijn door de Tweede Kamer geen fundamentele veranderingen aangebracht. Wel zijn amendementen en moties aangenomen die vooral de positie van mantelzorgers versterkten en het persoonsgebonden budget (pgb) sterker verankerden. Daarnaast werd onder meer het persoonlijk plan geïntroduceerd, is het belang van cliëntondersteuning verduidelijkt en worden gemeenten en zorgverzekeraars verplicht om samen te werken. De beleidsruimte van de gemeenten blijft echter groot en zij zullen de precieze invulling van het keukentafelgesprek, het pgb, cliëntondersteuning, ondersteuning van mantelzorgers enz. in de komende maanden dienen uit te werken in hun eigen beleidsplan en verordening.
Daarnaast profiteert ook de overheid en daarmee de belastingbetaler. Kwaliteit van zorg behoeft veel minder via bureaucratisch procedures te worden gecontroleerd. Het leveren van slechte zorg leidt automatisch tot verlies van cliënten. Ofwel, de zorg wordt doelmatiger en op termijn ook goedkoper. Ondertekenaars De brief aan de Tweede Kamer is een gezamenlijk initiatief van ActiZ, CSO, Ieder(in), Landelijk Platform GGz, LOC, LSR, MEE Nederland en Per Saldo. Bron: loc.nl
AVI nieuwsbrief - Wmo 2015 in Tweede Kamer Een ruime tweederde meerderheid van de Tweede Kamer heeft op 24 april ingestemd met het wetsvoorstel van de Wmo 2015. De verwachting is dat de behandeling van het voorstel nog voor het zomerreces wordt afgerond door de Eerste Kamer. In deze nieuwsflits beschrijven we een aantal aanvullingen vanuit de Tweede Kamer op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Petra van der Horst Programmamanager Aandacht voor iedereen
Mantelzorgers Mantelzorg wordt als volgt gedefinieerd: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep. De positie van de mantelzorgers werd door een aantal amendementen op verschillende manieren versterkt. De gemeente moet algemene voorzieningen bevorderen ter uitvoering van het mantelzorgplan (scholing, informatie en advies, lotgenotencontact, mantelzorgsteunpunt, mantelzorgmakelaar). Bij het keukentafelgesprek moet niet alleen naar de mogelijkheden, maar ook naar de grenzen van de belastbaarheid van de mantelzorger gekeken worden en zijn ondersteuningsbehoefte moeten in kaart worden gebracht. De mantelzorger moet dus worden betrokken bij het keukentafelgesprek van zijn naaste en bij het opstellen van diens ondersteuningsplan, terwijl hij zelf ook een beroep kan doen op ondersteuning. Verder wordt de procedure rond mantelzorgwoningen waarschijnlijk eenvoudiger. Ten slotte is het de bedoeling dat mensen die mantelzorg verlenen door de gemeente kunnen worden vrijgesteld van de plicht tot tegenprestatie die in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb)wordt voorgesteld.
Nieuwsbrief
30
Persoonsgebonden budget Het recht op een persoonsgebonden budget is duidelijker geworden bij de behandeling in de Tweede Kamer. Het pgb en de maatwerkvoorziening zijn namelijk gelijkwaardige alternatieven geworden, waarbij de cliënt nog wel dient te motiveren waarom hij een pgb wil, maar niet hoeft aan te geven waarom hij de aangeboden maatwerkvoorziening niet passend vindt. Verder mag de gemeente de kwaliteitseisen die aan zorg in natura worden gesteld niet één-op-één ook bij het pgb opleggen. Wel moet de gemeente beoordelen of degene die pgb-diensten verleent dat veilig, doeltreffend en cliëntgericht zal doen. De hoogte van het pgb moet toereikend zijn om de door de cliënt gewenste ondersteuning te kunnen kopen. Ook kunnen cliënten zelf bijbetalen wanneer het tarief van de door hen gewenste aanbieder duurder is dan het door de gemeente voorgestelde aanbod. Het is mogelijk mensen uit het eigen netwerk met een pgb in te huren. Ten slotte zal de staatssecretaris, in overleg met de VNG, experimenten over een integraal pgb aanmoedigen, bijvoorbeeld over de combinatie Wmo, andere gemeentelijke regelingen en Zorgverzekeringswet. Regie van de cliënt bij het persoonlijk ondersteuningsplan De cliënt wordt in staat gesteld zelf een persoonlijk plan op te stellen. Dat plan moet voorzien in zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning om zelfredzaam te zijn en om maatschappelijk te participeren. De gemeente moet het persoonlijk plan betrekken bij het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. De regie komt dus bij de burger te liggen: hij is zelf de regievoerder en eigenaar van zijn persoonlijk plan. Hij heeft zelf de keuze op welke wijze en met welke instrumenten en methoden hij zijn persoonlijk plan wil vormgeven. Extra punten voor beleidsplan Wmo De Tweede Kamer verplicht gemeenten om in het beleidsplan Wmo onder andere aandacht te besteden aan zaken als preventie en de keuzevrijheid voor de cliënt om te kiezen voor ondersteuning die aansluit bij zijn godsdienstige gezindheid, levensovertuiging en/of culturele achtergrond. Verder dient de gemeente te zorgen voor de continuïteit van de zorg voor jongeren die op grond van het bereiken van de leeftijd van 18 jaar niet langer in aanmerking komen voor zorg op basis van de Jeugdwet, maar dat wel nodig hebben. Tenslotte dient de gemeente te definiëren welke resultaten ze wil behalen en vervolgens dient ze de realisatie van deze doelen te meten, om zo meer te kunnen sturen op effectiviteit en kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning.
31
Zomer 2014
Cliënten- en burgerparticipatie Cliënten- en burgerparticipatie omvat betrokkenheid bij de beleidsvorming, maar kan ook betrekking hebben op het uitvoeren van gemeentelijke taken door burgers. Volgens het wetsontwerp moesten gemeenten al vastleggen hoe ingezetenen worden betrokken bij de uitvoering van de wet. Nu is expliciet vastgelegd dat in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers dienen te worden betrokken. Dat sluit aan bij het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking waarin de verplichting is opgenomen om met mensen met een beperking te overleggen bij alle besluitvormingsprocessen die hen aangaan. Verder worden gemeenten gestimuleerd om actief met partijen in de samenleving in gesprek te gaan over de manier waarop zij kunnen bijdragen aan de zorg voor elkaar. Gemeenten kunnen initiatieven van burgers bevorderen door hen een steun in de rug te geven door bijvoorbeeld cofinanciering. Bij Algemene Maatregel van Bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over vormen van inschakeling van buurtinitiatieven bij de uitvoering van beleid. Bewoners krijgen het recht om de gemeente uit te dagen als ze de zorg in de buurt beter kunnen verlenen dan de gemeente. Overige punten De verplichting van de gemeente tot het soms verstrekken van een maatwerkvoorziening moet wat betreft zekerheid voor de cliënt niet verschillen van de bedoeling van de compensatieplicht in de ‘oude’ Wmo. Gemeenten kunnen in hun verordening bepalen voor welke voorzieningen zij een klachtenregeling of regeling van medezeggenschap vereist vinden. Aanbieders die dergelijke voorzieningen leveren worden direct verantwoordelijk voor het inrichten van deze regelingen voor hun cliënten. De bepaling over eisen ten aanzien van de bedrijfsstructuur en bedrijfsvoering van aanbieders is geschrapt. In een aangenomen motie wordt er bij de regeling op aangedrongen het belang van geschillenbeslechting, door mediation of een ombudsfunctie op regionaal niveau, expliciet onder de aandacht te brengen van gemeenten, mede om juridisering in de relatie cliënt-gemeente zoveel mogelijk tegen te gaan. Gemeenten en zorgverzekeraars worden verplicht om afspraken te maken over beleid ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning, publieke gezondheid, zorg, jeugdzorg, welzijn en preventie, teneinde te
Nieuwsbrief
32
komen tot een integrale dienstverlening aan cliënten en verzekerden. Cliëntondersteuning dient onafhankelijk van de gemeente te zijn en het belang van de cliënt is het enige dat telt voor de cliëntondersteuner. De gemeente dient de cliënt voor het onderzoek dat plaatsvindt op basis van een vraag om maatschappelijke ondersteuning te wijzen op de mogelijkheid van het gebruik van cliëntondersteuning. De gemeente kan professionals (huisarts, wijkverpleegkundige) het recht geven om rechten en plichten van de cliënt vast te stellen of hen mandateren om beslissingen daarover te nemen. Tenslotte
In een brief van staatssecretaris Van Rijn (17 april) over de uitkomst van het begrotingsoverleg hervorming langdurige zorg staan belangrijke punten voor de invoering van de Wmo. Namelijk: 1. een overgangsrecht voor 2015 voor mensen die nu AWBZ-zorg krijgen, of een indicatie daarvoor hebben, en straks naar de Wmo overgaan, 2. meer mogelijkheden om in een instelling te (blijven) wonen voor mensen met een verstandelijke handicap (ZZP VG 3) en ouderen (ZZP VV 4), 3. extra middelen voor de gemeenten voor begeleiding en dagbesteding.
Mindfulness, RET, neurofeedback en lichaamsgerichte psychotherapie worden niet meer vergoed Zorgverzekeraars komen met nieuwe lijst van vergoede en niet-vergoede behandelingen Schematherapie, sociale vaardigheidstraining en een aantal behandelingen voor kinderen met autismespectrumstoornissen behoren tot de vergoede zorg. Mindfulness, RET, neurofeedback en lichaamsgerichte psychotherapie komen niet voor vergoeding in aanmerking. Dit blijkt uit het nieuwe ‘Dynamisch overzicht van (psychologische) interventies binnen de GGZ‘, die het Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland on-
33
Zomer 2014 langs publiceerde. Vorig jaar kwam CVZ (thans: Zorginstituut Nederland) al met een overzicht van interventies die wel en niet voor vergoeding uit het Basispakket in aanmerking komen. De lijst van Zorgverzekeraars bouwt daarop voort. Beide lijsten onderscheiden drie categorieën behandelingen: • ‘groen’: behandelingen die voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk, en dus vergoed worden; • ‘oranje’, behandelingen die alleen vergoed worden voor specifieke stoornissen • ‘rood’, behandelingen die volgens ZN niet voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk, en dus niet vergoed kunnen worden.
Wat is nieuw? De ‘groene’ lijst van ZN komt volledig overeen met die van CVZ. De ‘oranje’ lijst van behandelingen voor specifieke stoornissen is uitgebreid met Deep Brain Simulation (OCD), Schematherapie (borderline), de Minnesotamethode (verslaving), sociale vaardigheidstraining (sociale angst) en een aantal in 2011 door het CVZ gefiatteerde behandelingen voor autismespectrumstoornissen (klik hier voor het CVZ-rapport waarin deze beschreven staan) De ‘rode’ lijst is uitgebreid met acht nieuwe behandelingen die ‘in de ban’ gedaan zijn. Naast RET, mindfulness en lichaamsgerichte psychotherapie behoren hiertoe onder andere Pessotherapie, Hallucinatiegerichte Integratieve Therapie en het Prometaprotocol. Status van de lijst De lijst van Zorgverzekeraars Nederland is een leidraad voor individuele verzekeraars. Het is de individuele verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars om de lijst te gebruiken in contractvoorwaarden en in polisvoorwaarden. Verwacht mag echter worden dat de meeste zorgverzekeraars deze lijst over zullen nemen. In totaal bevat de lijst een kleine 60 interventies, slechts een fractie van alle behandelingen die in de GGZ in gebruik zijn. Voor alle andere behandelingen geldt dat de individuele zorgverzekeraar zelf moet bepalen of zij “voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk”, en dus voor vergoeding in aanmerking komen. Om hen daarbij te ondersteunen heeft het Kenniscentrum van Zorgverzekeraars Nederland heeft een leidraad opgesteld voor de beoordeling van behandelingen. Beroepsgroep: geen lijsten, maar richtlijnen
34
Nieuwsbrief
Vanuit de beroepsgroep is men zeer kritisch over de lijsten van CVZ en Zorgverzekeraars Nederland. Zo bekritiseerden de NVGzP en de VGCT in 2013 de CVZ-lijst als willekeurig, onlogisch en onvolledig, en pleitten zij voor multidisciplinaire richtlijnen als basis voor vergoeding, in plaats van lijstjes van behandelingen.
35
Zomer 2014
Patient weet basis-GGZ nog niet te vinden De doorverwijzing naar de basis-ggz, de laagdrempelige vorm van geestelijke gezondheidszorg, blijft ver achter bij de verwachtingen. Dit blijkt uit een quickscan van GGZ Nederland onder haar leden.
Bron: nvgzp.nl
Een meerderheid van de ggz-instellingen geeft aan dat over de eerste maanden van dit jaar minder dan 25% van het verwachte aantal patiënten is gekomen. Over heel 2014 gezien verwacht bijna de helft van de instellingen het met zorgverzekeraars afgesproken aandeel basis-ggz niet te halen, ze halen minder dan 50% van het afgesproken aandeel.
Factsheet Hervorming langdurige zorg Intramurale GGZ Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) publiceert een factsheet over de Hervorming langdurige zorg specifiek voor intramurale geestelijke gezondheidszorg (GGz) voor mensen van 18 jaar en ouder. 18+-jarigen met een indicatie ZZP-ggz-B of ZZP-ggz-C zijn voor de langdurige intramurale GGz verdeeld in drie groepen. • •
• •
Krijgt een cliënt intramurale zorg gericht op behandeling en herstel? Dan vallen zijn zorg en ondersteuning vanaf 1 januari 2015 onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Krijgt een cliënt intramurale zorg gericht op begeleiding en wonen? Met andere woorden: woont de cliënt beschermd? Dan krijgt vanaf 1 januari 2015 de gemeente de regie over zijn zorg en ondersteuning. Dit valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De intramurale zorg voor de meest kwetsbare ggz-cliënten valt vanaf 1 januari 2015 onder de Wet langdurige zorg (Wlz). In de factsheet staat puntsgewijs per groep hoe straks de toegang, het overgangsrecht, de eigen bijdrage en de mogelijkheden van een persoonsgebonden budget (pgb) geregeld zijn.
Bron: invoorzorg.nl
Waar ze terechtkomen Over de vraag waar de patiënten dan wel terechtkomen is het antwoord divers. Een deel van hen is bij de huisarts en de praktijkondersteuner ggz onder behandeling. Er is ook een deel dat ervoor kiest om de verwijzing niet op te volgen, bijvoorbeeld om financiële redenen (eigen risico). Een ander deel blijft behandeling krijgen in de gespecialiseerde ggz of komt daar alsnog terecht omdat basis-ggz niet toereikend blijkt. Omdat verzekeraars minder gespecialiseerde ggz hebben ingekocht, ontstaan voor deze zorg wachtlijsten. Iets dat de Landelijke Huisartsen Vereniging eerder ook signaleerde. Druk op gespecialiseerde zorg De aanbieders van ggz willen snel met patiëntenorganisaties, huisartsen, praktijkondersteuners en zorgverzekeraars in gesprek om oplossingen te vinden hoe patiënten zo snel mogelijk van de goede en passende zorg te voorzien. Zowel in de basis-ggz als in de gespecialiseerde ggz. De aanbieders vrezen dat de wegblijvende patiënten uiteindelijk toch, maar dan ernstiger ziek, in zorg zullen komen waardoor de druk op de gespecialiseerde ggz nog verder toeneemt. Basis-ggz
De basis-ggz is begin dit jaar ingevoerd en biedt na doorverwijzing van een huisarts kortdurende behandelingen voor patiënten met lichte tot matige, niet complexe problematiek. Ook is de basis-ggz er voor nazorg, ondersteuning en het voorkomen van terugval voor patiënten die behandeld zijn voor zwaardere problemen. Voorheen werden deze mensen behandeld in de (duurdere) gespecialiseerde ggz. Bron: ggznederland.nl
Nieuwsbrief
36
Schippers en Van Rijn: door e-health betere zorg en meer eigen regie Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (beiden VWS) willen dat de mogelijkheden van e-health beter worden benut. De bewindslieden zien veel nieuwe technologieën waar mensen veel baat bij kunnen hebben, maar merken dat een brede toepassing nog vaak achterblijft. Schippers en Van Rijn gaan daarom met zorgpartijen aan de slag om ervoor te zorgen dat bewezen toepassingen van e-health daadwerkelijk van de grond komen. Dit staat in hun brief ‘e-health en zorgverbetering’ die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Met behulp van nieuwe technologieën wordt de communicatie tussen zorgverlener en de patiënt (op afstand) makkelijker, waardoor de zorg meer en beter rondom de patiënt kan worden georganiseerd. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat dergelijke toepassingen worden ingezet op het moment wanneer de zorgaanbieder en patiënt dit samen zinvol vinden. Het wordt voor mensen zo makkelijker en aantrekkelijker om zorg in te passen in hun dagelijks leven. Dit sluit aan bij de wens van velen om meer regie over hun eigen leven te kunnen voeren, of ze nu gezond zijn, een beperking of een (chronische) aandoening hebben. Schippers en Van Rijn stellen dat door meer technologie er meer ruimte komt voor de menselijke kant van de zorg. Omdat technologie hun werk uit handen neemt, krijgen zorgverleners meer tijd voor persoonlijke aandacht en een luisterend oor. De omslag naar e-health levert dan ook meer kwaliteit van leven, meer gezondheid en meer comfort op. Beide bewindslieden hebben in samenspraak met allerlei partijen uit de zorg drie ambities geformuleerd om via e-health de kwaliteit van leven te verhogen. Drie ambities 1. Binnen 5 jaar heeft 80 procent van de chronisch zieken direct toegang tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen, en kan deze desgewenst gebruiken in mobiele apps of internetapplicaties. Van de overige Nederlanders betreft dit 40 procent. Dit heeft tot effect dat mensen bewuster zijn van hun eigen gezondheid en dat fouten in dossiers bij zorgverleners sneller opgespoord kunnen worden.
37
Zomer 2014 2. Van de chronisch zieken (diabetes, COPD) en kwetsbare ouderen kan 75 procent die dit wil en hiertoe in staat is, binnen 5 jaar zelfstandig metingen uitvoeren, vaak in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener. Zij kunnen zo de voortgang van hun ziektebeeld volgen en krijgen door de regelmatige feedback inzicht in het effect van hun gedrag op hun ziekte. Dit zal het voor mensen makkelijker en aantrekkelijker maken trouw te zijn aan hun therapie. 3. Binnen vijf jaar heeft iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid om – desgewenst – via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen.
Maatregelen Om de mogelijkheden van e-health te kunnen benutten en bovenstaande ambities waar te maken, nemen Schippers en Van Rijn maatregelen om de juiste randvoorwaarden te scheppen. Zo worden er in de komende periode afspraken gemaakt hoe de informatie-uitwisseling tussen verschillende systemen kan worden bevorderd en is er in de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg, de aanspraak wijkverpleging, de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning ruimte om e-health in te zetten als onderdeel van zorg en ondersteuning. Daarnaast wordt er meer in gezet op kennisdeling en komt er ruimte voor nieuwe initiatieven. Publicatie ‘De maatschappij verandert. Verandert de zorg mee?’ De afgelopen jaren is er sprake geweest van toenemende innovaties, waaronder op het gebied van e-health. De komende jaren zullen volgens de bewindslieden maatschappelijke en technologische trends in een stroomversnelling raken waardoor er grote veranderingen zullen optreden in de zorg. Deze omslag is beschreven in de publicatie ‘De maatschappij verandert. Verandert de zorg mee?’. De publicatie levert een bijdrage aan de discussie hoe de zorg in de toekomst georganiseerd moet worden. Publicatie | 02-07-2014
38
Nieuwsbrief
BORDERLINE Hoe ga je er als directbetrokkenen mee om? Wat kun je als naasten doen? Lezing door mevr. Drs. Rosy Ghijsens, Psychiater & Psychotherapeut GGzE Centrum Persoonlijkheid / De Wende
39
Zomer 2014
Bestuur van Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven e.o. Voorzitter: Paul Schalken Vice-voorzitter, manager kantoor thema-avonden:
Jacques Nijenhuis
Secretaris: Penningmeester:
Jan Peerlings Rien van Tilburg AA
Coördinator Gespreksgroepen: Ineke Nieuwenhuizen Bestuursleden:
Cees Kooijman Adviezen
Ivo Beckers, ervaringsdeskundige spreekt uit eigen ervaring Voor direct betrokken partners, ouders, kinderen, broers, zussen, vrienden van mensen die lijden aan een psychiatrische ziekte en zij die vanuit hun professie geïnteresseerd zijn.
Datum Tijd Kosten Plaats
: : : :
Donderdagavond 25 september 2014 20.00 – 22.00 uur (zaal open 19.30 uur) € 3,50 inclusief koffie / thee Het conferentie centrum van de GGzE, locatie ”De Grote Beek”. (Parkeren op P-10) Boschdijk 771, Eindhoven
Plaats bespreken via e-mail
[email protected] Graag naam- adres- postcode- woonplaats- tel.nr. en e-mail opgeven (i.v.m. beschikbare zitruimte), of tel.nr. 040-2613788/89
Labyrint~In Perspectief Eindhoven en omstreken
Volg Labyrint~In Perspectief Eindhoven en Omgeving ook via de Social Media
Via de pagina op de Labyrint ~In Perspectief website: http://www.labyrint-ip-ehv.nl/pages/nieuws/social-media.php
40
Nieuwsbrief
www.labyrint-ip-ehv.nl
Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven en omstreken Organisatie voor naastbetrokkenen van (ex)psychiatrische patiënten
Ruimte voor verdriet en pijn, hoop en steun Een nieuw perspectief in het labyrint van de geestelijke gezondheidszorg
De Thema-avonden in het conferentiecentrum De Grote Beek
Deelname € 3.50 (incl. koffie en thee) graag i.v.m. de beschikbare plaatsruimte vooraf reserveren E:
[email protected] , T: (040) 261 37 88 Dit met vermelding van naam, adres, telnr., e-mail-adres en aantal deelnemers.
De gespreksgroepen Alleen inschrijven via:
E:
[email protected], T: 040 261 37 88