maart 2 0 1 3 |
jaargang 2 2 | nummer 1 | oplage 1 9 5 0
Nieuwsbrief een uitgave van historische vereniging haerlem
In dit nummer o.a. Nieuw dit voorjaar bij Excursies en Lezingen 23 maart Sugar City Halfweg 6 april 100-jarig Frans Hals Museum Volledig programma op de Agendapagina
De drie introductiesprekers van links naar rechts: mevrouw Anita Blom (Senior Specialist Naoorlogs bouwen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), mevrouw Marinke Steenhuis (cultuurhistorisch onderzoeksbureau SteenhuisMeurs) en de heer Siem Schaafsma (werkgroep Gebouw & Omgeving van Historische Vereniging Haerlem).
Expertmeeting over Wederopbouwarchitectuur in Haarlem
Veel eensgezindheid én een juichmoment maatstaven te wensen overlaat, is een aantal van de wederopbouwwijken inmiddels verworden tot (wat veel mensen zien als) probleemwijken. Dit heeft in diverse gemeenten inmiddels geleid tot sloop en vervanging door nieuwbouw. Hoewel deze rigoureuze methode in zekere zin als oplossing kan worden gezien, is dit niet de enige optie en vaak zeker niet de meest gewenste. Dit bleek wel uit de talrijke meningen die klonken op de expertmeeting. De in Haarlem aanwezige wederopbouw architectuur is in de voorbije jaren door de groep Gebouw & Omgeving van onze vereniging in kaart gebracht en uitgebreid gedocumenteerd. Namens deze groep heeft Siem Schaafsma de werkzaamheden en resultaten toegelicht. In totaal zijn 29 gebouwen en 4 kunstwerken aangemerkt als beschermenswaardig. Van deze 33 voorbeelden van Haarlemse wederopbouwarchitectuur zijn er vijf uitgelicht die wat hen betreft in aanmerking
Het kan een lid van de Vereniging Haerlem bijna niet zijn ontgaan dat er in het afgelopen jaar veel aandacht is geweest voor de wederopbouwarchitectuur in Haarlem. In verschillende nieuwsbrieven is hierover bericht. Er was de expositie over dit onderwerp in de Hoofdwacht, met een opvolgende expositie in het ABC, onder het motto ‘Toekomst of Herinnering?’ In dat kader werd op 24 januari 2013 bij onze collega’s van het ABC Architectuurcentrum in Haarlem een zogeheten expertmeeting georganiseerd. Tal van vertegenwoordigers van overheden, woningcorporaties, experts en de Historische Vereniging zelf discussieerden over de waarde en waardering voor de wederopbouwarchitectuur in onze mooie stad. Zoals ook in diverse andere steden het geval is, bieden de wijken uit deze periode (grofweg 1945 – 1965) zowel kansen als problemen. Doordat de kwaliteit van de woningen zelf naar moderne
lees verder op pagina 2
1
Jaarexcursie actueel Zal Almere onze nieuwe provinciehoofdstad worden? Ontdek dan nu de provincie Flevoland comfortabel vanuit de bus op zaterdag 1 juni. Voor liefhebbers van de wederopbouwstijl is het dorp Nagele een must! Lees achterop hoe u zich moet aanmelden. Nog meer informatie op www.haerlem.nl Actueel nieuws vindt u altijd op www.haerlem.nl Colofon: Dit is een uitgave van de Historische Vereniging Haerlem www.haerlem.nl Verenigingszetel: de Hoofdwacht, Grote Markt 17 Postadres: postbus 1105, 2001 BC Haarlem Secretaris: (023) 529 39 00 Gironr: 377882 Het blad verschijnt vier keer per jaar. ISSN: 1570-4785. Redactie: Theo van der Vlugt, Frank Boorsma en Joan Patijn Vormgeving: Tekst & Uitleg Haarlem Druk: drukkerij Excelsior Haarlem (sponsor) Verzending: Paswerk
vervolg van pagina 1
aantrekkelijk element. Daarnaast drukken de financiële en economische problemen van deze tijd ook een stempel; de huizenbouw in Nederland ligt bijna compleet stil en plannen voor grote stedelijke uitbreidingen gaan overal in de vriezer. Dat biedt extra kansen en mogelijkheden om bestaande bouw opnieuw te ontwikkelen. Volgens Marinke Steenhuis (cultuurhistorisch onderzoeksbureau SteenhuisMeurs) verkeert Haarlem in een unieke positie. Omdat er in Haarlem in vergelijking tot veel andere steden pas laat is begonnen met Gabriël Verheggen (directeur ABC Architectuurcentrum Haarlem) biedt aanwezigen de gelegenheid zich over het onderwerp uit te spreken.” het beoordelen van de wederopbouwwijken, is er Bij de uitnodiging voor de expertmeeting zijn bijzonder veel behouden gebleven. Om deze wijken en gebouwen te handhaven, is het er enkele vragen geformuleerd, die dienden van belang dat alle betrokken partijen - de als een kader waarbinnen van gedachten gemeente, de woningbouwcorporaties, maar gewisseld kon worden. Kort samengevat ook de bewoners zelf - zich hiervoor sterk komen de vragen op het volgende neer: maken en blijven investeren. Hoe definieer je de cultuurhistorische Vertegenwoordigers van verschillende waarde van zo’n wederopbouwwijk, woningbouwcorporaties gaven te kennen dat zeker ook gelet op de redelijk beperkte zij hierbij tegen lastige problemen aanlopen. ouderdom? Zo zijn bepaalde woningen in de ene wijk Is er draagvlak voor bescherming van dit bijzonder in trek en eenvoudig aan te bieden, naoorlogs erfgoed? terwijl dezelfde woningen in een andere Kunnen onderling verschillende wijken op wijk voor huurders zeer onaantrekkelijk eenzelfde manier worden benaderd waar lijken. Gelet op de hoeveelheid gebouwen het de cultuurhistorische waarde betreft? uit deze periode en het feit dat sommige Wat maakt de Haarlemse wijken voor huurders impopulair blijken, is wederopbouwwijken nu typisch Haarlems? het ook (financieel) ondoenlijk ze allemáál Hoewel niemand de problemen onderschat te bewaren voor het nageslacht; er zullen waarvoor de eigenaren en overheden mogelijk keuzes gemaakt moeten worden. zich in Haarlem gesteld zien, was De gemeente erkent de problemen die nagenoeg iedereen het erover eens dat er bestaan rondom de wederopbouw de wederopbouwwijken behouden moeten architectuur. De inspanningen van de blijven. Ook mevrouw drs. Anita Blom werkgroep Gebouw & Omgeving werden (Senior Specialist Naoorlogs bouwen van door wethouder Jan Nieuwenburg omstandig de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) geprezen. Hij gaf aan dat de aandacht van benoemde een aantal duidelijke redenen. de gemeente tot op heden vooral heeft Deze wijken en gebouwen herbergen gelegen bij de vooroorlogse architectuur, een uniek aspect dat veel waarde heeft, maar nu de bescherming hiervan op de rails namelijk dat er nog talloze mensen leven staat, krijgt de naoorlogse architectuur die herinneringen hebben aan de jaren die meer aandacht. Hierbij zal een middenweg zij in deze wijken hebben doorgebracht. De gezocht moeten worden waar alle unieke ruimtelijke inrichting van de wijken, betrokken en geïnteresseerde partijen zich waarbij er veel aandacht voor parken in kunnen vinden. Dat dit temidden van en doorkijkjes was, is ook nog altijd een komen voor de status van rijksmonument. Dit zijn het kunstwerk Ode aan de Bakker, de gebouwen Haarlem Hoog en het oude VVV-kantoor bij het station, de Pastoor van Arskerk en de voormalige huishoudschool aan de Garenkokerskade.
2
alle verschillende ideeën en inzichten niet eenvoudig is, bleek ook wel uit de discussie. Een kort juichmoment vond plaats toen mevrouw Blom liet weten dat de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed inderdaad één van de vijf beoogde rijksmonumenten op de beoordelingslijst heeft gezet. Met enig geluk zal de Mons Aureaschool aan de Garenkokerskade als rijksmonument de beschermde status krijgen. Het mag desondanks duidelijk zijn dat er nog veel werk te verzetten is. Dat de wederopbouwwijken een duidelijke cultuurhistorische waarde hebben, lijkt onbetwist. Maar om ze ook om te toveren in succeswijken is de nodige inzet van alle betrokkenen vereist. Het bestaande draagvlak dient te worden uitgebreid, door mensen te informeren en te enthousiasmeren. Gelukkig bestaat er nu de benodigde aandacht voor deze bijzondere staaltjes architectuur, zodat ze hopelijk behouden kunnen blijven voor toekomstige generaties Haarlemmers. Een belangrijke slotgedachte was dan ook: “We zijn geneigd ons vooral op de problemen te richten. Maar laten we ook eens kijken hoe mooi het ooit was en daarbij bedenken dat het ook weer zo mooi kan worden.”
Herhaalde oproep nieuwsvoorziening via e-mail De oproep in de vorige Nieuwsbrief heeft veel e-mailadressen opgeleverd. Dank u wel! Van 300 leden missen wij nog het e-mailadres. Heeft u via uw e-mail nog nooit berichten ontvangen van de Vereniging? Geef dan uw e-mailadres door aan hvhledenadministratie@gmail. com. U bespaart ons tijd, energie, het scheelt de vereniging portokosten, en u wordt effectiever op de hoogte gehouden. Bij voorbaat dank, de penningmeesters en ledenadministrateur, J.D. Enschede W.D. Slik A.G. Prent
Een wasserijmuseum in Haarlem? Toen bekend werd dat de gemeente ambtenaren uit gebouw Koningstein zouden vertrekken, ontstond bij de Haarlemmers Cock Basoski en Ineke Krist de gedachte om, in het eveneens vrijkomende gebouw Edelweiss, iets aparts te starten. Gedacht werd aan een wasserijmuseum. Die gedachte werd gevoed uit het historisch besef, dat er vanaf de bouw van dit pand en van de omliggende percelen al wasserijactiviteiten zijn geweest. Edelweiss De Overveense blekersknecht Jan van Kimmenaede was in de negentiende eeuw een van de eersten, die zich als wasserijbaas aan het Zuider Buiten Spaarne vestigde. Hij kocht in 1847 het voormalige buitenplaatsje Overboom samen met de oorspronkelijke, bij Koningstein behorende koepel. Hij zette daar een nieuw gebouw
neer en richtte dat in als kleerblekerij. In 1859 verkocht hij het aan Hendrik Vasen. Met dat geld kocht hij de aangrenzende blekerij van de tuinman Servaas Berse. Rond 1890 werkten bij Van Kimmenaede 8 mensen. Na zijn dood ging de blekerij over in handen van zijn dochter en werd het bedrijf Koningsteijn genoemd. Dit was werkelijk een groot bedrijf. Het bedrijf dat Hendrik Vasen in1859 van Jan van Kimmenaede had gekocht werd bekend als stoomwasserij Edelweiss. Hendrik Vasen jr., die in 1922 het bedrijf van zijn vader had overgenomen nam een tweede gebouw – naast de bestaande wasserij op nr. 30 als tweede wasserij in gebruik. Na de dood van Hendrik jr. werd het bedrijf in 1931 overgenomen door zijn zonen Hendrik,
3
Johannes en Christiaan. In 1932 volgde een ingrijpende verbouwing. De activiteiten gingen met wisselend succes door tot 1949. Museum en expositieruimte Gedacht wordt nu aan een hypermodern, interactief museum, waar aandacht wordt besteed aan zowel het wassen in de wasserijen als aan het thuiswassen. Uitgangspunt is dat de voorgevel van het karakteristieke pand geheel in tact zal blijven. Ook zou er ruimte kunnen worden gecreëerd voor wisselende tentoonstellingen. De initiatiefnemers zijn druk bezig om steun en bijval voor het plan te krijgen.
Kaart uit 1599 Schoten en Bloemendaal (A 1445 Hoogheemraadschap van Rijnland)
Belangstelling voor dwarsverbindingen in de stad
Heussensvaart Een van de speerprojecten van de werkgroep Parken en Groen vormt de ontsluiting van de talrijke historische dwarsverbindingen die Haarlem rijk is. Dwarsverbindingen die als het ware ‘treden’ vormen in de van oudsher noordzuid georiënteerde aanleg van de stad. De werkgroep zet zich in om deze routes te behouden, te verbeteren en waar mogelijk in ere te herstellen. De Heussensvaart is onderdeel van zo’n dwarsverbinding. Het is een oude naam die nu nog voortleeft in de Heussensstraat. De vaart liep vanaf de duinen naar het Spaarne. Een deel van de vaart kreeg later de naam Spaanse Vaart. De vaart maakt onderdeel uit van de Kleverlaanzone.
De Kleverlaanzone vormt een belangrijke aaneenschakeling van groene openbare ruimtes, waarvan de historie van de Heussensvaart op de kaarten in ieder geval teruggaat tot die van Van Deventer uit 1550. Schakels in dit gebied vormen vanaf het westen naar het oosten: de IJsbaan, het openbaar sportterrein, de Heussensstraat lopend langs de Molensloot met de Wipwatermolen van de Schoterveenpolder, de Cornelia Westendorp tuin met school- en doe-tuinen aan de Dortstraat, de Stadskweektuin en de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan. Daarna loopt de route in het rood door naar het Spaarne via (uiteraard) de Spaansevaartstraat en de Transvaalstraat. De gemeente presenteerde afgelopen jaar een gebiedsvisie voor de Kleverlaanzone. Mede door de jarenlange inzet van de werkgroep Parken & Groen voor de historische dwarsverbindingen, en dankzij inspraak vanuit de werkgroep tijdens de Kaart 1794 (A 41 Hoogheemraadschap van Rijnland)
4
Detail uit de kaart van Jacob van Deventer 1550 (NHA)
visie vorming, staat in deze gebiedsvisie een oost-west wandelroute geprojecteerd. Voor de werkgroep vormt het historisch onderzoek en de ontwikkeling van een nieuwe brochure (alweer de zesde!) bij deze route een prachtige uitdaging. Uitgangspunt voor de gehele wandeling vormt de voormalige loop van de Heussensvaart. De Heussensvaart moet omstreeks 1539 door Dirk van Heussen zijn gegraven. In dat jaar krijgt de Haarlemse Burgemeester Claes van Heussen vergunning tot zanden. Van Heussen laat de vaart graven vanaf het Spaarne, ter hoogte van de huidige Waarderbrug, tot in Bloemendaal bij de huidige Mollaan. De vraag naar zand nam sterk toe door de toenemende
verstedelijking en aanleg van wegen waar zand gebruikt werd voor het ophogen van laag liggende terreinen. Zand gebruikte men ook als schuurmiddel en om inkt sneller te laten drogen. Soms vermengde men zand met mest en afval om de grond te bemesten. De oude duinen vielen ten prooi aan deze zandhonger. Het zand voerde men af via speciaal daarvoor gegraven zanderijvaarten. De Heussens gingen een graantje meepikken van deze schaarste aan zand. En hoewel zanderijen tot ver in de twintigste eeuw in bedrijf bleven, gold dit niet voor die van de Heussens. De bewoners van het naast gelegen Aelbertsberg wisten in 1563 bij de heer Hendrik van Brederode te bereiken dat Dirk van Heussen ten eeuwigen dage moest stoppen met het gebruik van de zandvaart. Vanaf 1564 nam bleekerij ‘de Mol’ de terreinen van de gestaakte zanderij over. Dit levert echter nog veel meer klachten van omwonenden op, vooral de brouwers, want in de vaart hopen zich nu de vuile stoffen afkomstig van het bleken op. De kaart uit 1599 toont naast de blekerijen prachtig het ontstaan van de Schoterveenpolder.
Kaart 1835 Water begraafplaats
Tijdens het Spaans Beleg in 1572 werd het deel van de vaart vanaf Huis ter Kleef naar het Spaarne verbreed en uitgediept. In Huis ter Kleef zat immers Don Frederik de Toledo, de Spaanse opperbevelhebber, en de vaart diende voor de toevoer van wapens, manschappen en goederen. Zodoende ontstond de naam Spaanse Vaart voor dit deel van het water. Zoals de kaart uit 1794 laat zien veranderde de waterhuishouding in de volgende twee eeuwen. De Spaanse Vaart loopt vanaf het Spaarne tot in de Molenwetering en het restant van de Heussensvaart mondt
Gebiedsvisie Kleverlaanzone
uit in De Delft. De molen op de kop van de Spaanse Vaart zorgt voor de bemaling van de Schoterveenpolder. Op de kaart uit 1838 is de Heussensvaart geheel verdwenen en resteert alleen het Spaanse Vaartje.
van de Schoterveenpolder. Door al deze veranderingen werd later besloten om de uitwatering van de molen te verleggen van het Noorder Spaarne naar de Delft. Hiermee werd eigenlijk weer een deel van vroegere Heussensvaart in ere hersteld.
In 1828 verkocht J.D. Zocher zijn buitenplaats Akendam, ten oosten van Huis ter Kleef, aan de gemeente Haarlem om deze om te vormen tot begraafplaats. Naar zijn eigen ontwerp gebruikte Zocher het water van het Spaanse Vaartje om Kaart 1838 (A 348 Hoogheemraadschap van Rijnland) prachtige waterpartijen op de begraafplaats aan te leggen De naam Heussensvaart bleef in ieder geval zoals de kaart uit 1835 laat zien. altijd bestaan zoals het bijschrift bij deze Net als vele andere buitenplaatsen hadden foto laat zien. “Koninginnedag 1911 (31 ook de buitenplaatsen ten noorden van Haarlem rond 1900 moeite het hoofd augustus). Fokker met zijn ‘Spin’ in de lucht boven water te houden. De buitenplaats boven de weilanden aan de Kleverlaan. Hogerwoerd met gronden rond het Op de achtergrond de molen aan de Spaanse Vaartje tot aan het Spaarne Heussensvaart”. verkocht deze aan de Binnenlandse Exploitatie Maatschappij. Zij maakte een Annemarie van Leeuwen bebouwingsplan waarin, op een vroeg Werkgroep Parken & Groen ontwerp, het Spaanse Vaartje als gracht werd opgenomen. In 1905 viel echter het besluit tot “demping”. Maar er moest afwatering blijven bestaan vanaf de Schoterveenpolder naar het Spaarne, zo ook voor de vijvers op de begraafplaats. De vaart werd daarom overkluisd en daar bovenop werd een straat aangelegd: de Spaansevaartstraat. De bebouwing in de omgeving rondom de Spaanse Vaart nam een grote vlucht. Dit zorgde voor de bijna volledige ontpoldering
5
Bezoek eens onze zusterstad Osnabrück Toen onze Vereniging twee jaar geleden de 50-jarige jumelage van Haarlem met Osnabrück herdacht, hebben velen van ons door met de jaarexcursie mee te gaan, ervaren wat een gezellige stad Osnabrück is en hoe de landelijke omgeving uitnodigt tot een langer verblijf. Misschien bent u er nog niet uit wat u in de komende zomervakantie gaat doen en komt de nieuwe zomerfolder van de plaatselijke toeristenorganisatie op het juiste moment. Van Detlef Götting, een van onze contactpersonen aldaar, ontvingen wij de folder met uitgebreide informatie over
vakantiemogelijkheden in het Osnabrücker Land. Bijzonder is, dat diverse rondleidingen en fietstochten met Nederlands sprekende
gidsen kunnen worden gedaan. Het is ook mogelijk de ontdekkingstochten geheel naar eigen wens af te stemmen. Zo kan een tocht bestaan uit meerdere vervoersmiddelen, zoals bijvoorbeeld te voet, per fiets, per huifkar, of met de bus. Ook voor hotelreservering of het huren van een fiets kunt u terecht bij StadtLand Führungen Osnabrück, Auguststrasze 25, 49078 Osnabrück. Tel.: 0049-(0) 541-20 29 972 en vraag gerust naar Detlef. Zijn email is:
[email protected] of kijk op internet: www.osnabrueck-fuhrungen.de
Vooraankondiging: Boek 100 jaar Frans Hals Museum Het 100-jarige bestaan van het Frans Hals Museum is een gebeurtenis die de culturele agenda van Haarlem kleur en glans geeft. De februari-editie van het Historisch Café gaf al een voorproefje. En er is o.a. een boek om naar uit te kijken, dat verschijnt ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Frans Hals Museum | De Hallen. In het boek wordt aandacht besteed aan de voorgeschiedenis van het museum, die teruggaat tot de 17de eeuw, aan de opening in 1913, en aan honderd jaar
Commentaar
beleid, verzamelen, exposeren, restaureren en publiek. Een feestelijk, ruim geïllustreerd boek, niet alleen interessant voor liefhebbers van kunst maar ook voor allen die de Haarlemse geschiedenis een warm hart toedragen.
100 jaar Frans Hals Museum Auteur: Antoon Erftemeijer 288 pag., geïllustreerd, prijs 15 euro Uitgave: Frans Hals Museum Verschijningsdatum: 14 mei 2013
Cavex. De sloopkogel wint het van de Haarlem-liefde
Het doek is gevallen voor de Cavex schoorsteen. Ook ondanks een laatste inspanning om hem te verplaatsen – van o.a. D’66 kon de schoorsteen niet behouden worden. ‘Daar gaat weer een monument…’, verzuchtte menigeen. Maar in dat woord schuilt nu net het venijn: de schoorsteen had geen monumentenstatus die ‘m kon beschermen en de eigenaar kon verplichten om naar een vorm van behoud te zoeken. In dezelfde periode stond er een aardiger bericht in het Haarlems Dagblad. ‘Pluim voor monumentenlijst’: waarderende woorden voor de groeiende Haarlemse monumentenlijst, als gevolg van het burgerinitiatief, waarbij ook de inbreng van onze vereniging genoemd werd. Dat herinnert ons nog eens aan een van de belangrijkste opgaven voor de Vereniging Haerlem: in kaart
brengen wat echt de moeite van het beschermen en behouden waard is. Volgens een schatting telt Haarlem nog zo’n 2000 waardevolle objecten die de beschermende monumentenstatus ontberen. Zolang dat niet is opgelost kunnen we niet veel meer doen dan ontwikkelingen volgen en in actie komen als er iets dreigt mis te gaan. Voor Cavex is ondertussen nog wel een les te leren; de inspanningen voor behoud waren stuk voor stuk welgemeend maar helaas ook ‘veelstemmig’. Met één plan, één stem, één toekomstvisie hadden we misschien meer kunnen doen. Enfin, tweeduizend onbeschermde objecten moedigen ons aan. Theo van der Vlugt en Peter van Wingerden
6
De stem van het publiek over de wederopbouw Tijdens een openbare bijeenkomst ‘Wederopbouw’. in het ABC op zondag 16 december 2012 spraken Haarlemmers – veelal uit eigenervaring en herinnering met elkaar over de wederopbouw. Centrale vraag was: Heeft de wederopbouw architectuur een gebruikswaarde, toekomstwaarde? Alan Barker schreef mee en noteerde herinneringen die menigeen zal herkennen. “Een ieder bezat na de oorlog: tevredenheid. Ik woonde aan de Karel Doormanlaan in Sinnevelt. Wij hadden allemaal weinig spullen. Na een periode van inwoning kwamen wij in een eigen huis. Met verwondering kijk ik terug naar de eenvoud, tevredenheid, optimisme – groene aanleg, licht en ruimte.”
“In Haarlem had je eigenlijk geen wederopbouw. Het begrip wederopbouw was bedoeld voor de actie in steden na de verwoestingen door WOII. De verantwoordelijke gemeenten kregen een bouwmaatschappij toegewezen door het rijk. Haarlem kreeg dat niet. Hier was sprake van een inhaalslag. Pas in 1965 was de woningnood voorbij. Woningen moesten later kleiner worden gebouwd: een burgerwoning kreeg een beukbreedte van 5 meter. Het tempo van bouwen en besturen was snel; voor inspraak was geen tijd voor inspraak.”
”Je kon in de wederopbouw heerlijk spelen: wel in de bouwputten, maar ook op de stenen kon men plezier hebben. Je buurtje vond men prettig, vanwege de kerk, de school en de winkels. Er werd niet zo’n buurtgevoel gekweekt zoals in de Jordaan, generatie op generatie. Dit was nieuw. Wij waren de eerste bewoners. De wisselwerking tussen binnen- en buiten (binnenplaats, tuinen) was groot, en ook zo bedoeld door de architecten.”
“De huizen kan je nog wijzigen. Maar de stedenbouw is belangrijk (de structuur).”
“In die tijd kon men een woning van 190 m2 kopen voor fl. 20.000 zonder hypotheek. Bij extra slaapkamers kreeg men meer subsidie, daarom plaatste de bouwer een extra tussenwandje voor fl. 2.000 subsidie meer. Daarna kon de bewoner kiezen het wandje te laten slopen.”
“Er was een sterke verzuiling. In bestemmingsplannen werden aparte kerken en scholen voor de zuilen gepland. Zij zijn niet allemaal gebouwd: soms veel later is er b.v. een sportzaal gebouwd op de plek.”
“Delftwijk, Sinnevelt, Parkwijk, Europa wijk, Boerhaavewijk zijn stedenbouw kundig echt van de wederopbouw. De oorspronkelijke opzet is het kenmerk. Daar zou je wat van kunnen bewaren: dus niet inbreien. In de ruimtelijke opzet zijn er veel doorzichten, en veel volwassen groen. “
“Even kijken naar wat er niet was. - geen t.v., telefoon of plastic - geen koopoverdaad (consumentisme) - het ontbreken van hectiek, infooverdaad. Het hedendaagse bombarde ment van informatie geeft veel onrust. Meestal hadden wij alleen de krant. -w ederopbouw was niet oubollig, braaf, onnozel (wel benauwd in de avonden) -h et ontbreken van buitenlanders (behalve Indonesiërs). Het was een witte wereld. Buitenlanders hebben de Nederlandse samenleving enorm opgefrist.”
“Een stukje Sinnevelt zou je zeker moeten bewaren. De huizen met een mooi maar eenvoudig schoorsteen in de voorgevel.”
“Interessant zou zijn: een tussenvorm van wederopbouw en stedelijkheid. Bijvoorbeeld nieuwbouw tegen de flats aanplakken.”
7
“De Schildersbuurt is later een pracht wijk geworden. Je was wel gehecht aan de sociale sfeer, maar niet aan de gebouwen. Je wil ook weer weg: er was veel mobiliteit. Wat moet je dus meenemen naar de volgende generatie? Niet puur nostalgie, want wij zijn veranderd. “
“Wij zijn veel individualistischer geworden sinds het eerste leven in de opbouwwijken. Zo overindividualistisch dat er geen wisselwerking meer is tussen binnen-buiten. En er is de mode van het verdichten en de stedelijkheid.”
“Hoe zouden de kinderen van buitenlanders over de wederopbouwwijken denken?”
“Een nieuwe gemeentelijke nota “Erfgoed & Ruimte” is in bewerking. Sommigen zeggen: je moet voorbeelden van de wederopbouw bewaren. Van elk stuk geschiedenis zou men dat moeten doen.”
“De P.C. Boutensstraat in Delftwijk, huizen met een penthouse-achtige opbouw.”
“In Haarlem mocht men tot 3-hoog bouwen: daarboven moest het gebouw voorzien worden van een lift. Dit vond men te duur. Daarom werden een soort van bergingen gebouwd op het dak die binnendoor bereikbaar waren. Dit lijkt nu heel modern: het zijn penthouses: zoiets zou je moeten bewaren.”
“De afbraak in Schalkwijk heeft voornamelijk zijn oorzaak in de sociale puinhoop. De rol van de corporaties zou van belang kunnen zijn. Maar deze rol gaat achteruit: de reddingsboei is weg. Ik vrees dat de redding van enkele hele mooie gebouwen zelfs daardoor niet haalbaar is. “ Samengevat door Alan Barker.
Zojuist verschenen: Het Grote Geschiedenisboek van Kennemerland Boekbespreking Diverse auteurs Het Grote Geschiedenisboek van Kennemerland Gebonden uitgave. ¤ 29,95 Een heerlijk lees- en plaatjesboek over Midden- en Zuid-Kennemerland. Het koffietafelformaat heeft te maken met de oorspronkelijke uitgave, namelijk de los verkrijgbare afleveringen van ‘Ach Lieve Tijd, 2000 jaar Kennemerland’ uit de jaren 2003-2004. Het Grote Geschiedenisboek
is een selectie daaruit, maar in thema’s bewerkt met teksten van ons zeer bekende auteurs. We hoeven alleen de inhoud maar te noemen. De inleiding door Ben Speet, hoofdstuk De Kust door Jaap Vogel, Religie door Lieuwe Zoodsma, Vertier door Annabella Meddens, Oorlogen door Jaap Temminck, Buitenplaatsen door de betreurde Florence Koorn, Scheepvaart en Visserij door Jaap Vogel, Vervoer door Peter Hammann, Gezondheid door Ben Speet, Industrie door Jaap Vogel, Handel door Jaap Temminck en Land- en tuinbouw door Wim Post. Niet onbelangrijk is het Trefwoordenregister door Hans Hennequin en Herman Oost. Te
koop voor ¤ 29,95 bij de boekhandel, maar natuurlijk ook bij het Noord-Hollands archief! Joan Patijn
Weer een nieuw boek over Haarlem Boekbespreking Juist! Harlem & Zuid-Kennemerland ISBN/EAN 978-90-819918-0-3. NUR-code: 520 Ledenaanbieding: zie www.haerlem.nl
Column
Opnieuw is er een boek over Haarlem verschenen. Met Juist! Haarlem & ZuidKennemerland pretendeert uitgeverij Juist!HetBoek een handig nieuw naslagwerk over Haarlem en de regio op de markt te hebben gebracht. Een eindredacteur met ietsje meer ‘hart voor Haarlem’ had hier en daar voor meer
verdieping kunnen zorgen. Desondanks is het een goed ogend blader- en kijkboek geworden, waar ook onze vereniging zijn verhaal kwijt kon. Het is zeker goed als relatiegeschenk te gebruiken voor al die bedrijven en instellingen, die eraan hebben meegewerkt.
Wanneer heeft een Haarlemse kunstenaar een monument verdiend?
Sinds het overlijden van Harry Mulisch, 30 oktober 2010, speelt in Haarlem regelmatig de discussie over een beeld of monument voor de auteur. Spontane opiniepeilingen kort na het overlijden van de schrijver gaven een gemengd beeld. Snel onderzoek leert dat het in Haarlem onvoorspelbaar lang kan duren bij het plaatsen van een monument. Gemiddeld moesten beroemde Haarlemmers 180 jaar wachten op een standbeeld. Ripperda: 410 jaar, Coster 282 jaar, Frans Hals 234 jaar. Het kan sneller. Voor Lennaert Nijgh bijvoorbeeld verscheen snel iets moois op een prominente plek, voor Godfried Bomans na 11, en voor Hannie Schaft na 38 jaar. Maar voor een standbeeld van Albert
Verwey daarentegen moet je helemaal naar Noordwijk fietsen. Dat duurt allemaal veel te lang! Heeft het ontbreken van een dergelijke vorm van aandacht voor Harry Mulisch wellicht ook te maken met de gevoelens die zijn negatieve uitlatingen over onze stad oproepen? Als dat zo, zou je kunnen overwegen hem als 31-jarige af te beelden en dat beeld vóór de Amsterdams Poort neer te zetten met zijn rug naar de stad gekeerd en de blik richting Amsterdam, het beloofde land. Dan krijgen voor- zowel als tegenstanders hun zin. Peter van Wingerden
8
De December-column van Peter van Wingerden, Palen op ‘t Sant werd onverwacht ingehaald door de actualiteit Daags nadat ik dit stukje schreef was het besproken kunstwerk tot mijn verbazing plots verdwenen van de Grote Markt. Nog groter was mijn verbazing toen kort daarna de kunstenaar overleed op 30 januari jl. Nu maar hopen dat de gemeentewerf beseft wat de waarde en het belang is van deze palen! En dat er snel een plekje wordt gevonden waar ze - na een kleine opknapbeurt -weer helemaal tot hun recht komen. Peter van Wingerden
Wie vertelt ons meer over dit object?
De historie van Schoten in steen De luilakwandeling zal dit jaar onder meer leiden langs het Huis te Zaanen en het oude raadhuis van Schoten. Door de keuze voor deze route zal het Schoterrechthuis niet bezichtigd worden. Maar dat zal bij een volgende gelegenheid zeker gebeuren. Daar is een actuele reden voor, want sinds kort is er namelijk iets opmerkelijks te zien. In de voortuin is een op een grafsteen gelijkend object aangebracht, waarvan de herkomst op zijn minst duister is. Wat is hier precies te zien? Deze steen van ongeveer 1,2 bij 1,4 meter werd ruim twee jaar geleden ontdekt op de werf van het gemeentelijk depot, zonder dat men precies kon aangeven wat het (geweest) was. Wel zag men bij nadere bestudering dat er onder meer een afdruk van een wapen op was afgebeeld dat deed denken aan het wapen van de voormalige gemeente Schoten. De gemeentewerf wilde graag van het stuk steen af want veel nut had het ter plaatse niet. Maar men had toch wel het idee dat het om iets bijzonders zou kunnen gaan. Het was zeer attent om Stichting Historisch Schoten, die zich al ruim tien jaar inzet voor het behoud van de historie van deze verdwenen gemeente, op de hoogte te brengen van het bestaan van deze steen. De vraag aan de medewerkers van de stichting was vervolgens of men een idee had van de herkomst ervan en vooral een eventuele bestemming hiervoor. Na bezichtiging van de steen werd het wapen inderdaad herkend. Het leek een goed idee om de steen een historisch verantwoorde bestemming te
geven, ergens waar deze behouden blijft en tevens in het zicht ligt. Er is lang gespeculeerd over de herkomst en functie. Een voor de hand liggende mogelijkheid is, dat de herkomst Huis te Zaanen was en dat de steen daar bij de entree heeft gelegen. Door het soort slijtage dat de steen vertoont, lijkt het dat er veel overheen is gelopen. De steen zou gezien het soort bewerking ervan rond 1880 1890 gemaakt kunnen zijn. In die periode heeft de toenmalige bewoner C.J.A. Bredius aan de architect Berlage opdracht gegeven het huis in het Zaanenbos te renoveren en te verfraaien. Het (op zich onjuist afgebeelde) wapen in de schouw van Huis te Zaanen heeft toen mogelijk als voorbeeld gediend voor het wapen in de steen en is daardoor niet correct overgenomen. Omdat het wapen op de steen dezelfde soort fouten bevat als die in het Huis te Zaanen is aangebracht, is de link met deze mogelijke locatie als herkomst gelegd. Rond 1930 kwam Huis te Zaanen in bezit van de gemeente Haarlem en de bedoeling was dat er een publieke bestemming aan zou worden geven. Het werd een filiaal van de Stadsbibliotheek, dat daar tot het eind van de jaren tachtig in heeft gezeten. Het zou dus kunnen zijn dat de steen tijdens de verbouwing, waarbij het gebouw geschikt werd gemaakt als leeszaal, is verwijderd, afgevoerd en toen al bij de gemeentewerf terecht is gekomen, waar deze vervolgens tot enkele jaren geleden onopgemerkt is gebleven.
9
Diverse locaties voor ‘herplaatsing’ werden geopperd waaronder Huis te Zaanen. Maar uiteindelijk kwam men uit bij het Schoterrechthuis. Dit is tot 1905 het Raadhuis van Schoten geweest en momenteel het onderkomen van het Rode Kruis Haarlem e.o. Om deze historische reden zou de steen daar op zijn plaats zijn. Het Rode Kruis gaf toestemming tot het plaatsen van de steen. Medewerkers van Smederij van Galen, een van oorsprong Schotens bedrijf, hebben de steen op dinsdag 14 augustus 2012 onder grote belangstelling geplaatst in het witte grind van de voortuin van het Schoterrechthuis aan de Vergierdeweg. Daar ligt de stenen herinnering aan Schoten nu opvallend in zicht alsof deze er al eeuwen zo heeft gelegen. Al velen hebben de steen reeds bewonderd maar tot op de dag van vandaag is de vraag over de herkomst nog steeds onbeantwoord. Misschien weet één van u het ons te vertellen… Frank-Michiel Boorsma
Jonge Muggen
‘StAPPen in de Stad’
Het nieuwe jaar is goed begonnen voor de werkgroep Jonge Muggen. Op 31 januari jl. werd het project ‘StAPPen in de Stad’ van de werkgroep ErfgoedEducatie Haarlem gelanceerd. In een feestelijk met ballonnen versierde Doelenzaal van de Bibliotheek heette Laura van der Wijden (directeur van het Historisch Museum Haarlem) namens de werkgroep vele belangstellenden welkom en gaf zij een overzicht van het hoe en waarom van dit nieuwe, grote educatieve project. Zoals zij zei: omdat de jeugd niet snel warm loopt voor een geschiedenisles op papier, moesten we wel met iets ‘vet cools’ komen. Daarom is gekozen voor een educatieve app (=applicatie), waarmee jongeren van rond de 11-14 jaar met de smartphone op pad kunnen gaan om het waarheidsgehalte van enkele Haarlemse legenden te ontrafelen. Ook werd de demonstratiefilm, die op school wordt gedraaid, getoond en de website www.stappenindestad.nl geprojecteerd. Een geestige en informatieve inleiding over Haarlemse legenden ging aan de feitelijke start vooraf. Bert Sliggers, conservator van Teylers Museum en schrijver van het jeugdboek ‘De ontdekking van Haarlem’
wees ons Haarlemmers er nog eens fijntjes op dat wij heel goed zijn in het doorgeven van sterke verhalen. Niet alleen de legenden die in dit project op waarheid getoetst kunnen worden, er zijn er nog veel meer. Waarmee hij maar aangaf, dat ons project nog jaren kan doorgaan…. Ook wethouder Jan Nieuwenburg van Onderwijs, die door het onthullen van de tijdelijke ‘probeercode’ het project van start liet gaan, is enthousiast. Immers, jongeren zijn de verhalenvertellers van de toekomst en met dit instrument wordt de nieuwsgierigheid naar de cultuurhistorie bevorderd. Daarom hoopt hij dat er op dit project wordt voortgebouwd. Begin februari ontving onze werkgroep weer een groep eerstejaars van de KinderUniversiteit Haarlem. Ook waren wij aanwezig bij het feestelijk gevierde 5-jarig jubileum van de KinderUniversiteit. En deze maand maart zijn we al weer enkele maanden druk met de ontvangst in Grote Kerk en Hoofdwacht van de groepen 4 in het kader van het Wie wat bewaart, heeft wat!-project. Kijk eens op de website van de Jonge Muggen! Marjorie Vroom
10
Onderzoek leidt tot steen én boekje Pieter Reijnders, eigenaar van het perceel Spaarne 42 heeft zijn pand laten restaureren onder leiding van architect Henk Snoeks. De geschiedenis van het perceel is uitgezocht door Bert Sliggers. Hij stuitte op de naam De Witte Olyphant.
Groepsbezoek aan het honderdjarige Frans Halsmuseum Medio maart opent een grote Frans Halstentoonstelling onder de naam Frans Hals - Oog in 0og met Rembrandt, Rubens en Titiaan. De schilder Frans Hals is een persoon met grote historische betekenis voor Haarlem en dus per definitie, mogen we misschien zeggen, interessant voor de leden van de vereniging Haerlem. Zij kunnen hun weg dan ook wel vinden naar het museum. Echter, gebleken is bij de excursies vorig jaar naar de Rafael tentoonstelling van het Teylers museum dat een groeps bezoek met een deskundige inleiding zeer werd gewaardeerd. Reden voor de werkgroep Excursies en Lezingen om ook in dit geval een dergelijk groepsbezoek te arrangeren. Dit evenement zal plaats vinden op zaterdagmiddag 6 april 2013. Zie Agenda.
De geschiedenis is in boekvorm verschenen. Leden van onze vereniging kunnen voor ¤ 9,- incl. verzendkosten het boekje verkrijgen. Het is ook via de website www.tante-saar.nl gratis te downloaden. Deze website is sowieso een bezoek waard. De gevelsteen is inmiddels in productie – de foto toont het ontwerp - en zal als alles volgens plan verloopt, nog dit jaar worden geplaatst. De steen somt de namen op van eerdere eigenaren; het boekje vertelt nog veel meer achtergrond. Martin Busker, voorzitter SGVH
Agenda
Excursies en Lezingen
Kijk regelmatig op www.haerlem.nl voor onze activiteiten en ervaar het nieuwe gemak van het aanmelden via onze website. Heeft u geen internet? Spreek dan de voicemail in van onze nieuwe excursietelefoon T. 06 37 36 14 59. Voor overige contacten met de werkgroep Excursies en Lezingen mail
[email protected] en voor direct contact tijdens de meeste excursies en lezingen bel Joan Patijn T. 06 27 07 29 66. Bent u een van de laatste leden die hun e-mailadres nog niet hebben opgegeven? Mail snel aan hvhledenadministratie@ gmail.com U wordt dan effectiever op de hoogte gehouden. Maart Zaterdagmiddag 23 maart 2013 Bezoek aan de oude Suikerfabriek en de Sugar City Suikersilo’s te Halfweg. Een voorbeeld van duurzaam hergebruik van industrieel erfgoed. Deze excursie is gratis voor leden van de vereniging Haerlem en hun introducés. Het is de bedoeling potentiële nieuwe leden mee te nemen. Inschrijving nieuwe leden ter plekke mogelijk.
Vanaf 13.15 uur ontvangst in de oude Suikerfabriek met zo mogelijk koffie en thee door de vereniging Haerlem, op basis van vrijwillige bijdrage. 14.00 uur aanvang, rondleiding van ongeveer een uur door de heer Prins van Cobraspen met uitleg over Sugar City. Aangedaan worden onder andere de oude suikerfabriek, het fabrieksterrein en Suikersilo-West van waaruit prachtig over de wijde omgeving uitgekeken kan worden. Bereikbaarheid: NS station Haarlem, vertrek Sprinter (stoptrein) richting Amsterdam 13.06 uur, aankomst nieuwe NS station Halfweg-Zwanenburg 13.14 uur. Of iets later: NS station Haarlem, vertrek Sprinter (stoptrein) richting Amsterdam 13.36 uur,
aankomst nieuwe NS station HalfwegZwanenburg 13.44 uur. (NB: treinretour ¤ 4,20 met 40 % korting ¤ 2,60). Vervolgens lopen naar de oude Suikerfabriek aan de overkant. Meld u snel aan voor deze excursie via de website van de vereniging Haerlem: www.Haerlem.nl; kies ‘Excursies en Lezingen’; kies ‘23 maart Excursie Sugar City’. Geen internet? Spreek de voicemail in van T. 06 37 36 14 59 en noem duidelijk: 23 maart Sugar City, uw naam en telefoonnummer en eventueel de naam van uw introducé/partner. April Zaterdagmiddag 6 april Bezoek Frans Halsmuseum met inleiding. Aanvang van de inleiding om 14.00 uur precies, vanaf 14.30 uur bezoek aan de verschillende tentoonstellingen op eigen gelegenheid. De kosten bedragen ¤ 16,waarbij toonders van een museumjaarkaart ¤ 10,- korting krijgen. Maximum aantal deelnemers 50. Meld u aan voor deze excursie via de website van de vereniging Haerlem: www.Haerlem.nl; kies ‘Excursies en Lezingen’; kies ‘6 april Frans Halsmuseum’. lees verder op pagina 12
11
Geen internet? Spreek de voicemail in van T. 06 37 36 14 59 en noem duidelijk: 6 april Frans Halsmuseum; uw naam en telefoonnummer en eventueel de naam van uw introducé/partner.
plus: de zaterdagen 18 mei, 15 juni en 20 juli van 9.00 tot 17.00 uur. In de Hoofdwacht: vanaf zaterdag 4 mei tot en met zaterdag 28 september 2013, vrijdag, zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
Mei Stempel in de stad 310 jaar Koninklijke Joh. Enschedé Op 21 juni 2013 bestaat drukkerij Koninklijke Joh. Enschedé maar liefst 310 jaar. En dat moet gevierd worden! Joh. Enschedé behoort immers tot de oudste bedrijven van ons land. In 1703 begonnen als eenvoudige boekdrukkerij, groeide de zaak uit tot een grote Haarlemse onderneming, die met producten als bankbiljetten, postzegels en waardepapier ook internationaal bekend is geworden. Door deze lange en rijke geschiedenis is het niet verwonderlijk dat Joh. Enschedé op allerlei manieren een stempel in de stad Haarlem achterliet, een stempel dat, ondanks de veranderingen in de loop der tijd, nog steeds zichtbaar is. De tentoonstelling ‘Stempel in de stad’ toont de vindingrijkheid van de drukkerij aan de hand van producten van vroeger en nu. Denk hierbij aan nieuwe lettertypen van heel groot tot heel klein, maar ook aan recente ontwikkelingen, bijvoorbeeld interactieve postzegels, zoals de Golden Earring-zegel. Deze is door middel van een onzichtbare code te beluisteren met een smartphone app. Joh. Enschedé was en is een echt familiebedrijf. Het is al 310 jaar in handen van de familie en vele Haarlemse families, van vader op zoon en dochter, werken er ook al generaties lang. ‘Stempel in de stad; 310 jaar Koninklijke Joh. Enschedé’ is gelijktijdig te zien op twee locaties in Haarlem. In de Janskerk, het publiekscentrum van het NoordHollands Archief (Jansstraat 40) en in de Hoofdwacht, de zetel van de Historische Vereniging Haerlem (Grote Markt 17). De tentoonstelling is samengesteld door het Noord-Hollands Archief en de Historische Vereniging Haerlem in nauwe samenwerking met Koninklijke Joh. Enschedé en Museum Enschedé.
Donderdagavond 16 mei Lezing over 310 jaar Koninklijke Joh. Enschedé. 20.00 uur Commandeurszaal NoordHollands Archief. De lezing ‘Stempel in de stad, Koninklijke Joh. Enschedé in Haarlem, 1703-2013’ door onze voorzitter Frans Willem Lantink, illustreert de tentoonstellingen in de Hoofdwacht en het Noord-Hollands Archief. Noord-Hollands Archief, Jansstraat 40. Deuren open 19.30 uur. Lezing 20.00 – 21.00 uur en drankje na afloop. Entree ¤ 3,00 p.p. Maximum aantal deelnemers 120. Aanmelden verplicht via de website van het Noord-Hollands Archief, www.noordhollandsarchief.nl
Officiële opening voor leden: Vrijdag 3 mei in het Noord-Hollands Archief, inloop en koffie vanaf 16.30, opening v.a. 17.00 uur. Voor publiek geopend: NHA – dinsdag 7 mei t/m vrijdag 2 augustus,
Zaterdagochtend 18 mei Luilakwandeling door historisch Schoten 8.00 uur ’s ochtends, start op de parkeer plaats van begraafplaats Sint Barbara aan het Soendaplein 27 te Haarlem-Noord (tegenover Albert Heijn). Medewerkers van Stichting Historisch Schoten maken met u vanaf de begraafplaats St. Barbara een rondgang langs markante plekken zoals het Oude Raadhuis, het Huis te Zaanen, het Soendaplein en de bebouwing rondom de Generaal Cronjéstraat. Na afloop een kopje koffie en bezichtiging van de kapel van begraafplaats St. Barbara. Onze traditionele Luilakwandeling is gratis, maar aanmelden is verplicht via de website van de vereniging Haerlem: www.Haerlem.nl; kies ‘Excursies en Lezingen’; kies ’18 mei Luilakwandeling’. Geen internet? Spreek de voicemail in van T. 06 37 36 14 59 en noem duidelijk: 16 mei Luilakwandeling, uw naam en telefoonnummer en eventueel de naam van uw introducé/partner.
12
Juni Zaterdag 1 juni Jaarexcursie naar provincie Flevoland Kennismaking met Flevoland van Almere tot Nagele per comfortabele touringcar. Nieuw land, nieuwe architectuur, en ruimte genoeg voor ‘land art’. Er wordt ook gewandeld. U moet dus goed ter been zijn. 08.45 uur precies vertrek van de bus bij Ikea/NS station Haarlem-Spaarnwoude 17.15 uur geplande terugkeer bij Ikea/NS station Haarlem-Spaarnwoude. Stadswandeling in het Almere van Rem Koolhaas, lunch onderweg, bezichtigen land art Exposure en de Groene Kathedraal, verhalen over de landwinning en de eerste pioniers en vooral Nagele in de Noordoostpolder, het dorp met de idealen van Mien Ruys en de modernistische architectengroep De 8. De hele dag begeleiding en informatie door onze eigen gids van architectuurcentrum cASLa.
Max. 50 deelnemers. Kosten ¤ 47,50 p.p. Maak dit bedrag over, tegelijk met uw aanmelding, maar in elk geval vóór zondag 26 mei op de ING rekening 377882 van de vereniging Haerlem. Vermeld daarbij duidelijk uw naam en ‘Flevoland’. Meld u aan voor deze excursie via de website van de vereniging Haerlem: www.Haerlem.nl; kies ‘Excursies en Lezingen’; kies ‘1 juni Flevoland’. Geen internet? Spreek de voicemail in van T. 06 37 36 14 59 en noem duidelijk: 1 juni Flevoland; uw naam en telefoonnummer en eventueel de naam van uw introducé/partner. Reisleiding Joan Patijn, tel. 06 27 07 29 66 Donderdag 6 juni 2013 17.00 uur Presentatie Jaarboek 2012 in het Archeologisch Museum Grote Markt 18k Woensdag 26 juni 2013 20.00 uur Algemene Ledenvergadering in het Bisschoppelijk Paleis Nieuwe Gracht 80. Vergaderstukken verschijnen t.z.t. op Haerlem.nl.