Nieuwsbrief van Acerta Kinderbijslagfonds • 48ste jaargang • nr. 1 • maart 2004 Trimestriële uitgave Afgiftekantoor Antwerpen X
In dit nummer
◗◗ Confortabel
opvoeden? Kinderbijslag helpt
◗◗ De eerste
wachtuitkering komt eraan
◗◗ T.V. en kinderbijslag?
◗◗ DMFA: voor wanneer?
Kinderbijslagfonds
maart 2004
Comfortabel opvoeden? Kinderbijslag helpt! Een enquête in Hasseltse scholen wijst uit dat ouders weinig problemen zien bij het opvoeden van jonge kinderen, al wordt dat vanaf de leeftijd van zes jaar blijkbaar moeilijker. De veranderende tijdsgeest wordt algemeen als bepalende factor naar voor geschoven. De grote stroom van informatie via allerlei kanalen en internet in het bijzonder zorgt evenzeer voor opvoedingsonzekerheid. Toch blijken de ouders in de Limburgse hoofdstad niet wakker te liggen van thema’s als televisie, computer en chatten. Veeleer is men als ouder geïnteresseerd in een goede communicatie met de kinderen, in de problematiek van alcohol en drugs, verkeersslachtoffers en milieu. De ouders van vandaag, ook wel de weifelgeneratie genoemd, vragen zich af of ze het allemaal wel goed doen en een goede score halen in het opvoedingsproces. Men wil anticiperen, op voorhand problemen aanpakken, constant op zoek naar nuttige tips, zeg maar ukkietips. Acerta Kinderbijslagfonds ging op dinsdagavond 16 maart 2004 met een honderdtal Hasseltse ouders en JCI Hasselt op zoek naar een aantal ‘Ukkietips’. In het volgend nummer van Allocatief geven we enkele nuttige wenken mee van Jo Voets, een expert op het vlak van begeleiding van kinderen met gedragsmoeilijkheden. Marc Castermans, kantoordirecteur in Hasselt van Acerta Kinderbijslagfonds, benadrukte in zijn betoog dat inpikken op signalen, samen werken aan oplossingen, opwekken van
vertrouwen maar kan in een comfortsituatie. Wanneer men vaststelt dat 2,5% van de bevolking het moet rooien met een inkomen dat rond het bestaansminimum ligt, 300 000 woningen in België in slechte staat zijn, 400 000 mensen met afbetalingsproblemen kampen (cijfers van het Centrum voor Sociaal Beleid over het jaar 2000), dan kan men zich afvragen of in zo’n omstandigheden de vereiste rust wel kan aanwezig zijn om als ouder een goed opvoedingscijfer te halen. Een onderzoek in het tijdschrift Klasse in 2001 geeft aan dat 7% van de huishoudens in België in een ‘bestaansonzekere’ toestand leeft. Dit correspondeert met 300 000 gezinnen of 750 000 individuen. In deze gezinnen mag er met andere woorden niets misgaan of er rijzen (financiële) problemen.
"Ukkietips-meeting op 16 maart 2004 te Hasselt" Links, Marc Castermans, kantoordirecteur Acerta Kinderbijslagfonds Hasselt Rechts, Fabien Frenay, voorzitter werkgroep JCI Hasselt
2
Deze cijfers tonen aan dat gezinnen moeten kunnen rekenen op hun maandelijkse kinderbijslag. Om dit te verzekeren werden reeds heel wat maatregelen genomen. Hiaten in de uitbetaling zijn door de provisionele betalingen en de zorg van de kinderbijslagfondsen sterk verminderd. Geeft de samenstelling van een dossier toch nog problemen of raken de nodige documenten niet correct ingevuld, dan zijn de medewerkers van Acerta kinderbijslagfonds er om dit, samen met de betrokkenen, op te lossen. In specifieke omstandigheden komen zij daarvoor zelfs bij de mensen thuis. Dat de Belgische kinderbijslagregeling ten opzichte van onze Europese buren voor grote gezinnen en éénoudergezinnen een erg belangrijk aandeel heeft in het gezinsbudget blijkt uit de grafiek op pag. 4. U ziet het percentage bestaansonzekere gezinnen afgebeeld. Per land worden de éénoudergezinnen, de gezinnen met één of twee kinderen en de gezinnen met drie of meer kinderen vermeld. In het grijs is aangeduid in welke mate gezinnen ontsnappen aan de armoede dank zij de kinderbijslag. In het blauw ziet u welk percentage van de gezinnen in armoede blijft leven. Bovenaan de tabel, onder letter B, ziet u de cijfers van België, verder volgen D=Duitsland, Dk=Denemarken, Es=Spanje, Fi=Finland, Fr=Frankrijk, It=Italië, Nl=Nederland, No=Norwegen, Sv=Zweden, UK=Groot Brittannië.
Een studie van Bea Cantilllon, uitgevoerd in 1995 maar met resultaten die op dit ogenblik nog meer uitgesproken zijn, geeft aan dat de toekenning van kinderbijslag in vele gezinnen niet enkel de comfortsituatie verhoogt maar voor een belangrijk percentage zelfs onontbeerlijk is om het gezinsbudget rond te krijgen. Zo zorgt kinderbijslag in grote gezinnen van vier of meer kinderen ervoor dat 30% van deze huishoudens boven de bestaansonzekerheidsgrens komen. De laatste decennia is het aantal éénoudergezinnen sterk gegroeid (14%). Het cliché dat het hier enkel over jonge moeders gaat, wordt weerlegd door de cijfers: het gaat ook over vrouwelijke veertigers met opgroeiende kinderen en één kwart van deze groep éénouders zijn vaders. In een wereld met tweeverdieners als gangbare norm, is het éénoudergezin met een lager inkomen zeer kwetsbaar. Dankzij kinderbijslag tilt 28,5% van deze groep zich boven de bestaansonzekerheidsgrens. Daarnaast zorgt de spanning tussen vrije tijd, werk en gezin vaak voor een sociaal isolement. Bij de gezinnen waar slechts één van de ouders instaat voor het inkomen, stellen we vast dat kinderbijslag in 19,3% van de gevallen ertoe bijdraagt dat zij boven de geschetste onzekere financiële grens komen. Ter gelegenheid van de buitengewone ministerraad op een lentedag in maart vernamen we in de rand dat de het percentage van de vervangingsinkomens ten opzichte van de gangbare lonen de laatste twintig jaar daalde van 42 naar 28%. In 21% van de gezinnen met een vevangingsinkomen maakt kinderbijslag een essentieel deel uit van het budget dat maandelijks nodig is om rond te komen. In deze situaties wordt, onder bepaalde voorwaarden, een bijkomende bijslag betaald.
3
maart 2004
Poor despite
Escaped thanks to
B: Single parent hh B: Couples with 1- 2 children B: Couples with 3+ children
D: Single parent hh D: Couples with 1- 2 children D: Couples with 3+ children
Dk: Single parent hh Dk: Couples with 1- 2 children Dk: Couples with 3+ children
Es: Single parent hh Es: Couples with 1- 2 children Es: Couples with 3+ children
Fi: Single parent hh Fi: Couples with 1- 2 children Fi: Couples with 3+ children
Fr: Single parent hh Fr: Couples with 1- 2 children Fr: Couples with 3+ children
It: Single parent hh It: Couples with 1- 2 children It: Couples with 3+ children
Nl: Single parent hh Nl: Couples with 1- 2 children Nl: Couples with 3+ children
No: Single parent hh No: Couples with 1- 2 children No: Couples with 3+ children
Sv: Single parent hh Sv: Couples with 1- 2 children Sv: Couples with 3+ children
Uk: Single parent hh Uk: Couples with 1- 2 children Uk: Couples with 3+ children 0
10
20
30
40
50
60
Uit: Social Policy Strategies to Combat Income Poverty of Children and Families in Europe (Bea Cantillon, Centrum Sociaal Beleid, Ufsia, Antwerpen)
4
De eerste wachtuitkering komt eraan Jongeren die zich na het einde van vorig schooljaar als werkzoekende inschreven en intussen nog niet aan de bak zijn geraakt mogen zich stilaan opmaken voor hun allereerste wachtuitkering Die komt eraan tegen eind april. Dit houdt in dat meteen ook hun recht op kinderbijslag vervalt vanaf mei. Dat u die maand toch nog een uitbetaling krijgt mag u niet op het verkeerde been zetten: dat gaat namelijk nog over april. Maar daarna is de kous onherroepelijk af. Tenzij het om een pechvogel gaat die tweede zit had. Want dan begon de wachttijd van 270 dagen maar te lopen van daags nadien en dan zullen wij die tussenperiode ook overbruggen met kinderbijslag. Tot en met juni dus in geval van een tweede zit in de loop van september. Of tenzij de ex-student in één van de vakantiemaanden na het laatste school- of academiejaar gedurende maximum 23 arbeidsdagen was tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten. Dat de werkloosheidsreglementering in de gegeven omstandigheden de klassieke wachtperiode met één maand verlengt is niet nieuw. Dat wij daarom ook nog voor de maand mei met kinderbijslag over de brug komen evenmin. Maar dat daarenboven ook de maand zelf van die studentenjob de rechten op kinderbijslag intact blijven en niet langer opgeschort worden is sinds twee jaar goed meegenomen. Verder is het u misschien overkomen dat u één of meerdere maanden van de wachttijd gewoon geen kinderbijslag toebedeeld kreeg. Dat heeft alles te maken met het feit dat de jonge werkzoekende een korte
periode van tewerkstelling liet noteren na de vakantie waarbij zijn maandloon de grens van 423,91 euro bruto overschreed. Noteer dat opschortingen van die aard geen aanleiding geven tot een verlenging van onze klassieke toekenningsperiode, die hier ook eindigt eind april. Bijkomende informatie over dit onderwerp is te vinden in onze specifieke Accentbrochure nummer 6 “Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan!”. Ingeval van interesse, geef een seintje. We bezorgen u een gratis exemplaar. Uiteraard kan u ook steeds terecht bij uw dossierbeheeder. Die maakt graag tijd voor u.
Voor u gelezen… … De aangifte van een geboorte wordt een stuk eenvoudiger. Ouders moeten binnenkort alleen nog hun handtekening plaatsen op een formulier van het ziekenhuis, die het aan de gemeente bezorgt. De verdere administratieve afwikkeling gebeurt elektronisch: de gemeente stelt de eerstvolgende werkdag de geboorteakte op en laat op hetzelfde moment de geboorte inschrijven in het centraal register van de burgerlijke stand. Uiterlijk de dag nadien wordt de gemeente waar de ouders wonen op de hoogte gebracht en via datzelfde elektronisch informatiekanaal zullen ook werkgever, ziekenfonds en kinderbijslagfonds geïnformeerd worden. Waarmee de commentaar in ons vorig nummer op de administratieve formaliteiten bij geboorte al vrij snel achterhaald lijkt…
5
maart 2004
T.V. en kinderbijslag? Denkt u vooral niet dat wij het mediagehalte van deze brochure willen opkrikken met deze bijdrage. Klinkt de titel dan misschien wat misleidend, het is alleen de bedoeling het fenomeen “terugvordering” toe te lichten, in ons vakjargon simpelweg afgekort tot t.v. Zo kan het wel eens gebeuren dat een kinderbijslagfonds zich genoodzaakt ziet eerder toegekende gezinsuitkeringen terug te vorderen. Oorzaken hiervan zijn legio. Wijzigingen in de gezinstoestand bij voorbeeld die wij laattijdig aan de weet kwamen, waardoor wij aan de verkeerde bijslagtrekkende of tegen een foutief barema betaalden. Ouders die feitelijk gescheiden gaan leven, kinderen die van de moeder naar de vader verhuizen, jongeren die alleen gaan wonen of voortijdig hun studies stopzetten, studenten die bijklussen tijdens het schooljaar of jonge werkzoekenden die interims doen in hun wachttijd. Dat wie een som geld ontving zonder daar recht op te hebben die som, die in rechte niet verschuldigd is, moet terugbetalen is een basisregel uit het burgerlijk recht die wij ook in ons sociaal recht terugvinden. Alleen kunnen hier instellingen met een opdracht van algemeen belang de schulden van sociaal verzekerden niet naar believen behandelen en zomaar kwijtschelden zonder zich aan vastomlijnde spelregels te houden. Vooreerst dient de sociaal verzekerde in kennis gesteld van het debet, voldoende gemotiveerd conform het Handvest. Nadien is het terugvorderen zelf aan de orde. Verschillende modaliteiten kunnen aan bod komen.
Zijn er verder nog andere kinderen gerechtigd, dan voorziet de wetgeving een ambtshalve inhoudingsprocedure. Bedoeld wordt inhoudingen waartoe de schuldeiser (lees: het kinderbijslagfonds) beslist zonder machtiging van de rechter. Deze zijn in principe beperkt tot 10% op de in de toekomst nog verschuldigde bijslagen, tenzij betrokkenen zelf een hoger percentage of meteen een volledige terugbetaling verkiezen. Alleen als er sprake is van bedrog of grove nalatigheid kunnen de uitkeringen integraal worden ingehouden tot het debetsaldo volledig is aangezuiverd. Is er geen kinderbijslag meer verschuldigd dan wordt in onderling akkoord een passend afbetalingsplan uitgedokterd of kunnen intersectoriële inhoudingen beperkt tot 10% worden bekomen op pensioenen, werkloosheidsvergoedingen of andere sociale uitkeringen. Naast deze terugvorderingen in der minne kennen we ook nog gerechtelijke terugvorderingen, waar de rechtbank vonnist over de terugbetaling. Uiteindelijk kan dit leiden tot beslag via een gerechtsdeurwaarder. Blijft het gegeven dat in welbepaalde omstandigheden kinderbijslagfondsen over de mogelijkheid beschikken gewoon af te zien van een terugvordering om sociale redenen. Klinkt aanlokkelijk, inderdaad, maar wees u ervan bewust dat deze toegift maar te overwegen valt binnen zeer strikte voorwaarden. En zeker geen verworven recht is, zoals mag blijken. Vooreerst moet die vraag uitgaan van de debiteur zelf. Om zo objectief mogelijk te kunnen oordelen over de onzekere financiële situatie waarin hij door die terugvor-
6
dering blijvend terecht komt, volgt een onderzoek naar zijn bestaansmiddelen en die van zijn eventuele partner. Wij sturen hem een inkomstenverklaring ter invulling die nadien gecheckt wordt bij hem thuis. Na aftrok van een forfaitair bedrag van 180 euro voor de partner en per rechtgevend kind dat in het gezin verblijft, wordt één en ander dan getoetst aan de grensbedragen die niet vatbaar zijn voor beslag. Liggen de maandelijkse bestaansmiddelen lager dan 872 euro wordt volledig van de terugvordering afgezien, liggen zij daarentegen hoger dan 1308 euro blijft de terugvordering intact. Al wat daartussen ligt wordt gradueel gereduceerd. Zo kan worden afgezien van 90% van de terugvordering als de bestaansmiddelen minder bedragen dan 920,44 euro en bij voorbeeld 20% bij een maandinkomen beneden 1259,52 euro.
Een dergelijk onderzoek is overbodig wanneer de debiteur een leefloon ontvangt van het OCMW. De goede trouw van de debiteur, waarvan wordt uitgegaan, blijft in dit ganse verhaal een bepalende factor. Zo wordt het vermoeden van goede trouw weerlegd als uit het dossier blijkt dat hij bij de betaling wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat hij er geen recht op had. Of als er kennelijk fraude aan te pas kwam: vervalsen van attesten of handtekeningen en valse of bewust onvolledige verklaringen. Acerta Kinderbijslagfonds zal in deze delicate materie rekening houden met alle objectieve gegevens om een nauwkeurig gemotiveerde beslissing te nemen en dit binnen de vooropgestelde termijn van 4 maanden.
DMFA: voor wanneer? Het zat er eigenlijk al een hele tijd aan te komen, de administratieve papierberg is absoluut aan afslanken toe. Met één enkele driemaandelijkse aangifte bij RSZ zouden werkgevers en sociaal secretariaten alle gegevens aangeleverd zien die inzake arbeidsprestaties nodig zijn voor iedere sector van de sociale zekerheid om bijdragen te berekenen en sociale rechten te bepalen, inclusief kinderbijslag dus. Een multifunctionele aangifte, zeg maar, want Déclaration Multifunctionnelle MultiFunctionele Aangifte genaamd. Deze multifunctionele aangifte zou dus ondermeer het gebruikelijke model G vervangen, waarbij wij als kinderbijslagfonds erover worden ingelicht dat die werknemer al dan niet nog verder in dienst was, ziek werd of een arbeidsongeval opliep, eventueel in vooropzeg was of met tijdskrediet.
Enige vertraging was de opstart van dit prestigieuze project niet vreemd. Volgens de laatste berichten wordt er nu naar gestreefd de DMFA-attesten van het eerste kwartaal aan ons over te maken tussen 15 mei en 30 juni van dit jaar. Dit betekent dat het onlangs verstuurde model G over de periode december 2003 tot en met februari 2004 meteen het laatste papieren document zou zijn waarbij wij de prestatiegegevens van de rechthebbenden op die wijze doorgespeeld krijgen. Intussen liet Acerta Kinderbijslagfonds niets onverlet om computertechnisch de nodige aanpassingen te bewerkstelligen die ons moeten toelaten de nieuwe gegevensstroom adequaat te verwerken.
7
maart 2004
Colofon Allocatief is een uitgave van Acerta Kinderbijslagfonds die vier maal per jaar verschijnt.
Acerta Kinderbijslagfonds Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking. Enig cijfermateriaal: – bijna 30 000 aangesloten werkgevers – meer dan 133 600 bijslagtrekkende gezinnen – meer dan 240 000 rechtgevende kinderen – 8 kantoren – circa 130 medewerkers
Kantoren Acerta Kinderbijslagfonds 2610 Antwerpen-Wilrijk Sneeuwbeslaan 20 Tel. 03-829 22 99 Fax: 03-829 25 85
8500 Kortrijk Grote Markt 19 Tel. 056-21 93 21 Fax: 056-21 93 29
1020 Brussel B.D.C. Heizel Esplanade PB 64 Tel. 02-773 16 20 Fax: 02-773 16 30
3000 Leuven Diestsevest 14 Tel. 016-24 52 60 Fax: 016-24 53 70
9000 Gent Fr. Laurentplein 7 Tel. 09-264 12 80 Fax: 09-264 12 28
9100 Sint-Niklaas Grote Peperstraat 4 Tel. 03-780 74 40 Fax: 03-780 74 47
3500 Hasselt Kunstlaan 16 Tel. 011-24 94 00 Fax: 011-23 19 71
2300 Turnhout Patersstraat 100 Tel. 014-40 02 30 Fax: 014-40 02 38
Redactie: Bert Christianen, Hilde Dirven en Guy Van Wolvelaer Grafische coördinatie: Acerta Verantwoordelijke uitgever: Jerry Kloeck Sneeuwbeslaan 20, 2610 Antwerpen-Wilrijk
Lees ook onze Accent-reeks Bespelen we met deze Allocatief op vaste tijdstippen de actualiteit zonder daarbij in detail te treden, dan beschikken wij daarnaast ook over themagerichte brochures waarbij een aantal items grondiger worden uitgespit. In deze Accent-reeks uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds verschenen al zes nummers: Nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad Nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten Nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag Nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap Nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen Nr 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan! Vraag een gratis exemplaar via onze kantoren.
Bezoek onze site www.acerta.be Kinderbijslagfonds