Nieuwsbrief van Acerta Kinderbijslagfonds • 49ste jaargang • nr. 2 • juni 2005 Trimestriële uitgave Afgifteperiode juni 2005 Afgiftekantoor Antwerpen X
In dit nummer
◗◗ de student anno 2005
◗◗ voorrang in het kinderbijslagverkeer
◗◗ ons nieuw kantorennet
Kinderbijslagfonds
juni 2005
De student
INTRO Kinderbijslag vertegenwoordigt voor vele gezinnen een niet onaanzienlijk deel van hun gezinsbudget. Acerta Kinderbijslagfonds staat er garant voor het juiste bedrag op de rekening te storten, elke maand opnieuw en uiterlijk tegen de tiende. Voor het gezin is deze zekerheid van grote waarde.
anno 2005... Dat ons hoger onderwijs aan een fameuze facelift toe is, mochten wij u al eerder meegeven. De BaMa-hervormingen, herinnert u zich nog ons septembernummer van vorig jaar? Kandidaturen en licenties zijn stilaan voltooid verleden tijd, voortaan gaat het om bachelors en masters. En over studiepunten, modulaire lesprogramma’s, examen- en creditcontracten. Deze innovaties laten ook de kinderbijslagwetgeving niet onberoerd. Het aloude vertrouwde Koninklijk Besluit van eind 1975 dat de hoedanigheid van student in kaart zette, loopt dan ook duidelijk op zijn laatste benen. Wat vanaf september als nieuw op stapel staat, is nog net niet officieel maar uw redactie kreeg wel al inzage in de ontwerptekst. Die overigens veel ruimer is dan puur hoger onderwijsgericht en bovendien spectaculaire ingrepen beoogt met betrekking tot studentenarbeid. Dat willen we de lezer niet onthouden, al blijft enig voorbehoud in de gegeven omstandigheden uiteraard aangewezen. Wijzigingen in extremis belichten we uiteraard in ons volgend nummer.
Het streven naar een efficiënte en optimale dienstverlening is voor ons een permanent aandachtspunt. Daarom hebben wij sedert 1 mei onze kantorenstructuur aangepast en opgedeeld in drie regio’s, elk aangestuurd door een regio-directeur. Zo heeft Jan Bartier de leiding over de regio Limburg-Vlaans Brabant-Kempen met kantoren in Hasselt, Leuven en Turnhout. Noëlla Coosemans leidt de regio Antwerpen-Brussel-Namen met kantoren in Wilrijk, de Heizel en Namen zelf. Patrick De Boom neemt het voortouw in de regio Oost & WestVlaanderen met kantoren in Kortrijk, Gent en Sint Niklaas. Met de steun van gemotiveerde dossierbeheerders, ervaren experten en gedreven teamcoördinators zijn we ervan overtuigd aan het geheel een nieuw elan te hebben gegeven.
Hoger onderwijs: studiepunten Conform de Europese richtlijnen geldt voor hoger onderwijs als nieuwe norm voor de omvang van de opleidingen niet langer het aantal lesuren op zich maar wel het aantal studiepunten, een duidelijk ruimer begrip. Deze bevatten niet langer alleen de klassieke uren les, maar voortaan ook de examentijd plus ondermeer de tijd die nodig is voor zelfstudie en verwerking van het indienen van een verhandeling. Daarbij komen diverse studietrajecten aan bod, zowel in voltijdse als in deeltijdse
Acerta, de kracht van mensen.
2
vorm. Met andere woorden, de globale studieduur wordt zeer flexibel. Zo zijn vakken nu te bundelen per semester, wat merkbare verschillen kan teweegbrengen in het respectieve lessenpakket van de verschillende semesters. Studenten krijgen op deze manier de mogelijkheid hun studieprogramma veel meer volgens eigen mogelijkheden, interesses en tempo samen te stellen. Al blijven zij hoe dan ook maximaal rechtgevend tot hun 25e. Hoe die nieuwe benadering inpassen in de bestaande regelgeving? Tot nu toe moest een student om zijn rechten te vrijwaren in principe nog altijd een volledig studieprogramma afwerken. Met enige vrijgeleide voor wie als vrij student was ingeschreven: dan kunnen 13 lesuren volstaan, wat geacht wordt overeen te stemmen met een halftijds studieprogramma. Voorgesteld wordt in het nieuwe concept een instapcriterium van minimum 27 studiepunten te eisen. Haalt men die norm en is men daarvoor ten laatste op 30 november ingeschreven, dan blijven de rechten intact voor het volledig academiejaar. Voor wie tijdig is ingeschreven en in eerste instantie geen 27 studiepunten haalt maar nadien wel ingevolge een aanvullende inschrijving verderop dat academiejaar zou terugwerkende kracht voorzien zijn. Omgekeerd, bij vermindering van het aantal studiepunten naar minder dan 27, houdt op dat moment het recht op zonder dat de volledige periode dient teruggevorderd. Een student die zich na 30 november inschrijft, wordt pas betaald vanaf de maand van die laattijdige inschrijving. Het idee de nieuwe norm “studiepunten” los te koppelen van de verplichting ook daadwerkelijk les te moeten volgen, lijkt uiteindelijk toch kans op slagen. Wat groen licht zou betekenen voor alternatieve circuits als afstandsonderwijs, doctoraatsopleidingen en examens voor de
• Je schrijft je ten laatste in op 30 november met 15 studiepunten van september tot december en 15 studiepunten van januari tot mei --> het minimum van 27 studiepunten is bereikt: jij krijgt het hele acdemiejaar kinderbijslag. • Je schrijft je ten laatste in op 30 november met 30 studiepunten van september tot december en 0 studiepunten van januari tot mei --> het minimum van 27 studiepunten is bereikt: je krijgt het hele academiejaar kinderbijslag. • Je schrijft je ten laatste op 30 november in voor het 1e semester voor 10 studiepunten van september tot december --> het minimum van 27 studiepunten is niet bereikt: je krijgt geen kinderbijslag. Voor het 2e semester schrijf je je daarna in met 20 studiepunten van januari tot mei --> je voldoet nu aan de voorwaarden want je schreef je in ten laatste op 30 november en haalde genoeg studiepunten (10+20): je hebt recht op kinderbijslag voor het ganse academiejaar, september tot en met december krijg je met terugwerkende kracht. middenjury, die in de huidige regeling geen recht op kinderbijslag genereren.
Niet-hoger onderwijs: lesuren Studiepunten, allemaal goed en wel, maar dan wel exclusief voorbehouden voor hoger onderwijs. Anders gezegd, de klassieke lesuren gelden nog wel verder als norm voor niet-hoger onderwijs. Zij het met een dubbele nuancering. Enerzijds wordt de lat qua minimumlesuren hoger gelegd van 15 naar 17, anderzijds wordt
3
juni 2005
nu nog (vrijwel) niets. Voor juli sowieso recht, voor augustus en eventueel ook nog voor september indien ofwel een tewerkstelling op basis van een specifiek studentencontract ofwel niet meer dan 80 (!) uur per maand. Jawel, 80 uren kan voortaan, waar sinds jaar en dag de limiet lag op minder dan 80 uren.Vanaf de vakantie 2006 zou ook hier de kwartaalnorm (240 uren) gelden.
de momenteel bestaande verplichte spreiding geschrapt en hoeven die 17 uren zich niet langer nog op te splitsen over minstens 6 verschillende halve dagen met ten minste een les van 45 minuten per halve dag. Wat overigens in de praktijk ook moeilijk te controleren was. Bovendien maakt ook avondonderwijs hier een goede beurt want voortaan zou ook voor niet-hoger onderwijs niet langer vereist zijn dat de lessen gegeven worden vóór 19 uur.
Waarmee een einde gesteld wordt aan de bonussen die tot nu verweven zaten aan het fenomeen “studentencontract” tijdens het schooljaar. Bleven tot nu toe de rechten ongehinderd doorlopen voor een maximum van zes maanden, dan zal voortaan ook hier de norm van 240 uren per kwartaal gelden. Daarmee wordt ingespeeld op een onmiskenbare trend in de recente rechtspraak waar het begrip studentencontract danig wordt uitgehold door zonder meer te stellen dat ELKE overeenkomst waarbij een student ononderbroken gedurende maximum 6 maanden is tewerkgesteld bij dezelfde werkgever een studentencontract is, zelfs indien niet is voldaan aan een aantal voorgeschreven vormvereisten.
De studentenarbeid Voor wie nog niet afgestudeerd is, zit er een dubbel circuit aan te komen. • Tijdens het derde kwartaal sowieso goed want onvoorwaardelijk recht; aard noch duur van tewerkstelling zijn van belang, verloning en einddatum van de vakantie evenmin. Dus niet langer nog problemen met tewerkstellingen in september als de vakantie halverwege diezelfde maand eindigt. • Voor de overige kwartalen behoudt de student zijn recht voor zover hij per kwartaal de 240-uren norm niet overschrijdt, zoals dat mag blijken uit de ons doorgespeelde DMFA-berichten. Bijkomende opsplitsing zou uiteindelijk niet aan de orde zijn, dwz.: – indien maximum 240 uren: het ganse kwartaal goed, zelfs al zou er de ene maand 100 uren en een andere slechts 60 uren gewerkt zijn; – indien meer dan 240 uren: gewoon geen recht voor het volledige kwartaal, ook niet voor die ene maand met eventueel slechts 60 uren tewerkstelling. Voor wie na afloop van het school- of academiejaar niet verder studeert en enige winstgevende activiteit pleegt in de daarop aansluitende vakantieperiode wijzigt er
Stemmen gingen ook op om in plaats van de tewerkstellingsnorm een inkomensnorm toe te passen, gekoppeld aan een bedragsmatig plafond, maar uiteindelijk sneuvelde dit idee bij gebrek aan een afdoend bewijsinstrument. Eén en ander betekent dat het gebruikelijk schoolgetuigschrift, het formulier P7 dat halverwege september wordt verzonden, een nieuw kleedje dient aangepast. Mocht u dan problemen ondervinden bij het invullen ervan, aarzel niet ons te contacteren. Wij maken graag tijd voor u.
4
Voorrang in het kinderbijslagverkeer fieke spelregels uit die de voorrangsregeling in het kinderbijslagverkeer in kaart brengen.
Niet om het even wie kan zomaar voor om het even welke kinderen kinderbijslag bekomen die aan om het even wie is uit te betalen. In ons vakjargon hebben we het in dit verband over de rechthebbende, de rechtgevende en de bijslagtrekkende. Voor goed begrip, toch nog eens elk van die begrippen inkleuren. Rechthebbende = de persoon die het recht op kinderbijslag verwerft ingevolge zijn sociaal statuut, hetzij op basis van effectieve arbeidsprestaties hetzij op basis van een daarmee gelijkgestelde toestand. Rechtgevende = het kind of de jongere ten gunste van wie de bijslag wordt uitbetaald en die met de rechthebbende een specifieke band vertoont. Bijslagtrekkende = de persoon aan wie daadwerkelijk wordt uitbetaald hetzij via een circulaire cheque op diens naam hetzij via een overschrijving op diens rekening. Nu zijn er doorgaans meerdere personen die aanspraak kunnen maken op de hoedanigheid van rechthebbende. De wettelijke vader of moeder kan dat uiteraard net als de stiefvader of –moeder en adoptant of pleegvoogd en hun respectieve echtgenotes. Maar ook inwonende partners, van het gezin deel uitmakende grootouders en nonkels of tantes, ja zelfs broers of zusters in welbepaalde omstandigheden. Tussen al die gegadigden is het niet zo dat zij onderling willekeurig één iemand naar voor kunnen schuiven die zij als rechthebbende de kinderbijslag laten aanvragen. Neen, de wetgever vaardigde speci-
Wie moet kinderbijslag aanvragen? Dit is de wettelijke volgorde, waarbij adoptie-ouders met ouders zijn gelijk te stellen: 1. de vader van het kind 2. de moeder 3. de stiefvader 4. de stiefmoeder 5. de oudste van deze personen die van het gezin deel uitmaken: de samenwonende partner van een van de ouders, een grootouder en een oom of tante 6. een (half)broer of (half)zus van het kind. Is er iets aan die volgorde te veranderen? Ja, want de voorrangsgerechtigde kan onder bepaalde voorwaarden zijn recht afstaan aan iemand anders als die optie beter zou zijn voor het kind. Waarmee bedoeld wordt dat daardoor een hoger bedrag kan worden toegekend of de bijslag van alle kinderen van hetzelfde gezin uitbetaald wordt door één enkel kinderbijslagfonds. Als in de gegeven omstandigheden die voorrangsgerechtigde desondanks halsstarrig zou weigeren zijn recht af te staan, kan men eventueel de tussenkomst vragen van de Minister van Sociale Zaken. Aan wie kan men zijn voorrangsrecht afstaan? 1. Als de vader, de moeder en/of de partner van vader/moeder tot het gezin van het kind behoren: dan alleen aan één van hen.
5
juni 2005
2. Als die niet tot het gezin van het kind behoren of geen recht op kinderbijslag kunnen openen: aan iemand anders in dat gezin.
Nog even terloops… … Als we in ons vorig nummer aangaven dat bijna één op drie huwelijken sneuvelt en dat minister Onkelinckx er aan dacht van verblijfs-co-ouderschap de algemene norm te maken, zou dit betekenen dat de kinderen voortaan netjes evenveel tijd zouden doorbrengen en bij pa en bij ma. Zou dit veel veranderen? Wij kregen inzage van de Rijksregistergegevens over het jaar 2003 waar werd nagegaan bij wie kinderen beneden de 18 jaar nu eigenlijk woonden. Hieruit bleek dit cijfermateriaal: – 72 % van de kinderen verbleven bij beide gehuwde ouders, – 12 % bij ouder en stiefouder, – 11 % bij de alleenstaande moeder, – 2 % bij de alleenstaande vader en – de overige 3 % in andere type huishoudens. … Terugvorderingen van onterecht uitgekeerde gezinsbijslag ten aanzien van een schuldenaar die naar het buitenland verhuist en niet uit eigen beweging afbetaalt, nopen niet zelden tot een procedure waarbij de extra kosten niet zelden de pan uit rijzen. Daarom wordt overwogen de kinderbijslaginstellingen de mogelijkheid te bieden om af te zien van verdere stappen indien betrokkene in België geen voor beslag vatbare goederen bezit.
Voor welke periode kan men zijn voorrangsrecht afstaan? – voor de toekomst – voor het verleden maar dan enkel in het geval er een hoger bedrag kan toegekend worden Wie wordt bijslagtrekkende? Hieraan verandert helemaal niets, wie vroeger al kinderbijslag ontving blijft verder ongehinderd bijslagtrekkende. Meestal zal dit de moeder zijn. Dit scenario beoogt namelijk alleen de rechthebbende als doelgroep, niet de bijslagtrekkende. Een voorbeeldje? Jef en Sofia wonen samen en hebben een kind. Jef ontvangt werkloosheidsuitkering, Sofia is invalide. Stel dat hun gezamenlijk maandelijks vervangingsinkomen niet hoger ligt dan het toegestane maximumbedrag van1930,21 euro, dan doet Jef er goed aan zijn voorrang af te staan. Als werkloze maakt hij aanspraak op 114 euro, als invalide zij op 158,28 euro . Of een maandelijkse bonus van bijna 45 euro! Acerta-kinderbijslagfonds volgt nauwgezet mee de situaties op die een voordeliger barema met zich mee kunnen brengen. Let wel, dit ganse verhaal gaat enkel op wanneer de mogelijke rechthebbenden zich uitsluitend situeren binnen de toepassingssfeer van de regeling loontrekkenden. In combinatie met een mogelijke rechthebbende zelfstandige spelen dan weer andere vuistregels die de samenloop tussen de twee stelsels regelen. Op dit aspect komen we nog wel eens uitgebreid terug in een van onze volgende “Allocatiefs”.
6
Ons kantorennet Regio-directie
Gent
Kortrijk
St.-Niklaas
Antwerpen
Brussel
Turnhout
Leuven
Hasselt
Patrick De Boom (1) Namur
Acerta kantoren Alia kantoren
Noëlla Coosemans (2)
Kantoren Acerta Kinderbijslagfonds
Jan Bartier (3)
Antwerpen (2) Brussel (2) Namen (2)
Kortrijk (1) Gent (1) Sint-Niklaas (1)
7
Leuven (3) Hasselt (3) Turnhout (3)
juni 2005
Colofon Allocatief is een uitgave van Acerta Kinderbijslagfonds die vier maal per jaar verschijnt.
Acerta Kinderbijslagfonds vzw Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking. Enig cijfermateriaal: – 30 200 aangesloten werkgevers – 135 000 bijslagtrekkende gezinnen – bijna 243 000 rechtgevende kinderen – 9 kantoren – circa 115 medewerkers
Kantoren Acerta Kinderbijslagfonds 2610 Antwerpen-Wilrijk Sneeuwbeslaan 20 Tel.: 03-829 22 99 Fax: 03-829 25 85
3000 Leuven Diestsevest 14 Tel.: 016-24 52 60 Fax: 016-24 53 70
1020 Brussel B.D.C. Heizel Esplanade PB 64 Tel.: 02-773 16 20 Fax: 02-773 16 30
5000 Namur AliA, Rue Joseph Saintraint 10 Tel.: 081-25 04 64 Fax: 081-25 06 20
9000 Gent Fr. Laurentplein 7 Tel.: 09-264 12 80 Fax: 09-264 12 28
9100 Sint-Niklaas Grote Peperstraat 4 Tel.: 03-780 74 40 Fax: 03-780 74 47
3500 Hasselt Kunstlaan 16 Tel.: 011-24 94 00 Fax: 011-23 19 71
2300 Turnhout Patersstraat 100 Tel.: 014-40 02 30 Fax: 014-40 02 38
8500 Kortrijk Grote Markt 19 Tel.: 056-26 67 08 Fax: 056-21 93 29
Redactie: Juridische Zaken KBF Grafische coördinatie: Acerta Verantwoordelijke uitgever: Jerry Kloeck Sneeuwbeslaan 20, 2610 Antwerpen-Wilrijk
Lees ook onze Accent-reeks Bespelen we met deze Allocatief op vaste tijdstippen de actualiteit zonder daarbij in detail te treden, dan beschikken wij daarnaast ook over themagerichte brochures waarbij een aantal items grondiger worden uitgespit. In deze Accent-reeks uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds verschenen al zes nummers: Nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad Nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten Nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag Nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap Nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen Nr 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan! Vraag een gratis exemplaar via onze kantoren.
Bezoek onze site www.acerta.be Kinderbijslagfonds