nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Voorleesbeleid Een krachtige voorleesomgeving creëren in de hele basisschool Door Jozefien Loman, CTO-medewerker
Voorlezen is in! Overal zie je projecten opduiken, besteden organisaties tijd aan het onderwerp, en gaan onderzoekers op zoek naar de effecten van voorlezen. Je kunt er niet omheen. Toch blijft voorlezen in de praktijk op school vaak beperkt tot een eenmalige actie, een project, een voorleesjuf... en wordt voorlezen niet echt een wezenlijk onderdeel van het curriculum. In dit artikel vind je tips om het anders aan te pakken en te werken aan een echt voorleesbeleid. De link tussen voorleesbeleid en taalbeleid Kris Van den Branden (2010) geeft de volgende definitie van taalbeleid: Taalbeleid is de structurele en strategische poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de taalleerbehoeften van de leerlingen met het oog op het bevorderen van hun hele ontwikkeling en het verbeteren van hun onderwijsresultaten. Voorleesbeleid is in wezen niets anders dan een goed taalbeleid met voorlezen als specifieke insteek. Dat betekent dan ook dat een school die een voorleesbeleid wil opstarten zich, net als bij de opstart van een taalbeleid, de volgende vragen stelt:
Hoe is het gesteld met de taalvaardigheid (en de bredere) ontwikkeling van onze kinderen? Hoe wordt op dit moment op onze school omgegaan met 'voorlezen'? Kan (meer en beter) voorlezen een mogelijk antwoord bieden op de noden van onze kinderen? Welke (voorlees)doelen stellen we dan voorop op het niveau van de leerlingen, de leerkrachten en de school? Welke concrete (voorlees)acties zullen we uitvoeren om de (voorlees)doelen te bereiken? Hoe zullen we evalueren of we onze (voorlees)doelen op de verschillende niveaus bereiken?
Hierboven wordt duidelijk dat een goed voorleesbeleid zich afspeelt op drie niveaus (leerling-, leerkracht- en schoolniveau) en dat er een duidelijke samenhang is tussen deze niveaus.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Leerlingniveau Voorlezen is een krachtig middel om te werken aan allerlei doelen bij de leerlingen. Denk daarbij niet alleen aan talige doelen! Voorlezen stimuleert talige doelen.
Voorlezen help ook bij het realiseren van niet-talige doelen.
Bevorderen van de (ontluikende) geletterde ontwikkeling
Hulp bij het herkennen, verwerken van emoties
Aanwakkeren van de zin in lezen en schrijven
Samen genieten
Stimuleren van het technisch-leesproces
Uitbreiden van de kennis van de wereld (ook voor zwakke lezers!)
Bevorderen van het inzicht in de relatie tussen gesproken en geschreven woord
Leren omgaan met diversiteit: leren kijken door verschillende brillen, zich inleven in mensen en situaties
Stimuleren van begrijpend lezen
Leren om fantasie te gebruiken, stimuleren van creativiteit en verbeelding
begrijpend
luisteren
en
Verhogen van het leesplezier en motiveren om zelf te lezen
Concentratie verhogen
Hulp bij het verwerven van verhaalstructuren en tekstsoorten
Trainen van de hersenen
inzicht in
Creëren van vertrouwdheid met geschreven taal
exploreren
en
...
Uitbreiden van de mondelinge taalvaardigheid (bijvoorbeeld woordenschat) Wegwijs worden in een groot aanbod van boeken en leren ontdekken wat je (later) allemaal zelf kan lezen ...
Leerkrachtniveau Een sluitende definitie van een goede doelstelling of actie op leerkrachtniveau bestaat natuurlijk niet: alles hangt af van de vraag of de gekozen doelstelling op leerlingniveau via het leerkrachtniveau kan worden bereikt. Een school moet dus een bewuste en doordachte keuze maken.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Goede acties zullen in ieder geval steeds bestaan uit een variatie aan invullingen en werkvormen. Op die manier is de kans het grootst dat alle kinderen worden aangesproken en alle geledingen van de school betrokken zijn bij het voorleesbeleid. Hieronder vind je een overzicht van de mogelijke variaties waaruit een leerkrachtenteam keuzes kan maken. A. variatie in voorlezers: klasleerkracht, kinderen, (meertalige) ouders, directeur, zorgleerkracht, leerkracht van een andere klas, auteur, computer/cd... Tip: Voorlezen door cd of computer Boekje dat kinderen kunnen beluisteren en bekijken met Fundels1: Zaza en het potje, Freeman (2+)
Boekje met luistercd (verhaal met muziek): De schone slaapster, Goeminne (5+)
Digitaal verhaal op internet2: Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft, Holswarth en Elbruch (3+)
B. variatie aan leesmateriaal: voorleesverhalen, strips, leesboeken, informatieve boeken, prentenboeken, gedichten... Probeer ook eens deze voorleestip: Boven in een groene linde zat een moddervette haan, van Donkelaar (6+) Een boek met 75 fabels uit de wereldliteratuur. De personages uit de verhalen zijn gepersonifieerde dieren die altijd wel iets raars, grappigs, spannends, herkenbaars meemaken. Alle verhalen staan op rijm.
1 2
www.fundels.com: digitale prentenboeken die bestaand boeken op een interactieve manier tot leven brengen http://oud.digischool.nl/po/community12/Mol/Mol.html
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
C. variatie in tijdstip: tijdens een vast moment van de dag, tijdens de taalles, tijdens WO of andere vakken, in een project rond een boek of thema, tijdens de voorleesweek... Voorlezen in MUZO: Trompet voor olifant, Velthuijs (4+)
Voorlezen in WO: Twee stenen, Peeters (8+)
D. Variatie in groepssamenstelling: voor de hele klas, voor een kleine groep, voor één of twee kinderen (bijvoorbeeld in de boekenhoek). Voorlezen voor de hele klas
Voorlezen in een kleine groep
Voorlezen voor twee kinderen
Zorgt voor een leuke sfeer en bevordert het groepsgevoel
Biedt de mogelijkheid om meer in interactie te gaan met de kinderen
Werkt zeer goed bij jonge kinderen omwille van de nabijheid van de leerkracht en het verhogen van de focus
Is interessant als preteaching3 voor taalzwakkere kinderen
één
of
Verhoogt de spreekkansen Biedt meer mogelijkheden om in te spelen op specifieke noden van kinderen
E. Variatie in locatie: in de klas, in de bibliotheek, in de schooltuin, in de boekenhoek... F. Variatie in de manier van voorlezen: vertellen, interactief voorlezen, herhaald voorlezen, samen (voor)lezen, kamishibai4, voorlezen terwijl je tekent...
3
Pre-teaching is het aanbieden van de inhoud vóór de eigenlijke activiteit zodat de zwakkere kinderen het verhaal twee keer horen en ze hun achterstand ten opzichte van de klasgenootjes kunnen verkleinen. 4 Japans verteltheater © Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Ga eens aan de slag met dit leuke samenleesboek: Hotze de Botskabouter ,Botskabouter, Veldkamp (4+) Op de achterflap vind je ideeën om het boek samen met een kind voor te lezen. Tip: bekijk het filmpje van de schrijver van het boek http://www.youtube.com/watch?v=W90UYonT7o
G. Variatie aan verwerkingsactiviteiten: activiteiten die het begrip van het verhaal verdiepen en activiteiten die de inhoud van het boek muzisch verwerken. Enkele voorbeelden van verwerkingsactiviteiten: Maak een verteltafel5.
Maak samen met de kinderen een digitale versie van het prentenboek.
Dramatiseer het verhaal.
Doe de handelingen van de personages na in de bewegingsles.
Richt een hoek in met materialen uit het verhaal en laat de kinderen er vrij spelen.
Maak samen met de kinderen een nieuwe versie: verzin een nieuw einde, vervang de personages of locatie van het verhaal.
Schoolniveau Een voorleesbeleid krijgt, net als een taalbeleid, pas vorm wanneer er ook duidelijke doelstellingen op schoolniveau zijn. Op die manier vermijd je dat het bij eenmalige acties blijft, dat de acties beperkt blijven tot enkele leerkrachten of dat de mooie uitgewerkte ideeën geen blijvend karakter krijgen. Mogelijke doelen op schoolniveau zijn:
5
betrekken van het hele schoolteam bij het uittekenen, uitvoeren en evalueren van het voorleesbeleid; ondersteuning voorzien voor het schoolteam bij het uitvoeren van het voorleesbeleid; kansen creëren om met elkaar te communiceren en te reflecteren over de acties en de doelen van het voorleesbeleid; betrekken van ouders en externe participanten bij het uitdenken, uitvoeren en evalueren van het voorleesbeleid; voeren van een professionaliseringsbeleid waardoor de teamleden zich kunnen bekwamen op het vlak van voorlezen.
Meer info over de verteltafel: http://www.voorleesvogel.nl/praktijk4.asp
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Weerstand Net zoals bij elk ander veranderingsproces stuit je wel eens op weerstand wanneer je een voorleesbeleid opzet. In dit artikel gaan we enkel in op een typische vorm van weerstand die wel eens opduikt bij het uitwerken van een voorleesbeleid: de (begrijpelijke) tegenkanting of de twijfel bij leerkrachten van de tweede en zeker van de derde graad. Vragen naar de zinvolheid en tijdsbesteding worden door hen immers vaak gesteld. Volgende argumenten en tips kunnen je misschien helpen om deze leerkrachten te overtuigen: Waarom voorlezen in de tweede en derde graad?
Je creëert een leessfeer en dat kan een gunstig effect hebben op het technisch leesniveau, het begrijpend leesniveau en het leesplezier. Kinderen ervaren welke boeken en auteurs hun voorkeur hebben. Er ontstaat een basis om te praten over maatschappelijke en sociaal-emotionele onderwerpen. Voorlezen is belangrijk voor de taalontwikkeling en de woordenschatverwerving, en voor om kennis te maken met schrijftaal. Het is goed voor de sfeer en het samenhorigheidsgevoel in de klas. Het is interessant met het oog op de culturele ontwikkeling. Door kennismaking met verhalen breidt de kennis van de wereld van de kinderen uit. ...
Tips voor voorlezen in de tweede en derde graad:
Kies boeken over maatschappelijke of sociaal-emotionele thema's die kinderen bezighouden (www.boekenjeugd.nl). Praat met leerlingen over de voorgelezen verhalen. Wissel verhalen af met verfilmde jeugdliteratuur (www.leesplein.nl). Je hoeft niet altijd het volledige boek voor te lezen. Vertel waarom een boek jou aanspreekt. Zorg ervoor dat de voorgelezen boeken in de klas aanwezig zijn. Kies een vast tijdstip om voor te lezen. Laat de leerlingen in hun leesdagboek, naast dingen over zelfgelezen boeken, ook dingen noteren over een voorgelezen boek.
Conclusie Een goed voorleesbeleid kan een boeiend proces in gang zetten op school en kan heel wat competenties bij de kinderen stimuleren. Wil je ervoor zorgen dat je voorleesbeleid een succes wordt? Probeer dan deze valkuilen te vermijden:
Doe niet enkel iets rond voorlezen tijdens de voorleesweek. Lees niet enkel boeken voor die je zelf leuk vindt. Blijf voorlezen ook als kinderen kunnen lezen. Lees niet enkel voor als beloning of als er tijd over is.
Zo, je bent er helemaal klaar voor. Aan de slag!
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS sept 2013
Reageren op dit artikel? Mail naar
[email protected]
© Centrum voor Taal en Onderwijs