nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
We vliegen erin! Werken aan ontluikende geletterdheid in de kleuterklas Door Martien Berben en Goedele Vandommele, CTO-medewerkers In de huidige maatschappij maakt iedereen de hele dag door gebruik van ‘geletterdheidsvaardigheden’. Je hebt deze vaardigheden nodig om je job goed te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld in je werk als kleuterleid(st)er: je leest vakliteratuur, vult het aanwezigheidsregister in, zoekt informatie op via het internet,... Maar ook daarbuiten is geletterdheid een noodzaak om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven. Dagelijks moet je immers teksten invullen, begrijpen, ondertekenen, … Denk maar aan het invullen van belastingsbrieven of het lezen en invullen van briefjes van de school van je kinderen. Zelfs 's avonds voor de televisie kan het zijn dat je moet lezen, als je een Deense politieserie met ondertitels wil volgen. 1 op 7 Vlamingen heeft moeite met dit soort van taken en is helaas niet voldoende geletterd om goed te kunnen functioneren in een opleiding, op het werk en in het maatschappelijke leven. Het is dus belangrijk om al vanaf de kleuterklas de ontwikkeling van de geletterdheid te stimuleren. Beter voorkomen dan genezen! Maar hoe doe je dat dan? Dit artikel staat vol tips en uitgewerkte lesideeën die het werken aan geletterdheid in de kleuterklas concretiseren. Je vindt eerst een korte toelichting van het begrip ontluikende geletterdheid (OG). Vervolgens vind je links naar lesideeën om binnen het thema ‘Vliegen’ aandacht te hebben voor het werken aan ontluikende geletterdheid in verschillende hoeken en activiteiten. Een speciaal woordje van dank gaat naar de leerkrachten die het voorbije schooljaar de vormingssessies van het CTO rond ontluikende geletterdheid in de kleuterklas volgden en meewerkten aan de uitwerking van de lesideeën. Ontluikende Geletterdheid als competentie: meer dan kennis alleen! Ontluikende geletterdheid wordt soms vrij eng en kennisgericht ingevuld: denk maar aan het auditief en visueel onderscheiden van woorden en letters, inzicht in rijm, een goede pengreep, enz. Toch zijn zulke kennisdoelen niet de enige, en zelfs niet de belangrijkste aandachtspunten voor geletterdheid bij kleuters. Werken aan ontluikende geletterdheid impliceert dat je de kleuters in de eerste plaats een aantal inzichten bijbrengt. In Bruggen Bouwen 1 worden de volgende inzichten opgesomd: •
schriftelijke symbolen en tekens kunnen betekenis hebben, en dus boodschappen overdragen;
1
Publicatie met voorbeeldactiviteiten om te werken rond de overgang kleuter – lager onderwijs. Meer info via de CTO‐site op deze pagina: download het artikel (.pdf)
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
• • • • • •
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
geschreven taal kan tijd en afstand overbruggen; geschreven taal kan bewaard blijven; geschreven taal kan dienen als geheugensteun; geschreven taal kan ook voor de kleuter zelf van persoonlijk belang kan zijn; gesproken woorden bestaan uit klanken, en aan klanken kunnen letters worden verbonden; een basisinzicht in verhaalstructuren, en in bepaalde conventies die gelden bij lezen (zoals de leesrichting).
Heel terecht wordt in Bruggen Bouwen ook gewezen op het grote belang van de ontwikkeling van positieve attitudes ten opzichte van geschreven taal. Kinderen moeten het positieve gevoel ontwikkelen dat: • • • •
luisteren naar geschreven taal leuk en gezellig is; je via geschreven taal soms heel interessante dingen op het spoor komt, en heel interessante dingen te weten kunt komen; geschreven taal mensen dichterbij elkaar brengt; het zelf lezen van verhalen en teksten een aangename ervaring zal zijn.
Bij de ontwikkelingsdoelen van lezen, schrijven en taalbeschouwing komen heel wat van deze kennis-, vaardigheids-, inzichts- of attitudedoelen rond ontluikende geletterdheid terug. Ontwikkelingsdoel 3.4 wijst bijvoorbeeld expliciet op het belang van attitudes: de kleuters zijn bereid spontaan en zelfstandig de voor hen bestemde boeken en andere infobronnen in te kijken. Ontluikende Geletterdheid in de kleuterklas: meer dan letters stempelen Letters stempelen, werken met pictogrammen, werken rond klank-letterherkenning, … het zijn bekende en veel voorkomende manieren om aan de meest herkenbare geletterdheidsdoelen te werken. Zoals je in onderstaande voorstelling kan zien, zijn er nog talloze andere mogelijkheden om aan ontluikende geletterdheid (OG) te werken.
Functionele lees‐ en schrijfactiviteit
OG als bijkomend aandachtspunt
Activiteiten Activiteiten met boeken
Technische, geïsoleerde activiteiten
Interactie
Modelgedrag leidster
Visuele boodschappen in de klasruimte
Toegang tot schrijf‐en leesmateriaal In een krachtige ‘geletterdheidsomgeving’ wordt er van al deze verschillende manieren gebruik gemaakt om aan ontluikende geletterdheid te werken. Je kan bijvoorbeeld pictogrammen
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
ophangen die het dagverloop aangeven (visuele boodschappen), je kan briefjes van ouders voorlezen (modelgedrag leidster), je kan tijdens je interactie met kinderen duidelijk maken dat de stip op hun hand betekent dat ze iets moeten meebrengen en je kan voor een gezellig ingerichte en uitgebreide boekenhoek zorgen zodat kinderen toegang hebben tot leesmateriaal. Ook het uitvoeren van activiteiten waarbij aandacht voor geletterdheid expliciet of impliciet wordt meegenomen, is belangrijk. Thema Vliegen in de kleuterklas: een schat aan ideeën Met een klik op de link vind je talrijke voorbeelden van expliciete of impliciete aandacht voor ontluikende geletterdheid bij de uitwerking van het thema ‘vliegen’. Er wordt stilgestaan bij: • • • • • •
•
mogelijke doelen die in zo'n thema bereikt kunnen worden; een geletterde introductie van het thema, met gezamenlijke brainstorm die genoteerd wordt door de leidster (modelgedrag); een schrijfhoek met functionele lees- en schrijfactiviteiten; een wereldverkennende ontdekhoek waarin instructies worden gelezen en resultaten genoteerd en ook nog eens werk gemaakt wordt van ontluikende gecijferdheid; geletterdheid in de computerhoek; mogelijkheden tot verrijking van de andere hoeken (poppenhoek, bouwhoek, zandtafel, …) waarin zowel technische geïsoleerde activiteiten (zandtafel) een plaats kunnen vinden als meer functionele lees- en schrijfactiviteiten; een afsluiting van het thema, waarin de functionaliteit van de activiteiten in de schrijfhoek wordt ervaren.
Haal de ideeën eruit die jij interessant vindt! Achter sommige ideeën staat een sterretje (*). Die ideeën zijn nog verder uitgewerkt in een aparte fiche. Je vindt de uitwerking van de fiches ook terug in dit artikel. De leerkrachten die het thema uitwerkten, hadden speciale aandacht voor de ontwikkelingsdoelen rond geletterdheid. Voor de duidelijkheid zijn enkel die ontwikkelingsdoelen opgelicht. Vanzelfsprekend wordt er ook gewerkt aan de ontwikkelingsdoelen van de mondelinge vaardigheden. We wensen je veel vliegplezier!
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
DOELSTELLINGEN
SCHRIJVEN •
4.2 De kleuters kunnen met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van symbolen vastleggen en kenbaar maken.
•
3.1 De kleuters kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen. 3.2 De kleuters kunnen door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete activiteiten begrijpen. 3.4 De kleuters zijn bereid om spontaan en zelfstandig voor hen bestemde boeken en andere infobronnen in te kijken.
LEZEN
• •
TAALBESCHOUWING • • •
5.2 De kleuters beseffen dat boodschappen visueel kunnen worden bewaard en daardoor opnieuw kunnen worden opgeroepen. 5.3 De kleuters beseffen dat mensen door middel van het schrift boodschappen kunnen vastleggen. 5.4 De kleuters beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, ...) dienen om boodschappen over te dragen.
GECIJFERDHEID • • •
2.6 De kleuters kunnen bij benadering een voorwerp "meten" met een zelfgekozen maateenheid. 2.7 De kleuters kunnen verandering, beweging, (snelheid) die ze met hun eigen lichaam ervaren of die ze bij voorwerpen, verschijnselen of bij andere mensen waarnemen, verwoorden. 3.1 (…) De kleuters kunnen pictogrammen in verband met "richtingen" als symbolen hanteren.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
KLASSIKALE INLEIDING VAN HET THEMA
Vertel de kleuters dat je met het vliegtuig op reis bent geweest. Toon eventueel een foto van een vliegtuig of maak een tekening op een groot blad terwijl je vertelt hoe het vliegtuig eruitzag. Geef de kleuters tijd om aan te vullen met eigen ervaringen. Stel de klas samen met de kleuters op in vliegtuigopstelling. De kleuters mogen zelf ideeën geven over de inrichting. Gebruik stoelen, tafeltjes, voorwerpen uit de winkel of poppenhoek, ... Jij bent de steward(ess). De kleuters checken in in hun ‘vliegtuig’. Ze hebben geen ticket. Bespreek klassikaal: • •
Kun je zomaar in een vliegtuig stappen? Hoe gebeurt dit in de luchthaven? Wat heb je nodig om echt te vertrekken? Neem briefjes die kunnen dienen als ticket en laat de kleuters instappen. • Waar gaan jullie naartoe? (Haal de wereldbol of wereldkaart erbij en situeer de landen die de kleuters vermelden). • Wat neem je mee als je met het vliegtuig op reis gaat? Hoe zorg je ervoor dat je dat allemaal kunt meenemen? Maak een woordspin. Teken daarvoor eerst een vliegtuig in het midden van een groot blad. Maak rond het vliegtuig tekeningen van de ideeën die de kleuters linken met het thema en schrijf de kernwoorden erbij.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
THEMA: VLIEGEN
SCHRIJFHOEK
De kleuters maken: • • • • • • • • • •
Paspoorten* Tickets* Logo's van vliegtuigen, vliegtuigmaatschappijen* Kaartjes waarop de bestemming staat om aan je koffer te hangen* Routebeschrijvingen Veiligheidsinstructies Postkaartjes, kaartjes van op reis Wereldkaart Menu's Reclameboekjes: 'Te koop in de tax free'
© Centrum voor Taal en Onderwijs
sept 2011
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
EEN PASPOORT MAKEN De kleuters geven gegevens weer in letters en tekeningen. Van de verschillende paspoorten kun je een boekje maken voor de klas om later nog eens in te kijken. Ideeën voor op het paspoort: • • • • • • • •
De kleuters tekenen zichzelf. De kleuters zetten hun duimafdruk. Ze schrijven/plakken/stempelen hun naam. Ze maken/verzinnen een eigen 'handtekening'. Ze tekenen 2 ogen en kleuren deze juist in, afhankelijk van de eigen oogkleur. Ze noteren hun gewicht en lengte: ze meten en wegen zichzelf met natuurlijke maateenheden en de juf schrijft de lengte en gewicht op naast het symbool. Ze geven hun kenteken een plaats op het paspoort. Ze noteren (kan met hulp) het aantal broertjes en zusjes.
Differentiatie: Vraag meer/minder gegevens naar gelang de leeftijd/mogelijkheden van de kleuter. De ene kleuter wil graag ook de geboortedatum erbij, de andere zal het schrijven van enkele letters van de naam voldoende vinden.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN EEN VLIEGTUIGTICKET MAKEN Elke kleuter vult op het vliegtuigticket cijfergegevens in, bijvoorbeeld: • • •
Vliegtuignummer Uur vertrek Uur aankomst
Je kunt hierbij kleuters laten experimenteren met het opschrijven van cijfers. Een andere mogelijkheid is dat je de kleuters een gegeven vliegtuignummer, aankomst- en vertrekuur laat overschrijven van een voorbeeldvliegtuigticket. Jij vult het plaatsnummer in. Aan het einde van het thema zoekt de kleuter naar zijn zitplaats in de ‘vliegtuigklas’.
NAAM:
STOELNUMMER:
UUR VERTREK:
UUR AANKOMST:
EEN LOGO/LETTERWOORD ONTWERPEN VOOR EEN VLIEGTUIGMAATSCHAPPIJ • •
De kleuters voorzien verschillende vliegtuigjes/prenten van vliegtuigjes met logo's. Ze kunnen logo’s overtekenen of ontwerpen zelf een logo. De kleuters kunnen de logo’s overtekenen op stickers en deze stickers op vliegtuigjes plakken die ze zelf vouwen. Op deze manier kan iedereen zijn vliegtuigje herkennen.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
LABELS VOOR AAN JE REISKOFFER MAKEN De kleuters vullen het label in. Ze nemen naam, adres, bestemming over van een individueel aangepast voorbeeld dat de kleuterleid(st)er vooraf heeft gemaakt. Ze doen dit door te stempelen, schrijven, foto’s te scheuren uit tijdschriften, …
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
ONTDEKHOEK
•
De kleuters vouwen vliegertjes aan de hand van een stappenplan. Ze houden bij in een tabel hoe ver de vliegertjes vliegen (meten); hoe lang de vliegertjes in de lucht blijven (tellen). Ze doen dit met verschillende soorten papier.*
•
De kleuters experimenteren met (manieren van) ‘vliegen’ aan de hand van voorwerpen en een ventilator. Ze noteren hun gegevens op een notitiekaart.*
•
De kleuters verkennen de voorwerpen op een ontdektafel. *
•
De kleuters doen proefjes rond 'zwaartekracht'. Ze maken gebruik van een stappenplan en notitietabel.
•
De kleuters gebruiken een stappenplan voor het bouwen van een vliegtuig met constructiemateriaal.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
STAPPENPLAN VLIEGERTJES VOUWEN
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN NOTITIEKAART MAKEN De kleuters krijgen instructiekaarten met pictogrammen en lezen daaruit af: • • •
Welke voorwerpen zij laten vliegen Hoe zij de ventilator moeten gebruiken Wat zij moeten meten, bijvoorbeeld: hoe ver vliegt het voorwerp? Hoe lang vliegt het voorwerp? Ontwerp met de kleuters een notitiekaart (zie voorbeeld hieronder).
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
ONTDEKTAFEL De kleuters verkennen een ontdektafel met allerlei voorwerpen: modelvliegtuigjes, helikopters, ballonnen, reisbrochures, foto's en prenten van vliegtuigen, pilotenpak/-pet, papier, geplooid vliegtuigje, boeken rond vliegtuigen, wereldkaart en/of wereldbol, watten, veertjes, kleibol, steen, mannetje met parachute, … Je kan op de volgende manier werken met de ontdektafel: Dag 1: vrij experimenteren en ontdekken. Dag 2: de kleuterleidster begeleidt het experimenteren en geeft impulsen waar nodig: samen ontdekken en verwoorden. Dag 3: ontdekkaarten introduceren als begeleide activiteit. Dag 4 + 5: zelfstandig werken met ontdekkaarten. Mogelijke opdrachten op de ontdekkaarten: • •
Zwaar/licht: wat valt het snelst naar beneden? Richting: de bewegingslijn van de voorwerpen tekenen als ze vallen/vliegen/zweven.
•
Met constructiemateriaal een vliegtuig nabouwen, hiervan een foto nemen en het vliegtuig op de foto laten nabouwen door een andere kleuter.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
COMPUTERHOEK
Mogelijke activiteiten aan de computer: •
De kleuters kleuren vliegende voertuigen in op de computer: ballonnen, vliegtuigen, zeppelins, raketten, …
•
De kleuters werken met fundels: http://www.fundels.com
•
De kleuters zoeken samen met jou informatie op over vliegtuigen: het eerste vliegtuig in de lucht, speciale vliegtuigen, vliegen in de ruimte, …
•
De kleuters scrollen door een powerpoint over verschillende vliegende voorwerpen. Jij maakte de powerpoint (kan in overleg met de kleuters).
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
VERRIJKING VAN DE ANDERE HOEKEN
Enkele ideeën: • Maak van de poppenhoek een reisbureau. •
Laat de kleuters in de autohoek een landingsbaan bouwen met behulp van een stappenplan of picto’s.
•
Plaats in de bouwhoek pijlen die richtingen aangeven voor het taxiën van vliegtuigen.
•
Bewegingsles: vliegroute uitstippelen en volgen aan de hand van picto's en symbolen
•
In de zandbak kunnen loopings gemaakt worden met vliegtuigen en op die manier schrijfpatronen geoefend.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS
sept 2011
THEMA: VLIEGEN
EINDE VAN HET THEMA
Stel de klas opnieuw op in vliegtuigopstelling. Deze keer verloopt het vliegtuiggebeuren met de nodige papieren, die de kleuters tijdens het thema zelf hebben gemaakt, zoals: • Zelfgemaakte vliegtuigtickets • Wegen van koffers • Paspoorten
© Centrum voor Taal en Onderwijs