Inhoud. Inleiding 4. 1 Onderwijs in mondelinge taal 5. 2 Onderwijs in schriftelijke taal Onderwijs in taalbeschouwing Woordenlijsten 29

Leerlijnen

Inhoud Inleiding

4

1 Onderwijs in mondelinge taal

5

1 Taal om te leren 2 Taal om te communiceren

6 11

2 Onderwijs in schriftelijke taal

12

1 Beginnende geletterdheid en auditieve waarneming 2 Begrijpend lezen 3 Informatieverwerving 4 Strategisch schrijven

3 Onderwijs in taalbeschouwing

5 Woordenlijsten overzicht overzicht overzicht overzicht overzicht overzicht overzicht

woorden woorden woorden woorden woorden woorden woorden

deel deel deel deel deel deel deel

24 26 27

29

23

1 Woordenschat 2 Woord- en zinsbouw 3 Taalbegrippen

1 Alfabetisch 2 Alfabetisch 3 Alfabetisch 4 Alfabetisch 5 Alfabetisch 6 Alfabetisch 7 Alfabetisch

13 15 18 20

1 2 3 4 5 6 7

29 32 35 38 42 46 49

Colofon Ontwikkeld door CED-Groep/Pedologisch instituut Coördinator: Kitty van Voorst van Beest Auteur: Yol Nederkoorn Projectgroep: Nelleke Bokhove Ans Drubbel Maartje Greevenbosch Irma Hoekema Margéke Hoogenkam

Marina Kapteyn Annemieke Koelewijn Mirjam Knoop Marion Slot Linda Stam

Externe auteur: Yol Nederkoorn

Met subsidie van het Ministerie van OCW Vormgeving en opmaak: Redactiebureau Ron Heijer

© 2009 Uitgeverij Bekadidact Baarn Per 1 september 2009 is de naam van de uitgeverij gewijzigd in ThiemeMeulenhoff Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto kopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schiftelijke toestemming van de uitgever.

Inleiding Voor u ligt een leerlijnenoverzicht van de taalmethode Taaltrapeze. Taaltrapeze besteedt aandacht aan drie leerlijnen: 1. een leerlijn mondelinge taal 2. een leerlijn schriftelijke taal 3. een leerlijn taalbeschouwing. In dit document vindt u per leerlijn een schema waarin aangegeven is welke (hoofd)doelen per leerlijn in de verschillende delen van Taaltrapeze behandeld worden. Per deel staat aangegeven in welke week en in welke basisles een bepaald doel aan de orde komt. Taaltrapeze bevat naast basislessen ook differentiatielessen. Ook deze lessen bevatten natuurlijk leerdoelen. Welke leerdoelen dat precies zijn, vindt u in de wegwijzer bij elk deel. Deze doelen zijn niet opgenomen in het schema. In de lesmaterialen van de delen 1 tot en met 3 zijn de doelen anders genummerd dan in de delen 4 tot en met 7. Dat komt doordat de kerndoelen voor het regulier basisonderwijs waaraan Taaltrapeze voldoet, in 2004 opnieuw vastgesteld zijn door de overheid. Voor dit leerlijnenoverzicht zijn de doelen van deel 1 tot en met 3 omgenummerd naar de doelnummers zoals gebruikt in de overige delen. Op die manier ziet u in een oogopslag hoe de leerlijnen door de hele methode lopen. Daarna vindt u in dit document een alfabetische woordenlijst bij elk deel. In deze woordenlijsten staan alle woorden opgenomen die de leerlingen in het betreffende deel aangeboden krijgen. Het gaat daarbij om de kernwoorden en de extra woorden. De extra woorden hebben in de lijst een andere kleur en zijn cursief. Vanaf deel 2 worden ook de functiewoorden vermeld en vanaf deel 3 de schooltaalwoorden en uitdrukkingen of gezegdes. Wilt u nog meer weten over Taaltrapeze? Meer inhoudelijke informatie vindt u in de Methodewijzer, in de wegwijzers bij de verschillende delen, of op de website van Taaltrapeze (www.taaltrapeze.nl).

Leerlijnen Taaltrapeze

1. Onderwijs in mondelinge taal Taaltrapeze besteedt aandacht aan mondelinge taal, schriftelijke taal en taalbeschouwing. De leerlijn onderwijs in mondelinge taal bestaat uit twee onderdelen: • taal om te leren • taal om te communiceren. De leerlijn mondelinge taal bestaat uit de volgende leerdoelen:

Taal om te leren 1. De 2. De 3. De 4. De 5. De 6. De

leerling leerling leerling leerling leerling leerling

verwerft informatie uit gesproken taal. geeft informatie uit een gesproken verhaaltekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer. geeft informatie uit een gesproken non-fictietekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer. geeft zijn mening over informatie uit gesproken taal. trekt conclusies uit gesproken taal. voert mondelinge schoolse taken uit.

Taal om te communiceren 7. De leerling vervult in een gesprek alledaagse communicatieve functies binnen of buiten het hier-en-nu. In het schema op de volgende pagina’s ziet u in welke delen van Taaltrapeze deze leerdoelen aan de orde komen.

Leerlijn Mondelinge taal

Mondelinge taal

Taal om te leren Doel

Deel 1

Taal om te communiceren Deel 2

Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

1. De leerling verwerft informatie uit gesproken taal Tekstsoorten Verhaaltekst incl. poëtische tekst Instructieve tekst (leerkracht, media)

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Informatieve tekst (leerkracht, media)

1

2

3

4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Overtuigende tekst (leerkracht, media)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Meningtekst (leerkracht, media)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Luisterstrategieën Gericht luisteren Begripsvragen stellen Luisterdoel bepalen Kritische vragen stellen Aantekeningen maken Besluiten nemen op grond van aantekeningen

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 1

8 1 2 3 4 5 6 7 8 8 1 2 3 4 5 6 7 8 8 1 2 3 4 5 6 7 8 8 1 2 3 4 5 6 7 8 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


Mondelinge taal


Deel 1


Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

2. De leerling geeft informatie uit een gesproken taaltekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer Vragen beantwoorden Hoofdcomponenten onderscheiden (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe)

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verhaaltekst navertellen met steun van illustraties

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verhaaltekst navertellen zonder illustraties

1

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

3. De leerling geeft informatie uit een gesproken non-fictie tekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer Vragen beantwoorden

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Inhoud teksten weergeven

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Samenvatten

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Volgorde

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Vraag-antwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Voorbeeld

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Middel-doel

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Oorzaak-gevolg

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Voorwaarde

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Vergelijking

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


Mondelinge taal


Deel 1


Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

4. De leerling geeft zijn mening over informatie uit gesproken taal Feiten, meningen en gevoelens onderscheiden 1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

5. De leerling trekt conclusies uit gesproken taal 1

2


3

4

Mondelinge taal


Deel 1


Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

6. De leerling voert mondelinge schoolse taken uit Gespreksbijdrage leveren Een mededeling doen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verslag doen van een gebeurtenis

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Informatie/uitleg vragen

1

2

Informatie/uitleg geven

1

Een probleem bespreken

1

Een plan maken

1

Een mening geven (met argumenten)

1

2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3

Reageren op de mening van een ander

1

2

5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 3

3

4

4

5

2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Presentatie geven Spreekdurf vertonen Rekening houden met voorkennis luisteraar(s)

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Gebruikmaken van mimiek, gebaar en houding

1

2

3

4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Zorgen voor een goed spreekvolume en -tempo

1

2

3

4

Gestructureerd vertellen (opbouw en verbanden aangeven)

1

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Adequaat reageren op respons uit de groep

1

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Mondelinge taal


Deel 1


Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

Denktaken uitvoeren

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Concrete voorwerpen of situaties beschrijven

1

Vergelijken en ordenen naar uiterlijke kenmerken

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Vergelijken en ordenen naar abstracte kenmerken

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Oplossingen voor problemen verwoorden

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Mening formuleren en onderbouwen met argumenten

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


10

Mondelinge taal


Deel 1


Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Deel 7

7. De leerling vervult in een gesprek alledaagse communicatieve functies binnen of buiten het hier-en-nu Taalhandelingen 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Bewerende taalhandeling

1

Sturende taalhandeling

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Expressieve taalhandeling Bindende taalhandeling

Gecombineerde groep van taalhandelingen Smoes

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Mop, grap, raadsel

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Gespreksregels wijze van communicatie Face-to-face Per telefoon

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


11

2. Onderwijs in schriftelijke taal Naast mondelinge taal besteedt Taaltrapeze ook aandacht aan schriftelijke taal. Het onderwijs in schriftelijke taal bestaat uit vier onderdelen: • beginnende geletterdheid en auditieve waarneming • begrijpend lezen • informatieverwerving • strategisch schrijven De leerlijn schriftelijke taal bestaat uit de volgende leerdoelen:

Beginnende geletterdheid en auditieve waarneming 8. De leerling doet aan beginnende geletterdheid. 9. De leerling geeft blijk van fonologisch bewustzijn.

Begrijpend lezen 10. De leerling (her)kent diverse tekstsoorten. 11. De leerling (her)kent structuren binnen diverse tekstsoorten. 12. De leerling gebruikt talig georiënteerde leesstrategieën voor het begrijpen van diverse teksten. 13. De leerling gebruikt cognitief georiënteerde leesstrategieën voor het begrijpen van diverse teksten. 14. De leerling leest met plezier teksten.

Informatieverwerving 15. De leerling zoekt informatie in diverse naslagwerken. 16. De leerling gebruikt strategieën om de gevonden informatie te interpreteren. 17. De leerling geeft zijn mening over informatie uit geschreven taal en trekt conclusies.

Strategisch schrijven 18. De leerling schrijft teksten. 19. De leerling bepaalt de uitgangspunten bij het kiezen van tekstsoorten en tekstvormen. 20. De leerling verzamelt materiaal bij het schrijven van de tekst. 21. De leerling schrijft een kladversie van een tekst. 22. De leerling schrijft een definitieve tekst. 23. De leerling schrijft met plezier teksten. In het schema hierna ziet u in welke delen van Taaltrapeze deze leerdoelen aan de orde komen.

Leerlijn Schriftelijke taal

12

Schriftelijke taal Beginnende geletterdheid en auditieve waarneming Doel

Deel 1

Begrijpend lezen Deel 2

Deel 3

Informatieverwerving Deel 4

Deel 5

Strategisch schrijven Deel 6

Deel 7

8. De leerling doet aan beginnende geletterdheid Lezen Illustraties en tekst vormen een samenhangend geheel

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Leesrichting

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verwachtingen uitspreken a.d.h.v. omslag en illustraties

Eigen en andermans 1 schrijfproducten/tekeningen/logo’s/ pictogrammen lezen

2

3 4 5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Eenvoudige woorden lezen

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6

Eenvoudige zinnen lezen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verband tussen zinnen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Bewust van permanent karakter en communicatief doel

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Besef dat je met letters woorden kunt maken

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Symbolen

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6

Boeken, kranten, tijdschriften lezen Letters herkennen Gevraagde letters aanwijzen Letters benoemen

Woord nastempelen/naleggen Letters schrijven Eenvoudige woorden schrijven Eenvoudige zinnen schrijven

1

7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


13


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

9. De leerling geeft blijk van fonemisch bewustzijn Auditief geheugen Auditieve objectivatie Auditieve discriminatie en rijmen Auditieve synthese Auditieve analyse

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4


5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4

5 6 7 8 1 5 6 7 8 1 5 6 7 8 1 5 6 7 8 1 5 6 7 8 1

2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

14


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

10. De leerling (her)kent diverse tekstsoorten

Verhaaltekst

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4

Meningtekst

1

Instructieve tekst Informatieve tekst Overtuigende tekst

2

3

4

5

5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6

7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

11. De leerling (her)kent structuren binnen diverse tekstsoorten Titel Illustraties Kopjes Briefvorm Pagina-indeling Alinea’s Grafische vormgeving Tabellen en grafieken

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


15


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

12. De leerling gebruikt talig georiënteerde leesstrategieën voor het begrijpen van diverse teksten Functies van leestekens bepalen

Aanhalingstekens

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5

Puntjes

1

Punt Komma Vraagteken Uitroepteken Hoofdletter Dubbele punt

2

3

4

5

6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Talige structuur van tekstsoorten herkennen

Oorzaak-gevolg

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3

Voorwaarde

1

Vergelijking

1

Tijdsopeenvolging Vraag-antwoord Voorbeeld Middel-doel

4 5 6 7 8 1 2 3 4 4 5 6 7 8 1 2 3 4 4 5 6 7 8 1 2 3 4 4 5 6 7 8 1 2 3 4 4 5 6 7 8 1 2 3 4 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4


5 6 7 8 5 6 7 8 5 6 7 8 5 6 7 8

5 6 7 8 5 6 7 8 5 6 7 8

16


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

13. De leerling gebruikt cognitief georiënteerde leesstrategieën voor het begrijpen van diverse teksten Instructieve tekst (met stappenplan)

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Informatieve tekst (met stappenplan)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Overtuigende tekst (met stappenplan)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verhaaltekst (met stappenplan)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Meningtekst (met stappenplan)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

14. De leerling leest met plezier teksten Praten over teksten Teksten waarderen Waardering motiveren Waardering illustreren met specifieke passages

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3


4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8

17


Deel 1


Deel 3


Strategisch schrijven

Deel 5

Deel 6

Deel 7

15. De leerling zoekt informatie in diverse naslagwerken Functie en opzet van naslagwerken

Encyclopedie

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1

Internet

1

Woordenboek Taaltrapeze deel 4-5 Informatie boeken en tijdschriften Woordenboek

2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4

5 5 5 5

6 6 6 6

7 7 7 7

8 8 8 8

Het opzoeken van informatie 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Tabellen en grafieken

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6

Schema’s

1

1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Digitale bestanden

1

Alfabet Trefwoordenregister Inhoudsopgaven

7 8 7 8 7 8 7 8 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

16. De leerling gebruikt strategieën om de gevonden informatie te interpreteren Hoofdcomponenten weergeven (wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe)

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Onderstrepen van belangrijke woorden en zinnen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Aantekeningen maken

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Schematiseren

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Samenvatten

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


18


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

17. De leerling geeft zijn mening over informatie uit geschreven taal en trekt conclusies Feiten, meningen en gevoelens onderscheiden

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Conclusies trekken

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


19


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

18. De leerling schrijft teksten Boodschappenlijstje Verlanglijstje Vriendenboekje Versje Uitnodiging Brief Strip Formulier Muurkrant Verhaaltekst Communicatieve tekst Informatieve tekst Overtuigende tekst Meningtekst Instructieve tekst

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


20


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

19. De leerling bepaalt de uitgangspunten bij het kiezen van tekstsoorten en tekstvormen Onderwerp Schrijfdoel Tekstsoort Lezerspubliek

1 1 1 1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

20. De leerling verzamelt materiaal bij het schrijven van de tekst Brainstormen Opzoeken en ordenen van informatie

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

21. De leerling schrijft een kladversie van een tekst Passend woordgebruik In volledige zinnen formuleren Inleiding, kern, afsluiting Titel en kopjes

1 1 1 1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


21


Deel 1


Deel 3


Deel 5


Deel 7

22. De leerling schrijft een definitieve tekst Revisie van de tekst De leerling controleert zijn kladversie op inhoud

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

De leerling verwerkt opmerkingen bij zijn kladversie

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Volgens bekend verondersteld niveau in gehanteerde spellingmethode

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Punt

1 1 1 1 1 1 1 1

Vraagteken Uitroepteken Hoofdletter Komma Puntjes Dubbele punt Aanhalingstekens

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Leesbaar handschrift

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Lay-out en vormgeving

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 23. De leerling schrijft met plezier teksten

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


22

3. Onderwijs in taalbeschouwing Naast mondelinge taal en schriftelijke taal besteedt Taaltrapeze tot slot aandacht aan taalbeschouwing. Het onderwijs in taalbeschouwing bestaat uit drie onderdelen: • woordenschat • woorden zinsbouw • taalbegrippen. De leerlijn taalbeschouwing bestaat uit de volgende leerdoelen:

Woordenschat 24. De leerling verwerft een adequate productieve en receptieve woordenschat. 25. De leerling gebruikt hulpmiddelen voor het leren en onthouden van voor hem onbekende woorden.

Woord en zinsbouw 26. De leerling gebruikt en herkent correcte zinnen.

Taalbegrippen 27. De leerling kent begrippen om over taal te denken en te spreken. In het schema hierna ziet u in welke delen van Taaltrapeze deze leerdoelen aan de orde komen.

Leerlijn Taalbeschouwing

23

Taalbeschouwing

Woordenschat Doel

Deel 1

Woord- en zinsbouw Deel 2

Deel 3

Deel 4

Taalbegrippen Deel 5

Deel 6

Deel 7

24. De leerling verwerft een adequate productieve en receptieve woordenschat Themawoorden (inclusief schooltaalwoorden en vaktaalwoorden) Inhoudswoorden Bijwoorden Functiewoorden Idiomatische uitdrukkingen Spreekwoorden

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4

5 6 5 6 5 6 5 6 5 6

7 8 7 8

7 8 7 8 7 8

Leeswoordenschat (inclusief schooltaalwoorden en vaktaalwoorden) Inhoudswoorden

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Structureringswoorden

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Afkortingen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


24

Taalbeschouwing

Woordenschat Doel

Deel 1


Deel 3

Deel 4


Deel 6

Deel 7

25. De leerling gebruikt hulpmiddelen voor het leren en onthouden van onbekende woorden Woordleerstrategieën Hulp vragen

1

Betekenis afleiden uit de woordbouw

1

3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Betekenis afleiden uit de context

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Woordenboek Taaltrapeze deel 4-5 gebruiken

1

2

3

4

5

6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6

Woordenboek gebruiken

1

2

3

4

5

6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6

Tweetalig woordenboek gebruiken

1

2

3

4

5

6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6

Tekening maken bij woorden

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Woorden groeperen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Associaties maken (woordveld)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Eigen woordenlijst/woordkaartjes maken (woordveld)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

2

Woordonthoudstrategieën


25

Taalbeschouwing

Woordenschat Doel

Deel 1


Deel 3

Deel 4


Deel 6

Deel 7

26. De leerling gebruikt en herkent correcte zinnen Woordbouw 1

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

1

2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Zinsbouw


26

Taalbeschouwing

Woordenschat Doel

Deel 1


Deel 3

Deel 4


Deel 6

Deel 7

27. De leerling kent begrippen om over taal te denken en te spreken Verbanden tussen woorden zien en toepassen Tegenstellingen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verzameltermen (categorienamen)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Synoniemen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Collocaties

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Homoniemen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Gradaties in sterkte van betekenis

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Woordveld (woordfamilies)

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Figuurlijk taalgebruik

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Zelfstandig naamwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Werkwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Lidwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Vraagwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verwijswoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Verbindingswoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Bijvoeglijk naamwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Voorzetsel

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Enkelvoud-meervoud

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Tijd van het werkwoord

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Onderwerp

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Persoonsvorm

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Grammaticale begrippen toepassen


27

Taalbeschouwing

Woordenschat Doel

Deel 1


Deel 3

Deel 4


Deel 6

Deel 7

Taalvariatie Andere talen

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Jongerentaal

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8

Dialect-standaardtaal

1

2

3

4

5

6 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8


28

Taaltrapeze besteedt veel aandacht aan de uitbreiding van de woordenschat van de leerlingen. In elk thema leren de leerlingen een aantal nieuwe woorden: zowel kernwoorden als extra woorden. Hierna treft u per deel een alfabetisch overzicht aan van alle woorden die de leerlingen aangeboden krijgen. De extra woorden zijn blauwgekleurd. Achter de woorden vindt u een nummer: dat is het nummer van het thema waarin het woord wordt aangeboden. Vanaf deel 2 bevat het woordenoverzicht ook een lijst met functiewoorden; vanaf deel 3 zijn daarnaast uitdrukkingen en gezegden opgenomen.

Alfabetisch woordenoverzicht deel 1 Totaal aantal aangeboden woorden: 450

aan een stuk door aanbellen aankleden aankleden aarde, de achterkant, de achternaam, de achterpoot, de adres, het afrekenen afzender, de afzetten allebei angstig antenne, de apparaat, het applaudisseren applaus, het arresteren avondeten, het balkon, het ballet, het balletschoenen, de bedenken bedoelen begroeten bekend bekeuren bekeuring, de belletje, het benzinepomp, de berenvacht, de berm, de

4 3 3 1 6 5 5 4 5 4 5 1 4 6 3 1 2 2 6 4 3 2 2 1 5 4 4 6 6 4 3 1 6

Woordenlijst deel 1

6 beroep, het beschermen 1 1 beste zijn, de bezorgd 4 bibberen 4 bij zich hebben 6 bijna allemaal 1 bijten 2 blikopener, de 4 bloemenperk, het 6 blussen 6 boerderij, de 3 boete, de 6 boomhut, de 3 borstelen 4 bouwvakker, de 6 bovenarm, de 2 bovenbeen, het 2 bovenlijf, het 2 brandslang, de 6 brandweerauto, de 6 brandweerkazerne, de 6 brandweerman, de 6 brief, de 5 brievenbus, de 3 buigen 2 buiging, een (maken) 2 bukken 2 bulldozer, de 1 buschauffeur, de 6 bushalte, de 6 caravan, de 3 cel, de 6

cement, het cowboy, de dakgoot, de dakpannen, de datum, de deurbel, de deurmat, de dierenwinkel, de direct dobbelsteen, de doen alsof drempel, de drijven druk duikelen duim, de duim, de durven duur elleboog, de enkel, de envelop, de er bij kunnen etage, de etenstijd etiket, het expres fietspad, het fietspad, het fietstas, de flat, de fluisteren gang, de

6 1 3 3 5 3 3 4 4 1 1 3 5 3 1 2 2 1 4 2 2 5 6 3 4 4 5 3 6 5 3 2 3

garage, de gebaar, het gebit, het gel, de gelukkig gestippeld gestreept gevaar, het gevaarlijk gevlekt gevlekt gezicht, het gitaar, de glijden glimlachen glinsteren goedkoop goochelaar, de goochelen goochelstok, de gordijn, het grasmaaier, de graszode, de haarspeld, de haast hebben haasten, zich halsband, de hand geven, een harken heup, de hiel, de hinkelen hoek om, de

3 5 2 6 1 5 5 6 1 4 4 2 2 1 2 1 4 2 2 2 3 6 6 6 5 5 4 4 6 2 2 1 3

hoge hoed, de hondenvoer, het hoofdrol, de houden van huisnummer, het huisnummer, het huppelen idee, het in brand staan in je handen klappen in plaats van indiaan, de inhoud, de instappen instorten instrument, het ja knikken janken jeuk juichen kaal kaart, de kammen kapper, de kapsel, het kapsel, het kapstok, de kartelrand, de karton, het kattenbak, de kattenvoer, het keihard kelder, de

2 4 2 4 3 3 2 1 6 2 5 1 5 6 6 2 5 4 4 5 2 5 4 6 6 2 3 5 5 4 4 5 3

kiepwagen, de 1 kijken 2 kin, de 2 kletsnat 5 klimmen 6 klimrek, het 1 kloppen (aan de deur) 1 knalrood 5 knie, de 2 knikkeren 1 knipogen 2 koosnaam, de 5 kopje duikelen 1 kopje geven, een 4 kosten 4 krabben 4 kroon, de 1 kruispunt het 6 kruispunt, het 3 krulhaar, het 6 krullen, de 2 kuit, de 2 kurk, de 5 kurkdroog 5 kurkentrekker, de 5 kwijlen 4 ladder, de 6 landen (op de grond) 1 lantarenpaal, de 3 lichaam, het 2 lijken op 4 lippen, de 2 logisch 5

29

luisteren mat, de matras, het meespelen met zijn allen metselen microfoon, de missen muisstil muzieknoten, de muzikant, de naambordje, het naar beneden naar boven navel, de nee schudden nieuwsgierig nieuwsgierig aagje nodig hebben nummer, het ogen, de (dobbelsteen) omhooghouden onderarm, de onderbeen, het onderlijf, het ondertussen ondeugend ongelukkig ongerust onkruid, het ontmoeten op je tenen lopen op schoot opbergen oplossing, de opperhoofd, het oprit, de opschieten opschrijven optreden

2 1 3 1 1 6 2 4 5 2 2 3 3 3 2 5 4 4 4 5 1 2 2 2 2 5 4 1 4 6 4 2 4 1 5 1 3 5 1 2

Woordenlijst deel 1

oven, de 3 overall, de 6 overall, de 6 overkant, de 6 overloop, de 3 oversteken 3 paleis, het 1 paleis, het 3 parkeergarage, de 3, 6 parkeerplaats, de 3 per ongeluk 5 pikzwart 5 pink, de 2 podium, het 2 politieagent, de 6 politieauto, de 6 politiebureau, het 6 politiebureau, het 6 pols, de 2 poot geven, een 4 portemonnee, de 4 postbode, de 5 postcode, de 5 poster, de 4 postkantoor, het 5 5 postzegel, de praten 2 prijskaartje, het 4 prins, de 1 prinses, de 1 probleem, het 5 publiek, het 2 quiz, de 5 raadsel, het 5 racebaan, de 1 racen 1 racket, het 1 raden 5 rand, de 5 rechthouden 2 reclame, de 4

redden regelen (van verkeer) regenpijp, de rijtjeshuis, het rillen rondgaan rotonde, de 3, rustig schoenen, een paar schoffelen schoorsteen, de schotel, de schouder, de schreeuwen schudden schutting, de schuur, de sirene, de slaapkamer, de slepen sleutelgat, het slopen snoeien snorharen, de snuffelen sokken, een paar speeltoestel, het spiegel, de spiegelbeeld, het spinnen springtouw, het staart, de stapel, de stapelen steil haar stekeltjes stemmen stempel, de stempelen stikken stinken

6 6 3 3 4 5 6 5 5 6 3 3 2 2 4 3 3 6 3 1 3 1 6 4 4 5 1 2 2 4 1 2 1 1 2 2 5 6 6 6 6

stoep, de stoplicht, het straatnaam, de strippenkaart, de sturen te laat telefoon, de telefoonnummer, het tennis tent, de terugsturen terwijl tevreden tijdschrift, het tikkertje tillen timmeren toetsen, de toneel, het toneelspelen toneelspeler, de toneelstuk, het toon, op zeurderige toonbank, de touwtjespringen tovenaar, de toverfee, de trapleuning, de traptrede, de trots truc, de tuinhek, het tuinman, de tunnel, de tv-gids, de typen uitkijken uitkleden uitkleden uitleggen uitnodigen

3 3 3 6 5 6 4 4 1 3 5 5 4 5 1 6 6 1 1 2 2 2 5 4 1 1 1 3 3 4 2 3 6 1 5 1 3 3 1 5 5

uitrekken, zich uitstappen uniform, het vacht, de vasthouden vegen (voeten) veilig veilig vensterbank, de verdieping, de verdrietig vergissen, zich vergissing, de verkeer, het verkeer, het verkeersagent, de verkeersbord, het verkleden verkleedkist, de verkleedkleren, de verliezen verliezer, de verpakking, de verstoppen verstoppertje vervelen, zich verwarming, de (centrale) verwisselen verzorgen viskom, de visvoer, het vlecht, de vlechten vloer, de (van kurk) vloerbedekking, de vogelkooi, de vogelvoer, het voor niks komen voorbeeld, het voordeur, de

4 6 5 4 1 3 1 3 3 3 4 5 5 6 3 6 3 1 1 1 1 1 4 1 1 1 3 5 4 4 4 6 6 5 3 4 4 4 5 3

voorkant, de voornaam, de voorpoot, de voorstellen, jezelf voorstelling, de vreemd vreselijk vriendelijk vuilnisauto, de vuilnisbak, de vuilnisbelt, de vuilnisemmer, de vuilnisman, de vuilniswagen, de vuilniszak, de vuurrood waarschuwen waarschuwing, de wangen, de wasmachine, de wassen, zich wastafel, de wedstrijd, de wegkruipen weglopen wenkbrauw, de werken wieden wielrenner, de wigwam, de wijd open wijzen naar wimpers, de winnaar, de winnen wippen woonboot, de woonkamer, de zandkasteel, het zandtaartje, het zanger, de

5 5 4 2 2 4 4 4 3 3 6 6 6 6 6 5 5 5 2 3 4 3 1 4 4 2 6 6 1 3 2 5 2 1 1 1 3 3 1 1 2

30

zielig zo goed mogelijk zolder, de zonnescherm, een (gestreept) zonnescherm, het zwaailicht, het

4 5 3 5 3 6

Woordenlijst deel 1

31

Alfabetisch woordenoverzicht deel 2 Totaal aantal aangeboden woorden: 659 aandachtig luisteren 1 aanmoedigen, iemand 1 aanwezig 8 achterbank, de 4 ademhalen 8 afscheid nemen 4 afsluiten 1 afspraak, de 8 afspreken 8 afwezig 8 alarm, het 6 alstublieft/alsjeblieft 4 ambulance, de 6 Amerika 7 ansichtkaart, de 7 apotheek, de 8 artiest, de 2 aspirientje, het 8 autoband, de 4 autogordel, de 1 autonummerbord, het 1 badjas, de 1 badmeester, de 1 badmuts, de 1 balpen, de 7 bangerik, de 6 barst, de 5 beantwoorden 1 bedanken 4 bedenken 2 beeld, het 2 begin, het 6 bekijken 2 beleefd 4 benauwd 8 bericht, het 7 beroemd 2

Woordenlijst deel 2

best doen, je bestuurder, de beter melden beterschap bevriezen bewolkt bewoner, de bewusteloos bezoek, het bezoekuur, het bezorgen bezorger, de bibberen bikini, de binnenland, het blad (papier), het blad, het bleek blijdschap, van bliksem, de bloeien bloemblad, het bloembol, de bloemenvaas, de bloemenwinkel, de bloempot, de bloemstukje, het blubber, de bocht, een (scherpe) maken bodem, de boeket, het bonnetje, het boomstam, de boon, de bos (bloemen), de bospad, het

2 4 8 8 5 7 7 6 6 6 7 7 4 3 7 7 5 8 1 1 5 5 5 5 5 5 5 7 1 1 5 1 5 5 5 7

botsauto, de botsen botsing, de bowlen bowlingbaan, de brancard, de briefpapier, het brievenweger, de broche, de broekspijp, de brommer/bromfiets, de buiging maken, een buit, de buitendeur, de buitenland, het bult, de bureau, het camera, de capuchon, de cd, de cijfer, het concert, het conducteur, de controle, de controleren dankbaar dankjewel/dankuwel darten datum, de dekbed, het delen (eerlijk) dennenappel, de dennenboom/den, de deuk, de diamant, de diarree, de

6 4 6 1 1 6 7 7 3 3 7 2 6 7 7 6 8 2 3 1 7 2 4 1 1 4 4 1 7 8 6 5 5 4 6 8

dichten diepe, het dirigent, de doktersassistent(e), de doktersrecept, het donkergroen dooien dorst hebben dragen drijfnat drijven droogbloemen, de druiven, het trosje drukknoopje, het dubbelvouwen duikbril, de duiken duikplank, de dvd, de dvd-speler, het echt, in het eerlijk egel, de eigenaar, de eik, de eind(e), het elastiek, het erachteraan gaan ernstig eruit gegroeid zijn eruitzien etalage, de etalagepop, de etiket, het eurocent, de even(tjes)

2 1 2 8 8 5 4 5 3 7 1 5 8 3 7 1 1 1 1 1 2 6 5 3 5 6 7 6 4 3 2 3 3 7 7 6

expres ezel, de (schilders) feliciteren fietser, de fietspomp, de fietstas, de folder, de fotoalbum, het fotograaf, de fototoestel, het fris fruitmand, de gaasje, het gangpad, het gapen gebouw, het gedicht, het geheim, het geheimzinnig geintje, het gesp, de gestreken geur, de gevaar, het gevangenis, de geweer, het gezond gieter, de gips, het glad (spekglad) glibberig goud, het goudvis, de grabbelen grabbelton, de griep, de groeten

6 2 5 1 7 7 7 2 2 2 8 8 8 2 6 7 2 6 1 6 3 3 5 6 6 6 8 5 8 4 4 6 5 1 1 8 4

grond, de 5 gulp, de 3 hagel, de 5 hak, de 3 handen omhoog of ik schiet 6 handrem, de 7 handschoen, de 3 handtekening zetten, een 2 hart, het 6 hartelijk(e) groeten 7 hartelijk/van harte gefeliciteerd 5 hechting, de 8 heleboel, een 7 hoestbui, de 8 hoestdrankje, het 8 hoofdstraat, de 1 horloge, het 7 houd de dief! 6 huid, de 8 8 huisarts, de hulp halen 6 ijskoud 5 in de gaten hebben, iets 1 in de gaten houden 6 in de lach schieten 8 in de war raken 6 in gesprek (telefoon) 7 inbreken 6 informatie, de 7 ingang, de 3 inlijsten 2 insect, het 5 inslaan (van bliksem) 1

32

insmeren insteken instoppen instrument, het (muziek) intrappen, ergens jaargetijde, het jaloers jodium, het juweel, het kant, de (richting) kassa, de kattenkwaad kegel, de kegelspel, het keihard kettingbotsing, de kikker, de klant, de klappertanden kledingstuk, het kleedhokje, het kleedkamer, de kleedkamer, de kleerhanger, de kleien ‘kleur’ klikken klittenband, het kluisje, het knal, de knalgeel knipogen knoop, de knoopsgat, het knop, de koker, de koper, de kraag, de kraampje, het krant, de

8 5 8 2 6 3 4 8 6 4 3 6 1 1 6 4 5 3 4 3 1 1 2 3 2 1 6 3 1 7 5 8 3 3 5 7 3 3 1 7

Woordenlijst deel 2

krap kreukelen/kreuken kriebelen kruispunt, het kruk, de kunstbloemen, de kunstenaar, de kunstje, het kunstschilder, de kunstwerk, het kweken kwijt laars, de leeglopen lek lelijk vinden lenen leugen, de lichtgroen liegen lievelingseten, het lijst, de longen, de luchtballon, de luchtbed, het luchtpost, de lunchpakket, het maandblad, het maat, de maillot, de medicijnen, de meerijden mengen mest, de metro, de midden, het mislukken misselijk mist, de mistig

3 3 3 4 6 5 2 2 2 2 5 3 3 7 7 2 1 6 5 6 8 2 6 4 1 7 8 7 3 3 8 7 5 5 4 6 6 8 4 7

mobiele telefoon, de/het mobieltje modder, de mode, de mol, de mooi vinden motor, de motorboot, de motorrijder, de mouw, de muggenbult, de mus, de museum, het muziek maken muziekles, de muzikaal nachtkastje, het nauwkeurig nauwkeurig nep nergens zin in hebben noodrem, de nooduitgang, de onderuitgaan onderweg onderzoeken ondiepe, het oneerlijk ongeluk, het ongezellig ongezond onweer, het oorontsteking, de oorpijn, de op elkaar lijken opdracht, de opereren opknappen oplossen (in water) oplossing, de

4 5 3 5 2 4 4 4 3 5 5 2 2 2 2 8 7 2 5 8 4 1 4 4 6 1 6 6 8 8 7 8 8 6 1 6 8 8 1

opmaken oppompen oprollen opstaan optocht, de opvouwen opvrolijken opzoeken/bezoeken, (iemand) orkest, het overgeven overhebben (iets) overleggen overstromen pakket(je), het panty, de paraplu, de paraplu, de parasol, de park, het parkeergarage, de parkeermeter, de parkeerplaats, de parkeren pasfoto, de pashokje, het passen patiënt, de pauze, de penseel, het pikken pikzwart pilletje, het piloot, de pistool, het plakken (fietsband) plan, het planten plantenkas, de plezierig plonzen

8 7 7 8 2 3 8 8 2 8 6 2 1 7 3 3 7 1 5 4 4 4 4 2 3 3 8 2 2 6 4 8 4 6 7 2 5 5 4 1

podium, het popgroep, de/het bandje popmuziek, de poppenspeler, de popster, de postcode, de posten poststempel, de/het postzak, de poten precies prikken probleem, het publiek, het pyjamajasje, het raadsel, het rails, de raket, de razendsnel reclame, de reclamefolder, de regenbui, de regencape, de regenjas, de regenkleren, de regenpak, het regenwolk, de remmen repeteren/oefenen richting aangeven richting, de riem, de (veiligheidsriem) rieten rijk rits, de rol spelen, een roodborstje, het rotonde, de roven

2 2 2 2 2 7 7 7 7 5 2 8 7 2 8 1 4 4 7 7 7 5 3 3 3 7 7 4 2 4 4 4 8 6 3 2 5 4 6

rozijn, de rugzwemmen ruiken ruilen ruitenwisser, de rups, de rusten samenwerken sandaal, de schaatsen schade, de schatkaart, de schatkist, de schilderen schminken schoenveter, de schrijver, de schuilen schuilplaats, de seizoen, het sieraad, het sjaal, de slechterik, de sleutelhanger, de slippen slipper, de sluiting, de smelten sneeuwballen gooien sneeuwpop, de sneeuwvlok, de snikheet snotneus, de sorteren spannend spelregels, de spierwit spijkerbroek, de spitten spreekkamer, de sproeien

8 1 5 1 1 5 8 2 3 4 4 6 6 2 2 3 2 7 7 3 6 3 6 1 4 3 3 4 4 4 4 5 8 7 4 1 4 8 5 8 5

33

spuitbus, de 2 spullen, de 7 starten 1 steel, de 5 steken (insect) 5 stelen 6 stengel, de 5 stethoscoop, de 8 stiekem 6 stoeprand, de 4 stopwatch, de 1 storm, de 7 stormachtig 5 straal (water), de 5 straaljager, de 4 straatnaambordje, het 7 straatspeeldag, de 1 strak 3 strijken 3 strijkijzer, het 3 strijkplank, de 3 strikken (veters) 3 stropdas, de 3 sturen 4 tabletje, het 8 takelwagen, de 4 taxi, de 4 taxichauffeur, de 4 tekenaar, de 2 telefoneren 6 teleurgesteld 8 temperatuur, de 8 tentoonstellen 2 tentoonstelling, de 2 theater, het 2 thermometer, de 8 tijdschrift, het 7 toegangskaartje, het 1 toneelclub, de 2 toneelschool, de 2 toneelspeler, de 2

Woordenlijst deel 2

trein, de troostprijs, de trots tube, de tuinslang, de tunnel, de tv-gids, de tweeën, met z’n tweeling, de uitglijden uniform, het vals (spelen) vangen vangen, een bal ventiel, het verband, het verbinden verdelen verdwalen verfdoos, de verfkleren, de verfkwast, de verjaardagscadeau, het verjaardagsfeest, het verkeerslicht, het verklappen verkoper, de verloren verpleegkundige, de verplicht verrassing, de verschil, het versleten verte, in de vervelen, zich verwennen verwisselen verzamelen verzinnen, iets vest, het

4 1 4 2 5 4 4 2 6 4 7 1 6 6 7 6 8 6 4 2 2 2 5 5 1 6 3 3 6 1 1 6 3 7 8 8 6 7 2 3

videoclip, de vijver, de visite, de vliegtuig, het vliegveld vlinder, de voedsel, het voering, de voetganger, de vogelnest, het voor je houden voorbank, de voorjaar, het voorstelling, de voorwerpen, de (gevonden) vrachtauto, de vriezen ‘vul in’ vuurrood waarheid, de wachtkamer, de want, de wasknijper, de waterverf, de watje, het weekblad, het weerbericht, het weg vragen, de weg wijzen, de wegrennen wegslepen werk, (aan) het wijd winterkleren, de winterslaap, de wond, de wonder, het woonplaats, de wortel, de zaad, het

2 5 6 4 4 5 5 3 1 5 6 4 5 2 3 4 4 1 5 6 8 3 3 2 8 7 7 4 4 6 4 7 3 3 5 8 5 7 5 5

zaaien zaal, de zakdoek, de zaklopen zalf, de zangeres, de zebra, de ‘zet een rondje om’ ziek melden ziekenbezoek, het zijstraat, de zilver, het zinken zomerkleren, de zonnebaden zonnebril, de zonnig zool, de zoom, de zwembroek, de zwemdiploma, het zwempak, het zwemvest, het zwemwedstrijd, de zweten

5 2 3 1 8 2 1 1 8 8 1 6 1 3 3 3 5 3 3 3 1 3 1 1 8

Functiewoorden deel 2 aanbieding, de 8 aankomsttijd, de 4 aanloop, de 1 aanmoedigen 1 aanmoediging, de 1 aanstellen, zich 3 aanvoelen 3 aanwezig zijn 7 aarde, de 4 achterin 4 achterna zitten 6 afbeelding, de 2, 7 afdak, het 6

afdrukken afgesloten afkijken afleren anders (naar) binnen binnenin boven bovenin bovenop bovenste (naar) buiten daarna dus eerst eerste erboven erin ernaast eronder erop eruit goedemorgen hard (geluid) hetzelfde hij/hem/zijn ieder apart in (de lucht) ineens je/jij/jou/jouw je/jouw laatste linksaf meer met z’n allen middelste mijn/m’n minder niets niks nu

7 6 6 6 2 5 7 5 7 3 7 5 3 6 3 1 2 7 2, 7 1, 2 7 7 8 2 2 8 1 4 6 8 3 1 4 6 1 6 3 6 5 5 8

onder onderin onderste op (de grond) opeens plotseling rechtdoor rechtsaf ’s middags ’s morgens straks (later) te voorschijn tegelijk terwijl tweede voorin zacht (geluid)

5 3, 7 7 4 6 6 4 4 8 8 8 5 7, 8 1 1 4 2

34

Alfabetisch woordenoverzicht deel 3 Totaal aantal aangeboden woorden: 648 afluisteren afscheuren afschuwelijk afstand, de afstandsbediening, de afwezig zijn antwoord, het arm om iemand heenslaan, een artikel, het asociaal atlas, de autoweg, de avontuur, het babyfoto, de bagage, de bagage, de bakken bakker, de bakkerij, de bankbiljet, het batterij, de bederven bedorven beek, de beeldscherm, het begrijpen, elkaar begrip, het bekentenis, de beloning, de beloven benauwd bende, de berg, de berouw, het besluiten

6 7 3 7 7 7 7 3 7 6 2 4 5 7 4 5 8 8 8 8 7 8 8 4 7 3 3 6 5 5 6 3 4 3 5

Woordenlijst deel 3

bestellen bestuurder, de betalen bibliotheek, de bibliotheekpasje, het bijleggen binnenland, het bladzijde, de blik, het blikopener, de blozen boekenkast, de boekensteun, de boete, de boffen bofkont, de bonnetje, het boodschappen, de boodschappenlijst, de boodschappentas, de branding, de brein, het briefgeld, het briesen brullen buidel, de buitenland, het cameraman, de categorie, de chimpansee, de code, de compliment, het complimenteren computer, de contact, het dambord, het

8 4 8 2 2 3 4 2 8 8 1 2 2 2 1 1 2 8 8 8 4 1 8 6 5 5 4 7 2 5 2 2 2 7 5 1

dammen damsteen, de datum, de deelnemer, de deftig denken denksport, de deuropening, de dichter, de diepvries, de dik doorbladeren doorgeven doorweekt dorp, het draf, de driftig drinkbak, de dromedaris, de druktemaker, de duinen, de dun duwen dwingen eb, de echt eenzaam eigenschap, de elektriciteit, de eng enorm estafette, de excursie, de excuus, het familie, de fantasie, de filmcamera, de

1 1 8 7 5 1 1 1 2 8 2 7 1 6 4 5 3 6 5 6 4 2 3 3 4 2 3 1 7 7 3 1 6 6 7 2 7

filmster, de finish, de flamingo, de flitser, de fotoalbum, het fotoboek, het fototoestel, het fruit, het galop, in gangpad, het gebaar, het gebak, het gebeurtenis, de gebeurtenis, de gedrag, het gedragen, je gehoorzaam geintje, het gekookt geluidsman, de gemeen geschrokken gevoel, het gewei, het gewicht, het 4, gezond giechelen glas (materiaal), het glasscherf, de glimlachen gluren goed goedmaken, het golf, de gorilla, de gracht, de gratis

7 1 5 7 7 2 7 8 5 8 6 8 7 5 3 3 6 6 8 7 6 3 2 5 8 8 6 8 6 3 6 2 3 4 5 4 8

grazen 5 greppel, de 6 griezelig 5 griezelig 6, 7 grinniken 6 groente, de 8 groenteboer, de 8 grommen 5 handen in je zij zetten 3 hardlopen 1 heg, de 5 helft, de 1 helikopter, de 4 herinneren, zich 1 herinnering, de 7 herinnering, de 1 hersenen, de 1 hobby, de 1 hoef, de 5 hoepel, de 1 hoofdletter, de 2 hoofdpersoon, de 2 hoofdprijs, de 7 hoofdstuk, het 2 hooiberg, de 6 horen 2 horen, bij elkaar 3 houdbaar 8 humor, de 7 hurken 3 iets beleven 5 ingespannen 3 inleveren 2 inspanning, de 3 internet, het 7 interview, het 7

interviewen intrappen, ergens invriezen invullen irritant joekel, een jong, het journaal, het journalist, de jungle, de kabel, de kaft, de kalm kameel, de kangoeroe, de karton, het karweitje, het kassabon, de kattenkwaad, het kenmerk, het kennismaken kinderboerderij, de klasgenootje, het klauteren kleingeld, het kletteren kleurboek, het klieren klikspaan, de klimrek, het klomp, de knoop, in de koel koelkast, de komma, de kookboek, het kopieermachine, de

7 6 8 2 6 1 5 7 7 5 7 2 5 5 5 8 3 8 6 1 1 6 3 6 8 3 2 6 3 1 6 3 8 8 2 2 2

35

koptelefoon, de krab, de krijsen kritiek, de krokodil, de kruiswoordpuzzel, de kruiwagen, de kudde, de kunststof, de kwal, de kwetsbaar laat zijn, te lama, de land, het landen landingsbaan, de landkaart, de lastig leeuwenvel, het lenen lens, de letter, de leugen, de levensmiddelen, de lezen lezer, de licht luchthaven, de luidruchtig luidspreker, de luipaard, het maatje, het machinist, de mager mak mandje, het masker, het medelijden hebben meer, het meevallen melken

7 4 5 2 5 1 6 5 8 4 2 2 5 4 4 4 4 3 5 2 7 2 6 8 2 2 4 4 6 7 5 3 4 8 5 8 5 3 4 6 8

Woordenlijst deel 3

melkfabriek, de melkmachine, de mest, de met rust laten milkshake, de moeite, de mompelen mopperen muntgeld, het nablijven nat spetteren natuur, de nauwelijks neef, de nekvel, het neus snuiten, je neushoorn, de nicht, de nieten nietje, het nietmachine, de nieuws, het nieuwsgierig nieuwsjager, de nieuwslezer, de nijlpaard, het oefenen oerwoud, het omslaan omwisselen onbekend onbreekbaar ondeugend onduidelijk ongehoorzaam ongelukkig ongemakkelijk ongezond onsportief ontevreden ontsnappen

8 8 6 3 8 3 1 3 8 6 6 5 6 5 5 3 5 5 1 1 1 7 7 7 7 5 1 5 2 1 1 8 6 1 3 3 1 8 1 3 5

ontsnappen ontspannen onvoorzichtig onzeker openingstijd, de opgelucht oplossen oplossen oplossing, de oplossing, de opluchting, de opnemen oppasser, de opschepper, de opstijgen opvallen opvegen oud (van brood) overall, de overdenken overtocht, de pagina, de pagina, de paniek, de pasfoto, de paspoort, het passagier, de pauze, de pech hebben pechvogel, de peddel, de pestkop, de pictogram, het pijn doen (figuurlijk) piloot, de pinguïn, de plaatje, het plastic, het plattegrond, de plug, de pony, de

6 3 3 6 2 3 1 1 1 3 3 7 5 6 4 8 3 8 6 3 4 7 2 5 7 7 4 1 1 1 4 3 2 3 4 5 2 8 4 7 6

portemonnee, de 8 prentenboek, het 2 presentator, de 7 prijzen 2 prikkeldraad, het 6 printen 7 programma, het 7 prooi, de 5 propeller, de 4 propje, het 6 puinhoop, de 6 puinhoop, de 3 puzzelen 1 puzzelstukje, het 1 puzzeltocht, de 6 radeloos 5 rauw 8 recept, het 8 recept, het 2 reclamefolder, de 8 regel, de 2, 6 reistijd, de 4 reizen 4 rekening houden met 2 respect, het 6 rijmen 2 rijmwoord, het 2 rijp 8 rivier, de 4 roeiboot, de 4 roeien 4 roofdier, het 5 roofvogel, de 5 rot (van fruit) 8 rubberboot, de 4 rubriek, de 2 rugzak, de 4 ruimte, de 5 rukken 3 rusteloos 5 safari, de 5

salade, de schaamte, de schade, de schaken schamen, je schelden schelp, de scheur, de scheuren schoolbord, het schoppen schotel(antenne), de schouderklop geven, een schoudertas, de schrijven schrikken schrikken, laten sjoelen slager, de slagerij, de slagtand, de slecht slingeren sluipen sluitingstijd, de smijten snelweg, de snikken snoer, het soap, de somber sorteren speeksel, het speelfilm, de speelkwartier, het spelshow, de spieken spier, de spijbelen spijt

8 3 7 1 3 3 4 1 1 6 3 7 2 7 2 5 6 1 8 8 5 2 5 6 2 3 4 3 7 7 3 3 5 7 1 7 6 1 6 3

spijt hebben sportdag, de sporten sportief zijn sportkleren, de sportpagina. de sprinten sprong, de sprookjesboek, het spugen spuug, het stad, de stal, de stampvoeten stang, de staren startschot, het statiegeld, het stempelautomaat, de stewardess, de stoer stopcontact, het stoten stotteren straf, de stripboek, het stro, het struikelen struisvogel, de studio, de supermarkt, de tam team, het tegenvallen tekenfilm, de telefoonboek, het teleurgesteld tevreden tijd zijn, op tijdschrift, het titel, de

6 1 1 1 1 7 1 1 2 5 5 4 6 3 7 3 1 8 4 4 6 7 3 3 6 2 6 2 5 7 8 5 1 6 7 2 6 3 2 2 2

36

toegeven toernooi, het toetje, het toetsenbord, het tong uitsteken, je touwladder, de touwtrekken tractor, de tralies, de tram, de tramhalte, de treurig trofee, de troosten tv-zender, de uier, de uitblinken uitblinker, de uitgang, de uitnodigen uitnodiging, de uitpraten uitroepteken, het uitzenden vakantiefoto, de vakantiereis, de vechtpartij, de veertje, het verboden toegang verdedigen verdrietig verdwalen vergelen verhaal, het verkeerstoren, de verklappen verlegen vermommen vernielen verpakken verpakking, de

6 1 8 7 3 1 1 6 5 4 4 3 1 3 7 8 1 1 2 1 1 6 2 7 7 4 6 4 6 6 3 4 2 2 4 6 1 5 7 8 8

Woordenlijst deel 3

verraden verrekijker, de vers versieren versje, het verspringen verstand, het vertrektijd, de vervelend verwarming, de verzinnen vet video, de vies maken vijver, de vitamine, de vleeswaren, de vleugel, de vlieger, de vliegeren vliegveld, het vloed, de vloeken vluchten voeren voordelig voordringen voorlezen voorpagina, de voorstellen voorzeggen voorzichtig (zijn) vos, de vraagteken, het vriendschap, de vroeger vruchtensap, het waarheid, de walrus, de wandelpad, het war, door de

3 4 8 2 2 1 1 4 1 3 2 8 7 6 4 8 8 4 4 4 4 4 3 5 6 8 8 2 7 1 2 2 5 2 3 7 8 6 5 4 3

website, de weegschaal, de weegschaal, de wegen wereld, de wereldbol, de wild wild zwijn, het windkracht, de windvlaag, de winkelwagentje, het wisselgeld, het woedend wolf, de wollig woordenboek, het zeedier, het zeeleeuw, de zeepbel, de zeerover, de zeester, de zeilboot, de zoogdier, het zuivel, de zwaar zweefmolen, de zweefvliegtuig, het zwempak, het zwemvest, het zweten zweven zwijgen

7 8 4 8 4 4 5 5 7 7 8 8 3 5 7 2 4 5 4 4 4 4 5 8 4 4 4 4 4 5 4 3

Functiewoorden deel 3 achter alleen behalve daaronder dadelijk direct

2 6 6 7 6 8

dragen van eindelijk elk en dan erdoor (heen) erop erover ertussen hartstikke ieder iedereen iets ineens later luisteren naar minstens morgen morgenochtend naartoe, er niemand niets omdat onder ondertussen onmiddellijk plotseling ’s middags tegen ten minste toen tot slot vanaf, er vanavond vandaag vasthouden van voor vroeger waarom want (zo) meteen

4 5, 8 2 4 8 8 1 7 2, 5 2 1 6 3 5 2 7 8 7 3 1 6 3 5 1 1 3 4 5 7 6 4 3 7 8 4 2 5 3 1 4

Uitdrukkingen en gezegden deel 3 dikke maatjes handje helpen, een kattenkwaad uithalen oren, iemand de oren van het hoofd vragen sterk, wie niet sterk is, moet slim zijn uitkijk, op de uitkijk staan veertje, licht als een veertje zand, je kop in het zand steken

3 3 6 7 1 6 4 5

37

Alfabetisch woordenoverzicht deel 4 Totaal aantal aangeboden woorden: 768 aanhanger, de aanmoedigen aanspoelen aanzien voor aarde, de aarzelen achternaam, de achterste, het achterstevoren actief afbakenen afdruk, de afkoelen afschrikken afslaan afstand, de aftellen afwasmachine, de alarmcentrale, de alleseter, de angstig apparaat, het appartement, het asfalt, het astronaut, de atlas, de attractie, de autoweg, de avondvierdaagse, de avontuurlijk babykamer, de bagagedrager, de barometer, de bast, de beboeten bedding, de bedreigen

8 7 4 7 1 7 3 7 6 8 6 3 2 6 8 1 1 6 8 7 6 5 8 8 1 4 8 8 1 8 2 1 5 1 4 4 4

Woordenlijst deel 4

bedroefd 3 bedrog, het 7 4 beek, de beleg, het 3 benieuwd zijn 8 bergplaats, de 6 berm, de 1 beschermen 3 beschuit, de 2 bespreken 5 bestemming, de 8 betekenis, de 6 beukennootje, het 1 bevalling, de 2 bevrijdingsdag 4 bewaren, een geheim 6 bewolking, de 5 bezorgd 7 bijstellen 6 bijzonder 8 binnenland, het 5 biologie, de 1 blaar, de 1 blaten 6 blikseminslag, de 5 bliksemschicht, de 5 bode, de 7 boeken 8 boeking, de 8 bomvol 8 bonken 3 boomstronk, de 1 boomtop, de 1 boomwortel, de 1 boswachter, de 1 bot, het 3 boter, de 3

botsauto, de bovenaf brak brandbaar branding, de brandstof, de briesje, het broodje, het buitenland, het camper, de camping, de carnaval, het centimeter, de christen, de code, de coderen commode, de communicatie, de confetti, de dagelijks damesfiets, de dampkring, de deegroller, de deelnemer, de dennenappel, de depressie, de deuntje, het dierengeluid, het dierentaal, de dijk, de dikwijls dochter, de dominee, de donderslag, de doodlopende weg, een doorprikken

8 8 4 2 4 1 5 3 4 8 8 2 1 2 6 6 2 6 2 3 1 1 2 1 1 5 6 6 6 4 3 3 2 5 8 1

douane, de 8 dreigen 7 drenkeling, de 4 driehoek, de 5 driesprong, de 8 driewieler, de 1 drinkwater, het 4 droogte, de 7 dropping, de 1 druilerig 8 duinpan, de 4 duisternis, de 2 dwalen 1 dynamo, de 1 eb, de 4 eed, de 6 eigenschap, de 3 eiland, het 4 eindeloos 3 elleboog, de 3 enthousiast 7 ergens zin in hebben, 8 erven (kenmerken) 3 etiket, het 2 europa 8 europees 8 fanfare, de 2 feestdag, de 2 feestelijk 4 feestkleding, de 2 fietstocht, de 1 file, de 8 filter, het 4 filteren 4 fladderen 6 fluisteren 3 fontein, de 1

foppen ganzenveer, de gazon, het gebaar, het gebarentaal, de gebied, het geboorte, de geheimhouden geheimhouding, de geheimschrift, het geheimtaal, de geheimzinnig gehoorapparaat, het gekrijs, het geleerde, de geloof, het geluidloos gemakkelijk gemeente, de genezen geraamte, het gespannen gevaar lopen gevoel, het gezin, het gids, de gips, het gladheid, de gleuf, de gloeiend heet gloeilamp, de glunderen goedkeuren graden, de groeten grootmoeder, de grootouders, de

7 7 1 7 7 5 2 6 6 6 6 6 7 7 6 2 6 6 4 3 3 6 4 7 3 1 3 5 5 1 6 2 6 5 7 3 3

grootvader, de haaientanden, de hagel, de hagelsteen, de halfbroer, de halfzus, de ham, de handalfabet, het handig handschrift, het handvol, de hars, de heelal, het heide, de helder hindoe, de hinniken hitte, de hittegolf, de hobbelig hoofdstad, de hoogseizoen, het horizontaal hossen humeur, het ijzel, de ijzelen ijzerdraad, het imam, de indruk, de informeren inkt, de inleveren inschrijfformulier, het inschrijven intrekken jaargetijde, het

3 8 5 5 3 3 3 7 6 7 2 1 1 1 5 2 6 7 5 8 4 8 7 2 7 5 5 2 2 6 8 7 1 1 1 6 8

38

jaarlijks jaarlijks kaarsrecht kaart, de kaartlezen kakelen kampeerboerderij, de kamperen kanaal, het kantine, de kastanje, de kathedraal, de kerstfeest, het kilometer, de kinderfeest, het kinderloos kinderwagen, de klappertanden klassenfeest, het kleindochter, de kleinzoon, de klimaat, het kneden knielen knippen koepeltent komkommer, de koningin, de koninginnedag koorts, de kopieermachine, de korrel, de kou, de kraamvisite, de krachtig kronkelen kroonprins, de kruiden, de kruising, de kust, de kwijlen

4 3 8 4 4 6 6 8 4 1 1 2 2 1 2 3 2 3 2 3 3 5 2 2 3 8 3 4 4 3 6 3 7 2 5 4 4 3 8 4 6

Woordenlijst deel 4

kwispelen lampion, de lanceerbasis, de lanceren landkaart, de landschap, het lauw ledematen, de leefgebied, het leeftijd, de legenda, de leger, het legitimeren, zich lenig lichtflits, de limousine, de lint, het liplezen loeren lokken luchthaven, de luchtje, het luier, de luieren maandelijks majorette, de maquette, de marcheren matig maximum, het medaille, de mensentaal, de menu, het meteen meter, de mierenhoop, de miezerig mime, de mimiek, de minimum, het minister, de

7 2 1 1 4 7 2 3 6 1 4 4 8 3 7 2 7 7 7 6 8 3 2 8 3 2 8 2 5 5 1 6 2 8 1 1 5 7 7 5 4

ministerie, het minister-president, de mitella, de moederdag, de mollig morse-alfabet, het moskee, de moslim, de motor, de motregen, de mountainbike, de muisjes, de nachtlampje, het natuur, de nederlands, het neerslag, de nep nerveus netjes nevel, de nietmachine, de noodweer, het noorden, het noordoost noordoosten, het noordwesten, het nut, het nuttig oever, de omgeving, de omleiden ommetje, het omweg, de onderweg onderzoeken ondiep ongeduldig ongewoon onleesbaar ontcijferen

4 4 3 2 3 7 2 2 1 5 1 2 6 1 4 5 7 7 2 5 6 5 4 4 5 5 6 6 4 1 8 8 8 8 6 4 7 3 7 6

ontdekken ontdekking, de ontdekkingsreis, de ontspannen ontvangen onweer, het onzichtbaar oosten, het opdienen opgetogen opgewonden opgewonden opklaring, de oprollen opschuiven opstijgen orkaan, de overeind overhouden overstromen overtreden overtreding, de overvol pad, de palmboom, de partij, de partijtje, het paspoort, het pauwenveer, de pekel, de pellen pension, het peper, de per periode, de 3, perkament, het picknicken pieptoon, de planeet, de planning, de planteneter, de

6 6 6 8 7 5 6 4 2 2 7 2 5 6 6 1 5 6 4 4 4 4 8 7 5 4 2 8 6 5 3 8 3 3 5 7 1 7 1 8 7

plezierig poeder, het pool, de postduif, de postkoets, de praatpaal, de predikant, de prestatie, de pretpark, het prijzen prinsjesdag proef, de proeftijd, de proeven professor, de prooi, de provincie, de punt, de racefiets, de ramadan, de ramp, de reactie, de rechthoekig redding, de regelmatig regenachtig regenboog, de regenmeter, de regeren regering, de reisbureau, het reisgids, de reserveren romp, de rondleiding, de rondreis, de rotten route, de routeplanner, de ruggengraat, de ruig

8 3 7 7 7 8 2 1 4 7 4 6 6 2 6 7 4 6 1 2 4 6 5 4 3 5 5 5 4 4 8 8 8 3 1 5 3 1 1 3 4

ruimtepak, het ruimtevaart, de ruisen ruiter, de ruw samenwonen satelliet, de schaatsen schatgraven schatkaart, de schedel, de scheel kijken scheiden schoonhouden schoonzus, de schors, de schuifelen schuilnaam, de schutkleur, de seinen seizoen, het serpentine, de sfeer, de signaal, het sjokken skaten skelet, het skiën slaan slabbetje, het slachten slagregen, de slank slechthorend sleeën sleutel, de slinger, de smeken smerig smoezen smog, de

1 1 1 1 4 3 5 5 6 6 3 3 3 3 3 1 3 6 7 7 1 2 2 7 3 1 3 8 6 2 2 5 3 7 5 6 2 7 2 6 5

39

smullen sneeuwstorm, de sneeuwvlokje, het snijden snuffelen sorry spaak, de specht, de speciaal speels speelweide, de speurtocht, de spits de splitsing, de spookachtig spookhuis, het spookrijder, de spoor, het spoorlijn, de stadhuis, het stamboom, de standaard, de stapelwolk, de stekels, de stemmen stemming, de stevig stiefmoeder, de stiefvader, de stijf stormachtig stortregen, de stralend strandvakantie, de strooien strooiwagen, de strookje, het stroom, de suikerfeest, het surfen tabel, de

2 5 5 3 6 8 1 1 2 7 1 1 8 8 6 8 8 1 4 4 3 1 5 6 4 7 3 3 3 3 5 5 8 5 3 5 1 4 2 5 7

Woordenlijst deel 4

tandem, de tandenknarsen tegelijkertijd teiltje, het temperatuur, de tenminste test, de ticket, het toerist, de toeristisch toeschouwer, de toevertrouwen tolk, de tornado, de touringcar, de traag traktatie, de trakteren trekhaak, de troep, de tropen, de tropisch trouwen t-splitsing, de twijfelen twijfelen typisch uitgeput uitkijktoren, de uitproberen uitrekken, zich uitrollen uitspoken uitvinden uitvinder, de uitvinder, de uitvinding, de uitvoeren uniform, het urine, de vaderdag, de

1 3 7 2 5 7 6 8 8 8 2 6 7 5 8 7 2 2 8 4 7 5 3 8 8 7 8 8 1 6 7 2 6 6 6, 7 6 6 4 2 6 2

van tevoren vangrail, de varen, de vasten vee, het ven, het verbazen over, zich verbergen verbieden verblijven vergaderen verheugen op, zich verjaardagskaart, de verjaardagskalender, de verjaardagstaart, de verkleden, zich verontschuldigen, zich verrukkelijk verschonen versiering, de vertalen verticaal vertrekhal, de vervolgen vervuilen verward verzenden verzorgen, zich vieren vijand, de visite, de vitamine vlaggen vlaggetjes, de vlak vleeseter, de vliegensvlug vloed, de vloedgolf, de

7 8 1 2 2 1 7 6 7 8 4 2 2 2 2 2 7 2 2 2 7 7 8 8 4 7 7 3 2 7 2 3 4 2 4 7 7 4 4

vlucht, de vluchtstrook, de vochtig voeding, de volgorde, de volhouden volk volkorenbrood, het volkslied, het volwassene, de vondst, de voorkeur, de voorouders, de voorstellen, zich vorst, de vriespunt, het vuurtoren, de waaier, de wachtwoord, het waddeneiland, het wandelaar, de wandelende tak, de wandeling, de wandelpad, het was, de wasmachine, de watersnoodramp, de waterspiegel, de waxinelichtje, het weerbericht, het weerkaart, de weerman, de weerstation, het weersverwachting, de weersvoorspelling, de wegduiken wegenwacht, de wegjagen wegwijzer, de

8 8 3 3 3 1 4 3 4 2 6 4 3 7 5 5 7 6 6 4 1 7 1 1 7 6 4 4 2 5 5 5 5 5 5 6 8 6 1

wekelijks wereldreis, de wereldwijd wervelwind, de westen, het wet, de wieg, de wielrennen wilg, de windkracht, de windkracht, de windrichting, de 4, windroos, de windstil windvlaag, de windwijzer, de wintersport, de wisselvallig woede, de woest woestijn, de zadel, het zeeaquarium, het zeemeeuw, de zegel, het zelden zijweg, de zoemen zoenen zoetigheid, de zomervakantie, de zonnen zonneschijn, de zonnesteek, de zonnewijzer, de zonnig zonsondergang, de zonsopgang, de zout, het zuiden, het zuidoosten, het

3 8 8 5 4 4 2 1 1 5 4 5 4 5 5 5 8 5 7 4 7 1 8 4 7 3 8 6 3 2 8 5 5 5 5 5 5 5 3 4 5

zuidwest zuidwesten, het zwager, de

4 5 3

Functie- en schooltaalwoorden deel 4 aan aandachtig aflezen afmaken algemeen alle als bedoelen bepaald beschrijven beslissen besluit, het bezit, het bijna blijken daarom dat die diepte, de doorgeven dus elkaar(s) enkele(n) figuur, de gebruik, het gedeelte, het gevolg, het graag grafiek, de haar hem hoe hoe laat hoeveelheid, de

8 4 5 1 4 1 4 2 2 4 6 6 8 2 2 5 6 3 8 6 8 1 7 5 6 8 2 3 5 1 1 2 5 3

40

horen hun illustratie, de in informatie, de interessant kiezen linksaf logisch me(zelf ) meestal met misschien mogelijkheid, de naar nergens nog noteren of om omdat ongeveer oorzaak, de op oplossen overal overmorgen plaatsen raadsel, het rechtdoor schatten

1 3 8 2 3 8 1 1 7 3 8 8 6 4 4 4 7 5 4 6 5 2 3 6 1 4 5 1 1 1 7

Woordenlijst deel 4

soms straks te tegenovergestelde, het terwijl toekomst, de totaal totaal, het uiterste uitstekend vaak van van wie vannacht verleden, het veroorzaken verschil, het verspreiden vervoeren voor voorwerp, het waarheid, de waarover waarvoor wat welk(e) werkelijkheid, de wijze, de ze zich(zelf ) zichtbaar

7 8 3 3 8 7 7 5 4 7 6 2 7 5 7 5 3 4 8 4 6 6 7 5 7 2 3 2 6 3 2

Uitdrukkingen en gezegden deel 4 bergen geld verdienen broodjes, zoete broodjes bakken deur, het is niet naast de deur deuren, langs de deuren gaan elkaar zitten, in feest, het is niet alle dagen feest gaten, in de gaten hebben hondenweer, het is horen, iets van je laten horen inpakken en wegwezen klomp, nu breekt mijn klomp lach, in de lach schieten neus, met je neus in de boter vallen oog, geen oog dichtdoen oog springen, in het oost west, thuis best pad, op pad gaan pauw, zo trots als een pauw regent dat het giet, het schouders ophalen, je sterretjes zien water, in het water vallen weg, de weg kwijt zijn zuchtje, er is geen zuchtje wind

6 2 1 2 3 2 7 5 8 8 4 7 3 6 3 4 1 6 5 7 1 4 8 5

41

Alfabetisch woordenoverzicht deel 5 Totaal aantal aangeboden woorden: 768 aanbieding, de aandacht, de aankomen, er aankondigen aankondiging, de aankoop, de aanraden aanschaffen aansmeren aantrekkelijk accessoires, de accuzuur het acrobaat, de act, de actie, de adellijk adem, de afbreekbaar afbreken afdanken afdeling, de afdingen affiche, het afmaken afnemen afpakken afpikken afrikaans, het afschuwelijk afval, het afvalhout, het afvalmateriaal, het afvalstof, de afvalwater, het afvoerkanaal, het afwachten album, het

3 1 3 1 1 3 5 3 3 3 2 5 1 1 3 6 6 5 4 5 3 3 3 6 2 6 6 7 3 5 8 3 5 5 5 1 3

Woordenlijst deel 5

alcohol, de alcoholvrij alfabet, het allervriendelijkst analfabeet, de apart armoede, de assisteren autokerkhof, het autowrak, het avondkleding, de avonduren, in de babylonische spraakverwarring, de bedienen bedieningspaneel, het bedrag, het bedrijf, het beeldschrift, het begraven begrip, het behulpzaam bekijken belachelijk belangstelling, de belichting, de belonen beloning, de beoordelen bepalen beperking, de berbers, het bereiken bergen, gouden bericht, het bestaan uit

6 6 7 8 7 2 8 1 5 5 2 8 7 2 2 3 3 7 4 7 8 2 2 2 6 8 1 2 2 8 7 4 3 6 3

bestrijdingsmiddelen, de betaalbaar beveiligen bevinden, zich bewaren bewegen bewonderen bezoeken binnenplaats, de blikschade, de blikvanger, de blinde, de blindengeleidehond, de boeiend boekenplank, de boogschieten boterhamzakje, het bouwtekening, de breekbaar broeden broedgebied, het brutaliteit, de buffet, het buis, de buitenspiegel, de bulderen van het lachen burcht, de buurt, de cabaret, het cabaretier, de cappuccino, de caribisch catalogus, de cd-speler, de

5 2 5 3 3 2 1 1 6 5 5 8 8 2 3 6 5 8 4 4 4 1 6 5 5 6 6 4 6 6 6 7 3 2

checken chemisch afval, het chic chloor, de/het christus circus, het circusdirecteur, de clown, de clownsschoen, de collage, de collectie, de collega, de combinatie, de commando,het commentaar, het compost, de consumptie, de container, de creatief cultuur, de damesschoen, de damp, de dapper demonstratie, de denkrimpel, de dessin, het dichtslibben dierenverhaal, het disco, de discokleding, de discoverlichting, de discus, de dj (deejay), de dolfijn, de doodsbang doorvertellen draagbaar

2 5 6 5 8 1 1 1 1 3 3 8 8 8 1 5 6 5 2 7 3 5 6 8 6 2 5 7 2 2 2 8 2 3 5 7 2

draaimolen, de draaiorgel, het draaitafel, de dresseren dressuur, de dringen droom, de dubbel liggen van het lachen duizend duo, het dwang, de eentalig eenwieler, de eeuw, de eeuwenlang egyptenaren, de eigenaardig ervaring, de evenwicht, het exemplaar, het explosie, de fabrikant, de fancy fair, de fantaseren fantastisch festival, het flap, de fokken foyer, de gaas, het garderobe, de gast, de gebaar, het gebruikmaken van gedachte, de gegil, het

4 4 2 1 1 6 3 6 4 8 8 7 1 8 7 7 6 4 1 8 5 3 3 3 3 6 6 8 6 5 6 1 1 4 3 4

gehandicapt 8 gehandicapte, de 8 gehecht zijn aan 8 gehoor, het 2 geliefd 2 geluidsapparatuur, de 2 geluk, het 3 genieten 1 gereedschap, het 8 gereedschap, het 5 gescheurd 2 geschiedenis, de 6 geschikt 7 getuige, de 5 gevaarlijke stof, de 5 gevarendriehoek, de 5 geweldig 1 gewoonte, de 2 gezamenlijk 1 gezin, het 3 gezondheid, de 2 gft-afval, het 5 gladstrijken 2 glasbak, de 5 goede doel, het 3 goocheltruc, de 1 gootsteen, de 5 gracht, de 6 grappig 3 7 griffel, de groenteafval, het 5 groeperen 3 grofvuil, het 5 halverwege 4 handig 7 handstand, de 1 handtekening, de 3

42

harnas, het 6 haverklap, om de 7 heen en weer zwaaien 1 heimwee, de/het 7 helaas 4 helder 5 hemel, de 7 herfst, de 4 hergebruiken 5 herhaling, de 2, 3 herkenningsteken, het 8 herrie, de 4 hiëroglief, de 7 historisch 6 hit, de 2 honkballen 8 hoofdeinde, het 4 hoogmoed, de 7 hordeloop, de 8 horizontaal 7 houterig 6 huis-, tuin- en keukenvragen, de 5 hulphond, de 8 humor, de 6 humor, de 3 huren 3 imiteren 6 indeling, de 4 individueel 8 inkomen, het 8 inpakken 4 inrichten 4 insect, het 4 instinct, het 4 instructeur, de 8 interessant 2 inzameldepot, het 5 inzamelen 8 irriteren 6

Woordenlijst deel 5

javaans, het jerrycan, de jongleren jongleur, de jonkvrouw, de jubelen judo, het kanteel, de karakter, het karakter, het katoen, de/het kennel, de kermis, de kermisattractie, de keuze, de kiekje, het kijker, de kindertehuis, het klaarzetten klank, de klankschrift, het klant, de klaslokaal, het kleding, de kleurig klinken klinker, de klotsen knappen kolonie, de kompas, het koopje, het koorddansen korting, de kosteloos kostuum, het kunstje, het kunstmarkt, de kustlijn, de kwispelend lancering, de

7 5 1 1 6 1 8 6 7 2 2 8 4 4 3 3 1 8 3 7 7 3 4 2 2 7 7 5 1 7 4 3 1 3 8 1 1 3 4 5 6

lastig lauwerkrans, de leenwoord, het leerling, de leggen, een ei lekken lenig lente, de lid, het lievelingsfilm, de lippenstift, de luiheid, de luit, de maat, de make-up, de maleis, het mannequin, de marathon, de marktkraam, de materiaal, het medeklinker, de medewerking, de meertalig melodie, de menigte, de mening, de merk, het met de vlakke hand metaal, het meubel, het middeleeuwen, de milieu, het milieuvervuiling, de milieuvriendelijk minstreel, de minuut, de mixen mode, de model, het modeontwerper, de modern

7 8 7 6 4 5 1 4 8 3 2 2 6 1 2 7 7 8 3 1 7 1 7 1 6 2 2 2 1 4 6 5 5 5 6 4 2 2 2 2 2

modeshow, de moedertaal, de moedig mogelijk momenteel monteren mop, de munt, de muzikaal nadoen nar, de natuurlijk negatief nest, het neuzen nieuwbouw, de nok, de nomade, de ober, de olievat, het olympische ringen, de olympische spelen, de omroepster, de omstoten omtrekken omvallen onbeleefd onbetrouwbaar onderdeel, het onderwerp, het onderwijs, het ongelooflijk onmisbaar onrecht, het ontbreken ontlenen aan ontspannen ontwikkelingsland, het

2 7 7 6 3 5 6 3 1 6 6 3 7 4 3 4 1 4 7 5 8 8 4 6 2 1 1 6 5 3 7 1 7 7 2 7 6 7

onvoorstelbaar 4 ooievaar, de 4 oorkonde, de 6 oorlog voeren 8 oorlog, de 8 op enige afstand 5 opbouwen 4 opbreken 1 opbrengst, de 3 openen 4 opening, de 8 openluchttheater, het 6 opgewekt 2 opgraven 4 ophaalbrug, de 6 opleiding, de 8 opnieuw 5 opschrift, het 7 opsturen 8 opvallend 2 opzetten 1 ouderwets 2 oudheid, de 8 oud-leerling, de 8 overbrengen 7 overdag 4 overtuigd 8 overvloed, de 8 overwinteren 4 pakkie-an, het 7 pakpapier, het 8 paneel, het 7 papyrus, de 7 pasgeboren 4 patroon, het 2 per post 8 perkament, het 7 persoonlijk 3 pest, de 6 piekeren 7 pijlsnel 4

piramide, de piste, de pleeggezin, het poetsen poffertjeskraam, de polderpop, de poort, de poppenhuis, het populair positief prettig prijzig prikbord, het programma, het prullenbak, de puppy, de puttenzuiger, de quiz, de quizmaster, de radiobericht, het radslag, de rechthoek, de rechtop reden, de reiken reisschema, het rekensom, de remix, de repeteren reservering, de restafval, het reuzenrad, het richten op ridder, de riolering, de rioolput, de risico, het riskant rit, de robot, de roem, de

1 1 8 5 4 2 6 8 2 7 1 3 4 6 5 8 5 2 2 8 1 6 3 3 7 4 6 2 1 6 5 4 3 6 5 5 1 6 4 6 8

43

rolstoel, de rommelmarkt, de rommelzolder, de ruimtereis, de ruïne, de rust, de saai salto, de sarnami, het schateren schattig scheiden schelmenverhaal, het schemerlamp, de scheurbuik, de/het schild, het schitterend school, de rijdende schoon schoonmaken schouders ophalen, je schouwburg, de schrift, het schroevendraaier, de schroothoop, de schuren schuurpapier, het scoren seintje, het serie, de serieus showen sierlijk skatekleding, de slagbal, de slank slechtziend sloop, de slordig slot, het

1 3 3 6 6 1 2 1 7 6 3 5 7 4 7 6 2 4 2 5 6 6 7 5 5 8 8 2 6 3 2 2 1 2 8 2 8 5 2 6

Woordenlijst deel 5

sluw 7 smaak, de 2 5 smeerboel, de smerig 5 snelheid, de 4 soepel 2 soldaat, de 8 soort, de 4 spanning, de 1 speelgoedactie, de 8 speerwerpen 8 spektakel, het 1 spelletje, het 3 sportartikel, het 3 sporter, de 8 spreekstalmeester, de 1 spreken 7 springlevend 7 sprint, de 8 sranantongo, het 7 stadion, het 8 stand, de 3 standplaats, de 4 stank, de 5 stapvoets 4 steltlopen 1 steun en toeverlaat, de 8 stichting, de 8 stof, de 2 stoklopen 8 storen 1 stortplaats, de 5 straatartiest, de 6 strijden 6 stromen 5 struif, de 8 succes, het 4 suikerspin, de 4 sultan, de 7 super 3

taak, de taal, de talent, het tanken tankstation, het teamsport, de tegendraads tegenstander, de tegenwoordig teken, het televisiegids televisieprogramma, het terras, het terrein, het textiel, het thema, het tijdbalk, de timmerman, de toegangsbewijs, het toenemen toilet, het (tover)truc, de track, de trainen training, de trampoline, de trapeze, de trekken trekvogel, de tribune, de trillen troebel troep, de trommel, de trommelen trompet, de tweedehands tweetalig uitbreiden uitgehongerd

7 7 6 6 6 8 7 7 2 7 2 2 7 1 5 3 8 8 1 2 5 1 2 1 3 1 1 4 4 1 3 5 5 1 1 1 3 7 3 4

uitgeven uitlaatgas, het uitpakken uitspreken uitstallen uitstekend uitstraling, de uitzoeken van oudsher vangnet, het vastleggen vastlopen veelbelovend veiligheid, de verbazen, zich verbonden, met elkaar verdacht verdienen vergunning, de verhogen verhuisbericht, het verhuisdoos, de verhuiswagen, de verhuizen verhuizer, de verhuizing, de verkeerscontrole, de verlamd vermaken, zich veroordelen verrassend verrijking, de verscheidene verschijnen verschillend versimpelen verstandig versterker, de vertaling, de verteren

3 5 4 7 3 2 2 5 7 1 7 7 6 1 8 8 6 3 4 1 4 4 4 4 4 4 6 1 6 7 1 7 8 3 7 7 2 2 7 5

verticaal 7 vertrek, het 4 vervliegen 5 verwoesten 7 verzamelbak, de 5 verzameling, de 3 verzekering, de 5 verzorgd 2 viezigheid, de 5 vitrine, de 3 vloerkleed, het 4 voedsel, het 4 voeteneind, het 4 vogelbescherming, de 4 vogeltrek, de 4 volop 4 voor het eerst 8 voordeel, het 7 voordelig 3 voorhoofd, het 6 voortkomen uit 7 voorwerp, het 4 vraagstuk, het 6 vrachtwagenchauffeur, de 4 vrijetijdskleding, de 2 vrijwillig 8 vuilverbrandingsoven, de 5 wapen, het 6 war, in de 7 warenhuis, het 3 weekend, het 4 wegspoelen 5 werelddeel, het 8 werk, het 3 werkbank, de 8 witgoed, het 5 woonwagen, de 1 wrijven 1

zakgeld, het zeldzaam zelfgemaakt zenuwachtig zetten, in elkaar zomerspelen, de zorgen, ervoor zorgvuldig zuchten zuiver zwaartekracht, de zwaluw, de zweefmolen, de zweep, de zwerfvuil, het zwerm, de

3 3 8 1 4 8 5 4 6 5 1 4 4 1 5 4

Functie- en schooltaalwoorden deel 5 aan aankruisen aannemen aanwezig achteraan afbeelden afleiden allang alsmaar altijd anders bestemd zijn voor betreffen bewijzen bezwaar, het bieden bij welke binnenkort dagelijks dat eergisteren

8 1 7 7 4 2 7 7 5 3 2 2 8 5 5 6 3 6 5 7 6

44

eigenlijk eisen elk er eraan geheel, het genoeg gistermiddag gunstig haar het hiermee hoeveel hoogte, de hopelijk iemand indelen invloed, de je kennis, de keuze, de kwaliteit, de leiden naar maar met met wie middenin naar nadeel, het nog of ontcijferen ontwerpen op over pas plaatsvinden

2 5 1 3 3 8 8 8 7 6 1 6 3 4 3 5 1 2 8 6 8 3 8 2 6 7 1 4 4 7 7 7 2 2 6 8 1

Woordenlijst deel 5

poging, de reactie, de samenleving, de sinds slagen sommige(n) stand, de tegen tekort, het tenzij toch toelaten toeval, het tonen trouwens uit uitbeelden uitproberen uitvoerig uitzondering, de van verbinden verrichten vervangen vervolg, het verwerken vestigen, zich vooraan voorover voorstel, het voorwaarde, de voorzien waardeloos waarvoor zelf zodat zogenaamd

4 3 3 4 6 5 4 8 3 4 2 6 3 1 5 2 1 8 6 7 4 8 4 5 2 5 4 4 1 1 6 5 3 7 1 5 2

Uitdrukkingen en gezegden deel 5 abracadabra, dat is alleen, ergens niet alleen voor staan baan, van de baan zijn boog kan niet altijd gespannen zijn, de buur, een goede buur is beter dan een verre vriend dol zijn op erg hebben in, geen gat in de lucht springen, een honden, blaffende honden bijten niet humor, gevoel voor humor hebben kermis, van een koude kermis thuiskomen lachen als een boer die kiespijn heeft mode, uit de moeite waard zijn, de onder elkaar zijn ongeluk, per opgeruimd staat netjes terechtkunnen, ergens voor thuis, je ergens thuis voelen uitzien, ergens naar vlug, iemand te vlug af zijn voren af aan, van ware, als het water, het is water naar de zee dragen

7 8 8 6 8 4 1 3 5 6 4 6 2 1 7 3 5 2 4 3 7 1 2 5

45

Alfabetisch woordenoverzicht deel 6 Totaal aantal aangeboden woorden: 600 aanbieden 8 aanbieding, de 6 aandacht vragen voor 4 aangenaam 7 aanleunwoning, de 8 aanpakken weten, van 6 aantasten 5 aanvragen 7 aardkorst, de 5 aarzelen 8 actie, de 8 activiteit, de 1 ademen 1 6 advertentie, de afgestemd zijn, op elkaar 2 afhankelijk zijn van 1 afloop, na 6 afscheid nemen 3 afslag, de 4 afsluiting, de 7 afwisselend 3 alarmeren, iemand 1 2 ambachtelijk amusementspark, het 3 anoniem 1 antislip, het 8 arriveren bij 4 assistent(e), de 2 attractie, de 3 automatisch 4 baan, de 1 badmeester, de 1 balie, de 6 balletje trappen, een 7 bank, de 6

Woordenlijst deel 6

bankpas, de bebouwde kom, de bediening, de begeleid(st)er, de begrip hebben voor bejaarde, de bejaardenhuis, het beledigen beleg, het belemmeren bereikbaar berk, de beschadigen beschermen beslissen besluiten besproeien besteding van, bij bestek, het bestuiven beteuterd betrokken zijn bij bevallen beweegbaar bewoner/bewoonster, de bijrijder, de bijverdienen biljet, het bloemschikken bloesem, de boog, de boomgaard, de boottocht, de bouwbedrijf, het bouwplan, het bouwput, de

6 7 4 3 6 3 3 7 3 5 4 3 6 2 2 8 5 6 3 5 7 7 8 2 3 4 6 6 2 5 2 5 8 7 7 7

braakliggend burenhulp, de cement, het collecte collectie, de combineren communicatie, de communicatiemiddel, het conditie, de constructie, de cursus, de dal, het deelnemen aan dieet, het dierenasiel, het dierenliefhebber, de dierenverzorg(st)er, de directie, de dobber, de doorverbinden doorzichtig draaibrug, de drassig dreigend dringend duidelijk maken, iets duikerhelm, de duikerklok, de duikuitrusting, de dumpen eengezinswoning, de eenrichtingsverkeer, het eenzaamheid, de eigenaar, de

7 5 7 8 4 2 4 4 1 2 1 2 8 3 8 8 1 3 1 4 6 2 1 5 8 6 1 1 1 6 7 7 8 6

eigendom, het ekster, de e-mailadres, het entreeprijs, de ervaren evacuatie, de examen, het fataal favoriet filiaal, het financiële bijdrage, de fronsend kijken fruitteelt, de gaatjes schieten galmen gang van zaken, de gastgezin, het gastheer/gastvrouw, de geldautomaat, de geldig gemak, voor het gemakzucht, uit gemeente, de gepland geven om gewas, het gewicht, het gezelschap hebben van gezocht gierend giftig gigantisch 3, glinsterend goedgehumeurd

6 3 4 3 5 5 7 5 1 6 8 4 5 2 1 7 8 1 6 6 6 6 7 8 8 5 2 8 8 5 5 5 2 5

graf, het groenblijvend haastig handrem, de haven, de heden hedendaags hefbrug, de heinde en verre, van hinderlijk hologram, het hondenkennel, de horeca, de houtsoort, de huisgenoot/ huisgenote, de huishouden, het hulp in de huishouding, de ideaal iglo, de ijzeren in levensgevaar indenken, zich infectie, de ingewikkeld inkorten instructie, de instrument, het internetpagina, de inzetten voor, zich 7, jaartal, het jaartelling, de jetski, de jeugd, de juwelier, de kabel, de

3 5 3 7 4 4 4 2 7 7 6 3 3 2 8 3 8 8 5 7 2 8 2 3 7 1 2 5 8 4 4 1 7 2 2

kabelbrug, de kanaal, het kansarm kantelen karweitje doen, een kas, de kater, de kentekenplaat , de kinderpostzegel, de kindertelefoon, de klagen klant, de kleurrijk kluis, de klusje, het knaagdier, het konijnenhok, het kostbaar kozijn, het kracht zetten kristalhelder kruin, de kruisen leiding hebben, de leveren lichamelijk lid zijn van liggerbrug, de lijden aan lood, het loodzwaar loof, het loofboom, de lucht, de luchtalarm, het maatregelen nemen maatschappijleer, de

2 2 8 6 3 5 8 4 8 3 4 6 4 6 8 3 6 6 7 2 1 3 4 5 8 8 1 2 3 1 8 3 3 1 5 3 8

46

machteloos magma, het magneet, de magnetron, de markering, de matigen medewerk(st)er, de megafoon, de melding, de menu, het metselaar, de meubelmaker, de misplaatst mobiel mondstuk, het muntstuk, het naald, de naaldboom, de naar vinden nachtvorst, de natuurgeweld, het natuurramp, de niet goed, geld terug nieuwbouw, de noodweer, het nors oasis, de oever, de omgaan met omgeving van, in de omleiding, de onderbrengen bij ongelofelijk ongemakkelijk ontfermen over, zich ontploffing, de ontroerend ontwerp, het ontwerper, de onveilig oogst, de

5 5 6 3 4 4 5 1 1 4 7 2 1 4 1 6 3 3 1 5 5 5 6 7 5 8 2 1 1 6 4 8 4 4 8 5 3 2 2 5 5

Woordenlijst deel 6

oorlel, de oorschelp, de opdracht van, in openingstijd, de openlucht, in de opfleuren ophalen, de brug opnemen, geld oppervlakte, de oproep, de opstappen opzuigen overbruggen, de afstand overbruggen, de tijd overhebben voor overlast, de overlijden overstroming, de parttime patiënt(e), de pedicure, de peinzend periode, de piercing, de pijler, de pinnen ploeg, de pompbediende, de portiek, de postbus 51 praatje maken, een praatpaal, de prijs stellen, op product, het proefles, de profiteren project, het publiceren randje, op het rangschikken

2 2 2 4 3 2 2 6 1 8 4 3 2 4 7 6 3 5 6 3 3 8 4 2 2 6 5 4 6 5 4 4 8 6 1 6 7 7 6 2

rank reageren realiseren recht hebben op rechtstreeks recreatiebad, het reddingsboot, de reddingsbrigade, de reddingszwemmen regionaal rente, de reserveringskosten, de resultaat, het rijbewijs, het rinkelen roemeens rollator, de rond tien uur rondhangen rondslingeren roosteren roti, de routeplanner, de rusten rustperiode, de ruw salaris, het sanitair, het schelen schietapparaat, het schoenmaker, de schoolreisje, het scoren service, de situatie, de sjouwen slecht ter been zijn sloop, de sloopvergunning, de slopen

4 7 7 7 4 1 1 1 1 5 6 6 7 7 4 8 3 1 8 6 3 4 4 3 5 3 6 8 8 2 8 3 7 8 5 8 8 7 7 7

snelheid, de snorkel, de sollicitatieformulier, het souvenir, het spaarvarken, het spar, de sparen speelweide, de sponsorloop, de spraakzaam standaard sterven steunen stipt op tijd stoer straatbeeld, het stuifmeel, het succesvol tankstation, het techniek, de teer tegenwoordig telefooncentrale, de telen tentoonstelling, de terrein, het terugtraprem, de testen thuisbezorgen tobben toekomst, de toestemming geven toezicht houden op toko, de tol, de trapveldje, het treffen trimmen, de hond trouw truck, de

4 1 6 3 3 3 6 1 8 4 6 3 2 5 1 6 5 8 4 5 3 2 4 5 4 7 7 5 5 3 4 2 1 4 4 7 5 3 8 4

uitbarsten uiterlijk, het uitkomen, er uitlaten, de hond uitlopen uitpeuteren uitrit, de uitstippelen uitvaren van de boot uitzending, de uniek uv-lamp, de vakantiegeld, het vakkenvuller, de vakkundig vakmanschap, het vals vast veiling, de ventilatiesysteem, het verbaasd verbazing, de verdekt vereniging, de verkeersexamen, het verkoper/verkoopster, de verleden, het vermelding van, onder verplicht verschonen verslijten verwijtend verwoesten verzorg(st)er, de verzorgd verzorgingstehuis, het vissteiger, de

5 2 8 3 5 6 7 7 1 7 8 6 6 6 2 2 6 2 5 5 1 7 3 1 7 4 4 6 7 8 6 5 7 3 8 8 1

vitaal vluchtstrook, de voederen volgende vooraanzicht, het voorrang geven aan voorrang krijgen van voorschriften houden, je aan de voorziening, de vormgeven vrije tijd, de vrijwillig(st)er, de vruchtbaar vulkaan, de vulkaanuitbarsting, de waarde van, ter waardeloos waterdicht watermerk, het waterpolo, het watervrees, de wees, de wegdek, het wegenwacht, de wegversperring, de wegwerkzaamheden, de weigeren wekelijks wenken werkplaats, de werksfeer, de werktekening, de westerscheldetunnel, de wijk, de winter, de hele door woonerf, het zaak, de

8 4 1 7 2 7 7 2 3 2 1 1 5 5 5 1 4 1 6 1 1 8 2 4 7 4 7 1 1 2 6 2 4 5 3 7 2

47

zalig zelfbedienings restaurant, het zelfstandig zenuwachtig zijaanzicht, het zinken zinvol zone, de zuurstof, de

4 3 2 2 2 1 5 7 1

Functie- en schooltaalwoorden deel 6 aan de andere kant aan de hand van aanmelden, zich aanwezig zijn absoluut af en toe afkomstig al met al alsnog bedoeling, de beide bezighouden met, zich binnen bovenal bovenin breedte, de buiten werking stellen cirkel, de concluderen conclusie, de contact opnemen met daardoor daarmee daarna

7 6 1 1 5 3 8 7 5 8 2 1 7 8 2 2 5 2 8 7 6 2 2 4

Woordenlijst deel 6

daarvoor dan dankzij datzelfde diegene doordat drukken dus eens eenvoudig eerst eeuw, de eigenlijk elke ergens even lang, even mooi exclusief extra feit, het gebruikmaken van gelden gelegenheid, de gelijk gemengd gemiddeld gratis het hoogte, de hooguit hulp aanbieden iedereen in de loop van in het klad in het net in je eigen woorden in plaats van in samenwerking met inclusief 3, inmiddels interesse, de

4 5 3 5 8 2 6 2 8 2 4 4 8 5 1 4 6 4 2 8 5 4 4 2 3 1 5 2 4 3 1 7 7 7 7 6 7 6 7 1

isoleren 5 juist 3 kenmerk, het 3 1 klikken op komende week 5 6 kortom lengte, de 2 3, 5 maar maatregel, de 5 markeren 4 maximaal 6 meestal 4 meevallen 3 mening, de 2 minstens 1 misgaan 1 na afloop 8 naast elkaar 2 nerf, de 3 noteren 1 nu en dan 8 om te 3 omkeren 1 omlaag 7 onder andere 6 7 ondertussen ongeveer 1 ooit 4 oorzaak, de 4 op de hoogte zijn van 7 op de(n) duur 7 op één na 4 opmerking, de 8 opsomming, de 4 overigens 6 per 6 provincie, de 3 repareren 1 sinds 8 soms 8 tal van 8

te veel worden tegen het licht houden ten eerste ten slotte ten tweede tevergeefs tijdens toelaten, iets tot en met type, het uiteraard uitsluitend vandaar variatie, de vaststellen verliezen veroorzaken verreweg vervoeren vervolgens 2, via voorkomen voorkomen, iets voorlopig voorspellen voortgezet onderwijs, het voorwaarde, de voorwerp, het vrij want wegens zo goed als zo’n zoals zoogdier, het

3 6 7 2 7 4 8 1 6 2 6 6 1 1 6 3 6 3 4 6 5 5 5 5 5

Uitdrukkingen en gezegden deel 6 baanbrekend werk verrichten 4 baas, eigen baas zijn 8 beetjes, alle kleine beetjes helpen 8 begin, een goed begin is het halve werk 2 bekende, naar de bekende weg vragen 4 blik, een blik werpen op 7 bomen, door de bomen het bos niet meer zien 3 gek, het niet te gek maken 5 geld maakt niet gelukkig 6 1 geld, in het geld zwemmen gras, er geen gras over laten groeien 5 hand, er is iets aan de hand 2 koop, op de koop toe nemen 7 man, er is geen man overboord 1 moed, de moed niet laten zakken 5 mooi, wie mooi wil zijn, moet pijn lijden 2 ongeluk, een ongeluk zit in een klein hoekje 3, 7 Tokio, van hier tot Tokio 4 verhaal, je verhaal kwijt kunnen 8 vinden, ergens iets op vinden 3 voorraad, zolang de voorraad strekt 6 waterrat, een waterrat zijn 1 zat, het zat zijn 6

8 3 1 8 5 7 3 7 8 3

48

Alfabetisch woordenoverzicht deel 7 Totaal aantal aangeboden woorden: 600 aanbreken aangetekend versturen aanrader, de aantrekken aantrekkingskracht, de aardoppervlak, het abonnement, het absurd accommodatie, de achtervolgen actief adrenaline, de advies, het afdrukken afstand afleggen, de afvallen afzonderen, zich agenda, de allemansvriend, de allereerst allergrootst aluminiumfolie, het angstaanjagend antenne, de astrologie, de auditie, de autorally, de avontuurlijk baldadigheid, de baltsen band, de bandlid, het bar bedekken begane grond, de

5 4 1 4 4 5 7 2 8 5 1 6 7 7 3 1 5 8 3 8 3 4 1 4 4 2 5 1 6 3 2 2 5 5 8

Woordenlijst deel 7

behoedzaam 1 belachelijk maken 2 bemoeien, zich ermee 7 benutten 8 beoefenen 6 bescherming, de 6 beslag nemen, in 6 besluiteloos 4 bezitting, de persoonlijke 8 bijenwas, de 8 bijgeloof, het 4 blingbling, het 3 blootje, in je 5 bont, het 5 boodschap inspreken, een 7 borg, de 8 brandwond, de 6 brij, de 8 broedseizoen, het 3 brokstuk, het 4 bronst, de 3 brood doen, voor je 8 6 bubbelbad, het buitenbeentje, het 1 buitengewoon 1 bungeejumpen 6 burlen 3 calorie, de 1 camouflage, de 3 campagne, de 6 capriolen, de 6 cartoon, de 2 chaos, de 6 chatten 7 claxon, de 8

communiceren componist, de conciërge, de 3, conclusie trekken, de conditie meten, de consument, de consumentenprogramma, het contact, het cool dampkring, de dankbaar detail, het digitale camera, de discipline, de discount, de dobberen docent, de doek, het doelloos doodmoe doordraaien downloaden drama, het drenken in drukkerij, de duimen, voor iemand duizelig dwars effect, het egyptisch eigenwijs einde, het eindstreep, de elastisch elektrisch e-mailen

7 2 8 7 1 4 4 3 3 4 4 2 7 6 3 5 8 2 7 1 3 7 4 6 4 6 4 4 4 2 7 3 5 6 4 7

emotie, de 1 excursie, de 8 expositie, de 2 extreem 6 fan, de 1 farao, de 2 figurant, de 1 fijnstampen 8 fit 1 fluitconcert, het 1 frisdrank, de 5 frustratie, de 3 fulltime 8 functie van, de 7 futloos 1 game, de 7 garantie, de 4 gebied, het 3 gedachten verzonken, in 5 geduld, het 8 gegeven, het 8 geheim bewaren, een 3 geheugenverlies, het 4 gelijkwaardig 1 gericht 7 geschiedenis, de 2 gevolgen overzien, de 6 gewei, het 3 gewichtloosheid, de 4 gewricht, het 7 gezamenlijk 8 goed met elkaar kunnen vinden, het 5 goed van worden, er niet 7

googelen graffiti, de grens, de hand hebben, bij de handsfree hardnekkig hart luchten, je hart, met een gerust hartsvriendin, de hartverscheurend heelal, het homepage, de hondenuitlaatplaats, de hoofdschuddend hoogtevrees, de hopen, ergens op hormoon, het horoscoop, de houden aan, zich huis hebben, in huiswerk, het hunebed, het idee komen, op een illegaal imponeren in elkaar zetten indruk, de inloggen inluiden intact intelligent intussen inuit, de jacht gaan, op jongere, de kampvuur, het

7 6 4 5 7 1 3 6 3 2 4 7 1 2 6 3 8 4 6 6 8 2 6 7 3 2 4 7 6 2 4 8 5 5 2 5

kappen 8 karaktereigenschap, de 4 karikatuur, de 2 kattig 1 kenmerk, het 2 kennis vergaren 7 kever, de 5 kick, de 6 kippenvel, het 2 4, 7 klacht, de klasgenoot, de 8 klassieke muziek, de 2 kleddernat 1 klimaat, het 5 kluisje, het 8 koningshuis, het 2 kostuum, het 8 kraanwater, het 5 kritiek leveren 1 kritisch 7 kudde, de 5 kuddedier, het 3 kunstvorm, de 2 landklimaat, het 5 langdurig 7 langzamerhand 1 legaal 7 leiding van, onder 8 leren kennen 8 levenden lijve, in 7 4 lichtspoor, het lookalike, de 3 8 loos, er is iets luisteraar, de 4 magneet, de 4 7 masseren

49

mededeling, de meeloper, de mening verschillen, van metaalmoeheid, de meteoriet, de migratie, de minister, de mistbank, de moddervet moed verzamelen moed zinkt hem in de schoenen, de mollig moment, het mp3-speler, de muisarm, de mummie, de musical, de must, de muzikant, de nachtmerrie, de namelijk neerstorten niet-westers nomade, de noodvuurwerk, het nota bene nummerweergave, de obstakel, het oceaan, de oersaai ogen als schoteltjes om omstandigheid, de omvouwen ondergrond, de ondersteboven onderuitzakken ondervragen onderzoek, het

8 3 1 6 4 3 8 5 1 3 8 1 4 7 7 2 8 3 2 1 8 4 2 5 6 8 7 6 5 1 8 3 5 2 6 6 7 6 8

Woordenlijst deel 7

online onmogelijk onnodig onschuldig ontspanning, de ontstaan ontwikkelen, zich ontwikkeling, de onzeker zijn openstaan, ergens voor opgenomen worden, in het ziekenhuis opkomen voor iemand opstoken, een ander optreden, het optutten, zich opvangen organiseren origineel overbodig overdag overleven overwicht hebben overzicht, het paraplubak, de paren pas komen, goed van persen pinguïn, de piramide, de planeet, de plunderen poolklimaat, het portie, de portret, het portretschilder, de prepaid professional, de professioneel

7 6 1 6 7 4 5 6 3 3 6 3 3 2 2 1 8 2 1 5 5 1 8 5 3 1 8 5 2 4 2 5 1 2 2 7 6 6

prognose, de radiogolf, de realistisch recht van de sterkste, het refrein, het repetitieruimte, de reportage, de reputatie, de respect tonen ringtone, de risicosport, de riskeren ritme, het roedel, de roerloos rond hebben, iets ronde, de rooien rooster, het roosterwijziging, de rsi, de rugleuning, de ruimte, de schade lijden schadelijk schapenwolkje, het schoolverlater, de serieus nemen service, de sjezen sledehond, de slordigheid, de smartlap, de sms’je, het snack, de sneeuwscooter, de snoeihard solist, de sollicitatiebrief, de songtekst, de

8 4 2 3 3 2 1 6 1 7 6 6 1 3 2 1 2 8 8 8 7 7 4 2 4 5 8 1 1 5 5 4 2 7 1 5 2 3 8 3

soortgenoot, de 3 sound, de 3 spam, de 7 spandoek, het 1 speciale gelegenheid, de 2 speklaag, de 5 spelcomputer, de 7 splinternieuw 5 spoed, de 1 spoedig mogelijk, zo 3 spotlight, het 3 spriet, de 1 1 stadion, het stand van zaken, de 8 stapelgek op iemand zijn 3 stapelwolk, de 5 steek laten, in de 3 sterk 5 sterrenbeeld, het 4 sterrenkundige, de 4 sterrenstelsel, het 4 stierlijk vervelen, zich 1 7 strafbaar straling, de 4 stroom, de 4 stunt, de 6 supersnel 6 suppoost, de 2 surfen 7 tag, de 3 technisch 3 tekeergaan 1 telecommunicatie, de 4 telefoongesprek, het 4 terechtkomen, ongelukkig 6 8 termijn, op korte territorium afzetten, het 3

tijdverdrijf, het tin, het tinteling, de traditie, de trek meer in hebben, er geen trekken, eropuit trektocht, de treurig trilling, de tropisch klimaat, het tussendoortje, het uit elkaar spatten uitdaging, de uitgestorven uitsterven, het uittesten uitwerking, de vallen, in (een periode) vallende ster, de van opzij (en profil) van voren (en face) vanzelf vanzelfsprekend vederwolk, de ver het oog reikt, zo verantwoord verantwoordelijk zijn voor verbouwing, de vereerd voelen, zich verjagen verlaten verminken vernielen vernieling, de verslavend verstrooid vertrouwen verveling, de

7 8 7 6 6 1 5 2 4 5 1 4 6 1 3 5 4 1 4 2 2 8 8 5 5 7 6 8 2 6 5 8 2 6 7 3 3 6

verzwakt 5 vliegensvlug 7 vloeiend 6 vod, het 8 voicemail, de 7 volksmuziek, de 2 voordoen als, zich 3 vooroordeel, het 1 voorraad, de 5 voorspelling, de 4 voortplanting, de 3 vraag en aanbod 1 vrienden maken 8 vriendschap onderhouden, een 7 vriendschap, de 4 vriendschappelijk 3 vuurwerk afsteken 6 waaghals, de 6 wachtwoord, het 7 wanhopig 1 warming-up, de 8 5 waterdamp, de waterdruppel, de 5 webcam, de 7 weer en wind, door 1 weerbericht, het 5 weersverwachting, de 5 wereld komen, ter 3 wereldmuziek, de 2 wereldwonder, het 2 werkervaring, de 8 wetenschapper, de 2 wezen, het 4 wijnrank, de 6 wikkelen 2 winkelgevel, de 6 woestijnklimaat, het 5 wolkendeken, de 5 zandkorrel, de 5 zeeklimaat, het 5

50

zendmast, de zin maken, het iemand naar de zin zijn, tegen de zit wat in, daar zithouding, de zitvlak, het zoekend zondagse kleren, de zorgen maken, zich zover zwaartekracht, de

4 3 1 6 7 7 2 2 7 6 4

Functie- en schooltaalwoorden deel 7 aangeven aangezien aantal, het achterelkaar adviseren afbeelden afbeelding, de afkeuren alledaags allerlei als (voorwaarde) als … dan amper argument, het bemachtigen benodigdheden, de beschikbaar bestaan binnen blijken centraal checken cirkeldiagram, het commentaar, het condenseren

7 6 2 6 8 2 2 1 1 7 7 6 6 1 1 2 8 4 8 1 8 3 7 8 5

Woordenlijst deel 7

daarbij daarentegen daarnaast dergelijk dergelijke dienen om direct ditmaal doordeweeks driekwart duidelijk dwars door enig erbij geen enkel gegeven, het geloven gisteren globe, de halverwege hevig hoe minder hoofdstuk, het hooguit in de eerste plaats in de tweede plaats in ieder geval inderdaad informatiebron, de ingeval van inhouden kans, de kwart, het laatst lijken maar liefst meekijken melden men met andere woorden met behulp van

1 5 7 3 4 6 8 6 3 5 4 5 8 2 4 4 2 2 5 8 5 1 8 1 7 7 4 6 7 6 5 8 5 3 4 1 6 3 8 7 5

momenteel naar aanleiding van namelijk 4, nauwelijks net net als niet alleen … maar ook niets dan nogal nogmaals noordpoolgebied, het notitie, de observeren oftewel omschrijven omstreeks ondanks onderschrift, het onderstaand onherbergzaam op voorwaarde dat overdrijven periode, de positie, de presteren privacy, de reden, de repeteren repetitie, de rijmschema, het sahara, de scholier, de schriftelijk slechts soortgelijke staafdiagram, het stagiaire, de suggestie, de tegen telkens 3,

8 3 5 6 2 7 7 5 1 3 5 1 7 3 1 8 1 5 6 5 7 2 3 6 1 7 1 2 8 3 5 8 8 6 4 7 1 6 4 4

ten gevolge van tenminste terug tevens toestaan totaal uiteenlopend uiteindelijk uitermate uitleg, de vanzelf vast verdampen verklaren vermelden voldoende volgende volgens volkomen volledig vooral voorbereiden voornamelijk vorming, de beeldende vrijwel waarderen waardoor waarop waarschijnlijk zeker zo zo’n zodra zomaar zuidpoolgebied, het zulke

7 6 2 3 3 3 3 3 8 4 3 4 5 4 2 1 4 4 3 2 2 6 2 8 6 1 7 4 2 5 7 2 6 4 5 2

Uitdrukkingen en gezegden deel 7 aan de kant staan afkomen, ergens goed van afkomen achter de wolken schijnt de zon brand, uit de brand helpen eind goed, al goed ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen, een frisse neus halen, een gaan, ergens voor gaan haantje-de-voorste zijn handen maken licht werk, vele hof maken, het kiespijn, iets kunnen missen als kiespijn leeft, wie dan leeft, die dan zorgt mens, een gewaarschuwd mens telt voor twee moeders mooiste zijn, niet oog, uit het oog, uit het hart schaap, als er één schaap over de dam is, volgen er meer schoenen, stevig in je schoenen staan stilstaan, ergens bij stilstaan ster, ergens een ster in zijn sterren, het staat in de sterren geschreven vuur, spelen met vuur waagschaal, je leven in de waagschaal stellen waagt, wie niet waagt, die niet wint

3 2 5 2 5 7 1 3 1 8 3 7 8 5 2 8 7 1 4 4 4 6 6 6

51

Inhoud. Inleiding 4. 1 Onderwijs in mondelinge taal 5. 2 Onderwijs in schriftelijke taal Onderwijs in taalbeschouwing Woordenlijsten 29

Recommend Documents