Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief Sept. 2010
77
Nieuwsbrief no 77 pag. 1
Beste vrienden, De nieuwsbrief begint met een notitie van het bestuur op pag.2. In de maand augustus zijn er heel veel activiteiten geweest: tentoonstellingen ( (Maarrsenbroek, Den Haag, Hilversum), herdenkingen ( Den Haag, Enschede, Amstelveen, Roermond, etc.) en manifestaties, waar de gastdocenten hun bijdragen aan geleverd hebben. Een oproep om vooral op 15 augustus te vlaggen en een vlaggenfestijn in Rotterdam met een toespraak van de burgemeester. Voor mij persoonlijk was de voordracht van Boudewijn de Groot een emotionele herkenning. Ook nog na te lezen op http://www.indieherdenking.nl/cms/publish/content/showpage.asp? pageid=225 . Bij de Indië herdenking in Amstelveen werd uitgebreid stilgestaan bij het lot van de romusha’s. ,een indrukwekkende lezing. Er zijn heel wat gastdocenten die meegewerkt hebben aan de tot standkoming van de filmportretten: Oorlogsverhalen Nederlands-Indië 1941-1949. De producente Dorna van Rouveroy wil graag weten hoe het met jullie gaat en zoekt contact, er is niets tegen om zelf ook contact te zoeken. Zij zal aanwezig zijn op de Koempoelan van 5 oktober in Bonbeek. Het boek : The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War werd door de uitgeverij Brill en het NIOD in januari 2010 gepresenteerd. Aan onze voorzitter Jan Willem Hoegen werd gevraagd om dit boek door te lezen en van eventuele kanttekeningen te voorzien. Deze kanttekeningen zijn via het Indisch Platform – Voorzitter H.Bussemaker aan het NIOD gepresenteerd.. Het antwoord hierop vind je hier ook bij. De tentoonstelling van Charles Burki (kamptekeningen) in het Museon is verlengd tot 24 oktober! Mede namens het bestuur hartelijke groet,
Inhoud. Van uw Bestuur ..................................................... 2 15 augustus 2010 .................................................. 2 Achter glas............................................................. 3 Expositie Deventer................................................. 3 Nederlands-Indië monument Hilversum.................. 3 Generaal SPOOR bijster........................................ 4 Indrukwekkende herdenking te Bilthoven ............... 5 Indië-herdenking te Roermond ............................... 5 Voordracht door Boudewijn de Groot ..................... 6 Mijn moeder overleed in Tjideng ............................ 7 Hernieuwde uitgave Romusha van Java................. 9 Weinigen weten waarom ik vlag ............................. 9 Waar gaat het dit weekeinde om? ........................ 10 Kanttekeningen Encyclopedia of Indonesia .......... 11
Antwoord NIOD op 'Enige kanttekeningen’ ............ 13 Japans respect voor Britten ................................... 14 Verhaal Indië nooit af............................................. 15 Wij hebben een bloedband .................................... 16 HBS ...................................................................... 18 NON SOLUS (Niet alleen) ..................................... 18 Speech Capitulatie Japan ..................................... 19 Toespraak Stadhuis Den Haag .............................. 20 Lot van de vergeten slachtoffers: Romusha's......... 21 Exp. bevrijding Ned.-Ind., Maarssenbroek.............. 22 Verslag vlaggenactie 15 aug. 2010........................ 23 INDISCHE TRILOGIE, Theater Den Haag ............. 23 Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War......... 24 Vlaggen................................................................. 24
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de Giroloterij en de Bankloterij. Uw deelname aan de Giro- c.q. Bankloterij wordt daarom van harte aanbevolen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 2
Van uw Bestuur Enkele maanden terug lieten wij u weten dat de toekomst van ons werk als Stichting Gastdocenten ons sterk bezighoudt. Zowel financieel als inhoudelijk. Onze grootste subsidiegever (85%), het V-fonds (Veteranenfonds), heeft ons ondertussen laten weten dat zij het werk van onze Stichting Gastdocenten niet verder zal ondersteunen als de 2e generatie de gastlessen gaat verzorgen. Immers “de afgelopen jaren zijn er al genoeg oral history projecten ontwikkeld en verhalen van de 1e generatie digitaal en op film vastgelegd”, was hun argument. Het bestuur beraadt zich nu op hoe verder. Voor 2010 zitten we nog goed en als wij aantoonbaar als eerste generatie blijven doorgaan met gastlessen (DAAROM ALLE DOOR U VERZORGDE LESSEN BLIJVEN MELDEN BIJ CONNIE) zullen ze ons als oude sobat vooralsnog blijven subsidiëren ook al zijn de doelstellingen van het V-fonds ondertussen gewijzigd. Maandag 16 augustus jl. waren enkele bestuursleden aanwezig bij de opening van de nieuwe tentoonstelling “Het verhaal van Indië” op Bronbeek. (zie voor meer info: www.hetverhaalvanindie.nl ). Wie zich daar de wat stoffige KNIL tentoonstelling van vroeger herinnert, zal van de ene in de andere verbazing vallen bij het zien van deze dynamische moderne tentoonstelling die voor jong en oud zulke verrassende elementen omvat. Er wordt ook uitgebreid stil gestaan bij wat de burgers zowel tijdens de oorlog als na 15/8 overkomen is. Met andere woorden, neem de museumjaarkaart mee om na de landelijke dag op 5/10 aansluitend de tentoonstelling te bezoeken of bezoek deze eens later met eventueel uw kinderen of kleinkinderen. Ook jongeren zullen zich er namelijk niet vervelen en krijgen veel meer inzicht in het dagelijks leven tijdens en na de capitulatie. Voor hen komt op 22 september het stripverhaal over de oorlog in Nederlands-Indië uit. Het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek heeft er hard aan mee gewerkt maar het blijft natuurlijk wel de creatieve interpretatie van de tekenaar die met zijn artistieke vrijheid misschien niet helemaal de werkelijkheid juist weergeeft of die zal laten aansluiten bij uw herinneringen uit die tijd.
<<<>>> 15 augustus 2010.
haald werd en onder veel uitzinnig gehuil van vreugde het Wilhelmus zingend, het ‘rood-witblauw’ werd gehesen. Deze gebeurtenis is daar toen door iemand gefilmd en ongeveer 10 jaar geleden uitgezonden door de NOS bij gelegenheid van de herdenking georganiseerd door de STICHTING HERDENKING 15 AUGUSTUS 1945 in Den Haag, (met rillingen over mijn rug zag ik op het scherm de beelden die in mijn geheugen gegrift staan ). Na het hijsen van onze vlag ben ik mijn moeder gaan zoeken en ik vond haar helemaal aan de andere kant van het kamp waar zij ineengedoken huilde om de gruwelijke dood van haar man na zijn gevangenneming als KNIL-officier in maart 1942 op Sumatra. Zij had dat net bij gerucht gehoord. Dit bericht werd later bevestigd door zijn oppasser die de executie van het peloton als enige overleefd heeft. Ik vlag op 15 augustus, elk jaar weer opnieuw: je kunt een kind uit de oorlog halen, maar de oorlog niet uit het kind. Ik verzoek u dringend aan deze historische dag aandacht te besteden, deze collectieve denkfout aan te pakken via uw krant en uw lezers op te roepen dit jaar massaal te vlaggen op zondag 15 augustus 2010. Met vriendelijke groeten,
Op 15 augustus 2010 zal wereldwijd met veel officiële aandacht herdacht worden dat de Tweede Wereldoorlog 65 jaar geleden tot een einde kwam. Veel inwoners in Nederland weten niet dat na de capitulatie van Nazi- Duitsland, waarbij in Europa een einde kwam aan gruwelijke oorlogsjaren, de oorlog door Japan in Azië onverminderd voortgezet werd en de Japanse legerleiding besloot de interneringskampen om te zetten in vernietigingskampen. In die kampen verloren juist na de capitulatie van Nazi-Duitsland veel mannen, vrouwen en kinderen het leven. Na maanden van onderhandelingen , waarbij Japan de Geallieerden stelselmatig aan het lijntje hield, waren er helaas twee atoombommen nodig om Japan op de knieën te krijgen. Zeker die atoombommen hebben in Japan veel slachtoffers veroorzaakt maar vele duizenden geïnterneerden hebben hun leven aan die bommen te danken. Hoewel in het vlaggenreglement van de regering deze datum jaren geleden is opgenomen ziet men nauwelijks een vlag vanaf overheidsgebouwen hangen, laat staan dat particulieren de vlag uitsteken op die dag. Waar de vlag wel wappert, woont zondermeer een overlevende of nakomeling van de oorlog bevochten in Azië. Thea H. Meulders, Als meisje van net 6 jaar oud heb ik in het vernie- Schoolstraat 4-A, 2151 AA Nieuw-Vennep, Tel tigingskamp Aek Paminke op Sumatra meege- 0252-674071 maakt dat die gehate vlag met ‘rode bal’ neerge-
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 3
Achter glas Ik zag mijn vader achter glas In witte tropenkleren Ik vroeg hem hoe het vroeger was Toen hij nog vrouwenjager was Zoals zovele tropenheren Onder de palmen van Soerabaja De groene dreven van Bandoeng De geur van de djeroek peroet Maar hij zweeg Zoals hij altijd had gezwegen En hij zweeg voorgoed Ik zag mijn moeder achter glas Als kleine witte vlinder Ik vroeg haar hoe het vroeger was Toen zij een jonge moeder was Nog door geen angst gehinderd Aan het strand van Soerabaja De koele tuinen van Bandoeng Het geluid van de perkoetoet Maar zij zweeg Liever had ze niet gezwegen Maar zij zweeg voorgoed Ik zie mezelf achter glas Als oude grijze jongen Ik weet niet hoe het vroeger was Toen ik nog pasgeboren was Mijn leven onbezongen Onder het bloed van Batavia De hongerdood van Tjideng Gebogen in de jappengroet Waar mijn moeder zweeg Waar mijn vader zweeg Omdat zij wel moesten zwijgen En sindsdien hebben gezwegen Boudewijn de Groot, Heemstede, 4 december 2008 Nederlands-Indië monument Hilversum Dit jaar is het 65 jaar geleden dat de Tweede Wereld Oorlog in Zuid-Oost Azië eindigden. De werkgroep Herdenking Nederlands-Indië heeft dit jaar besloten een standbeeld te laten ontwerpen om het bestaande monument te accentueren. Het standbeeld komt naast het bestaande monument op een sokkel met een totaal lengte van 1.50 meter. Om een dergelijk standbeeld te laten gieten in brons, zijn er hoge kosten aan verbonden. De werkgroep ontvangt een subsidiebijdrage van de Gemeente Hilversum om de herdenking te kunnen organiseren, maar deze subsidie kan de kosten niet dragen. Daarom vraagt de werkgroep u om een bijdrage te doneren voor het brons gieten van dit standbeeld. Wij hopen dit jaar ongeveer € 10.000,- te verzamelen zodat volgende jaar het standbeeld geplaatst kan worden. U kunt ook uw bijdrage storten op rekening nummer: 5096747 t.n.v. LV-INOG o.v.v. Standbeeld Herdenking. Gaarne uw naam en gegevens (tenzij anoniem) vermelden zodat wij u op de hoogte kunnen houden. Werkgroep Herdenking Nederlands-Indië In samenwerking met j Landelijke Vereniging Indische Na-Oorlogse Generatie (LV-INOG) Goudriaanstraat 255,1222 SG Hilversum Tel. 035-6839579 secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 4
Museum schoffeert weduwe over verdwenen beeld beroemde generaal SPOOR BIJSTER door CHARLES SANDERS OOSTERBEEK.
de Verenigde Staten, moest Spoor de strijd staken. Vermoeid en bitter stierf hij, slechts 47 jaar oud. „Ik Verbijsterd is mevrouw Mans was bij de opening van die met Spoor, weduwe van de beroemons belastinggeld betaalde tende generaal Simon Hendrik toonstelling ’Het Verhaal van Spoor. In de recent geopende Indië’, vertelt mevrouw Spoor. overzichtstentoonstelling over „Eerst waren ze me nog vergeten onze voormalige kolonie Indië uit te nodigen. Ik zag dat er geen ontbreekt het borstbeeld van enkele foto was van mijn man. haar man. Terwijl mevrouw Terwijl die kop van Soekarno, onSpoor het beeld juist aan Museze vijand van toen, wel van alle um Bronbeek had geschonken kanten naar je loert. Zelfs zijn opom de herinnering aan de grote ruiende teksten zijn te horen. Ongeneraal levend te houden. gelooflijk.” Het bronzen origineel staat sinds Mevrouw Spoor deed haar beklag 1966 bij de ingang van de Genebij de Inspecteur-Generaal der raal Spoor Kazerne in Ermelo, een Krijgsmacht Lex Oostendorp. Hem • De bronzen buste van generaal ander exemplaar prijkt bij het Nati- Spoor zoals het in Roermond staat. was het niet opgevallen dat Spoor onaal Monument in Roermond. er zo bekaaid afkwam in de tenHet borstbeeld dat mevrouw Spoor zelf in bezit toonstelling. Toen de weduwe vroeg waar toch had en cadeau gaf aan Bronbeek liet de direcdat borstbeeld van haar man, sinds jaar en dag teur van het museum diep in de catacomben verte zien in Bronbeek, was gebleven, werd het heel dwijnen. erg stil. „Een schande, onvergefelijk”, zegt de weduwe, „Ze wisten het gewoon niet”, zegt ze. die zaterdag 96 jaar wordt. „Ik vind die hele ten„Verdwenen, weg. Nu blijkt het dus te verstoffen toonstelling trouwens een aanfluiting. Er is amper in de spelonken van het museum. ’In depot’ noeaandacht voor de soldaten die daarheen werden men ze dat. Maar ik pik het niet. Als zij dat borstgestuurd om de orde te herstellen. Meer dan beeld niet willen, moet het terug. Dan kies ík een 6200 jongens sneuvelden in onze voormalige instelling die wel waardering heeft voor mijn man. archipel, vreselijk. Ze vertrokken in opdracht van Bijvoorbeeld het Legermuseum in Delft.” regering en parlement om een einde te maken In een reactie zegt Paul Jac. Verhoeven van aan de moordpartijen door zogenaamde nationaBronbeek verbaasd te zijn over de commotie. listen. Die misbruikten het machtsvacuüm na de Hoewel tientallen mensen getuige waren van het Japanse capitulatie om ons weg te krijgen.” boze vertrek van de weduwe Spoor tijdens de Mevrouw Spoor had gehoopt dat de tentoonopening van de tentoonstelling, zegt het hoofd stelling nu „eindelijk eens het echte verhaal museum niets te hebben gemerkt. over de kolonie Indië zou vertellen”. Haar „We moeten voor elke expositie keuzes maken, man geldt als één van de belangrijkste Nederonvermijdelijk”, aldus Verhoeven. „Dit keer is dus landse oorlogshelden. De op 25 mei 1949 in besloten het borstbeeld niet te gebruiken. Wij Indië gestorven viersterrengeneraal Simon kunnen daarmee doen wat wij goed achten. En Spoor werd postuum benoemd tot Commangeneraal Spoor mag dan niet prominent aanwedeur Militaire Willems-Orde. Hij deelt die zig zijn in ’Het Verhaal van Indië’, hij wordt wel hoogste MWO-onderscheiding alleen met degelijk genoemd.” prins Bernhard. Aan het verzoek van de weduwe van generaal Simon Spoor om het borstbeeld dan maar uit Simon Spoor gaf leiding aan zijn troepen in de depot te halen en terug te geven, wenst Verguerrilla die de nationalisten van Soekarno voerhoeven niet te voldoen: „Gegeven is gegeden. Ook tijdens de twee politionele acties van ven.” 1947 en ’48. De generaal was ongekend populair Telegraaf, Woensdag 15 september 2010 onder zijn manschappen en wist telkens weer tegenover een grote overmacht te zegevieren. Maar door internationale druk, met name vanuit <<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 5
Indrukwekkende herdenking capitulatie te Bilthoven Biltsche Courant 16 aug 2010 BILTHOVEN – Naar schatting ruim vierhonderd belangstellenden kwamen zondagmiddag 15 augustus bij het monument naast gemeentehuis Jagtlust bijeen om hier voor de vijftiende keer de Japanse capitulatie te herdenken. Het was een bijzondere herdenking. Niet alleen omdat het 65 jaar na dato was, maar ook omdat het herdenkingsmonument dit jaar voor een deel Indisch is gemaakt door hieronder grond te mengen uit Java.
in Europa én in Azië, onderstreept.” Monseigneur Bär was gevraagd een plaquette voor het monument ter nagedachtenis aan alle oorlogsslachtoffers – óók die in Azië - te onthullen. In zijn toespraak zei hij onder meer, dat hij nog nooit eerder had meegemaakt dat Indische en Nederlandse grond vermengd werden. “En het is ook nog eens goede grond van Java, waarop ik ooit Mgr. Drs. R.Ph. Bär hield een toespraak. met jongensvoeten heb Foto: Anneke Iseger gelopen.” Samen met Jeanne Hildering, die vijftien jaar geleden het initiatief tot deze herdenking had genomen, legde “Op 20 juli is in alle rust aarde van de erebehij een krans. Andere kransen werden gelegd graafplaats Kalibanteng bij Semarang op Java door onder anderen de Commissaris van de Koonder het monument aangebracht,” aldus Róningin in Utrecht de heer R.C. Robbertsen, en mulo Döderlein de Win van het Comité Herdenburgemeester Gerritsen en wethouder Kamminking 15 augustus 1945 in zijn toespraak. ga. Vijfenzestig aanwezigen plaatsten een rode “Hierdoor zijn in Bilthoven, Nederland en voormaroos in de vazen voor het monument (voor elk lig Nederlands-Indië, voor altijd met elkaar verjaar één); de negenjarige Levi van der Bilt zette bonden.” Burgemeester Gerritsen zie hierover: hier als vertegenwoordiger van de vierde genera“Dit monument draagt geen kenmerken die het in tie één witte roos tussen, als symbool voor de verband brengen met de Indische bezettingsgetoekomst. De indrukwekkende herdenking werd schiedenis en lijkt dan ook nadrukkelijk te referemuzikaal omlijst door de fanfare van het Korps ren aan de bezetting van Nederland. Nu staat het Nationale Reserve onder leiding van sergeantmonument niet langer alleen op Nederlandse majoor Bertrand Verbeek, en een gospelkoor ongrond, maar ook op Indische grond. Hierdoor der leiding van Ignaas de Jong. wordt de verbondenheid tussen het oorlogsge<<>>> weld hier en daar, tussen de smart en het verlies
Veel mensen bij Indië-herdenking Roermond Bij het Indië-monument in Roermond hebben 20.000 veteranen, familieleden en nabestaanden van omgekomen militairen de jaarlijkse herdenking bijgewoond. Tussen 1945 en 1962 kwamen meer dan 6200 Nederlandse militairen om tijdens missies in de overzeese gebiedsdelen Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Bij het monument werden meer dan honderd kransen gelegd, onder anderen door Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. Vier F-16's van de basis Leeuwarden voerden tijdens de Vier F-16's verzorgen een fly-over ter onderminuut stilte een fly-over uit in de zogenoemde Missing steuning van de herdenking bij het IndiëMan Formatie, waarbij een van de vier vliegtuigen recht monument in Roermond. ANP omhoog vliegt. http://nos.nl/artikel/182732-veel-mensen-bij-indieherdenking-roermond.html <<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 6
VOORDRACHT DOOR BOUDEWIJN DE GROOT OP 15 AUGUSTUS 2010 BIJ HET INDISCH MONUMENT. http://www.indieherdenking.nl/cms/publish/content/showpage.asp?pageid=225 Ik ben een zoon van grauwe westerstranden hoewel het zand waar ik ter wereld kwam rood was gekleurd daarmee voel ik ook nog steeds die vage banden ze vormen het begin van wat sinds die tijd is gebeurd daar was mijn moeder in het kwetsbaarst van haar leven daar kreeg ze mij temidden van het uitgeteerde vuil en terwijl de amper levenden nog dankbaar achterbleven kieperde de jap haar dode lichaam in een kuil. Weten doe ik niets en weinig heb ik kunnen horen voelen was het enige dat ik kon ik heb er steeds voor moeten waken die vaagheid te verstoren nooit zal ik teruggaan naar waar het eens begon moet ik genieten van de zilverwitte stranden als ik niet zien kan hoe ze weggereden werd op een kar met levensresten, haar dode lege handen waarmee ooit om vrede gebeden werd. Nu sta ik hier in lichte warme steden hier sta ik en zing het allerhoogste lied gezond en wel genietend van de vrede maar wie mij liefhad weet dit alles niet moet ik gaan naar die zachte groene velden en zoeken naar dat ene witte kruis alleen haar naam konden ze erop vermelden die weet ik al – ik blijf maar thuis. Kramat, 20 mei 1944, de plaats en dag van mijn geboorte. Een paar maanden later werden we getransporteerd naar Tjideng… De Hel van Tjideng. Maar ik was een baby, een zuigeling, wat wist ik van de hel? Wat weet ik van de ellende? Wat kan ik zeggen? Wat kan ik zeggen? Als ik – kleine baby - verzadigd, voldaan, volgegeten lig te slapen en buiten moeders en kinderen verkrampt van honger zoeken naar iets eetbaars? Terwijl buiten het gedèk bomen groeien met manga en klapper? Wat kan ik zeggen? Als ik tevreden en nieuwsgierig om me heen lig te kijken, baby met bolle buik, terwijl buiten vrouwen en kinderen uren in de zon staan op appèl? Terwijl buiten kinderen de stinkende riolen leegscheppen en moeders zich vertwijfeld afvragen hoe het einde van de dag zal zijn?
Wat kan ik zeggen? Als ik met mijn babyvoeten speel en onschuldig plezier heb, terwijl in de huizen van de Jap vrouwen en meisjes worden afgeranseld, verkracht en vernederd? Mishandeld door een maanzieke Sonei en zijn trawanten. Wat kan ik zeggen? Als ik kraai van plezier, huil van ongemak en ongeduld, de buurt bij elkaar schreeuw van een simpel pijntje, terwijl buiten vrouwen en kinderen moeten zwijgen en buigen in de jappengroet? Zwijgen moet ik. Niet zeuren. Ik was een baby en werd verwend met gespaarde restjes.
Mijn vragen bewaarde ik voor later. Niet voor mijn moeder, die voor het einde van de oorlog in Tjideng stierf aan dysenterie. Zij kon mijn vragen niet beantwoorden. Ik bewaarde ze voor mijn vader. Maar die zweeg - kon en wilde niets zeggen over het leven in de kampen. Zweeg voorgoed over de ellende, nadat hem was verteld dat zijn vrouw het kamp niet had overleefd. Sloot zich op in zijn hut op de boot naar Holland en zou de rest van zijn leven alle vragen afdoen met grapjes en nietszeggende antwoorden. Hij overleefde - zijn vrouw, die met pijn en zwoegen zijn kinderen had gebaard, stierf terwijl hij in een ander kamp zat. Hoe vaak had ze bij mijn wieg, of wat daar voor doorging, gebeden om vrede en een gelukkige toekomst. Hoe graag had ze mijn vragen beantwoord. Hoe graag had ze verteld, verteld, verteld. Maar ze stierf, verdween in een kuil en zweeg voorgoed. En samen met haar zoveel anderen die zo graag hadden willen praten en vertellen, leven en gelukkig zijn. Wat kan ik dan zeggen? Ik heb nog foto’s van mijn moeder. Ze was danseres. Op een van de foto’s staat ze, gekleed als wit vlindertje, in een dartele balletpose. Onwetend van de toekomst. Ik heb ook een foto van mijn vader in een wit tropenpak. Een mooie, wat ijdele man - een rokkenjager misschien. Ik weet het niet: zoals gezegd, hij wilde niet antwoorden op mijn vragen. Ongemakkelijk met het verleden.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
En zo staan ze op mijn bureau. We kijken naar elkaar. Ik vraag, zij zwijgen in hun lijstjes, achter glas. Al die tienduizenden mensen, aan de spoorlijnen, in de kampen, ze zwegen.
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 7
Omdat ze moesten zwijgen. Ik ben nooit in de hel geweest. Dus, wat kan ik zeggen...?
<<<>>>
Interview: Ellen Lock
'MIJN MOEDER OVERLEED IN TJIDENG, IK KEN HAAR ALLEEN VAN FOTO'S'
Boudewijn de Groot over zijn Indische achtergrond KUNT U IETS VERTELLEN OVER UW FAMILIEACHTERGROND? 'Eerlijk gezegd kan ik nauwelijks iets over mijn familieachtergrond vertellen, want ik weet er zelf ook vrij weinig over. Er werd in onze familie altijd gezwegen over het verleden. Mijn vader heeft het jappenkamp overleefd, maar mijn moeder is in het laatste oorlogsjaar in kamp Tjideng overleden. Mijn vader sprak sinds haar dood nooit meer over haar of over het verleden. Als ik bijvoorbeeld als kind aan mijn vader vroeg: "Waar ben ik geboren?", dan antwoordde hij: "Jij bent uit de klapperboom gevallen," of "Jij komt van de aapjes." Hij gaf mij zoveel ontwijkende antwoorden, dat alles wat hij zei wel onzin zou zijn. Op den duur vraag je niets meer als je geen serieus antwoord krijgt. ik ken mijn moeder alleen maar van de foto's die ik heb gekregen. Op een ervan draagt zij een balletjurk. Ze heette Sophie Elisabeth Saueressig. ik heb me wel eens laten vertellen dat ze in het kamp muziek maakte en met kinderen op de muziek danste. Van mijn vader weet ik dat hij bij de PTT werkte in Nederlands-Indië. Wat er in de oorlog precies met mijn familie is gebeurd weet ik dus niet. ik ben geboren in het jappenkamp Kramat op 20 mei 1944. kort na mijn geboorte werd ons gezin gesplitst. Mijn moeder moest met haar drie kinderen naar het vrouwenkamp Tji-deng. Mijn vader werd in een mannenkamp geïnterneerd. Pas na de bevrijding kreeg mijn vader te horen dat zijn vrouw was overleden en sindsdien zweeg hij over haar en over deze periode uit zijn leven.' WANNEER IS UW FAMILIE NAAR NEDERLAND GEKOMEN? 'in 1946 vertrok ik als tweejarig kind per schip met mijn vader, broer en zus naar Nederland. Onlangs ontmoette ik een vrouw die me vertelde
dat zij als veertienjarig meisje mij op dat schip nog het leven had gered. Mijn vader had zich teruggetrokken in een scheepshut en zij zag mij als kind op het dek nieuwsgierig op een groot ankergat afkruipen. Zij wist zich nog net op tijd over mij te ontfermen. Mijn achtjarige zusje was mij kennelijk even uit het oog verloren. Mijn vader liet mij in Nederland achter bij zijn tweelingzus in Haarlem, die al twee grote kinderen had. Mijn tante nam mij op in haar gezin en ik wist niet beter of zij was mijn moeder. ik heb het daar altijd heel fijn gehad. ik had nog geen echte hobby's of gerichte belangstelling ergens voor. Wel hield ik van zingen en fluiten. Omdat mijn tante al een gezin had, bracht mijn vader mijn broertje en zusje op twee andere adressen onder, zodat hij om zijn pensioen vol te maken terugkon naar Nederlands-Indië.' WANNEER REALISEERDE U ZICH DAT UW MOEDER WAS OVERLEDEN? 'Op mijn achtste jaar werd me dit pas duidelijk. Toen hield mijn fijne jeugd bij mijn tante abrupt op, omdat mijn vader in 1952 hertrouwde en zijn kinderen bij zich in Heemstede in huis nam. Wij moesten als kinderen wennen aan deze nieuwe omgeving. Mijn tante woonde op fietsafstand, dus ik zocht haar nog vaak op. ik realiseerde me steeds meer dat mijn echte moeder overleden was en wilde vanaf dat moment ook meer over haar weten, maar kreeg van mijn vader geen antwoord als ik hem naar het verleden vroeg. Hij is in 1969 overleden. ik was toen 25 jaar. Als hij langer had geleefd, had ik misschien toch voorzichtig naar zijn verleden durven vragen.'
Jij bent: uit de klapperboom gevallen.' U BEZINGT NEDERLANDS-INDIË IN EEN AANTAL RECENTE SONGTEKSTEN, MAAR U BENT ER NOOIT TERUG GEWEEST. HOE
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
HEEFT U ZICH ER DAN EEN BEELD VAN GEVORMD? 'Via de verhalen van anderen heb ik toch een gevoel bij het oude Nederlands-Indië, een soort stille kracht. Mijn tantes en mijn broertje en zusje vertelden mij over allerlei dingen die ik meteen herken als typisch Indisch. Mijn broertje en zusje hebben wel eens geprobeerd me over te halen om met hen naar Indonesië te gaan, maar dat heb ik toen geweigerd. ik kon het niet. ik kan er zo naar toe vliegen, maar wat kan ik er doen? Mijn moeders graf bezoeken? Haar graf is een kruis op een ereveld, tussen duizenden eendere kruizen. Niemand heeft een persoonlijk graf. Dan kun je er net zo goed een foto van zien, in plaats van er naar toe te gaan. ik heb nu mijn eigen beeld en gevoel bij Indië. Als ik de werkelijkheid zou zien, zou ik dat alles kapot maken. Mijn beeld van het oude Indië is samengesteld uit verhalen, oude schilderijen en foto's en een niet te omschrijven gevoel. Op de Pasar Malam in Den Haag voel ik me in sommige hoekjes meteen thuis. ik herken de geur van wat ooit was. Een oude buurvrouw, die nog leeft, vertelde mij dat ik altijd de hele buurt bij elkaar gilde als mijn teennagels werden geknipt. Blijkbaar vond ik het verschrikkelijk als iemand aan mijn tenen zat. ik heb nog aan mijn zusje gevraagd: "Zaten er veel ratten in Tjideng?" Het kan zijn dat die ratten aan mijn voeten knaagden en dat ik er daarom zo panisch voor was. in het boek 'De hel van Tjideng' werd mijn idee bevestigd. Daarin las ik dat er een rattenplaag was.' HEBT U NOG BEZITTINGEN UIT NEDERLANDS-INDIË? 'Tot ver in de twintig had ik een oude paardendeken, grijs met een witte streep, waar ik altijd onder sliep. Die deken hadden we op de bootreis naar Nederland gekregen en die moest overal met mij mee naartoe als ik ging slapen. Beide zussen van mijn moeder heb ik nog gekend. Tante Sien, een Indisch ogende vrouw die in Nederland is komen wonen, en tante Wies, die na de oorlog naar Australië is geëmigreerd. van haar moeder. Zij heeft onze moeder natuurlijk nog gekend. lk had ook het gemis, maar het gemis van een moeder die ik niet kende, dat is toch weer anders. Wie mijn moeder was blijft een groot raadsel dat mij toch altijd bezig blijft houden.' WAAROVER GING UW HERDENKINGSREDE? 'Mijn herdenkingsrede ging vooral over het zwijgen van mijn beide ouders. Mijn moeder was letterlijk voorgoed het zwijgen opgelegd in het jappenkamp
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 8
'Foto’s zijn de deur naar herinneringen. Van mijn broer en zus heb ik een aantal foto's van mijn moeder gekregen, waaronder ook een gesigneerde foto waarop ze een balletjurk draagt. Zulke gesigneerde foto's gaf ik later zelf ook aan mijn fans. Als ze een echSophie Elisabeth Saueressig te artiestenfoto had, was ze misschien wel een bekende danseres. Alleen het babyboek van mijn zusje hebben we nog in ons bezit. Hierin las ik dat mijn moeder gelovig was. Mijn zusje, broertje en ik zijn alle drie Nederlands-hervormd gedoopt in Nederlands-lndië. Mijn vader heeft ons verder niet gelovig opgevoed. Op zoek naar informatie over mijn ouders op het internet heb ik alleen nog haar naam op de bootlijst van een schip van Indië naar Nederland kunnen vinden; Mej. S.E. Saueressig, op de ms. J.P.Coen. Ze staat zo verschillend op de foto's die ik van haar heb, dat het moeilijk is om een goed beeld van haar te krijgen. Op één van die foto's staat ze in een mooie balletpose en lijkt ze net een wit vlindertje.' WAAR VIERT U DE INDIË-HERDENKING? 'Vroeger wist ik niet eens van het bestaan van de lndië-Herdenking af. lk heb zelf geen herinneringen, dus ik vond het voor mezelf overdreven om daar naartoe te gaan. Toen ik door de Stichting Herdenking 15 augustus gevraagd werd om de herdenkingsrede te houden, leek me dat een goede gelegenheid iets te vertellen over mijn Indische achtergrond en om voor de aanwezigen een gevoel van verbondenheid te laten blijken. Toen mijn zusje een aantal jaren geleden overleed, kwamen er in onze familie toch weer veel herinneringen aan Nederlands-lndië boven. Zij was als kind ijzersterk en zorgde goed voor haar broertjes. Zij had van mijn moeder voor haar sterven in het kamp de opdracht gekregen om goed voor ons te zorgen. Ze móest dus wel sterk zijn. Van mijn zusje weet ik dat ze veel last heeft gehad van het gemis en mijn vader kon er niet meer over spreken, nadat hem was verteld dat zijn vrouw het kamp niet had overleefd. Wat kon ik zeggen tegen zoveel overlevenden die al die gruwelijke ervaringen aan den lijve hebben ondervonden, terwijl ik daar in een wieg-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
je lag. Een baby wordt ook in moeilijke tijden vaak goed beschermd. Zelfs in de meest gruwelijke omstandigheden beseffen mensen dat ze goed voor een baby moeten zorgen. Dus dankzij anderen heb ik het overleefd. Na mijn herdenkingsrede zong ik het lied 'Achter glas'. De tekst van dit lied kwam voort uit een droom, waarin ik mijn vader achter glas zag staan. Hij zei niets, maar ik had hem toch niet kunnen verstaan, omdat het glas ertussen zat. ik vond dit een mooi thema, omdat de foto's van mijn moeder ook achter glas zitten. Foto's zijn de deur naar herinneringen.' HEEFT U UW DROMEN WAAR KUNNEN MAKEN? 'ik had eigenlijk geen dromen, ik dacht nooit 'later wil ik dat ook'. Toen ik als jongen in Haarlem op de markt liep, zag ik elke week een koopman met tweedehands stripboeken en platen, die singletjes draaide op een pick-up. ik dacht toen: 'Wat zou het geweldig zijn als jouw plaat hier draait en iedereen jouw liedje kent.' Niet lang daarna overkwam mij dat succes. Op mijn eenentwintigste PERSBERICHT Hernieuwde uitgave van Romusha van Java, het laatste front 1942-1945 Op 13 augustus 2010 komt bij Uitgeverij Profiel te Bedum, een prachtige hernieuwde en verbeterde uitgave uit van: Romusha van Java, het laatste front, 1942-1945, geschreven door W. Rinzema-Admiraal. De ruim vier miljoen romusha’s verrichtten op Java en ver van hun geboorteland, slavenarbeid in de mijnbouw, bosbouw en de aanleg van wegen en spoorlijnen, o.a. de Pakan Baruspoorweg en vliegvelden in de jungle van Sumatra. Onder de krijgsgevangenen, die zagen hoe zij mishandeld werden, ook de vader van de auteur. Een deel van de driehonderdduizend slavenarbeiders werd te werk gesteld bij De Birmaspoorweg. Zij ondervonden de dodelijke ellende, de honger en de folteringen aan den lijve, 4580% en soms zelfs 90 % van hen vond hierbij de
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 9
was ik in één klap beroemd samen met mijn vriend en tekstdichter Lennaert Nijgh. Een bijzonder moment in mijn carrière is moeilijk te benoemen, er zijn veel mooie momenten geweest. Of toch: ik weet nog precies de plek en het moment dat ik voor het eerst op straat werd herkend een dag na mijn eerste televisieoptreden. Het was op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam. ik liep naar mijn werk als magazijnbediende in de Bijenkorf. Een meisje liep met haar moeder gearmd over straat en zei: "Mam, die jongen ken ik, die is op de televisie geweest!" Haar herkenning voelde als een glorieus moment: 'Dat ben ik,' dacht ik, 'ik ben beroemd, ze herkennen me op straat!' Mijn hele repertoire heeft me veel voldoening gegeven, want mijn muziek spreekt verschillende generaties nog altijd aan. Natuurlijk ben ik trots op mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen, maar dat spreekt voor zich. Sommige dingen veranderen niet, ook niet als je beroemd bent. ik heb nog altijd moeite met de onherroepelijkheid van sommige dingen.' <<<>>> dood. Naar schatting honderdduizend Indonesische vrouwen werden meegenomen naar kazernes, kamertjes of bordelen, waar zij maanden- tot jarenlang dagelijks tientallen keren werden verkracht door militairen van het keizerlijk leger. Van hen bleef slechts 25% in leven. Lang was de barbaarse wijze waarop de Romusha’s werden behandeld; een vergeten hoofdstuk in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. De auteur, zelf ook geïnterneerd geweest, nam het initiatief het lot van de vertrapte bevolking van Java in kaart te brengen door middel van uitgebreid bronnenonderzoek. Zij droeg haar boek dan ook op aan de miljoenen Indonesische slachtoffers van de Japanse bezetting. De uitgave is voorzien van tot nu toe onbekende illustraties en details over het lot van de Romusha’s van Java. Uitgeverij Profiel, Bedum – www.profiel.nl ISBN 978 90 5294 461 6 - € 21,95..... <<<>>>
’Weinigen weten waarom ik vlag…’ Met ontroering las ik de brief van mevrouw Meulders (WUZ 11/08). Ook ik vlag al jaren op 15 augustus; voor velen een bijzondere dag en ik verbaas me er ieder jaar weer over dat weinigen weten waaróm ik vlag. Mijn vader was als krijgsgevangene aan de Birma-spoorlijn te werk gesteld. Mijn moeder zat in een jappenkamp. Bij beiden heeft dit levenslang diepe sporen nagelaten. Bij terugkomst in Holland werd mijn vader weer uitgezonden. Er werd gezwegen en opvang was er in die tijd niet. Ben zelf na de oorlog geboren, maar heb deze via mijn ouders van dichtbij gevoeld. Ik vlag met u mee. Met liefde. Houten, Ch. Meloen Bosch. De Telegraaf, Zaterdag 14 augustus 2010 secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Telegraaf, Zaterdag 14 augustus 2010
Waar gaat het dit weekeinde om? Morgen, 15 augustus, is het precies 65 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd. Op die dag gaf het keizerrijk Japan zich over, nadat de Amerikanen twee atoombommen hadden laten vallen. Daarmee kwam een einde aan een gigantisch drama dat het leven van miljoenen mensen heeft gekost en de overlevenden voorgoed heeft getekend. Dat drama begon, wat Zuidoost-Azië betreft, reeds in 1894, toen Japan een veroveringsoorlog startte die zou duren tot 1945. De Japanners vielen Mantsjoerije binnen, China, Korea, de Filippijnen, Rusland, Birma, Maleisië en tenslotte in 1942 het toenmalige NederlandsIndië (thans Indonesië). Overal kreeg de bevolking van die landen te maken met de ongehoorde wreedheid van de veroveraars. Zo viel de Chinese stad Nanking in 1937 ten offer aan de Japanse terreur. In enkele weken tijd werden meer dan 300.000 onschuldige Chinese burgers op gruwelijke wijze vermoord. Veel van die moorden droegen het karakter van een soort lugubere sport. Er werden wedstrijden georganiseerd welke Japanse militair met een samoeraizwaard het snelst honderd Chinezen kon onthoofden. De uitslagen werden met foto’s en al feestelijk gepubliceerd in Japanse kranten. Ontelbare vrouwen en meisjes werden verkracht en veelal daarna van het leven beroofd. Proefpersoon Net als de Duitse nazi’s hadden ook de Japanners concentratiekampen. Een daarvan, genoemd ’Eenheid 731’, lag bij de Chinese stad Harbing in Mantsjoerije. Er werden gruwelijke experimenten verricht op weerloze gevangenen. Daar testten de Japanners onder meer gifgassen en dodelijke bacteriencultures. Gevreesd waren ook de grote bouwprojecten, waar honderdduizenden Nederlandse, Engelse en Australische krijgsgevangenen maar ook Indonesische dwangarbeiders (de zogenaamde romusha’s) bij werden ingezet. Zoals de beruchte Birma-spoorweg, die door 60.000 krijgsgevangenen en 250.000 Aziatische dwangarbeiders werd aangelegd. De 416 kilometer lange spoorlijn kostte aan 150.000 mensen het leven. Die stierven door ziekte, ondervoeding, martelingen en uitputting. Het kwam neer op één dode op elke drie meter spoorrails. Berucht waren ook de zogenaamde zeetransporten, waarbij soms duizenden gevangenen samengepakt in het stinkende, donkere ruim van Japanse vrachtschepen onder onmenselijke omstandigheden over de oceanen werden vervoerd. Veel van die helleschepen vielen ten offer aan geallieerde onderzeeboten. Er waren zelden of nooit reddingsmiddelen aan boord. Zoals bij de Junyo Maru, een klein vrachtschip dat, met 6500 gevangenen overladen, op de Indische Oceaan werd getorpedeerd. De meeste opvarenden verdronken reddeloos. Het is pijnlijk dat heel veel Nederlanders dit niet weten. Want alles wat samenhangt met ons Indische (koloniale) verleden is door onze overheid stelselmatig doodgezwegen. Vandaar dat weliswaar iedereen weet dat op 4 mei de doden uit de Tweede We-
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 10
reldoorlog worden herdacht en op 5 mei de bevrijding van de Duitse terreur, maar weinigen beseffen dat voor honderdduizenden Nederlanders de bevrijding pas op 15 augustus 1945 kwam, toen Japan zich overgaf. Het huidige Indonesië heette toen nog Nederlands-Indië. We hadden daar ruim 300 jaar gezeten nadat de VOC (de Verenigde Oost-Indische Compagnie) geleidelijk het enorme eilandenrijk onder Nederlandse invloed had gebracht. Dat heeft die VOC beslist niet zachtzinnig gedaan en daar worden wij door velen nog steeds op afgerekend. Maar vergeten wordt bijna altijd dat die gigantische Indische archipel eeuwenlang door slechts een handvol (zelden meer dan 300.000) vaak zeer toegewijde Nederlanders is beheerd, bestuurd en ontwikkeld. Het waren de Nederlanders die dodelijke tropenziekten leerden beheersen, zoals o.a. cholera, dysenterie, malaria, pest, pokken, framboesia, tuberculose en lepra. Wij verrichtten daar fundamenteel wetenschappelijk werk, organiseerden het onderwijs en de gezondheidszorg, ontwikkelden de infrastructuur en legden juridisch de basis voor een rechtsstaat. In wezen is Indonesië op deze Nederlandse fundamenten opgebouwd. En dat is iets waarvoor wij ons niet hoeven te schamen. Aardrijkskunde Evenwel wachtte de zogenaamde Indische Nederlanders, na afloop van oorlog, geen hartelijke ontvangst bij hun terugkeer in hun moederland. In ons land was een sterke linkspolitieke stroming ontstaan die in al die repatrianten slechts oud-kolonialen zag, die honderden jaren het Indische paradijs hadden uitgebuit. Op onze scholen werd niets meer verteld over onze geschiedenis in Zuidoost-Azië. Zelfs de aardrijkskunde van de eens zo befaamde ’gordel van smaragd’ is de meeste jongeren totaal onbekend. De repatrianten werden afgescheept met uiterst geringe schadevergoedingen en overlevenden van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) die jaren in Japanse krijgsgevangenschap hadden doorgebracht, kregen hun achterstallig salaris nooit uitbetaald. De meeste oud-Indische mensen zijn in de Tweede Wereldoorlog alles kwijt geraakt. Het sterftecijfer onder hen was tussen 1942 en 1945 driemaal zo hoog als onder de Nederlanders die in Holland de oorlog meemaakten. Het verschil met de riante overheidsbehandeling van onze huidige allochtone immigranten is schrijnend. Onze overheid heeft de repatrianten 55 jaar lang de mogelijkheid onthouden om op 14 augustus hun doden te herdenken en hun bevrijding te vieren op de 15e. Met name de vroegere premier Wim Kok (PvdA) heeft dat alles jarenlang weten te blokkeren. Pas sinds 2000 mag van alle overheidsgebouwen op 14 augustus onze vlag halfstok gehesen worden ter ere van alle omgekomen landgenoten in Zuidoost-Azië. En morgen, op 15 augustus, behoort onze driekleur voluit in de zomerwind te wapperen om het feest van de bevrijding van de voormalige Aziatische terreur te benadrukken. Een bevrijding die ruim 20.000 Indische Nederlanders niet mochten beleven. Prof.dr.B.Smalhout.
Op het scherp van de snede.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 11
THE ENCYCLOPEDIA OF INDONESIA IN THE PACIFIC WAR Enige kanttekeningen door J.W.Hoegen, april 2010. In hoofdstuk 9, lexicon van personen, mis ik de Edited By Peter Post (General Editor), William H. F rederi ck, Iris Heidebrink, and Shigeru Sato. 700 pp. I S B N : 9789004168664 Prijs: € 153,70 Van Stockum, Internet Boekhandel
Blz. 433 kol.2
r.5 v.o. De Stichting Herdenking 15 augustus 1945 is opgericht door 20 Indische organisaties, het aantal liep op naar 68 en bedraagt nu 43. Blz. 436 bijschr. ill.. De Japanse kardinaal bad niet tijdens de jaarlijkse herdenking op 15 augustus 1997, dat was later, na de herdenking, mogelijk des avonds, maar naar ik meen een dag later. Blz. 437 kol.1 r.5 De Indische gemeenschap is na de oorlog altijd rond het drie procent van de totale Nederlandse bevolking geweest, tot op de dag van vandaag (CBS 2008). Er is geen sprake van, dat het percentage zou teruglopen. Blz. 444 kol.1 r.3 Jeroen Brouwers verbleef tijdens de oorlog in een vrouwenkamp op WestJava, Rudi Kousbroek verbleef tijdens de oorlog in een mannenkamp op Noord-Sumatra. De mededeling dat Rudy Kousbroek een medekampgenoot van Jeroen Brouwers zou zijn, is dus onjuist. Kol.1 r.4 v.o. Het Indisch Monument is in 1988 onthuld te Den Haag, en niet in 1998, zoals gesteld. Het onderwerp verzet in Indie tijdens de oorlog heeft geen eigen hoofdstuk gekregen, hetgeen een belediging is voor degenen die wel verzet geboden hebben. De medische proeven die Japanse artsen gedaan hebben op geïnterneerden met name in West-Java in de jongens/mannenkampen worden in het geheel niet besproken ( zie o.m. D.de Moor: ’Leven met geleende tijd, Memoires van een medisch proefpersoon’, Kirjaboek 2009 p9 e.v.)
Nederlandse legercommandant van voor de oorlog, Generaal Berenschot. Noch wordt ingegaan op diens geheimzinnige dood. Er is geen onderzoek gedaan in de Russische archieven, anders was de door Moskou georganiseerde en betaalde opstand op West-Java van 1927 wel vermeld. Wie dat niet meeneemt begrijpt niets van de Nederlandse politiek in Indie in de periode 1928 – 1949. Ook de Amerikaanse archieven zijn, naar het zich laat aanzien, niet geraadpleegd. In 1937 al waren er op regeringsniveau Engels/ Amerikaanse contacten over de komende oorlog met Japan. De Verenigde Staten wezen het Britse verzoek om Singapore als basis voor de Amerikaanse Pacific Fleet te gebruiken af. De Amerikaanse Marinetop meende de Filippijnen niet te kunnen verdedigen bij een Japanse aanval, en de Amerikaanse Asiatic Fleet zou bij zo’n aanval terugvallen op Australië, en indien noodzakelijk op Amerika’s westkust (zie ook S.E.Morison: ”U.S. Naval Operations in the Pacific” Vol. III). Indien met “het Westen” alleen Engeland en Nederland worden bedoeld, is de observatie van Prof.Dr. P.M.H. Groen correct. (pagina 10). De Amerikanen waren veel realistischer dan dit Westen betreffende de Japanse capaciteiten.
Nederland was pas later (begin 1941) bij dit overleg aanwezig. Onbegrijpelijk, dat zij niet onmiddellijk massaal zeemijnen gingen produceren. Bij de bevrijding van de Zuidelijke Nederlanden, kreeg Nederland het aanbod van de Verenigde Staten om een bevrijdingsleger voor Java te laten bewapenen en te laten oefenen in Amerika. Maar dan met de schriftelijke toezegging van de onafhankelijkheid van Indonesië vóór 1 januari 1950. ( zie ook J.J.P.de Jong: ‘diplomatie of strijd’). In september 1945 kregen Indonesische diplomaten van de Verenigde Staten te horen dat zij de onder Japanse invloed door Soekarno geschreven Indonesische grondwet afkeurden. De Indonesische onafhankelijkheid zal daardoor als een Japanse gift worden beschouwd en niet als een zelf verworven onafhankelijkheid. Er was bovendien nog geen vredesverdrag met Japan. Soekarno zou door de Verenigde Staten altijd als onbetrouwbaar beschouwd worden. Het beste voor internationale erkenning zou zijn om S.Sjahrir een kabinet te laten vormen, met als eerste opdracht het schrijven van een demo-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
cratische grondwet. (zie ook J.Bank, NRC Handelsblad 3 jan 2010, Denk aan de historische context) en beluister de dochter van Sjahrir ( den Haag , 28 september 2009 ). Hierover is niets terug te vinden in het boek. Verder vallen een aantal onnauwkeurigheden op.
Nieuwsbrief no 77 pag. 12
Blz. 416, kol.2, r. 5. Hier wordt eindelijk, terloops,
Er is te lezen dat de Indonesische regering zich
bemoeide met de repatriëring van de romusha’s, maar dat hebben ze overgelaten aan de Nederlanders. Van Indonesische zijde was er officieel geen enkele belangstelling voor repatriëring van noch romusha’s noch Indonesische troostmeisjes. Blz.8, Hier staat dat na de onderhandelingen met de U.S.A Japan Amerika aanviel,’( 3de regel van onderen ) Maar dat was tijdens de onderhandelingen. Blz.10, kol. 1, 2e al. Het Westen schatte de Japanse militaire kracht niet goed in. Hoe is het dan mogelijk dat al in 1937 de U.S.A. stelden dat zij zich met zo min mogelijk verliezen zouden terugtrekken, eventueel op Amerika’s Westkust daar zij inschatten dat bij het begin van de oorlog de Japanners niet te stoppen waren.(Zie ook mijn commentaar hierboven) Blz. 17, Zie eerdere opmerking maar ook Indonesia bestond toen niet , het heette toen nog Nederlands Indië. Blz. 19, kol.2, r.3 v. o. inzake Indonesische nationalisten, Dat betrof toen alleen Java. Blz. 44, Nieuw Guinea wordt aldaar niet als een stuk van Indonesië beschouwd. ( periphery) Blz. 50, bij de onafhankelijksverklaring wordt nergens in dit boek de erbij horende fascistische, door de Japanners geïnspireerde, grondwet genoemd. Waarom niet? Blz. 102, de Japanners constateerden dat de Indonesiërs, met name de pangreh praja incompetent waren. Maar hoe kan het dan dat de gemiddelde Indonesiër zoveel welvarender was dan de gemiddelde Japanner? Er wordt wel melding gemaakt van de corruptie in Indonesië na de Japanse aanwezigheid, maar niet dat die tijdens het Nederlanse bewind afwezig was. Blz.133, kol. 1, r.7 v.o. Japanse instructeurs vertelden de Indonesiërs . Etc. De officiële Japanse policy was, dat Indonesië blijvend een onderdeel van Japan zou worden. Blz. 136 en 137, hier wordt verteld hoeveel de PETA mensen verdienden tijdens de bezetting. Niet wordt vermeld, dat dit ten koste ging van de andere Indonesiërs, zoals de Nederlanders eind 1945 constateerden. Blz.173, kol.2, r. 7 v.o. De slachtingen in gebieden bezet door “Republikeinse strijdkrachten “ vonden alleen plaats op Java.
sept. 2010
melding gemaakt van medische proeven op mensen tijdens de bezetting door Japanse artsen in nauwe samenwerking met eenheid 731 van I. Ishi. Blz. 427, kol.2, 2e al. Kobayashi…, hier had vermeld moeten worden dat het in Japan gewoonte is om des morgens even voor het familie-altaar de voorouders te vragen om deze dag geluk te brengen, dat kan niet als die voorouders oorlogsmisdadigers zijn, en dus …etc. Blz. 434, kol.1, 2e al. Daar had vermeld moeten worden dat de toenmalige burgemeester van Den Haag demonstraties verbood ( tegen Akihito ).Dat was tegen de vrijheid van meningsuiting. Blz. 440, kol.1, 2e al. Onmiddellijk na 15 augustus 1945 gingen Nederlanders naar Nederland ..etc. Dat was onmogelijk omdat tot 1 januari 1946 Nederland niet over zijn schepen vrijelijk kon beschikken. Daarom vertrok pas januari 1946 de eerste boot met vluchtelingen. Blz. 463, Japanse schadevergoeding. Helder was geweest om bevolkingsaantallen van de Filippijnen en Indonesië te vermelden. Blz. 489, The Empat Serangkai; wie is de vijfde persoon geheel rechts? Een Japanse auteur vermeldt trots de Japanse erfenis aan Indonesië. Hoort dat hier thuis? en dat dan zonder commentaar? Japan bracht een rechtssysteem; maar zeg dan niet erbij wat de inhoud is, namelijk dat de rechter niet naar de waarheid moet zoeken (die heeft de politie al gevonden) maar zich moet beperken tot de strafmaatbepa ling. Dat, dankzij de Japanners, de Indonesiërs democratie afwijzen en voor een totalitair regime zijn. Niet vermeld is, dat de Japanners de teakbossen op de hoge hellingen van de bergen op Java massaal gekapt hebben, waardoor de rijstoogsten kleiner werden en de overstromingen groter. Niet vermeld is dat de Japanners corruptie in Indonesië als een normaal iets geïntroduceerd hebben. Niets over de schaamtecultuur in Japan. Zo moesten Japanse vrouwen die troostmeisje waren geweest zelfmoord plegen en mochten de mannen die uit de oorlog kwamen met geen mens, ook niet met familie, over hun belevenissen praten. Japanse soldaten die op Java dienden organiseren nog steeds reünies waar er Indisch gegeten wordt en passar-Maleis gesproken. Zij die op Nieuw-Guinea dienden kijken met verbijstering terug, meer dan de helft stierf daar, veelal door onvoldoende kennis van tropische ziekten bij hun artsen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Na de oorlog bleek dat er honderdduizenden Ro-
de Kruis pakketten in loodsen lagen opgeslagen met voedsel en medicijnen. De Japanners hadden geweigerd die aan de gevangen te verstrekken, zoals ze wel toegezegd hadden. Niet besproken is dat Japan in Centraal-Azië een moslimstaat wilde creëren, die geleid zou worden door de uit Turkije verdreven koningsfamilie; zoals ze dat ook in Mantsjoerije al hadden gedaan. In de jaren dertig had Japanse propaganda de Indonesiërs een Islamitische staat toegezegd. Daarbij vermeldden ze niet dat de Islam in Japan verboden was. Niet besproken dat het 16e leger van Japan zijn wapendepots open stelde voor Indonesiërs en een duizendtal officieren en onderofficieren selecteerde om een regulier Indonesisch leger op poten te zetten. De dodenlijsten, volgens de betreffende ambassades: China 21 miljoen, Korea 5 ½ miljoen, Japan 3 miljoen, Indonesië 2 ½ miljoen, Filippijnen 200.000, Burma 200.000,
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 13
Maleisië 100.000, Verenigde Staten 60.000, India 40.000, Nederland 40.000, Verenigd Koninkrijk 20.000, Australië 10.000. De eerste atoombom werd op 16 juli 1945 in de
USA tot ontploffing gebracht. Er was dus geen racistisch argument om er een op Japan te gooien en niet een op Duitsland. De Verenigde Staten berekenden dat er bij doorvechten nog 250.000 Amerikaanse soldaten zouden sneuvelen en 5 miljoen Japanners. Daarop besloot de USA twee atoombommen af te werpen. Op blz.405, laatste r. wordt de afwijkende mening vermeld van de Nederlandse rechter B.V.A. Röling ten aanzien van sommige vonnissen, maar niet dat hij van mening was dat keizer Hirohito de grootste oorlogsmisdadiger was van WO II. Niets over de zeeslag op 11 november 1942 , die een eind maakte aan de Japanse piraterij in de Indische Oceaan.
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocunentatie NETHERLANDS INSTITUTE FOR WAR DOCUMENTATION
<<<>>> Herengracht 380,1016 cj Amsterdam the Netherlands Tel: 020-523 38 00 Fax:0205233888
[email protected] www.niod.nl abn«amro Bank: 46 0910582 iban: nL77ABNA0460910582 bic/swift: abnanl2a
Stichting Het Indisch Platform t.a.v. Dr. H. Th. Bussemaker Postbus 85564 2508 CG Den Haag Amsterdam, 3 augustus 2010 Onze referentie: 20101324\DdV Uw kenmerk: IP/45/HThB/mi Betreft: The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War Geachte heer Bussemaker, Hartelijk dank voor Uw brief van 5 juli jl. waarin U Uw kritiek voorlegt over bovengenoemd werk, met als bijlage een uitgebreid verslag van de bevindingen van de heer J.W. Hoegen, voorzitter van de Stichting Gastdocenten WO 2 in Zuidoost-Azië. Ik waardeer het dat u beiden de moeite heeft genomen om het omvangrijke boek door te spitten. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om te reageren. Ik zal mij daarbij beperken tot de hoofdzaken. In de eerste plaats doet het me deugd dat de heer Hoegen de tijd heeft gevonden om zijn kritiekpunten zo uitgebreid op papier te zetten. Verschillende van door hem genoemde oneffenheden waren ons ook opgevallen en zullen in een eventuele nieuwe druk worden hersteld. Maar het is uiteraard mooi dat uit het lezersveld suggesties ter verbetering komen, alleen op zo'n manier kan een nieuwe druk inhoudelijk daadwerkelijk verbeterd worden. Ook kan ik U melden dat er plannen zijn om op termijn een digitale versie van het boekwerk uit te brengen. Bij deze digitale versie zal de mogelijkheid worden gecreëerd om aanvullende stukken tekst toe te voegen en leemtes op te vullen. secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 14
De suggestie dat de redactie van het boek 'vermoedelijk' te weinig aandacht heeft besteed aan het controleren en ter discussie stellen van de aangeleverde teksten moet ik absoluut weerspreken. De redactie heeft juist, gelet op de aard van het boek dat we wilden produceren, veel aandacht besteed aan het controleren van teksten. Waar nodig werd de hulp ingeroepen van 'peer reviewers' die deel uit maakten van de Advisory Board. Dat er desondanks kleine oneffenheden in de tekst zijn blijven zitten, is - gelet op de aard en omvang van het werk - onvermijdelijk. Uitgangspunt van het project was. dat we een min of meer evenwichtige verdeling van schrijvers en leden van de Advisory Board wilden uit de betrokken landen, m.n. Japan, Nederland, en Indonesië. Inschakeling van extra deskundige Nederlandse historici zou deze balans verstoren. Het boekwerk was en is bestemd voor de internationale markt. Door het inschakelen van Japanse en Indonesische deskundigen verkrijgt het zijn internationale meerwaarde, doordat andere onderwerpen, aspecten en inzichten voor het voetlicht komen. Om zo goed mogelijk bronnenonderzoek te kunnen doen over de betreffende periode moeten onderzoekers in feite in staat zijn om Nederlands, Indonesisch en Japans te kunnen lezen. We prijzen ons gelukkig dat een aantal van de auteurs van het boek daartoe in staat is. Bij de keuze en selectie van bijdragen hebben we getracht een zo'n gevarieerd mogelijk overzicht te geven van onderwerpen en gezichtspunten die recht doen aan de ervaringen van de verschillende bevolkingsgroepen in Nederlands-lndië tijdens de Japanse periode. In een boek dat een encyclopedisch karakter draagt en gelet op de beschikbare ruimte, kunnen bepaalde zaken niet meer dan aangestipt worden. We hebben daarom soms de moeilijke beslissing moeten nemen om een tekst niet op te nemen, of sterk in te korten. Dat hierdoor niet alle aspecten van de bezettingsperiode diepgravend aan bod zijn gekomen, was onvermijdelijk. Uiteraard is er veel meer te zeggen over het Indisch verzet en andere onderwerpen die ook kort aan de orde komen. Maar in ons boek hebben we getracht zoveel mogelijk onderwerpen de revue te laten passeren en met feiten, namen en visies te komen in de hoop dal dit .nader onderzoek en wetenschappelijke discussie over de landgrenzen heen zal stimuleren. Het essay over de PETA van Dr Sato heeft meerwaarde doordat het mede gebaseerd is op Japans bronnenmateriaal; dat is juist de kracht van dit artikel. Over de rol van Huijer verschillen de meningen; voor zover mij bekend is de weergave van Dr Sato de meest gangbare in de internationale literatuur. Zieo.a. Anderson (1972, 2006) en McMillan (2005); naast de literatuur waarnaar bij .het betreffende essay wordt verwezen. We hebben inmiddels vele positieve reacties op ons werk gekregen, zowel uit binnen- als buitenland. Sommige academische reviewers gaan zelfs zo ver dat ze het boek zien als het beste en meest grondige werk dat er ooit in de Engelse taal is verschenen over de Japanse periode in Nederlands-lndië. Ook uit de kring van voormalig Indische verzetstrijders en POWs bereiken mij berichten dat ze het werk ten zeerste waarderen. Tot slot. Het zal U en de heer Hoegen mogelijk interesseren dat de teksten over de 'serum-zaak' in de Encyclopedia van de hand van NIOD medewerkster Aukje Zuidema mede geleid hebben tot een artikel van Richard Stone in Science Magazine' (vol. 329, 2 Juli 2010). Hopende U hiermee voldoende te hebben ingelicht, Met vriendelijke groet. Peter Post Hoofdredacteur The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War
Japans respect voor Britten. De door Willem Oosterbeek gesignaleerde koele verhouding tussen de Japanners en hun Duitse bondgenoten op Sumatra i.c. Nias (Zie Nwsbrf 76, pag.9) was ook mijn moeder opgevallen. Zij werkte ten tijde van de Japanse inval in het gemeenteziekenhuis van Medan. De Japanse commandant deed iedere morgen de ronde langs de bedden, waar mijn moeder aanwezig moest zijn. In het ziekenhuis waren zowel de gewonde Britse militairen als Duitse drenkelingen opgenomen. Tot verbazing van mijn moeder boog de commandant voor iedere Britse patiënt, maar negeerde hij de •Duitsers. Op de vraag van mijn moeder waarom hij zijn vrienden niet groette, antwoordde de Japanner dat hij de Britten groette uit respect voor de persoonlijke moed die zij hadden getoond tijdens de gevechten bij de inname van Singapore.
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 15
Tentoonstelling in Bronbeek brengt koloniale geschiedenis tot leven
’VERHAAL INDIË NOOIT AF’ door CHARLES SANDERS Telegraaf, Maandag 16 augustus 2010 In ’Het Verhaal van Indië’ maken vooral de persoonlijke drama’s van gewone mensen indruk. Minister Ab Klink (VWS) en InspecteurGeneraal der Krijgsmacht Lex Oostendorp openen vanmiddag de publiekspresentatie in Museum Bronbeek. Voor het eerst wordt zo uitgebreid ingegaan op opkomst, consolidatie en ondergang van ’onze’ koloniale aanwezigheid in Nederlands-Indië, bijna drieënhalve eeuw lang. Nadruk ligt op de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheidsstrijd met de bloedige Bersiap periode en de terugkomst van tienduizenden landgenoten die daar, aan de andere kant van de wereld, hun bestaan hadden opgebouwd. Op Landgoed Bronbeek herleeft de geschiedenis van de Indische Nederlanders en keert de tijd terug dat ons land heer en meester was van de grootste archipel ter wereld. Met zelfs de geuren, geluiden en muziek die het Indië van toen zo kenmerkten. In het levensverhaal van Erry Stoové, voorzitter Stichting Indisch Herinneringscentrum Bronbeek, zullen veel Indiëgangers zich herkennen. Hij groeide op in Soerabaya en moest Java uiteindelijk met zijn ouders en zusje verlaten toen ook de laatste Nederlandse belangen in ’de Oost’ door de Indonesische leiders werden genationaliseerd. Krijgsgevangen ,,Ik was tien, toen we in 1957 naar Nederland kwamen”, vertelt Stoové. ,,Mijn vader werkte bij het grootste elektriciteitsbedrijf van Indië. In de Tweede Wereldoorlog werd hij krijgsgevangen gemaakt en aan de Birma-spoorlijn te werk gesteld. Vlak voor hij overleed, pas 53 jaar, pakte hij op zijn sterfbed in het ziekenhuis van Gouda mijn hand. ’Die Jappen hebben ons weer te grazen genomen’, zei hij.” De vader van Stoové had een zilveren dubbeltje in zijn portefeuille, hij droeg die munt altijd bij zich. Het dubbeltje had hij van een stervende maat gekregen met wie hij samen als dwangarbeider in Birma werkte. ’Geef het pas weg, als je zelf gaat’, had zijn kameraad hem bezworen. ,,Ik kreeg het toen mijn vader overleed”, vertelt Erry Stoové. ,,Die mannen kwamen er op die spoorlijn met elkaar doorheen. En soms dus niet. Overlevenden voelden dat ze ereschulden hadden aan degenen die achterbleven. Mijn vader sprak nimmer over die tijd, ik denk dat hij het verdriet niet nog eens wilde meemaken.” In ’Het Verhaal van Indië’, komen alle perioden
van Nederlandse aanwezigheid aan bod. Van 1595 –de VOC– tot het vertrek van de laatste landgenoot. En ook de tijd daarna, toen de Indië-gangers een vaak uiterst koel onthaal in het moederland wachtte. Ze werden na een lange bootreis geregistreerd en moesten –berooid als ze waren– tijdelijk in kazernes en pensions wonen. Waarvoor ze achteraf een gepeperde rekening kregen van de staat. Nederland, bezig met opbouw na vijf jaren Duitse bezetting, had weinig compassie met de mensen die daar zo ver weg hadden geleefd. In één van de Bronbeek-zalen is de ’proklamasie’ te zien waarin Soekarno, daags na de Japanse capitulatie, 17 augustus 1945, eenzijdig de Indonesische Republiek uitriep. Zijn hysterisch geschreeuw gaat menig Nederlandse veteraan door merg en been. Zover nu bekend keerden 6229 Hollandse soldaten niet terug uit de sawa’s, dessa’s en kampongs van Java, Sumatra en al die andere tropische eilanden. Het aantal slachtoffers onder de ’vrijheidsstrijders’ wordt op minstens 45.000 geschat. Yvonne van Genugten is directeur van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek. De tentoonstelling spreekt geen waardeoordeel uit over de geschiedenis, maar registreert slechts, zegt ze. ,,Mensen moeten vervolgens zelf hun mening vormen. Japanse bezetting, Bersiap periode, repatriëring, alles komt aan bod. In zaal vijf is een historische tijdlijn. Aan de ene kant van de muur cijfers, aan de andere zijde persoonlijke verhalen.” In een vitrine staat een leren koffer. De bagage van ’Hut Cabin 233 Rotterdamsche Lloyd’. Eigendom van Liesbeth Boukema, op de terugreis per passagiersschip van Batavia, het huidige Jakarta, naar Nederland. Ze schrijft over haar man Meindert en hun vier dochters. Meindert werd krijgsgevangen gemaakt door de Japanners. Er volgde tewerkstelling op Flores. Mevrouw Boukema: ,,In november 1943 hoor ik dat Meindert al in februari is overleden. Vlak voor de capitulatie van de Japanse bezetter sterft ook onze jongste dochter...” ,,Lange tijd was er weinig bekend over ’ons’ Indië”, vertelt Yvonne van Genugten. ,,Maar dat verandert, er is recent veel gepubliceerd, mensen voelen zich niet langer vergeten. Ruim een miljoen Nederlanders hebben wortels in de voormalige kolonie. We willen dat nieuwe generaties weten van toen. En we hopen dat mensen die er bij waren brieven, documenten of foto’s – al zijn het maar kopieën– aan de tentoonstelling schenken. Want ’Het Verhaal van Indië’ is nooit af.”
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 16
Tijdens herdenking 65 jaar onafhankelijkheid Indonesië ook eresaluut aan ’onze’ veteranen
„WIJ HEBBEN EEN BLOEDBAND” Telegraaf, Zaterdag 14 augustus 2010
Junus Habibie, de ’lachende ambassadeur’ van Indonesië. „Toen was toen en nu is nu…” Foto: Serge Ligtenberg
HISTORISCHE DAGEN voor Indonesië, maar ook voor Nederland. Morgen is het 65 jaar geleden dat de Japanners capituleerden en ook ’ons Indië’ onder het meedogenloze juk van Tokio uitkwam. Dinsdag herdenkt de republiek dat het op 17 augustus 1945 eenzijdig de onafhankelijkheid uitriep. Meer dan 6000 Nederlandse jongens stierven in de oorlog die volgde, naar schatting 45.000 ’vrijheidsstrijders’ kwamen om. Voor ambassadeur Junus Habibie telt niet dat bloedige verleden, maar slechts de toekomst. „Ik breng een eresaluut aan de medailles van jullie veteranen die toen tegen ons vochten. Zij deden wat hen werd opgedragen. Geschiedenis kun je niet achteraf schrijven.” door CHARLES SANDERS DEN HAAG
Voor de ambassadeur van Indonesië in ons land geldt boven alles dat zijn republiek voor eeuwig is verbonden met het Koninkrijk der Nederlanden. Hij kent de gevoeligheden over het koloniale verleden, maar die spelen vooral aan de Noordzee een rol. In de grootste archipel van de wereld, 12.500 kilometer oostelijk, wordt niet met wrok omgekeken. „Wij hebben een bloedband en die kan nimmer worden verbroken”, zegt Junus Effendie ’Fannie’ Habibie in zijn werkkamer aan de Tobias Asserlaan in Den Haag. „Jarenlang was de datum van 17 augustus uiterst pijnlijk in Nederland, omdat wij op die dag, in 1945, de onafhankelijkheid uitriepen. Terwijl jullie dachten, na de Japanse nederlaag, gewoon weer het koloniale leventje op te kunnen pakken.”
Aanvaarding Voor Indonesië was de kous af, toen minister Ben Bot in 2005 een toespraak in Jakarta hield over de politieke en morele aanvaarding door Nederland van de Indonesische onafhankelijkheid op die dag, vlak na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Dat ná augustus 1945 nog zovele duizenden Nederlanders en Indonesiërs op Java, Sumatra en al die andere eilanden zouden sneuvelen, is historie. „Oorlog is altijd verkeerd, en dat geldt naar onze mening zeker voor de strijd die toen ontbrandde”, meent Habibie. „Dat neemt niet weg dat ik dinsdag weer tal van Nederlandse veteranen heb uitgenodigd in de tuin van mijn woning in Valkenburg. En ik heb gevraagd vooral hun onderscheidingen op te spelden, zodat ik een eresaluut kan brengen! Ik vocht toen aan de andere zijde, verloor kameraden en familie. Mijn oom zat bij het KNIL, aan de Nederlandse kant, en werd gedood door zijn eigen neef die voor de nationalisten streed. Maar dat was toen. Voltooid verleden tijd. Nu is nu.” ’Fannie’ Habibie geldt in eigen land als een antiterrorisme-expert en vertrouweling van president Susilo Bambang Yudhoyono, SBY genoemd. Hij adviseert en analyseert voor zijn republiek, het grootste moslimland ter wereld. Deze week werd bekend dat de politie op West-Java ternauwernood een aanslag op SBY wist te verijdelen. Twee verdachten van het complot werden gearresteerd. Hun plan was de president dinsdag te doden tijdens de viering van 65 jaar onafhankelijkheid. Ambassadeur Habibie is net terug uit Jakarta, waar hij ook met zijn president sprak. „Wij doen er alles aan om de terroristen op te jagen, te arresteren of – indien het niet anders kan – te doden”, aldus Habibie. „Indonesië boekt resultaten. Ik heb geen kritiek op de VS, zij zijn een nauw bevriende natie, maar waar het Amerikaanse leger Osama bin Laden en Mullah Omar nog steeds niet heeft weten te pakken, hebben wij al veel grote vissen gevangen. Mastermind achter de Bali-bommen van 2002, Dulmatin, alias Joko Pitono? Doodgeschoten in Pamulang. Noordin Mohammad Top? Na een achttien uur durend vuurgevecht omgekomen. Dr. Azahari bin Husin? Al in 2005 bij Malang, in het oosten van Java, door scherpschutters gedood. Abu Bakar Bashir? Deze week opgepakt. De islam is niet jullie probleem, het is ons probleem. En wij regelen het.”
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Over de angst voor diezelfde islam in grote delen van de wereld: „Je moet niet paranoïde worden, voor verreweg de meeste moslims is het een geloof van vrede. En die anderen moeten worden geneutraliseerd. Ik durf nog steeds te stellen dat je in de straten van Jakarta, Bandoeng en Medan minstens zo veilig bent als in Amsterdam, Den Haag en Delft. Je wordt er als westerse burger echt niet ’gepakt’ door extremisten.” Junus Habibie is een populaire en weinig orthodoxe ambassadeur, zijn gastvrijheid en schaterlach zijn bekend in Den Haag en wijde omstreken. De ambtstermijn van de 73-jarige loopt in november af. Hij gaat dan terug naar Jakarta, maar zal ook drie maanden per jaar in zijn woning in Valkenburg verblijven. Voor die tijd wacht hem nog een belangrijke taak; Habibie moet het staatsbezoek van president Yudhoyno aan ons land voorbereiden en begeleiden. De komst van SBY is het eerste officiële bezoek van Jakarta aan Den Haag sinds 1970, toen de omstreden president Soeharto de Lage Landen aandeed. Mogelijkheden „Wij willen dat Nederland voor ons de poort naar Europa wordt”, vertelt de ambassadeur. „Garuda vliegt weer op Schiphol. Omgekeerd kan Indonesië heel belangrijk worden voor jullie. Wij zitten in de G20, president Obama komt dit jaar op bezoek. ’Comprehensive partnership’; twee landen die nauwe banden met elkaar onderhouden, die elkaar helpen, steunen, adviseren. Daar streven wij naar. Voor een bedrijf als Philips liggen vrijwel onbegrensde mogelijkheden in een republiek met meer dan 250 miljoen mensen. Als Philips televisies aan Indonesië levert die qua prijs en kwaliteit concurreren met Japanse producten, is ’the sky the limit!’ Onze bloedbanden gaan ver terug, wezenlijk verschil met de relatie die Indonesië heeft met bijvoorbeeld Duitsland.” Hoewel Habibie niet uit de school klapt over zijn vertrouwelijke gesprekken met president SBY is duidelijk dat ook de rol van Geert Wilders bij de mogelijke totstandkoming van een nieuw Nederlands kabinet is aangestipt. „Ik meng me niet in de binnenlandse politiek”, zegt hij. „De zetels van de heer Wilders zijn op democratische wijze tot stand gekomen. Wie zijn wij dan om kritiek te hebben? Natuurlijk bestuderen wij hem nauwkeurig. We hopen dat er geen anti-Indonesische demonstraties zijn als onze president hier te gast is. En we hopen dat Nederland geen anti-islamland wordt. Want van al die miljoenen Indonesiërs is meer dan 90 procent
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 17
moslim. Het overgrote deel zeer gematigd, zoals mijn president en ik, maar nog steeds en wel degelijk moslim! Toch ken ik Nederland en het Nederlandse volk goed genoeg om aan te nemen dat de relatie met Indonesië alleen maar nog beter zal worden.” Junus Habibie realiseert zich dat er gevoeligheden zijn in die relatie. Bijvoorbeeld de rol van de Ambonezen, die na decennia van wachten hun hoop op een eigen staat niet hebben opgegeven. Die RMS-claim van de Molukkers was en is volgens Indonesië kansloos en onbespreekbaar. Harde hand „Het leeft ook niet op de Molukken”, meent Habibie. „Wij zullen aantasting van de integriteit van onze republiek nooit dulden. Dat zou hetzelfde zijn als een minderheid in Friesland plotseling onafhankelijkheid opeist. Net zo min als er ooit een RMS komt, zullen extremistische moslims die streven naar een eigen staat hun zin krijgen. Terreurgroep Jemaah Islamiyah. We bestrijden ze met harde hand. Indonesië zal altijd blijven bestaan zoals de republiek nu is. Van afscheiding is geen sprake.” Over al die Indische Nederlanders die blijven terugverlangen naar vroeger tijden, zegt de ambassadeur: „Natuurlijk begrijp ik de heimwee. Indonesië is een prachtig land en al helemaal wanneer je er in een groot huis, met tien baboe’s – bedienden – kunt wonen. Zoals in de koloniale tijd. Maar dat is voorbij. Nederland heeft ons nou niet bepaald serieus op onafhankelijkheid willen voorbereiden. Zoals de Engelsen dat wel deden in India, Singapore, Pakistan. We hadden in 1940 welgeteld vier scholen op hbs-niveau in het hele land! Jullie wilden je kolonie houden, wij wilden vrijheid. Zeker, de Japanners waren uiterst wreed tijdens de bezetting, helemaal waar. Maar wij, nationalisten, hebben ze slim gebruikt om ons eigen leger voor te bereiden...” Nederland betaalde een hoge prijs in de oorlog die volgde en die wereldwijd werd veroordeeld. Tienduizenden militairen raakten invalide, 6229 mannen sneuvelden. In Roermond worden ze elk jaar weer herdacht. „Ik betreur het leed”, stelt Habibie. „Het was een vreselijke tijd. Maar het gebeurde aan beide zijden en het duurde lang. Veel te lang.” Habibie was zelf als jong marineofficier betrokken bij een gevecht op zee, op 15 januari 1962. Drie Indonesische motortorpedoboten (mtb’s) wilden militairen afzetten in Nieuw-Guinea. De infiltratiepoging werd door twee fregatten van de
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Koninklijke Marine en een Neptunepatrouillevliegtuig afgeslagen. Daarbij werd de ’Matjan Tutul’ in brand geschoten; 39 Indonesiërs sneuvelden, 52 mannen werden krijgsgevangen gemaakt. „Eén van de doden was mijn klasgenoot op de marineacademie”, vertelt Habibie. „Hij stierf door vuur van Hr. Ms. Evertsen. Triest, maar ik weet ook dat het in de strijd kan gebeuren.” Veel kritiek van Nederlanders die in 1945 nog in Indië woonden, betreft het heulen door de ’vrijheidsstrijders’ met de Japanners. In de beruchte Bersiap-periode zorgden criminele nationalisten voor dood en verderf onder de blanken. Volgens het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie kwamen tussen 17 augustus 1945 en het voorjaar van 1946 meer dan 3500 Indische Nederlanders om het leven. Nog eens 16.000 mensen verdwenen spoorloos. Ook dui-
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 18
zend Japanse en 660 Britse militairen werden door Indonesische roversbenden vermoord. „Het had nooit mogen gebeuren maar het gebeurde toch”, erkent de ambassadeur, „een periode van machtsvacuum. Een zwarte periode. Er was sprake van fouten en geweld aan beide zijden. Als jochie van acht zag ik hoe de zogenoemde ’speciale troepen’ van kapitein Raymond Westerling in het dorpje Pare Pare, 150 kilometer van Makassar op Sulawesi, bij een bushalte zestig mensen executeerden. Hij was, naar onze mening, wreed. Zijn eenheid is volgens Indonesische bronnen verantwoordelijk voor misschien wel 40.000 doden. Maar ook hier zeg ík, zeggen wíj in Indonesië: no hard feelings. Historie is historie en soms moet je het verleden laten rusten. De toekomst, daar gaat het om.”
<<<>>>
De Telegraaf, Vrijdag 20 augustus 2010
HBS Het interview met de Indonesische ambassadeur Habibie (Tel. 14/08) deed mij heel goed. Ook ik vind, dat voor onze beide landen, Indonesië en Nederland, de toekomst het belangrijkste is. Maar ik ben het niet eens met zijn opmerking, dat er in 1940 slechts vier scholen waren op HBS-niveau. Op dat moment zat ik in de 4e klas van de rijks-HBS in Malang, O-Java, en er waren op Java tevens HBS’en in Soerabaja, Semarang, Bandoeng en twee in Batavia. Verder was er nog een HBS in Makassar (Celebes) en één in Medan (Sumatra). In totaal acht dus. Allemaal vijfjarig. Van deze scholen waren er ook nog enige (w.o. Malang), die vanaf de 3e klas de mogelijkheid hadden de gymnasiale kant te kiezen. Arnhem, L. Bannink
<<<>>> NON SOLUS (Niet alleen) Zondag 15 augustus is het precies 65 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog ook in Azië werd beeindigd. Dat het destijds niet zo werd gevoeld door de Nederlanders die zich in dat werelddeel bevonden, en dan met name in Nederlands-Indië, maakte verslaggever Robert Stiphout afgelopen week duidelijk in zijn artikel 'Bevrijding zonder bevrijders' (7 augustus, pagina 14). De Nederlanders en Indische Nederlanders waren bevrijd van de Japanners, maar kwamen terecht in een gevaarlijke en bloedige anarchie. Twee dagen na de capitulatie had de Indonesische nationalist Ahmed Soekarno de onafhankelijkheid uitgeroepen, waarna zijn aanhangers een heksenjacht begonnen op de blanken, een periode die de geschiedenis inging als Bersiap- 'Wees paraat’-, de kreet van de nationalisten. Schokkend was ook om te lezen dat de Nederlanders die als militair of ambtenaar in Nederlands-Indië dienden, maar tijdens de Japanse bezetting in kampen of ondergedoken zaten, naar hun achterstallige salaris konden fluiten. Dat geld moesten ze maar verhalen op de nieuwe regering van de onafhankelijke staat Indonesië, bij Soekarno dus, redeneerde destijds PvdA-minister van Financiën Piet Lieftinck (1902-1989). Ambtenaren in Nederland die door de oorlog niet konden werken vanwege een verblijf in een kamp of op een onderduikadres, kregen hun achterstallige salaris wel gewoon uitbetaald. Dit schandelijke meten met twee maten werd door Lieftinck goedgepraat met het argument dat Nederlands-Indië een aparte begroting had. Vergeten werd dat de Tweede Kamer met de koloniale begroting akkoord was gegaan en dat er voor de ongelijke behandeling van ambtenaren in Nederland en Nederlands-Indië dus geen grond was. Het is nooit te laat excuses te maken, compensatie te betalen. Ook niet na 65 jaar. Elsevier , 15 augustus 2010
Arendo Joustra, hoofdredacteur
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 19
Speech Capitulatie van Japan bij Vlaggenparade Zondag 15 augustus 2010 Vandaag is het precies 65 jaar geleden dat het keizerrijk Japan zich overgaf aan de geallieerden. Pas op die dag kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Vijfenzestig jaar, dat is de leeftijd waarop de meeste mensen met pensioen gaan. Maar één ding is zeker: de herinneringen aan die gruwelijke gebeurtenissen gaan nooit met pensioen. De krassen op de ziel zijn blijvend. Vandaag staan wij stil bij hen, die de verschrikkingen in Nederlands-lndië niet hebben overleefd en bij diegenen die daardoor voor het leven zijn getekend. We denken vandaag aan de familieleden, de vrienden en verwanten die gesneuveld zijn door het oorlogsgeweld of zijn omgekomen onder de terreur van de Japanse overheersing. Voor velen van u heeft de datum van 15 augustus een grote betekenis. En niet alleen voor u. Ih Rotterdam wonen op dit moment ruim 8.000 mensen met een Nederlands Indische herkomst. Maar de kring daaromheen is veel groter. Zij allen denken vandaag aan die bevrijdingsdag, het echte einde van de Tweede Wereldoorlog. De herdenking maakt veel herinneringen los, herinneringen aan de verschrikkelijke kampen, aan het onmenselijke werk aan de Burma-spoorlijn, aan de traumatische periode direct na de 15e augustus. Al die afschuwelijke gebeurtenissen speelden zich af in een land waaraan velen van u ook dierbare herinneringen hebben. Het land met die vele kleuren groen, die eigen geluiden, die kenmerkende geuren. U had dat vroegere Nederlands-lndië lief als uw tweede vaderland. In dat paradijselijk land, brak de hel los. De herinneringen daaraan zijn complex, en misschien daarom ook onuitsprekelijk. Veel mensen die het hebben meegemaakt, konden er moeilijk over spreken. Het is een vergeten geschiedenis en een verzwegen geschiedenis. Dat blijkt ook uit het gedicht dat ondertekend is met een voornaam: Peter. Het is gericht aan zijn moeder. Moeder Heb ik diep genoeg gebogen, zodat jij geen klappen kreeg, is het daarom lieve mamma dat je al die jaren zweeg? Heb je in die tijd gekeken door de ogen van je kind
en gehoord met kinderoren de spanning voor 't appél begint? Weet je eigenlijk wel mammie wat mijn ziel is aangedaan? door die schreeuwende jappen in dat kamp hier ver vandaan! Tot zover het gedicht van Peter. Jarenlang was er geen gehoor voor de verhalen van mensen die in de kampen hebben gezeten, voor de slachtoffers van het oorlogsgeweld in die periode aan de andere kant van de wereld. Jarenlang konden ze niet anders dan zwijgen omdat er geen oren waren om te luisteren. Daarom is het zo belangrijk wat de mensen van Stichting Gastdocenten Tweede Wereldoorlog nu doen. Zij bezoeken scholen en vertellen over de gebeurtenissen in Nederlands-lndië. Daarom ook is het zo belangrijk dat u uw ervaringen overdraagt aan anderen. Aan uw kinderen en kleinkinderen. Aan de jongeren van nu, aan de nieuwe generatie, die van de geschiedenis moet leren. Denk niet dat ze het niet willen horen. Denk niet dat ze het maar gezeur vinden van oude mensen. De mensen van de Stichting Gastdocenten weten beter. Zij weten dat kinderen anderhalf uur ademloos kunnen luisteren. Dat ze geïnteresseerde vragen stellen. Kinderen van nu willen weten wat er toen is gebeurd. Kinderen van nu zijn op zoek naar de waarheid. Uw verhaal draagt daaraan bij. Alleen door te weten wat er gebeurd is, kan men leren kritisch te denken. Daarom wil ik U op het hart drukken Uw ervaringen niet te verzwijgen. Vertel ze. Publiceer ze of schrijf ze gewoon op voor uzelf, opdat ze niet verloren gaan. Met deze bijeenkomst dragen we ook bij aan het levend houden van de herinnering. Dat doen we vandaag door het hijsen van de Nederlandse vlag hier in het centrum van Rotterdam, hier aan de Maas. Ik weet welke vreugde er was toen op 15 augustus 1945 de rood-wit-blauwe vlaggen gehesen werden in kampen. Het betekende het einden van ellende, hoop op een nieuwe toekomst van vrijheid en vrede. Toen ik vanochtend het Stadhuis uitstapte wapperde daar ook de rood-wit-blauwe vlag, om deze dag te herdenken. Laten we nu ook hier de vlag hijsen. Als symbool van vrijheid en vrede. Burg. Rotterdam Aboutaleb.
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 20
Toespraak Stadhuis Den Haag 10 Augustus 2010 Herman Bussemaker
Dames en Heren, Bij de behandeling van het ontwerp van de Wet op de Materiële Oorlogsschade in de Tweede Kamer in oktober 1949 drongen kamerleden erop aan, dat ook Nederlanders welke de Japanse Bezetting hadden ondergaan, hieronder zou vallen. De toenmalige Minister van Finnaciën verklaarde namens het gehele kabinet het volgende: Dat men hen op enige redelijke grond zou moeten gelijk stellen met hen die in Nederland zijn getroffen, meen ik te moeten betwijfelen. De Minister beriep zich hierbij op het territorialiteitsbeginsel, volgens welke juridische spitsvondigheid Nederlands-Indië een van Nederland gescheiden financiële administratie voerde. Hij kwam er mee weg, de toenmalige Kamer protesteerde niet tegen deze abjecte discriminatie van de ene groep Nederlanders ten opzichte van de andere groep Nederlanders. De gevolgen van deze beleidsfout werken tot op heden door. De tentoonstelling die de burgemeester van deze stad zo direct gaat openen, getuigt hiervan. De Nederlanders uit Indonesië zijn daardoor letterlijk kinderen van de rekening geworden, en voelen dat nog steeds zo - zelfs na 65 jaar. Wij hopen, dat U als bezoeker van de tentoonstelling gevoelig zult zijn voor de diepgaande emoties, welke deze houding van de Nederlandse overheid nog steeds oproept bij de Indische gemeenschap in Nederland, waarvan het Indisch Platform de vertegenwoordiging is. Deze handelwijze was in scherp contrast tot die van alle andere bondgenoten van ons in de strijd tegen Japan. Het volledig berooide Groot-Brittannië bijvoorbeeld , dat als staat vrijwel failliet was, achtte de betaling van deze oorlogsschade een ereschuld, en heeft ruimhartig de verantwoordelijkheid daarvoor genomen. Datzelfde deden Amerika, Frankrijk, Australië, Canada, Portugal en België. Zo niet Nederland. Zodra de overdracht van de souvereiniteit in 1949 aan Indonesië ter sprake kwam in de Rondetafel-Conferentie, werd in het verdrag vastgelegd dat de jonge Indonesische staat alle bezittingen en schulden van het Nederlands-Indische Bestuur zou overnemen. Daarmee werden juridische procedures van Nederlandse particulieren en organisaties tegen de Staat onmogelijk. Maar ook moreel aanvaardden opvolgende Nederlandse regeringen geen verantwoordelijkheid voor het lot van hun Nederlandse ambtenaren en militairen in het voormalige NederlandsIndië. Merkwaardig genoeg namen noch de media, noch de publieke opinie van die periode het op voor de aldus gedupeerde landgenoten. De na-oorlogse repatrianten werden gezien als concurrenten op de arbeidsmarkt en de huizenmarkt. Van enig begrip van wat zij hadden meegemaakt, was geen sprake. In Indië was het warm, en kon je bananen uit de bomen halen. Hier was het koud geweest, en moest men tulpebollen eten. Waar klaagden die repatrianten eigenlijk over? Daardoor ontbrak bij opvolgende regeringen de politieke wil, om aan dit onrecht ook maar iets te doen. De Wet op de Materiële Oorlogsschade van 1950 gold alleen voor Nederlanders, die in Nederland de Duitse bezetting hadden ondergaan. Nederlanders uit Nederlands-Indië werden daar specifiek van uitgezonderd. In Nederland verloor circa 5% van de bevolking haar bezittingen door oorlogshandelingen, voornamelijk door bombardementen. In Nederlands-Indië was het voor Nederlanders circa 95%, voornamelijk door roof en interneringen.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 21
Toespraak Mevrouw Eliza Thomson, tijdens de Regionale Indiëherdenking, Broersepark, Amstelveen op 14 augustus 2010 met als onderwerp
Het lot van de vergeten slachtoffers, de Romusha's. Lieve mensen, Tijdens de oprichting van dit monument, heb ik van begin af aan gezegd dat dit is bedoeld voor allen die onder de Japanse bezetting hebben geleden. Dat zijn de binnenkampers, de buitenkampers, maar ook de geïnterneerde Australiërs, Engelsen, Nieuw Zeelanders en anderen. Ook de Hollandse jongens die daar hebben gevochten tijdens de woelige jaren na de Japanse capitulatie. Vandaag wil ik het hebben over, "de vergeten oorlogsslachtoffers", want ook voor hen is dit monument. Dat zijn de Indonesiërs die onder valse voorwaarden en met mooie beloften werden geronseld voor meedogenloze zware slavenarbeid, de ROMUSHA's. De naam Romusha is het Japans voor arbeider, echter een juistere benaming is: Dwangarbeider. Werkprojecten waarbij de Romusha's werden ingezet, waren: Birma- en Pekan Baru spoorwegen, de bouw van vliegvelden & wegen, de Neyama-tunnel in Oost Java, maar ook in kolenmijnen o.a. in Japan. Bij alle projecten was de sterfte hoog, ca. 50 %, maar afhankelijk van het project ook wel hoger. Het werk aan de Neyama-tunnel was zó zwaar en de honger zó groot dat er per dag 100 Romusha's stierven. Ook het werk aan de Birma spoorweg evenals aan de Pakan Baru spoorweg in Sumatra was moordend. De Pakan Baru was de dodenspoorweg door het oerwoud. Hier stierven 2500 krijgsgevangenen en 25000 Romusha's door verdrinking, uitputting, ondervoeding, tropische zweren en ziekten. 90 % van de geronselde Romusha's heeft het niet overleefd. Bij de aanleg van beide spoorwegen, waren er velen die trachtten weg te lopen. Als ze werden gepakt, dan werden ze gedood. Als de zij niet stierven in hun kampen, bliezen ze wel de laatste adem uit, onverzorgd en meestal ongezien, in de wildernis van het oerwoud. Een menselijk wezen, een "jongere broeder" zoals de Japanners ze noemden, een Indonesiër die zijn land en volk wilde dienen, maar gecrepeerd als een dier. Zonder respect voor de dode, bleef het lichaam gewoon liggen. Een begrafenis was er niet bij.
Voor de oorlogsprojecten buiten Java werden Romusha's en krijgsgevangenen verscheept. Deze schepen waren te vol beladen met honderden krijgsgevangenen, (waaronder de bekende tekenaar Charles Burki) en duizenden Romusha's. In de nacht van 24 op 25 juni 1944 werd de Junyo Maru getorpedeerd door een Britse onderzeeër. Burki en nog enkele anderen overleefde de ramp. De ramp met de Junyo Maru is in Nederland niet of nauwelijks bekend, terwijl het één van de grootste scheepsrampen in de geschiedenis is geweest en vele malen groter dan de ondergang van de Titanic. 5620 mensen vonden hier de dood, waarvan 4000 Romusha's en 1620 krijgsgevangenen. Er werden meerdere schepen met gevangenen getorpedeerd door Britse onderzeeërs. Dit kon gebeuren omdat de Japanners de regels van de conventie van Genève aan hun laars lapten. In 1993 bleek pas uit het blootleggen van massagraven aan de Birmaspoorweg dat er sprake is geweest van massaliquidatie door de wijze waarop de Romusha's werden behandeld. De Romusha's. werden tewerk gesteld in hete, onherbergzame streken waar veel malaria voorkwam. Hun werk was uiterst zwaar en daar stond geen verzorging tegenover. Te weinig voeding, geen kleding en veel te laag loon, dat ze overigens nooit hebben ontvangen. Ze kregen veel slaag. Het eten in de kampen bestond veelal uit stijfselpap en ratten. De Romusha's werden slechter behandeld dan de krijgsgevangenen. Ook zijn er veel oorlogsmisdaden gepleegd bij de aanleg van de Birma spoorweg zoals: doorsteken van de trommelvliezen, onthouden van voedsel, slaan en doodtrappen. De Romusha's lijdende aan cholera werden in een massagraf gedreven en levend verbrand. Generaal Tanabe werd na de oorlog als le verantwoordelijk gesteld voor deze oorlogsmisdaden. Op 30 december 1948 is hij ter dood veroordeeld. De overleden krijgsgevangenen en burgergeïnterneerden liggen grotendeels begraven op erevelden. Voor de overleden Romusha's zijn er bij-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
na geen begraafplaatsen, geen begrip of enige belangstelling. Niet in Nederland, maar ook niet in Indonesië. Deze circa 2,5 miljoen doden - en dat is een conservatieve inschatting van Dr. Lou de Jong van het NIOD; de Indonesische regering schatte begin 1950 het dodenaantal op 4 miljoen. Deze mensen zijn de vergeten slachtoffers en dat is een SCHANDE!! Niet alleen de Indonesische mannen waren slachtoffer, maar ook vele Indonesische vrouwen waren dat, omdat zij op barbaarse wijze werden gedwongen om sexuele diensten te verlenen aan Japanse soldaten en officieren. De vrouwen werden daartoe opgesloten. De meeste vrouwelijke Romusha's hadden zich vrijwillig ingeschreven voor verpleeg- en hulpdiensten, om kort daarna te ontdekken dat zij in bars en bordelen terecht waren gekomen. Indonesische meisjes uit aristocratische families van midden-Java kregen een aanbod voor een studiebeurs in Japan. Ook deze meisjes werden bedrogen, want zij gingen naar bordelen in Semarang i.p.v. naar het hun beloofde Tokio. De meisjes werkten van 's morgens 9 tot 's avonds 6 voor de soldaten en dan daarna nog eens, soms tot in de late avond, voor de officieren. Door ziekten, uitputting en
Nieuwsbrief no 77 pag. 22
sept. 2010
zelfdoding overleefden slechts 25 % van de vrouwelijke Romusha's. In het Tokio tribunaal van april 1946 tot nov. 1948 werden diverse doodstraffen en gevangenis straffen uitgesproken. Deze doodstraffen werden, op uitzonderingen na, niet voltrokken. Door de regering in Den Haag werd besloten om het verzoek van Japan tot gratie, te honoreren. Voor de Romusha's hebben de krijgsraden geen procedure gestart bij gebrek aan verzoek daartoe. De waarheid is domweg dat er nooit aan is gedacht. Het lot van de Romusha's is door de pers en politiek in Nederland en Nederlands- Indië volstrekt genegeerd. Ach, Romushajij geloofde in de Japanner door hun schitterende propaganda! Je verliet vrijwillig je huisje in de Desa! Jij had hoge idealen! En wat was je beloning? Een eenzame dood, of als je levend terugkeerde, was je gezondheid aangetast, je lichaam voorgoed een wrak. Lieve mensen De Romusha's , déze mannen en déze vrouwen, zij zijn: "DE VERGETEN OORLOGSLACHTOFFERS".
<<<>>>
Expositie bevrijding Nederlands-Indië te Maarssenbroek .
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 23
VERSLAG VLAGGENACTIE 15 augustus 2010. Thea Meulders, Nieuw-Vennep, 12 september 2010. Op persoonlijke titel ben ik eind juli weer actief bezig geweest met de actie die vorig jaar op bescheiden wijze door mij was gestart om via de landelijke media meer aandacht voor de capitulatie van Japan te krijgen. Mijn tekstje heeft in diverse kranten gestaan. Redacties van radio en tv programma’s hebben niet op mijn oproep gereageerd. Parool: Een reactie van een VVD-raadslid Amsterdam West die er persoonlijk voor zou zorgen dat er op 15 aug op alle overheidsgebouwen in dat stadsdeel gevlagd zou worden. Een andere reactie was of mijn ouders in Kota Radja zijn moeder hadden meegemaakt. Telegraaf: ingezonden brief als reactie op mijn tekst. Witte Weekblad: mijn tekst werd letterlijk overgenomen. MeerRadio: zond life een interview uit. Er wordt nog een portret van mij uitgezonden dat een uur zal duren. Een krant in Den Bosch zal volgend jaar een interview van mijn zuster en mij doen verschijnen. Via mijn aubade tijdens de uitzending op 13 augustus 2010 van De Klassieken bij Radio 4 heb ik de naam gevonden van de dame die piano speelde. Ik heb ook organisaties benaderd, zoals het Veteranen Platform, Pelita, Jes, de Stichting
Herdenking Japanse Vrouwenkampen en de Stichting Herdenking 15 augustus 1945. De laatste heeft geantwoord zelf daar ook mee bezig te zijn en voor volgend jaar met een grootschalige actie te willen komen. De loco-burgemeester van Den Haag en de Euro-parlementarier Hans Van Baalen heb ik op een bepaald moment ook mijn tekst kunnen overhandigen. De burgemeester van de Haarlemmermeer liet weten op de maandag te zullen laten vlaggen. De Vlaggenceremonie in Rotterdam, georganiseerd door Mieke Huisman mag hier ook vermeld worden. Hoofddorpse Courant: stuurde een verslaggever voor een goed interview. Voordat ik het artikel zelf had gelezen, werd ik opgebeld door een dame die vanaf april 1942 in dezelfde kampen had gezeten. Sterker nog in Brastagi hebben wij in dezelfde ruimte geslapen. Ik heb Marjolijn ontmoet en onze paden hebben zich vanaf 1946 rakelings geraakt in Den Haag, Amsterdam, Amstelveen en nu woont zij net als ik in Nieuw-Vennep. Wij zullen beiden nog een gezamenlijk interview geven. Het heeft mij grote voldoening gegeven deze actie uit te voeren. Het heeft veel tijd en energie gekost maar heel veel positieve reacties opgeleverd ook voor mij zelf op het persoonlijke vlak. Er werd meer gevlagd!
<<<>>>
Theater aan het Spui, Den Haag, presenteert: INDISCHE TRILOGIE 14 t/m 20 November 2010-09-24 reserveren 070- 346 52 72 of www.theateraanhetspui.nl Spel o.a. Ghislaine,Pierre,Esther,Ricci en Carlo Scheldwacht,Patrick Neumann
deel 1 SLOOM BLOED reprise (over trots,over overleven) deel 2 FAMILIEFEEST reprise (familieband en hilarische droefenis) deel 3 CIRCUS BRONBEEK reprise (vrolijke voorstelling over verlies,vergankelijkheid)
Toegang voor alle 3 voorstellingen incl. indische maaltijd 35 euro (uitpas, CJP enz. reductie) toegang per losse voorstelling 15 euro. Zondag 14 november aanvang 14.00 uur indische trilogie. Avondvoorstellingen 20,30 uur voor losse voorstellingen. Reeds uitverkocht vrijdag 19 november, vraag zelf wanneer welke voorstellingen er zijn.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2010
Nieuwsbrief no 77 pag. 24
THE ENCYCLOPEDIA OF INDONESIA IN THE PACIFIC WAR Edited By Peter Post (General Editor), William H. Frederick, Iris Heidebrink, and Shigeru Sato. 700 pp. ISBN: 9789004168664 Zestig jaar na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië presenteren het NIOD en Uitgeverij Brill de langverwachte Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War. Het ruim 700 pagina's tellend werk is geschreven door een internationaal team van deskundigen en voorzien van circa 600 illustraties. Dit Engelstalig referentiewerk behandelt de meest recente wetenschappelijke inzichten en historiografische tradities in Nederland, Indonesië en Japan, en geeft daarnaast een overvloed aan praktische feiten. Behalve tientallen essays waarin politieke, economische, religieuze, en sociaal-culturele ontwikkelingen aan bod komen, omvat The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War zo'n 250 biografische lemma's van Indonesiërs, Japanners, Nederlanders, Indo's, Chinezen, Arabieren en anderen die op de een of andere manier hun stempel hebben gedrukt op deze cruciale periode in de Indonesische, Nederlandse en Japanse geschiedenis. Met The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War beschikken we eindelijk over het standaard naslagwerk van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië waar iedereen al zo lang op gewacht heeft.
<<<>>> Vlaggen Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan; dat was het echte einde van de Tweede Wereldoorlog! Het gebruik van de beide atoombommen, dat nodig was om deze oorlog te kunnen beëindigen, heeft duizenden geallieerde levens nog net op tijd gered, maar... deze atoombommen hebben ook 1 à 2 miljoen Japanners (burgers en militairen) op tijd het leven gered! Daar wordt nooit over gepraat! Deze zouden zijn omgekomen op de Japanse eilanden zelf, als Japan toen niet gecapituleerd had, en de oorlog langer was doorgegaan. Er wordt ook nooit verteld dat alleen de brandbommen op Tokio al meer slachtoffers hebben gehad dan die van Hiroshima en Nagasaki bij elkaar! Mijn vlag gaat al jaren lang uit op 15 augustus! J.R.Mellema, Roden ex-oorlogsgevangene van Japan Gastdocent WOII Azië.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)