juli 2008
Nieuwsbrief 2
In dit nummer ◆ ◆ ◆ ◆ ◆
Ketenbreed werken Cliënten moeten maatwerk krijgen Wajong niet uitkleden Congres 2008: Cliëntenparticipatie Langdurigheidstoeslag
Samenwerking in de keten Samenwerking in de keten komt neer op betere afstemming, automatische overdracht van gegevens en minder loketten. Eigenlijk wordt daarmee bedoeld: niet de organisatie maar de cliënt centraal zetten. Er wordt al jaren geprobeerd die weg in te slaan, maar gemakkelijk blijkt dat allerminst te zijn. Op 1 januari 2009 gaan UWV en CWI samen. Er worden Locaties voor Werk en Inkomen (ofwel `werkpleinen’) ingericht waar alle verstrekkers van uitkeringen en reïntegratiemogelijkheden moeten gaan samenwerken. Is dat dan het moment waarop cliënten niet meer eindeloos dezelfde informatie hoeven te overleggen? Wordt er dan beter naar cliënten geluisterd en dienstverlening beter afgestemd? Kunnen cliëntenraden zich wel tijdig ketenbreed oriënteren? Het zal afwachten worden.
Bij de evaluatie van de wet SUWI heeft de LCR aandacht gevraagd voor ketenbrede cliëntenparticipatie. Een paar maanden geleden zijn de eerste discussiebijeenkomsten in de regio gehouden over dit onderwerp. Voor veel cliëntenraden is nog niet duidelijk wat er van hen wordt verwacht. Moeten afzonderlijke cliëntenraden opgedoekt worden? Komt er een nieuwe organisatie bij? Op welke manier moet ketenbrede cliëntenparticipatie worden vormgegeven?
Ketenbreed werken vraagt Samenwerking tussen uitkeringsorganisaties en instanties die zich bezig houden met reïntegratie moet een zegening worden. Het klinkt als toekomstmuziek, maar dan zou het niet meer nodig moeten zijn om als cliënt vele malen dezelfde informatie door te spelen. Wie ‘overgaat’ van de WW naar de bijstand krijgt niet wéér te maken met een andere organisatie. Het zijn maar enkele voorbeelden.
Meer samenwerken Dit is waar het uiteindelijk om draait in de samenwerking tussen ‘ketenpartners’: UWV, CWI en gemeenten. Zij hebben in het Algemeen KetenOverleg (AKO) afgesproken meer met elkaar samen te werken en dat is ook altijd het streven geweest van de Wet SUWI. Een ander aspect van deze
2
wet is het organiseren van goede cliëntenparticipatie.
LWI – werkplein Vanaf 1 januari 2009 gaan UWV en CWI op in één organisatie. Tegelijkertijd worden Locaties voor Werk en Inkomen (LWI of werkplein) ingericht. Die honderd LWI’s moeten niet alleen de dienstverlening van UWV en CWI herbergen, maar ook van gemeenten. Daarmee wordt een fikse stap voorwaarts gezet naar een ketenaanpak. De afzonderlijke organisaties blijven verantwoordelijk voor de uitvoering, maar de cliënt hoeft nog maar naar één locatie om een uitkering aan te vragen, herkeuring te regelen óf afspraken te maken voor reïntegratie. Vooral de reïntegratie wordt gezamenlijk
opgepakt. Hoe de dienstverlening van de LWI’s er verder uit gaat zien, is nog zeer de vraag. De ene gemeente zal zich bijvoorbeeld meer richten op samenwerking dan de andere. Gemeenten zijn bijvoorbeeld niet verplicht om zich ook te huisvesten in de LWI’s. Samenwerken moeten ze wel. Hoe die samenwerking dan uitwerkt, is nog moeilijk te voorspellen. Op 100 LWI's kan die er verschillend uit gaan zien. Rondom elke LWI zal cliëntenparticipatie moeten worden georganiseerd. Hoe die vorm moet worden gegeven is de vraag.
Sterker nog: dat is een vereiste om de dienstverlening écht cliëntgericht te laten zijn. Tegelijkertijd moeten de cliëntenraden zich blijven focussen op de afzonderlijke uitvoerders. Grote gemene deler van de verschillende organisaties is dat ze in elk geval reïntegratie gezamenlijk gaan oppakken.
Vorm In de landelijke discussiebijeenkomst over ketenbrede cliëntenparticipatie is duidelijk geworden dat veel cliëntenraden hiervoor een blauwdruk zouden willen hebben.
wat van cliëntenraden Inmiddels heeft de LCR een discussienota plus een vervolgnota ketenbrede clientenparticipatie geschreven en zijn er twee regionale bijeenkomsten geweest. Na de zomer staan er nog meer bijeenkomsten op de agenda (zie kader).
Afzonderlijk Nu is de verdeling helder. Er zijn cliëntenraden verbonden aan het UWV die zich richten op arbeids-gehandicapten of WW. Gemeentelijke cliëntenraden houden zich bezig met de WWB. Sommigen in combinatie met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Straks, als al deze uitvoeringsorganisaties achter een loket samendrommen, moeten de raden zich richten op de totale dienstverlening.
Het is nodig om het cliëntenbelang en cliëntenparticipatie bij de onderhandeling over de vormgeving van geïntegreerde dienstverlening te benadrukken. Een ander discussiepunt is de wijze waarop cliëntenparticipatie vorm kan krijgen, zoals cliëntenpanels, enquêtes, klanttevredenheidsonderzoeken enzovoorts. De meeste deelnemers vinden dat dit allemaal instrumenten zijn van een cliëntenraad, maar afzonderlijk niet als volwaardige cliëntenparticipatie kunnen gelden. Cliëntenraden moeten invloed uit kunnen oefenen op de verbetering van de kwaliteit van de uitvoering en op het beleid zelf. Daarnaast heeft de cliëntenraad een functie van beleidsen controleinstrument. Een ander heikel punt is hoe de verschillende
niveaus van cliënten-participatie – beleid en uitvoering – aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Het is hierbij ook nog altijd niet helder of er 100 afzonderlijke LWI-cliëntenraden moeten komen. Bovendien moet rekening worden gehouden met verschillende gemeenten bij één LWI. Een idee is om cliëntenparticipatie naar een provinciaal niveau te tillen, zodat er meer overzicht ontstaat. Er zijn nu experimenten hiermee in Friesland, Groningen en Drenthe.
Voorbeelden Het zijn nog allemaal ideeën die uiteindelijk zullen moeten leiden tot een definitieve invulling in de regio. Dat gebeurt voor een deel tijdens regionale bijeenkomsten. Deelnemers krijgen er informatie en een voorbeeldbrief hoe zij gemeenteraden kunnen attenderen op de komst van de LWI’s. Vanuit de LCR worden er ook modellen aangereikt waar cliëntenraden mee aan de slag kunnen. Niet in de vorm van een blauwdruk, maar als keuzemodel. Omdat de ontwikkelingen op dit terrein zo snel gaan, wordt in de Nieuwsbrief LCR regelmatig aandacht besteed aan dit onderwerp. Na de zomer wordt de nieuwe website van de LCR gelanceerd. Daar zal ook geregeld melding worden gemaakt van nieuws over ketenbrede cliëntenparticipatie. Er is immers nog een lange weg te gaan.
Na de zomer vinden er in alle regio’s bijeenkomsten plaats, georganiseerd door regionale steunpunten. Zie voor verdere informatie en aanmelding www.landelijkeclientenraad.nl (vanaf 1 augustus geheel vernieuwd). 18/9 4/11 21/11 21/11
Arnhem Goes Nijverdal Tilburg
De ketenpartners hebben de website www.samenvoordeklant.nl ontwikkeld. Op deze site kan de ontwikkeling van de samenwerking worden gevolgd. Ook zullen daar binnenkort de ontwikkelingen rond ketenbrede clientenparticipatie op te zien zijn.
3
Mohamed Kayou:
‘Cliënten moeten maatwerk krijgen’ Een van de deelnemers aan de bijeenkomsten over ketenbrede cliëntenparticipatie is Mohamed Kayou. Hij is bijzonder geïnteresseerd in het onderwerp, omdat hij zelf heeft gemerkt dat afstemming in de keten erg belangrijk is. ‘Dus ook cliëntenraden moeten breed inzetbaar zijn.’
Meer afstemming tussen organisaties die mensen aan het werk helpen en alle instanties die uitkeringen verstrekken. Dat is ooit de doelstelling geweest van de wet SUWI. Mohamed Kayou (33) heeft aan den lijve ondervonden dat die doelstelling nog lang niet is gehaald.
65ste wel door. Maar niks. Ik kreeg RSI-klachten en veel rugpijn.’ Normaal gesproken had hij terug kunnen vallen op de Wajong, maar dat ging niet voor hem op. Hij weet nog altijd niet waar het precies fout is gegaan. ‘Ik heb waarschijnlijk een oproep gemist voor een keuring. Maar goed, ik liet het er niet bij zitten Speciaal en heb een advocaat ingeschakeld. ‘Ik heb alle fases van het speciaal Na lang procederen kreeg ik toch weer onderwijs doorlopen’, vertelt hij. een Wajong-uitkering vanaf 2003. ‘Tot mijn twintigste heb ik op de Omdat het slecht met mij ging, ben ik mytylschool gezeten. Daarna kwam een tijdje thuis geweest. Toen ik weer de vraag of ik een gewone opleiding aan de slag wilde, kreeg ik te maken zou doen of toch naar het speciaal met een standaard reïntegratiebureau. onderwijs moest gaan. Het werd De mensen daar zetten me weg als ‘speciaal’. Dat was het niet voor mij. een dwarsligger, omdat ik aangaf dat Ik kwam eraf en ging op zoek naar ik wel wist wat ik wilde. Enfin, na wat werk met het UWV. Die probeerde mij zoekwerk kwam ik in een Tweede te plaatsen. Uiteindelijk kwam ik bij Kans-traject. Vanaf dat moment ging Vodafone terecht. Daar ben ik parttime het goed. Ik werd omgeschoold tot begonnen in het callcenter. Dat beviel sociaal-juridisch medewerker en kon me eigenlijk wel. Toen dat afliep in blijven op mijn stageplek bij de 2002, kwam ik bij PTT Post klantenWAO-belangenvereniging. Daar ben service terecht met een contract voor ik nu al twee jaar vrijwilliger.’ 32 uur. Ik draaide dus volop mee.’ Mohamed had, omdat hij al vanaf zijn Klant centraal geboorte een handicap heeft, een Wat hij niet vertelt, is de keren dat Wajonguitkering vanaf zijn 18e. Toen hij bij CWI of UWV kwam en steeds hij ging werken, verdiende hij zoveel hetzelfde moest vertellen. Dat hij dat die uitkering verviel. Daar maalde weer allerlei loketten af moest, voordat hij het juiste pad had gevonden. hij niet om, want het werken ging Dat er geen automatische overdracht hem goed af. ‘Je staat er niet bij stil is van de ene uitkerende instantie dat je dit op een dag niet meer kan doen. Ik dacht: zo ga ik tot mijn naar de andere.
4
Hopeloos ‘Er wordt nu gesproken over een fusie tussen CWI en UWV, maar dan zijn we er nog niet. Je hebt ook met heel veel verschillende gemeenten te maken. Waar de een snel meewerkt, doet de ander er tijden over om een beslissing te nemen. Dat is hopeloos. Ik denk dat het heel goed is om cliëntenparticipatie ketenbreed te organiseren en niet te focussen op één instantie. De vraag is alleen: hoe doe je dat? Hoe stem je regelgeving en verordeningen zo op elkaar af, dat de klant centraal blijft staan. Want dat moet het uitgangspunt blijven, denk ik dan.’ Hoe de ketenbrede cliëntenparticipatie eruit moet komen te zien, weet Mohamed niet. Dat-ie er moet komen is zeker. Belangrijk punt vindt hij de 1-loket-gedachte. ‘Daarachter moet alles georganiseerd worden. Er moet een logische overdracht zijn van UWV/CWI naar gemeenten. Ik denk dat de voorlichting aan cliënten echt enorm belangrijk is. Er zijn best veel mensen met goede mogelijkheden, die stranden door alle regeltjes. Mensen die na twee jaar ziekte in de WIA dreigen te komen, worden gekeurd en moeten aan de slag. Dat is geen reïntegratie, maar dwang en dat is niet goed. Iedereen moet de cliënt centraal zetten, want daar bereik je per saldo het meeste mee.’
Wajong niet uitkleden In april en mei stonden de kranten ineens vol met allerlei plannen om de Wajong aan te pakken. Volgens het kabinet is de toestroom tot de Wajong te hoog, er zouden in 2040 maar liefst 450.000 Wajongers zijn. Bovendien is de arbeidsparticipatie van Wajongers te laag. En dat, zo vindt het Kabinet, kan zo niet langer. De LCR vraagt zich af hoe het rijk aan deze cijfers komt en of de voorgestelde maatregelen wel effectief zullen zijn. Een belangrijke oorzaak van de hoeveelheid niet-werkende Wajongers is het feit dat er niet genoeg passend werk voor hen is. Alle werkgevers, dus ook de overheid die slechts 2% van alle banen aan Wajongers biedt, moeten hierop aangesproken worden.
mensen hun vaardigheden behouden en hun competentie kunnen ontwikkelen. Scholing moet leiden tot erkende diploma’s of deelcertificaten. Als dit niet mogelijk is, moet gewerkt worden met EVC (erkenning van verworven competenties). Het inkomen tijdens de werkleerplicht moet tenminste gelijk zijn aan de uitkering (75% minimumloon). De arbeid moet lonend zijn. Voldoende werk De belangrijkste oorzaak dat er zo Veel jonggehandicapten, zouden graag weinig Wajongers werken, is dat er willen werken. Zij komen niet aan de niet genoeg passende banen voor slag omdat er te weinig arbeidsplaatsen Wajongers worden gevonden. Dat zijn met de benodigde aanpassing of probleem speelt ook bij het vinden ondersteuning. Bovendien vindt de van werkleerplekken. Het risico is LCR dat werken moet lonen. Dus als dat wanneer de werkleerplicht wordt mensen werken naar vermogen, al is ingevoerd dat deze plekken in dit maar een paar uur per week, dan SW-bedrijven zullen worden gezocht. zouden zij minimaal het wettelijk Daarmee legt de werkleerplicht een minimumloon moeten verdienen. grote druk op de WSW.
Werkleerplicht De nadruk op plicht is nu wel erg groot. De LCR zou liever zien dat er garantie op leren en werken zou zijn gekomen in plaats van een plicht. Er moet wel aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan, zo vindt de LCR. Het invullen van de werkleerplicht moet maatwerk zijn. Het moet een echt werkleer-traject zijn waarbij
voltijd bedrag moeten kunnen ontvangen. Valt de combinatie van loon en uitkering hoger uit dan het WML dan kan nog altijd het systeem worden gehanteerd dat van elke euro de helft behouden mag worden. Meer werken loont dan inderdaad.
Preventie
Preventie is voor de LCR: zorgen dat kinderen en jongeren zo worden toegerust in het onderwijs en bij de overgang van onderwijs naar arbeid dat ze niet terug hoeven te vallen op een uitkering. Het onderwijs moet veel beter inspelen op kinderen met leerproblemen en handicaps. De mogelijkheden moeten benut worden. Noodzakelijk is dat Werk moet lonen het onderwijs extra middelen krijgt Het kabinet wil werk laten lonen om een passend aanbod te doen. door de uitkering van mensen die Die extra middelen moeten exclusief re-integratiemogelijkheden hebben ten goede komen aan kinderen met te verlagen. De oplossing zou zijn om leerproblemen zodat niet langer de jongeren die hun arbeidscapaciteit financiële situatie van de ouders volledig gebruiken, recht te geven bepaalt of een kind bijles kan krijgen op voltijd wettelijk minimumloon of getest kan worden. (WML). Wie niet meer kan werken dan Daarnaast moet het onderwijs leerbijvoorbeeld 20 uur, zou dus ook het lingen goed voorbereiden op een plek op de arbeidsmarkt. Jobcoaching tijdens stages moet mogelijk worden. Zolang het kabinet die mogelijkheden niet creëert, vindt de LCR dat er geen beperkende maatregelen aan Wajongers moeten worden opgelegd. Het is maar de vraag of de voorspelling van 450.000 Wajongers in 2040 uitkomt. In feite zou dit betekenen dat het beleid van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ernstig faalt.
5
Congres 2008: Cliëntenparticipatie Het jaarlijkse congres van de LCR liet een record aantal deelnemers, 550, zien. Het was een drukte van belang. Het programma was dit jaar iets veranderd. Bijzonderheid was de komst van staatssecretaris Ahmed Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij werd geïntroduceerd door LCR-voorzitter Jan Laurier die zich richtte op het belang van cliëntenparticipatie in het krachtenveld van bezuinigingen. Aboutaleb begon met een compliment dat vrijwel overal cliëntenparticipatie in de sociale zekerheid van de grond is gekomen. Niet tot ieders tevredenheid. ‘Feit is dat er nog altijd bestuurders zijn op lokaal niveau die eigenlijk liever geen luizen in de pels dulden. Die het er maar lastig mee hebben.’ Het is nog altijd moeillijk te zeggen, zo signaleerde de staatssecretaris, wat het daadwerkelijke effect is van cliëntenparticipatie. ‘Als we het hebben over beleidsbeïnvloeding dan is cliëntenparticipatie in mijn optiek vooral van nut in de fase van beleidsvoorbereiding. Als nog gesproken wordt over de gewenste richting.’ Daartoe moeten cliëntenraden ook de ruimte krijgen, meende hij. Heel actueel
6
legde hij een link met de langdurigheidstoeslag. ‘Gemeenten mogen het nu zelf invullen. Dus wat gaan ze doen? Wordt het drie jaar of wellicht toch vijf jaar? De inkomensgrenzen waaronder mensen nog ondersteuning krijgen, is dat 105 of wellicht 120 procent van het minimumloon? Allemaal zaken die ter bespreking staan en waar cliëntenraden opinies over zullen hebben en waar naar geluisterd moet worden.’
Spil in haar rede was de angst om betrokken te zijn en de wil om te kijken naar mensen en niet naar cijfers. Er is weinig voor nodig om betrokken te zijn, zo meende ze. Want zien & luisteren is gelijk aan voelen. De harmonie moet terug in de uitvoering van de sociale zekerheid.
Discussie
Na de rede konden de deelnemers de stellingen becommentariëren. Stellingen De uitkomsten legde dagvoorzitter Ook de ketenbrede aanpak kreeg de Marjolijn Uitzinger voor aan het panel aandacht. De eindstelling van Aboutaleb bestaande uit Janny Hoeflak, Jan ‘Ook de mondige, calculerende burger Zwanepol, SP-kamerlid Paul Lempens heeft behoefte aan cliëntenparticipatie’, en Tof Thissen. Over de mening van werd even later samen met de stelling de deelnemers ‘Cliëntenparticipatie van Jan Laurier (De afgelopen jaren heeft behoefte aan mondige burgers cliëntenparticipatie in SUWI en WWB en belangenbehartigers’ was iedereen hebben ons veel geleerd: wat goed het roerend eens. De reacties op gaat en beter kan. Deze ervaringen ‘Cliëntenparticipatie is onderdeel vormen een degelijk fundament om van de democratie en dient bij wet de uitdagingen voor de toekomst aan te geregeld te worden’ waren wisselend. pakken) bediscussieerd in subgroepen. Maar in de opmerking dat de ‘Mondige Niet voordat de Ab Harrewijnrede werd cliënt nog geen cliëntenparticipatie uitgesproken door Ingrid Widdershoven, is’ konden de panelleden zich wel wethouder van de gemeente Sittardweer vinden. Geleen. Zij belichtte haar vroegere werk bij de UWV zeer scherp. Al vroeg deze of gene zich wel af of
een mondige cliënt altijd behoefte heeft aan cliëntenparticipatie.
Prijs Een van de hoogtepunten van de dag was de Cliënt in Beeld-prijs. Het thema ‘bijdrage ter verbetering van de dienstverlening aan de cliënt’ was het best in de praktijk gebracht door Cliëntenraad UWV AG regio Zuidwest. Deze cliëntenraad heeft een advies opgesteld met als doel de cliënt zo snel mogelijk inzicht, duidelijkheid en beïnvloeding te bieden in de beoordeling door de verzekeringsarts. De prijs leverde de Cliëntenraad een bedrag van 3500 euro op. De publieksprijs (groot 1500 euro) ging dit jaar naar SUNH omdat zij op verschillende terreinen ondersteunende diensten verrichten waar ook cliënten hun voordeel mee kunnen doen. Het is een voorbeeld van een door vrijwilligers en uitkeringsgerechtigden gedragen organisatie. Het laatste programmaonderdeel bestond uit workshops. De deelnemers reageerden enthousiast. ‘Een volle dag waar ik veel heb geleerd’, zei een bezoeker na afloop.
7
Korte berichten
Langdurigheidstoeslag
Mensen die lange tijd van een uitkering moeten rondkomen, krijgen nu een zogenoemde langdurigheidstoeslag. Het rijk bepaalt wie wanneer een langdurigheidstoeslag krijgt. Vanaf volgend jaar kunnen gemeenten zelf invulling geven aan deze regeling. Zij bepalen dan zelf de doelgroep, de hoogte van de uitkeringen en verdere voorwaarden. Ze kunnen dan straks ook mensen met een baan die langdurig van een minimuminkomen leven en geen uitzicht op een hoger inkomen hebben, financieel steunen. Gemeenten krijgen ook meer mogelijkheden om kinderen uit een gezin met een laag inkomen beter te helpen deel te nemen aan belangrijke maatschappelijke activiteiten zoals sport en cultuur. Het wetsvoorstel om gemeenten meer armslag te geven in de bestrijding van armoede is eind april naar de Tweede Kamer gestuurd. De langdurigheidstoeslag geldt nu alleen voor mensen die vijf jaar of langer een bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben en niet snel aan werk zullen komen. Straks mogen gemeenten zelf bepalen wie hiervoor in aanmerking komen. Bijstandsontvangers hoeven dan ook niet meer de langdurigheidstoeslag kwijt te raken als ze een baan vinden. Hierdoor kunnen mensen die werken en toch van weinig geld moeten rondkomen er financieel op vooruitgaan. Gemeenten maken werken hierdoor financieel aantrekkelijker. Categoriale bijstand was bij de invoering van de WWB verdwenen, omdat algemeen inkomensbeleid niet aan gemeenten overgelaten zou moeten worden. Al snel is de mogelijkheid geopend om wel categoriale bijstand toe te kennen aan chronisch zieken en gehandicapten én aan 65+-ers. Nu staat het gemeenten ook vrij om schoolgaande kinderen te ondersteunen door bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van abonnementen of sportcontributies.
Congres 2009 Het Congres 2008 is nog niet achter de rug en . . . het thema van het Congres 2009 is al weer bekend: Verbetering kwaliteit van cliëntenparticipatie. Het thema van de Cliënt in Beeld-prijs is: het beste communicatieplan. Het Congres staat gepland voor april 2009.
Colofon Oranjestraat 4, 2514 JB Den Haag Telefoon [070] 789 07 70 Fax [070] 789 07 74
[email protected] www.landelijkeclientenraad.nl
8
Redactie: Fotografie: Vormgeving: Drukker:
Rietje Krijnen, Geraldine Pieterse Jeroen Poortvliet (foto’s Congres 2008) Ellen Bakker, Utrecht Drukkerij Kerckebosch, Zeist