1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:56
Pagina 1
R OND
M MS Stichting MS Research Nummer 25 - 2006
Oren er is een concert in de Petrus en Pauluskerk voor mij zit mijn vriend Ton
ik kan de neiging niet onderdrukken hem vriendschappelijk aan beide oren tegelijk te trekken Ton draait zich om het is Ton niet
NIEUWSBRIEF
ik herken hem onmiddellijk aan zijn flaporen aan het touwtje van zijn bril aan zijn rossige opgeknipte haar en aan de bijzondere vorm van zijn schedel
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 2
R ONDO M MS Multiple sclerose (MS) is een tot op heden niet te genezen ziekte van het centraal zenuwstelsel. MS kan leiden tot zeer uiteenlopende klachten. Het verloop van de ziekte is nogal onvoorspelbaar. De oorzaak van MS is nog niet bekend. De diagnose MS is moeilijk, want de klachten van mensen met MS kunnen veel van elkaar verschillen. Door betere technieken is MS tegenwoordig wel snel op te sporen. Ook heeft de ziekte een grotere bekendheid gekregen in de medische wereld. Maar een oplossing is er nog niet. Daarom gaat de Stichting MS Research door. Door…met weer 365 dagen MS Research!
“Oren” en “Korting” komen uit
“Overgave” (ISBN 90-453-0240-3) en
“Ja kun je krijgen” (ISBN 90-5501-954-2), Beide werken van Chris Veraart; advocaat, schrijver én MS-patiënt. Te bestellen bij de boekhandel of bij Stichting MS Research, telefoon 071-5600506.
CHRIS VERAART
doorgaan Wij zullen doorgaan doorgaan
doorgaan... Met in deze Rondom MS: -
KINDEREN MET MS BIJEEN IN BLIJDORP. Samen met lotgenoten een bezoekje aan de diergaarde...
-
DE DIAGNOSE MS IS SNELLER TE STELLEN. De criteria voor het stellen van de diagnose zijn verbeterd…
-
EEN SUCCESVOLLE LENTELUNCH en veiling op 20 maart 2006 in het Scheveningse Kurhaus…
-
VIERMAAL MS IN DRIE GENERATIES… Kleinzoon, opa, vader én moeder.
-
HET VERHAAL van Gé, Jacqueline en Roel Peters. Met z’n drieën een ziekte...
3-5 6-7 8-10 11-13 13-15
doorgaan!
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 3
F AMILIEGEBEUREN Aftrap van onderzoeksproject ErasMS
“We zijn weer iets slimmer geworden. Hoewel je altijd dingen ter ore komen die je liever niet hoort, of andere dingen waar je juist meer over zou willen weten”, zegt Thérèse Krijnen, moeder van Thijs (1995). Thijs heeft MS. Met lotgenoten op 4 februari 2006 bijeen in de gedempt verlichte haaienzaal van diergaarde Blijdorp. De aftrap van een nieuwe fase in een grootschalig en waarschijnlijk meerjarig onderzoek naar MS bij kinderen.
Kinderen met MS Door: Raymond Timmermans
bijeen in Blijdorp
De ervaringen van Thérèse en John Krijnen met hun zoontje Thijs vormen een niet alledaags verhaal. Thérèse vertelt daar hoe het plots leek mis te gaan met hun toen zevenjarige zoon. “Na de jaarwisseling, om precies te zijn op Driekoningen, kwam hij uit school en hing de rechterkant van zijn gezicht een beetje scheef”. Ze gingen meteen naar de huisarts en via hem naar de kinderarts. Zonder zekerheid. Na een week was het trouwens zo goed als weg. Maar een maand later weer terug en na twee weken weer weg. Een maand daarna kreeg Thijs oogproblemen. Last van dubbelzien onder meer. “Intussen waren we al doorverwezen naar de oogarts, die het verstandig vond om ook naar de kinderneuroloog te gaan. Na een CT-scan, een MRI-scan en een ruggenprik (…) is ons toen verteld dat ons kind MS heeft. Op dat moment was ons zoontje acht jaar en tien maanden”. Relapsing remitting, RR MS, zo bleek. Sinds die tijd spuit Thérèse hem elke week interferon. “Een halve dosering want van de hele werd hij ziek”. En gemiddeld om de zes weken is hij voor een dag gammaglobeline in het ziekenhuis. “Maar inmiddels gaat het heel goed, zoals je hier kunt zien”, aldus Thijs’ moeder.
Blijdorp Dat ‘hier’ is de diergaarde Blijdorp in Rotterdam op 4 februari 2006. Tientallen kinderen bijeen, kinderen met MS samen met hun zusjes, broertjes, vriendjes en ouders. Het jongste kind Mikki van de Zwan, zes jaar, het oudste, Nadine Dekker, vijftien. Afkomstig uit het hele land, van Kaatsheuvel tot Roermond. Georganiseerd door het MS-centrum van de Erasmus universiteit (ErasMS) Rotterdam, in het kader van een daar begonnen onderzoek naar ontstekingen van de witte stof bij kinderen. Een veelomvattend project dat waarschijnlijk vele jaren gaat duren. Deze zaterdagmiddag is vooral bedoeld om de kinderen en ouders met elkaar te laten kennismaken. Neuroloog/immunoloog dr. Rogier Hintzen, directeur van het ErasMS en coördinator van het onderzoek: “Mensen laten leren van elkaars problemen en oplossingen, daarmee moet je beginnen vind ik. En wij als MS-centrum hopen daarmee beter boven water te krijgen wie die jonge MS-kinderen precies zijn en wat voor problemen ze hebben”. Voor Hintzen is het “de meest logische aftrap van een project dat als oogmerk heeft om via studie naar MS bij kinderen meer over de ziekte in het algemeen te weten te komen”.
2-3
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 4
R ONDO M MS Waarbij hij en zijn collega's het nuttige met het aangename combineren. Want terwijl hij zich verstaat met de ouders, krijgen de kinderen een uitstapje in de dierentuin.
Twee soorten Hintzen laat zijn gezelschap onder meer op filmpjes zien wat er met de witte stof misgaat, hoe de isolatie van zenuwcellen wordt aangevreten en waardoor de signaaloverdracht verstoord raakt. Hij legt uit dat er bij kinderen twee soorten zijn van het begin van MS. “De ene is de klassieke, zoals je die ook bij volwassenen ziet. Dikwijls beginnend met een oogzenuwontsteking. Meestal rustig en vaak gaat die snel over. En je hebt ADEM, Acute Demyeliniserende EncepholoMyelitis. ADEM kan vrij heftig en eenmalig zijn maar het kan ook uitlopen in een chronische ziekte als MS. We weten ook dat mensen bij wie we op latere leeftijd MS constateren vaak zeggen: volgens mij had ik het al eerder”. Hij vertelt, zich een man te herinneren die zei dat hij vroeger vaak dacht dat hij zand in zijn schoenen had, dat hij steeds iets voelde kriebelen. “Zijn moeder vond hem een zeurpiet want er zat nooit iets. En achteraf kom je er dan achter dat dit vermoedelijk toen al een gevoelsuitval was als gevolg van MS”.
Ze laat een filmpje zien van een kind met MS dat een eenvoudige legpuzzel niet in elkaar weet te krijgen. “Dit zijn kinderen met visueel-ruimtelijke problemen. Niet onbelangrijk omdat het bijvoorbeeld het rekenen kan bemoeilijken. De fijne motoriek is bovendien vaak niet goed. Dat geldt voor zestig procent van de kinderen met MS. Eén op de vijf kinderen met MS praat soms onduidelijk. Heel jonge kinderen met MS hebben dikwijls een zeer beperkte woordenschat of kunnen moeilijk schrijven. Zulke problemen plaatsen een kind heel gemakkelijk buiten de groep leeftijdgenoten”.
Maar het grootste probleem bij kinderen met MS lijkt toch wel het concentratieprobleem. “Dat komt voor bij ongeveer vier op de tien kinderen met MS. Ze zijn zeker niet minder intelligent dan gezonde kinderen maar wel vaak slordiger, chaotischer, dromeriger en hebben door hun aandachtsprobleem dikwijls een slechter geheugen. gaat ervan uit
“Hintzen dat bij 3 tot 5 procent van de mensen met MS de ziekte al voor hun zeventiende is begonnen...”
Inmiddels gaat Hintzen ervan uit dat bij 3 tot 5 procent van de mensen met MS de ziekte al voor hun zeventiende is begonnen. “We weten ook dat het bij kinderen vrijwel altijd RR MS is, zelden de progressieve vorm. En dat kinderen gemiddeld een halve tot één aanval per jaar hebben, vaak milder dan bij volwassenen. We treffen MS veel meer bij meisjes aan dan bij jongens, althans na hun twaalfde levensjaar, eerder lopen ze gelijk op. En dus lijkt het er zeer op dat hormonen een rol spelen”. Hintzen somt op wat onderzoekers zoal nodig hebben om op dit punt verder te komen. En dat zijn niet alleen bloedtesten, ruggenprikken, oogzenuwonderzoeken en scans, zo maakt hij duidelijk, maar ook gewone contacten met kinderen en hun ouders om hun ervaringen te horen, dus ook sessies als deze.
Leerstoornissen De kinderneuroloog dr. Coriene Catsman-Berrevoets van het Rotterdamse Sophia kinderziekenhuis schuift aan, nog een hoofdrolspeler in het project. Zij heeft het vooral over leerstoornissen die het gevolg kunnen zijn van MS. Dat het bij MS gaat om ontstekingen die zich voortdurend lijken te verplaatsen, zodat een kind plots een concentratieprobleem kan hebben, dan weer een spraakstoornis en later misschien weer iets anders.
Daarbij komt dat ze uit zichzelf vaak niet goed kunnen organiseren met als mogelijk gevolg dat ze slecht vriendjes of vriendinnetjes maken. Daarnaast geldt dat de meeste kinderen met MS een gebrek aan flexibiliteit hebben en snel in paniek raken bij onverwachte zaken”.
Thérèse en John luisteren zeer geïnteresseerd en knikken af en toe herkennend.
MSkidsweb Intussen dolt hun Thijs met andere kinderen vrolijk door de dierentuin. Sommigen van hen bekend van MSkidsweb, de kindersite van MSweb. Mikki en Nadine bijvoorbeeld. En Iris de Jong (1994), met wie Thijs al een tijdje e-mailcontact heeft. Ze zien elkaar hier voor het eerst. En ze proberen meteen een afspraak te maken voor een volgende keer. In een treintje gaan ze langs de diverse dierverblijven. Even in en uit een kunststoffen ei kruipen, onderdeel van de uitleg over de voortplanting van schildpadden. En natuurlijk tussendoor met zijn allen op de groepsfoto. Maja Baars, kinderverpleegkundige van het Rotterdamse revalidatiecentrum Rijndam, legt een paar honderd meter verderop aan de moeders en vaders uit hoe en waar er oplossingen te vinden zijn voor de problematiek die dr. Catsman schetst. “Ga eens naar een revalidatiecentrum en schakel bijvoorbeeld een logopedist in voor het taal- of spraakprobleem.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 5
F AMILIEGEBEUREN Of een ergotherapeut, die ervoor kan zorgen dat je kind zelfstandiger wordt. Een fysiotherapeut om de conditie meer op peil te brengen, spierstijfheid te bestrijden, ademhalingstechnieken te oefenen en te bezien of het kind bepaalde hulpmiddelen nodig heeft. En ga met de leerkrachten praten, omdat het vaak een kwestie is van het kind meer tijd geven. Scholen komen meestal niet uit zichzelf op zoiets”.
Een keer per jaar Hintzen luistert aandachtig mee. “Hier leer ik van. Bijvoorbeeld dat bij veel kinderen met MS de ergste problemen niet zozeer - zoals bij volwassenen technische, lichamelijke problemen zijn, maar de dagelijkse beslommeringen, op school, thuis en bij de omgang met vriendjes en vriendinnetjes. Wat mij betreft doen we dit minstens een keer per jaar en met nog meer kinderen”. Cora de Jong, moeder van Iris: “Het lijkt me heel prettig dit contact te onderhouden want we vonden dit een geslaagde middag, informatief en verzorgd”. De MS- en kinderverpleegkundige Carolien van ‘t Hoff ziet en hoort het tevreden aan. Zij organiseerde dit. “Ik ben hieraan begonnen omdat de moeder van een MS-patiëntje aangaf behoefte te hebben aan contact met andere ouders. En ook haar kind had behoefte aan contact met lotgenoten. Na wat brainstormen is dit eruit gekomen.
Kennismaken en informatie verstrekken, plus kinderen met MS een leuke dag bezorgen. Ik denk dat dit gelukt is”. Thijs bevestigt het bij navraag onmiddellijk, nog nagenietend van de pannenkoeken. “Heel gezellig. En ik vond de dieren ook leuk. En dat we in die hokken mochten. We kregen ook goede uitleg en op het einde ook lekker eten. Het was een supergezellige dag”. En Iris is dat geheel met hem eens. “Ik vond het heel erg leuk dat ik andere kinderen heb leren kennen die MS hebben. En ook de rondleiding, want ik hou heel erg van dieren”.
(ADVERTENTIE)
4-5
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 6
foto: Wendelmoet Holtrust
R ONDO M MS De diagnose MS is sneller te stellen. De formele diagnoseregels zijn verbeterd. De moeite waard om bij stil te staan, al was het maar omdat het werk aan de nieuwe regels is gedaan door een internationale commissie onder leiding van de Nederlandse MS-professor dr. Chris Polman, verbonden aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Wij vragen hem om een nadere uitleg. Hij geeft die samen met drs. Jessica Nielsen.
Door: drs. Jessica Nielsen en prof. dr. Chris Polman
Diagnose MS
sneller en met meer zekerheid
De criteria voor het stellen van de diagnose multiple sclerose (MS) zijn onlangs verbeterd. Daarbij gaat het om een verfijning van de zogeheten McDonald-criteria, genoemd naar de neuroloog W. I. McDonald. En die waren weer de opvolger van de Poser-criteria, waarvan neuroloog C. Poser een van de grondleggers was. Ontstaan in een tijd waarin neurologen nog niet de beschikking hadden over een MRI-scan. Maar voor een goed begrip: ook met MRI is de diagnose MS nog steeds niet makkelijk te stellen. Een simpele bloedtest is niet beschikbaar en een patiënt moet altijd aan meerdere criteria of kenmerken voldoen. Het gaat dan bijna altijd om een combinatie van klachten die de patiënt aan de neuroloog rapporteert, afwijkingen die de neuroloog bij lichamelijk onderzoek kan vinden, afwijkingen die op de MRI-scan van de hersenen te zien zijn en eventueel afwijkingen die in de hersenvloeistof zijn aan te treffen. Het zijn die diagnoseregels, die criteria voor het stellen van de diagnose MS, die onlangs zijn herzien.
RR MS In de eerste plaats gaat het om het stellen van de diagnose relapsing remitting MS (RR MS), een MS-vorm met periodes van terugvallen - ook wel ‘Schubs’ geheten . Het grootste deel van de mensen met MS – 80 tot 85 procent - heeft die vorm. Sinds jaar en dag stellen neurologen die diagnose aan de hand van de aanwezigheid van meerdere episodes van klachten en afwijkingen bij lichamelijk onderzoek (=spreiding van tijd) die afkomstig moeten zijn van minimaal twee plaatsen in de hersenen of het ruggenmerg (=spreiding in ruimte). Deze vereisten van ‘spreiding’ in tijd en ruimte zijn de basis voor de diagnose MS.
Poser criteria De Poser-criteria, de gangbare diagnostische criteria tussen 1983 en 2001, waren vooral gebaseerd op de klachten van de patiënt en bevindingen bij het lichamelijk onderzoek en in de hersenvloeistof. MRI was toen nog alleen voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar. Het optreden van een tweede periode van klachten die vanuit een andere plaats in de hersenen ontstond was in die tijd het belangrijkst voor het stellen van de diagnose. Dit kon echter jaren duren. Meestal kreeg de patiënt de diagnose ‘mogelijk MS’ en wist lange tijd dus niet zeker of hij of zij nu wel of niet MS had of misschien een andere ziekte. Vanaf begin jaren ‘80 is veel onderzoek naar en met MRI verricht. Op grond van een aantal studies is duidelijk geworden dat in veel gevallen de diagnose MS al met zekerheid te stellen was na één periode van klachten en één MRI-scan van de hersenen korte tijd daarna. Voor het aantonen van spreiding in tijd hoefde niet meer gewacht op een tweede periode van klachten maar bleek minimaal 1 nieuw actief plekje - wat betekent dat het aankleurt met contrastvloeistof - op een MRI van de hersenen minimaal 3 maanden na het ontstaan van de klachten voldoende. Om spreiding in ruimte aan de tonen was niet meer nodig dat de klachten afkomstig waren van meer dan 1 plekje in de hersenen, maar was het aantonen op de MRI van de hersenen van een minimum aantal plekjes op voor MS specifieke plaatsen voldoende.
McDonald-criteria Deze onderzoeksbevindingen zijn met de in 2001 verschenen McDonald-criteria in de regels voor de MS-diagnose verwerkt. Met deze aangepaste criteria bleek het mogelijk om ongeveer drie keer zo vaak een diagnose MS te stellen als met de oude Poser-criteria.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 7
RONDOM DE DIAGNOSE MS De ruggenprik, voorheen altijd nodig om afwijkingen toch echt sprake te zijn van MS bij deze patiënten. in de hersenvloeistof aan te tonen, werd in veel Daarom zijn in de herziene criteria typische gevallen overbodig. afwijkingen in de hersenvloeistof niet meer strikt De huidige herziening is een verderen uitwerking noodzakelijk voor de diagnose PP MS. van die McDonald-criteria. Voor het stellen van de diagnose RR MS zijn de belangrijkste veranderingen Overigens blijft het wel aantonen ervan de voorkeur in de diagnose dat: houden, al is nu dus ook bij patiënten zonder afwijkingen op de MRI-scan van het ruggenmerg afwijkingen in de hersenvloeistof de diagnose te een grotere rol krijgen. stellen. Bij deze patiënten zijn dan wel bepaalde afwijkingen op de MRI van zowel de hersenen als Bepaalde plekjes op de MRI-scan van het het ruggenmerg nodig. ruggenmerg blijken namelijk vrijwel alleen bij mensen met MS voor te komen. Als zo’n afwijking wordt gezien, is gebleken dat de kans dat de patiënt Verhaal en onderzoek een andere ziekte heeft dan MS erg klein is en is De bevindingen van de neuroloog blijven voor het daarmee dus de kans op MS heel groot. stellen van de diagnose van zowel RR als PP MS, net De aanwezigheid van zo’n afwijking telt nu dan als in eerdere criteria, essentieel: bij het horen van ook een stuk zwaarder mee voor het verhaal van de patiënt en het het aantonen van ‘spreiding in lichamelijk onderzoek vormen ruimte’. De verwachting is dat die bevindingen de basis. hierdoor de diagnose MS met En zowel het beeld dat hij zich “De herziene meer zekerheid is te stellen; hierdoor vormt als alle gegevens diagnostische criteria de regels voor het aantonen van uit aanvullend onderzoek bloedtest, MRI-scan, spreiding in tijd minder streng geven neurologen de hersenvloeistof, etcetera zijn geworden. gelegenheid om sneller en mogen dan niet beter zijn te Het ontstaan van duidelijk nieuwe plekjes op een MRIzekerder de diagnose MS verklaren door een andere ziekte. scan minimaal 30 dagen na het te stellen.” Hetgeen niet wegneemt dat de ontstaan van de eerste klachten herziene diagnostische criteria is ook voldoende. De plekjes hoeven dus niet meer perse neurologen de gelegenheid geven actief ontstoken te zijn, en er om sneller en zekerder de hoeft ook niet meer 3 maanden te worden gewacht diagnose MS te stellen. Al zal het nog wel even duren voor de nieuwe MRI. Hiermee zal de diagnose MS voor de nieuwe regels wereldwijd in gebruik zijn. dus sneller te stellen zijn.
PP MS De primair progressieve vorm van MS (PP MS), waarbij er geen episodes van klachten zijn, maar een geleidelijke achteruitgang, is vaak moeilijker te diagnosticeren. In de McDonald-criteria uit 2001 is ook beschreven hoe deze diagnose te stellen is: het belangrijkste is dat er sprake moet zijn van een geleidelijke achteruitgang. Een tweede vereiste is dat in de hersenvloeistof ontstekings-eiwitten zijn aan te tonen die niet in het bloed zitten. Afwijkingen op de MRI hebben vaak aanvullende waarde. In de laatste jaren is gebleken dat een deel van de patiënten met voor primair progressieve MS verdachte geleidelijke achteruitgang toch geen typische afwijkingen in de hersenvloeistof hebben. Na uitgebreid uitsluiten van andere ziektes bleek er
Geen vaste criteria voor andere vormen van MS Voor andere vormen van MS dan RR MS en PP MS zijn eigenlijk geen aparte, vaste criteria. Secundair progressieve MS (SP MS) is een vorm van MS waarvoor de patiënt eerst RR MS moet hebben gehad. RR MS gaat over het algemeen pas na veel jaren - of nooit - over in SP MS. Dan is dus de diagnose RR MS vrijwel altijd al gesteld. Ook bij de benigne en maligne vorm van MS gelden geen officiële criteria maar gaat het om een inschatting die de neuroloog maakt.
“De diagnose MS is sneller te stellen. De formele diagnoseregels zijn verbeterd.”
6-7
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 8
R ONDO M DE TAFEL MS Research Lentelunch 2006 Aan de voormiddag van de lente werd het Kurhaus in Scheveningen gevuld met gasten van MS Research voor een gezellig en stijlvol samenzijn.
Veel bedrijven die MS Research een warm hart toedragen hadden een tafel gekocht, zoals deze…
Tijdens een bijzondere lunch, afgewisseld met licht entertainment, vond een zeer speciale veiling plaats. Tijdens deze veiling werden stukken van veelbelovende jonge kunstenaars geveild, samen met werken van gerenommeerde kunstenaars als Jan Sierhuis, Marte Röling en Otazu. De overweldigende opbrengst van deze veiling maakt het MS Research Fellowship 2006 voor dr. Leonie Boven mogelijk (zie kader rechterpagina)!
Maartje van Weegen in gesprek met Inge Huitinga, die ooit als een van de eersten een Fellowship kreeg en met Leonie Boven, die nu de gelukkige is.
Hanneke Douw-Faut vertelde op indringende en aangrijpende wijze waarom zij de MS-Hersenbank een warm hart toedraagt.
Daarnaast ontving Melanie Bosboom de MS Research Kunstprijs en Lonneke Gordijn de Jong Talentprijs, beide mogelijk gemaakt door de Den Haag media groep.
De grote zaal van het Kurhaus vormde een sfeervol decor voor de Lentelunch.
Al met al een zeer geslaagd evenement met een niet minder geslaagde opbrengst! Carel Kraayenhof en zijn Sexteto Canyengue zorgden voor een bijzondere muzikale bijdrage.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 9
R ONDO M DE TAFEL MS-fellowship 2006:
Onderzoek naar een beschermingsmechanisme bij MS
Maartje van Weegen, ambassadeur en Dorinda Roos, directeur, in afwachting van de veiling.
Maartje van Weegen toont de door Otazu ter beschikking gestelde set, die later door Sylvia Tóth gekocht zal worden en…door haar geschonken wordt aan de dochter van Hanneke Douw, Rosa.
Veilingmeester Chris Vellinga van het Venduehuis der Notarissen in Den Haag enthousiasmeerde de zaal enorm; uiteindelijk werd het bedrag voor het Fellowship dan ook gehaald!
De tafel van mevrouw M. Meijer-Bergmans, directeur Mab Art Fund en tevens jurylid MS Research Kunstprijs, bood enthousiast mee! Ook Anne-Wil Blankers bracht nog twee veilinglots in.
Veldhuis en Kemper, bijzondere vrienden van de Stichting, zorgden naast leuke muziek, tijdens dit evenement ook voor een lach op de gezichten.
Het MS-fellowship wordt één keer in de twee jaar uitgereikt. Het doel van het fellowship is om getalenteerde onderzoekers te behouden voor het MS-onderzoek en in de gelegenheid te stellen een eigen onderzoeksgroep op te bouwen. Het fellowship bestaat uit een subsidie voor een 4-jarig onderzoeksproject van een ervaren gepromoveerde onderzoeker. Een voorwaarde voor het 4e jaar is een vaste aanstelling bij de universiteit. Het MS-fellowship 2006 is uitgereikt aan dr. Leonie Boven van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Zij zal onderzoek doen naar een natuurlijk beschermingsmechanisme bij MS. Bij MS wordt myeline (het isolerende materiaal om zenuwvezels, dat ervoor zorgt dat signalen snel en efficiënt worden doorgegeven) afgebroken door een aanval van het ontregelde afweersysteem. Dit leidt - samen met het beschadigen van de nu onbeschermde zenuwvezels – tot het optreden van MS-klachten. Bij de afbraak van myeline spelen verschillende soorten afweercellen (witte bloedcellen) een belangrijke rol. Een van deze witte bloedcellen wordt macrofaag (letterlijk: grote eter) genoemd. Macrofagen spelen een belangrijke rol bij het opruimen van myeline en celresten. Macrofagen, die myeline hebben ‘gegeten’, veranderen van uiterlijk. Ze zien er onder de microscoop uit alsof er schuim in zit en worden daarom schuimcellen genoemd. Dr. Leonie Boven onderzoekt of behalve het uiterlijk ook de eigenschappen van macrofagen veranderen na opname van myeline. Zij heeft gevonden dat dit inderdaad het geval lijkt te zijn. Terwijl macrofagen in de regel ontstekingen bevorderen, hebben ze na opname van myeline ontstekingsremmende eigenschappen. Gedurende het fellowship zal Leonie deze ontdekking nader onderzoeken. De eigenschappen van schuimcellen wijzen erop dat zij mogelijk een belangrijke rol spelen bij het onderdrukken van MS-ontstekingen en bij het wijzigen van de aanval van het afweersysteem op de myeline. Meer kennis over manieren waarop MS-ontstekingen geremd kunnen worden, zal een belangrijke rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van een therapie tegen MS. Behalve of de schuimcellen ontstekingen kunnen remmen, zal zij ook onderzoeken of schuimcellen zenuwcellen kunnen beschermen tegen schadelijke stoffen. Beschadiging van zenuwcellen door stoffen, die bij MS-ontstekingen vrijkomen, lijkt een belangrijke rol te spelen bij het ontstaan van blijvende klachten en handicaps.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 10
R ONDO M DE TAFEL Marianne en Henk Timmer hadden het goed naar hun zin. “Ons leven bestaat uit bewegen, wij doen graag iets voor mensen die minder gemakkelijk bewegen”. Marianne bracht een bril in die zij droeg tijdens de gouden race en Henk een shirt.
V.l.n.r. Dorinda Roos, Lonneke Gordijn - winnares Jong Talentprijs, Wim Verhagen - directeur Den Haag media groep en Melanie Bosboom - winnares MS Research Kunstprijs.
Kinderen uit groep 8 van de BohemenKijkduinschool deden goede zaken tijdens de verkoop van loten voor de loterij. Omdat Chris Veraart al bij hen op school geweest is, weten zij prima wat MS is!
En zij maakten het allemaal mogelijk; de Kunstcommissie van MS Research, v.l.n.r. Wim Verhagen (DHmg), Ida van der En ook zij wilden natuurlijk een handtekening van Woude (Van der Woude Art Consultancy hun twee grote idolen… B.V.), Hing Low, Maartje van Weegen en Dorinda Roos. Op de foto ontbreken Niels Menko en Martijn Schuurman.
Colofon
(ADVERTENTIE)
Rondom MS is een periodiek met als doel het zo breed mogelijk informatie bieden over multiple sclerose. Artikelen werden eerder gepubliceerd in MSzien, het virtuele tijdschrift van www.msweb.nl. Eindredactie: Dorinda Roos, directeur Stichting MS Research. E-mail:
[email protected] Vormgeving: Rob Verhoeven. E-mail:
[email protected] Drukwerk: Samplonius&Samplonius B.V. E-mail:
[email protected] Productie: Stichting MS Research • Oplage: 200.000 • Datum: mei 2006
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 11
F AMILIEGEBEUREN
Nico Kiers (1963) heeft MS. Bovendien heeft hij niet alleen een vader en opa met MS maar ook nog eens een moeder met dezelfde ziekte. Toch is Nico niet met MS ‘opgegroeid’. Hij was nog maar een baby toen opa overleed en hij was het huis al uit toen zijn ouders de diagnose MS kregen. Zijn moeder en hij hoorden het ongeveer tegelijkertijd. Maar dat ook hij MS had, hield Nico toen maar een poosje geheim voor zijn ouders.
Viermaal MS in drie generaties Kleinzoon, opa, vader én moeder Nico (1963) groeit op als oudste zoon in een middenstandsgezin met vier kinderen. Vader Daan en moeder Froukje hebben onder meer een groentenzaak in Sappemeer, aan het Winschoterdiep. Maar tijdens het dempen van het Winschoterdiep, is de winkel bijna onbereikbaar en daarmee droogt ook de klandizie op. Het gezin moet verhuizen. Wel blijven ze altijd trouw aan de noordelijke provincies, Groningen en tegenwoordig Drenthe. Nico woont nu in Gieterveen en zijn ouders in Westerbork. Nico’s opa, de vader van Daan, had multiple sclerose. Maar daar kan Nico zich niets van herinneren. Hij was nog maar een baby toen opa overleed. In 1976 krijgt zijn vader voor het eerst oogklachten en komt daarmee bij de bekende neuroloog professor dr. J.M. Minderhoud in Groningen terecht. Diverse onderzoeken volgen, maar de oogproblemen gaan ‘vanzelf’ weer over. Nico is op dat moment dertien en zit op de MAVO. Dat zijn vader destijds naar de dokter ging, daar heeft hij geen enkele herinnering aan. Niet zo gek, als je bedenkt dat vader ook niet eens de uitslag van het onderzoek te horen kreeg. Of misschien ging hij de uitslag niet eens halen. De klachten waren immers over.
Lange studie Na de MAVO bezoekt Nico de HAVO en vervolgens het Atheneum. “Voordeel van die lange schoolweg was dat ik elke keer uitstel van militaire dienst kreeg”, legt hij uit. Nico gaat scheikunde studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen en in 1988 gaat hij samenwonen met - inmiddels zijn vrouw - Erica.
foto: uitgeverij Querido
Door: Nora Holtrust
10-11
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 12
R ONDO M MS Na het behalen van zijn doctoraalexamen Scheikunde, trouwen hij en Erica. Nico solliciteert op een baan aan de universiteit. Een promotieplaats. Nico wil onderzoek doen en promoveren. “Het is moeilijk uit te leggen wat voor onderzoek ik deed. Het ging om katalyse-onderzoek. Katalyse is het versnellen of vertragen van scheikundige reacties die onder normale omstandigheden niet of nauwelijks voorkomen. Ik werkte met speciale metalen die het versnellen of het maken van bepaalde reacties mogelijk moesten maken”.
Ziekte van Ménière Toen hij op de universiteit werkte, kreeg Nico op een gegeven moment een aantal klachten. “Ik was duizelig en had last van dubbelzien en ik had ook heel weinig energie. Achteraf denk ik dat ik toen een schub had, maar ik dacht zelf geen moment aan MS”. Nico kwam eerst bij een bedrijfsarts terecht, die dacht dat hij het syndroom van Ménière had. Die ziekte kenmerkt zich door aanvallen van draaiduizeligheid, gehoorverlies en oorsuizen.
En ze zeggen altijd dat het niet erfelijk is… Later hebben ze me verteld dat het weliswaar niet erfelijk is maar wel ‘familiair’! Dat het dus in bepaalde families meer kan voorkomen… “. De twijfel is duidelijk hoorbaar in Nico’s stem.
“Daarmee ben ik naar de huisarts gegaan en die ging mee in Hij vervolgt: “Op het moment dat je met zoiets wordt geconfronteerd, valt dat je wel heel rauw op je dak. Ik zelf die diagnose. Ik kreeg medicijnen en mijn klachten gingen en ook Erica, geloof ik, wilden het in het begin eigenlijk niet over. Dat was in 1991. Daarna heb ik een hele tijd geen last onder ogen zien. Maar ook omdat het zo moeilijk was, meer gehad. Tot in 1996, toen ging ik weer dubbelzien. vooral naar mijn moeder toe, want die heeft een behoorlijk Weer naar de huisarts. Die nam een aantal testjes af, langs progressieve vorm. Bij haar zag je dat een rechte lijn lopen en zo, en liet me er van maand tot maand dingen bij eigenlijk meteen al weten dat hij aan kwamen die ze niet meer kon doen. MS dacht. Hij verwees me door naar Nu staat het gelukkig een beetje stil”. een neuroloog in Assen. Mijn ouders “Mijn opa, mijn vader, liepen bij diezelfde neuroloog. Mijn mijn moeder en nou vader had inmiddels ruim een jaar de Omscholing diagnose MS en bij mijn moeder was Nico heeft een half jaar bij het ook nog ikzelf. het net geconstateerd”. laboratorium van Shell in Amsterdam aan zijn onderzoek gewerkt. Hij is in die Nico krijgt een MRI-scan en die laat de tijd vaak vermoeid en bij het schrijven En ze zeggen altijd dat bekende vlekjes in de hersenen zien. van zijn proefschrift kan hij zich slecht het niet erfelijk is…” De neuroloog bespreekt met hem de concentreren. Maar hij merkt ook dat mogelijkheid dat ook hij MS heeft maar dit soort onderzoekswerk toch ook niet vindt het op dat moment nog te vroeg echt zíjn ding is en hij besluit zijn om de diagnose met honderd procent onderwijsbevoegdheid te halen. zekerheid te stellen. Nico: “Toen heb ik gezegd: zeg dan maar liever helemaal niks. Dan kan ik tenminste gewoon Nico: “Ik ben les gaan geven, wiskunde en scheikunde. Eerst verder leven. Ook met het oog op verzekeringen en ik had op twee scholen, in Diever en Meppel, later nog maar op één net een vaste aanstelling. Daar kwam nog bij dat ik het ook school. In 2000 had ik het idee dat, als ik nu maar wat minder verschrikkelijk moeilijk vond om aan mijn ouders te uren zou werken en een dag vrij in de week zou nemen, ik vertellen: ik heb ook MS”. het wel zou kunnen volhouden.
Kop in 't zand ”Nou ja”, zegt Nico, “eigenlijk heb ik een tijdlang mijn kop gewoon in het zand gestoken. Ik dacht bij mezelf, nou dat is toch wel erg raar. Mijn opa, mijn vader, mijn moeder en nou ook nog ikzelf.
Maar inmiddels ben ik toch voor 65 tot 80 procent afgekeurd. Ik werk nu nog 50 procent maar in overleg met de school ga ik terug naar 35 procent. Mijn werkgever werkt echt aan alle kanten mee”.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 13
F AMILIEGEBEUREN De gemeente vond eerst dat we maar moesten verhuizen. Maar wij willen graag hier blijven wonen. Het gaat niet alleen om mij. Het gaat ook om mijn vrouw en de kinderen.
Boerderij Nico vertelt dat ze nu in een WVG-procedure zitten met de gemeente om in Gieterveen te kunnen blijven wonen. “We hebben altijd paardgereden, mijn vrouw en ik. Paardrijden lukt me niet meer, maar we hebben de paarden nu voor de fokkerij. We hebben wei genoeg en ’s winters staan ze op stal. Buiten hebben we het al helemaal toegankelijk laten maken, met brede paden zodat ik op den duur toch overal met de scootmobiel kan komen. Nu moet de boerderij alleen nog van binnen worden aangepast.
We wonen hier mooi en we hebben lage hypotheeklasten. En de gemeente kon geen ander geschikt huis voor ons vinden. Het Centraal Indicatie Orgaan heeft gezegd dat er dan maar verbouwd moet worden. Binnenkort zal de beslissing vallen”. Nico en zijn vrouw hebben voor de WVG-procedure de hulp ingeroepen van de sociaal juridische afdeling van de stichting MEE en zijn daar erg tevreden over. MEE is er voor iedereen met een beperking. MEE adviseert, ondersteunt en wijst de weg op het gebied van onderwijs, opvoeding, wonen, werken, sociale voorzieningen, inkomen, vervoer en vrije tijd. MEEkantoren zijn er in het hele land en ze zijn te vinden via www.mee.nl. Alle diensten van MEE zijn gratis.
Met z’n drieën een ziekte Door: Nora Holtrust
Mijn moeder is altijd het zonnetje in huis Roel Peters (1978) is nog niet zo heel lang geleden weggevlogen uit het ouderlijk nest. Als zijn moeder geen MS had gehad was dat waarschijnlijk toch wel een paar jaar eerder geweest. We hebben een afspraak met Roel in de ook voor mensen met een handicap geheel toegankelijke bungalow van zijn ouders in het mooie Brabantse Oisterwijk. Behalve met Roel spreken we daar met moeder Jacqueline.
Lees verder op pagina 14
12-13
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 14
R ONDO M MS “We hebben met z’n drieën een ziekte”, zegt Roel. Zijn moeder vult aan: “Ik ben de MS-patiënte, maar mijn man heeft een invalide vrouw en mijn zoon heeft een invalide moeder. En daar hebben wij met z’n drieën ook over gesproken dat de mensen dat moeten weten, wat zij niet allemaal voor mij doen. Het gáát niet alleen om mij. Ze moeten ook eens vragen hoe gaat het met jou en met jou”. Dit gezegd hebbende, maakt Roel toch niet de indruk dat hij nou zo vreselijk onder de ziekte van zijn moeder heeft geleden of lijdt. “Van kleins af aan weet ik dat ze een ziekte heeft, maar toen was er nog niets te zien voor mij. Op een gegeven moment gaat ze lopen met een stok en later wordt het een rolstoel voor langere stukken. Maar toen ik jong was heb ik er nooit bij stil gestaan wat ze had. De rolstoel is een jaar of tien geleden gekomen, dat kan ik me nog wel herinneren”. In 1995 kwam vader Gé in het ziekenhuis terecht, lag maar liefst vijf weken op de intensive care en vlak nadat hij uit het ziekenhuis was ontslagen moest Jacqueline acuut het ziekenhuis in. Roel was toen ongeveer zeventien jaar. “Op dat moment zelf was ik trouwens op vakantie” zegt Roel, “ik hoorde het pas toen ik thuis kwam”. Maar waarom Jacqueline toen in het ziekenhuis heeft gelegen, weten ze allebei eigenlijk niet. Was het een Schub, was het een terugslag na alle spanning en stress omdat vader zo ziek was, een combinatie van die twee? “Ze is in die tijd wel snel achteruitgegaan”, weet Roel nog.
Jacqueline Jacqueline heeft al ruim dertig jaar MS. In 1972 krijgt ze last van de eerste symptomen. Ze komt terecht bij een neuroloog, bezoekt hem eens in de drie maanden maar hij vertelt haar alleen dat ze het heel rustig aan moet doen. Niet sporten, niet werken, schrikreacties proberen te vermijden, alleen maar rust en nog eens rust. Ondanks dat advies, trouwt Jacqueline kort daarna en in 1987 wordt Roel geboren. Daar is de neuroloog niet al te gelukkig mee en meer kinderen wordt haar dan ook meteen afgeraden. Voor Jacqueline voelt het als een verbod. Op een zondagavond, Jacqueline herinnert zich het nog heel goed, heeft ze Roel op tijd in bed had gestopt – hij is dan een jaar of twee – omdat ze Studio Sport wil zien. Ze ziet nog een staartje van het programma ‘Artsenij’ dat aan Studio Sport voorafgaat. “Ze lieten in dat programma drie symptomen van de ziekte MS zien en als je twee van de drie symptomen had, dan had je MS.
Nou die symptomen daar had ik er dus twee van. Ik ging zo snel mogelijk naar de neuroloog in Tilburg. Ik vroeg: heeft mijn ziekte een naam? Ja, zegt die man, natuurlijk heeft die een naam. Ik zeg: nou, dan ben ik een MS-patiënt! Zegt de neuroloog: hoe kom je daar nou bij? Ik zeg: hoe kom ik er van af? Hij zegt: daar kom je nooit meer van af. Ga nu eerst maar naar huis, praat er over met je man en kom dan over veertien dagen terug, dan zal ik je vertellen wat MS is. Mijn man en ik hebben twee weken zitten janken maar toen zei mijn man: en nou stoppen we er mee want daar word jij niet beter van. Toen heb ik het geaccepteerd. En bij de neuroloog zei ik ook: ik accepteer het. Omdat ik het zo goed opvatte, had de neuroloog er wel spijt van dat hij het me niet veel eerder had verteld. Want al die jaren mocht ik dus niets. Dat is in de huidige tijd wel andersom. Nu zeggen ze: doe vooral de dingen die je leuk vind. Wat je nog kunt, moet je nu doen”.
Café Roel kan er maar moeilijk tussenkomen bij zijn moeder maar dat schijnt hem niet echt te deren. “Er zitten allerlei dingen bij die ze nu vertelt, die ik nog nooit gehoord heb. Want er wordt ook niet veel over gesproken hier in huis. Als ik elke dag vraag: hoe gaat het? Dat is voor haar niet leuk en voor mij niet leuk. Ik ben er langzaam mee opgegroeid. We hadden vroeger een café”, vertelt Roel, “en daar woonden we boven. Ik zat nooit in het café, ik zat altijd boven en zij waren 90 procent van de tijd met zijn tweeën beneden. Maar in principe was één telefoontje naar beneden voldoende en dan kwam er iemand naar boven. Ik kon mezelf altijd goed vermaken, daar heb ik nooit problemen mee gehad. Eén autootje bij wijze van spreken en ik vermaakte me wel. Maar van die periode kan ik me nou ook weer niet gigantisch veel herinneren. ’s Middags aten we meestal met z’n drieën. Ik weet niet wat het is om een broertje of zusje te hebben. Ik kan wel zien hoe anderen met hun broer of zus omgaan en natuurlijk zie je dan momenten die jij mist. Maar je ziet ook de voordelen van dat je alleen bent. Je kunt zelf bepalen wat er gebeurt. Je kiest zelf wat je wilt zien op TV. Ik ben er zo mee opgegroeid”.
Op kamers Natuurlijk zitten er ook wel dingen in het leven die hij tot zijn spijt niet heeft kunnen doen. “Kijk, vanwege mam ben ik niet eerder op kamers gaan wonen toen ik in Eindhoven studeerde. Voor mijn gevoel had ik liever op kamers gezeten.
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:57
Pagina 15
F AMILIEGEBEUREN Maar ja, we waren al hierheen verhuisd en pap zat de hele dag op de zaak en om mam dan door de week alle avonden alleen te laten...Dus toen ben ik heen en weer blijven reizen. Het was natuurlijk ook maar een half uurtje. Maar je hebt wel zoiets van, nou ja, je mist iets wat anderen wel hebben gehad. Ik heb nu vorig jaar een huis gekocht en dan ga je voor het eerst op 27-jarige leeftijd op je zelf wonen. Nu moet je opeens alles zelf doen. Dat is toch iets wat je anders in je studieperiode hebt gehad. Dat is nu dan wel opeens een hele grote stap”. Het gezin heeft tot 1994 boven het café gewoond. Daarna zijn ze naar een bungalow aan de rand van het dorp verhuisd. Achteraf net op tijd. “Boven het café blijven wonen was geen optie”, vertelt Roel. “Stel dat we daar nog hadden gewoond en ze was in een rolstoel terecht gekomen, dat was gewoon niet gegaan. Een traplift kon daar niet en een gewone lift ook niet. Dus we moesten daar weg. Sinds we hier wonen gaat alles natuurlijk anders. Alsof je er mentaal ook anders mee omgaat. Nu we hier wonen is alles mogelijk, ben je beter op alles voorbereid”. Gé heeft in zijn eentje het café nog zes jaar voortgezet. Jacqueline vertelt dat ze in die periode nog wel regelmatig met haar scootmobiel naar het
café reed. “Dan zette ik mijn scoot bij de open haard neer en dan liep ik naar het terras en dan kon ik nog gewoon naar het tafeltje van de klanten lopen. Met een dienblad rondlopen ging niet meer maar zo kon ik wel de sociale contacten onderhouden”.
Taxi In 2000, het Europese voetbaljaar, is het café verkocht. Vader Peters is nu thuis. “Het advies luidde, dat als we nog leuke dingen wilden doen, dat we het café nu moesten verkopen”, zegt Jacqueline, “en niet straks als het niet meer gaat”. En dat doen ze nu ook. Roel rijdt vaak even langs maar dan zijn zijn ouders lang niet altijd thuis. Roel, sinds een jaar of vijf taxichauffeur bij een bedrijf in de buurt, komt nog steeds graag thuis. “Mijn moeder is altijd het zonnetje in huis”, zegt Roel. “Dat horen we in het dorp ook van iedereen. Ze straalt altijd. Er zit natuurlijk wel eens een dag tussen dat ze zich niet lekker voelt, maar dan blijft ze thuis en dan ziet niemand haar. Dat beeld zal ook nooit iemand van haar krijgen. Kijk, thuis is wat anders. Dan weten wij wat er aan de hand is en dan zeggen we maar niet teveel tegen elkaar. Want dan kun je toch alleen maar verkeerde dingen zeggen. Maar zo’n bui is altijd snel weer over”.
(ADVERTENTIE)
Weet je, m’n vriend... Een boekje van Hing Low
€ 5,95 ISBN-nummer: 90-78368-01-2
De boekjes zijn ook per 10 stuks in een doosje te verkrijgen. ISBN-nummer: 90-78368-02-0 Te koop in de boekhandel of via MS Research. Zie www.msresearch.nl of bel 071-5600506
14-15
1468.Rondom MS 5-4
12-05-2006
08:56
Pagina 16
R OND
M MS
Korting Als de avonden langer worden, kun je maar beter een paar flesjes witte wijn in huis hebben. Bij mijn slijter krijg je bij de aankoop van een dozijn één fles gratis en voor niks. De flessen zijn in dozen van zes verpakt. Een dozijn betekent dus twee dozen. Uiterst voorzichtig rijd ik de winkel binnen. Eerder had ik al bijna een met flessen Franse Bordeaux gevulde standaard omvergereden. Voor de winkel draai ik de snelheidsbegrenzer op het dashboard daarom van haasje naar schildpad. (De makers van de scootmobiel denken dat invaliden niet kunnen lezen.) Dan blijkt het echter onmogelijk de drempel van de winkel te nemen. Dus toch weer iets meer naar haasje draaien. Ik schiet over de drempel en ik kom met een zenuwachtig lachje net voor de Bordeaux tot stilstand. Ik vraag of ze de fruitige pinot blanc nog hebben. Ik zeg dat ik graag een dozijn wil kopen. Hoe echter de twee dozen met de scootmobiel te vervoeren? Het mandje aan de voorkant is onbruikbaar sinds ik daarmee tegen de deur van het postkantoor ben gereden. Het mandje achter is gevuld met meergranenbrood, sinaasappels en scharreleieren. Ik zeg dat ik wel een doos tussen mijn voeten kan vervoeren. Wat echter te doen met de tweede doos? Deze boven op de eerste doos zetten lijkt te wankel. Waarschijnlijk zal hij de drempel niet overleven. Ik kan natuurlijk ook morgen terugkomen om de tweede doos apart op te halen en zo toch nog het voordeel van die ene gratis fles binnen te halen. De slijter zit zichtbaar met het probleem. De twee doosjes pinot blanc staan al voor mij op de grond. Hij zet alvast een doosje tussen mijn voeten. Er is inderdaad geen plaats meer voor het tweede doosje. Dan maakt de middenstander een groots gebaar. Hij buigt zich voorover en fluistert in mijn oor:’We zouden het in uw geval ook zo kunnen oplossen dat wij u voor de aankoop van zes flessen een halve fles gratis aanbieden, maar dat moet u dan niet verder vertellen, anders komen ze allemaal.’ Tevreden ontkurk ik aan de keukentafel mijn half-gratis fles pinot blanc. Wat je noemt een staaltje van ziektewinst.
Geef deze nieuwsbrief door aan een ander zodat nog meer mensen lezen over de activiteiten van Stichting MS Research.
Stichting MS Research Krimkade 20b Postbus 200 2250 AE Voorschoten Telefoon: 071-5 600 500 Fax: 071-5 600 501 Giro 6989 ABN AMRO 70.70.70.376
[email protected] www.msresearch.nl