er Wat inzitmijn
familie?
HANDLEIDING
tot de
genealogie A N T W E R P E N
Wat zit er in mijn familie? Hoe maak je een stamboom op? Hoe schrijf je een familiegeschiedenis?
Stel: je wil je stamboom opmaken. Prachtig. Een fascinerende bezigheid. Zeker als die boom ooit mag openbloeien tot een echte familiegeschiedenis. Maar zover zijn we nog even niet. Om je op het goede spoor te zetten hebben wij de handen familiaal in elkaar geslagen. Wij, dat zijn: de Erfgoedcel Antwerpen, het Rijksarchief Antwerpen, het Stadsarchief Antwerpen, de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde en haar Nationaal Centrum voor Familiekunde . In deze bladzijden bieden zij je - ook dankzij de medewerking van enkele andere instellingen en mensen - een beknopte wegwijzer aan. Een stamboom opmaken, hoe begin je daaraan? Wat moet je doen en laten, wat moet je kennen en weten? Waar moet je naartoe? In welke volgorde? Wat zijn de wolfijzers en schietgeweren op het familiepad? Op deze vragen krijg je hier een begin van een antwoord, in 10 stappen.
Een voorbeeld van een stamboom. © VVF
We wensen je alvast veel geluk toe met je familieavontuur en we hopen dat jouw bloedeigen boom mag uitgroeien tot een stevig uit de kluiten gewassen exemplaar! Een voorbeeld van een kwartierstaat: een voorstelling van de (voor)ouders of kwartieren. © VVF
2
1. M O M E N T V A N B E Z I N N I N G
Voor je er echt aan begint, is een kleine waarschuwing - of beter: een goede raad van ervaringsdeskundigen - op haar plaats. Wees op je hoede voor het zogeheten ‘stamboomvirus’! Niet dat archieven broeihaarden van ziektekiemen zijn, maar we bedoelen dat je wellicht al snel de eerste resultaten van je werk zult zien en dat vervolgens je enthousiasme zal toenemen. Dat zul je in de hand moeten houden. Doorgewinterde collega-genealogen hebben daar een treffende oneliner voor: ‘Zoek uw familie op, maar verwaarloos uw familie niet.’ Een gewaarschuwd genealoog is er twee waard... Het zou doodjammer zijn dat je T I P dubbel werk gaat doen. Ga daarom ook eerst even na of er in de (ruime) familie al niet iemand bezig is met de stamboom, of een deel daarvan...Dat is echt niet denkbeeldig. Een rondvraag binnen de familie kan duidelijkheid brengen, maar ook het Nationaal Centrum voor Familiekunde weet heel veel...
Oud schrift ontcijferen kan je leren. Deze Antwerpse poortersbrief uit 1761 is nauwelijks leesbaar voor ongeoefende ogen. © VVF
werksessies maakt deel uit van de werking van de VVF. • Koop een goed genealogisch computerprogramma Je kiest het best voor een Nederlandstalig programma met een zogeheten ‘Gedcom’. Dat is een standaard die het mogelijk maakt gegevens uit te wisselen tussen verschillende programma’s. Een goed programma dat je gratis kunt downloaden is Aldfaer; voor andere moet je betalen.
2 . I N V E S T E R E N I N J E FA M I L I E
Een stamboom opmaken - anders gezegd: het beoefenen van de genealogie, letterlijk: de wetenschap van de geslachten vergt een investering van tijd en middelen, zoals elke hobby. Die kan beperkt blijven. Ziehier: • Koop een goede handleiding, zoals *Johan Roelstraete, Handleiding voor genealogisch onderzoek in Vlaanderen (Roeselare, 1998): een uitgebreid standaardwerk. *Jan Vanderhaeghe, Speuren naar je voorouders (1995): een eenvoudige handleiding met nuttige tips en technieken. *H. Vannoppen, De stamboom en geschiedenis van uw familie. Complete en praktische gids voor het reconstrueren van uw familiearchieven (Aartselaar, z.j.). • Sluit je aan bij een genealogische vereniging De Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) is opgedeeld in provinciale en regionale afdelingen. Ongetwijfeld is er bij jou in de buurt zo’n afdeling actief. Je vindt ze op de website van de VVF: http://welcome.to/vvf • Volg een cursus familiegeschiedenis en/of oud schrift Dat hoeft je geen weken te kosten: ongeveer 5 avonden volstaan om op weg te kunnen, dat bewijst de ervaring. Ook het geven van cursussen, voordrachten en
ALDFAER, een Nederlandstalig genealogisch computerprogramma. Gratis van het net te halen en zeer gebruiksvriendelijk. © VVF
• Een genealoog heeft bij elk familiebezoek en in alle instellingen waar hij komt, een stevig stel steekkaarten bij zich (tenzij hij zijn laptop gebruikt uiteraard). • Fotokopieën van documenten zijn betrouwbaarder dan eigenhandig geschreven afschriften. Ze zijn bovendien bruikbaar voor het opbouwen van een familiearchief of als illustratiemateriaal als je ooit je bevindingen publiceert. Maar denk ook aan de kwetsbaarheid van ons papieren erfgoed: fotokopieën nemen is schadelijk. Het is bovendien duur en het resultaat, in veel gevallen afkomstig van een reader-printer, oogt niet altijd even fraai.
3
Als je al iets verder bent en je bent te weten gekomen in welke gemeente of stad (veel van) je voorouders woonden, ga dan ook eens na of daar geen heemkundige kring actief is, of de lokale geschiedenis niet te boek is gesteld etc. Dat kan uiterst nuttig zijn...
TIP
GENEALOGIE VOOR HET SCHERM
Het ligt voor de hand dat voor de genealoog ook het internet ongekende mogelijkheden opent, al moeten we hier ook een waarschuwing laten horen. Je kent vermoedelijk het spreekwoord van de bomen en het bos... Toch loont het de moeite om ook wat tijd voor je scherm door te brengen. Een goede kennismaking biedt alvast de rijke, gedegen en rustig vormgegeven site http://geneaknowhow.net. Die is ontwikkeld door de ervaren genealogen Hein Vera en Herman de Wit en bedoeld om Belgische en Nederlandse genealogen te helpen in hun zoektocht naar informatie. Op de site vind je bv. ook een cursus paleografie en middeleeuws Latijn.
Uit het familiearchief: overlijdensbericht met ‘broodbonnen’. Wie een overlijdensbericht kreeg, kon deze broodbonnen aan de armen geven die de uitvaartplechtigheid bijwoonden © VVF
3. ALLE BEGIN IS... GEMAKKELIJK
Begin bij jezelf. Zo simpel is dat. Je start met je twee ouders en vier grootouders. Vervolgens stoot je door tot de vierde generatie, je acht overgrootouders. Enzovoort. Je noteert hun familienaam, voornamen en voor ieder familielid drie data met de bijbehorende plaatsen: geboorte, huwelijk en overlijden. Vergeet ook hun beroep niet. Wat je hier aan het maken bent, heet een ‘kwartierstaat’. Dat is een nuttig instrument. Een gouden regel van de genealogie: ‘Zoek op basis van bekende gegevens naar onbekende gegevens’. Niet omgekeerd! Vertrek dus niet van een of andere naamgenoot uit de jaren stilletjes, in de hoop dat hij/zij tot je voorouders behoort. Voor je het weet, beland je in een familiale jungle. Of verlies je je tijd met doodlopende sporen.
TIP
HET JUISTE WOORD
- de stam- of voorouderreeks: de eenvoudigste vorm van genealogisch onderzoek. De gegevens vermelden de voorouders van een persoon in de rechte mannelijke lijn (vader-zoon); - de kwartierstaat of vooroudertafel: een volledig overzicht van alle voorouders van een bepaald persoon (de kwartierdrager). Een kwartierstaat is dus een verzameling stamreeksen. Vroeger was een kwartierstaat vooral in de zogeheten ‘hogere kringen’ van belang, als bewijsstuk. Hoe ‘zuiverder’ je afstamming, hoe meer kans je maakte op allerlei voorrechten. (De naam houdt trouwens verband met de ‘kwarten’ van een wapenschild.) Vandaag is het een nuttig document voor wie aan familieonderzoek doet; - de stamboom of genealogie: een voorstelling (getekend of geschreven) van alle mannelijke nakomelingen van een stamvader. Dochters worden vermeld, maar zonder hun nakomelingen. De volgende gegevens worden opgenomen: familie- en voornamen, geboorte-, huwelijks- en sterfdata en plaatsen, beroep; - de familiegeschiedenis vertelt de biografie van de voorouders uit de stamboom met aandacht voor de historische context. De Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) propageert met name de beoefening van deze vorm van genealogie.
Uit het familiearchief: een herinnerings- en een communieprentje © VVF
4
4 . D E R O N D E V A N FA M I L I E
Misschien is je Ronde van de Familie al begonnen bij punt 3. We bedoelen: verzamel eerst zoveel mogelijk gegevens bij je familie. Familiegeschiedenis begint namelijk ook bij je... familie. Hang de geschiedenisjournalist uit en begin met een mondeling onderzoek, door het ondervragen van ouders, grootouders, oom, tantes, neven en nichten... Noteer wat ze vertellen. Verzamel (of kopieer) de bidprentjes, rouwbrieven, huwelijksuitnodigingen, trouwboekjes enz. die ze je geven of tonen. Het geheugen is een wonderlijke maar ook gevaarlijke verwerkingsmachine. Ze durft de realiteit wel eens te vertekenen. Check daarom wat familieleden je vertellen vóór je het voor waar aanneemt. Een ideale en makkelijk bereikbare bron hiervoor zijn trouwboekjes. Daar vind je drie generaties in één officiële klap: vier ouders, de echtgenoot en echtgenote, én hun kinderen.
TIP
Verlucht overlijdensregister van de parochie Aartselaar. © VVF
5. FAM I L I E U ITG E P UT? NA AR H E T VVF ! E E N FAM I L IAL E D E U G D : E E R L I J KH E I D
Een mens zou ze niet te eten willen geven: de families die zogenaamd opklimmen tot roemrijke voorouders, ergens in de nevelen der tijden, en waar nergens sprake is van ook maar één zwart schaap of één minder voorbeeldig familielid... En hoe hoger de adellijke titel, hoe beter. Het is inderdaad al vaker voorgevallen dat (pseudo)-genealogen hun stamboom in mindere of meerdere mate op durven te fleuren met verzonnen voorouders, wapenschilden, titels en al dan niet koninklijke liaisons. Dat staat chique en het levert indrukwekkende verhalen op. Maar eerlijk duurt het langst, ook in de genealogie...
Er komt onvermijdelijk een ogenblik dat je familie je niets meer te bieden heeft. Voor je stamboom, welteverstaan. Ze kunnen geen nieuwe gegevens of bronnen meer aanreiken. Dat is een belangrijk moment: vanaf nu moet je de gegevens en bronnen zelf gaan opsporen. Ga dan in elk geval eerst naar het nationaal documentatiecentrum van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) in Merksem! Daar bezitten ze rijke collecties bidprentjes, rouwbrieven enz. Misschien hebben ze een missing link voor jouw familie?
5
Genealogen aan het werk in de leeszaal van het Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis © VVF
Zij weten vast ook of er al ooit al opzoekingen geweest zijn naar je familie. Behalve het VVF kunnen er zich in je buurt wellicht nog andere nuttige documentatiecentra bevinden voor je genealogisch onderzoek. Een goed voorbeeld voor Antwerpen is het Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders. Daar bewaren ze alles over de negen polderdorpen ten noorden van Antwerpen. Adres: Veltwijcklaan 10, 2180 AntwerpenEkeren, T + 32 3 541 13 78, E
[email protected]
TIP
6. NAAR EEN INSTELLING! NAAR DE BRONNEN!
Je familie zwijgt, de mensen van het (plaatselijke) VVF hebben alles gedaan wat ze voor jou konden doen... Het is tijd voor de volgende stap: de stap naar de officiële instellingen en archieven. Daar vindt de genealoog de historische bronnen. En die zijn voor hem vanaf nu in de eerste plaats geschreven of gedrukt. Je treft ze niet aan bij familie, vrienden of privé-documentatiecentra omdat bijzondere, gespecialiseerde instellingen ze bewaren, in opdracht van een overheid (gemeentelijk/stedelijk, provinciaal of nationaal). We hebben het hier vooral over twee soorten bronnen: - de registers van de burgerlijke stand: aan de hand hiervan kun je meestal opklimmen tot in 1796. In dat jaar voerde het Franse bestuur in onze gewesten de burgerlijke stand in: gemeenten
moesten voortaan akten van geboorte, huwelijk en overlijden opmaken. De registers bevatten de drie verschillende akten en ook de zogeheten ‘huwelijksbijlagen’. Dat zijn bewijsstukken en documenten die de aanstaande trouwers bij hun gemeente moesten binnenbrengen. Als de administratie de registers niet meer gebruikt (zie onder 7), vind je ze in het Stads- of het Rijksarchief. Anders gaan Antwerpenaren naar hun Districtshuis; - de parochie- of kerkregisters: die bevatten vergelijkbare informatie als de registers van de burgerlijke stand, maar dan van vóór 1795 en wel over dopen, huwelijken en begrafenissen. In veel gemeenten zijn de oudste exemplaren 17de-eeuws, hoewel pastoors dopen en huwelijken al sinds 1563 moesten optekenen. Ook deze registers vind je vandaag in het Stads- of het Rijksarchief. Al te vaak belanden er in onze officiële archieven beginnende genealogen die de noodzakelijke ‘eerste stappen’ van hierboven nog niet hebben gezet. Tot ieders frustratie: van henzelf, van het personeel en de archivarissen, en van de andere bezoekers. Die laatsten zien archiefpersoneel bezig met wat eigenlijk hun werk niet zou moeten zijn: beginnelingen elementaire weetjes bijbrengen...Alsof je een bibliotheekbezoeker zou moeten uitleggen wat een roman en wat poëzie is. Vandaar het belang van een beetje voorbereiding: een genealoog zou enigszins minimaal beslagen in het archief moeten verschijnen. Zie onder punt 2.
TIP
6
WA AR I S M I J N PAR O C H I E R E G I STE R ?
WA AR O M AR C H I E VE N ?
Parochieregisters van vóór 1796 vinden we in het Stads- of Rijksarchief. Ze kunnen ook na 1796 nog van belang zijn, als de registers van de burgerlijke stand al bestaan. Je vindt er onder meer de namen van de peter en de meter (niet in de burgerlijke stand). En als de registers van de burgerlijke stand er niet meer zijn, wat ook voorkomt, kunnen alleen parochieregisters de leemte opvullen. Parochieregisters van na 1796 vind je in veel gevallen bij de pastoor op de pastorij. Maar dergelijke registers uit de 19de en 20ste eeuw kunnen voor pastoors ook hinderlijk worden. Dan treedt het bisdom Antwerpen op: het tracht bijstand te verlenen om archieven toch ter plaatse te bewaren. En als het veilig elders deponeren van de archieven nodig is, begeleidt het bisdom deze belangrijke stap. Als genealoog moet je dan ook nagaan waar de parochieregisters die je als bron wil gebruiken zich bevinden. Zijn ze nog ter plaatse of werden ze elders gedeponeerd? En waar dan wel? In het bisdom Antwerpen, dat nagenoeg samenvalt met de provincie Antwerpen, is er een archiefdienst die geïnteresseerden wegwijs kan maken. Zo voorkom je trouwens ook overlast voor pastoors, die dikwijls maar over beperkte middelen (en tijd) beschikken om genealogen te helpen. De dienst is te bereiken tijdens de kantooruren. T 03/202 84 30 - F 03/202 84 31
Archiefdiensten bewaren de getuigenissen uit ons ver of nabij verleden. Géén afzonderlijke voorwerpen - dat is een verschil met bibliotheken en musea -, maar het geheel van documenten dat voortvloeit uit de dagelijkse activiteiten van overheden, personen of particuliere instellingen. Concreet gaat het hoofdzakelijk om geschreven en gedrukt erfgoed, maar ook om film- en geluidsbanden, foto’s, plannen, tekeningen, prenten... Ook computerbestanden maken er deel van uit. Overheidsarchieven worden bewaard om ze voor iedereen vrij raadpleegbaar te houden. De burger kan er zijn rechten mee bewijzen, de overheid haar beleid mee verantwoorden, geïnteresseerden kunnen er aan historisch en genealogisch onderzoek doen. Voor de archieven gelden de principes van openbaarheid van bestuur. Archiefstukken zijn uniek en vaak erg kwetsbaar. Vandaar de beschermingsmaatregelen waar ze het voorwerp van zijn: beperkte raadpleging van originele stukken, geen uitleen, gebruik van microfilm en/of kopieën. Archieven worden ontsloten aan de hand van overzichten, gidsen, zoekinstrumenten en wegwijzers, inventarissen enz. De diensten zijn behalve archiefbeheerders ook onderzoekscentra. Ze werken actief mee aan publicaties, tentoonstellingen en activiteiten van heemkundige en historische kringen.
[email protected] (L. Zaman, secretaris Bisdom Antwerpen)
Fragment uit een doopregister. Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw, Borgerhout. © Foto VVF
Veel documenten zijn enkel op microfilm te consulteren, om het origineel document voor slijtage en beschadiging te vrijwaren © VVF
7
7. N A 1 9 0 0 : D I S T R I C T S H U I Z E N
Wie na zijn eerste stappen (1 t/m 5) nog niet alle informatie heeft in verband met de 20ste eeuw, richt zich het best eerst tot het Districtshuis, afdeling Bevolking. Daar bevinden zich de akten van de burgerlijke stand van na 1900. Dit is een ‘levend’ - in het jargon: dynamisch archief, omdat het nog wordt aangevuld en administratief nuttig is. Zelf kun je in deze registers geen genealogische opzoekingen doen. Je kan wel per brief uittreksels uit de akten van de burgerlijke stand aanvragen. Je wendt je hiervoor tot het districtshuis waar de akte werd opgesteld, niet waar je nu zelf woont. Als het niet gaat om bloedverwanten in de opgaande of neergaande lijn (ouders, kinderen), heb je ook de toestemming nodig van de rechtbank van eerste aanleg. P R IVACY
De wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is bedoeld om de privacy van mensen te beschermen. Houd er bij je bezoek aan districtshuizen en archieven dan ook rekening mee dat persoonsgebonden dossiers pas na honderd jaar openbaar zijn.
Voorbeeld van een document op microfilm zoals je het ziet op een leestoestel. © VVF
H A B I TA N S I N T U R N H O U T. . . 10 N IVÔS E VAN H E T JA AR XIV
In archieven kom je akten op het spoor. Die zijn vaak in het Latijn opgesteld, en bovendien in een handschrift dat je niet leest zoals de eerste zelfgeschreven zinnetjes van je zevenjarige dochter... Er worden woorden gebruikt die intussen uit onze taal zijn verdwenen of waarvan de betekenis grondig is gewijzigd. En als je in de Franse tijd belandt (1794 tot en met 1813) zul je de revolutionaire sfeer als het ware op papier voelen. De rechtspraak, maten en gewichten, de jaartelling... alles was het voorwerp van vernieuwingen. Die zijn ook gebleven. Er is één uitzondering: op 10 Nivôse van het jaar XIV excuus: op 31 december 1805 - schakelde men weer over op de oude gregoriaanse kalender.
Overlijdensakte uit de beginjaren van de burgelijke stand: akten in het Frans en met de Franse tijdrekening. (huit florial an dix) . Voor het omzetten van data uit de Franse tijd naar onze kalender is er een ‘republikeinse kalender’. © VVF
8
TA F E L S E N K L A P P E R S
Een kleine handbibliotheek kan uiterst handig zijn om deze klippen te helpen nemen. Veel hulpmiddelen en publicaties vind je ook in de archieven waar je zult belanden. Je hebt nodig:
Om vlotter op het spoor te komen van de juiste akten zijn er zowel voor de parochieregisters als voor de burgerlijke stand alfabetische overzichten van familienamen met daarbij de nodige gegevens. We noemen dat ‘klappers’ (parochieregisters) en ‘tafels’ (burgerlijke stand).
*een ‘republikeinse kalender’ voor het omzetten van data uit de Franse tijd naar onze kalender Bv. F. Gevaert, De Republikeinse kalender (Heule, 1965); *een woordenlijst of -boekje Latijn-Nederlands, toegespitst op genealogie; Bv. M. Schilders, Vademecum Latijn-Nederlands, praktisch stamboomonderzoek (Antwerpen, 1989): een beknopte lijst van Latijnse begrippen in parochieregisters; *een Nederlands woordenboek waarin je oude woorden en betekenissen terugvindt Bv. J. Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek (Den Haag, 1979); *een cursus paleografie of oud schrift
VERFILMDE ARCHIEVEN?
Om beschadiging door (over)consultatie te vermijden mag je de kostbare bronnen in archieven alleen op microfilm of als kopie inkijken. Die zijn meestal vrij raadpleegbaar. Microfilms haal je op eigen verantwoordelijkheid uit de microfilmkasten en met wat handigheid - of met de hulp van een leeszaalverantwoordelijke - plaats je de filmrol op een leestoestel. Kopiëren mag. Gelukkig hoef je de vaak lijvige registers, al dan niet op de film, niet blad per blad door te pluizen.... dankzij de klappers en de tafels. Inventarissen vind je ook hoe langer hoe meer op websites van de instellingen.
Je zoekt nog meer woordenboeken en -lijsten, andere cursussen, hebt nog andere problemen? Het Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis van de VVF weet er ongetwijfeld alles over... 8 . V Ó Ó R 1 9 0 0 ( I ) : S TA D S A R C H I E F
Het Stadsarchief Antwerpen bezit erg belangrijke archieven voor wie een stamboom en/of familiegeschiedenis maakt. Tenminste als je de 20ste eeuw al hebt overbrugd (zie hierover onder 7). We beperken ons hier tot twee belangrijke bronnen: - de burgerlijke stand: het Stadsarchief bewaart de akten van de periode 17961900. Er bestaan jaarlijkse en tienjaarlijkse alfabetische namenlijsten (zogeheten ‘tafels’) op de akten. De tienjaarlijkse tafels uit de periode 1802-1900 kan je in het Stadsarchief op microfilm inkijken. De overige reeksen van de burgerlijke stand kan je niet raadplegen, omdat het archief hiervan geen microfilms bezit. Daarvoor moet je naar het Rijksarchief; - de parochieregisters van het district Antwerpen en van de aangehechte gemeenten Oorderen, Wilmarsdonk en Austruweel (tot 1796). De vroegste doopregisters beginnen ca. 1560, de meeste huwelijksregisters nog vroeger; de oudste (van de verdwenen Sint-Walburgiskerk) zelfs al in 1527.
9. VÓÓR 1900 ( II ): H E T R I J K SAR C H I E F
Ook het Rijksarchief herbergt een resem belangrijke bronnen. We noemen ook hier de twee belangrijkste voor de beginnende genealoog: - parochieregisters tot 1796 (zie voor Antwerpen en de districten onder 8): vooral in de jaren 1960 voerde het Rijksarchief een grootse campagne om kleine gemeenten zonder archiefdienst ervan te overtuigen hun parochieregisters bij het Rijksarchief neer te leggen. De meeste gemeenten gaven gehoor aan deze oproep; - net zoals het Districtshuis bezit het Rijksarchief een origineel exemplaar van de akten van de burgerlijke stand. Daar zijn twee exemplaren van: één origineel wordt gebruikt door de dienst Bevolking van de gemeente, het andere originele exemplaar is bestemd voor de rechtbank van eerste aanleg. Die maakt het na 100 jaar over aan het Rijksarchief. Een goede voorbereiding, doorzettingsvermogen en een dosis geluk: daar bereik je ook in het Rijksarchief veel mee. De moed verliezen hoeft niet. Behalve een inleidende brochure (zie de wegwijzers op blz. 10) staat je in de diverse leeszalen een degelijke handbibliotheek met woordenboeken, omzettingstafels en naslagwerken ter beschikking. In laatste instantie is er nog het leeszaalpersoneel, of eventu-
9
eel de archivarissen zelf. Zij kunnen de geïnteresseerde op het spoor zetten van weer andere bronnen. 1 0 . L E V E D E S TA M B O O M !
We willen je niet ontmoedigen, maar aan het eind van ons parcours staan we eigenlijk pas... aan het begin. Als alles tot nu een beetje vlot liep, beschik je al over een flinke genealogie of stamboom. Dat is het noodzakelijke eerste werk. Maar hoe krijgen al die namen een gezicht? Hoe kom je op het spoor hoe je voorouders leefden, wat ze bezaten, hoeveel belasting ze betaalden, of ze wel eens iets mispeuterden enz.? Hoe maak je van data mensen en hoe breng je leven in de stamboom? We hebben het dan over een familiegeschiedenis. En daar zijn er weer massa’s andere historische bronnen voor. Je bent duidelijk de auteur aan het worden van een never ending story! - In het Rijksarchief bijvoorbeeld gaat het om - even diep ademhalen - volkstellingen, notariële archieven, gildenlijsten, kerkrekeningen, schepenregisters, procesdossiers, cijnsboeken, militieregisters, erfenisaangiften, fiscale documenten, kiezerslijsten, oude kaarten, kadastrale plannen enz. enz.; - ook in het Stadsarchief vind je nog vele bronnen die je familiegeschiedenis kunnen aanvullen: vreemdelingendossiers, oude foto’s, testamenten, boedelbeschrijvingen, verkoopscontracten enz. Op de website en in een brochure krijg je hiervan een handig overzicht. Stel: je overgrootvader was in de T I P 19de eeuw douanier in Antwerpen en je wil meer over hem en zijn tijd vernemen. Dan maak je veel kans dat het Douanemuseum jouw plek wordt. Behalve over objecten beschikken musea namelijk ook over documentatie in verband met hun thema. We kunnen dit overigens opentrekken: zowat elke onderneming, instelling en vereniging met leden of personeel heeft een archief. (Jammer genoeg moeten we aan de vorige zin niet zelden aan het eind een woord toevoegen: gehad.) Je kunt in het algemeen zeggen dat je voor informatie over beroepen dikwijls terecht kan bij specifieke instellingen. Als het tenminste over de 19de of 20ste eeuw gaat. Want daar gaat het grootste deel van de informatie over. Hier waaieren de genealogen en familiehistorici uit over de meest diverse zijpaden en wordt succes vooral een zaak van creativiteit, geluk, speurzin enz.
WEGWIJZERS
Behalve de publicaties die al werden genoemd vermelden we hier als handige wegwijzers: - de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde vzw laat je in haar Introductiebrochure nader kennismaken met de vereniging; - in de leeszaal van het Rijksarchief is de brochure te koop Hoe start ik het onderzoek naar mijn stamboom in het Rijksarchief Antwerpen? (auteur: Frank Verheeke). Stap voor stap begeleidt die je bij je verkenning van de bronnen die we hierboven hebben genoemd. Na een uurtje lezen en naar voorbeelden kijken ben je al een heel eind op weg gezet; - het Stadsarchief maakte voor genealogen die er opzoekingen komen doen de praktische brochure Opzoekingen naar personen, een overzicht van de hulpmiddelen.
Een doorgedreven genealogisch onderzoek leidt uiteindelijk tot een volwaardige familiegeschiedenis. De voorbeelden hierboven werden ook gepubliceerd. © VVF
10
Even voorstellen
ERFGOEDCEL ANTWERPEN
S TA D S A R C H I E F A N T W E R P E N
De Erfgoedcel bouwt in de stad Antwerpen een geïntegreerd cultureel-erfgoedbeleid uit. Dat gebeurt op basis van een erfgoedconvenant, een overeenkomst tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap. De Erfgoedcel zet daartoe uiteenlopende projecten op, zowel op korte als op lange termijn en met tal van partners: tentoonstellingen, publicaties, evenementen… Doel is het cultureel erfgoed in Antwerpen in al zijn rijkdom en diversiteit bekend te maken bij een zo groot mogelijk publiek. Bij de projecten van de Erfgoedcel is de samenwerking tussen de erfgoedbewaarders een belangrijke factor.
Wil je meer weten over je familiegeschiedenis, straat of wijk? Zoek je de bouwvergunning of plannen van je huis in Antwerpen? Houd je van oude foto’s? Het Stadsarchief is dé plaats voor vragen over het Antwerpse verleden. In het Stadsarchief Antwerpen bewaren we alle documenten van de stedelijke administratie vanaf de 13de eeuw. Ook personen, families, bedrijven, verenigingen of particuliere instellingen schonken en schenken hun archieven aan het Stadsarchief. Al deze archieven over de stad Antwerpen worden door ons verzameld, geordend, beschreven en bekendgemaakt. Toelatingen om het stadswapen te gebruiken en adviezen geven inzake straatnaamgeving behoren ook tot de taken van het Stadsarchief.
Erfgoedcel Antwerpen, Brouwershuis Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 Antwerpen T + 32 3 227 49 53 F + 32 3 227 49 54
[email protected] www.erfgoednet.be/antwerpen
Stadsarchief Venusstraat 11, 2000 Antwerpen T +32 3 206 94 11 F +32 3 206 94 10
[email protected] http://stadsarchief.antwerpen.be
RIJKSARCHIEF Het Rijksarchief, een instelling van de federale overheid, ressorteert onder de programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid. Wat de provincie Antwerpen betreft, is het Rijksarchief bevoegd voor alle openbaar archief in de hele provincie. Zij neemt archief in ontvangst van diverse besturen, verenigingen en administraties, en ook wel van bedrijven en particulieren. Ze maakt dat archief via gedrukte en hoe langer hoe meer ook digitale inventarissen toegankelijk voor een ruim publiek. Het personeel van het Rijksarchief doet in de vele kilometers archief opzoekingen voor diverse beroepscategorieën. De rijksarchivarissen valoriseren het geïnventariseerde archief in bijvoorbeeld tentoonstellingen en studies. Bovenal echter wordt elke dag, onder strikte voorwaarden, een belangrijk deel van dat archief in de leeszaal aan een groeiend aantal bezoekers ter inzage gegeven.
De leeszaal is gratis toegankelijk. Elke werkdag van 8.30-16.30 uur kan je er opzoekingen verrichten. Documenten aanvragen kan tussen 8.30-12.00 u en 13.00-15.30 u. We staan klaar om je wegwijs te maken of te helpen.
Het Rijksarchief is elke dag open, ook op zaterdag. Op maandag gesloten. Openingstijden: 8.30-16.30 uur (doorlopend, behalve op zaterdag: gesloten tussen 12-13 u). Rijksarchief Antwerpen Door Verstraeteplaats 5, 2018 Antwerpen T en F + 32 3 236 73 00
[email protected] http://arch.arch.be/frame_nl_d2.htm
Een toegangskaart kost 15 euro (voor studenten en scholieren de helft). Deze kaart is het hele jaar geldig in alle Rijksarchieven.
VLAAMSE VERENIGING V O O R FA M I L I E K U N D E
De Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF; 1964) is actief op het vlak van de genealogie en heraldiek in Vlaanderen. Ze organiseert activiteiten, stimuleert en democratiseert het familieonderzoek, en ze verzamelt, bewaart, inventariseert en ontsluit archieven en documenten. Haar nationaal tijdschrift Vlaamse Stam verschijnt zesmaal per jaar. Het Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis is het documentatiecentrum van de VVF. Het herbergt een grote hoeveelheid genealogische informatie die kan worden geraadpleegd. Verder zijn er diverse collecties, met o.m. cartografie, lakzegels, geboorte- en huwelijksaankondigingen enz. Een educatieve tentoonstelling geeft een beeld van de documenten waarmee de genealoog wordt ‘geconfronteerd’. Ook de merkwaardigste documenten uit de verzamelingen vinden er een plaatsje. Nationaal VVF-Centrum voor Familiegeschiedenis Van Heybeeckstraat 3, 2710 Merksem-Antwerpen T + 32 3 646 99 88 F + 32 3.644 46 20
[email protected] (uitsluitend voor administratieve vragen) http://welcome.to/vvf
Toegankelijk op woe, 12-19 u, don 10-18 u en zat 13-18 u, behalve op feestdagen, de Kerstweek , in juli en augustus en tijdens verlengde weekends.
11
Deze handleiding is een gezamenlijke realisatie van de Erfgoedcel Antwerpen, het Stadsarchief, het Rijksarchief en de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde ter gelegenheid van de ‘’t Zit in de familie’ (zondag 18 april 2004). Redactieraad: Erik Aerts, Vera De Boeck, Patrick De Rynck, Marie Juliette Marinus, Inge Schoups, Jan Vanderhaeghe Met medewerking van: L. Zaman, archivaris Bisdom Antwerpen en Paul Leysens, adjunct-coördinator Burgerzaken - District Antwerpen Bewerking teksten en eindredactie: Patrick De Rynck Vormgeving: Jan Vandewiele Coördinatie: Vera De Boeck, Erfgoedcel, Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 Antwerpen Foto cover (detail): Caesar Alexander Scaglia van Antoon Van Dijck ©KMSKA
12
V.U. Vera De Boeck, Erfgoedcel Antwerpen, Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 Antwerpen
van archiefonderzoek tot familiegeschiedenis