Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen
Nieuwsbrief
Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg AGENDA
December 2014 – jaargang 7 – nummer 21
Intern 26 januari 2015
Referaat 26 januari:
Catherine van der Zelst – onderwerp volgt
23 februari 2015 Referaat vanuit
opleiding Psychiatrie –
onderwerp en spreker volgen
Praktijk en wetenschap gaan hand in hand
In het onderzoek van de onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg staan kinderen en jongeren met complexe problematiek centraal. Hoe kunnen we de zorg en behandeling aan deze kinderen en jongeren verbeteren, zodat zij beter in staat zijn hun vaardigheden en kwaliteiten te benutten in de maatschappij? Dit is de missie van het onderzoek dat door de onderzoeksgroep wordt verricht. Onze drijfveer voor het klinisch onderzoek dat wij doen, is om daarbij innovatief en grensverleggend te zijn om zo bij te dragen aan verbeterde diagnosestelling en behandelingen voor patiënten. Daarnaast staan bij ons onderzoek de implementatie van onderzoeksresultaten en de toegevoegde waarde die het heeft voor kinderen en jongeren voorop. In deze stand van zaken staan we stil bij de bijdragen die de medewerkers van de onderzoeksgroep de afgelopen periode (maart t/m mei 2014) hebben geleverd aan wetenschap, innovatie en evidence-based behandeling.
Werken aan uitstekende behandeling en zorg
Brains4Use geven en meteen evalueren Door Esther van Schaijk Sinds begin 2014 wordt de training Brains4Use gegeven binnen de klinische afdelingen van het GGzE Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Brains4Use is een erkende gedragsinterventie voor jongeren van 12 t/m 23 jaar die problematisch middelengebruik vertonen. De interventie is gebaseerd op het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente. Het doel van Brains4Use is het terugdringen van middelengebruik, en daarmee samenhangend het terugdringen van recidive van agressief gedrag en het verminderen van schooluitval/-verzuim. Het vergroten van de copingvaardigheden van de jongeren komt ook terug in de training. De Brains4Use-consulent gaat vooral naast de jongere staan en probeert bewustwording over het middelengebruik te creëren en de jongere controle
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
hierover aan te leren. De training bestaat uit twaalf tot zestien wekelijkse gesprekken met een Brains4Use-consulent. De acht consulenten die hiervoor opgeleid zijn, zijn allemaal werkzaam binnen het Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Samen met de onderzoeksgroep wil ik de doeltreffendheid van Brains4Use onderzoeken. Brains4Use is namelijk een recent ontwikkelde gedragsinterventie en er is nog weinig onderzoek uitgevoerd. Met dit onderzoek hopen duidelijk te krijgen of de training doeltreffend is en op welke manier dan. Hoe meer we hierover weten, hoe beter de zorg die we leveren! De Catamaran: TOPklinisch! Door Meddy Weijmans In de vorige nieuwsbrief berichtten we al over het traject binnen De Catamaran om het keurmerk TOPGGz te behalen. Inmiddels is het keurmerk wel heel dichtbij….. Op 30 oktober 2014 was de officiële visitatie, waarbij De Catamaran is bezocht door de commissie van de Stichting Topklinische GGz. De visitatie is goed verlopen, de sfeer was prettig en er werden complimenten gegeven over onze behandeling, het transparant aanleveren van de gegevens en de goede onderzoeksthema’s. Op 11 december a.s. vernemen we of De Catamaran voorgedragen gaat worden voor het keurmerk TOPGGz en op 18 december zal dan de officiële uitreiking zijn. Wij hebben alle vertrouwen in een positieve beoordeling! Huidgeleiding biofeedback Door Emma Hofstra De afgelopen maanden 'is er een pilot uitgevoerd' uitgevoerd naar huidgeleiding biofeedback bij jongeren van De Catamaran, Kliniek voor forensische jeugdpsychiatrie en orthopsychiatrie. Deze pilot is gedaan tijdens Training Agressie Controle (TACt); een individuele behandeling gericht op het adequaat reageren in lastige sociale situaties. De aanleiding hiervoor kwam uit de praktijk: tijdens de ontspanningsoefeningen van het onderdeel Boosheidscontrole werd duidelijk dat jongeren moeite hebben om hun lichaamssignalen te herkennen. Hierdoor kon het effect van de oefeningen op het spanningsniveau van het lichaam minder goed geëvalueerd worden. Doel van de pilot was om te onderzoeken of huidgeleiding biofeedback hier een uitkomst in kan bieden. Bij huidgeleiding biofeedback wordt de elektrische geleiding van de huid gemeten aan de hand van sensoren op de vingertoppen. De elektrische geleiding van de huid is, net zoals hartslag en ademhaling, een maat voor spanning, ofwel arousal. Zo kun je aan de hand van feedback over het huidgeleidingssignaal inzicht krijgen in het spanningsniveau van het lichaam. Een sessie in de pilot bestond uit drie stappen. Tijdens de eerste stap deden de jongere en zijn behandelaar een rollenspel over een situatie waarin de jongere boosheid heeft ervaren, waarbij de huidgeleiding gemeten werd. Tijdens de tweede stap paste de jongere de geleerde ontspanningstechnieken toe, hierbij werd tevens de huidgeleiding gemeten. Tenslotte vond tijdens de derde stap het feedbackmoment plaats, waarbij de jongere en behandelaar feedback kregen over de huidgeleiding die was gemeten tijdens het rollenspel en de ontspannings-
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
oefeningen. Zo werd zichtbaar dat de huidgeleiding omhoog ging tijdens het rollenspel en bij één of meerdere ontspanningsoefeningen juist omlaag. Tenslotte werden alle stappen herhaald om te kunnen oefenen met de ontspanningsoefeningen. Na evaluatie van de pilot bleek inderdaad dat huidgeleiding biofeedback zeer informatief was voor het in kaart brengen van het spanningsniveau. Aan het eind van de pilot kon de jongere met zijn behandelaar conclusies trekken over de invloed van de oefeningen op zijn spanningsniveau en beslissen welke oefeningen het beste bij hem passen. Kortom: huidgeleiding biofeedback is een eenvoudige en praktische manier om inzicht te krijgen in het spanningsniveau. Voor meer informatie over de pilot: kijk hier.
Meten is weten? Nee: weet wat je meet!
Gedrag door mijn ogen, jouw ogen, zijn ogen, haar ogen Door Marilyn Peeters In de behandeling hebben we niet alleen te maken met de jongeren maar ook met het systeem daar omheen. Het systeem vormt een belangrijk onderdeel van de wereld van de jongeren. Een ieder ziet en ervaart de wereld altijd vanuit zijn of haar eigen ervaring en beleving waarbij heel veel factoren een rol spelen, zoals persoonlijkheid, gender, inzicht, betrokkenheid en emotionele en affectieve positie of rol ten opzicht van iemand. Het is dus belangrijk inzicht te hebben in hoe alle personen in het netwerk van een jongere de problematiek en het effect van de behandeling hierop waarnemen of ervaren. Naast de behandelaar, zaakwaarnemer, docent en jongere zelf is het daarom ook zeer nuttig inzicht te hebben over hoe ouders en/of verzorgers naar hun eigen kind kijken en hoe zij de problemen ervaren. Ouders kunnen bijvoorbeeld een ander beeld over de problemen hebben. Vader ziet alleen externaliserende problematiek en moeder ziet alleen internaliserende problematiek, of andersom. Moeder ziet verbetering in het gedrag, vader ziet verslechtering. Dit zijn verschillen die besproken kunnen worden met ouders en hun kind om zo te kijken waarom deze verschillen er zijn en wat dit betekent voor de behandeling. Een ander voorbeeld is dat een jongere zich thuis geheel anders gedraagt tijdens verlof dan hij of zij doet tijdens opname in de kliniek. Dan zullen ouders mogelijk een verbetering of juist verslechtering waarnemen terwijl dit op de groep of op school juist andersom is. Dit is interessant om boven tafel te krijgen tijdens de behandeling. Een hulpmiddel hierbij kunnen de Routine Outcome Monitoring vragenlijsten zijn die onder andere door ouders ingevuld worden. Op deze manier is het mogelijk om gedrag vanuit verschillende ogen te bekijken. Project dossierscoring De Woenselse Poort Door Rebecca van Veldhuijsen en Emma Hofstra Sinds juni 2014 werken Rebecca van Veldhuijsen en Emma Hofstra aan het project Dossierscoring van De Woenselse Poort (DWP). Dit project is op verzoek van het management van DWP gestart om (a) kenmerken van de klinisch opgenomen patiëntenpopulatie van De Woenselse Poort inzichtelijk te maken en (b) om een database op te stellen welke gebruikt kan worden om managementinformatie te genereren. Het verzamelen van gegevens in dit project is onderverdeeld in drie onderdelen gekoppeld aan de behandelfasen van patiënten. Het eerste deel van het project betreft de informatie over de voorgeschiedenis, oftewel alles wat vóór opname bij De Woenselse Poort heeft plaatsgevonden. Voorbeelden hiervan zijn belangrijke levensgebeurtenissen, delictgedrag en eerdere behandelingen. Het tweede deel van het project is gebaseerd op de behandeling tijdens opname bij De
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
Woenselse Poort. Dit deel wordt halfjaarlijks gescoord, zodat het verloop van de behandeling in kaart gebracht kan worden. Voorbeelden van onderwerpen zijn psychopathologie, incidenten en behandeldoelen. In het derde deel worden gegevens over de stand van zaken rondom ontslag gescoord. Met de vormgeving en opmaak van de database omtrent de ontslagfase wordt in 2015 gestart. Hier worden onder andere de status bij ontslag en het vervolgtraject in kaart gebracht, met name op basis van de ontslagbrief. Met het oog op toekomstig wetenschappelijk onderzoek geeft deze database een volledig en up-to-date overzicht van de huidige patiëntenpopulatie van De Woenselse Poort. Tevens kan evaluatieonderzoek gedaan worden met behulp van deze database, bijvoorbeeld naar de behandeling en opnameduur in samenhang met de juridische maatregel. Verder kunnen met de databasegegevens ook doelgroepenanalyses worden verricht, denk aan patiëntenprofielen op basis van psychopathologie in relatie tot behandelaanbod. Ten slotte kan de database ondersteuning bieden bij beleidskeuzes en de behandeling binnen De Woenselse Poort.
Kennis ontwikkelen én kennis delen
Van nieuwe kennis praktijk maken Door Nienke Smulders Op 20 november 2014 vond het Efcap-congres ‘Van nieuwe kennis praktijk maken’ plaats. Dit congres was in samenwerking met het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA) en de Academische Werkplaats Forensische Zorg voor Jeugd georganiseerd. Doel van het congres was om wetenschap en praktijk met elkaar te verbinden en om elkaar handvatten te bieden hoe wetenschap en praktijk beter samen kunnen werken aan hun gemeenschappelijke doel: het verbeteren van de praktijk van de forensische jeugdsector. Prof. dr. Jan Willem Veerman hield een motiverende presentatie over hoe we ervoor kunnen zorgen dat onderzoek zo goed en zo vroeg mogelijk in samenspraak met de praktijk kan worden uitgevoerd. Vervolgens presenteerden drie teams van jonge onderzoekers in combinatie met mensen uit de praktijk hun praktijkrelevante onderzoeken. GGzE, Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie werd uitstekend vertegenwoordigd door de bijdrages van Lisette Janssen-de Ruijter en Daniëlle Jacobs. Opvallend op deze dag was de diversiteit van het publiek: zowel onderzoekers als professionals vanuit de praktijk waren ruimschoots vertegenwoordigd. Dit maakte de discussies aan het einde van elke presentatie erg levendig en boeiend. Kortom, een inspirerende dag waar op een laagdrempelige manier veel nieuwe kennis is opgedaan wat onderzoekers en behandelaren ongetwijfeld aan het denken heeft gezet over de samenwerking tussen onderzoek en praktijk. Zie hier voor een uitgebreid verslag van het congres.
Medewerkers onderzoeksgroep
Karen Geerts stelt zich voor Binnen de behandeling wordt het verbeteren van kwaliteit van leven steeds vaker gezien als belangrijk behandeldoel. Wat belangrijk wordt geacht om de kwaliteit van leven te verbeteren, kan voor iedereen verschillend zijn. Sinds 2003 ben ik als gezondheidszorg-
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
psycholoog werkzaam binnen het GGzE Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. In maart dit jaar ben ik gestart met de opleiding tot Klinisch Psycholoog. Dit biedt mij de kans om deel uit te maken van een grootschalig onderzoek onder leiding van Chijs van Nieuwenhuizen, met als doel te komen tot een – via internet beschikbaar-, persoonlijk, patiënt- en gebruikersvriendelijk instrument om Kwaliteit van Leven in kaart te brengen. Leuk vind ik dat ik op deze manier op zeer diverse terreinen van wetenschappelijk onderzoek ervaring op kan doen. Daarnaast zal het eindproduct direct worden ingezet in de klinische praktijk. Het doet recht aan een meer holistische kijk op het concept Kwaliteit van Leven en sluit aan bij de individuele behoeftes en wensen van de patiënt. Voor mijn onderzoekartikel zal ik gebruik gaan maken van data die verzameld worden, waarin het Lancashire Kwaliteit van leven Profiel is afgenomen bij diverse psychiatrische doelgroepen. Hierbij zal ik de samenhang tussen objectieve en subjectieve Kwaliteit van Leven onderzoeken. Promotie Charlotte Barendregt Charlotte Barendregt verdedigt op 6 maart 2015 aan Tilburg University haar proefschrift getiteld: ‘Needs, risks, and protective factors of adolescents in secure residential care: Identification of a conceptual model based on the Good Lives Model’. Promotor is Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen. Co-promotoren zijn Dr. Ilja Bongers en Dr. André van der Laan (WODC – Ministerie van Veiligheid & Justitie). Nieuwe stagiaires Onlangs zijn er weer een aantal stagiaires gestart binnen de onderzoeksgroep: • Marsha Broeders: Universiteit van Amsterdam, Master Forensische Orthopedagogiek • Pina Kersten: Maastricht University, Master Psychology and Law • Chantilly Maduro: Maastricht University, Master Psychology and Law • Imke Visser: Universiteit van Amsterdam, Master Forensische Orthopedagogiek In de volgende nieuwsbrief stellen zij zich voor. Nieuwe functie Chijs van Nieuwenhuizen Per 1 januari 2015 zal Bert van den Boomen zijn functie als programmamanager GGzE Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie neerleggen. Bert zal worden opgevolgd door Alexa Rutten en Chijs van Nieuwenhuizen, beide in de functie van manager behandelzaken. Samen vormen zij met Marian van Engelenburg het (collegiale) managementteam (MT) het centrum. Chijs van Nieuwenhuizen heeft als aandachtsgebied de klinische behandeling, waaronder TOPGGz. Alexa Rutten heeft als aandachtsgebied de ambulante behandeling, waaronder samenwerking met generalistenteams/huisartsen. Uiteraard nemen zij elkaar waar wat betreft algemene behandelzaken. Marian van Engelenburg heeft als primair aandachtsgebied de bedrijfsvoering en de externe contacten betreffende transitie, financiers en samenwerkingspartners.
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
Publicaties
Barendregt, C.S., Van der Laan, A.M., Bongers, I.L., & Van Nieuwenhuizen, Ch. (2014). Adolescents in secure residential care: The role of active and passive coping on general well-being and self-esteem. European Child & Adolescent Psychiatry. doi: 10.1007/s00787-014-0629-5. {IF: 3.6} Bink, M., Van Nieuwenhuizen, Ch., Popma, A., Bongers, I.L., & Van Boxtel, G.J.M. (2014). Behavioral effects of neurofeedback in adolescents with ADHD: A Randomized Controlled Trial. European Child and Adolescent Psychiatry. doi: 10.1007/s00787-014-0655-3. {IF: 3.6} Van Driel, M., Mathijssen, J., Van de Goor, I., & Van Nieuwenhuizen, Ch. (2014). Pak het samen op! Steun in sociale netwerken. Kind & Adolescent Praktijk, 13(4), 158-165.
Presentaties
Bongers, I.L. (2014). Succesvolle implementatie: tips en tools. Workshop Invitational Conference Leren en Implementeren. Utrecht, 31 oktober 2014. Janssen-de Ruijter, E.A.W., Mulder, E.A., Vermunt, J.K., & Van Nieuwenhuizen, Ch. (2014). Vier risicoprofielen: een mind switch? Lezing congres ‘Van nieuwe kennis praktijk maken’. Utrecht, 20 november 2014.
▲ ▲
Nieuwsbrief Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg – december 2014
Medewerkers onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg Wetenschappelijke staf Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Dr. Ilja Bongers Drs. Marilyn Peeters Drs. Lisette Janssen Drs. Meddy Weijmans Secretaresse Wendy Kneepkens Onderzoeker Dr. Hanneke van Gestel Onderzoeksassistenten Drs. Emma Hofstra Drs. Nienke Smulders Drs. Rebecca van Veldhuijsen Promovendi GGzE / Tilburg University Drs. Jeroen Dewinter Drs. Lisette Janssen-de Ruijter Drs. Alexa Rutten Promovendi Tilburg University Drs. Charlotte Barendregt Drs. Neis Bitter Drs. David Buitenweg Drs. Annemarie van der Ham Drs. Ed Hilterman Drs. Peter Nouwens