nieuwsbrief Jaargang 3 – nummer 4 – juni 2009 Contact loket:
[email protected], telefoon 015-269 64 07
Eerste plasma in Magnum-PSI
Nieuw Hoofd Fusie-onderzoek FOM
Cyclisch bestralen met project Positife
Retourmissie van Franse bedrijven aan Nederland
Informatiedag hoogspanningsvoedingen
WP-2 Themadag Remote Handling en Ioniserende Straling
ITER zoekt ANSYS specialisten
Kick-off project “Virtual Slave”
Status ITER-NL2 aanvraag
Agenda
Nederlands systeem temt verstoringen in fusiereactor
1
ITER-NL op SOFE
ITER-NL Buildings Workshop
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Eerste plasma in Magnum-PSI (door Erik Min) Onderzoekers en ingenieurs van het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwegein hebben op donderdag 18 juni voor het eerst een plasma opgewekt in het nieuwe plasma-wand experiment Magnum-PSI. Dit markeert de tweede belangrijke mijlpaal in de bouw van het unieke experiment. De plasmabron is nu afgebouwd, inclusief de koeling, gastoevoer, besturingselektronica, elektrische voedingen, dataverzameling en veiligheidssystemen. Het geheel functioneerde boven verwachting. “Dit is echt een prestatie van het team als geheel. Iedereen heeft hier keihard aan gewerkt, maar het resultaat is er dan ook naar”, aldus dr. Wim Koppers, projectleider van Magnum-PSI. Magnum-PSI is een uniek experiment dat speciaal is ontworpen om de processen die een rol spelen in de divertor van fusie-experimenten zoals ITER te bestuderen. ITER is de volgende stap in het wereldwijde onderzoek naar kernfusie als toekomstige schone, veilige en vrijwel onuitputtelijke energiebron. In ITER wordt de brandstof, bestaande uit waterstofisotopen, verhit tot 150 miljoen graden Celsius. Bij deze temperatuur vormt zich een plasma, een gas van geladen deeltjes. Dit plasma wordt in principe zwevend gehouden in een sterk magneetveld. Alleen in de divertor, zeg maar de uitlaat van het experiment, komt het direct in contact met een wand. Hoewel het plasma hier al is afgekoeld tot enige tienduizenden graden Celsius, krijgen de wandplaten in de divertor het zwaar te verduren. "We willen met Magnum-PSI een serieuze bijdrage leveren aan het ontwerp van ITER", vertelt Koppers: "Ons experiment gaat unieke gegevens leveren voor het ontwerp van de divertor, ITER's uitlaat voor het fusieproduct helium." Om materialen onder allerlei omstandigheden te kunnen testen, kunnen onderzoekers in MagnumPSI plasma’s maken met een groot aantal verschillende eigenschappen. Het effect van het plasma op een wand kan zo ter plekke met geavanceerde meetinstrumenten worden bestudeerd. Magnum-PSI wordt het enige experiment ter wereld dat de dichtheid, temperatuur en het magneetveld zoals dat wordt verwacht in de ITER divertor na kan bootsen. Eerder al toonden onderzoekers van Rijnhuizen aan dat zij in staat zijn deze omstandigheden na te maken in het Pilot-PSI experiment, de kleinere voorloper van Magnum-PSI. Eenmaal voltooid zal Magnum-PSI een veel bredere plasmabundel maken. Hiermee kan het “sterk gekoppelde regime” bestudeerd worden, het gebied waarin materiaal dat van de wand erodeert in het plasma gevangen blijft en opnieuw chemisch en fysisch kan reageren met plasma én wand. FOM-Rijnhuizen werkt in het project nauw samen met de TU Eindhoven en met partners in de Trilateral Euregio Cluster TEC. "Magnum-PSI is ook niet alleen voor onszelf bedoeld", zegt Koppers: "wetenschappers uit de EU, zoals het team achter de grootste bestaande fusiereactor JET bij Oxford, willen hier plasma-wand onderzoek uit komen voeren. Ook Amerikaanse groepen bij MIT en Oak Ridge hebben interesse." De derde belangrijke mijlpaal, het installeren en testen van het supergeleidende magneetsysteem, staat gepland voor november 2009. Dit magneetsysteem kan gedurende lange tijd een zeer sterk magneetveld opwekken. Ook in fusiereactoren is een sterk magneetveld aanwezig. Door het magneetveld wordt het plasma over lange afstanden bij elkaar gehouden, waardoor een veel hogere dichtheid bij de te testen wandmodules wordt bereikt. Magnum-PSI moet eind 2009 klaar en getest zijn. De eerste experimenten gaan begin 2010 van start. >> Terug naar inhoudsopgave >>
2
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Informatiedag “hoogspanningsvoedingen”, 27 mei 2009 (door Toon Verhoeven) De “Information Day Additional Heating Power Supplies for ITER” werd gehouden in Barcelona. Het betrof vooral de voedingen voor ECRH (Electron Cyclotron Resonatie verHitting) en NBI (Neutral Beam Injection). Het wordt steeds duidelijker dat er onderscheid wordt gemaakt tussen een eerste “proef”plasma, nog steeds gepland in 2018 en het eerste “serieuze” plasma, vooralsnog in 2021. Van de additionele verhitting moet het eerste gedeelte klaar zijn voor 2018, nl. een paar MW ECRH voor het ontsteken van het plasma. De piek in de tendering voor de ECRH systemen wordt daarom pas over een aantal jaren verwacht. De situatie is heel anders voor NBI. Vooral omdat er voedingen nodig zijn voor de testopstelling die al op zeer korte termijn gebouwd gaat worden in Padua zal de eerste tenderactie voor NBI in juli 2009 van start gaan. Er waren geen Nederlandse bedrijven aanwezig bij de informatiedag, wel was er Adriaan Welleman van ABB Lensburg, een oude bekende, Nederlander maar al zijn hele carrière werkzaam in Zwitserland. FOM heeft een jaar of 8 geleden een samenwerking gehad betreffende een supersnelle hoogspanningsvoeding voor het ITER gyrotron. Hij vertelde dat hij samenwerkt met vele Nederlandse bedrijven en hij zag legio mogelijkheden om samen met Nederlandse bedrijven in te spelen op de genoemde tenderacties.
[email protected] De presentaties die werden gegeven zijn allemaal te vinden op de website: http://fusionforenergy.europa.eu/5_events_en.htm >> Terug naar inhoudsopgave >>
3
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Cyclisch bestralen met project Positife (door Leontien Zuurbier) Hoe bestraal je een experiment dat 30.000 keer heen en weer moet worden bewogen over een periode van anderhalf jaar? Dat was een van de praktische problemen van Project Positife waar Bouke Jonker van NRG mee te maken kreeg. Een flexibel swingrack dat de omstandigheden in de fusiereactor ITER in Cadarache simuleert, is de oplossing. In het Project POol SIde facility Thermally Induced FatiguE, kortweg project Positife, wordt de sterkte van de verbindingslagen van de eerste wand van de ITER getest op thermische vermoeiing. Deze wand bestaat uit drie lagen: roestvast staal voor de constructie, een koperlegering voor de geleiding van warmte en beryllium voor de hoge stralingsbestendigheid. “De panels zijn door middel van hot isostatic pressing (hip) met elkaar verbonden. In de ITER wordt het plasma om de 400 seconden aan- en uitgezet wat zorgt voor enorme warmte- en uitzettingsverschillen tussen de lagen”, aldus Jonker. Om deze omstandigheden na te bootsen ontwierp Jonker samen met zijn team een swingrack dat het experiment tijdens de anderhalf jaar durende bestraling telkens tien centimeter van en naar de kern van de HFR beweegt. Dit gebeurt met een watergedreven pompsysteem. “Het concept is nu aan het einde van het ontwerpstadium. Na de goedkeuring gaan we verder met het detailontwerp”, licht Jonker toe. “Poolwater uit de HFR stuurt de cilinder aan. We hebben een bedrijf in de buurt gevonden die het bewegingsmechaniek kan produceren. Ze zijn gespecialiseerd in het maken van aansturings-mechanismes om zwembadvloeren in hoogte te verstellen.” De cilinder komt uiteindelijk hoog aan een standaard PSF-rek te hangen zodat hij zo min mogelijk straling krijgt en bereikbaar blijft voor eventuele reparaties. Een andere uitdaging voor het team van Project Positife was het bereiken van de juiste warmtebelasting op de berylliumpanelen. Jonker: “We hebben een wolfraam plaat tegen de voorkant van het experiment bevestigd. Het geheel plaatsen we in een containment (stalen box) die we met gas vullen. Zo isoleren we het geheel waardoor alle warmte naar het beryllium gaat.” Opdrachtgever Fusion for Energy levert in totaal drie eerste wand secties aan. “Uiterlijk zijn ze allemaal hetzelfde, ze verschillen alleen in productieroute. Zo bestaat de ene bijvoorbeeld uit koper waar de leidingen door zijn geboord terwijl bij een andere het koper in poedervorm om de leidingen is gesmolten”, aldus Jonker. Wanneer alles volgens plan verloopt, gaan de experimenten in september in bestraling. Om zeker te zijn dat de bestralingsdosis en het aantal cycli overeenkomen met de situatie in de ITER, heeft ieder experiment een dosimeter in de koelleiding voor tussentijdse aflezing. “Het is belangrijk dat we precies weten waar we zitten met de stralingsdosis en de cyclus zodat we bijtijds bij kunnen sturen. Bovendien zijn de dosimeters ook tussentijds te vervangen mocht dat nodig zijn.” Na de bestraling gaan de experimenten naar Duitsland waar ze in Hotcells worden ontmanteld en beproefd met een High Heat Flux faciliteit. Met Project Positife heeft Petten er een unieke bestralingsmogelijkheid bijgekregen. Jonker: “Er zijn meer plekken waar je kan bestralen, maar alleen hier kunnen we nu cyclisch bestralen.” >> Terug naar inhoudsopgave >>
4
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Nieuw Hoofd Fusie-onderzoek FOM Rijnhuizen Dr. Tony Donné is per 1 juni 2009 hoofd van de afdeling fusie-onderzoek van FOM-Rijnhuizen geworden. Hij volgt daarmee Prof.dr. Niek Lopes Cardozo op die het instituut verlaat om voltijds hoogleraar te worden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Zoals in een eerdere nieuwsbrief al is bericht, gaat Niek aan de TU/e een nieuwe Master-opleiding ‘Science and Technology of Nuclear Fusion’ opzetten. Op 8 juni j.l. heeft het FOM Instituut op feestelijke wijze afscheid van Niek genomen en hem bedankt voor de vele belangrijke bijdragen aan het Nederlandse fusieprogramma. Tony Donné promoveerde in 1985 in de kernfysica aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Vervolgens werd hij aangesteld bij het FOM Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen, waar hij begon als post-doc. In 1986 werd hij hoofd van de kleine TORTUR tokamak groep en van 1988 tot 1998 gaf hij leiding aan de diagnostiekgroep van het Rijnhuizen Tokamak Project. In 1997 verhuisde hij naar het Duitse Jülich; eerst als hoofd van de FOM diagnostiekgroep en vanaf 2004 als 'Chef de Mission' van het FOM-team in Jülich. In 2006 werd hij plaatsvervangend hoofd van de afdeling fusieonderzoek op Rijnhuizen. Vanaf 2006 is Tony betrokken bij ITERNL; vanaf januari 2007 is hij lid van de Executive Board. Tony is geruime tijd betrokken bij de diagnostieken voor ITER. Gedurende de ITER Engineering Design Activity coördineerde hij het Europese werk op het gebied van microgolf en ver-infrarood diagnostieken voor ITER. In 1999 werd hij voorzitter van de ITER Expert Working Group on Diagnostics en vanaf 2001 tot juli 2008 was hij voorzitter van de ITPA Topical Group on Diagnostics. Sinds 2008 geeft hij leiding aan de EFDA Topical Group on Diagnostics. Tony is per 1 juni ook genomineerd als Head of Research Unit van de Associatie Euratom-FOM. Deze nominatie zal naar verwachting bekrachtigd worden op de aanstaande vergadering van het Steering Committee van de Associatie EURATOM-FOM. >> Terug naar inhoudsopgave >>
ITER zoekt ANSYS specialisten (door Peter Verhoeff) Op de SOFE/ICOPS conferentie in San Diego ontmoetten we Cees Jong, Division Manager binnen het Tokamak Afdeling van ITER. Cees is met zijn groep dringend op zoek naar ervaren specialisten die de analysepakketten ANSYS en ABAQUS tot in de puntjes beheersen. Hij zoekt versterking, die na een korte inwerktijd bij ITER vanuit hun thuisbasis analysevraagstukken voor de ITER (supergeleidende) magneten oplossen. Bedrijven en specialisten die daarin geïnteresseerd zijn kunnen met Cees contact opnemen via tel. +33 442 25 7030 of e-mail
[email protected]. >> Terug naar inhoudsopgave >>
5
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Retourmissie, bezoek van Franse bedrijven aan Nederland, 29-30 juni Nieuwegein – Delft (door Renée Pohlmann) Zoals u al eerder is gemeld zal ITER-NL op 29 en 30 juni a.s. gastheer zijn voor een delegatie van Franse bedrijven en hoogwaardigheidsbekleders die Nederland bezoeken om contacten te leggen met het Nederlandse bedrijfsleven in het kader van samenwerking voor ITER. De voorbereidingen voor deze retourmissie zijn inmiddels in volle gang. Er hebben zich al aardig wat bedrijven aangemeld. Van Franse zijde zullen de volgende bedrijven/instituten in ieder geval aanwezig zijn: ACC LA JONCHERE AREVA NP BUREAU VERITAS CEA C2I COMEX NUCLEAIRE EADS/ASTRIUM
EURO CONTROLE PROJET ESI GROUP F4E LOIRE INDUSTRIE PHIMECA PMB ALCEN WELCOME OFFICE FOR ITER COMPANIES
Deze lijst is nog niet definitief. Er wordt op dit moment nog hard gewerkt aan uitbreiding. Van Nederlandse zijde hebben de volgende bedrijven zich al aangemeld: ATKINS NEDTECH BENECOM BRADFORD ENGINEERING CERATEC TECHNICAL CERAMICS CRYOZONE DUTCH SPACE EXPLOFORM HIT
MOGEMA NEDINSCO SCHELDE EXOTECH SCIENCE & TECHNOLOGY TECHNOBIS MECHATRONICS TREE C TECHNOLOGY VELMON VIRO ENGINEERING
Ook dit is niet de definitieve lijst. U kunt zich nog tot uiterlijk donderdagmiddag 25 juni a.s. aanmelden door het aanmeldformulier (http://www.iter-nl.nl/files/images/aanmeldingsformulier.doc) dat u op 4 juni is toegestuurd te versturen naar
[email protected]. Graag even vermelden met hoeveel personen u komt en bij welke onderdelen van het programma u aanwezig denkt te zijn.
Op de volgende pagina staat het definitieve programma. Wij vinden het er veelbelovend uitzien en hopen op een succesvolle bijeenkomst.
6
Nieuwsbrief 23 juni 2009
DUTCH-FRENCH COOPERATION ON ITER PROJECT French delegation’s mission in The Netherlands 29-30 June, 2009 Program co-organized by French C2I, ITER-NL and Fusion for Energy 28th June 19.00-21.00 29th June Morning: 09.15-09.25 09.25-10.05 10.05-10.25 10.25-10.50 10.50-11.10 11.10-11.30 11.30-11.50 11.50-12.10 12.10-12.30 12.30-14.00 Afternoon : 14.00-18.00
20.00
Welcome to the French delegation by ITER NL
FOM Institute for Plasma Physics Rijnhuizen, Nieuwegein, plenary session Welcome address by Aart Kleyn (director FOM Rijnhuizen) Presentation F4E (Philippe Corréa) Presentation ITER-NL (Peter Verhoeff) Research programme of the Association Euratom-FOM (Tony Donné and Jaap van der Laan) Questions Coffee break Presentation CEA, about Nuclear Fusion related research programs in France (Laurent Letellier) Presentation French ITER Industrial Committee C2I (Sabine Portier) Questions Lunch break FOM, Business-to-Business meetings (Organized in parallel) • •
Matching sessions French and Dutch companies, organized by Ubifrance Matching sessions F4E and Dutch or French companies, organized by Ubifrance and ITER-NL
Official dinner, Utrecht (Brasserie Goeie Louisa) with the presence of Ms. Catherine Césarsky, French High Commissioner to Atomic Energy, and HE Mr. Jean-François Blarel, French Ambassador in the Netherlands.
th
30 June Morning: 09.30-11.00 12.00-13.30
FOM, Nieuwegein Visiting program at Institute for Plasma Physics Rijnhuizen and/or: end of B2B meetings Lunch break
Afternoon: 13.30-14.30 14.30-16.30 16.30
TNO Delft: Transport to Delft Visiting program, TNO Delft nanotechnology facility, Van Leeuwenhoek Laboratory End of the mission
>> Terug naar inhoudsopgave >>
7
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Status ITER-NL2 aanvraag (door Peter Verhoeff) In april meldden we u dat we inmiddels na inleveren van het ITER-NL2 voorstel twee hoorsessies hebben gehad bij het CPB en de Commissie van Wijzen (CvW). Van beide zittingen is inmiddels ook een verslaglegging langsgekomen. Deze was zonder enige vorm van advisering en ranking. We tasten daarom nog enigszins in het duister over het vervolgtraject van ITER-NL. In de eerste helft van juni zo is ons verteld zou de CvW haar advies uitbrengen aan de Commissie voor Economie, Kennis en Innovatie (CEKI). We nemen aan dat dit advies inmiddels geleverd is en dat de CEKI er mee aan het werk is. Vooralsnog is er nog geen enkele informatie omtrent de status van de plannen die zijn ingediend in de FES-500 ronde vrijgegeven. Nog even afwachten dus. >> Terug naar inhoudsopgave >>
8
Nieuwsbrief 23 juni 2009
ITER-NL op ICOPS/SOFE, 31 mei tot 5 juni 2009 (door Toon Verhoeven en Peter Verhoeff)
ITER-NL was zoals aangekondigd vertegenwoordigd op de 36th International Conference on Plasma Science and 23rd Symposium on Fusion Engineering (ICOPS/SOFE), van 31 mei t/m 5 juni in San Diego, California, USA. Aan de conferentie was ook een expositie van bedrijven verbonden, waarop ITER-NL de bij hen aangesloten Nederlandse bedrijven heeft geëtaleerd. Vooral SOFE bleek erg interessant voor het Nederlandse bedrijfsleven. De doelgroep van deze conferentie is vergelijkbaar met de Europese SOFT, maar nu met uiteraard veel meer Amerikaanse bedrijven en wetenschappers. Erg interessant omdat de US heeft aangegeven dat alle Amerikaanse ITER procurement pakketten wereldwijd getenderd zullen worden. Ook erg interessant omdat in Californië traditiegetrouw veel meer Aziatische inbreng is dan in Europa, zeker wat betreft de ITER partijen Japan, China en Korea. ITER-NL was er vertegenwoordigd met een stand met informatiemateriaal van een groot aantal bij ITER-NL aangesloten Nederlandse bedrijven. Michael Koot van Heeze Mechanics heeft ook acte-de-presence geven, ook om de samenwerking met het ook uit San Diego afkomstige GA (General Atomics) verder uit te bouwen, zie foto. We hebben de aanwezige bedrijven en kennisinstellingen gesproken en zijn er in geslaagd Nederland en haar bedrijven enigszins op de kaart te zetten. Overigens was steevast de eerste reactie van de Amerikaanse bedrijven, ‘leuk jullie te leren kennen, wat kunnen we voor jullie betekenen’. Men blijkt goed op de hoogte van hetgeen in Europa gebeurt in ITER kader. Er zijn echter zeker aanknopingspunten gevonden, die wij verder in kaart gaan brengen en opvolgen. Een heel concrete komt van ITER, van een landgenoot werkzaam aldaar. Zie de oproep voor ANSYS specialisten in deze nieuwsbrief. Meer informatie op: http://cer.ucsd.edu/icopssofe09/ >> Terug naar inhoudsopgave >>
9
Nieuwsbrief 23 juni 2009
WP-2 Themadag
Remote Handling en Ioniserende Straling (door Bert Metz)
Op 11 juni werd bij NRG in Petten een themadag georganiseerd over het onderwerp Remote Handling en Ioniserende Straling. Het doel van deze dag was om medewerkers van onderzoeksinstellingen en bedrijven, die in het kader van WP-2 betrokken zijn bij remote handling, vertrouwd te maken met de beginselen van de stralingshygiëne. Daarbij werd ook aandacht besteed aan de beperkingen die een sterk stralende omgeving oplegt aan het gebruik van materialen en apparatuur. De themadag werd bijgewoond door ca. 20 personen, afkomstig van het FOM Remote Handling Team, Heemskerk Innovative Technology (HIT), Dutch Space, Philips Applied Technologies, Atkins Nedtech, MI Partners alsmede van de gastheer NRG. Na een drietal inleidende lezingen over Algemene Stralingshygiëne (door Heleen van Elsäcker), Neutronica-berekeningen (door Alfred Hogenbirk) en Hot Cell Operations (door Renate de Vos), bestond de gelegenheid om de laboratoria van NRG te bezichtigen. In twee groepen werden de deelnemers rondgeleid door het Jaap Goedkoop Laboratorium, waar de tritiumhandling getoond werd, en door de Hot Cell Laboratoria, waar met name de mogelijkheid om in een beperkte ruimte met een remote bediende orbitaal-lasmachine te werken veel belangstelling trok. Na de goed verzorgde warme lunch, waarbij geanimeerd gediscussieerd werd over de onderwerpen die 's ochtends aan bod gekomen waren, werden in het middagprogramma nog drie lezingen gegeven. In de eerste lezing (door Alfred Hogenbirk) werd aandacht besteed aan de stralingsniveaus die te verwachten zijn in de nabijheid van een poortplug als deze in de ITER Hot Cell Facility geïnspec-teerd wordt. Vervolgens besteedde Jaap van der Laan aandacht aan het materiaalonderzoek dat door NRG in het kader van kernfusie wordt uitge-voerd. Als laatste spreker besprak Klaas Bakker de mogelijkheden voor gammabestraling bij de Hoge Flux Reactor. In de discussie die daarop volgde bleek dat er nog veel onduidelijkheid bestaat omtrent de stralingsniveaus die te verwachten zullen zijn als een poortplug tijdens een onderhoudsperiode in de ITER Hot Cell Facility verblijft. Zowel voor het ontwerpen van camera's, die een essentieel onderdeel van de remote handling zullen uitmaken, als bij de robotica zelf, wordt de levensduur van de apparatuur door het stralingsniveau in de Hot Cell Facility bepaald. Afgesproken werd dat NRG het te verwachten stralingsniveau in de Hot Cell Facility zo goed mogelijk zal berekenen. Verder bleek dat er van de kant van het remote handling team, dat zich tot dusverre voornamelijk met computerstudies heeft beziggehouden, grote behoefte bestaat om de bedachte procedures te toetsen aan de praktijk. Een proefopstelling in Petten, waarbij men de invloed kan onderzoeken van beperkt zicht via een televisiescherm en camera's (in plaats van direct zicht) zou een belangrijke stap in die richting kunnen zijn. De mogelijkheden daartoe worden in overleg tussen FOM, HIT en NRG nader uitgewerkt. Tenslotte bleek dat er bij de gamma-bestralingsfaciliteit van NRG mogelijkheden bestaan om elektronica en camera's, en misschien zelfs een volledige robotarm te bestralen. In overleg tussen Dutch Space, Philips en NRG zullen de wensen en mogelijkheden nader in kaart gebracht worden.
10
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Samenvattend kunnen we terugkijken op een zinvolle themadag, waarbij veel nuttige informatie werd uitgewisseld over de invloed van ioniserende straling op onderhoudsactiviteiten met behulp van Remote Handling. Er zijn inmiddels diverse afspraken gemaakt voor verdere samenwerking. >> Terug naar inhoudsopgave >>
Kick-off project “Virtual Slave”, 13 mei 2009 (door Toon Verhoeven) HIT (Heemskerk Innovative Technologies) gaat samen met Dutch Space en TreeC een ITER-NL project uitvoeren genaamd “Virtual Slave”. De kick-off werd gehouden op 13 mei op het kantoor van HIT in Rijswijk. Cock Heemskerk is de coördinator van het project en Toon Verhoeven zal namens ITER-NL het project begeleiden. Het virtual Slave project is gericht op de ontwikkeling van een prototype simulator. Hierbij worden vanuit CAD programma’s (CATIA V5) omgevingen en ontwerpen geïmporteerd en gesimuleerd. Deze simulatie omvat naast geometrische simulatie en kinematica ook (robot-) dynamica en een model van de fysieke interactie tussen componenten. Het product geeft met ITER verbonden gebruikers de mogelijkheid om onderhoudshandelingen met het master-slave systeem met grote betrouwbaarheid en nauwkeurigheid (real-time) te simuleren. Deze simulaties zijn belangrijk en onmisbaar in verschillende fasen van de ITER ontwikkeling: Ontwerp, procedureontwikkeling, training en operationele ondersteuning. De virtual slave is een belangrijke stap in het proces om, voordat wordt overgegaan op tijdrovende kostbare hardware investeringen, een goed oordeel te vormen over de haalbaarheid van de diverse onderhoudsscenario’s. Het idee is dat het uitvoeren van dit project het Nederlandse bedrijfsleven een goede uitgangspositie verschaft voor het ontwerpen en leveren van de virtuele omgeving voor het testen van de verschillende ITER procedures en hardware componenten.
>> Terug naar inhoudsopgave >>
11
Nieuwsbrief 23 juni 2009
ITER-NL Buildings Workshop Deze workshop vond plaats op 18 mei in “het Kasteel” bij FOM te Nieuwegein. Het doel van de bijeenkomst was het versterken van de contacten tussen het Buildings team van F4E en de Nederlandse bedrijven. Vanwege de F4E-tenders die er op het gebied van gebouwen, de site, de infrastructuur, en de engineering daarvan, in gang gezet zijn is dit een zeer actuele zaak. Bij de workshop waren ongeveer 20 vertegenwoordigers van Nederlandse bouwbedrijven, adviesen ingenieursbureaus aanwezig, en daarnaast adviseurs van de o.a. overheid en VNO-CNW. Na het Nederlandse ochtendprogramma schoven Ben Slee en Laurent Schmieder van het Buildings team van F4E bij ons aan. De inleidende presentaties van Toon Verhoeven en Bart Snijders van ITER-NL brachten de toehoorders op de hoogte van de actuele stand van zaken, en bv. de lopende tenders. Daarna presenteerden Virginie Heukensfeldt Jansen en Franka Houben, namens het Ministerie van Economische Zaken, “Support door Ministerie van Economische Zaken”, en “Nieuwe regeling 2getthere”, gevolgd door Hans Hoefnagels met “Nederland Ervaring in Franse Nucleaire Projecten”, waarin praktische ervaringen met internationale projectteams voor Nucleaire projecten naar voren kwamen. Voor de lunch volgde een introductie van bedrijven, met als thema: “(Nucleaire) ervaring in Nederland”, met o.a. Fugro , BAM, DHV/Haskoning, NRG. Tussen de bedrijven door werd een discussie over kansen en strategieën gevoerd. In de middag volgde de presentatie “ITER Buildings” door Ben Slee en Laurent Schmieder (van Fusion for Energy, F4E), en presentaties van de Nederlandse bedrijven aan F4E. Bij de discussie bleek dat diverse heikele punten (zoals unlimited liability) door F4E onderkend worden, en dat aan werkbare oplossingen gewerkt wordt. Daarnaast werd duidelijk dat tot nu vooral gewerkt is aan specificatie van de Buildings en Infrastructure, en dat veel ontwerpwerk nog gedaan moet worden. Voornaamste conclusies: - F4E heeft een klein Buildings-team, en heeft (erg) veel hulp nodig om het gehele ITER-complex te realiseren. Daarbij kunnen Nederlandse bedrijven een significante rol spelen, mits wij actief, en in de goede consortia opereren. - De Nederlandse bedrijven doen er goed aan om te focusseren: een duidelijke keus maken voor een deel van de ITER Buildings dat goed bij de aanwezige expertise aansluit, en die speerpunten dan duidelijk aan F4E presenteren. De dag werd afgesloten met een sfeervolle tocht en diner in Utrecht, met een informele discussie met F4E. >> Terug naar inhoudsopgave >>
12
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Nederlands systeem temt verstoringen in fusiereactor Onderzoekers van het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwegein en de Technische Universiteit Eindhoven hebben een nieuw systeem ontwikkeld dat de efficiëntie van toekomstige fusiereactoren fors kan verbeteren. Het regelsysteem kan magnetische verstoringen in de reactor met grote nauwkeurigheid opsporen én direct bestrijden. Een prototype is getest op het Duitse experiment TEXTOR en is van groot belang voor het internationale fusie-experiment ITER, dat momenteel in Zuid-Frankrijk gebouwd wordt. Om kernfusie, de energiebron van de zon, op aarde te temmen is het noodzakelijk de brandstof bij een temperatuur van miljoenen graden in een krachtig magneetveld op te sluiten. De hete brandstof probeert echter op alle mogelijke manieren aan deze magnetische kooi te ontsnappen. Zo kunnen er bijvoorbeeld magnetische eilanden ontstaan, ronddraaiende structuren die het aangelegde magneetveld verstoren en uiteindelijk tot veel energieverlies leiden. Eilanden zijn te bestrijden door ze op precies de juiste plaats te verhitten met krachtige microgolven, vergelijkbaar met het verhitten van water in een magnetron. Het plasma zendt zelf ook een zwak microgolfsignaal uit en door dat te detecteren kan de locatie van de eilanden bepaald worden. Om beschadiging van de gevoelige detector te voorkomen wordt deze meestal ver van de intense verhittingsbundel geplaatst. Daardoor ontstaat er een flinke onzekerheid in de locatie van het ronddraaiende eiland ter hoogte van de verhittingsbundel. Zo’n systeem schiet dan ook zelden in één keer raak. In het kader van het ITER-NL consortium (een samenwerking van FOM, TNO en NRG) hebben de Nederlandse onderzoekers nu een systeem ontwikkeld waarbij detectie en verhitting via dezelfde bundellijn verlopen. Geen sinecure, want één miljoenste van een miljoenste van het vermogen in de verhittingsbundel kan de detector al volledig verblinden. Daarom ontwikkelden zij een filter dat zelfs de kleinste reflectie van de verhittingsbundel tegenhoudt terwijl het meetsignaal wordt doorgelaten. Door de gevoelige meting is de verhittingsbundel precies op het te stabiliseren eiland te richten. Bart Hennen, promovendus aan FOM-Instituut Rijnhuizen: "Stel je een dartbord voor, dat ter hoogte van de maan allerlei kanten op beweegt. Wij kunnen met ons systeem keer op keer bulls-eye gooien, ondanks de verblindende zon." Het ontwerp is op het Duitse experiment TEXTOR met groot succes getest. Ook tijdens het verhitten gaat de detectie door, zodat in real-time het krimpen van de eilanden te zien is. Het systeem kan zo volautomatisch eilanden ontdekken, onderdrukken en daarna verder zoeken of er nieuwe eilanden ontstaan. Ook in het internationale fusie-experiment ITER kunnen magnetische eilanden optreden en tot veel energieverlies leiden. De onderzoekers denken dan ook dat hun systeem een goede kans maakt op ITER geïnstalleerd te worden. >> Terug naar inhoudsopgave >>
13
Nieuwsbrief 23 juni 2009
Agenda
Datum
Event
Contact
29 – 30 juni
Retourmissie van Franse bedrijven aan
Renée Pohlmann
Nederland 7 – 12 sept.
14th Int. Conf. on Fusion Reactor Materials
Renée Pohlmann
(ICRFM-14), Sapporo, Japan 11 – 16 okt.
9th Int. Symp. on Fusion Nuclear Tech.
Renée Pohlmann
(ISFNT-9), Dalian, China 25 – 27 nov.
FUSIONtech Expo 2009, Milaan, Italië
Renée Pohlmann Toon Verhoeven
>> Terug naar inhoudsopgave >>
14