sterke dijken schoon water
Nieuwsbrief Dijkbewaking
Met uw inzet een veilig Rivierenland
11
•2014
Kwade tongen beweren het wel eens over brandweermensen. Die houden wel van een fikse brand af en toe. Geldt dat ook voor dijkbewakers? Hopen die op calamiteiten met hoogwater? Niet op calamiteiten, vertelt een dijkbeheerder. Maar een hoogwater is wel goed om de mensen scherp te houden. De eigen mensen, maar ook de bevolking achter de dijken. Want, zo vertelt de dijkbeheerder: “Het is een zekerheid dat er ooit een gevaarlijk hoogwater komt. Je weet alleen niet wanneer. Het is zaak om er dan klaar voor te zijn. Daar oefenen we ieder jaar op.” In het winterseizoen van 20132014 was het nog niet zover. Nergens in het werkgebied van het waterschap is sprake geweest van gevaarlijk hoogwater. Eén keer zijn dijkbeheerders de dijk opgegaan. Dat was tijdens de Sinterklaasstorm van december 2013. Die storm zorgde voor opstuwend zeewater en bemoeilijkte de rivierafvoer. Voldoende reden om de bewaking ‘op te schalen’. Al werden er geen problemen geconstateerd.
Meer dijklopers, kortere vakken Hoe meer je moet controleren, hoe groter de kans dat je iets mist. Om te voorkomen dat problemen aan de dijk niet worden gezien, wordt het aantal ‘dijklopers’ bij hoogwater verhoogd. De dijkvakken die ze moeten controleren worden verkleind. Van de 24 waterschappen in ons land heeft Waterschap Rivierenland verreweg het grootste aantal kilometers rivierdijk onder zijn hoede. Van de meer dan 1.100 kilometer dijken en andere waterkeringen in het werkgebied zijn ongeveer 550 kilometer van vitaal belang voor de waterveiligheid. Bij hoogwater wordt een
1 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
‘dijkleger’ van ongeveer 300 mannen en vrouwen op pad gestuurd om de dijken te controleren. In verschillende ‘shifts’ gaan ze op pad en maken melding van mogelijke problemen. De dijkpatrouillelopers werken in teams en controleren per keer zo’n 20 kilometer dijk. Vanwege de grote afstand wordt het patrouille-‘lopen’ veelal gedaan vanuit de auto.
Eerst zien
Maar het blijkt dat veel problemen aan een dijk niet vanuit de auto kunnen worden gezien. Specialist waterkeringen Hans Knotter legt uit: “In het voorjaar >>
van 2014 hebben we de dijken te voet geïnspecteerd. Daaruit zijn zo’n 1.300 probleempunten naar voren gekomen die niet direct waren te zien vanuit de auto. Konijnenholen of kleine schade. Plekken die bij een hoogwatersituatie toch voor problemen kunnen zorgen. Om een schadebeeld goed te kunnen beoordelen moet je het eerst zien.”
Onderzoek
Ook recent onderzoek van de TU Delft toont aan dat veel mogelijke ‘faalmechanismen’ van een dijk lang onopgemerkt kunnen blijven. Knotter: “Er zijn drie stappen in het proces: het zien en beoordelen van een schadebeeld, het inzetten van
een noodmaatregel en het effect van die noodmaatregel. Als je dat hele proces bekijkt zie je dat de ‘faalkans’ het grootst is bij stap 1: het zien van een schadebeeld.”
Te voet
Het plan is nu om de gemiddelde lengte van een patrouillevak terug te brengen van 20 kilometer naar maximaal 10 kilometer. En om vaker de auto te verlaten. Knotter: “Het betekent maximaal 5 kilometer te voet per controle per mens. Te voet inspecteren is belangrijk. Je moet de dijk ervaren. Als het dijklichaam week wordt bijvoorbeeld, moet je dat voelen met je voeten.”
Nieuwe lopers
In de komende periode zullen ongeveer 60 nieuwe dijkpatrouillelopers worden geworven en opgeleid. Ook de shifts waarin ze werken worden aangepast. Daarmee kan het extra controlewerk worden opgevangen. De nieuwe manier van werken moet aan het begin van het hoogwaterseizoen van 2015 zijn ingevoerd.
Proefsluitingen goed verlopen In de afgelopen periode is weer geoefend met het aanbrengen van tijdelijke hoogwatermaatregelen, onder meer in ‘coupures’. Dat zijn doorgangen in waterkeringen of dijken voor verkeer of voetgangers. In het werkgebied zijn ongeveer 50 van deze doorgangen.
Tiel en Zaltbommel. In Zaltbommel betreft het een flexibele waterkering langs de Waalkade. Daarbij is 300 meter muur in minder dan 5 uur tijd een halve meter opgehoogd met aluminium profielen. Alle proefsluitingen verliepen goed, op een enkel ontbrekend moertje of boutje na.
Coupuresluitingen
Kromme Nol
Iedere coupure wordt minimaal éénmaal in de vijf jaar bij wijze van proef gesloten. Er wordt bij de oefening gekeken of alle materialen goed functioneren en of de afstemming goed verloopt. Er moet bijvoorbeeld worden overlegd met de gemeente over verkeersomleidingen. Er is ditmaal geoefend met coupures in Nijmegen,
Een bijzondere oefening betrof het sluiten van de Kromme Nol, een hoogwater kering in de Afgedamde Maas. Deze afsluiting wordt jaarlijks geoefend. Omdat het de afsluiting van een waterweg is, zijn er meerdere
2 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
overheden (gemeenten, Rijkswaterstaat) en ook een drinkwaterbedrijf bij betrokken. Ook deze oefening verliep goed, op een enkele miscommunicatie met betrokken gemeenten na. De contactenlijst heeft na de proefsluiting weer een update gekregen!
Proefsluiting Zaltbommel
Kijken bij de buren
Dijkbewakingsorganisatie Waterschap Groot Salland Nederland heeft 24 waterschappen. Hoe hebben die het bewaken van de dijken bij hoogwater geregeld? We nemen een kijkje bij de buren. Kunnen we nog iets van ze leren?
Werkgebied van Waterschap Groot Salland
Als eerste kijken we bij de dijkbewakingsorganisatie van Waterschap Groot Salland (WGS). Dat werkt met een dijkwachtorganisatie van zo’n 700 vrijwilligers. Sinds juli 2013 is Freddie Schutte, adviseur beheer en onderhoud bij WGS, verantwoordelijk voor de organisatie.
Hoe is jullie dijkbewaking georganiseerd?
Freddie Schutte: “We hebben 500 kilometer dijk opgedeeld in dijkvakken van 5 kilometer. Bij hoogwater gaan twee dijkwachters de dijk op en lopen hun stuk, heen en weer, volgens een bepaald patrouilleschema. Ze melden calamiteiten aan de postcommandant, die verzamelt de meldingen van één of meer dijkvakken en geeft dat door aan de ringcommandant. We hebben in het werkgebied 4 regio’s met een eigen ringcommandant.
Primair Regionaal Overig
Kampen Zwolle
Waterschap Groot Salland ligt in het westen van de provincie Overijssel. Het waterschap heeft een werkgebied van 120.000 ha. Er liggen 4.000 kilometer watergangen en 500 kilometer dijken en kaden. Ongeveer 300 kilometer daarvan zijn rivierdijken langs de IJssel, het Zwarte Water en de Overijsselse Vecht. Het hoofdkantoor is in Zwolle, er werken ongeveer 400 mensen. Bij calamiteiten kan het schap zo’n 700 vrijwilligers van de dijkwachtorganisatie op de been brengen.
Deventer
3 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
Dat is de laatste schakel als vrijwilliger in de dijkwachtorganisatie. Vanaf daar nemen de professionals van het waterschaps-actieteam het over.”
Wat is de kracht van jullie dijkbewakingsorganisatie?
“De Gehaktbal!” Schutte lacht. “Dat moet ik even uitleggen... Dijkbewaking is een serieuze aangelegenheid, maar het heeft ook een belangrijk sociaal aspect. Samen de dijk op, samen verantwoordelijk voor veiligheid. Op de nabespreking van de oefening hoort traditioneel een warme gehaktbal. Die energie kan je wel gebruiken als je net 4 uur gelopen hebt. Ik heb ooit geprobeerd die gehaktbal te vervangen door een gevulde koek. Nou, er brak een oproer uit! Slecht idee. Die gehaktbal is het symbool geworden voor een stukje saamhorigheid.”
Hoe hou je de vrijwilligers betrokken en hoe leid je ze op?
“We nemen nieuwe vrijwilligers tijdens een informatieavond mee de dijk op. Daarna krijgen ze een stukje theorie. Verder houden we eens in de 2 jaar een grootschalige oefening. De mensen worden opgeroepen om de dijk op te gaan. Er worden fictieve incidenten uitgezet die gemeld worden. In het jaar ertussen houden we een theorieavond, vaak aan de hand van een bepaald thema. We zien iedere vrijwilliger dus minimaal één keer per jaar.”
Wat is de uitdaging voor 2014?
Freddie Schutte: “We willen dit jaar extra aandacht geven aan communicatie. Met name tussen de dijkbewaker en de postcommandant. We werken met vrijwilligers van allerhande pluimage. Mensen die professioneel iets van dijken weten, maar ook oprecht betrokken burgers. Hoe zorg je dat de communicatie bij een melding eenduidig is? Welke woorden kies je, wat is het beeld dat je met die woorden oproept? Bewust omgaan met communicatie, dat is de uitdaging voor 2014!”
Artist impression van een centrale regiekamer
Nieuw coördinatiecentrum Bij hoogwater zijn de patrouillelopers de ogen en de oren van het waterschap. Ze melden hun bevindingen bij de dijkposten, en de dijkposten rapporteren op hun beurt aan een centraal punt bij het waterschap, een tijdelijk ingericht actiecentrum. Dat wordt eind 2014 een vast waterschapscoördinatiecentrum, afgekort ‘WCC’. Het actiecentrum is tot nu toe een aparte vergaderruimte in het kantoor van het waterschap in Tiel. De ruimte wordt in geval van hoogwater ingericht met laptops, communicatieapparatuur en flipover-borden voor het totaaloverzicht. Dat is doorgaans een hele operatie waarbij – hoe vaak je ook oefent – het nodige kan misgaan met de techniek. Eind 2014 gaat dat veranderen. Er komt een waterschaps coördinatiecentrum (WCC) met een vaste uitrusting en vaste apparatuur waar het actieteam meteen aan de slag kan.
Centrale Regiekamer
Het WCC wordt gecombineerd met de nieuwe Centrale Regiekamer (CRK). Dat is de centrale plek van waaruit het peilbeheer en het zuiveringsbeheer van het gehele werkgebied van het waterschap wordt geregeld en op afstand wordt bestuurd. Dat is nu nog versnipperd over een aantal werkplekken en 4 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
locaties. De Centrale Regiekamer heeft het totaaloverzicht van de waterstanden in het werkgebied, en kan daarmee het WCC tijdens hoogwater (of bij andere calamiteiten) snel van informatie voorzien.
Korte lijnen
De WCC wordt deze zomer opgezet. Rik de Schepper (adviseur calamiteiten zorg van Waterschap Rivierenland) is daarbij betrokken: “Bij de komende hoogwateroefening HoWaRi gaan we de eerste ervaringen met de WCC opdoen en kunnen we kijken hoe de communicatie met de dijkposten verloopt. In december van dit jaar moeten we operationeel zijn.” De mannen en vrouwen op de dijk zullen als het goed is niet veel merken van deze verandering ‘op kantoor’. Of toch wel, volgens De Schepper: “Door de WCC worden de communicatielijnen korter. De mensen die moeten beslissen op bestuurlijk niveau zijn sneller op de hoogte van operationele zaken, van de feiten of acties op de dijk. En omgekeerd zijn de mensen in het veld, op de dijkposten, sneller op de hoogte van nieuwe beslissingen en feiten rond hoogwater. Bij calamiteiten is er vaak sprake van een informatieachterstand, die wordt met het WCC kleiner. Met het waterschapscoördinatiecentrum kunnen we beter ons werk doen.”
Nachtelijke hoogwateroefening De jaarlijkse hoogwateroefening HoWaRi krijgt ditmaal een bijzonder tintje: de oefening wordt gehouden in het donker. Midden november 2014 rukt het leger van hoogwaterlopers uit met zaklamp en schijnwerper.
Donker
Om klaar te zijn voor eventuele calamiteiten rond de grote rivieren is het van belang om regelmatig te oefenen. Op het herkennen van schadebeelden maar ook op de onderlinge communicatie. Tijdens de HoWaRi wordt in een aantal dagen een hoogwaterscenario voor de grote rivieren geoefend. De dijkposten worden bemensd en ook het nieuwe waterschapscoördinatiecentrum WCC op het hoofdkantoor in Tiel zal functioneren. De oefening wordt deels gehouden in het donker: dat bemoeilijkt het opsporen en beoordelen van schadebeelden aan de dijk.
Top van het land
Coördinator dijkbewaking van Waterschap Rivierenland Hans Knotter verwacht veel te leren van de oefening:
hebben meegemaakt. Door te oefenen borg je de kennis en de ervaring die toen is opgedaan. Je wil dat er ook over 20 jaar nog mensen zijn die weten waar het
We hebben in de dijkbewaking in de afgelopen vier, vijf jaar enorme sprongen gemaakt in professionaliteit. “Het klinkt gek, maar je hoopt dat er dingen mislopen. Dat is de manier waarop je als organisatie kunt leren. Ik ben altijd blij met verbeterpunten. We hebben in de dijkbewaking in de afgelopen vier, vijf jaar enorme sprongen gemaakt in professionaliteit. Zowel bij de professionele organisatie als bij de vele vrijwilligers die meedoen met oefeningen. Landelijk gezien behoren we tot de top. Daar ben ik best trots op!”
in 1995 kritisch was langs de dijk. Die weten wat de maatschappelijke gevolgen zijn van een calamiteit.”
Kennisoverdracht
Oefenen blijft nodig, volgens Knotter: “Om scherp te zijn voor als de nood echt aan de man is. Oefenen is ook een manier van kennisoverdracht. Er lopen nu mensen op de dijk die bijvoorbeeld de hoogwatersituatie van 1995 niet bewust
Kort nieuws
Dijkverbetering Waterinnovatieprijs
Zaltbommel
Het EO-programma ‘Geloven op 2’ van 19 februari 2014 ging over Zaltbommel. Een hoofdrol was weggelegd voor dijkbeheerder Tom Veenhoff. Hij vertelt over het hoogwater van 1995 en loopt een stukje dijkpatrouille. Ook de dijkpost wordt bezocht. Als demonstratie vult hij één van de duizenden klaarliggende jutezakken met zand: “Drie scheppen is genoeg!” De uitzending staat op Uitzendinggemist.nl.
In december 2013 kreeg Waterschap Rivierenland met een aantal partners de Waterinnovatieprijs van de Unie van Waterschappen. Er werden prijzen uitgedeeld in vier categorieën, het waterschap won in de categorie ‘Droge Voeten’. De inzending was een innovatief ontwerp voor ‘verticaal zanddicht geotextiel’ (VZG). Dat is een scherm dat aan de voet van de dijk in de bodem wordt aangebracht. Het doek laat water door, maar geen zand. Zo wordt wegspoelen van zand uit het dijklichaam (‘piping’) voorkomen.
5 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
In 2014 begint Waterschap Rivierenland met zeven nieuwe dijkverbeterings projecten. Vele kilometers rivierdijk langs onder meer de Lek en de Waal worden aangepakt. Vaak op innovatieve manier. De officiële aftrap werd tijdens het symposium ‘In uitvoering: #nieuwedijk’ gedaan door minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Ze zei: “Innovaties zijn geen luxe. Elke nieuwe generatie en elke nieuwe eeuw vragen om nieuwe waakzaamheid en nieuwe plannen.”
Portret: patrouilleloper Heino Niewold En, al eens een calamiteit meegemaakt? “Ja, in januari 2011 zijn we ‘voor het ecchie’ de dijk opgegaan. Toen werd de organisatie opgeschaald vanwege het hoge water. De uiterwaarden waren ondergelopen, maar dat gaf verder weinig problemen.” Kwam het ‘echte werk’ overeen met het beeld dat je had gekregen van alle oefeningen? “Ja, het beeld klopt verrassend goed. We hebben geoefend met onder meer ‘serious gaming’ waarbij een hoogwater op het beeldscherm wordt gesimuleerd. Ik heb een stuk dijk van zo’n 20 kilometer langs de Maas onder mijn hoede, het beeld van het echte hoogwater kwam me door die oefeningen heel bekend voor.” In het dagelijks leven kijkt Heino Niewold (46) vooral naar beeldschermen. Als medewerker van het team Geodata en Monitoring is hij verantwoordelijk voor de waterkwantiteitsgegevens van Waterschap Rivierenland. Als vrijwilliger is hij patrouilleloper in de Bommelerwaard. Hoe is dat zo gekomen? “Ik kwam in 2007 in dienst bij het waterschap. Ik hou erg van wandelen, patrouillelopen leek me wel wat. Jezelf nuttig maken in de buitendienst... En eerlijk gezegd leek het me ook wel spannend, de dijk op met hoogwater!”
Hoe vaak oefen je? “We gaan twee keer per jaar echt de dijk op. In het najaar houden we een grote oefening, dat doen we om praktische redenen vooral met de auto. We oefenen dan met schadebeelden op bordjes. In het voorjaar is er een soort opfriscursus. Dat is meer een stukje ‘dijkvakherkenning’. Bij een echt hoogwater moet je echt de auto uit. Je moet de grond voelen. Is het zompig of nat, komen er bellen in de sloot? Je moet zien waar holen zijn van konijnen of ratten. Als het gras lang is en je kijkt langs het talud naar beneden kun je dat zomaar missen. De omstandigheden kunnen guur zijn, storm, regen... Dan is 20 kilometer met 2 man een heel eind. Je moet best fit zijn. Fit zijn is een voorwaarde.”
Is er een relatie met je dagelijkse werk? “Jazeker. Ik ben met mijn beheerteam Waterkwantiteitsgegevens verantwoordelijk voor de informatie-inwinning rondom onder andere de waterstanden in het werkgebied van het waterschap. Bij ons team komen alle lijntjes samen over de waterkwantiteit binnen de dijken. Er was laatst een bijeenkomst van de calamiteitenorganisatie waarbij gekeken werd naar het hele proces van informatie-inwinning bij een hoogwater. Het proces van alle meldingen van de patrouillelopers via de afhandeling op de dijkposten tot het besluit van het nemen van maatregelen bij het waterschap. Bij de informatievoorziening dacht ik: ‘Hee! Dát is een rol voor mij, daar weet ik wat van!’. Er is bovendien een rechtstreekse relatie tussen het waterpeil binnendijks en de waterstand buitendijks, in de rivier. Naar het eerste kijk ik als professional, naar het tweede kijk ik als professionele vrijwilliger.”
Colofon De ‘Nieuwsbrief Dijkbewaking’ is bedoeld voor iedereen die een actieve rol heeft in de dijk bewaking bij Waterschap Rivierenland. Dat kan zijn als vrijwilliger of als medewerker van het waterschap. De nieuwsbrief houdt u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. De nieuwsbrief verschijnt twee maal per jaar: in het najaar en in het voorjaar, dus bij het begin en bij het einde van het hoogwaterseizoen. Dat seizoen loopt jaarlijks van 15 oktober tot 15 april. Redactieleden: Jessica Zoethout, Hans Knotter en Marius van Herpen. Opmerkingen over de inhoud of suggesties voor onderwerpen kunt u per e-mail doorgeven aan Marius van Herpen, communicatieadviseur,
6 Nieuwsbrief Dijkbewaking | juni 2014
email:
[email protected].
ontwerp Het Lab ontwerp + advies - Arnhem fotografie Waterschap Rivierenland druk Drukkerij Opmeer - Den Haag
“Fit zijn is een voorwaarde”