ARGUS
NIEUW-ZEELAND
Milieunieuws uit
Nieuw-Zeeland Aan de andere kant van de aardbol Hoe het begon ligt Nieuw-Zeeland. Het is één van Begin oktober 2007 bracht Andrew de dunstbevolkte landen van de Kibblewhite een werkbezoek aan Brussel. wereld - er wonen zo’n vier miljoen Doel was vooral om Europese collega’s kenmensen op een oppervlakte meer nis uit te wisselen over de Europese CO2emissiehandel. Hij was echter ook bijzonder dan acht keer zo groot als België. geïnteresseerd in de aanpak van de afvalproMeer dan een vierde van de bevol- blematiek in Vlaanderen. Er valt immers veel king woont in de grootste stad inspiratie te halen uit onze voortdurende Auckland, de helft van de bevol- inspanningen met doelstellingen en concrete acties, die Vlaanderen tot de betere afvalsorking woont in andere stedelijke teerders hebben gemaakt. gebieden. Het verschil met onze Voor alle duidelijkheid, Andrew Kibblewhite is
uit twee grote eilanden en een aantal kleinere. De bevolking woont er enorm geconcentreerd in slechts enkele steden. Daar tussenin ligt prachtige, nog relatief ongerepte natuur met bergen, vulkanen, uitstrekte bossen en vlakten, paradijselijke stranden,… Bovendien maken de unieke fauna en flora, met tal van endemische soorten (d.w.z. soorten die alleen dáár voorkomen) van Nieuw-Zeeland niet alleen een toeristische topper, maar ook een echte schatkamer van de biodiversiteit. Deze troeven stellen Nieuw-Zeeland echter ook voor uitdagingen. De uitgestrektheid en geografische kenmerken werken een weinig
Milieu aan de andere Vlaamse overvolle, vervuilde nevel- ambtenaar, geen politicus. Zijn beleidsadviesstadregio is dan ook enorm. Toch groep adviseert de ‘premier-van-de-dag’ over internationale beleidsthema’s - de milieuproblezijn er vele raakvlakken, temeer matiek daar één onderdeel van. Voor het poliomdat Nieuw-Zeeland een uitge- tieke werk kan de premier terugvallen op een sproken milieukoers vaart. Het land aparte cel van medewerkers waar Kibblewhite zijn ploeg natuurlijk vaak de koppen mee gaat er prat op kernenergie-vrij te en samensteekt. ARGUS ging Andrew Kibblewhite zijn en wil bovendien CO2-neutraal opzoeken voor een babbel over een Nieuwworden. Hoe pakt Nieuw-Zeeland Zeelandse kijk op de dingen. de milieuproblemen aan? We vroegen het aan Andrew Unieke kansen en bedreigingen Kibblewhite, directeur van de be- Nieuw-Zeeland is in vele opzichten bijzonder. leidsadviesgroep van het departe- Het is nog maar zo’n 800 jaar bewoond door ment van Helen Clark, de eerste de mens. Het landoppervlak beslaat een kleine 270000 vierkante kilometer (ter vergelijminister van Nieuw-Zeeland. king: België is 32545 km² groot) en bestaat 26
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 1
milieuvriendelijke mobiliteit in de hand: het openbaar vervoer is slecht uitgebouwd. Er rijden wel bussen tussen de verschillende steden, maar de meeste mensen nemen liever de auto of het vliegtuig. Ook staat de rijke biodiversiteit onder druk. Onder andere door de opmars van nieuwkomers zoals ratten, katten, honden, typische soorten die de mens al van oudsher in zijn kielzog volgen. De authentieke soorten zijn geen partij voor de nieuwkomers of worden geveld door nieuwe ziekten en parasieten. De biodiversiteit ondervindt ook de impact van de bos- en landbouwsector, zowat de belangrijkste economische troeven van Nieuw-Zeeland. De Nieuw-Zeelandse landbouw draait vooral om zuivel, runderen en schapen.
Voorbeeldige boeren Het milieuverhaal van de Nieuw-Zeelandse landbouw is dubbel. Enerzijds is het een sector in volle groei, waardoor de druk op het milieu navenant oploopt. Aan de andere kant mag de Nieuw-Zeelandse landbouw gerust voor de hele wereld model staan wat milieuzorg betreft. De landbouw heeft in Nieuw-Zeeland inderdaad een lange weg afgelegd. Net als in Europa had de schaalvergroting in de landbouw ook in Nieuw-Zeeland een zware impact op het milieu. Er stelden zich belang-
Nieuw-Zeeland. Maar de wereldwijde klimaatveranderingen dreigen hier een zware hypotheek op te leggen. Daarom is NieuwZeeland ambitieus in de aanpak van de klimaatproblemen. Het land wil termijn koolstofneutraal worden, d.w.z. dat geen extra koolstof meer wordt uitgestoten dan wordt vastgelegd. Concreet stelt Nieuw-Zeeland de volgende doestellingen voorop om uiterlijk in 2040 koolstofneutraal te worden in de ganse transport- en energiesector. tegen 2025 wordt 90% van de elektrici-
denswaardiger positie dan bv. Vlaanderen. Zo doet Nieuw-Zeeland nu al voor zo’n 70% (!) van zijn energiebehoefte een beroep op hernieuwbare energiebronnen, meer bepaald waterkracht, geothermische energie en windenergie. Ter vergelijking: in Vlaanderen haalt groene energie nog geen 2,5% van het energiegebruik. De Vlaamse doelstelling is weliswaar om dit tegen 2010 op te trekken tot 6%, maar het aantal mogelijkheden om veel energie te putten uit wind, zon of biomassa zijn in onze contreien nu eenmaal begrensd.
kant van de wereld rijke problemen van ontbossing en landgebruik, waterbeheer, bodemverontreiniging, vervuiling door gevaarlijke stoffen enz. Maar sinds de jaren negentig is omslag in de sector compleet. Vandaag levert de landbouwsector grote inspanningen om de milieu-impact tot een minimum te herleiden. De boeren zijn de ‘stewards’ van het land geworden. Het wil trouwens veel zeggen dat de landbouworganisaties zich in de voorbereiding van het Nieuw-Zeelandse klimaatbeleid, met vergaande consequenties voor de landbouw, bijzonder constructief hebben opgesteld.
teit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen; halvering van de broeikasgasemissies van het transport per persoon in 2040 t.o.v. 2007; algemeen gebruik van elektrische wagens; het voortouw nemen in onderzoek en technologie om de emissies door de landbouw te verminderen; in 2020 een netto toename van het bosareaal met 250000 hectare t.o.v. 2007.
Geen eenvoudige klus Klimaat een topprioriteit Landbouw en toerisme kunnen economisch floreren dankzij het groene imago van
Nieuw-Zeeland heeft in de aanpak van het klimaatprobleem zeker moeilijke katten te geselen, maar vertrekt alvast van een benij-
In Nieuw-Zeeland zijn de hernieuwbare energiebronnen sterk in de lift. Zo is de capaciteit om elektriciteit te maken uit windenergie tussen 2000 en 2005 meer dan vervijfvoudigd van 119 tot 610 GWh per jaar! Ook de komende jaren wordt hier een verdere groei verwacht. Voor geothermische energie en op iets langere termijn energie uit de getijden en golfslag zijn eveneens een belangrijke rol weggelegd om aan de toenemende energievraag tegemoet te komen. Want daar knelt het schoentje. De povere energie-efficiëntie van woningen, kantoorgebouwen, winkels, de lichte industrie en het transport speelt erg parten. Als er niets aan gedaan wordt, schat men dat de vraag naar elektriciteit met 40% zal toenemen tegen 2030 en dat de
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 1
■
27
ARGUS
NIEUW-ZEELAND
Geografie Nieuw-Zeeland ligt in het Zuidwesten van de Stille Oceaan. Het bestaat uit twee grote eilanden - het Noordeiland en het Zuideiland - en een aantal kleinere eilanden. De landoppervlakte beslaat in totaal bijna 270000 vierkante kilometer. Nieuw-Zeeland heeft een aantal actieve vulkanen. Tal van uitgestrekte nationale parken, beschermde eilanden en mariene reservaten bieden bescherming aan unieke soorten planten en dieren. De hoofdstad van Nieuw-Zeeland is Wellington, maar de grootste stad en tevens belangrijkste haven is Auckland. Nieuw-Zeeland is een onafhankelijke staat en lid van het Britse Gemenebest. Het klimaat kent het hele jaar door weinig seizoensschommelingen. Het Noorden heeft een subtropisch klimaat, het zuiden is gematigd. In de warmste maanden, tijdens onze winters, bedraagt de gemiddelde temperatuur tussen de 20 en de 30°C. In de winter blijft de temperatuur toch nog tussen de 10° en 15° C.
Economie Sinds zo’n 20 jaar hoeft Nieuw-Zeeland op wereldschaal niet onder te doen voor andere geïndustrialiseerde landen. Het land heeft een gemengde economie met een vrij grote industriële en dienstensector, complementair aan een zeer efficiënte primaire sector. Deze primaire sector is rechtstreeks goed voor 6,8% van het BNP. Nieuw-Zeeland kende de voorbije jaren een dynamische economische groei die zorgde voor een stijging van de inkomens (weliswaar niet voor iedereen) en voor een grote technologische vooruitgang in de industrie. Tegelijk bleef de inflatie binnen de perken. Deze economische groei werd de voorbije jaren vooral aangestuurd door consumptie en overheidsuitgaven. In 2006 nam ook de export, na een paar moeilijke jaren weer toe. De export, vooral naar Australië, de VS, Japan, China en het VK, is goed voor ongeveer 24% van het BNP, in 2001 was dat nog 33% van het BNP. Belangrijkste exportproducten van Nieuw-Zeeland zijn zuivelproducten, vlees, bosbouwproducten, machinerie, metalen, fruit en vis. De voedselnijverheid is de belangrijkste verwerkende industrietak. Nieuw-Zeeland beschikt over reserves steenkool, aardolie, aardgas en verschillende mineralen.
28
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
uitstoot van broeikasgassen daardoor met 35% zal stijgen. Het uitbouwen van energie-infrastructuur - kerncentrales heeft het land afgezworen - vraagt veel tijd en geld. Dat geld zal moeten komen van uitstootheffingen op het gebruik van fossiele brandstoffen, geen dankbare boodschap om over te brengen aan de bevolking. Ook transport en vervoer zullen aangepakt moeten worden. Naar alle verwachting zal de uitstoot van broeikasgassen door vervoer en transport sterk toenemen. Het land kampt dan ook met een vrij groot aantal auto’s in verhouding tot het aantal inwoners. Het openbaar vervoer wordt nog veel te weinig gebruikt, het spoornetwerk is maar beperkt uitgebouwd, mede door de verspreid liggende steden en het ruige, uitgestrekte landschap. Er is echter een modernisering van het wagenpark aan de gang en het ziet ernaar uit dat het gebruik van biobrandstoffen en milieuvriendelijke voertuigen zullen groeien. Inzake afvalbeheer zijn er al grote stappen vooruit gezet. Er wordt minder gestort en meer gerecycleerd. Maar de afvalberg zal
■
nr. 1
altijd wel blijven groeien en is dus een permanent probleem. Ook in de landbouw en de bosbouwsector zijn er moeilijke hordes te nemen. Deze sectoren nemen samen ongeveer 65% van de geëxporteerde goederen voor hun rekening, goed voor ongeveer 17% van het BNP. Ook al behoren de Nieuw-Zeelandse boeren tot de meest efficiënte ter wereld, toch zijn ze goed voor zowat de helft van de nationale broeikasgasemissies. En die emissies nemen ieder jaar toe. Ook de bosbouwsector zit met een probleem. De voorbije jaren is meer bos gekapt dan aangeplant. Daardoor is er netto meer CO2 vrijgekomen, want bossen leggen bij het groeien CO2 vast, dat bij het rooien weer vrijkomt.
Het Nieuw-Zeelandse klimaatbeleid Om al deze uitdagingen aan te gaan heeft de Nieuw-Zeelandse regering enkele maanden terug een ambitieus klimaatsbeleidsplan voorgelegd. Het plan omvat een hele reeks van actieprogramma’s voor diverse doelgroepen.
Een korte les geschiedenis
Voor de huishoudens wordt een uitgebreide informatiecampagne gevoerd over efficiënter energiegebruik en verwarming en over het gebruik van huishoudelijke producten. Daarnaast komen er ook een interestloze lening voor investeringen in meer energieefficiëntie en subsidies om ook de lage inkomensklassen te helpen hun energiefactuur te verlagen. Deze maatregelen vullen eerder genomen maatregelen aan, zoals energieprestatienormen voor tal van huishoudelijke toestellen. Op gelijkaardige manier helpt een informatiecampagne, aangevuld met labels voor brandstof-efficiënte voertuigen de automobilist kiezen voor groenere opties. Tegen 2012 moet het gehalte aan biobrandstoffen in de totale mix van autobrandstoffen minstens 3,4% bedragen. Er is ook regelgeving in de maak om de efficiëntie van de ganse Nieuw-Zeelandse autovloot te vergroten en door strengere uitstootnormen moet nieuwe autotechnologie een duwtje in de rug krijgen. Daarbovenop wordt tussen 2006 en 2010 zo’n 900 miljoen dollar extra geïnvesteerd in openbaar vervoer. Cruciaal onderdeel in het klimaatplan is dat
gericht op de landbouw en de bosbouwsector. Veeteelt, uiterst belangrijk in NieuwZeeland zal altijd wel gepaard gaan met een zekere uitstoot van broeikasgassen zoals CO2, methaan en ammoniak. Maar door nog meer te investeren in wetenschappelijk onderzoek in o.a. biotechnologie en efficiënte landbouwtechnieken moet de relatieve uitstoot nog lager kunnen. Dergelijke verbeteringen hebben trouwens nog tal van andere voordelen: minder lucht-, bodem- en watervervuiling, een gezonder milieu, lagere energiefacturen enz. De Nieuw-Zeelandse regering wil daarom partnerschappen sluiten met de landbouwen bosbouwsector. Op korte termijn wordt alvast op grootschalige herbebossing gemikt. Hierdoor verlaagt niet alleen de CO2-uitstoot, maar verbetert bovendien de waterhuishouding en wordt bodemerosie bestreden. Ook de industrie heeft zijn rol te spelen. Nieuw-Zeeland telt slechts een beperkt aantal industriële bedrijven die (niet aan energie gerelateerde) broeikasgassen uitstoten: de staalnijverheid, de cementproductie, de productie van ammoniak, ureum en kalk in de meststoffenindustrie. Deze industrietakken
Nieuw-Zeeland is een jonge staat. De eerste mensen, Polynesische Maori’s vestigden zich pas tussen 800 en 1300 in deze eilandengroep in het Zuidwesten van de Stille Oceaan. De eerste georganiseerde (Britse) koloniale nederzettingen dateren vanaf 1840. In dat jaar onderschreven de Maori’s in het verdrag van Waitangi de soevereiniteit aan Koningin Victoria, in ruil voor het behoud van bepaalde territoriale rechten. Er volgden tussen 1843 en 1872 een reeks landoorlogen waarbij de oorspronkelijke bewoners uiteindelijk worden verslagen. Vanaf dan worden conflicten in de rechtzaal beslecht. Opmerkelijk ook: in 1893 voerde Nieuw Zeeland als eerste land ter wereld algemeen stemrecht voor vrouwen in. Vanaf 1907 maakt Nieuw-Zeeland volwaardig deel uit van het Britse Gemenebest. Dat betekent een sterke band met en afhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk. Maar na de tweede wereldoorlog stippelt het land meer en meer een eigen koers uit. Bijvoorbeeld wordt in 1967 de Pound Sterling geruild voor de NieuwZeeland Dollar en wordt het metrische stelsel ingevoerd. Vanaf halverwege de jaren tachtig bouwen opeenvolgende kabinetten het overwegend socialistische en agrarische land om tot een zelfstandige industriële natie met een vrijemarkteconomie. De agrarische sector blijft daarbij sterk. In 1984 komt de regering-Lange in conflict met de Verenigde Staten wanneer onderzeeboten met kernwapens aan boord niet langer meer worden toegelaten in de territoriale wateren van Nieuw-Zeeland. De militaire samenwerking met de VS komt tot een einde. In 1985 is er een conflict met Frankrijk, dat in de haven van Auckland het vlaggenschip van Greenpeace, de Rainbow Warrior tot zinken brengt. In 1987 wordt Nieuw-Zeeland volledig kernenergie-vrij.
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 1
■
29
ARGUS
NIEUW-ZEELAND
zullen ofwel hun emissies moeten terugdringen, ofwel voor hun emissies moeten betalen. De ganse industrie zal zich moeten aanpassen aan andere kostenstructuren en zal moeten investeren in energie-efficiëntere technologie. Dit creëert echter tegelijk interessante kansen voor de leveranciers van milieutechnologie en bedrijven actief in de hernieuwbare energiesector. In elk geval kan de industrie rekenen op financiële en inhoudelijke steun van de Nieuw-Zeelandse overheid. De overheid wil daarbij zelf het goede voorbeeld geven: Een aantal maatregelen moeten ervoor zorgen dat ook de broeikasgasemissies van zowel activiteiten als gebouwen van de overheid energie-efficiënter worden.
De Nieuw-Zeelandse politiek Staatshoofd van Nieuw-Zeeland is tot op heden Koningin Elizabeth II. Zij wordt vertegenwoordigd door een Gouverneur-Generaal die na verkiezingen de premier en de vice-premier aanstelt. Sinds 10 december 1999 staat eerste minister Helen Clark aan het hoofd van de regering. Tot en met 1993 werden de parlementen van Nieuw-Zeeland elke drie jaar gekozen volgens een districtenstelsel. Vanaf 1996 geldt een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Daardoor krijgen ook kleinere partijen een kans en sindsdien wordt met coalities geregeerd. Tussen 1990 en 1999 stond de Nationale Partij aan het roer sinds 1999 is Labour aan de macht.
De New-Zealand Energy Strategy (NZES) moet er de vaart inhouden. Deze overkoepelende strategie beschrijft duidelijk de visie van de regering en zet doelstellingen voorop wat betreft energie-efficiëntie, energiebesparing en hernieuwbare energie. Bij het NZES hoort een uitgebreid plan dat deze doelstellingen concreet maakt, samen met de nodige acties en middelen om resultaat te boeken. Analoog verwoordt Nieuw-Zeelandse Transportstrategie de visie over hoe tegen 2010 een betaalbaar, geïntegreerd en duurzaam transportsysteem mogelijk moet worden. Voor de landbouw en de bosbouw is een actieplan voor duurzaam landbeheer en klimaatsverandering in de maak.
Landbouw en bosbouw De Nieuw-Zeelandse land- en bosbouw nemen het grootste aandeel in van het landgebruik. 39% van de totale landoppervlakte bestaat uit weilanden. 1,6% is bestemd voor de tuinbouw en gewassen. Op 6,6% bevinden zich aangeplante productiebossen.
De gevolgen van klimaatveranderingen voor Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland heeft minder te vrezen van de klimaatveranderingen dan een aantal andere eilandstaten in Stille-Zuidzeeregio. Toch voorspellen de meeste modellen een significante impact. Zo worden frequentere stormen verwacht en minder voorspelbaar weer. Dit stelt het waterbeheer in Nieuw-Zeeland voor grote uitdagingen. Enerzijds zal het land zich moeten wapenen tegen meer regenval, met erosie en overstromingen tot gevolg. Maar in het Oosten zouden droogtes toenemen. Voor een land waar de landbouw en de bosbouw economische zwaargewichten zijn, kunnen dergelijke effecten tellen.
30
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
Last but not least: ETS In het Nieuw-Zeelandse klimaatbeleid wordt sterk ingezet op het Emissions Trading Scheme (ETS), vergelijkbaar het met het Europese systeem voor CO2 -emissiehandel, maar dan meer omvattend en breder toegepast. Simpel gesteld moet het ETS ervoor zorgen dat vervuilende activiteiten duurder worden en dat niet vervuilen goedkoper wordt. Aan het ETS is de voorbije twee jaar een uitgebreide consultatieprocedure voorafgegaan, waarbij van vijf beleidsopties werd onderzocht welke het best de internationale klimaatverplichtingen kon vervullen: emissiehandel, een koolstoftaks, economische prikkels, subsidies, rechtstreeks regulerende maatregelen en vrijwillige maatregelen. Emissiehandel kwam als beste uit de bus. In september 2007 heeft de Nieuw-Zeelandse regering het ETS principieel goedgekeurd. Het is in 2008 in werking getreden en wordt de volgende vijf
■
nr. 1
jaar gefaseerd uitgevoerd (zie tabel). Tegen 2013 zullen zo alle sectoren onderhevig aan het Kyotoprotocol in het ETS vervat zitten. Deze fasering is nodig omdat de ene sector er meer klaar voor is dan de andere, er administratief nog een en ander moet geregeld worden, maar ook om bruuske prijs- en andere economische effecten van het ETS te voorkomen. Het opzetten van een systeem zoals het ETS heeft grote consequenties. Zo maakt een dergelijk systeem benzine en elektriciteit duurder. Dus moeten tegelijk besparende alternatieven en voldoende ondersteuning voorhanden zijn voor zowel huishoudens als industrie. Vandaar de maatregelen om het verkeer efficiënter te maken en het openbaar vervoer te stimuleren. Ook heeft de Nieuwzeelandse regering maatregelen beloofd om de financiële impact van de stijgende energieprijzen op te vangen. Zeer zeker wordt het een leerproces en niet alleen voor Nieuw-Zeeland. De hele wereld zal de komende jaren ongetwijfeld over de schouder meekijken hoe het systeem evolueert en wat voor resultaten het zal boeken.
Wat is goed beleid? Garanties op succes zijn er nooit, maar Andrew Kibblewhite is er vrij gerust in. Nieuw-Zeeland heeft ervaring met innovatieve milieubeleidsinstrumenten en het voeren van een efficiënt en effectief milieubeleid. Een schoolvoorbeeld van degelijke Nieuw-Zeelandse wetgeving is de resource management act, de belangrijkste wet die er het milieubeleid organiseert. Deze act is enigszins vergelijkbaar met onze VLAREMregelgeving. Natuurlijk zijn er een aantal tekortkomingen aan, vooral wat betreft de uitvoering ervan, maar de resource management act creëert wel een bruikbaar kader om verschillende aanspraken op natuurlijke resources met elkaar te verzoenen. En daar gaat het uiteindelijk om. De resource management act legt sterk de nadruk op publieke consultatie, wat lokaal soms tot de nodige conflicten leidt, maar grosso modo toch garant staat voor een stevig draagvlak en consistente naleving van de regels met positieve resultaten op het terrein. De resource management act is vooral regulerend van aard, maar laat wel marktconforme beleidsinstrumenten toe. Een ander voorbeeld van goede regelgeving is het Nieuw-Zeelandse visserijbeheersysteem. Ook al is het niet perfect, het is
ARGUS
ondertussen zo’n 20 jaar in voege en slaagt erin om de visserij duurzaam te laten verlopen. Het werkt met vangstquota en veel aandacht gaat daarbij uit naar kustzones en zeereservaten.
voor nieuwe weilanden. Die ecologische ravage kon pas worden hersteld nadat de landbouwsubsidies waren afgeschaft. Marktmechanismen werken pas optimaal binnen een regulerend kader waarin de spelregels met rechten en plichten duidelijk zijn afgelijnd, aldus Kibblewhite. Daarom neemt Nieuw-Zeeland ook de tijd om het ETS gefaseerd in te voeren.
Goed beleid is volgens Kibblewhite in de eerste plaats gebaseerd op degelijke feiten en cijfers. De belangrijkste vraag die men zich bij het uitstippelen van beleid moet afvragen is: “What does it take?”, wat is nodig om een doel te bereiken. Dat betekent meteen dat je je doel moet omschrijven en je verplicht bent om over de weg ernaar toe na te denken. Iets wat vroeger vaak over het hoofd werd gezien is dat beleidsmakers op voorhand ook zo goed mogelijk moeten weten wat de impact van hun maatregelen is op de verschillende doelgroepen. De menselijke factor is immers ontzettend belangrijk. Verder moet goed beleid tegen een stootje kunnen en moet het gedragen worden door zowel politiek, als ambtenarij. In NieuwZeeland wordt veel energie besteed aan het opbouwen van dat draagvlak. Dat gebeurt case per case, samen met alle betrokken partijen, om zo specifiek, transparant en betrouwbaar mogelijk te zijn. Daarnaast is de communicatie over het gevoerde beleid cruciaal.
Een uiterst belangrijk element van het ETS en eigenlijk in het ganse Nieuw-Zeelandse milieubeleid is ecoverificatie. Zeggen dat je groen tewerk gaat is niet genoeg om mensen te overtuigen. Je moet met transparante, verifieerbare, correcte en wetenschappelijk onderbouwde cijfers over de brug komen. Nieuw-Zeeland zet dan ook veel in op een hoge systeemintegriteit. De jarenlange ervaring in de bosbouw- en landbouwsector over hoe metingen, monitoring en rapportering het best worden aangepakt zullen in het ETS ongetwijfeld renderen. Verificatie is immers een achilleshiel van het ETS. Het gaat om veel meer dan de simpele rekensom hoeveel steenkool je verbrand hebt, het gaat ook om een actieve opvolging van de uitstoot van individuele landbouwbedrijven.
Op zoek naar de geslaagde mix
Nieuw-Zeeland morgen
Succesvol beleid zal ook altijd een goeie selectie moeten maken uit een breed gamma van verschillende beschikbare instrumenten: (product)normen, voorschriften, heffingen, subsidies, educatie enz. Die beleidsinstrumenten moeten bovendien nauwkeurig op elkaar worden afgestemd. Wereldwijd spelen economische of marktconforme beleidsinstrumenten hier een steeds belangrijkere rol. Toch wil Kibblewhite de rol van economische beleidsinstrumenten in het hele verhaal niet overschatten. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire en hebben een aantal belangrijke troeven: ze kunnen innovatie stimuleren en maken het financieel interessant om in milieumaatregelen te investeren. Maar deze instrumenten bieden niet noodzakelijk op alles de oplossing. Het effect is vaak onvoorspelbaar en soms wordt juist het tegengestelde bereikt van wat wordt beoogd. In de jaren-zeventig wilde men in Nieuw-Zeeland met landbouwsubsidies de sector ondersteunen. Maar deze subsidies werden gebruikt om wetlands te draineren en plaats te ruimen
Wat is de grootste uitdaging voor de toekomst? Deze vraag noemt Kibblewhite een ‘no-brainer’: de aanpak van de mondiale klimaatveranderingen natuurlijk. De Nieuw-Zeelandse regering heeft voor de komende periode drie grote thema’s naar voren geschoven. Het eerste is ‘nationale identiteit’, als noemer voor een aantal culturele en etnische aspecten. Het thema ‘gezinnen’ behelst alle sociale thema’s. Het derde is ‘economische transformatie’ waar de nadruk ligt op innovatie, high tech en codes van goede praktijk. Aanpak van de klimaatproblematiek en duurzaamheid zijn kernconcepten bij elk van deze drie thema’s. Nieuw-Zeeland heeft zich immers tot doel gesteld zijn belangrijkste troef, zijn groene imago, nog te versterken en uit te dragen. Dat is de enige garantie voor de toekomst.
Meten is weten
Met dank aan de New Zealand Mission to the European Union en het Ministry of Foreign Affairs and Trade, Wellington, New Zealand voor de medewerking aan dit artikel. Chris Jacobson
NIEUWS
ARGUSwedstrijd 'FOTOGRAAF VAN HET JAAR' - nieuwe editie Voor de zevende keer al organiseert ARGUS de fotowedstrijd 'Fotograaf van het jaar' voor amateurs en (semi)professionele fotografen. De wedstrijd focust op natuur en landschap, maar uiteraard krijgt ook het milieu een prominente plaats in de categorieën. Naast de rubrieken voor volwassenen, zijn er speciale rubrieken voor jongeren tot 17 jaar. Daarnaast zijn er nog drie speciale prijzen: de Young Cera Photo-award voor de beste jonge fotograaf (16 tot 30 jaar), de NESTprijs voor de beste portfolio rond een landelijk gebied in België en de publieksprijs, via de ARGUSwebsite door de webbezoekers gekozen onder de finalisten.
Eén van de jongste deelnemers van de fotowedstrijd editie 2007, de achtjarige Mei-Lan Windels uit Vinderhoute kaapte met 'Belle en het beest' een mooie junior-categorieprijs weg.
De uiterste inzenddatum is 15 juni 2008. De prijzenpot bedraagt meer dan 10 000 euro. De ARGUSfotograaf van het jaar gaat met 1250 euro naar huis, de ARGUSjeugdfotograaf van het jaar krijgt 1000 euro. Alle informatie over de fotowedstrijd vind je vanaf 1 april 2008 op www.argusmilieu.be. Je kan tevens een wedstrijdfolder aanvragen bij ARGUS, het milieupunt van KBC en Cera, Eiermarkt 8, 2000 Antwerpen, 03 202 90 70,
[email protected] Met de steun van Atelier Luc De Backer, Bond Verantwoorde Natuurfotografie, Centrum voor Beeldexpressie, Cera, De Lijn, Im@ge Pro, KBC, Natuurpunt, NEST, Pentax, Vlaamse Landmaatschappij, Vlaamse MilieuMaatschappij en WWF
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 1
■
31