Editie nr. 2 September 2012
EDSN Visie EDSN is de onafhankelijke instantie die het dataverkeer tussen partijen in de Nederlandse energiemarkt ondersteunt. De nieuwsbrief verschijnt drie keer per jaar en is bedoeld om direct betrokkenen en stakeholders te informeren over de voortgang en activiteiten van EDSN. Opmerkingen en suggesties over de EDSN Visie zijn van harte welkom.
Voor meer informatie:
[email protected] of 035 – 54 80 180
In deze editie o.a.: Hoogleraar Boonstra over implementatie informatiesystemen NEDU-voorzitter Van Wylick: ‘Kans om nog beter te presteren’ Eén landelijk register voor alle kleinverbruikers productie-installaties Nederlandse ervaringen waardevol voor Deens centraal aansluitingenregister
Nieuw marktmodel biedt klant meer duidelijkheid, transparantie en eenvoud”
“
Arjen ten Elshof, directeur Eneco Supply
Met het nieuwe marktmodel dat op 1 april 2013 in
voeren, zijn de administratieve processen wel steeds beter gaan
werking treedt, is de energiesector beter in staat om
werken, blikt Ten Elshof terug. “Als je nu terugkijkt, dan was naar
de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen, zegt
mijn mening de noodzaak tot verandering minder groot dan
Arjan ten Elshof, directeur Supply van Eneco. “Sinds
toen gedacht werd.”
het vrijkomen van de energiemarkt in 2004 heeft de energiesector er zelf al grotendeels voor gezorgd dat
Nieuwe marktmodel
problemen uit het verleden zijn opgelost. Daarvoor heb je
Ten Elshof: “Het nieuwe marktmodel dat we als sector
geen nieuw marktmodel nodig. Wel denk ik dat het bijdraagt volgend jaar april collectief gaan invoeren, leidt tot een aantal aan meer helderheid en versimpeling voor de klant.”
veranderingen die de markt beter moeten gaan laten werken. Daarnaast moet het marktmodel eenduidigheid scheppen. Eén
Ten Elshof: “Zo’n acht jaar geleden begonnen de discussies
marktmodel betekent voor de klant meer duidelijkheid, meer
tussen de toen nog geïntegreerde energiebedrijven en
transparantie en eenvoud.”
de overheid over het nog beter laten werken van de energiesector. Bij het vrijkomen van de markt in 2004
Aantal elementen
traden er allerlei problemen op die deze discussie met de
Er is een aantal elementen in dat nieuwe marktmodel, zegt
energietoezichthouder in gang zetten. Administratieve
Ten Elshof. “De belangrijkste zijn het leveranciersmodel en
processen werkten niet optimaal en dat zorgde voor de
het omdraaien van de meetdataketen, waarbij de leverancier
nodige problemen. Uit de intensieve discussie die volgde,
verantwoordelijk wordt voor het ophalen van de meterstanden.
vloeide het nieuwe marktmodel voort.”
Gaandeweg is – buiten de wet om - door de netbeheerders zelf het initiatief genomen om daar C-AR aan toe te voegen. C-AR is
Minder groot
ontstaan op vrijwillige basis. Dat zijn de drie componenten die
Parallel aan die discussie en het programma Stroomopwaarts
de hoofdmoot vormen van de wijzigingen die per april 2013
dat de energiesector in gang zette om verbeteringen door te
worden doorgevoerd.” Lees meer op pagina 2
Vervolg van pagina 1
Arjen ten Elshof, directeur Eneco Supply
“Voordelen van C-AR liggen vooral in de toekomst” Hoewel Arjan ten Elshof, directeur Eneco Supply, de
Eén platform
invoering van het nieuwe marktmodel een goede zaak
“Het allocatie- en reconciliatieproces moet flink op de
vindt, denkt hij dat deze veranderingen een gering effect
schop als je met real time pricing aan de slag gaat. Met één
hebben op de administratieve werking van processen.
Centraal Aansluitingen Register verlopen die processen soepeler, want je beschikt dan immers over één basis
Burgers plaatsen in toenemende mate zonnepanelen op hun dak
“Klanten willen onafhankelijk zijn en zelf energie opwekken en opslaan”
Er zijn wel andere voordelen, zegt hij. “Met de drie
voor verrekening. Je hoeft zaken maar op één plek aan te
componenten die we nu gaan veranderen in de markt
passen en kunt processen centraal faciliteren. Dat voorkomt
ontstaat weer een nieuwe route om verbeteringen door te
vergissingen en het vergemakkelijkt de communicatie. Je
voeren in de toekomst. De voordelen zitten niet zozeer in
maakt afspraken met elkaar op één en hetzelfde platform.
het operationeel worden ervan, maar veel meer in de jaren
Zo’n centrale database kan op den duur uitgroeien tot een
die volgen.”
database voor heel Nederland.”
Uitdagingen
Uitgangspunt
Zeker met de invoering van het C-AR is de sector in staat
C-AR zal dus een goed uitgangspunt kunnen zijn voor
om de uitdagingen van de toekomst beter aan te kunnen,
toekomstige veranderingen, zegt Ten Elshof. “Het is bedacht
meent Ten Elshof. “De consument wordt steeds kritischer en
vanuit een efficiency drive. Op korte termijn biedt het
mondiger en trekt steeds meer zijn eigen plan bij wie hij zijn
vereenvoudiging en ondersteuning, op langere termijn is
energie wil betrekken. Dat is nu al zo en wordt nog sterker.
het een stekkerdoos waarin nieuwe functies kunnen worden
Een andere belangrijke ontwikkeling is dat de klant steeds
geplugd. Binnen het bestuur van EDSN en NEDU, alsook
onafhankelijker wil zijn van zijn energieleverancier en zelf
in de ledenvergadering en verschillende ondersteunende
stroom wil opwekken en opslaan. Denk aan zonnepanelen.
commissies, bespreken we toekomstige ontwikkelingen.
Denk ook aan elektrische auto’s. De consument van nu
Er wordt heel scherp naar dat vergezicht gekeken. Zonder
kan zomaar een producent van de toekomst worden.
dat we overigens weten welke kant het precies uitgaat.
We noemen dat een prosumer. Hij is én consument én
Dat maakt de uitdaging om ons nu al te prepareren op de
producent, en beslist zelf wat hij met zijn opgewekte
toekomst alleen nog maar groter.”
elektriciteit wil gaan doen. Opslaan, terugleveren aan het net of bijvoorbeeld verkopen aan zijn buurman. Of verkopen aan het net van een groot industrieel bedrijf dat die stroom weer goed kan gebruiken. Kortom, er zullen meer keuzes en mogelijkheden ontstaan in de toekomst en die vragen om een systeem dat dat administratief kan managen.” Eenvoudiger Het nieuwe marktmodel en het C-AR kunnen dit soort veranderingen beter en eenvoudiger stroomlijnen. Ten Elshof: “Op het moment dat je zou besluiten om real time pricing voor de consument te gaan invoeren – dat gebeurt bij grootverbruikers al geruime tijd, zij betalen de stroomprijs die op dat moment actueel is -, dan helpt het als je nog maar één aansluitingenregister hebt. Zou er sprake zijn van meerdere registers, dan is real time pricing qua implementatie weer een stuk ingewikkelder.”
2
“Beter in staat om uitdagingen van de toekomst beter aan te kunnen”
Albert Boonstra, hoogleraar Informatiemanagemant RUG
“Implementatie van informatiesystemen verloopt in de praktijk vaak moeizaam’’ Albert Boonstra, hoogleraar Informatiemanagement
Ongelijke verdeling
aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde
Boonstra: “Wat je kunt zeggen over de organisatorische
van de Rijksuniversiteit Groningen, zegt dat het
complexiteit van grote informatiesystemen is dat
implementatieproces van grote informatiesystemen
de winsten en verliezen vaak ongelijk verdeeld zijn.
niet zelden moeizaam verloopt. “In veel gevallen is er
Wie draagt de administratieve lasten en voor wie levert
sprake van een technische dominantie, terwijl sociaal-
het juist winst op? Maar ook: Wie betaalt zo’n systeem?
organisatorische aspecten minstens zo belangrijk zijn.”
En wie heeft de financiële voordelen?” Als het gaat om systemen tussen organisaties, dan moeten de voordelen
Boonstra: “Wat ik vaak zie bij de implementatie van grote
tussen die organisaties op een redelijke manier verdeeld
informatiesystemen is dat die worden gedragen en gestuurd
zijn, zegt Boonstra. “Die voordelen moeten zowel op
door technici. Zij bedenken, ontwerpen, programmeren en
individueel, afdelings- als op strategisch niveau liggen.
bouwen ICT-systemen en laten zich daarbij niet of nauwelijks
Ook moeten de kosten en baten in evenwicht zijn. Als
leiden door het sociale aspect. Dat noem ik technische
dat niet het geval is, dan zal de implementatie spaak
dominantie. Het systeem moet zo goed ontwikkeld
lopen. Er is dan geen wederzijdse bereidheid om in een
worden dat het vanzelf wel gebruikt zal worden, is de
informatiesysteem te investeren.”
veronderstelling. Maar niets is minder waar. De praktijk wijst vaak het tegendeel uit.”
Sociotechnisch
‘Bij het bedenken van ICT-systemen moet je je ook laten leiden door het sociale aspect’
Een informatiesysteem is dus niet louter een technische-, Centraal
maar een sociotechnische aangelegenheid, benadrukt
Technische uitdagingen en de technische complexiteit van
Boonstra. “Het bevat technische én sociale componenten
informatiesystemen zijn vaak leidend bij de ontwikkeling
die niet van elkaar zijn los te koppelen. Beide zijn
ervan, zegt Boonstra. “Te vaak wordt de organisatorische
noodzakelijk en dus belangrijk om de implementatie tot
complexiteit over het hoofd gezien en vergeten. De vraag
een succes te maken. Vaak echter kijken technici niet naar
is dan of degenen die het systeem van informatie moeten
menselijk gedrag en (politieke) strategieën van organisaties.
voorzien dat ook daadwerkelijk gaan doen. Daar zie je het
En dan loopt de implementatie van zo’n systeem spaak.”
op de werkvloer misgaan.”
Hoogleraar Informatiemanagement, Albert Boonstra, noemt als voorbeeld het elektronisch patiëntendossier (EPD) in de gezondheidszorg, waarvan vaak ten onrechte wordt gesteld dat het het om privacyredenen niet heeft gehaald. “De politiek was verdeeld over de invoering van dit technisch zeer geavanceerde informatiesysteem. Het probleem bij dit systeem was echter dat er heel veel partijen bij betrokken waren om dit systeem goed te kunnen laten functioneren. In technisch opzicht werkte het, maar organisatorisch werd het EPD daardoor zo complex dat het moeilijk was te implementeren.” Of het Centraal Aansluitingen Register (C-AR) in de energiesector eenzelfde lot is beschoren, kan Boonstra onmogelijk zeggen. “Ik ken de details niet om het goed te kunnen analyseren. Maar ook voor dit systeem geldt in zijn algemeenheid dat technische, sociale en organisatorische componenten zich op een juiste manier moeten verhouden.”
Albert Boonstra, hoogleraar informatiemanagement Rijksuniversiteit Groningen
3
Arthur van Wylick, nieuwe voorzitter NEDU
“Stroomopwaarts is een kans om nog beter te presteren” Arthur van Wylick is per 5 september 2012 aangesteld
de implementatie, willen we op een verantwoorde manier
als voorzitter van het bestuur en de ledenraad van de
1 april halen. Dat is één van de belangrijkste punten die ik
Vereniging Nederlandse DataUitwisseling NEDU. Hij
heb geleerd van eerdere liberaliseringsprojecten. De fout
volgt de onlangs overleden Bert Blommendaal op. Van
die we toen hebben gemaakt, is dat we te lang hebben
Wylick zal ook aan de aandeelhouders van EDSN worden
zitten sleutelen aan de specificaties van de systemen. Daar
voorgesteld om benoemd te worden tot voorzitter van
had de klant last van. Die kreeg geen of verkeerde facturen
de Raad van Commissarissen van EDSN, de uitvoerende
of het ging mis met een aansluiting. Dat gaat nu goed
organisatie van NEDU.
en dat moeten we zo houden. Mensen maken zich geen zorgen meer om een aansluiting voor gas of elektriciteit.
Van Wylick zal zich de komende periode vooral richten
Dat is een groot goed.”
op de sectorbrede, probleemloze introductie van
Arthur van Wylick, de nieuwe voorzitter van NEDU
‘Mensen maken zich geen zorgen meer om een aansluiting voor gas of elektriciteit’
Stroomopwaarts, het uitgebreide programma om te
Sturen op deadlines
komen tot een beter werkend marktmodel voor de
Nu het zwaartepunt binnen Stroomopwaarts meer komt
energiesector. In dat kader is hij ook voorzitter van
te liggen op de uitvoering, is het volgens hem ook van
het Programmabureau Nieuw Marktmodel (PBM).
belang meer sturing te geven aan het halen van de
“De belangrijkste opgave is om met z’n allen op een
afgesproken deadlines. “Als voorzitter van het PBM zal ik
gecontroleerde manier de deadline van 1 april 2013
veel meer gaan sturen op deadline- en issuemanagement”,
te halen”, aldus Van Wylick. “Dat is niet alleen een
aldus Van Wylick. “Dat is een transitie die het PBM moet
wettelijke verplichting, maar voor ons ook een kans om
doormaken, maar dat geldt voor alle partijen in de sector
nog beter te presteren en ons goed voor te bereiden
die betrokken zijn bij Stroomopwaarts. Ik zie vaak nog
voor veranderingen in de toekomst. Hiervoor is het
streefdata voorbij komen, in plaats van harde planningen.
noodzakelijk dat alle marktpartijen op één lijn blijven
Dat gebeurt natuurlijk met de beste bedoelingen, maar
zitten, open met elkaar communiceren en snelheid
het zorgt niet voor helderheid. En die onduidelijkheid
houden in de besluitvorming.”
zorgt weer voor frictie en teleurstelling. Wat dat aangaat mag EDSN wat mij betreft duidelijker communiceren
Kennisintensiteit en complexiteit
wat wel en wat niet kan. Anderzijds is dat ook een
Arthur van Wylick heeft veel ervaring in de energiesector
verantwoordelijkheid van bijvoorbeeld het PBM en de
op het gebied van transitiemanagement, strategie en
stuurgroep CMF (Centrale Markt Facilitering). Ook die
corporate finance. Zo werkte hij van 2001 tot 2009 voor
moeten op tijd hun akkoord geven.”
Essent in de opeenvolgende functies van financieel directeur van de divisie Retail, directeur Corporate Finance
Best haalbare resultaat
& Control Essent en directeur van de business unit Service
Een vlekkeloze implementatie is het best haalbare
& Sales. Van 2007 tot 2009 maakte hij deel uit van de
resultaat, aldus Van Wylick. “We doen deze majeure
Raad van Commissarissen van EDSN. Daarna heeft hij als
operatie om een aantal problemen uit het verleden op te
interimmanager bedrijven geholpen op het gebied van
lossen. Denk bijvoorbeeld aan het switchen van klanten
de energietransitie en herstructureringen. “Het mooie aan
of zorgdragen voor een juiste factuur. Daarnaast is er
deze sector is de kennisintensiteit en de complexiteit. De
natuurlijk de grote beweging dat netbeheerders zich
sector is continu in beweging, verandert voortdurend.
anders gaan organiseren en hun systemen centraliseren.
Dat dwingt je ook om een visie te hebben op de nabije
Dat werkt kostenefficiënt. We hebben straks één platform,
toekomst.”
één Centraal Aansluitingenregister (C-AR). Dat creëert ook echt een gelijk speelveld voor alle marktpartijen. Iedereen
4
Aan de slag
heeft straks toegang tot het C-AR en iedereen wordt
Zijn ruime ervaring in de energiesector komt in zijn
straks op dezelfde wijze gefaciliteerd. En daardoor zijn
nieuwe functie goed van pas. Van Wylick: “De tijd om
we op de langere termijn ook in staat een veranderende
te blijven nadenken over het design van het nieuwe
energieconsumptie of bijvoorbeeld decentrale opwekking
marktmodel is voorbij. We zullen aan de slag moeten met
en elektrisch vervoer goed te faciliteren.”
Eén landelijk register voor alle kleinverbruikers productie-installaties Consumenten die zelf energie opwekken met
Landelijke meldpunt
kleinschalige installaties zijn verplicht dit te melden
Na de introductie van PIR in 2011 is het nu zaak om het uit
aan hun netbeheerder. De informatie is belangrijk om
te laten groeien tot hét landelijke meldpunt voor decentrale
het juiste verbruik en verbruiksprofiel van klanten op te
opwekking in Nederland. Om dat voor elkaar te krijgen, zal
kunnen maken. Ze wordt sinds vorig jaar opgeslagen in
het prominent onder de aandacht moeten worden gebracht
het Productie Installatie Register (PIR).
van consumenten. Zij moeten immers aangemoedigd worden om hun KV-PI te laten registreren. Dat kunnen ze
Het aantal huishoudens dat zelf energie opwekt neemt toe.
nu al doen door zich aan te melden via de website www.
Decentrale opwekking van elektriciteit door middel van
energieleveren.nl. Tot begin juli van dit jaar zijn er ongeveer
onder meer zonnepanelen, warmtepompen of HRe-ketels
28.000 KV-PI’s geregistreerd in het PIR.
zal in de nabije toekomst steeds meer in zwang komen. Eind dit komt het aantal kleinverbruikers productie-installaties
Andere marktpartijen
(KV-PI) op zo’n 55.000. Dit aantal zal de komende jaren
Om de bekendheid van PIR bij het publiek verder
verder groeien, is de prognose. In 2017 kan dat aantal zijn
te vergroten is samenwerking gezocht met andere
toegenomen tot honderdduizend kleinverbruikers met
marktpartijen, zoals leveranciers, installateurs, fabrikanten
eigen productie-installaties. Ook de aanwezigheid van
en importeurs van decentrale opwekkingsinstallaties. Ook
elektrische auto’s zal naar verwachting die ontwikkeling
wordt nu gekeken of er andere manieren zijn om PIR nog
helpen versterken, doordat zij tevens kunnen fungeren als
duidelijker over het voetlicht te brengen. Het uiteindelijke
tijdelijke buffer van decentraal geproduceerde elektriciteit.
doel is dat het PIR uitgroeit tot een centraal register met 100 procent landelijke dekking. Dat is de uitdaging waarvoor
Berekening
netbeheerders zich de komende periode gesteld zien.
De Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (NEDU) – waarin ook netbeheerders zijn vertegenwoordigd – heeft in 2011 besloten tot de oprichting van het Productie Installatie Register. EDSN onderzocht hoe de informatie over KV-PI’s kan worden geregistreerd in één overzichtelijk systeem. Zij heeft het project in opdracht van de stuurgroep Centrale MarktFacilitering gerealiseerd.
‘Productie Installatie Register brengt decentrale energieopwekking in kaart’
Consumenten die zelf energie opwekken met kleinschalige installaties zijn verplicht dit te melden aan hun netbeheerder
5
Delta Netwerkbedrijf migreert naar C-AR,
Ervaring delen met anderen Delta Netwerkbedrijf (DNWB) kijkt terug op een
Extra inspanning
succesvolle overstap naar het Centraal Aansluitingen
In de periode voor de migratie was er frequent overleg
Register (C-AR). In juni zette de netbeheerder 400.000
tussen DNWB en EDSN om mogelijke problemen bij de
aansluitingen over naar C-AR. “Onze ervaringen
overstap op 21 juni voor te zijn. Een extra inspanning
bieden wellicht weer een handvat voor toekomstige
moest DNWB leveren omdat het gelijktijdig van Edine
migraties”, zegt Ad van Sluijs, manager IDF Informatie,
(Electronic Data Interchange) naar ECH, het systeem
Data & Facturatie van DNWB.
voor berichtenverkeer van EDSN, overstapte. Van Sluijs: “We moesten daarvoor intern een adressenconversie
Een lange voorbereiding ging vooraf aan de migratie die
uitvoeren die zeer omvangrijk was. Ook deze inspanning
ruim drie dagen in beslag nam. Niets was aan het toeval
vroeg het nodige van onze mensen.”
overgelaten. Toch waren er ook vragen en onzekerheden,
Ad van Sluijs, Delta Netwerkbedrijf
zegt Van Sluijs. Onze programmamanager Leander Osté
Proefmigraties
en projectmanager Ralph Hemerik liepen begin dit jaar
Een van de dingen die heel belangrijk zijn voor een
tegen problemen aan. Afspraken die in het verleden
succesvolle migratie is het tijdig starten van alle
waren gemaakt, pakten in de praktijk opeens toch
voorbereidingen, zegt Van Sluijs. “We hebben vorig jaar
anders uit. Het lastige van zo’n migratietraject is dat je
kort na de zomer een projectteam samengesteld. Er zijn
geen referentiekader hebt. Alles is nieuw, je kunt niet
diverse proefmigraties geweest, zodat we wisten waar
teruggrijpen op eerdere ervaringen. Want die zijn er niet.
mogelijke problemen lagen. Door pro-actief te handelen
Ondanks dat is de overstap naar C-AR vlekkeloos verlopen.”
en mogelijke fouten uit het systeem te verwijderen versterk je de basis voor succes. Onze hele organisatie is
Eerste netbeheerder
bij het migratietraject betrokken geweest.”
Het Zeeuwse Delta Netwerkbedrijf is de eerste netbeheerder die de migratie uitvoerde naar een
Ondersteund
reeds functionerend C-AR. Dat betekent een andere
Van Sluijs vindt het belangrijk om ervaringen te delen
situatie dan wanneer je instapt in een systeem dat
met anderen. “Alle partijen hebben belang bij een goed
nog niet functioneert, zegt Van Sluijs. “Doordat C-AR al
functionerend C-AR”, zegt hij. “Het is noodzakelijk dat
operationeel was, heb je rekening te houden met andere
migraties soepel, adequaat en foutloos verlopen. Ook
marktpartijen. En dat plaatst je voor andersoortige
EDSN speelt daarbij een essentiële rol. Zij heeft ons –
uitdagingen. Liander, dat bij C-AR betrokken was als
ondanks de verschillen in inzicht die we ook onderling
ontwikkelaar van het systeem, hoefde daar bij haar
hadden - uitstekend in het hele proces ondersteund.”
migratie in september vorig jaar nog geen rekening mee te houden.” Functionaliteiten Andersoortig zijn ook de functionaliteiten in C-AR waarvan DNWB gebruikmaakt, legt Van Sluijs uit. “Wij zijn de eerste netbeheerder die het pullingmechanisme gebruikt voor het berichtenverkeer. Voordat zoiets echt in werking treedt, moet je dat uitvoerig testen. Ook werken wij met de C-AR GUI, de Graphical User Interface. Ook dat raakt een functionaliteit in C-AR die door Liander in veel beperktere mate wordt aangesproken.”
6
‘Het is noodzakelijk dat migraties soepel, adequaat en foutloos verlopen’
Ook Nederlandse ervaringen dienden als waardevolle input
Denemarken werkt aan centraal aansluitingenregister Niet alleen in Nederland werken energiebedrijven en
Uiteindelijk is gekozen voor een technische oplossing die in
netbeheerders aan een centraal aansluitingenregister,
nauwe samenwerking met alle marktpartijen is ontwikkeld
ook Denemarken spant zich daarvoor al geruime
en volledig is toegesneden op de Deense energiemarkt.
tijd in. Volgend jaar maart is DataHub operationeel,
Volgend jaar maart moet de eerste versie DataHub
zegt Joan Hemmingsen van EnergiNet, de Deense
operationeel zijn.“
hoogspanningsnetbeheerder. “DataHub moet zorgen voor meer transparantie in de markt.”
Tweede versie Er wordt inmiddels ook gewerkt aan een tweede versie van
Zo’n vijf jaar geleden ontstond in Denemarken het idee voor
DataHub. Die moet een jaar later klaar zijn voor gebruik,
een centraal aansluitingenregister, vertelt Hemmingsen.
verklaart Hemmingsen. “In de tweede versie van DataHub zal
“DataHub maakt deel uit van het streven om de liberalisering
de energieleverancier nog het enige aanspreekpunt vormen
en concurrentie op de energiemarkt te bevorderen. Het
voor de klant. Zij zal – net als in Nederland met het nieuwe
switchen van energieleverancier moet eenvoudiger worden
leveranciersmodel – de klant één factuur sturen waarop
en de uitwisseling van data niet meer over verschillende
energiekosten en transportkosten samen staan vermeld. Dat
schijven lopen. Dat betekent één centraal aanspreekpunt.
betekent een versimpeling van de markt zoals die nu is: nu
Meer transparantie in de markt en het voorkomen van
ontvangen klanten in Denemarken nog twee facturen. Het
fouten en vergissingen, dat is de gedachte achter een
voordeel van één factuur en één aanspreekpunt betekent
centraal aansluitingenregister. Door één dataregister in het
minder administratieve rompslomp. Ook wordt de drempel
leven te roepen, breng je alle essentiële marktprocessen
voor nieuwe energieaanbieders op de markt erdoor
en (meet)data op één plek bij elkaar. Dat is de kern van
verlaagd.”
DataHub.” Harmonisatie Werkgroep
In de toekomst zal DataHub worden uitgebreid met
De Deense energieautoriteiten riepen in maart 2007 een
nieuwe functionaliteiten, zegt Hemmingsen. “Zoals
werkgroep in het leven. Naast eigen vertegenwoordigers
elektriciteit van zonnepanelen. Om een juist verbruik en
namen ook netbeheerder EnergiNet.dk en marktpartijen
verbruiksprofiel op te kunnen maken van een klant moeten
zitting in deze werkgroep, zegt Hemmingsen. “Doel van de
we weten wat hij aan stroom afneemt van het net en
werkgroep was om te onderzoeken wat de mogelijkheden
wat hij aan zonne-energie teruglevert. Ook in Nederland
en voordelen waren van een centraal aansluitingenregister
speelt deze problematiek. Omdat in Denemarken het
op de Deense energiemarkt. Ook moest de werkgroep de
aantal zonnepanelen extreem groeit, zal DataHub ook
implementatiekosten berekenen die hiermee gemoeid waren.”
in deze functionaliteit moeten kunnen voorzien.” Vanuit
Joan Hemmingsen van de Deense netbeheerder EnergiNet:
‘DataHub moet zorgen voor meer transparantie in de markt’
Scandinavisch perspectief kan het Deense DataHub een Ervaringen
belangrijke stap zijn in de richting van het harmoniseren
Bij dit onderzoek werden ook ervaringen uit het buitenland
van de Scandinavische retailmarkten, zegt Hemmingsen.
betrokken, zegt Hemmingsen. “Om tot een goede
“De ontwikkeling op de Deense markt zijn vergelijkbaar
technische invulling van DataHub te komen, is gekeken
met andere Scandinavische energiemarkten. DataHub
naar soortgelijke systemen in vergelijkbare energiemarkten
kan als basis dienen voor vergelijkbare systemen in
om ons heen. Ook de Nederlandse ontwikkelingen op het
de ons omringende landen en daardoor wellicht het
gebied van C-AR hebben we daarbij betrokken. Dit heeft
harmonisatieproces helpen versnellen.”
in belangrijke mate bijgedragen aan onze beeldvorming.
7
Ben Smit, programmamanager Enexis
“Alle vertrouwen in een succesvolle implementatie” Op 1 oktober heeft Enexis als vierde netbeheerder op rij haar aansluitingen gemigreerd naar het Centraal Aansluitingen Register (C-AR). Ben Smit, programmamanager van het netwerkbedrijf: “De succesvolle ingebruikname van C-AR door netbeheerder Stedin afgelopen augustus heeft ons veel vertrouwen gegeven.” Op maandag 1 oktober ging Enexis live. “Nu zijn onze eigen lokale registers niet meer leidend”, zegt Smit. Hij kijkt terug op een drukke en intensieve periode waarin niets aan het toeval is overgelaten. Smit: “Het is een moment waar je met z’n allen sterk naar toeleeft. Hoewel alle voorbereidingen zijn getroffen om de migratie goed te laten verlopen, blijf je tot het laatste ogenblik gespannen.”
Ben Smit, programmamanager bij Enexis:
Communicatie
Draaiboeken
De afgelopen periode is er veel overleg geweest met alle
Voor de migratie naar het C-AR zijn de draaiboeken van
andere betrokken partijen, zegt Smit aan de vooravond
de verschillende deelnemende partijen (EDSN, Logica,
van de migratie. “Communicatie en overleg zijn heel
Enexis, KPN, stuurgroep Centrale Marktfacilitering) in de
belangrijk om afspraken goed op elkaar af te stemmen.
praktijk op elkaar afgestemd, zegt Smit. “We weten dat
We hebben de testperiode zo lang mogelijk gemaakt
onze proefmigraties succesvol zijn verlopen. We weten
om alle denkbare situaties de revue te laten passeren.
ook dat Stedin de migratie goed heeft doorstaan.
Daarmee voorkom je dat je voor onverwachte problemen
Naast netbeheerder Liander heeft zij ons veel waardevolle
komt te staan. Je moet je op alles voorbereiden, want op
adviezen gegeven, die wij nu kunnen gebruiken.
het moment van de migratie kun je niet meer terug en
Het is nog even wennen aan de gedachte dat we nu
alles maar even on hold zetten.”
voor de ondersteuning van onze primaire processen afhankelijk zijn van de diensten van een ander, EDSN.
Twee kanten
Maar gelukkig is zij een solide partij en starten we
Migreren naar C-AR heeft twee kanten, zegt Smit. “Enerzijds
met een nieuw hoofdstuk in onze samenwerking.
gaat het hier om een automatiseringsproject, het overzetten
Daarna bereiden we ons voor op de volgende stap:
van data in een centraal systeem. Anderzijds heeft C-AR
de volledige introductie van het nieuwe marktmodel
een grote impact op je eigen organisatie. Ik heb het daarom
op 1 april 2013.”
eerder al een businessreformatietraject genoemd. De mensen bij Enexis moeten straks op een totaal nieuwe manier gaan werken. Je moet hen leren om anders om te gaan met data. Dat vraagt een geheel andere werkwijze van onze mensen.”
‘Communicatie en overleg zijn heel belangrijk om afspraken goed op elkaar af te stemmen’
Colofon
8
EDSN Visie is een uitgave van EDSN
Deze en alle andere edities
Bladmanagement en (eind)redactie: PACT Public Affairs, Den Haag
van EDSN Visie zijn te
Ontwerp en vormgeving: Aandagt Reclame en Marketing, Almelo
downloaden als PDF via:
Drukwerk en afwerking: Lulof Druktechniek, Almelo
www.edsn.nl