Markt Proces Model Nieuw Marktmodel Wholesale Gas
Auteur Versienummer Versiedatum Status
Werkgroep Marktmodel Wholesale Gas 3.0 12 januari 2010 Richtinggevend vastgesteld in de ALV NEDU op 3 maart 2010
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 1/87
Versiebeheer Versie Naam 0.4 Wim Borghols (eindredactie) Wim Borghols (inclusief 0.5 getallenvoorbeelden) 0.6f Wim Borghols 0.7 Peter van Wesenbeeck 1.0 Wim Borghols 1.5 Wim Borghols 2.0 Wim Borghols (eindredactie) Peter van Wesenbeeck / Wim 2.5 Borghols 3.0 Wim Borghols (eindredactie)
Datum 20090131
Status Concept
Distributie WMWG + intern
20090204
Concept
WMWG
20090211 20090219 20090304 20090330 20090406
Concept Concept Definitief Concept Definitief
WMWG WMWG ALV NEDU NEDU Sectorplanning ALV NEDU
20091207
Concept
WMWG
20100108
Definitief
ALV NEDU
In versie 3 heeft de synchronisatie plaatsgevonden met de voorstellen tot wijziging van de gasvoorwaarden die op 30 september 2009 zijn ingediend bij de Energiekamer van de NMa. In deze versie zijn verder de paragrafen betreffende de implementatie, het implementatiemodel voor de markt en het transitiemodel voor de systemen buiten het MPM gebracht omdat deze paragrafen sterk afhankelijk zijn van externe ontwikkelingen zoals de voortgang van het wetgevingsproces en de voortgang van het vaststellen van de gasvoorwaarden. De genoemde onderwerpen zijn ondergebracht in een separaat document.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 2/87
Inhoudsopgave 1.
Inleiding tot het nieuwe marktmodel en het nieuwe balanceringsregime ..........................5
1.1
Inleiding: aanleiding en proces .................................................................................. 5
1.2
Outline marktmodel wholesale gas en balanceringsregime ............................................. 7
2.
Programmauitgangspunten en verantwoordelijkheden ................................................ 11
2.1
Rollen en verantwoordelijkheden ............................................................................. 11
3.
Uitwerking van het marktmodel ............................................................................... 14
3.1
Uitgangspunten..................................................................................................... 14
3.2
Relatie leverancier en erkende programmaverantwoordelijke op exitpunten ................... 15
3.3
(Handels)programmaverantwoordelijke .................................................................... 16
4.
De processen ........................................................................................................ 17
4.1
PV-proces ............................................................................................................ 17
4.2
Leverancier proces ................................................................................................ 23
4.3
Programmaproces ................................................................................................. 25
4.4
Biedladderproces ................................................................................................... 33
4.5
Balanceringsproces ................................................................................................ 41
4.6
Allocatieproces ...................................................................................................... 45
4.7
Settlementproces .................................................................................................. 61
4.8
Elektronisch berichtenverkeer ................................................................................. 62
5.
Getallenvoorbeelden .............................................................................................. 63
5.1
Verbruiker koopt gas bij leverancier en draag PV over aan deze leverancier (Case 1.1).... 63
5.2
Optie 1 uit Memorie van toelichting (Case 1.2) .......................................................... 65
5.3
Leverancier koopt gas van ander (Case 1.3) .............................................................. 66
5.4
Optie 3 uit Memorie van toelichting (Case 1.4) .......................................................... 67
5.5
Verbruiker koopt gas van een leverancier en draagt PV over aan een derde (Case 2.1).... 68
5.6
Optie 2 uit Memorie van toelichting (Case 2.2) .......................................................... 69
5.7
Verbruiker koopt gas van meerdere leveranciers, waarvan er een de
programmaverantwoordelijkheid invult (Case 2.3) ................................................................ 70 5.8
Twee leveranciers met maxbalans (Case 3.1) ............................................................ 72
5.9
Balansrelatie op TTF (Case 4.1) ............................................................................... 73
5.10
Invoeder doet levering en draagt PV-schap zelf (Case 5.1) .......................................... 77
5.11
Invoeder draagt levering en PV-schap over (Case 5.2) ................................................ 78
5.12
Invoeder draagt alleen PV-schap over (Case 5.3) ....................................................... 79
6.
Verklarende woordenlijst ........................................................................................ 80
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 3/87
Lijst met tabellen Tabel 2.1: Verantwoordelijkheden marktrollen ...................................................................... 11 Tabel 2.2: Vergelijking verantwoordelijkheden marktpartijen huidig en nieuw marktmodel .......... 13 Tabel 4.1: Dienstbeschrijving erkenning erkende programmaverantwoordelijke ......................... 20 Tabel 4.2: Dienstbeschrijving indienen programma ............................................................... 32 Tabel 4.3: Dienstbeschrijving Uitbrengen bieding .................................................................. 35 Tabel 4.4: Dienstbeschrijving Publicatie biedladder ............................................................... 35 Tabel 4.5: Dienstbeschrijving Afroep biedladder.................................................................... 37 Tabel 4.6: Dienstbeschrijving Publicatie Portfolio Onbalans Signaal .......................................... 43 Tabel 4.7: Dienstbeschrijving Publicatie Systeem Balans Signaal ............................................. 44 Tabel 4.8: Onbeschikbaarheid near real-time ICT-systemen ................................................... 44 Tabel 4.9: Dienstbeschrijving versturen off-line allocatie informatie ......................................... 60 Tabel 5.1: Voorbeeld van een balansrelatie .......................................................................... 73
Lijst met figuren Figuur 1.1: Proces op hoofdlijnen voorafgaande aan de gasdag .................................................9 Figuur 1.2: Proces op hoofdlijnen op de gasdag ......................................................................9 Figuur 1.3: Het volledige proces op hoofdlijnen .................................................................... 10 Figuur 2.1: Rolverdeling nieuw marktmodel ......................................................................... 13 Figuur 4.1: Proces PV-erkenning ........................................................................................ 17 Figuur 4.2: Indienen en verwerken programma .................................................................... 29 Figuur 4.3: Extrapolatie mechanisme verwachte uurwaarde.................................................... 46 Figuur 4.4: Verschil gebruik own-use en minimum parameter ................................................. 59 Figuur 5.1: Uitwerking Case 1.1 ......................................................................................... 64 Figuur 5.2: Case 1.2 (optie 1 uit Memorie van toelichting) ..................................................... 65 Figuur 5.3: Case 1.3 ......................................................................................................... 66 Figuur 5.4: Case 1.4 (optie 3 uit Memorie van toelichting) ..................................................... 67 Figuur 5.5: Case 2.1 (1 Leverancier, 1 erkende programmaverantwoordelijke).......................... 68 Figuur 5.6: Case 2.2 (optie 2 uit Memorie van toelichting) ..................................................... 69 Figuur 5.7: Case 2.3 (2 leveranciers en 1 erkende programmaverantwoordelijke)...................... 70 Figuur 5.8: Case 3.1 (2 leveranciers met maxbalans) ............................................................ 72 Figuur 5.9: Case 4.1a: eenvoudige 1 op 1 case. ................................................................... 74 Figuur 5.10: Case 4.1b: Balansrelatie beperkt tot één afnemercategorie .................................. 75 Figuur 5.11: Case 4.1c: Balansrelatie tussen twee leverende erkende programmaverantwoordelijken met één ontvangende PV waarbij 90% van de benodigde hoeveelheid door de balansleverende erkende programmaverantwoordelijken geleverd wordt. .... 76 Figuur 5.12: Case 5.1 (producent is zelf PV) ........................................................................ 77 Figuur 5.13: Case 5.2 (producent draagt gas en programmaverantwoordelijkheid over) ............. 78 Figuur 5.14: Case 5.3 (producent draagt PV over en verkoopt gas zelf op TTF) ......................... 79
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 4/87
1.
Inleiding tot het nieuwe marktmodel en het nieuwe balanceringsregime
1.1
Inleiding: aanleiding en proces
Op 18 februari 2008 heeft de Minister van Economische Zaken een brief gestuurd naar de Tweede Kamer waarin zij een modernisering van de spelregels voor de Nederlandse gasmarkt heeft aangekondigd, hetgeen in de brief als volgt is omschreven: Om onze markt beter te integreren in de Noordwest-Europese gasmarkt en daarmee de liquiditeit te bevorderen is het volgende nodig: • het integreren van verschillende gaskwaliteiten; • een eenvoudiger systeem voor het in balans houden van het gastransportnet; • het beter benutten van de capaciteit van de gastransportleidingen; • het samenvoegen van vele kleine afleverplaatsen tot één grote. Het tweede punt heeft geleid tot het ontwerp van een nieuw balanceringsregime voor het landelijk gastransportnet, het vierde tot het ontwerp van een nieuw marktmodel voor de wholesale markt gas. De aangekondigde maatregelen zijn nader uitgewerkt in een wetsvoorstel dat op 1 augustus 2008 in concept naar de Nederlandse energiesector is gestuurd ter consultatie en op 27 maart 2009 in een definitieve versie aan de Tweede Kamer is aangeboden. De beoogde implementatiedatum van de maatregelen was bij de aanvang van het proces 1 januari 2010. Inmiddels heeft de sector in overleg met het ministerie van EZ aangegeven dat een transitiefase wenselijk is, waardoor de nieuwe werkwijze vanaf 1 oktober 2010 eerst stapsgewijs getest wordt, waarna deze per 1 april 2011 formeel in bedrijf kan gaan. Er bestaat een intensieve interactie tussen wijzigingen in het marktmodel en wijzigingen in het balanceringsregime. Beiden bepalen immers voor marktpartijen hoeveel gas ze waar en wanneer in het gasnet moeten voeden of onttrekken. Het is daarom van belang de details van beide veranderingen in samenhang uit te werken. Vanaf 2007 heeft GTS in nauw overleg met de Nederlandse energiesector gewerkt aan de studie naar een nieuw balanceringsregime. De contouren van dit nieuwe balanceringsregime zijn eind augustus 2008 gereedgekomen, zijn in het najaar van 2008 nader uitgeschreven en in een achttal workshops besproken met de sector. Op basis hiervan is in januari 2009 een concept eindrapportage opgesteld dat, na bespreking met de sector, in juni 2009 in een definitieve versie aan het Ministerie van Economische Zaken is aangeboden. Ten aanzien van het marktmodel is in het najaar van 2008 de Werkgroep Marktmodel Wholesale Gas (WMWG) opgericht, als subgroep van de Issuecommissie Wholesale Gas, om het wetsvoorstel uit te werken zodat dit door de Nederlandse energiesector geïmplementeerd kan worden, in samenhang met de voorstellen voor de implementatie van het nieuwe balanceringsregime. De opdracht van de WMWG bestaat uit drie deelopdrachten: 1.
Beschrijven van de toekomstige werkwijze, inclusief een aantal concrete voorbeelden a.
Het opstellen van programma’s door programmaverantwoordelijken (het traject van het komen tot een programma t/m het daadwerkelijk indienen van programma’s)
2.
b.
Het afstemmen van programma’s (matching; acceptatie GTS)
c.
Het bepalen van de resultaten in de praktijk (allocatie)
d.
De impact op verwante onderwerpen
Becommentariëren van concept codeteksten
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 5/87
3.
Uitwerken van het berichtenverkeer tussen partijen (inhoudelijke beschrijving van de berichten; eisen aan de systemen waarmee de berichten uitgewisseld worden)
Het voorliggende Markt Proces Model (MPM) is de weerslag van deelopdracht 1 en een eerste aanzet voor deelopdracht 3. De werkgroep heeft als uitgangspunt gebruikt: 1.
Het concept wetsvoorstel van 1 augustus 2008
2.
De door het Ministerie van Economische Zaken aangereikte delen van de nieuwere versie waarin de resultaten van de consultatie verwerkt zijn.
3.
Een mondelinge toelichting van het Ministerie van Economische Zaken, gegeven op 5 januari 2009 in de werkgroep en vast te leggen in het verslag
4.
Het definitieve wetsvoorstel dat op 27 maart 2009 naar de kamer is gestuurd en de nota’s van wijziging.
1.1.1
Deelnemers
In de werkgroep zijn vertegenwoordigd:
Shippers/leveranciers, verenigd in EnergieNed (drie leden) o
Ale Jan Algra (GasTerra)
o
Huub Halsema (Eneco)
o
Joël van Andel (Essent Trading)
Shippers/leveranciers, verenigd in VME (drie leden) o
Gerda Frans (Electrabel)
o
Rainier Stolk (RWE Energy Nederland)
o
Michel Tetteroo (Oxxio)
Shippers/leveranciers, verenigd in VOEG (twee leden) o
Jeroen Risseeuw (Delta)
o
Boudewijn Reiniers (TOTAL)
Afnemers, verenigd in VEMW (twee leden) o
Jacques van der Worp
o
Dirk Jan Meuzelaar (Utility Support Group BV)
Afnemers, verenigd in LTO/glaskracht (“meelees” lid) o
o
Maarten van IJcken (NAM)
RNB’s (twee leden) o
Louis Lolkema (Enexis)
o
Paul de Wit (Liander)
Beurs: APX o
Rob van der Valk
Producenten verenigd in NOGEPA (een lid)
Egbert-Jan Schutte-Hiemstra
LNB-gas: GTS (voorzitter + ter zake kundige experts, aanwezig en betrokken afhankelijk van het onderwerp)
o
Wim Borghols (voorzitter)
o
Jan Willem van Dijk
Peter van Wesenbeeck
o
Robert Luchies
Altinus Meijer
o
Walter Crommelin
EDSN (secretariaat) o
Joost van Unnik
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 6/87
Naast de bovenstaande leden zijn een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken en een vertegenwoordiger van de Energiekamer bij een aantal vergaderingen als toehoorder en/of informatieverschaffer aanwezig geweest. Beiden hebben van alle correspondentie binnen de werkgroep die via het secretariaat is gelopen kopieën gehad ter informatie.
1.2
Outline marktmodel wholesale gas en balanceringsregime
Het nieuwe balanceringsregime voor het landelijk gastransportnet is zodanig ontwikkeld dat “iedere marktpartij zelf kan bijdragen aan het in balans houden van het gastransportnet”. De inrichting van het nieuwe balanceringsregime wordt echter ook beïnvloed door de wijziging van het marktmodel dat er op gericht is dat “een koper van gas zelf kan bepalen wat hij met zijn gas doet: verbruiken of doorverkopen.”. (De aangehaalde teksten zijn citaten uit de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel wijziging Gaswet.) Dat wordt namelijk gerealiseerd door een tweetal vrijheidsgraden: a.
de koper van gas mag zelf bepalen of hij zijn programmaverantwoordelijkheid al dan niet overdraagt aan een andere partij en
b.
de koper en verkoper bepalen onderling in commerciële onderhandelingen op welke plaats het gas geleverd wordt en wat daarbij aard en prijs van het verhandelde product is.
Het balanceringsregime beperkt zich tot het oplossen van onbalans van netgebruikers; de netbeheerder van het landelijk gastransportnet blijft verantwoordelijk voor het operationele gastransport. In dit marktprocesmodel wordt voor de duidelijkheid de naam gehanteerd van Gas Transport Services (GTS) in de rol van netbeheerder van het landelijk gastransportnet (LNB). Het wetsvoorstel
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten introduceert programmaverantwoordelijkheid voor alle afnemers van het gastransportnet met uitzondering van kleinverbruikers, waar de vergunninghouder (leverancier) de programmaverantwoordelijkheid draagt. Programmaverantwoordelijkheid houdt het indienen van een programma in en het dragen van de verantwoordelijkheid voor de afwijkingen van het programma. Het wetsvoorstel voert verder een scheiding in tussen entry programma’s en exit programma’s, waarmee de productie en invoer van gas wordt gescheiden van het verbruik van gas. Aanbod en afzet worden samengebracht op een Virtueel Punt. In het nieuwe balanceringsregime vormt het ingediende programma de kern. Dit programma beschrijft op welke wijze marktpartijen gedurende de dag in gasaanbod en gasafzet gaan voorzien. GTS stelt bepaalde eisen aan dit programma waarmee tevens de bufferwerking van het gastransportsysteem, voor zover beschikbaar, aan marktpartijen ten goede komt. Programmaverantwoordelijken krijgen near real-time de beschikking over informatie betreffende de afwijkingen van hun programma. Hiermee zijn zij in principe in staat hun programma met de hun ter beschikking staande middelen te balanceren, hetzij met fysieke middelen, hetzij met commerciële middelen. Zij worden hier ook uitdrukkelijk toe uitgenodigd. Marktpartijen krijgen daarnaast de beschikking over balans informatie van het totale landelijke systeem1 (de gesaldeerde programma afwijkingen) zodat zij kunnen assisteren bij het balanceren van het landelijk gastransportnet.
1
)
De balansinformatie van het totale landelijke systeem, het Systeem Balans Signaal (SBS), zal door GTS ook publiekelijk beschikbaar worden gesteld.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 7/87
Als de balanssituatie hiertoe aanleiding geeft koopt of verkoopt GTS gas om de systeembalans te herstellen. Alleen als GTS dergelijke herstelacties moet uitvoeren worden programmaverantwoordelijken geconfronteerd met zowel volumematige als financiële consequenties van onbalans. GTS koopt of verkoopt gas op een transparante biedladder. Op de biedladder wordt gas aangeboden of onttrokken door marktpartijen met GTS als enige tegenpartij. GTS koopt of verkoopt gas tegen respectievelijk de hoogste of laagste prijs van de ingezette treden. Het door GTS gekochte of verkochte gas wordt geleverd aan de programma’s met onbalans tegen de prijs die GTS op de biedladder heeft betaald. Tevens is er een mechanisme waarbij programmaverantwoordelijken die hebben bijgedragen het systeem te balanceren een vergoeding ontvangen voor het gas dat zij daartoe hebben ingezet. Dit gas wordt ‘assistentiegas’ genoemd. Het balanceren is hiermee een near real-time operationeel proces gebaseerd op near real-time informatie. Dit rechtvaardigt ook het verrekenen van onbalansen op basis van deze operationele gegevens. Immers op het moment van handelen was geen andere informatie beschikbaar. Het proces voorziet in een settlement na ongeveer een maand. Deze settlement zal plaats vinden op basis van een neutrale gasprijs. De settlement heeft geen invloed op de near real-time toewijzing en verrekening van onbalansgas. Indien onvoldoende gas op de biedladder wordt aangeboden om het systeem te balanceren kan GTS instructies geven om de systeembalans te doen herstellen.
1.2.1
Enkele specifieke aspecten
Onder het nieuwe balanceringsregime wordt informatie ten aanzien van de portfolio onbalans ter beschikking gesteld. Deze informatie is de basis voor de verrekening van onbalans. De verrekening van onbalans vindt daarmee plaats op basis van near real-time data. Dit is nieuw. De kwaliteit van de balansinformatie, de hele keten van meting tot informatie verstrekking, is een van de belangrijkste risico’s die uit een analyse naar voren is gekomen. De beschikbaarheid van het signaal, de onderliggende systemen, data overdracht, onderhoudpositie en de wijze waarop indien noodzakelijk vervangende waarden worden gerealiseerd zijn hierbij punten van aandacht. Ervaringen met een deel van deze informatieverstrekking (stuursignaal) wordt vanaf januari 2009 opgebouwd. Marktpartijen zullen er goed van doordrongen moeten zijn dat de near real-time informatie van de portfolio onbalans, goed of fout, onomkeerbaar is omdat van marktpartijen wordt verwacht dat zij op dit onbalans signaal reageren. Immers van partijen kan niet worden verwacht dat zij actief deelnemen aan de balancering van hun portfolio en/of het totale systeem als zij achteraf kunnen worden geconfronteerd met afrekening van de onbalans op andere of zelfs tegengestelde informatie. Met het onomkeerbaar zijn van portfolio onbalans informatie en daarmee het afrekenen van onbalans wordt tevens bewerkstelligd dat er een ontkoppeling optreedt tussen de verrekening van onbalans op basis van near real-time informatie en het verrekenen van commodity op basis van definitieve allocaties/reconciliaties. Vanuit GTS is geconcludeerd dat de hierdoor bereikte vereenvoudiging essentieel is om het administratieve proces beheersbaar te houden. Het indienen van programma’s heeft qua proces een sterke verwantschap met het nominatieproces zoals dat in de huidige situatie gehanteerd wordt. Toch zijn er enkele belangrijke verschillen. Het huidige nominatieproces levert hulpgetallen op die gebruikt worden voor: 1.
Het bepalen van fysiek benodigde capaciteit op bepaalde plaatsen in het landelijk gastransportnet
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 8/87
2.
De bepaling van de technische instelling van onderdelen van het landelijk gastransport of verbindingen met andere gastransportnetten, zoals bijvoorbeeld een regelklep op een grenspunt
3.
Het bepalen van de verdeling van de gasstroom tussen meerdere partijen die op hetzelfde moment op hetzelfde punt leveren of onttrekken en waar slecht één meting beschikbaar is.
Nominaties kunnen gedurende de gasdag aangepast worden. Per punt zijn hiervoor specifieke afspraken gemaakt, o.a. over de lead time. Programma’s daarentegen worden day ahead (D-1) ingediend en kunnen na vaststelling niet meer gewijzigd worden. In de onderstaande figuren is het totale proces met zowel de activiteiten ten gevolge van het marktmodel als van het balanceringsregime in grote blokken samengevat. Hierin geven de licht blauwe ovalen en de rode ovaal de activiteiten vóór de dag aan.
Figuur 1.1: Proces op hoofdlijnen voorafgaande aan de gasdag
De groene ovalen geven de near real-time activiteiten aan die dienen om de erkende programmaverantwoordelijke te informeren over zijn eigen positie en die van het systeem, de oranje ovalen de mogelijke daaruit volgende on-the-day activiteiten en de donker blauwe de effecten van de eventuele inzet van de biedladder.
Figuur 1.2: Proces op hoofdlijnen op de gasdag
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 9/87
De bruine ovalen tot slot geven de settlement aan die geruime tijd na afloop van dag wordt uitgevoerd. In de volgende hoofdstukken zullen de details van de diverse deelprocessen besproken worden.
Overdracht PV? Handelsrelatie
PV A
Relatie
Entry programma Confirmatie
Settlement
Alle PV’ers
Exit programma Confirmatie
(TTF) nominaties
Comptabele meting
GTS
Input Stuursignaal
Systeem Balans Signaal
Al dan niet bieden op biedladder
PV B
Portfolio Onbalans Portfolio Onbalans Signaal Signaal (TTF) nominaties Verplichte Verplichte (ver)koop (ver)koop
PV A
Handelsrelatie
Fysieke hoeveelheid aanpassen?
Relatie
Settlement
PV B
Al dan niet kopen op biedladder
Fysieke hoeveelheid aanpassen?
Relatie
Figuur 1.3: Het volledige proces op hoofdlijnen
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 10/87
2.
Programmauitgangspunten en verantwoordelijkheden
2.1
Rollen en verantwoordelijkheden
In het hoofdproces zoals omvat door artikel 17b van het wetsvoorstel zullen de programmaverantwoordelijken en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de hoofdrol spelen. Voor hen zullen na implementatie van het wetsvoorstel een aantal zaken wezenlijk anders verlopen dan momenteel. Daarnaast zullen in bepaalde ondersteunende processen ook leveranciers en regionale netbeheerders een rol hebben, waarbij beperkte accentverschuivingen plaats zullen vinden ten opzichte van de huidige situatie. Uitgangspunt is dat de wijzigingen in de werkwijze van RNB’s en leveranciers die het gevolg zijn van het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de
Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt [kamerstukken eerste kamer nr. 31 374] waarvan de ingangsdatum nog onbekend is op geen enkele wijze geraakt worden. Dit betekent ook dat het voorliggende MPM geen invloed heeft op de werkzaamheden van meetbedrijven of meetdatabedrijven. Een speciaal punt van aandacht hierin is dat de leverancier van kleinverbruikers volgens het wetsvoorstel de taak van erkende programmaverantwoordelijke voor deze kleinverbruikers krijgt. Er is dus sprake van een extra taak voor deze leveranciers, die de andere taken en verantwoordelijkheden die ze reeds hadden niet beïnvloedt. Er zal geen speciale aandacht zijn voor de taak die een leverancier moet uitoefenen in zijn rol als erkende programmaverantwoordelijke, omdat deze wordt meegenomen in de beschrijving van taken, verantwoordelijkheden en activiteiten van alle programmaverantwoordelijken. Verder is het aan iedere leverancier zelf om te beoordelen of hij zijn taak als erkende programmaverantwoordelijke zelf uit wil oefenen, of deze taak over wil dragen. In onderstaande tabel zijn de taken en verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen aangegeven ten aanzien van de balancering van het gastransportnet.
Tabel 2.1: Verantwoordelijkheden marktrollen Marktrol Aangeslotene Wettelijke Programmaverantwoordelijke Erkende programmaverantwoordelijke
Taak
Status
Volgt uit
Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gasvoorwaarden
Erkenning regelen
Verplicht
Gasvoorwaarden
Programma indienen
Verplicht
Gaswet
Facultatief
Gasvoorwaarden
Verplicht
Gasvoorwaarden
Facultatief
Gasvoorwaarden
In beginsel programmaverantwoordelijke2 Programmaverantwoordelijkheid overdragen aan erkende programmaverantwoordelijke of zelf erkende programmaverantwoordelijke worden
Aanbieden op biedladder Kopen/verkopen gas van/aan GTS indien biedladder afgeroepen wordt Het administreren en verwerken van alle handelstransacties betreffende een afnemer
2
)
In dit MPM is verdere invulling gegeven aan dit beginsel waarbij niet altijd geldt dat de aangeslotene programmaverantwoordelijke is. Zie ook figuur 2.1
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 11/87
Marktrol Handels-PV
Taak Kopen/verkopen gas op TTF
Gasvoorwaarden
Programma indienen
Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gasvoorwaarden
Leveringscontract met verbruiker Wettelijke programmaverantwoordelijke voor
Verplicht Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gasvoorwaarden
Verplicht
Gasvoorwaarden
Bewaken balans landelijk gastransportnet
Verplicht
Gaswet
Erkennen programmaverantwoordelijken
Verplicht
Gaswet
Verplicht
Gasvoorwaarden
Ontvangen en beoordelen programma’s
Verplicht
Gaswet
Afroepen biedladder
Verplicht
Gasvoorwaarden
Opstellen en verzenden POS
Verplicht
Gaswet
Opstellen en verzenden SBS
Verplicht
Gaswet
Afrekenen Onbalans
Verplicht
Gasvoorwaarden
Afrekenen Settlement
Verplicht
Gasvoorwaarden
kleinverbruikers
RNB
Facultatief Verplicht
biedladder afgeroepen wordt
Verkoper
Volgt uit
Erkenning regelen
Kopen/verkopen gas van/aan GTS indien Leverancier3
Status
Verkopen van gas aan andere partij dan een verbruiker (geen leveringscontract) Uitvoeren allocatie en reconciliatie voor netgebieden Aanleveren data t.b.v. near real-time allocatie voor netgebieden Aanleveren data t.b.v. contractering capaciteit voor netgebieden Registreren erkende programmaverantwoordelijke per aansluiting in aansluitregister
GTS
Registreren erkende programmaverantwoordelijke per aansluiting in aansluitregister
Naast de wijzigingen in taken en verantwoordelijkheden ten gevolge van het wetsvoorstel, zullen ook taken ten aanzien van het contracteren van capaciteit op het landelijk gastransportnet wijzigen, simpelweg omdat de marktrol van shipper in het nieuwe marktmodel niet meer bestaat en deze momenteel een belangrijke rol heeft in de contractering van capaciteit. In de onderstaande tabel zijn de nieuwe en de oude situatie met elkaar vergeleken.
3
)
In dit marktprocesmodel wordt conform de definitie uit de Begrippenlijst Gas de term leverancier gebruikt voor een marktpartij die de levering van gas verzorgt ten behoeve van een verbruiker. Een marktpartij die de levering van gas verzorgt aan een andere partij dan een verbruiker, zoals bijvoorbeeld een leverancier, wordt aangeduid met de term verkoper.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 12/87
Tabel 2.2: Vergelijking verantwoordelijkheden marktpartijen huidig en nieuw marktmodel Capaciteit op
Huidige contractant
Contractant na wijziging
Aangeslotene
Aangeslotene
Aansluiting bij RNB RNB exit landelijk net
Gezamenlijke shippers
Gezamenlijke erkende programmaverantwoordelijken4
Shipper of AMEX5
Aangeslotene6
Entrycapaciteit landelijk net op grenspunt
Shipper
Erkend PV
Exitcapaciteit landelijk net op grenspunt
Shipper
Erkend PV
Entrycapaciteit landelijk net op productienet
Shipper
Erkend PV
Exitcapaciteit landelijk net bij berging
Shipper
Erkend PV
Entrycapaciteit landelijk net bij berging
Shipper
Erkend PV
Industrie exit landelijk net
In de onderstaande figuur staat de rolverdeling in het nieuwe marktmodel whole sale gas beschreven.
Rolverdelingen nieuw marktmodel Groengas RNB
Voeding / LNB
Import
Berging PV = transportcapaciteithouder
PV = invoeder op gasproductienet
PV = producent
TTF PV = HandelsPV
PV = transportcapaciteithouder
Fysiek: Directe levering mogelijk (geen overdracht) Fysiek: Levering via TTF mogelijk (incl balansrelatie) Virtueel: Overdracht via VPPV verplicht PV = Afnemer, leverancier of derde Transportcapaciteithouder = Aangeslotene Leverancier = aangeslotene PV of derde
PV = Leverancier Transportcapaciteithouder = gezamenlijke PV
PV = Afnemer Transportcapaciteithouder = gezamenlijke PV Leverancier: PV of derde
LNB / Industrie
RNB / Grootverbruik
RNB / Kleinverbruik
PV = HandelsPV PV = transport capaciteithouder
TTF
PV = transport capaciteitshouder
Export
Berging
Figuur 2.1: Rolverdeling nieuw marktmodel
4
)
Er wordt aangesloten bij de huidige praktijk waarbij de PV’er als erfopvolger van de shipper wordt gezien. Binnen de sector is geen eensluidende mening over eventuele wijzigingen op dit punt,
5
)
AMEX= Aangeslotene met exit capaciteit
6
)
Er van uit gaande dat de codewijziging daartoe geaccordeerd wordt door NMa
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 13/87
3.
Uitwerking van het marktmodel
In het wetsvoorstel is het marktmodel als volgt verwoord: Artikel 1 y.
programmaverantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een programma als bedoeld in artikel 17b, eerste of tweede lid;
z.
programmaverantwoordelijke: degene op wie programmaverantwoordelijkheid rust;
Artikel 17b 1. Degene die gas op het gastransportnet invoedt is tot een virtueel punt op het gastransportnet verantwoordelijk voor het opstellen van een programma, waarin is opgenomen: a.
hoeveel gas waar op het gastransportnet wordt ingevoed en
b.
ten aanzien van hoeveel gas netto op het virtuele punt op het gastransportnet de programmaverantwoordelijkheid overgaat en op wie.
2. Degene die gas aan het gastransportnet onttrekt is vanaf een virtueel punt op het gastransportnet verantwoordelijk voor het opstellen van een programma, waarin is opgenomen: a.
ten aanzien van hoeveel gas netto op het virtuele punt op het gastransportnet de programmaverantwoordelijkheid overgaat en van wie en
b.
hoeveel gas waar aan het gastransportnet wordt onttrokken.
3. Een programmaverantwoordelijke is verantwoordelijk voor een afwijking van zijn programma. 4. Voor de onttrekking van gas door een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, draagt een vergunninghouder programmaverantwoordelijkheid. 5. De programmaverantwoordelijkheid kan worden overgedragen. Een nadere uitwerking van het marktmodel wordt gegeven in de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel. In dit hoofdstuk van het MPM zullen de voorstellen voor de wettekst en de Memorie van Toelichting nader uitgewerkt worden. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de verschillende processen die ingericht dienen te worden ten behoeve van het nieuwe marktmodel. Tot slot zijn in hoofdstuk 5 van dit MPM een aantal karakteristieke voorbeelden nader uitgewerkt.
3.1
Uitgangspunten
Enige uitgangspunten vooraf:
In het nieuwe marktmodel blijven leveranciers gewoon hun huidige rol vervullen. Volgens de begrippenlijst gas is de leverancier degene die de levering verzorgt ten behoeve van een verbruiker. Evenzo blijft het mogelijk dat kopers en verkopers van gas in commerciële onderhandelingen samen bepalen op welke wijze ze de handel inrichten. Het balanceringsregime heeft op zich geen invloed op de mogelijkheden voor handel in commodity
In het wetsvoorstel wordt in lid 1 en lid 2 van artikel 17b gesproken van een virtueel punt. Dit punt zal worden aangeduid als VPPV (Virtueel Punt voor de overgang van Programma Verantwoordelijkheid)
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 14/87
3.2
Relatie leverancier en erkende programmaverantwoordelijke op exitpunten
De leverancier en de erkende programmaverantwoordelijke hebben ook na implementatie van het wetsvoorstel ieder hun eigen rol. De leverancier verzorgt de levering van gas ten behoeve van een verbruiker, terwijl een erkende programmaverantwoordelijke verantwoordelijk is voor het opstellen van een programma en voor (het corrigeren van) de afwijking van zijn programma. De relatie tussen leverancier en erkende programmaverantwoordelijke is in het wetsvoorstel niet vastgelegd, behalve de initiële situatie voor de kleinverbruiker, waar de vergunninghouder de programmaverantwoordelijkheid draagt. De erkende programmaverantwoordelijke is dus geen handelaar maar levert een dienst aan afnemers, invoeders en handelaren op het gebied van balancering. In eerste instantie is, behalve bij kleinverbruikers, de afnemer degene die bepaalt wie deze dienst levert; dit kan de afnemer zelf zijn of een handelaar, maar ook een serviceprovider die het leveren van de PV-dienst als corebusiness heeft. Ten einde zijn taak adequaat uit te kunnen oefenen, dient de erkende programmaverantwoordelijke op de hoogte te zijn van alle handelsstromen die betrekking hebben op de afnemer waarvoor de erkende programmaverantwoordelijke de programmaverantwoordelijkheid draagt. Deze kennis van de erkende programmaverantwoordelijke dient bovendien actueel te zijn: indien er within-day wijzigingen in de handelsstromen optreden, dan dient de PV-er dit te weten. Dit betekent onder meer dat de erkende programmaverantwoordelijke taken betreffende het administreren en verwerken van alle handelstransacties betreffende een afnemer op zich neemt, daar waar deze taken momenteel voor een deel door de netbeheerder wordt uitgevoerd. Bij de uitwerking in dit MPM wordt voor het merendeel van de verbruikers uitgegaan van één erkende programmaverantwoordelijke per aansluiting7. Deze erkende programmaverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het in balans zijn van de gasstroom voor die betreffende aansluiting. Alleen bij eindverbruikers die direct verbonden zijn aan het landelijk gastransportnet is het mogelijk de programmaverantwoordelijkheid op te delen over meerdere erkende programmaverantwoordelijken, waarbij geldt dat iedere erkende programmaverantwoordelijke de verantwoordelijkheid heeft voor zijn deel van de balans op de aansluiting en dat voor dat deel dezelfde regels gelden als voor de aansluitingen met één erkende programmaverantwoordelijke. De volgende situaties zullen naar verwachting het meest voorkomen: 1.
een verbruiker koopt zijn gas bij een leverancier en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan diezelfde leverancier. De leverancier zorgt dat hij het gas beschikbaar krijgt op een entrypunt van het landelijk gastransportnet. Deze situatie wordt uitgewerkt in case 1.1 (zie ook paragraaf 5.1).
2.
een verbruiker koopt zijn gas bij een leverancier E1 en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan diezelfde leverancier. Leverancier E1 koopt op de voordeur het gas van leverancier E2 en draagt de programmaverantwoordelijkheid weer over aan E2. Deze situatie wordt uitgewerkt in case 1.3 en komt momenteel veelvuldig voor in Nederland (zie ook paragraaf 5.3). Let op dat in geval van levering aan kleinverbruikers leverancier 1 vergunningplichtig is en leverancier 2 niet. Omdat de aansluitingenregisters van de
7
)
In Nederland zijn er momenteel een beperkt aantal (<20) direct aangeslotenen aan het landelijk gastransportnet die jaarlijks zeer veel gas verbruiken en daarnaast tegelijkertijd gebruik maken van de diensten van meerdere shippers. Zij doen dit onder andere om de risico’s van onbalans te spreiden over meerdere partijen. Om deze risicospreiding ook in het nieuwe marktmodel mogelijk te maken kunnen de grootverbruikers die verbonden zijn aan het landelijk gastransportnet gebruik maken van meerdere erkende programmaverantwoordelijken.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 15/87
netbeheerders slechts ‘één laag’ aan vergunninghouders kunnen bevatten, zal er optisch sprake zijn van één leverancier, te weten E1, en één erkende programmaverantwoordelijke, E2. Andere manieren om deze situatie te karakteriseren zijn:
3.
a.
E1 levert exclusief aan de verbruiker, E2 levert balancerend aan E1
b.
E1 koopt zijn gas bij E2
c.
E1 komt uitsluitend op de aansluiting voor
een verbruiker koopt zijn gas bij een leverancier E2 en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan een andere partij, E1. Deze situatie wordt uitgewerkt in case 2.1 (zie paragraaf 5.5). In dit geval zal E2 ergens een vaste hoeveelheid gas moeten kopen, die door E2 wordt afgeleverd bij de verbruiker. E1 moet ten behoeve van het opstellen van zijn programma op de hoogte zijn van de vaste hoeveelheid die E2 aan de verbruiker levert. E2 zal dit melden bij E1, bijvoorbeeld middels een leveringsinstructie (nominatie). Verder is E1 verantwoordelijk voor het (positieve of negatieve) verschil tussen het programma en de daadwerkelijke afname en zal hij dit verschil uiteindelijk moeten verrekenen. Dit verschil is in de praktijk “geleverd” door E1 aan de verbruiker. Ten behoeve van de administratieve verwerking van deze situatie in de systemen van de netbeheerders wordt aan E2 de rol van leverancier toegekend, terwijl E1 als erkende programmaverantwoordelijke te boek staat.
3.3
(Handels)programmaverantwoordelijke
In artikel 17b van de wettekst wordt de rol van de erkende programmaverantwoordelijke gedefinieerd. In deze definitie is er sprake van (fysieke) invoeding op het gastransportnet of (fysieke) onttrekking aan het gastransportnet. Daarnaast is bepaald dat er door de erkende programmaverantwoordelijke dient te worden aangegeven van hoeveel gas netto op het virtuele punt programma verantwoordelijkheid (VPPV) de programmaverantwoordelijkheid overgaat en op wie. Zonder inzicht in de handelstransacties op de TTF is het niet mogelijk om op het VPPV de eerder genoemde overgang van programmaverantwoordelijkheid te kunnen faciliteren. Het is namelijk gebruikelijk dat het gas op de TTF meermaals wordt verhandeld. GTS dient derhalve inzicht te hebben in de eventuele handelstransacties op de TTF die ten grondslag liggen aan de door de erkende programmaverantwoordelijken aangeboden programma’s. Hiertoe is het noodzakelijk dat ook de handelaren op TTF een soort programma indienen waarin aangegeven wordt welke hoeveelheden gas men netto denkt over te dragen en op wie. Voor partijen die alleen op het virtuele punt (TTF) actief zijn gelden dezelfde voorwaarden als andere programmaverantwoordelijken. Alleen met betrekking tot het indienen van programma’s geldt dat zij een handelsprogramma indienen in plaats van een entry en/of exitprogramma. De introductie van een separate erkende programmaverantwoordelijke voor beurzen is niet voorzien; in de transportvoorwaarden is wel een extra voorwaarde opgenomen die recht doet aan de speciale status van de beurs (zie het DPM)..
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 16/87
4.
De processen
In dit hoofdstuk wordt het marktprocesmodel voor het nieuwe balanceringsregime uitgewerkt voor de verschillende processen tussen de marktpartijen. In deze marktprocessen wordt weergegeven hoe informatie wordt uitgewisseld tussen de betrokken marktrollen.
4.1 4.1.1
PV-proces Erkenning
Elke partij die actief wil zijn als erkende programmaverantwoordelijke dient erkend te zijn. Dit geldt dus ook voor rechtspersonen die conform de wet de programmaverantwoordelijkheid dragen en dit zelf ter hand willen nemen. In de Gasvoorwaarden zal worden vastgelegd dat het erkenningproces door GTS wordt uitgevoerd. GTS erkent een partij als erkende programmaverantwoordelijke indien deze voldoet aan eisen ten aanzien van kredietwaardigheid en communicatie (elektronisch berichtenverkeer).
Het proces van PV-erkenning is grafisch weergegeven in de onderstaande figuur. In de onderstaande hoofdstukken wordt verder ingegaan op de detailinvulling.
Figuur 4.1: Proces PV-erkenning De eisen waaraan de erkende programmaverantwoordelijke dient te voldoen om een erkenning te verwerven dienen te worden vastgelegd in de Gasvoorwaarden.
4.1.2
Kredietruimte bepaling en handhaving
Kredietlimiet bewaking nieuw markt model/balancering. Als gevolg van het nieuwe marktmodel en het nieuwe balanceringsregime veranderen het proces en de rollen ten aanzien van de balanshandhaving in het GTS-net. Zoals voor het huidige proces geldt, wil GTS ook in het nieuwe proces geen onaanvaardbare financiële risico's lopen en past ze
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 17/87
daarom haar huidige kredietwaardigheidbeleid op het nieuwe marktmodel aan. Deze aanpassing zal worden vorm gegeven door binnen de kredietlimiet bewaking een onderverdeling te maken in: 1.
kredietlimiet bewaking voor de transportcapaciteithouder;
2.
kredietlimiet bewaking voor de erkende programmaverantwoordelijke.
Conform het huidige beleid zal GTS voor iedere partij die één van beide of beide rollen op zich neemt een kredietanalyse uitvoeren conform de Transportvoorwaarden Gas LNB. Als gevolg van deze kredietanalyse krijgt de partij een risicocategorie en een daarbij behorende kredietlimiet. Indien een partij een exposure voor GTS heeft die groter is dan zijn kredietlimiet kan GTS, overeenkomstig de huidige situatie, aanvullende zekerheden eisen of besluiten rekeningen tussentijds te verrekenen. De mate waarin de exposure voor GTS wordt bepaald, wordt hieronder per rol toegelicht. Kredietlimiet bewaking voor de transportcapaciteithouder. De mate waarin de exposure voor GTS toeneemt wordt bepaald door de looptijd van het contract. Indien de looptijd meer dan 3 maanden betreft, is de waarde gelijk aan 3 maal de maximale maandfactuur (excl. BTW) per maand. Voor kortere contracten is de exposure zoveel lager als volgt uit de verhouding tussen de looptijd en de periode van 3 maanden. In de kredietlimiet bewaking wordt gelijk aan de huidige situatie per nieuw contract gecontroleerd of de toename van de exposure nog past binnen de kredietlimiet van de betreffende partij (gelijk aan de huidige creditworthiness check in GEA Click & Book). Kredietlimiet bewaking voor de (handels-)programmaverantwoordelijke. De exposure voor balancering is gelijk aan de maximaal gerealiseerde exposure met betrekking tot balancering in de afgelopen twaalf maanden. De maximaal gerealiseerde exposure kan worden opgebouwd door de volgende componenten te sommeren: 1) Saldo van het cumulatieve portfolio onbalanssignaal (POS) 2) Biedladderexposure (incl. noodmaatregel en flex): i)
cumulatief saldo nog te factureren (maandelijks) en afgeroepen (mogelijk ieder uur) biedladders
ii) gefactureerd maar nog niet betaalde biedladderfacturen (zowel credit als debet) 3) Openstaande positie (zowel schuld als vordering) als gevolg van het verschil tussen online stuursignaal en comptabele allocatie (settlement)
Voor nieuwe toetreders zal de exposure bepaald worden op basis van de maximale hoeveelheid gas die in een periode van drie dagen geleverd zal worden en waarvoor hij programmaverantwoordelijkheid zal dragen en de hierboven beschreven maximaal gerealiseerde exposure.
Als overgangsregeling geldt gedurende een periode van 12 maanden dat de exposure na de introductie van het nieuwe balanceringsregime gelijk blijft aan de exposure op de datum van de introductie van het nieuwe balanceringsregime, zolang de gerealiseerde exposure met betrekking tot balancering en contracten daar onder blijft.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 18/87
De financiële positie van de erkende programmaverantwoordelijken op de biedladder wordt bepaald bij de afroep van de biedladder. De wijze van verrekening van de biedladder is beschreven in het hoofdstuk Biedladder van dit document. De verrekening van het verschil tussen de near real-time allocaties en de offline allocaties (settlement) is beschreven in het hoofdstuk Settlement van dit document. GTS zal voor de afroepen van biedladder, noodmaatregel, het inzetten van flex-diensten, alsmede voor het settlement facturen versturen.
4.1.3
Deelname aan Elektronisch Berichtenverkeer
Een erkende programmaverantwoordelijke zal afhankelijk van haar rol aan de volgende vormen van berichtenverkeer8 deelnemen:
Het indienen van programma’s
Het elektronisch berichtenverkeer voor de biedladder
Nomineren (huidige transportnominatie) o
De huidige Easeeg@s voorwaarden blijven hier van kracht (zie www.easee-gas.org).
Berichtenverkeer voor de allocatie van netgebieden en op directe exitaansluitingen op landelijk transportnet o
Daarnaast gelden op dit moment voor partijen die gebruik maken van transportcapaciteit voor een netgebied aanvullende eisen ten behoeve van communicatie. Deze partijen dienen in dat geval deel te nemen aan het berichtenverkeer met betrekking tot allocatie. Om hieraan te kunnen deelnemen, dient een partij zich aan te melden voor het Virtual Private Network (VPN).
Biedladder; o
Voor de details wordt verwezen naar paragraaf 4.4 waar het biedladderproces nader zal worden toegelicht.
Overdracht naar erkende PV o
overdracht van programmaverantwoordelijkheid naar een andere (erkende) programmaverantwoordelijke vindt plaats door het versturen van een PV-switch bericht door de leverancier (zie voor details paragraaf 4.1.5)
Het kunnen ontvangen van het Portfolio Onbalans Signaal (POS) en Systeem Balans Signaal (SBS)
Voor meer detail informatie over de inrichting van het elektronisch berichtenverkeer wordt verwezen naar hoofdstuk 4.8.
4.1.4
Volledige erkenning en handelserkenning
Volgens artikel 17b van het huidige wetsvoorstel is degene die gas op het gastransportnet invoedt tot een virtueel punt op het gastransportnet of degene die aan het gastransportnet onttrekt vanaf een virtueel punt op het gastransportnet verantwoordelijk voor het opstellen van een programma. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan, wanneer voldaan wordt aan de in de Gasvoorwaarden gestelde eisen, aan een natuurlijke of rechtspersoon op aanvraag een erkenning als erkende programmaverantwoordelijke verlenen. Voor partijen die alleen op het virtuele punt (TTF) actief zijn gelden dezelfde voorwaarden als andere programmaverantwoordelijken. Alleen
8
)
De PV’er dient hiertoe te beschikken over een EAN-code, deze kan aangevraagd worden bij EAN-Nederland http://www.gs1.nl/
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 19/87
met betrekking tot het indienen van programma’s geldt dat zij een handelsprogramma indienen in plaats van een entry en/of exitprogramma. Tabel 4.1: Dienstbeschrijving erkenning erkende programmaverantwoordelijke Naam dienst
Erkenning PV Omdat GTS de hele keten van programma’s nodig heeft voor de goedkeuring van programma’s zal ook voor handelaren op de TTF
Globale beschrijving van dienst
een programma nodig zijn. Met betrekking tot de erkenning zijn er geen andere voorwaarden voor pure handelaren.(partijen die alleen op de TTF actief zijn).
Type dienst (informatief / transactie)
T De aanvrager dient een verzoek tot erkenning in. Er vindt een toetsing plaats conform de gestelde eisen in de Gasvoorwaarden onder verantwoordelijkheid van GTS of de aanvrager voldoet aan de gestelde eisen. Indien aan de eisen wordt voldaan, wordt een
Trigger voor gebruik van dienst
partij geregistreerd als erkend. Pakket van eisen dient afkomstig te zijn van GTS. Nadat een partij erkend is als PV, zal deze opgenomen worden in de openbare lijst van erkende programmaverantwoordelijken op de GTS website.
Frequentie van gebruik (aantal per min/uur/dag/maand/jaar)
Meerdere keren per jaar
Tijdsaspecten
Verwerking mag enkele dagen duren.
Inhoud van inkomende informatie
Gegevens voor erkenning.
Volume van inkomende informatie per verzoek Inhoud van uitgaande informatie Omvang van uitgaande informatie per verzoek Specifieke eisen aan dienst Globale beschrijving dienstafhandeling
Erkenning ja/nee Klein Een partij die een erkenning aanvraagt hoeft niet altijd zelf te beschikken over een wettelijk PV-schap. Let op dit proces heeft sterke overeenkomst met het PV-schap. De eisen waaraan een erkende programmaverantwoordelijke moet voldoen om een erkenning te verkrijgen worden vastgelegd in de Gasvoorwaarden. Dit betreft eisen ten aanzien van onder andere kredietwaardigheid en communicatie.
Contractuele & wettelijke aspecten
Overdracht van programmaverantwoordelijkheid kan slechts aan erkende programmaverantwoordelijken. Een lijst met erkende programmaverantwoordelijken zal gepubliceerd worden op de website van GTS. Indien de bij wet aangewezen programmaverantwoordelijke zijn verantwoordelijkheid niet overdraagt dient hij erkend te zijn.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 20/87
4.1.5
PV overdracht
In het nieuwe marktmodel kan programmaverantwoordelijkheid worden overgedragen9 aan een erkende programmaverantwoordelijke. Hierbij zijn twee situaties te onderscheiden met verschillende consequenties: a.
indien een erkende programmaverantwoordelijke zijn gehele programma overdraagt aan een andere erkende programmaverantwoordelijke. Dit houdt een einde van programmaverantwoordelijkheid in voor de overdragende partij;
b.
indien een erkende programmaverantwoordelijke een deel van zijn programma overdraagt aan een andere erkende programmaverantwoordelijke, waarbij de cumulatieve positie niet wordt overgedragen aan de ontvangende programmaverantwoordelijke.
Er zijn twee processen met betrekking tot de overdracht van programmaverantwoordelijkheid. -
de overdracht van programmaverantwoordelijkheid van een aangeslotene tevens afnemer
-
De overdracht van programmaverantwoordelijkheid van een partij niet zijnde een afnemer
naar een erkende programmaverantwoordelijke naar een erkend programmaverantwoordelijke Regionaal netwerk Op dit moment geldt dat een PV/Shipperswitch alleen ingediend mag worden door de leverancier die verantwoordelijk is voor de aansluiting. Het “verzoek PV/Shipperswitch” wordt door de regionale netbeheerder afgekeurd als de leverancier die het “verzoek PV/Shipperswitch” indient niet de actuele leverancier is. Aangezien wettelijk is vastgelegd dat de vergunninghouder de programmaverantwoordelijkheid draagt voor de kleinverbruikers, is het logisch dat de vergunninghouder de PV-switch voor de kleinverbruikers indient. Om aan te sluiten bij de huidige werkwijze, wordt voorgesteld om ook voor de grootverbruikers de leverancier de PV-switch te laten indienen10. De leverancier draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de PV-switch aangezien de grootverbruiker wettelijk gezien de programmaverantwoordelijke is. Landelijk netwerk Voor de overdracht van programmaverantwoordelijkheid op de industriële exit aansluitingen op het landelijk gastransportnet wordt zoveel mogelijk de synergie gezocht met de huidige werkwijze van een leveranciersswitch. De leverancier draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft verkregen van de aangeslotene voor het uitvoeren van de PV-mutatie, aangezien deze wettelijk de programmaverantwoordelijke is. Voor de overdracht van programmaverantwoordelijkheid op netkoppelingen met aangrenzende TSO’s en gasopslaginstallaties (bergingen), zal GTS het verhandelen van de transportcapaciteit en
9
)
Soms wordt het overgaan van programmaverantwoordelijkheid van entry programma naar exit programma ten onrechte aangeduid met de term overdracht van programmaverantwoordelijkheid. Dit proces wordt gefaciliteerd vanuit de vastlegging via de programma’s. Dit proces wordt verder behandeld bij het programmaproces en valt daarmee buiten de scope van deze paragraaf.
10
) Het laten indienen van de PV-switch door de grootverbruiker zelf stuit op het bezwaar dat de grootverbruiker over het algemeen geen toegang heeft tot het switchberichtenverkeer.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 21/87
het gebruiksrecht beschouwen als een overdracht van programmaverantwoordelijkheid. Een aparte “verzoek PV-mutatie” is hierbij dan niet van toepassing. Voor de overdracht van programmaverantwoordelijkheid op koppelingen tussen het landelijk gastransport en een gasproductienet van een producent, zal de producent de overdracht van zijn programmaverantwoordelijkheid kenbaar moeten maken bij GTS. De erkende programmaverantwoordelijke zal GTS inlichten over zijn allocatierol.
4.1.6
Einde erkenning
In de Gasvoorwaarden zullen artikelen worden opgenomen voor het beëindigen van de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke. Er zal vermeld worden wanneer een erkenning wordt ingetrokken en op welke wijze hierover gecommuniceerd wordt. Een erkenning is geldig tot het moment dat deze wordt ingetrokken. GTS zal een erkenning slechts intrekken: -
op verzoek van de erkende programmaverantwoordelijke;
-
als de erkende programmaverantwoordelijke niet langer voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd onder ‘Erkenning Programmaverantwoordelijke’;
-
Indien een erkende programmaverantwoordelijke herhaaldelijk en door GTS aantoonbaar niet voldoet aan de eisen die worden gesteld in het kader van programmacontrole (zie eindrapportage balanceringsregime, 3 juni 2009).
GTS informeert elke regionale netbeheerder onmiddellijk over de intrekking van een erkenning LB. GTS publiceert een lijst met rechtspersonen en natuurlijke personen van wie de erkenning is ingetrokken op zijn website onder vermelding van de datum waarop de erkenning is ingetrokken. Regeling in geval van surséance van betaling of faillissement De werkwijze waarlangs deze ontstane noodsituatie verder afgehandeld dient te worden, zal verder uitgewerkt worden in DPM “Afhandeling verkoop en restverdeling leveringszekerheid E en G”. In het DPM ‘Het verkrijgen en beëindigen PV’ staat hiervoor een eerste aanzet.
4.1.7
PV registratie
In dit onderdeel wordt de vastlegging geregeld van de rechtspersonen die conform de wet de programmaverantwoordelijkheid dragen (alvorens er enige overdracht heeft plaats gevonden). Programmaverantwoordelijkheid ligt initieel bij:
De aangeslotene als het een aansluiting volgens de gaswet betreft; hieronder valt ook de producent als het een binnenlands voedingspunt betreft. Voor kleinverbruik geldt een uitzondering en draagt de vergunninghouder programmaverantwoordelijkheid11.
11
De transportcapaciteithouder als het een grenspunt of koppeling met een berging betreft.
De licentiehouder als het een partij betreft die een TTF-handelslicentie heeft bij GTS.
) De verzamelleidingen die het GTS net inkomen, b.v. bij Balgzand (Nogat, Lo-cal, WGT) en Uithuizen (NGT) gelden ook als binnenlands voedingspunt in die zin dat alle producenten die middels de verzamelleiding gas aanbieden stuk voor stuk als aangeslotene behandeld worden en dus PV’er zijn.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 22/87
Deze registratie vindt zowel plaats ten aanzien van partijen die aangesloten zijn op het GTS net als ook van partijen die aangesloten zijn op het RNB net. Voor afnemers zal deze registratie plaatsvinden in de betreffende aansluitingenregisters van de netbeheerders, waarbij het vrijkomende veld van de shipper voor de erkende programmaverantwoordelijke gebruikt wordt. Het is voorzien om in de aansluitingenregisters alleen de rechtspersonen die conform de wet de programmaverantwoordelijkheid dragen en ook daadwerkelijk de programmaverantwoordelijkheid gaan uitoefenen vast te leggen. In het geval een rechtspersoon die conform de wet de programmaverantwoordelijkheid draagt en deze programmaverantwoordelijkheid overdraagt aan een erkende programmaverantwoordelijke zal alleen de laatst genoemde in het aansluitingenregister worden opgenomen.
4.2 4.2.1
Leverancier proces Aanmelding Leverancier
Nieuwe leveranciers moeten zich melden bij GTS. Indien de leverancier actief is op een netwerkpunt waarvoor genomineerd dient te worden of op de TTF zal bij de aanmelding via een communicatiecheck worden gecontroleerd of de leverancier voldoet aan de voorwaarden. Naast de huidige voorwaarden voor nomineren, waarbij de Easeeg@s voorwaarden van kracht blijven (zie www.easee-gas.org) is het mogelijk dat de leverancier op beperkte schaal gebruik maakt van een nieuwe, gemakkelijk toegankelijke webdienst. Daarnaast zal de leverancier bij de aanmelding een EAN code verstrekken. Dit is conform de huidige meldingsprocedure.
4.2.2
Leverancier switch
In principe wordt het leverancier switchproces niet geraakt door dit nieuwe marktmodel. Voor de gedetailleerde informatie over de eisen die gelden voor de switchberichten wordt verwezen naar de codes. Ter illustratie zijn de eisen die gesteld worden aan de doorlooptijd van dit switchproces12 hieronder vermeld. Regionaal netwerk De nieuwe leverancier draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van de leverancierswitch. In het DPM “Leverancierswitch – Kleinverbruik” ten behoeve van de het nieuwe marktmodel ‘Stroomopwaarts (marktprocessen 2010) staat de leverancier switch voor kleinverbruikers beschreven. Dat DPM wordt als uitgangspunt gehanteerd bij de verdere uitwerking van het nieuwe marktmodel Wholesale gas. Alléén ter illustratie is het onderstaande overgenomen uit dat DPM ten aanzien van de doorlooptijd van dit switchproces.
Een melding “verzoek leverancierswitch” kan in de periode 20 werkdagen tot en met 1 werkdag voor mutatiedatum door de nieuwe leverancier worden ingediend.
Voor kleinverbruikaansluitingen, uitgezonderd aansluitingen die onderdeel uitmaken van een multisitecontract (op basis van artikel 95n en 95ca van de Elektriciteitswet of artikel
12
) Bij het opstellen van dit MPM is gebruik gemaakt van de informatie uit de detail procesmodellen zoals die voor het nieuwe marktmodel ‘Stroomopwaarts’ zijn gedefinieerd.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 23/87
44a en 52c van de Gaswet), is de indientermijn voor de leverancierswitch één werkdag voor mutatiedatum.
De uitkomst van het deelproces “Melden en beoordelen verzoek leverancierswitch” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het register op mutatiedatum, die input is voor deelproces “Verwerken leverancierswitch in aansluitingenregister”.
Een “verzoek leverancierswitch” wordt uiterlijk één werkdag na ontvangst door de netbeheerder beoordeeld, waarbij uiterlijk één werkdag na ontvangst van het “verzoek leverancierswitch” de betrokken marktpartijen over het resultaat van de beoordeling zijn geïnformeerd.
De stamgegevens worden de werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie actief zijn op de aansluiting.
In het DPM “Leverancierswitch – Grootverbruik” ten behoeve van het nieuwe marktmodel ‘Stroomopwaarts (marktprocessen 2010) staat de leverancier switch voor grootverbruikers beschreven. Dit DPM wordt als uitgangspunt gehanteerd bij de verdere uitwerking van het nieuwe marktmodel Wholesale gas. Alléén ter illustratie is het onderstaande overgenomen uit dit DPM ten aanzien van de doorlooptijd van dit switchproces.
Een melding “verzoek leverancierswitch” kan in de periode 20 werkdagen tot en met 5 werkdagen voor mutatiedatum door de nieuwe leverancier worden ingediend.
De uitkomst van het deelproces “Melden en beoordelen verzoek leverancierswitch” is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het register op mutatiedatum, die input is voor deelproces “Verwerken leverancierswitch in aansluitingenregister”.
Een “verzoek leverancierswitch” wordt uiterlijk één werkdag na ontvangst door de netbeheerder beoordeeld, waarbij uiterlijk één werkdag na ontvangst van het “verzoek leverancierswitch” de betrokken marktpartijen over het resultaat van de beoordeling zijn geïnformeerd.
De stamgegevens worden de werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie actief zijn op de aansluiting.
Landelijk netwerk De leverancier draagt zorg dat hij een klantmandaat heeft voor het uitvoeren van een leveranciersmutatie op de aansluiting van de aangeslotene. Voor de afhandeling van dit proces zijn de volgende processtappen en doorlooptijden voorzien.
Een melding “verzoek leverancier-mutatie” kan 20 tot en met 5 werkdagen voor mutatiedatum door de leverancier worden ingediend.
Een “verzoek leverancier-mutatie” wordt uiterlijk binnen 3 werkdagen na ontvangst door GTS beoordeeld. Het resultaat van de beoordeling wordt door GTS gecommuniceerd richting de betrokken marktpartijen.
Een van de onderdelen van de beoordeling door GTS is de controle of de vermelde programmaverantwoordelijke bij GTS de status erkend heeft.
Indien een “verzoek leverancier-mutatie” positief is beoordeeld door GTS, wordt de verzochte wijziging direct geëffectueerd in het aansluitingenregister per de opgegeven mutatiedatum.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 24/87
4.3
Programmaproces
Volgens het wetsvoorstel zullen erkende programmaverantwoordelijken day-ahead (de dag voorafgaand aan de dag waarop het gastransport plaatvindt) entry, exit en handelsprogramma’s indienen die op het virtueel punt (VPPV) aan elkaar gekoppeld dienen te worden. Deze koppeling maakt een vergelijking van de entry-, exit en handelsprogramma’s mogelijk, zodat gecontroleerd kan worden of het totaal van deze programma’s overeenkomt. De wetgever heeft de controlerende taak bij GTS neergelegd. Het proces dat in dit hoofdstuk beschreven wordt om invulling te geven aan deze taak heeft alleen betrekking op erkende programmaverantwoordelijken. Bij het ontwerp van het nieuwe balanceringsregime heeft GTS bij de systematiek van programma’s aangesloten om de uitvoering van het gastransport te verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Deze verbetering bestaat uit een beperkte demping en vertraging van de fysieke entry ten opzichte van de exit. Deze demping wordt verwerkt in het exit-programma als een verschil tussen de opgegeven totale fysieke exit en de netto waarde van de overgangen op het VPPV, zijnde de entry. In het exit-programma wordt tussen GTS en de erkende programmaverantwoordelijke vastgelegd welk verschil er per uur tussen de exit en de entry van de erkende programmaverantwoordelijke verwacht wordt (deltaprofiel). Dit deltaprofiel is is voor ieder uur gelijk aan nul voor een entry- of handelsprogramma en op gasdagbasis volume neutraal. Het doel van de dempingformule is tweeledig: 1.
Het eerste gedeelte van de formule, waarin door de alfa te variëren de resulterende demping en vertraging beïnvloed worden, heeft tot doel de omvang van de Groene Zone te maximaliseren.
2.
Het laatste gedeelte van de formule maakt het mogelijk om door de bèta te variëren, de omvang van de Groene Zone te verkleinen en in ruil daarvoor de entry verder af te vlakken ten opzichte van de exit.
De toegevoegde waarde van het indienen van een day-ahead programma is:
Demping tussen de exit en de entry ter beschikking stellen aan erkende programmaverantwoordelijken;
Verbeteren van het gastransport;
Vastleggen van de onbalansafspraak vooraf zodat een eenduidige near real-time verrekening van onbalans mogelijk wordt.
Randvoorwaarden zijn:
Alle erkende programmaverantwoordelijken en moeten day-ahead programma’s indienen en GTS zal deze beoordelen.
Op het VPPV zal de overgang van programmaverantwoordelijkheid tussen entry, handelsen exitprogrammas tussen erkende programmaverantwoordelijken gecontroleerd worden voor al het gas dat door het landelijke net en het regionale distributienet stroomt.
4.3.1
Soorten programma’s
Om invulling te geven aan hun programmaverantwoordelijkheid hebben erkende programmaverantwoordelijken de mogelijkheid om drie soorten programma’s bij GTS in te dienen: 1.
een entry programma waarin de erkende programmaverantwoordelijke de hoeveelheden gas opgeeft waarover hij per uur op fysieke entry-punten de programmaverantwoordelijkheid krijgt en aan welke erkende programmaverantwoordelijken voor welke hoeveelheid per uur op het VPPV deze programmaverantwoordelijkheid weer overgaat.
2.
een exit programma waarin de erkende programmaverantwoordelijke opgeeft van welke erkende programmaverantwoordelijken voor welke hoeveelheid per uur op het VPPV de
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 25/87
programmaverantwoordelijkheid op hem overgaat en de hoeveelheden gas per uur waarover hij op fysieke exit-punten de programmaverantwoordelijkheid draagt. 3.
een handelsprogramma voor erkende programmaverantwoordelijken zonder fysieke entry of exit. Deze bevat de hoeveelheden gas per uur per erkende programmaverantwoordelijke waarover hij op het VPPV de programmaverantwoordelijkheid krijgt en de hoeveelheden gas per uur per erkende programmaverantwoordelijke aan wie de programmaverantwoordelijkheid overgaat.
4.3.2
Werkwijze portfolio’s
In het nieuwe balanceringsregime zal GTS de onbalans van erkende programmaverantwoordelijken met deze erkende programmaverantwoordelijken communiceren via een Portfolio Onbalans Signaal (POS). Het portfolio omhelst zowel fysieke entries als fysieke exits. Deze worden bij de uitwerking van het nieuwe marktmodel verdeeld over een entry en een exit programma en gekoppeld via het VPPV. erkende programmaverantwoordelijken kunnen ervoor kiezen meerdere portfolio’s bij GTS te laten registreren. Zij dienen dan voor ieder fysiek punt waarvoor zij de programmaverantwoordelijkheid dragen aan te geven in welk portfolio deze zich bevindt. Elk portfolio kan één of twee programma’s bevatten. Voor deze programma’s gelden de normale regels ten aanzien van balans, indienen, goedkeuren, enz. Voor elk portfolio stelt GTS een POS op. Elk portfolio doet apart mee bij afroep biedladder en noodmaatregelen op basis van zijn POS. De Portfolio’s worden administratief van elkaar onderscheiden doordat voor hen verschillende EAN- en EDIGAS codes gebruikt worden.
4.3.3
Inhoud van de programma’s.
Programma’s moeten gegevens leveren voor alle fysieke exits en entries van een erkende programmaverantwoordelijke. Daarnaast dient de erkende programmaverantwoordelijke op te geven voor hoeveel gas de programmaverantwoordelijkheid overgaat van/aan welke erkende programmaverantwoordelijke op het VPPV. De exit in het exit programma bevat informatie over de totale exit flow per uur van een PV, verdeeld over twee waarden: zijn exit ten behoeve van kleingebruikers en zijn exit op de overige netwerkpunten. Overgangen ten behoeve van balansrelaties worden apart opgegeven, eveneens verdeeld over overgangen ten behoeve van kleinverbruikers en overige. Voor de entry in het entry programma kan volstaan worden met het opgeven van de totale entry hoeveelheid per uur gesommeerd over alle netwerkpunten waarvoor hij programmaverantwoordelijkheid heeft. In de programma’s moet ook de demping verwerkt worden. De demping is verplicht voor programma’s waarin kleinverbruik is opgenomen. Alle andere programma’s kunnen er voor kiezen om van de demping af te zien. Indien er gekozen wordt om demping toe te passen dient deze altijd plaats te vinden in het exit programma. Het verschil tussen entry en exit in het exit-programma dat het resultaat is van toepassing van de demping (het deltaprofiel) is geen onbalans! Hoe dit meegenomen wordt bij de uitvoering van balansrelaties zal in het DPM beschreven worden. Uitgangspunt is dat alle programma’s in balans moeten zijn, dat wil zeggen dat voor een programma voor alle uren afzonderlijk geldt
Entries
Pr ogramma
Exits Pr ogramma Deltaprofiel( Demping ) 0 .
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 26/87
Bij het toepassen van de bovenstaande formule dient de tekenconventie van de allocaties gebruikt te worden. Entry kent een negatief teken, exit een positief. De programma’s en het bijbehorende deltaprofiel liggen day-ahead vast en worden niet meer bijgesteld. Onbalans wordt gecumuleerd en het is aan de erkende programmaverantwoordelijke zelf om te bepalen hoe hij hiermee omgaat. In bijlage 1 is een toelichting opgenomen over de achtergrond van demping in het landelijk gastransportsysteem. Uitgangspunt is dat demping wordt toegepast op fysieke netwerkpunten die opgenomen zijn in programma’s: erkende programmaverantwoordelijken krijgen de volledige demping van de som van de netwerkpunten in hun portfolio. Om uitzondering van de demping mogelijk te maken voor bepaalde netwerkpunten is het voorstel om hiervoor aparte portfolio’s vast te leggen. In het huidige contracteringsmodel is het niet mogelijk om een dergelijke uitzondering op netwerkpuntniveau vast te leggen. Voor portfolio’s bestaat al wel de mogelijkheid om hiervoor seperate balanceringsregels te laten gelden, zie de huidige keuzemogelijkheid voor shippers om T=T of T=T+2 portfolio’s te hebben. Balansrelaties hebben tot doel dat een erkende programmaverantwoordelijke het onbalansrisico voor zijn exit programma overdraagt aan een andere erkende programmaverantwoordelijke. Dergelijke handelsrelaties kunnen complex zijn doordat meerdere erkende programmaverantwoordelijken hun entry programma’s koppelen met één exit programma en omdat er extra regels afgesproken kunnen worden, b.v. limieten. Voor de controleerbaarheid en weergave van het portfolio onbalans signaal voor alle erkende programmaverantwoordelijken dienen de erkende programmaverantwoordelijken in hun exit programma een koppeling op het VPPV (TTF balancing) op te nemen met het totaal van hun balancerende leveringen onderverdeeld in leveringen ten behoeve van het kleinverbruik en overig. Voor het exit programma kan de gemaakte balansafspraak dienen als programma, mits de balansrelatie geldt voor alle fysieke exits in dit exit programma. Dit kan ook voor langere tijd bij GTS vastgelegd worden, de benodigde berichten kunnen 400 dagen vooruit al opgestuurd worden naar GTS, waarmee dit exit programma voor deze langere periode als dagelijks ingediend geldt.
4.3.4
Vorm van de programma’s.
Programma’s moeten als aparte berichten ingediend worden. Voor erkende programmaverantwoordelijken zullen de programma’s er als volgt uitzien:
Voor erkende programmaverantwoordelijken die alleen op de TTF actief zijn, is hun programma qua vorm en inhoud gelijk aan hun TTF nominatie. Zij zullen echter toch een separaat programma in moeten dienen. Zij sturen één bericht naar GTS13.
13
) Motivatie voor de keus dat erkende programmaverantwoordelijken die alleen op de TTF actief zijn niet hun TTF-nominatie van 14:00 ook als programma kunnen laten dienen: Stel dat GTS fouten ontdekt in de ingediende programma’s en de erkende programmaverantwoordelijken verzoekt nieuwe programma’s in te dienen en een erkende programmaverantwoordelijke die alleen actief op TTF dient een nieuwe nominatie in, is dit dan ook een nieuw programma dat meegenomen dient te worden in de nieuwe controle ronde of is het een normale TTF-nominatie die in onbalans mag zijn omdat de erkende programmaverantwoordelijke na het indienen van zijn programma verder is gegaan met handelen? Conclusie: Bij het gebruik van TTF-nominaties is het voor zowel de erkende programmaverantwoordelijke als GTS niet eenduidig wat de erkende programmaverantwoordelijke als programma ingediend heeft.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 27/87
Voor erkende programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als erkende programmaverantwoordelijke zijn voor fysieke exits bevat hun programma beide activiteiten in één bericht naar GTS.
Voor erkende programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als erkende programmaverantwoordelijke zijn voor fysieke entries bevat hun programma beide activiteiten in één bericht naar GTS.
Voor erkende programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als voor fysieke entries en fysieke exits erkende programmaverantwoordelijke zijn, bevat of hun entry programma of hun exit programma hun handelsactiviteiten. Zij sturen twee berichten naar GTS.
Voor erkende programmaverantwoordelijken die niet op de TTF actief zijn maar wel voor fysieke entries en fysieke exits programmaverantwoordelijkheid hebben, leggen hun entry en exit programma de koppeling tussen deze fysieke punten. Zij sturen twee berichten naar GTS.
4.3.5
Proces van indienen van programma’s.
De programma- en nominatieprocessen verlopen onafhankelijk en parallel aan elkaar. Nominaties maken geen deel uit van programma’s en programma’s worden niet vergeleken met nominaties. Iedere dag zal GTS de programma’s die door de erkende programmaverantwoordelijken ingediend zijn voor de komende dag toetsen aan interne en externe consistentie regels. Ten behoeve van de interne consistentiecheck dienen alle programma’s in balans te zijn, hetgeen betekent dat entry plus exit plus deltaprofiel gelijk is aan nul. Voor erkende programmaverantwoordelijken die wel een programma of programma’s in moeten dienen maar dit verzuimen, zal GTS nulprogramma’s opstellen en deze naar de desbetreffende PV’s confirmeren. In deze programma’s zullen de entry-, exit- en deltaprofielwaarden voor alle uren van de dag nul zijn. Het toetsingsproces heeft als doel GTS zekerheid te verschaffen dat entry en exit op het VPPV op elkaar zijn afgestemd met inachtneming van afgesproken relaties tussen entry en exit (demping). De ingediende programma’s worden getoetst op interne consistentie (de juiste toepassing van de voorgeschreven relatie tussen entry en exit) en op externe consistentie (of de opgegeven overgangen van programmaverantwoordelijkheid op het VPPV in overeenstemming zijn). GTS zal bij deze controle de defaultregel toepassen waarbij fouten in overgangen op het VPPV ertoe leiden dat deze overgangen op nul gezet worden. Fouten in het ingediende deltaprofiel zullen ertoe leiden dat het deltaprofiel op nul gezet wordt voor alle uren van de gasdag. Als alle programma’s de consistentiechecks goed doorlopen, worden deze programma’s goedgekeurd en is het niet meer mogelijk nieuwe programma’s voor de volgende gasdag in te dienen.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 28/87
Programmaverantwoordelijke 01
PV’s stemmen onderling af hoe hun programma’s op het VPPV op elkaar aansluiten.
02
Indienen programma
GTS
04
07
Verzoek om aanpassing programma
Verzoek om programma
06
Programma’s
05
Toets of alle programma’s binnen zijn
Ja
Compleet?
Ja
Verzoek om Aanpassing programma’s
Andere programma’s?
03
Nee
08
Nee
Toets of andere programma’s geraakt worden
Nee Ja
Toets programma Akkoord?
PV-register
zich elk uur herhalend yy.00 uur
xx.00 uur
Figuur 4.2: Indienen en verwerken programma Als een programma niet door de consistentiechecks komt, wordt het afgewezen. Als deze afwijzing het gevolg is van het niet doorstaan van de externe consistentiecheck dan heeft deze afwijzing ook gevolgen voor de programma’s van de erkende programmaverantwoordelijken die als tegenpartij in het afgewezen programma voorkomen. Hun programma’s zijn, door de foutieve koppeling op het VPPV, ook niet meer sluitend en zullen ook afgewezen worden. Als een dergelijk situatie optreedt, zal GTS aan de erkende programmaverantwoordelijken die een foutieve koppeling van hun programma’s op het VPPV opgegeven hebben een bericht sturen dat zij een nieuw programma in moeten dienen. Daarbij zal GTS aangeven welke koppeling de oorzaak is van de afwijzing. Is de afwijzing een gevolg van de interne consistentiecheck dan ontvangt de indienende PV van GTS daar bericht van, Om 14:00 zal GTS voor het eerst de programma’s voor de volgende dag toetsen. Als er dan foutieve programma’s ingediend zijn zal om 18:00 de tweede toetsing plaatsvinden. Het als laatste ingediende programma van een erkende programmaverantwoordelijke vervangt alle hieraan vooraf ingediende programma’s en alleen het als laatst ingediende programma zal meegenomen worden in de nieuwe controle. Eerdere programma’s worden niet bewaard. Het controle proces wordt ieder uur vanaf 18:00 tot en met 22:00 ieder uur herhaald zolang nog niet alle programma’s goedgekeurd zijn. Na iedere toetsing ontvangt een PV, mits er wijzigingen zijn ten opzichte van het vorige bericht, een programmaconfirmatiebericht met daarin de onbalansafspraak zoals deze nu door GTS voor hem voor de volgende dag is vastgelegd. Voor het exit/entry programma betekent dit: totaal uurlijkse exit, totaal uurlijkse entry en het uurlijkse verschil (delta-profiel). Voor een
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 29/87
handelsprogramma zal GTS eenzelfde bericht versturen waarbij het deltaprofiel dan altijd nul zal zijn. Foutieve programma’s worden afgekeurd. De erkende programmaverantwoordelijken ontvangen een programmaconfirmatie (met aangepaste waarden) waarbij tevens de reden van afkeuring in de confirmatie wordt vermeld. In de reden wordt gespecificeerd met welke erkende programmaverantwoordelijke(n) er een discrepantie is en in welke uren deze discrepantie optreedt. Zolang er foutieve programma’s zijn worden juiste programma’s goedgekeurd met daarbij vermeld in de bijbehorend status informatie dat nog niet alle programma’s juist zijn. Erkende programmaverantwoordelijken wiens programma’s goedgekeurd zijn hoeven geen verdere actie te ondernemen, maar kunnen nog wel nieuwe programma’s indienen. Zij weten echter dat er ergens nog een fout zit en dat het programmacontroleproces voor de volgende dag nog niet gereed is. Goedgekeurde overgangen op het VPPV kunnen niet eenzijdig door één van de twee partijen die deel uitmaakt van de overgang gewijzigd worden. Alleen als beide partijen de overgang aanpassen zodat deze weer goedgekeurd kan worden, wordt de oude overgang gewijzigd. Deze methodiek werkt analoog aan de huidige matching op het TTF en dient ertoe erkende programmaverantwoordelijken wiens programma’s goedgekeurd zijn de zekerheid te verschaffen dat hun rol in het programma-controle proces afgerond is. Als een erkende programmaverantwoordelijke ondanks herhaalde pogingen er niet toe in staat blijkt om day-ahead een kloppend programma in te dienen dan toont hij daarmee zijn onvermogen de programmaverantwoordelijkheid behorende bij zijn rol als erkende programmaverantwoordelijke te dragen. Als blijkt dat een erkende programmaverantwoordelijke vaker in gebreke blijft dan zal dit consequenties hebben voor zijn erkenning als erkende programmaverantwoordelijke. Uitwerking default regel voor foutieve/ontbrekende programma’s Bij iedere toetsing van de programma’s, voor het eerst om 14:00 de dag voorafgaand aan transport, worden de hier beschreven regels toegepast. Als eerste wordt gecontroleerd of van alle erkende programmaverantwoordelijken alle programma’s ontvangen zijn. Voor ontbrekende programma’s worden nul-programma’s gemaakt. In een nul-programma zijn de entry, de exit en de demping ieder uur gelijk aan 0. Daarna worden de overgangen op het VPPV tussen erkende programmaverantwoordelijken voor alle programma’s met elkaar vergeleken. Hierbij wordt gekeken naar de paren van erkende programmaverantwoordelijken en de opgegeven waarden voor de overgangen. Als er geen fouten gevonden worden, ontvangen alle erkende programmaverantwoordelijken die een programma ingediend hebben een bericht dat hun programma’s goedgekeurd zijn en een programmaconfirmatie. Deze programmaconfirmatie bevat de al genoemde totale entry per uur, totale exit per uur en de delta (verschil tussen entry en exit t.g.v. de dempingformule) per uur. De erkende programmaverantwoordelijken die geen programma’s ingediend hebben ontvangen nu ook hiervan bericht en een programmaconfirmatie met daarin het nul-programma. Het kan voorkomen dat programma’s gedeeltelijk goed zijn, bijvoorbeeld wanneer sommige paren van erkende programmaverantwoordelijken of waarden voor een overgang van programmaverantwoordelijkheid niet met elkaar in overeenstemming zijn. Voor het betreffende paar van erkende programmaverantwoordelijken worden de waarden voor de overgang van programmaverantwoordelijkheid dan naar nul gebracht. De resterende waarden voor de overgangen op het VPPV worden bij elkaar opgeteld. Dit totaal wordt het totaal aan overgangen van programmaverantwoordelijkheid op het VPPV alsmede het volume voor de fysieke entry of fysieke exit. In het geval van een handelsprogramma worden de resterende volumina per teken (entry of exit) bij elkaar opgeteld. De laagste waarde van deze twee totaal volumina wordt
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 30/87
overgenomen als totaal volume voor zowel de entry als de exit. Voor alle foutieve programma’s wordt het deltaprofiel naar nul gebracht.
4.3.6
Werkwijze programmaverantwoordelijken within-day
Voor erkende programmaverantwoordelijken gelden within-day de volgende uitgangspunten:
Alle erkende programmaverantwoordelijken kunnen day-ahead en within-day handelen op alle manieren die nu ook mogelijk zijn en GTS daarvan op hoogte stellen via nominaties. De hieronder beschreven werkwijze omschrijft hoe GTS deze additionele handel verwerkt in het POS van de betreffende erkende programmaverantwoordelijken.
Van álle erkende programmaverantwoordelen wordt per portfolio een POS bijgehouden. Dit POS dient als basis voor de verrekening van het volume als er een biedladder of noodmaatregel afgeroepen is.
Day-ahead wordt het VPPV gebruikt als punt om de koppeling te leggen tussen handels-, entry- en exit programma’s. Deze programma’s zijn within-day de basis voor het bepalen van de onbalans die een erkende programmaverantwoordelijke op een bepaald moment heeft. De cumulatie van onbalans wordt als portfolio onbalans signaal gepresenteerd aan de erkende programmaverantwoordelijke. De uuronbalans van een programma wordt gedefinieerd als:
OB prog ( bpi ) Entry real , prog bpi Exit real , prog bpi Entry plan , prog bpi Exit plan , prog bpi De geplande entry en exit komen uit het programma. De gerealiseerde entry en exit worden bepaald door de near real-time allocaties die gebaseerd zijn op metingen, nominaties, aangeleverde allocaties en allocatieregels voor zover dit fysieke punten betreft. Voor de virtuele overgangen van programmaverantwoordelijkheid worden de programma’s in combinatie met TTFnominaties gebruikt. Voor een entry programma wordt de gerealiseerde virtuele exit bepaald door de netto hoeveelheid gas waarvan voor een erkende programmaverantwoordelijke de programmaverantwoordelijkheid op het VPPV aan andere erkende programmaverantwoordelijken overgaat. Voor een exit programma geldt ten aanzien van de virtuele entry hetzelfde als bovenstaand. Voor een handelsprogramma geldt dat het verschil tussen het programma en de laatste TTF-nominatie gebruikt wordt om de onbalans te bepalen.
4.3.7
Effecten op bidirectionele punten.
Als een bidirectioneel punt door een erkende programmaverantwoordelijke als “regelpunt” gebruikt wordt en het sluitstuk van het gehele portfolio vormt dan zal de gasstroom over dat punt gedurende de dag zich wisselend in het exit- of entry programma bevinden. De programmaverantwoordelijke dient eventuele demping juist toe te passen Gedurende de dag vinden er geen wijzigingen plaats ten aanzien van de programma’s. De erkende programmaverantwoordelijke kan het bidirectionele punt vrijelijk gebruiken om de eisen van de programma’s te voldoen.
4.3.8
Indienen programma
erkende programmaverantwoordelijken dienen een programma in. GTS gaat de ingediende programma’s toetsen op interne consistentie (voldoen de programma’s aan de eisen, zoals bijv.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 31/87
demping) en extern (sluiten de programma’s op elkaar aan). Indien dit niet het geval is worden programma’s afgekeurd. Wordt voldaan aan de controles worden programma’s goedgekeurd.
Tabel 4.2: Dienstbeschrijving indienen programma Naam dienst Globale beschrijving van dienst
Programma nominaties Het indienen van een programma door een erkende programmaverantwoordelijke
Type dienst (informatief / transactie)
T
Aanbieder(s) dienst
GTS
Afnemer(s) dienst
erkende programmaverantwoordelijken
Trigger voor gebruik van dienst
erkende programmaverantwoordelijken
Frequentie van gebruik (aantal per
Minimaal eenmaal per dag per erkende programmaverantwoordelijke.
min/uur/dag/maand/jaar)
Vaker als een foutief programma ingediend wordt. Indienen dient voor 14.00 day ahead te gebeuren. Binnenkomende programma’s worden direct gecontroleerd op interne consistentie en per ommegaande afgewezen als ze niet
Tijdsaspecten
voldoen. Eerste controle op externe consistentie vindt plaats om 14:00. Daaropvolgende controles vinden vanaf 18:00 tot en met 22:00 elk uur plaats tenzij alle programma’s eerder goedgekeurd zijn. Type aanduiding programma en portfolio. Entry programma: totale fysieke entry, overgang op VPPV naar wie en voor hoeveel. Exit programma: totale fysieke exit verdeeld over kleinverbruik en overig, overgang op VPPV van wie en voor hoeveel. Eventueel
inhoud van inkomende informatie
additionele informatie voor totaal aan balansrelaties verdeeld over kleinverbruik en overig. Handelsprogramma: totale ontvangen programmaverantwoordelijkheid, van wie en hoeveel, totale overgedragen programmaverantwoordelijkheid, naar wie en hoeveel.
volume van inkomende informatie per verzoek
Entry/exit programma: 24 uurwaarden per tegenpartij plus 24 uurwaarden voor entry danwel exitdeel Handelsprogramma: 24 uurwaarden per tegenpartij. Correct / niet correct.
inhoud van uitgaande informatie
Totale entry, totale exit, deltaprofiel plus ingediende programma met daarin informatie betreffende overgangen op het VPPV
Omvang van uitgaande informatie per
Ingediend programma met statusinformatie met additioneel 3 keer 24
verzoek
uurwaarden voor de totale entry, exit en delta. Alleen erkende programmaverantwoordelijken mogen programma’s
Randvoorwaarden voor gebruik
insturen. Er kan gewerkt worden met meerdere portfolio’s Indien niet correct kan een nieuw programma ook na 14:00 uur Een nieuw programma vervangt een bestaand programma
Specifieke eisen aan dienst
Controle op interne consistentie direct bij ontvangst. Controle op externe consistentie op gezette tijden.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 32/87
Naam dienst
Programma nominaties Als GTS het programma heeft goedgekeurd of om 22:00 een
Contractuele & wettelijke aspecten
programma voor een PV heeft vastgesteld op basis van de defaultregel, is dit de basis voor onbalans bepaling van een erkende programmaverantwoordelijke
4.4
Biedladderproces
In het balanceringregime is gekozen voor het model om het GTS systeem te balanceren via een biedladder systematiek. Dit betekent dat marktpartijen middelen aan GTS aanbieden waarmee GTS in staat wordt gesteld om het systeem te balanceren ingeval het systeem in onbalans is. Aanbieders op de biedladder dienen vooraf met GTS een raamcontract af te sluiten. De details rondom de voorwaarden tot het aangaan van een dergelijk raamcontract zullen verder uitgewerkt worden in het detail procesmodel. Bij de inzet van deze biedladder worden de veroorzakers en helpers verrekend conform de prijzen (prijs van de laatst afgeroepen trede) van deze biedladder. GTS balanceert met de biedladder het systeem en GTS gebruikt deze actief (ofwel roept hiervan af) indien het systeem buiten vooraf gestelde onbalansgrenzen ligt. Binnen de gestelde grenzen balanceert in feite de markt het systeem en neemt GTS geen balancerende acties. Marktpartijen dragen de middelen voor de biedladder aan waarbij GTS de tegenpartij is. Een afroep zal leiden tot een fysieke flow op de vooraf aangegeven locatie. Bij afroep van de biedladder vindt er onbalansverrekening plaats gebaseerd op de prijs van de laatst benodigde trede. De prijs van deze trede is de prijs die geldt in de onbalansverrekening (marginale prijs, ofwel alle afgeroepen partijen verkrijgen deze prijs). Dan vinden er 2 mechanismen plaats:
het van de biedladder afgeroepen volume wordt verdeeld over de partijen die negatief bijdroegen aan de onbalans
de partijen die positief bijdroegen aan de onbalans worden beloond (het volume van deze partijen wordt vergoed tegen de marginale prijs) en het hierbij horend volume wordt verdeeld over de veroorzakers (tegen de marginale prijs)
Het op deze wijze verdelen van volumina over de erkende programmaverantwoordelijken, vindt plaats in een near real-time proces. Het proces dat in dit hoofdstuk beschreven wordt om invulling te geven aan de biedladder systematiek heeft alleen betrekking op erkende programmaverantwoordelijken.
4.4.1
Mechanisme
In de huidige wijze van balanceren heeft GTS de middelen waarmee dit gebeurd volledig onder controle. Het nieuwe marktregime gaat uit van het balanceren via de markt. Voor GTS is dit een majeure stap in het balanceren van haar systeem die, naar de mening van GTS, niet zonder risico’s is. Om deze stap zo goed mogelijk te kunnen laten verlopen en hierbij de risico’s te minimaliseren tav. netintegriteit en robuust transport, ging GTS in eerste instantie uit van een biedladder met fysieke middelen met afroeptijd van 30 minuten die tevoren door GTS getoetst zijn. Om aan de wens van de markt tegemoet te komen om ook langzamere middelen op de biedladder te kunnen zetten is de Groene Zone in tweeën Zones verdeeld: de Donker Groene Zone rondom de nulbalans van het systeem en de Licht Groene Zone tussen de Donker Groene en Oranje zone. Als de
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 33/87
systeembalans zich in de Licht Groene Zone bevindt dan doen alle middelen mee op de biedladder. Bevindt de systeembalans zich in de Oranje Zone, dan doen alleen de middelen met een leadtijd van 30 minuten mee. Middelen die op de biedladder aangeboden worden kennen drie verschillende leadtijden: 30, 90 en 150 minuten. Tijdens het kwalificatie proces wordt vastgelegd met welke leadtijd het middel ingezet kan worden. Een middel met een korte leadtijd mag ook met een grotere leadtijd op de biedladder aangeboden worden. (Voorbeeld: een middel met een leadtijd van 30 minuten en een uurlijkse capaciteit van 100 biedt 30 eenheden aan met een leadtijd van 30 minuten, 30 eenheden met een leadtijd van 90 minuten en 40 eenheden met een leadtijd van 150 minuten.) Als het systeem van het balanceren op deze wijze zich heeft bewezen, zal GTS streven naar het uitbreiden van de biedladder met aanbod van middelen op TTF. Het voordeel hiervan is dat er meer mogelijkheden ontstaan om het gasnet in balans te houden.
4.4.2
De bieding
Ten aanzien van een bieding voor een biedladder dient de volgende informatie bekend te zijn:
aanbieder
middel/locatie (op welke plek dit gas gaat stromen)
leadtijd waarmee het middel afgeroepen kan worden
periode (voor welke periode dit wordt aangeboden)
aantal blokken (uitgegaan wordt van een standaard blokgrootte zoals door GTS is gedefinieerd)
richting (koop/verkoop)
prijs voor de aangegeven blokken
Voor het indienen van biedingen zal het BIDDOC EDIG@S bericht gebruikt gaan worden. In het Detail Proces Model Information Exchange en de Message Implementation Guidelines van EDIG@S worden opgenomen hoe de inhoud van deze confirmatie eruitziet en hoe de locatie en prijs informatie hierin opgenomen zijn. Per aanbieder en per middel kunnen meerdere hoeveelheden/aantal blokken en bijbehorende prijzen worden opgegeven. De middelen zijn van tevoren getoetst in hoeverre deze voldoen aan de door GTS gestelde criteria (beschikbaarheid firm, blokgrootte, locatie, responstijd). GTS stelt geen grenzen aan de prijzen. De prijzen van aangeboden middelen mogen door marktpartijen tot 4 uur van te voren worden gewijzigd. Tot 8 uur voorafgaand aan het uur waarvoor biedingen worden aangeboden is het mogelijk biedingen in te dienen en deze weer te verwijderen. Als blijkt dat naar de mening van GTS op dat moment nog onvoldoende is aangeboden, kan GTS besluiten het tijdvenster om nog biedingen te kunnen doen, langer open te stellen.
4.4.3
Uitbrengen bieding
Erkende programmaverantwoordelijken die actief mee willen doen aan de biedladder dienen daarvoor middelen aan GTS ter beschikking te stellen.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 34/87
Tabel 4.3: Dienstbeschrijving Uitbrengen bieding Naam dienst
Uitbrengen bieding erkende programmaverantwoordelijken die actief mee willen doen aan
Globale beschrijving van dienst
de biedladder dienen daarvoor middelen aan GTS ter beschikking te stellen. Een bieding van een middel die voldoet aan de criteria, wordt geregistreerd in de biedladder.
Type dienst (informatief / transactie)
T
Aanbieder(s) dienst
Erkende programmaverantwoordelijken
Afnemer(s) dienst
GTS
Trigger voor gebruik van dienst
erkende programmaverantwoordelijken
Frequentie van gebruik (aantal per min/uur/dag/maand/jaar) inhoud van inkomende informatie volume van inkomende informatie per verzoek inhoud van uitgaande informatie omvang van uitgaande informatie per verzoek Globale beschrijving dienstafhandeling
Dagelijks, mogelijk meerdere malen per uur. PV, middel, leadtijd, periode, blokken/hoeveelheden, prijzen per blok Redelijk (kunnen verschillende prijs tranches zijn). Bevestiging met daarin de afgeroepen middelen Redelijk Ingediende biedingen zullen effect hebben op de inhoud van de biedladder. Aangeboden volume van een erkende programmaverantwoordelijke
Contractuele & wettelijke aspecten
van een geaccepteerd middel, dient ter beschikking te staan, zodra deze mogelijk afgeroepen wordt door GTS.
4.4.4
Publicatie van de biedingen
De publicatie van de biedingen is openbaar en zal worden gepubliceerd via een website. Frequentie van update; zo snel als technisch mogelijk (ordegrootte vernieuwing per 10 minuten als er nieuwe biedingen zijn geweest, een en ander afhankelijk van techniek). Informatie die gepubliceerd dient te worden is als volgt:
Periode,
Aangeboden hoeveelheid (aantal blokken) per prijs,
Richting (koop/verkoop)
Publicatie vindt plaats vanaf 12.00 uur ‘s middags day ahead en dan gedurende gasdag D, op deze wijze hebben partijen voldoende tijd om te kijken wat er is aangeboden en hun prijzen en volumina hierop aan te passen. In het kader van meerdere (niet business working days) zal mogelijk voor meerdere dagen vooruit reeds gepubliceerd worden. Actieve partijen krijgen inzage in het gedane aanbod. Eventueel kunnen downloads van meerdere dagen achteraf ter beschikking worden gesteld.
Tabel 4.4: Dienstbeschrijving Publicatie biedladder Naam dienst
Publicatie biedladder De aangeboden volumina, periode en bijbehorende prijzen dienen zichtbaar
Globale beschrijving van dienst
te zijn voor alle erkende programmaverantwoordelijken, zodat zijn hun bieding hierop kunnen aanpassen. Informatie hierop is openbaar, erkende
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 35/87
Naam dienst
Publicatie biedladder programmaverantwoordelijken kunnen deze informatie via abonnementenservice opvragen
Type dienst (informatief / transactie)
I
Aanbieder(s) dienst
GTS
Afnemer(s) dienst
Erkende programmaverantwoordelijke, openbaar
Trigger voor gebruik van dienst
Opvraagbaar door erkende programmaverantwoordelijke via het GTS Portal
Frequentie van gebruik (aantal per min/uur/dag/maand/jaar)
Meerdere malen per uur Biedingen dienen direct verwerkt te worden in de biedladder, zodat deze
Tijdsaspecten
informatie ook direct opvraagbaar is door erkende programmaverantwoordelijken
inhoud van uitgaande informatie omvang van uitgaande informatie per verzoek
4.4.5
Periode, aangeboden volumina en bijbehorende prijzen Redelijk, afhankelijk van de hoeveelheid verschillend prijzen
De afroep van de biedladder
In het Detail Proces Model Biedladder staat de afroepstrategie beschreven waarmee GTS het moment en de omvang van inzet van de biedladder bepaalt. Uitgangspunt is dat de afroep meegenomen wordt in de bepaling van het POS van de aanbieder, zodat bij hem de taak ligt de fysieke actie te nemen (ofwel de afgeroepen hoeveelheid via de daartoe horende middelen) zijn portfolio weer in balans te brengen. Door het nemen van fysieke acties (extra gas invoeden dan wel gas aan het systeem onttrekken) zal door deze acties het systeem weer in de Groene Zone gebracht worden. GTS bepaalt de hoeveelheid conform de afroepstrategie en bepaalt zodoende de aanbieders die afgeroepen dienen te worden (op volgorde van de prijs). GTS stuurt vervolgens een biedladder activatiebericht op een daartoe bepaalde overdrachtspunt (‘Afroep Biedladder punt’) met de hoeveelheden verdeeld over de af te roepen partijen. Voorbeeld: GTS koopt de hoeveelheid 200 als volgt: 50 van partij A, 80 van partij B en weer 70 van partij A. GTS stuurt vervolgens de volgende biedladder activatie (op het daartoe bepaalde overdrachtspunt ): GTS tegen partij A -120, GTS tegen partij B -80 waarin de hoeveelheden zijn genoemd bij het uur waarop het gas dient te stromen (ofwel de van te voren bepaalde leadtijd van het middel wordt hierin meegenomen). Middels deze confirmatie is het volume overgedragen van de afgeroepenen aan GTS mbt. het afgesproken uur. Uiteraard geldt de spiegeling indien GTS gas verkoopt aan partijen bij een long situatie in het net. Door gas te verdelen over de portfolio’s, zal dit ook effect worden verwerkt in de POS van betrokken erkende programmaverantwoordelijken. Voor het indienen van biedingen zal het BIDACT EDIG@S bericht gebruikt gaan worden. In het Detail Proces Model Information Exchange en de Message Implementation Guidelines van EDIG@S worden opgenomen hoe de inhoud van deze confirmatie eruitziet en hoe de locatie en prijs informatie hierin opgenomen worden bij afroep van de verschillende treden. Partij A en partij B krijgen de respectievelijke counterconfirmaties waarmee de betreffende partijen A en B aan GTS levert op het afgesproken uur. Hiermee zijn de betreffende portfolio's aangepast van de erkende programmaverantwoordelijken (en is ook de portfolio onbalans positie bijgewerkt)
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 36/87
Op basis van de afroepberichten weten partijen A en B welke hoeveelheden op welke plek ze fysiek moeten regelen. Hiervoor gelden de normale processen voor aanbieders om dit te regelen via het nominatieproces e.d. De afgeroepen hoeveelheden worden zichtbaar gemaakt op de website:
periode,
afgeroepen hoeveelheid,
prijs
Eventueel kunnen downloads worden aangeboden van deze informatie.
Tabel 4.5: Dienstbeschrijving Afroep biedladder Naam dienst
Afroep biedladder Deze dienst maakt zichtbaar aan afgeroepen erkende programmaverantwoordelijken welke hoeveelheid men dient te leveren dan wel dient in te nemen. Daarnaast vinden volumina
Globale beschrijving van dienst
herschikkingen plaats (assistentiegasverdeling van alle erkende programmaverantwoordelijken en het gas van de biedladder wordt verdeeld over de erkende programmaverantwoordelijken met een onbalans positie die aan de ‘verkeerde kant’ zaten) met financiële consequenties.
Type dienst (informatief / transactie)
T
Aanbieder(s) dienst
GTS
Afnemer(s) dienst
erkende programmaverantwoordelijken
Trigger voor gebruik van dienst Frequentie van gebruik (aantal per min/uur/dag/maand/jaar)
Als het SBS in het lopende uur in de Licht Groene of Oranje of Rode Zone komt. Mogelijk uurlijks. De volumina herschikkingen dienen voor het volgende uur
Tijdsaspecten
uitgevoerd te worden (assistentiegasverdeling) en op het moment van stromen uitgevoerd te worden (afroep biedladder naar andere erkende programmaverantwoordelijken)
Inhoud van uitgaande informatie Omvang van uitgaande informatie per verzoek
erkende programmaverantwoordelijke, volumina (entry/exit) Afgeroepen hoeveelheid, welke periode Beperkt. Na afroep van de biedladder worden de portfolio’s van erkende programmaverantwoordelijken herschikt, doordat erkende programmaverantwoordelijken op deze wijze gas verkrijgen tegen
Contractuele & wettelijke aspecten
een zekere prijs (laatste trede van de afgeroepen trede op de biedladder is dan de geldende prijs) en gas verkopen tegen deze prijs. Dit heeft financiële gevolgen voor erkende programmaverantwoordelijken en een nieuwe positie van hun onbalans.
4.4.6
Volumeverdeling
In het balanceringsregime wordt de van de biedladder afgeroepen hoeveelheid pro rata verdeeld naar de cumulatieve positie van de partijen die aan de 'verkeerde kant' zaten. Deze
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 37/87
volumeverdeling vind plaats op het daartoe bepaalde ‘Volume Verdeel Punt’. Via het confirmatieproces wordt dit uitgevoerd, zodat de portfolio’s real time worden bijgewerkt op het afgesproken moment. Voorbeeld: stel GTS verdeelt de zojuist afgeroepen 200 naar de erkende programmaverantwoordelijken A en C resp 80 en 120 GTS stuurt de volgende confirmatie: GTS tegen partij A 80 en GTS tegen partij C 120. Hierna is GTS weer volumeneutraal en het biedladder volume is verdeeld naar de verschillende partijen. De verdeling van gas dat afgeroepen is van de biedladder vindt plaats in hetzelfde uur als het gas stroomt en heeft dan effect op de POS van het betreffende uur. Assistentiegas (ook wel incentive verdeling genoemd): Partijen aan de goede kant worden beloond voor hun positie. Deze hoeveelheden worden verdeeld over de partijen aan de 'verkeerde kant'. De cumulatieve positie van partijen aan het begin van het uur waarin de biedladder afgeroepen wordt is bepalend. Het ‘beloningssysteem’ van GTS behelst het beïnvloeden van posities door de posities van partijen die ‘aan de goede kant zaten’ te belonen. De cumulatieve posities (POSsen) van partijen die ‘aan de goede kant zaten’ wordt hierbij teruggebracht naar nul. Dit wordt gedaan door de volumina van deze partijen toe te wijzen aan de partijen die aan de ‘verkeerde kant’ zaten. Bij het kopen door GTS van gas van de biedladder (systeem short) worden partijen beloond die long waren (immers men hielp met deze positie mee het systeem in balans te houden. Bij het long zijn van het systeem (GTS gaat gas verkopen) worden de partijen die short zijn beloond met hun positie tegen de prijs van de biedladder. Dit zijn lagere prijzen, deze partijen krijgen dus gas in hun positie met een lage prijs. De partijen aan de verkeerde kant (long) ‘verliezen’ een deel van hun positie en krijgen daar deze lage biedladder prijs voor. Voor deze assistentiegasverdeling wordt hetzelfde confirmatie mechanisme gehanteerd als voor de volumeverdeling. Deze verdeling vindt plaats in het uur dat de afroep van biedladdergas gedaan wordt, teneinde de verdeling van het assistentiegas tijdig in de POSsen te verwerken. Zodoende, mocht de biedladder in het daaropvolgende uur weer afgeroepen worden, kan het aandeel van erkende programmaverantwoordelijken in het assistentiegas opnieuw eenduidig bepaald worden. Om deze assistentiegasverdeling zichtbaar te maken wordt hiervoor het punt ‘Assistentiegas Verdeel Punt’ gecreëerd waarop de betreffende confirmaties door GTS worden verstuurd. Voorbeeld van verdeling van cumulatieve positie van 60 van partij D (op tijdstip t), die verdeeld worden over partij E en partij F (gegeven hun cumulatieve positie op tijdstip t). GTS stuurt de volgende confirmatie (en de respectievelijke counterconfirmaties) GTS tegen partij D -60, partij E 30, partij F 30, waarbij de hoeveelheden zijn gezet op de periode waarin het gas stroomt. Na het uitsturen van deze confirmaties zijn de portfolioposities van de erkende programmaverantwoordelijken aangepast (en het effect hiervan is in de POS verwerkt).
4.4.7
De verdeelpunten
In de procesbeschrijving zijn verschillende overdrachtspunten opgenomen om het proces van afroepen van een biedladder en de vervolgstappen van het verdelen van volumina te kunnen uitvoeren. De volgende overwegingen hebben hierbij een rol gespeeld.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 38/87
1. Afroep Biedladder Punt Uitgangspunt is dat specifiek wordt geregistreerd wat de afgeroepen hoeveelheid is van de biedladder, dit wordt beschouwd als volumeoverdracht naar GTS (bij koop) en van GTS (bij verkoop). Hierbij dient derhalve een onderscheidend criterium te worden opgenomen tov. van andere volumina verdelingen. Dit kan op verschillende manier door bijvoorbeeld gebruik te maken van specifiek hiervoor te hanteren codes. In dit voorstel is dit onderscheid gemaakt door hier een separaat punt te creëren, waarop zichtbaar gemaakt wordt welke hoeveelheden GTS afroept van de biedladder en zichtbaar maakt voor de verschillende aanbieders welke hoeveelheden met dient te leveren (of innemen) 2. Volume Verdeel Punt Er dient een onderscheid te zijn tussen het volume wat afgeroepen is van de biedladder en het volume dat als gevolg hiervan is verdeeld over de ‘veroorzakers’. De conventie in het nominatieproces is dat een nominatie een netto positie inhoudt en dus indien meerdere hoeveelheden heen en weer gaan tussen dezelfde partijen deze bij elkaar opgeteld worden. Indien dan de afgeroepene en degene die het volume krijgt dezelfde is, dan gaat het netto resultaat naar 0. Dit zou dan betekenen dat de hoeveelheid in de confirmatie niet hetzelfde is als de afgeroepen benodigde hoeveelheid van de biedladder en derhalve onwenselijk. Het onderscheidend criterium is hierbij aangebracht door hiervoor een separaat punt te benoemen afwijkend van het ‘Biedladder Afroep Punt’. Voor partijen is op deze manier helder welke volumina men krijgt (of levert) als gevolg van de biedladder volumeverdeling. 3. Assistentiegas Verdeel Punt. Ook hier geldt dat er een onderscheidend criterium ten aanzien van deze verdeling is aangebracht door een nieuw netwerkpunt te creëren. Dit maakt het verdeel proces helder met betrekking tot de verdeling van assistentiegas. De punten ‘Volume Verdeel Punt’ en ‘Assistentiegas Verdeel Punt’ kunnen in principe hetzelfde punt zijn, immers uiteindelijk is het netto resultaat van beide acties belangrijk voor de positie, verder geldt dat de prijs voor elk volume hetzelfde is (of dit nu er bij komt of er af gaat). Uiteindelijk wordt de netto positie dan zichtbaar gemaakt. Voor de volledigheid van de administratie van de verschillende mechanismen is ervoor gekozen verschillende netwerkpunten te hanteren.
4.4.8
Verrekening en facturering biedladder
GTS registreert voor iedere biedladder afroep een transactie. Onder deze transactie vallen onder andere: -
Het biedladdergas dat geconfirmeerd is aan de aanbieders op de biedladder;
-
Het biedladdergas dat geconfirmeerd aan PV-ers die de systeem onbalans hebben veroorzaakt (veroorzakers);
-
Het assistentiegas dat is geconfirmeerd aan de PV-ers die op het moment van de afroep van de biedladder een tegengestelde positie hadden ten opzichte van het systeem (helpers);
-
Het assistentiegas dat is geconfirmeerd aan de PV-ers die de systeem onbalans hebben veroorzaakt (veroorzakers).
Een prikkelcomponent geeft de LNB de mogelijkheid de prijzen op de biedladder met een bepaald bedrag te verhogen of te verlagen, met als doel om een impuls te geven om short of longposities
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 39/87
van het systeem af te laten nemen. Regels die leiden tot een aanpassing van de prikkelcomponent zullen door de LNB dienen te worden gepubliceerd. De prikkelcomponent heeft bij elektriciteit haar waarde bewezen. Het is de intentie van de LNB om bij aanvang van het systeem te beginnen met een prikkelcomponent van 0 euro, dus geen verhoging of verlaging van de aangeboden prijs. Na afloop van een biedladder afroep wordt de biedladderrekening van de betrokken erkende PV-ers bijgewerkt met de transactie behorend bij de afroep. De biedladderrekening is online opvraagbaar voor erkende PV-ers. Aan het eind van iedere (gas-)maand, worden de biedladder afroepen van de afgelopen maand bevroren en wordt een nieuw biedladder overzicht gecreëerd voor de komende maand. Op de 2e werkdag na afloop van de (gas-)maand worden alle rekeningoverzichten gefactureerd.
4.4.9
Noodmaatregelen
Vanuit GTS wordt gedacht aan het volgende proces ten aanzien van noodmaatregelen. De gedetailleerde invulling van de noodmaatregelen is nog onderwerp van studie: De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
De besluitvorming vindt plaats op basis van effectiviteit en de consequenties van de te
Door GTS wordt bepaald wat de beste oplossing is om de netintegriteit in stand te houden.
Noodsituaties worden door GTS kenbaar gemaakt aan de markt.
Bij tekort aan gas in het net wordt eerst gekeken naar mogelijkheden de entry flow te
nemen maatregelen voor de markt (zo veel mogelijk schadebeperkend).
verhogen. Hieronder wordt ook beschouwd het stoppen van het vullen van bergingen. Indien er meerdere mogelijkheden zijn wordt voor zover tijd beschikbaar is naar rato de gasvraag verhoogd. Indien geen tijd beschikbaar is wordt in volgorde van de grootste impact gehandeld. Voorzover het verhogen van de entrystromen niet mogelijk is worden exitstromen verlaagd in een volgorde waarbij de openbare gasvoorziening (OV, zowel binnen- als buitenland) wordt beschermd om maatschappelijke ontwrichting zo veel mogelijk te beperken. Voor zover gevolgconsequenties bekend zijn op basis van impact en indien geen tijd beschikbaar is wordt in volgorde van de grootste effect gehandeld.
Bij overschot aan gas in het net wordt gekeken naar de mogelijkheden de entry flow te verlagen. Hieronder wordt ook beschouwd het starten van het vullen van bergingen. Indien er meerdere mogelijkheden zijn wordt voor zover tijd beschikbaar is naar rato het gasaanbod verlaagd. Indien geen tijd beschikbaar is wordt in volgorde van het grootste effect gehandeld.
Operationele afhandeling: Indien GTS aanwijzingen geeft zoals boven beschreven:
Indien GTS instructies geeft om de entry flow te verhogen zijn partijen verplicht hieraan mee te werken en aan te geven welke mogelijkheden men heeft.
Als een partij een instructie krijgt voor een betrokken volume dan zal dit volume naar die partij bevestigd worden middels een Noodmaatregel activatie bericht. Dit is net als bij de biedladder activatie een BIDACT bericht omdat hierin locatie prijs en hoeveelheid verwerkt kunnen worden.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 40/87
De betreffende erkende programmaverantwoordelijken dienen conform de instructie de afgesproken flow aan te passen. Capaciteitsoverschrijdingen die het gevolg zijn van het uitvoeren van noodmaatregelen worden niet beboet.
Als de op deze wijze verkregen flow onvoldoende is voor het handhaven van de netintegriteit wordt aangevangen met het terugbrengen van exit flows op een vergelijkbare wijze zoals boven beschreven.
Als het Systeem Balans Signaal in de Rode Zone terecht komt de biedladder voor dat uur ook al afgeroepen zal zijn en het Assistentiegas al verdeeld is. Er vindt bij noodmaatregel afroepen dus niet een tweede ronde assistentiegas verdeling plaats.
Het ingezette noodmaatregel gas wordt analoog aan het afgeroepen biedladdergas verdeeld over de veroorzakers op het Noodmaatregel Verdeel Punt.
Het uitsturen van confirmaties die hierbij horen, worden op identieke wijze als een normale biedladder afroep uitgevoerd.
Een instructie in het geval van noodmaatregelen, betekent dan ook dat de POS'en (Portfolio Onbalans Signaal) bijgewerkt worden en de financiële consequenties verwerkt worden in biedladder rekening.
4.5
Balanceringsproces
Op basis van de near real-time allocaties worden de programma’s, die day-ahead zijn ingestuurd, getoetst tegen de realiteit, de onbalans is gedefinieerd als de mate waarin de daadwerkelijke momentane realisaties afwijken van het programma. Aangezien een portfolio een of meerdere programma’s kan omvatten, worden per portfolio de individuele programma onbalansen geaggregeerd tot het portfolio onbalans signaal (POS). Programma onbalans De basis voor de onbalans bepaling in een programma is het verschil aan het einde van de balans periode (bp) tussen programma en realisatie. In formule vorm ziet de programma basisonbalans er als volgt uit:
OB prog ( bpi ) Entry real , prog bpi Exit real , prog bpi Entry plan , prog bpi Exit plan , prog bpi Voor de onbalansperiode is gekozen voor een periode van 1 uur. De realisaties in bovenstaande formule zijn gebaseerd op de gegevens waaruit het near real-time programmaonbalans signaal is opgebouwd. Portfolio onbalans De individuele onbalansen per programma worden vervolgens per portfolio voor de balansperiode geaggregeerd tot een portfolio basisonbalans. In formulevorm:
OB portfolio bpi
n
OB bp
prog 1
prog
i
Cumulatie van de portfolio basisonbalans is als bepalende grootheid gekozen voor de portfolio onbalans. In formulevorm:
POS bpi OB portfolio (bpi ) POS (bpi 1 )
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 41/87
Achtergrond van het gebruik van de cumulatieve positie is dat niet zozeer onbalans in een periode maar de cumulatie van onbalans over een groter aantal periodes er voor zorgt dat GTS moet ingrijpen om de systeembalans te herstellen. Tevens wordt hiermee bereikt dat een partij met een incidentele onbalans naar evenredigheid wordt geraakt in vergelijking tot partijen die gedurende langere periode aan de onbalans hebben bijgedragen. Herstellen programma onbalans De erkende programmaverantwoordelijke kent door middel van het POS de onbalans in zijn portfolio. Naar eigen inzicht en afhankelijk van zijn mogelijkheden kan de programma verantwoordelijke besluiten zijn onbalans aan te passen door zijn entry meer met zijn exit in overeenstemming te brengen. Hernomineren van entries en/of exits en/of zijn handelstransacties is daarbij de aangewezen weg, evenals het aanpassen van fysieke entry of exit. De realisatie van de wijzigingen worden in het programma onbalans signaal kenbaar. De erkende programmaverantwoordelijke wordt daarbij uitdrukkelijk uitgenodigd naar keuze zijn portfolio of het systeem in balans te houden. Wanneer GTS voor het herstel van de balans gas koopt of verkoopt middels het afroepen van de biedladder komt dit in programma’s met onbalans tot uiting doordat een deel van deze inkoop of verkoop in rekening wordt gebracht in het betrokken programma. Er is dan sprake van gedwongen in- of verkoop. De wijze waarop deze in- of verkoop in rekening wordt gebracht is onder biedladder beschreven.
4.5.1
Publicatie Portfolio Onbalans Signaal (POS)
De informatiebehoefte van de erkende programmaverantwoordelijke is tweeledig:
Informatie ten behoeve van het daadwerkelijk sturen van het portfolio
Informatie over de positie van de erkende programmaverantwoordelijke die gebruikt wordt voor het verrekenen van onbalansmaatregelen (incentive gas, biedladder gas)
De publicatie van het Portfolio Onbalans Signaal dat bedoeld is om de erkende programmaverantwoordelijke te voorzien van de informatie die door GTS gebruikt wordt voor het verrekenen van de onbalansmaatregelen, wordt door middel van berichtenverkeer tussen GTS en erkende programmaverantwoordelijke overgedragen. Het comptabele POS kan pas berekend worden als alle near real-time gegevens beschikbaar zijn. Het RNB stuursignaal zal in principe rond 15 minuten na het uur beschikbaar zijn zodat het POS voor het laatste volle uur voor de erkende programmaverantwoordelijken die programmaverantwoordelijkheid binnen het RNB dragen ook pas berekend kan worden tussen 15 en 20 minuten na dit volle uur. Voor erkende programmaverantwoordelijken die geen programmaverantwoordelijkheid in het RNB hebben zal de POS direct na het volle klokuur beschikbaar komen14. Daarnaast zal er elke 5 minuten een schatting van de POS worden berekend op basis van de near real-time (5 minuten) allocaties van de individuele netwerkpunten. Deze schatting van de POS heeft geen comptabele waarde en wordt niet gebruikt in de balancering van het GTS systeem of andere formele processen.
14
) In uitzonderlijke gevallen, als gevolg van storingen in de metingen en of de near real-time verwerking is het mogelijk dat een POS later beschikbaar gesteld wordt of gecorrigeerd. Een POS kan echter nooit later dan één uur na het volle klokuur beschikbaar komen of worden gecorrigeerd.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 42/87
Deze bovengenoemde informatie kan door de erkende programmaverantwoordelijke vanzelfsprekend ook worden gebruikt voor het daadwerkelijk sturen van het eigen portfolio. De erkende programmaverantwoordelijke kan hiervoor ook gebruik maken van het huidige near real-time informatiesysteem. Voor alle netwerkpunten vindt hier op 5 minuten basis een actualisering van de meetdata plaats. De erkende programmaverantwoordelijke kan de benodigde data zelf via de gebruikelijke route downloaden en naar eigen inzichten verwerken tot voor hem relevante informatie.
Tabel 4.6: Dienstbeschrijving Publicatie Portfolio Onbalans Signaal Naam dienst
Publicatie Portfolio Onbalans Signaal Voor alle gehele uren wordt aan elke erkende actieve erkende
Globale beschrijving van dienst
programmaverantwoordelijken de cumulatieve onbalans positie (afwijking realisaties ten opzichte van de programma’s in een portfolio) gestuurd.
Type dienst (informatief / transactie)
I
Aanbieder(s) dienst
GTS
Afnemer(s) dienst
Erkende programmaverantwoordelijke
Trigger voor gebruik van dienst
Tijdstrigger
Frequentie van gebruik (aantal per min/uur/dag/maand/jaar)
1 keer per uur beschikbaar gesteld door GTS Door de verwerkingstijd van het CSS komen voor erkende
Tijdsaspecten
programmaverantwoordelijken die actief zijn in het RNB netwerk de gegevens pas 15 minuten na het gehele uur beschikbaar.
inhoud van uitgaande informatie Specifieke eisen aan dienst Contractuele & wettelijke aspecten
4.5.2
Voor elke actieve erkende programmaverantwoordelijke per portfolio de POS in energiehoeveelheden (MJ, kWh of m3 (35,17)) Informatie vormt de basis voor facturering biedladder dus dient niet weerlegbaar te zijn. Vanuit de wet dient de erkende programmaverantwoordelijke voldoende stuurinformatie ter beschikking te worden gesteld.
Publicatie Systeem Balans Signaal (SBS)
Het Systeem Balans Signaal is een aggregatie van de Portfolio Onbalans Signalen van alle in het GTS netwerk actieve erkende programmaverantwoordelijken. Het SBS kan pas berekend worden als alle POS-waarden beschikbaar zijn. Aangezien de comptabele POS-waarden tussen 15 en 20 minuten na het uur beschikbaar zijn, komt het comptabele SBS ook tussen 15 en 20 minuten na het uur beschikbaar. Evenals voor het POS zal er ook voor het SBS éénmaal per 5 minuten een geprognosticeerde waarde worden berekend. Samen met het SBS zal GTS ook de grenswaarden voor de verschillende zones publiceren. De modelmatig bepaalde totale netbuffer die geldt bij een bepaalde netbelasting legt de uiterste grenzen van het systeem vast. Na aftrek van vaste waarden voor de verschillende zones blijft de omvang van de Groene Zone over. Het SBS zal door GTS ook openbaar op een website worden gepubliceerd.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 43/87
Tabel 4.7: Dienstbeschrijving Publicatie Systeem Balans Signaal Naam dienst
Publicatie Systeem Balans Signaal Voor elke 5 minuten wordt aan elke erkende actieve programma-
Globale beschrijving van dienst
verantwoordelijke de mogelijkheid gegeven de cumulatieve positie van de systeem balans (som van alle portfolio’s van alle erkende actieve programmaverantwoordelijken) op te vragen.
Type dienst (informatief / transactie)
I
Afnemer(s) dienst
Erkende programmaverantwoordelijken
Trigger voor gebruik van dienst
Tijdstrigger (via abonnement) 1 keer per 5 minuten beschikbaar gesteld door GTS (voor bepaling SBS hoeft niet gewacht te worden op de near real-time allocatie van
Frequentie van gebruik (aantal per
het CSS maar kan gebruik gemaakt worden van de metingen op de
min/uur/dag/maand/jaar)
pseudo Gossen) 1 keer per uur wordt bericht verstuurd waarin ook de grenswaarden voor de zones staan vermeld15.
volume van inkomende informatie per verzoek
inclusief grenswaarden van zones in energiehoeveelheden (MJ, kWh of m3 (35,17)
Contractuele & wettelijke aspecten
4.5.3
Voor elke actieve erkende programmaverantwoordelijke SBS
Vanuit de wet dient er voldoende stuurinformatie te worden beschikbaar gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijke
Uitval near real-time datavoorziening (POS, SBS)
Voor het effectief sturen door de erkende programmaverantwoordelijke is near real-time datavoorziening noodzakelijk. De ICT systemen die verantwoordelijk zijn voor het meten en verwerken van de noodzakelijke data hebben daarom dan ook een hoge beschikbaarheid. Daarnaast zijn in alle ICT systemen fall-back scenario’s gedefinieerd op het moment dat (meet)data tijdelijk niet voorhanden is. Deze fall-back scenario’s staan op hoofdlijnen beschreven in de near real-time allocatieprocessen (zie paragrafen 4.6.1 en 4.6.4). Het kan echter niet uitgesloten worden dat door (technische) defecten de near real-time datavoorziening tijdelijk (gedeeltelijk) onbeschikbaar is. Aangezien de maatregelen en de consequenties sterk afhankelijk zijn van de oorzaak en de duur van de uitval van de getroffen ICT systemen is het lastig om hiervoor een eenduidige oplossing te definiëren. Wel zijn in de onderstaande tabel een aantal uitvalcases gedefinieerd met daarbij de gevolgen voor de erkende programmaverantwoordelijke en de wijze waarop GTS hiermee rekening houdt. Het betreft hier een eerste invulling van de diverse uitvalssituaties en de consequenties met betrekking tot het afroepen van de biedladder. Nadere detaillering kan pas volgen in het detail proces model wanneer meer inzicht komt in de ICT infrastructuur voor de near real-time informatie voorziening.
Tabel 4.8: Onbeschikbaarheid near real-time ICT-systemen Risico
Actie
Gedeeltelijke uitval onderliggende
Near real-time systeem GTS
meetsignalen near real-time
creëert vervangende waarde
15
Consequentie afroep biedladder Geen
) De zones worden ook op day-ahead basis beschikbaar gesteld aan de marktpartijen.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 44/87
systeem GTS Uitval stuursignaal (vanuit CSS) Complete uitval near real-time systeem GTS Niet kunnen aanleveren van POS waarden door GTS
Near real-time systeem GTS
Geen
creëert vervangende waarde Geen alternatief beschikbaar
Biedladder wordt niet afgeroepen
Geen alternatief beschikbaar
Biedladder wordt niet afgeroepen
Geen alternatief beschikbaar
Geen
Geen alternatief beschikbaar
Biedladder wordt niet afgeroepen
Niet kunnen aanleveren van de 5minuten schatting van de POS waarden door GTS Niet kunnen aanleveren van de SBS waarden door GTS
GTS beschikt, naast de in dit MPM genoemde near-real time informatiestromen voor de entry- en exit-punten ook nog over procesmetingen in haar net. Deze procesmetingen stellen GTS in staat om ook bij het (gedeeltelijk) ontbreken van de near-real time informatie voor de entry- en exitpunten inzicht te krijgen in de toestand van het landelijk net.
4.6
Allocatieproces
Deze paragraaf heeft betrekking op zowel het near real-time (on-line) proces ten behoeve van het POS als op het off-line proces ten behoeve van de settlement. Binnen het nieuwe marktmodel wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de huidige werkwijzen. Dit betekent onder andere dat de huidige definitie voor de gasdag gehandhaafd zal blijven inclusief de wintertijd/zomertijd overgang (23 uur) en zomertijd/wintertijd overgang (25 uur). Het proces zal beschreven worden in zijn algemeenheid en per groep netwerkpunten.
4.6.1
Near real time metingen
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt met een frequentie van 1 keer per 5 minuten voor de 5 minutenovergangen de energiehoeveelheid die sinds het begin van dat uur via dat netwerkpunt gestroomd heeft op. Afhankelijk van de aard van het netwerkpunt vindt allocatie van deze energiehoeveelheid op verschillende manieren plaats. In de onderstaande paragrafen wordt de specifieke allocatieprocedure per type netwerkpunt besproken. Daarnaast wordt door lineaire extrapolatie op basis van de meest recente 5 minutenovergang een prognose gemaakt van de verwachte uurhoeveelheid voor dat betreffende netwerkpunt. Dit proces is schematisch weergegeven in de onderstaande figuur. Als voorbeeld zijn de geëxtrapoleerde waarde voor de overgangen na 5 minuten en na 25 minuten weergegeven.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 45/87
Figuur 4.3: Extrapolatie mechanisme verwachte uurwaarde
Indien er geen meetwaarde beschikbaar is wordt de laatst correct binnengekomen meetwaarde als vervangende waarde gehanteerd voor het betreffende uur.
4.6.2
Aangeleverde near real-time allocaties
In de volgende paragrafen wordt per type netwerkpunt het near real-time allocatieproces beschreven zoals dit vanuit het nieuwe marktmodel wordt gefaciliteerd door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Voor alle types netwerkpunten, met uitzondering van de netgebieden, bestaat de mogelijkheid dat de near real-time en off-line allocaties extern worden aangeleverd aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Daartoe kunnen de erkende programmaverantwoordelijken de netbeheerder van het landelijk gastransportnet verzoeken de allocatie op een punt door de netbeheerder van een aangrenzend net of door een andere partij te laten uitvoeren. Hiertoe dient een overeenkomst te worden opgesteld tussen de betrokken erkende programmaverantwoordelijken en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet waarin de details zijn vastgelegd teneinde dit proces zowel near real-time als off-line zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de bepalingen binnen de Allocatievoorwaarden Gas. Indien de aanlevering van near real-time en/of off-line allocaties niet conform de afgesproken bepalingen worden aangeleverd zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de allocaties voor het betreffende netwerkpunt bepalen volgens de oorspronkelijk voor dit type netwerkpunt hieronder beschreven werkwijze.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 46/87
4.6.3
Exitpunten tussen het landelijk net en een direct aangeslotene
Allocatiemethodiek: Op dit type netwerkpunt kunnen per netwerkpunt een of meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn. Alle erkende programmaverantwoordelijken die actief zijn op deze exitpunten zullen de allocatierol balancerend hebben, Op een dergelijk netwerkpunt kunnen één of meerdere leveranciers actief zijn, waarbij in het aansluitingenregister slechts één leverancier gefaciliteerd wordt. Het gehele (te alloceren) volume dient uiteindelijk zowel aan de erkende programmaverantwoordelijke(n) als aan de leveranciers gealloceerd te worden. De allocaties voor de leveranciers die niet in het aansluitingenregister zijn opgenomen dient door de erkende programmaverantwoordelijke(n) te worden gefaciliteerd. Near real-time allocatieproces: De erkende programmaverantwoordelijker zal near real-time de allocaties per netwerkpunt moeten kunnen volgen zoals beschreven in paragraaf 4.6.1. De door GTS gehanteerde werkwijze voor de near real-time allocaties komt in grote lijnen overeen met de off-line allocaties zoals die ook door GTS conform de Allocatievoorwaarden dienen te worden uitgevoerd en is gebaseerd op het aansluitingenregister van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, de door de erkende programmaverantwoordelijken ingediende nominaties en de near real-time meetwaarden. Bij tijdelijke verstoringen van de meting en/of telemetrieverbindingen kunnen er verschillen ontstaan tussen de near real-time allocaties en de off-line allocaties. Bij het ontbreken van meetwaarden wordt de laatste correct ontvangen meetwaarde als vervangende waarde gehanteerd. De waarden betreffende de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en achteraf beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten intervallen worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. De leveranciersallocaties worden niet near real-time berekend. Zij zullen door het off-line allocatieproces en het daarop gebaseerde berichtenverkeer op de hoogte worden gebracht van hun allocatie. Off-line allocatieproces: De definitieve off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld m.b.v. de comptabel verklaarde meetwaarden16. Op basis van deze meetwaarden worden de PV- en leveranciersallocaties berekend. De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop); voor de erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers zullen de off-line allocaties als input voor de (commodity) facturering gebruikt worden. Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken respectievelijk de leveranciers. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near realtime allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan). Er treden de volgende veranderingen op t.o.v. huidige berichtstromen:
16
) In het kader van het dagelijkse allocatieproces worden de voorlopige allocatie na de 6de werkdag beschikbaar gesteld aan de markt. Ook hierin zal de leveranciersallocatie al verwerkt moeten zijn.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 47/87
Shipper is vervangen door erkende programmaverantwoordelijke
4.6.4
Exitpunten tussen installatie voor gasopslag en het landelijk net
Op dit type netwerkpunt kunnen per netwerkpunt een of meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn. Alle erkende programmaverantwoordelijken die actief zijn op deze exitpunten kunnen de allocatierol proportionel of balancerend hebben. Near real-time allocatieproces: De erkende programmaverantwoordelijker zal near real-time de allocaties per netwerkpunt moeten kunnen volgen zoals beschreven in paragraaf 4.6.1. De door GTS gehanteerde werkwijze voor de near real-time allocaties komt in grote lijnen overeen met de off-line allocaties zoals die ook door GTS conform de Allocatievoorwaarden dienen te worden uitgevoerd en is gebaseerd op het aansluitingenregister van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, de door de erkende programmaverantwoordelijken ingediende nominaties en de near real-time meetwaarden. Bij tijdelijke verstoringen van de meting en/of telemetrieverbindingen kunnen er verschillen ontstaan tussen de near real-time allocaties en de off-line allocaties. Bij het ontbreken van meetwaarden wordt de laatste correct ontvangen meetwaarde als vervangende waarde gehanteerd. De waarden betreffende de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en achteraf beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten intervallen worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. De leveranciersallocaties worden niet near real-time berekend. Zij zullen door het off-line allocatieproces en het daarop gebaseerde berichtenverkeer op de hoogte worden gebracht van hun allocatie. Off-line allocatieproces: De definitieve off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld m.b.v. de comptabel verklaarde meetwaarden17. De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop). Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near realtime allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan). Er treden de volgende veranderingen op t.o.v. huidige berichtstromen:
4.6.5
Shipper is vervangen door erkende programmaverantwoordelijke
Netgebieden (systeemverbindingen tussen LNB en RNB-netten)
Allocatiemethodiek: Netgebieden zijn middels 1 of meerdere systeemverbindingen verbonden aan het landelijk transportnet. Binnen elk netgebied kunnen vele RNB aansluitingen aanwezig zijn. Deze RNB aansluitingen zijn onderverdeeld in kleinverbruik (KV) voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit
17
) In het kader van het dagelijkse allocatieproces worden de voorlopige allocatie na de 6de werkdag beschikbaar gesteld aan de markt.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 48/87
tot maximaal 40 m3/h (n) en aansluitingen met een grotere aansluitcapaciteit welke grootverbruik (GV) worden genoemd (art 43 Gaswet). De programmaverantwoordelijkheid ligt bij de GVaansluitingen initieel bij de aangeslotene. Bij de KV-aansluitingen die beleverd worden door een vergunninghouder ligt de initiële programmaverantwoordelijkheid bij de leverancier (voorstel Gaswet art 17b). Op een kleinverbruikaansluiting KV kan één leverancier (meestal vergunninghouder) en één erkende programmaverantwoordelijke actief zijn. Voor grootverbruikaansluitingen wordt door de regionale netbeheerder in het aansluitingenregister slechts één erkende programmaverantwoordelijke en één leverancier gefaciliteerd. Het gehele (te alloceren) volume dient aan de erkende programmaverantwoordelijke gealloceerd te worden. Ingeval van een kleinverbruikaansluiting wordt het gehele volume ook aan de vergunninghouder gealloceerd. Voor een grootverbruikaansluiting wordt het gehele volume aan de leverancier gealloceerd. De erkende programmaverantwoordelijke op een aansluiting die verbonden is met een regionaal gastransportnet heeft de allocatierol balancerend. Aangezien een netgebied samengesteld is uit de allocatieresultaten van (vele) aansluitingen zullen er dus meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn op een netgebied. Dit punt speelt in de administratieve verwerking een rol als administratief verzamelpunt, de meetwaarde is de basis voor de allocatie van de RNB aansluitingen van het netgebied. Near real-time allocatieproces: De erkende programmaverantwoordelijke zal near real-time de allocaties per afnamecategorie per netgebied moeten kunnen volgen. De informatiestroom voor het near real-time proces is gebaseerd op het stuursignaal zoals dat gedefinieerd is vanuit het Centraal Systeem Stuursignaal (CSS) dat door EDSN wordt gefaciliteerd. De door het CSS gehanteerde werkwijze voor de near real-time allocaties komt in grote lijnen overeen met de off-line allocaties zoals die door de RNB’ s conform de Allocatievoorwaarden dienen te worden uitgevoerd. Het stuursignaal en de off-line allocaties verschillen op de volgende punten van elkaar:
Voor de bepaling van de afnames van GXX afnemers wordt in het Stuursignaal gebruik gemaakt van een gegeneraliseerd GXX-profiel dat samengesteld is op basis van historische data en waarvoor het jaarverbruik en de prognose voor de effectieve daggemiddelde temperatuur als invoerparameters worden gebruikt. Het gebruikte GXX-profiel in het CSS is goedgekeurd in de ALV-NEDU
De afname inclusief bijbehorende calorische waarde wordt door GTS beschikbaar gesteld aan CSS. Deze informatie is vergelijkbaar met het MINFO bericht in het off-line allocatieproces. Bij het ontbreken van meetdata voor een netgebied zal GTS automatisch een vervangende waarde bepalen op basis van de laatst correct ontvangen meting(en) en deze informatie beschikbaar stellen aan het CSS.
Elke dag wordt door GTS aan het CSS een prognose voor de daggemiddelde effectieve temperatuur voor de komende gasdag beschikbaar gesteld.
Bij het ontbreken van meetdata voor GGV afnemers wordt in eerste instantie als fall-back de meetwaarden van één week geleden gehanteerd. Mochten ook deze meetwaarden ontbreken dan wordt voor de bepaling van de afname van de betreffende GGV afnemer gebruikt gemaakt van het eerder genoemde GXX profiel18.
18
) In het MPM en DPM voor het Stuursignaal is vastgelegd dat het GXX-profiel gebruikt dient te worden voor de GGV afnemers als secundaire fall-back.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 49/87
Bij het ontbreken van het aansluitingenregister van een RNB wordt gebruik gemaakt van het laatst beschikbare aansluitingenregister binnen het CSS.
GTS stuurt direct na afloop van een vol uur de near real-time meetwaarden per netwerkpunt naar het CSS. Het CSS zal binnen korte tijd daarna de allocaties per erkende programmaverantwoordelijke per afnamecategorie19 naar GTS terug sturen. GTS zal deze allocaties direct daarna aan de erkende programmaverantwoordelijken tonen. GTS zal elke 5 minuten de allocaties per erkende programmaverantwoordelijke per afnamecategorie per netgebied tonen op basis van de door het CCS aangeleverde uurlijkse allocaties. De waarden betreffende de volle klokuren (gebaseerd op de stuursignaal gegevens die na afloop van het volle uur door EDSN worden aangeleverd) dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven waarbij de verdeling van de allocaties tussen erkende programmaverantwoordelijken van het laatst binnengekomen EDSN bericht gebruikt wordt om de tussenliggende 5 minuten waarden te alloceren. De leveranciersallocaties worden niet op near real-time beschikbaar gesteld20. Zij zullen door het off-line allocatieproces en het daarop gebaseerde berichtenverkeer op de hoogte worden gebracht van hun allocatie. Off-line allocatieproces: De off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld aan de hand van de comptabel verklaarde meetwaarden. Deze meetwaarden worden door GTS naar de RNB’s gestuurd, waarna deze de PV- en leveranciersallocaties berekenen en richting erkende programmaverantwoordelijken, leveranciers en GTS opsturen (zie onderdeel VPN berichtenverkeer). De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop), voor de erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers zullen de off-line allocaties als input voor de (commodity) facturering gebruikt worden. Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken respectievelijk de leveranciers. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near-real time allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan). GTS ontvangt dus verschillende keren een GTS-LALL bericht. Voor elk van deze berichten blijven de huidige eisen gelden t.a.v. consistentie, namelijk dat de som van de PV-allocaties overeenkomt met de meetwaarde voor het netgebied. Ook de som van leveranciers allocaties moet overeen komen met de meetwaarde voor het netgebied Er treden de volgende veranderingen op t.o.v. huidige berichtstromen:
Shipper is vervangen door erkende programmaverantwoordelijke
Als gevolg van lokale invoeding treden negatieve allocaties optreden (zie paragraaf 4.6.9).
19
) In de huidige opzet van het CSS is geen rekening gehouden met de overdracht van de afnamecategorie in
20
) Vanuit de markt is hiervoor wel een verzoek gedaan. De omvang van het near-real time berichtenverkeer
de informatiestroom naar GTS op near-real time basis (voor publicatie via NIMBUS-IM) zou door het faciliteren van leveranciersallocaties sterk in omvang toenemen waardoor de huidige ICT infrastructuur niet toereikend is. Als voorbeeld: de aanwezigheid van 10 leveranciers in een netgebied leidt tot een vertienvoudiging van de berichtenomvang.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 50/87
Reconciliatie: Het reconciliatieproces kan op dezelfde wijze als het huidige proces blijven bestaan. In het detail procesmodel dient nog nader onderzocht te worden of een combinatie van PV/leverancier met een negatief volume tot problemen leidt. Een ander aandachtspunt in het DPM Is het nagaan van het effect van een balansrelatie op het reconciliatieproces.
4.6.6
PNB netwerkpunten op het landelijk net
Allocatiemethodiek: Op een netwerkpunt waar een particulier netbeheerder (PNB) is aangesloten op het landelijk netwerk kunnen er per aansluiting meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn, daarnaast kunnen er ook één of meerdere leveranciers actief zijn. Het gehele (te alloceren) volume dient uiteindelijk zowel aan de PV(‘s) als aan de leveranciers gealloceerd te worden. De mogelijkheden tot het toelaten van meerdere erkende programmaverantwoordelijken en/of leveranciers hangt af van de technische mogelijkheden die de PNB biedt. Near real-time allocatieproces Vanuit GTS is de voorkeur aangegeven dat de PNB’s meeliften met het RNB stuursignaal en dat de near real-time allocaties via EDSN aan GTS worden aangeboden (zie paragraaf 4.6.4). Een alternatief is dat de near real-time allocaties door GTS berekend worden op identieke wijze als het geval is voor exitpunten tussen het landelijk net en een direct aangeslotene (zie paragraaf 4.6.3). Wanneer noodzakelijk dienen de leveranciers dan hiervoor te nomineren. Het resultaat zal in ieder geval zijn dat er een near real-time allocatie opgeleverd wordt. De waarden op de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en achteraf beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. De leveranciersallocaties hoeven niet near real-time berekend te worden. Zij zullen door het off-line allocatieproces en het daarop gebaseerde berichtenverkeer op de hoogte worden gebracht van hun allocatie. Off-line allocatieproces: De off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld aan de hand van de comptabel verklaarde meetwaarden. Deze meetwaarden worden door GTS naar de PNB’s gestuurd, waarna deze de PV- en leveranciersallocaties berekenen en richting erkende programmaverantwoordelijken, leveranciers en GTS opsturen (zie onderdeel VPN berichtenverkeer). De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop), voor de erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers zullen de off-line allocaties als input voor de (commodity) facturering gebruikt worden. Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken respectievelijk de leveranciers. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near realtime allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan). GTS ontvangt dus verschillende keren een GTS-LALL bericht. Voor elk van deze berichten kunnen de huidige eisen blijven gelden t.a.v. consistentie, nl. som PV-allocaties komt overeen met de meetwaarde van het PNB netwerkpunt. Ook de som van leveranciers allocaties moet overeen komen met de meetwaarde van het PNB netwerkpunt
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 51/87
4.6.7
Grenspunten
Operationele matching: Het huidige proces m.b.t. operationele matching tussen GTS en de NNO zal zonder aanpassingen gecontinueerd kunnen worden binnen het nieuwe marktmodel waarbij i.p.v. shippers nu de erkende programmaverantwoordelijken zullen nomineren. Hieruit volgt de gebruikelijke match met de NNO, vervolgens zal GTS richting de erkende programmaverantwoordelijken een confirmatie sturen. Deze confirmatie zal ook binnen GTS gebruikt worden voor het off-line en near real-time allocatieproces. Allocatiemethodiek erkende programmaverantwoordelijken: Op dit type netwerkpunt kunnen er per netwerkpunt meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn. Er komen twee allocatieregiems voor, allocatie op basis van allocatierollen en allocatie met een OBA (Operational Balancing Account). Op dit type netwerkpunten komen geen “afname”categorieën voor.
Allocatie op basis van allocatierollen: De allocaties van de diverse erkende programmaverantwoordelijken worden uitgerekend op basis van de allocatierollen zoals deze door de erkende programmaverantwoordelijken zijn aangegeven. De rollen proportioneel en balancerend zijn mogelijk. Proportioneel wil zeggen dat als er enkel erkende programmaverantwoordelijken met deze rol actief zijn de meetwaarde proportioneel verdeeld wordt op basis van de confirmaties. Als er ook een erkende programmaverantwoordelijke met de rol balancerend actief is dan krijgt deze de vooraf onbekende hoeveelheid gealloceerd, de eventueel aanwezige erkende programmaverantwoordelijken met de rol proportioneel krijgen hun confirmatie gealloceerd (mits de meetwaarde hoger ligt dan de som van de confirmaties van de proportionele erkende programmaverantwoordelijken).
Allocatie op basis van een OBA: Bij dit regiem nemen de operators (GTS en de NNO) de taak op zich om zo goed mogelijk de gasstroom te sturen op basis van de nominaties, waardoor (in principe) alle erkende programmaverantwoordelijken de rol proportioneel krijgen. Hierdoor zullen de erkende programmaverantwoordelijken in de praktijk nagenoeg altijd de geconfirmeerde hoeveelheid gealloceerd krijgen. Het “tekort” of “overschot” t.o.v. de match wordt in principe aan de operators gealloceerd.
Het allocatieproces op dit type netwerkpunten zal door de invoering van het nieuwe marktmodel geen inhoudelijke veranderingen ondergaan. Near real-time proces: De erkende programmaverantwoordelijken zullen near real-time de allocaties per import/export netwerkpunt moeten kunnen volgen. Hierbij wordt de output elke 5 minuten berekend. De waarden betreffende de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. Off-line allocatieproces: De off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld aan de hand van de comptabel verklaarde van de meetwaarden (door GTS of door de NNO ingeval het meetstation eigendom is van de NNO). Op basis van deze (aangeleverde) meetwaarden worden de PV-
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 52/87
allocaties berekend op identieke wijze als in het near real-time proces. De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop), voor de erkende programmaverantwoordelijken zullen de off-line allocaties als input voor de (commodity) facturering gebruikt worden. Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near realtime allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan).
4.6.8
Entrypunten op het landelijke net
Op dit type netwerkpunt kunnen per netwerkpunt een of meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn. De erkende programmaverantwoordelijken die actief zijn op deze exitpunten kunnen de allocatierol proportioneel of balancerend hebben. Entrypunten op het landelijk gastransportnet zijn:
Entrypunten waar een installatie voor gasopslag is verbonden met het landelijk gastransportnet
Entrypunten waar een gasproductienet verbonden is met landelijk gastransportnet
Near real-time allocatieproces: De erkende programmaverantwoordelijker zal near real-time de allocaties per netwerkpunt moeten kunnen volgen zoals beschreven in paragraaf 4.6.1. De door GTS gehanteerde werkwijze voor de near real-time allocaties komt in grote lijnen overeen met de off-line allocaties zoals die ook door GTS conform de Allocatievoorwaarden dienen te worden uitgevoerd en is gebaseerd op het aansluitingenregister van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, de door de erkende programmaverantwoordelijken ingediende nominaties en de near real-time meetwaarden. Bij tijdelijke verstoringen van de meting en/of telemetrieverbindingen kunnen er verschillen ontstaan tussen de near real-time allocaties en de off-line allocaties. Bij het ontbreken van meetwaarden wordt de laatste correct ontvangen meetwaarde als vervangende waarde gehanteerd. De waarden betreffende de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en achteraf beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten intervallen worden enkel als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. Allocatiemethodiek: Op dit type netwerkpunt kunnen er per netwerkpunt meerdere erkende programmaverantwoordelijken actief zijn. Het gehele gemeten volume zal initieel enkel aan de erkende programmaverantwoordelijken gealloceerd (primaire allocatie) worden conform de bestaande allocatieregels voor shippers. Hierbij dienen de allocaties aan de erkende programmaverantwoordelijken aan te sluiten bij de upstream allocaties van de producenten zodat er tussen de producenten en de erkende programmaverantwoordelijken geen inconsistenties zullen zijn. Er kunnen drie allocatieregiems voorkomen, allocatie op basis van allocatierollen, allocatie met een OBA (Operational Balancing Account) en situaties waarbij de near real-time en/of off-line allocaties extern worden aangeleverd.
Allocatie op basis van allocatierollen: De allocaties van de diverse erkende programmaverantwoordelijken worden uitgerekend op
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 53/87
basis van de allocatierollen zoals deze door de erkende programmaverantwoordelijken zijn aangegeven. De rollen proportioneel en balancerend zijn mogelijk. Proportioneel wil zeggen dat als er enkel erkende programmaverantwoordelijken met deze rol actief zijn de meetwaarde proportioneel verdeeld wordt op basis van de confirmaties. Als er ook een erkende programmaverantwoordelijke met de rol balancerend actief is dan krijgt deze de vooraf onbekende hoeveelheid gealloceerd, de eventueel aanwezige erkende programmaverantwoordelijken met de rol proportioneel krijgen hun confirmatie gealloceerd (mits de meetwaarde hoger ligt dan de som van de confirmaties van de proportionele erkende programmaverantwoordelijken).
Allocatie op basis van een OBA: Bij dit regiem zullen de operators (GTS en de NNO) de taak op zich om zo goed mogelijk de gasstroom te sturen op basis van de nominaties, waardoor (in principe) alle erkende programmaverantwoordelijken de rol proportioneel krijgen. Hierdoor zullen de erkende programmaverantwoordelijken in de praktijk nagenoeg altijd de geconfirmeerde hoeveelheid gealloceerd krijgen. Het “tekort” of “overschot” t.o.v. de match wordt in principe aan de operators gealloceerd.
Aangeleverde allocaties (zie paragraaf 4.6.2):
Het allocatieproces op dit type netwerkpunten zal door de invoering van het nieuwe marktmodel geen inhoudelijke veranderingen ondergaan. Near real-time proces: De erkende programmaverantwoordelijken zullen near real-time hun allocaties per entrypunt moeten kunnen volgen. Door producenten wordt op dit moment gekeken naar de mogelijkheid om, vergelijkbaar met het Centraal Systeem Stuursignaal voor de netgebieden, near-real time stuurinformatie voor de voedingspunten aan te leveren aan GTS binnen 15 minuten na het uur van transport. In het geval dat er geen externe allocaties worden aangeleverd of dat de aangeleverde externe allocaties niet conform de afspraken worden aangeleverd (zie paragraaf 4.6.2) worden door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de volgende allocatieregels gehanteerd (conform de Allocatievoorwaarden Gas):
Allocatie naar rato van de nominaties.
Indien nominaties ontbreken allocatie op basis van de gecontracteerde transportcapaciteit
Indien contractpartij en erkende programmaverantwoordelijke niet één-en-dezelfde partij zijn of zich andere complicaties voordoen zal naar bevind van zaken een keuze door de LNB worden gemaakt.
De output zal elke 5 minuten beschikbaar worden gesteld. De waarden op de volle klokuren dienen als comptabel te worden aangemerkt en dienen gearchiveerd te worden en achteraf beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De waarden op de tussenliggende 5 minuten worden alléén als interpolaties tussen de volle klokuren weergegeven. Off-line allocatieproces: De off-line allocaties worden na afloop van de gasmaand vastgesteld aan de hand van de comptabel verklaarde meetwaarden (in de praktijk door de NNO omdat bij dit type netwerkpunten het meetstation eigendom is van de NNO). Op basis van deze aangeleverde meetwaarden worden of de PV-allocaties door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet berekend op identieke wijze als in het near real-time proces, of aangeleverd door de NNO of shippers ingeval van “aangeleverde allocaties”. De off-line PV-allocaties dienen intern GTS als input voor het settlement proces (zie verderop), voor de erkende programmaverantwoordelijken zullen de off-line allocaties
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 54/87
als input voor de (commodity) facturering gebruikt worden. Daarnaast dienen alle off-line allocaties gearchiveerd te worden en beschikbaar te worden gesteld aan de erkende programmaverantwoordelijken. De off-line allocaties dienen als comptabel te worden aangemerkt, zij overschrijven de near realtime allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan).
4.6.9
Voedingspunten op het regionale net
Op het regionale (RNB) net kunnen ook voedingspunten voorkomen (bijvoorbeeld groen gas invoeders). De hieronder beschreven opzet is een eerste aanzet om te komen tot een nieuwe invulling van het allocatieproces op de voedingspunten op het regionale net. In samenspraak met de betrokken marktpartijen zal deze aanzet in het detailprocesmodel verder worden uitgewerkt. Allocatiemethodiek Op dit type aansluiting geldt dat er per aansluiting slechts één “leverancier” en één erkende programmaverantwoordelijke actief kan zijn (identiek aan de mogelijkheden van aangeslotenen op het regionale transportnet). De aansluiting zal per definitie gekarakteriseerd worden als grootverbruiksaansluiting (GV) ongeacht de hoeveelheid in te voeden gas. Voor dit type aansluiting zullen twee nieuwe marktcategoriecodes GIS en GIN worden geïntroduceerd. Het onderscheid tussen deze twee marktcategorie codes is het wel (GIS) of niet (GIN) near real-time aanleveren van meetdata ten behoeve van het Centraal Systeem Stuursignaal21. Het gehele (te alloceren) volume zal door het Centraal Systeem Stuursignaal (near real-time allocatieproces) of de regionale netbeheerder (off-line allocatieproces) zowel aan de PV als aan de leverancier gealloceerd worden. Near real-time allocatieproces Het near real-time allocatieproces zal op identieke wijze ingevuld worden als beschreven bij het onderdeel betreffende “Netgebieden” (zie onderdeel 4.6.4), met de volgende opmerkingen:
het te alloceren volume zal door het CSS als negatieve hoeveelheid gealloceerd worden aan de erkende programmaverantwoordelijke.
het totaal gealloceerde volume per netgebied aansluiting zal nog steeds identiek zijn aan de near real-time meetwaarden die door GTS aan het CSS gestuurd worden (inclusief de negatieve hoeveelheid die ingevoed wordt)
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal de gealloceerde volumina met marktcategorieën GIS en GIN toekennen aan een virtueel punt invoedingen (VPI) dat gelokaliseerd is bij de entry-zijde van het entry-programma. De allocaties op het VPI worden gecategoriseerd op erkende programmaverantwoordelijke en marktcategorie22.
Off-line allocatieproces: Ook het off-line allocatieproces zal op identieke wijze ingevuld worden als beschreven bij het onderdeel betreffende “Netgebieden” (zie onderdeel 4.6.4), waarbij ook hier geldt dat:
het te alloceren volume zal als negatieve hoeveelheid door de regionale netbeheerer worden gealloceerd worden aan zowel de leverancier als de erkende programmaverantwoordelijke
21
) Conform de huidige werkwijze voor de afnamecategorieën GXX en GGV wordt er vanuit gegaan dat vanaf een jaarvolume van 1 miljoen m3 (n) er een verplichting zal gaan bestaan voor near real-time aanlevering van uurlijkse meetwaarden.
22
) Op het VPI is dus geen informatie beschikbaar over het netgebied en de leverancier.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 55/87
het totaal gealloceerde volume per netgebied aansluiting zal nog steeds identiek zijn aan de off-line meetwaarden die door GTS aan RNB’s gestuurd worden (inclusief de negatieve hoeveelheid die ingevoed wordt)
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal de gealloceerde volumina met marktcategorieën GIS en GIN toekennen aan een virtueel punt invoedingen (VPI) dat gelokaliseerd is bij de entry-zijde van het entry-programma. De allocaties op het VPI worden gecategoriseerd op erkende programmaverantwoordelijke en marktcategorie.
Reconciliatie Het reconciliatieproces kan op dezelfde wijze als het huidige proces blijven bestaan. Een eventuele achteraf aanpassing van het gemeten volume op GV-aansluitingen na het vierde maandbericht zal gecorrigeerd worden binnen het reconciliatieproces, identiek aan andere GV-aansluitingen.
4.6.10
TTF
Programmaverantwoordelijkheid: De TTF kent geen initiële programmaverantwoordelijken. Op de TTF zijn handelaren met een erkenning als erkende programmaverantwoordelijke actief die gas onderling kunnen overdragen. Erkende programmaverantwoordelijken kunnen hun gas op de TTF aanbieden of innemen vanaf de TTF Allocatiemethodiek: Er kunnen twee typen allocaties op de TTF plaatsvinden, nl. de gebruikelijke (“gedeemde”) overdracht waarbij 2 partijen (koper en verkoper) een zelfde hoeveelheid nomineren met elkaar als counterpartij. Als deze hoeveelheden niet herroepen worden (door beide partijen) zal de gematchte en geconfirmeerde hoeveelheid overgedragen worden tussen de beide partijen. Daarnaast kunnen erkende programmaverantwoordelijken ook een balansrelatie met elkaar gaan. Hierbij is de hoeveelheid die overgedragen wordt niet vooraf bepaald maar wordt vastgesteld op basis van de overeengekomen balancerende handelsafspraak en de near real-time realisaties (zie paragraaf Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Near real-time proces: Bij normale (“gedeemde”) overdrachten is near real-time weergave niet nodig omdat de over te dragen hoeveelheden niet meer beïnvloedt kunnen worden door realisaties. Off-line allocatieproces: Het off-line allocatieproces is voor gedeemde overdrachten niet van toepassing omdat deze niet beïnvloedt worden door de achteraf processen.
4.6.11
Balansrelatie op TTF
Erkende programmaverantwoordelijken kunnen ook een balansrelatie aangaan. Hierbij wordt de hoeveelheid die overgedragen wordt achteraf vastgesteld nadat de near real-time realisaties bekend zijn. Partijen die deelnemen aan een balansrelatie hebben verschillende belangen om een balansrelatie te (willen) gebruiken bij hun activiteiten. Zo wil een leverancier die balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke is niet iedere keer als hij een andere balansleverende erkende programmaverantwoordelijke kiest een bulkswitch uitvoeren in de aansluitingenregisters van de netbeheerders. Een balansleverende erkende programmaverantwoordelijke wil aan de andere kant
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 56/87
wel voorzien zijn van near real-time informatie betreffende de dienst die hij levert, opdat hij zijn portfolio goed kan balanceren. Beide partijen die een balansrelatie willen aangaan dienen van tevoren een speciale balansnominatie in waar zij de omvang van de balansrelatie mee vaststellen Bij een balansrelatie wordt onderscheid gemaakt tussen de balansleverende erkende programmaverantwoordelijke en de balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke. De overdracht van het gas vindt plaats op een hiervoor speciaal ingericht virtueel punt dat gesitueerd is bij de exits van het exitprogramma23. De overdracht van own-use vindt overigens plaats op de reguliere TTF. Door middel van een TTF-balansrelatie kan de balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke voor een portfolio zijn risico op onbalans veroorzaakt door de afname van binnenlandse netwerkpunten (industrie netwerkpunten en netgebieden) welke binnen de reikwijdte van de balansrelatie vallen afdekken. Per afnamecategorie kan maximaal één balansrelatie gespecificeerd worden voor elke unieke combinatie van een portfolio van een balansleverende erkende programmaverantwoordelijke en een portfolio van een balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke. Een balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke kan een balansrelatie aangaan met één of meerdere balansleverende erkende prorgammaverantwoordelijken, Naast een volledige balansrelatie per afnamecategorie tussen het portfolio van één balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke en het portfolio van één balansleverende erkende programmaverantwoordelijke zijn de volgende varianten24 : mogelijk tussen het portfolio van één balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke en de portfolio’s van één of meer balansleverende erkende programmaverantwoordelijken: o
percentage: door in de balansnominatie een percentage op te geven wordt de over te dragen hoeveelheid beperkt tot het aangegeven percentage (de som van de percentages van de balansleverende erkende programmaverantwoordelijken kan niet boven de 100 uitkomen, een percentage lager dan 100 is wel mogelijk). De procentuele levering dient afzonderlijk per afnamecategorie te worden gespecificeerd.
o
own use opgave: de balansontvangende partij kan via een own-use opgave aangeven deze hoeveelheid zelf in te brengen in de balansrelatie, het verschil wordt door de balansleverende erkende programmaverantwoordelijke in de balansrelatie ingebracht. De hoeveelheid gas die middels own use in de balansrelatie wordt ingebracht is deemed en dient beschikbaar gesteld te worden op de (reguliere) TTF
o
maximum: de balansleverende partij kan een (absoluut) maximum opgeven voor de overdracht binnen de balansrelatie, wanneer het maximum bereikt wordt zal het meerdere in principe door de balansontvangende partij geleverd moeten worden. Het maximum dient afzonderlijk per afnamecategorie te worden gespecificeerd.
23
) De balansleverende erkende programmaverantwoordelijke mag dit overdrachtspunt beschouwen als een virtuele exit in zijn exitprogramma.
24
) De netbeheerder van het landelijk gastransportnet moet in staat zijn om op basis van de voorgestelde combinatie de het allocatieproces eenduidig te kunnen uitvoeren.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 57/87
o
minimum: de balansleverende partij kan een (absoluut) minimum opgeven voor de overdracht binnen de balansrelatie, de hoeveelheid boven het minimum zal geleverd worden door de balansleverende partij, de hoeveelheid onder het minimum zal (in principe) door de balansontvangende partij zelf geleverd/geregeld moeten worden. Het minimum dient afzonderlijk per afnamecategorie te worden gespecificeerd. De parameter minimum kan niet worden toegepast in combinatie met de parameter percentage.
Door het maximum en minimum te combineren in balansrelaties is het mogelijk voor een balansontvangende partij om balansrelaties volgordelijk te hebben met meerdere balansleverende partijen. Immers als balansontvangende partij C twee balansrelaties aangaat met balansleverende partijen A en B, waarbij met A maximum X afgesproken wordt en met B minimum X dan zal de balansrelatie als volgt plaatsvinden:
overdracht tussen 0 en X: levering door A
overdracht vanaf X: levering door B
Door zowel een minimum als een maximum met een balansleverende partij af te spreken kan bovenstaande volgorde van balansrelaties verder uitgebreid worden. Hiermee wordt op de TTF o.a. invulling gegeven aan de maxbalans rol zoals deze toegepast werd op de Industrie exitpunten aan het landelijk net. Door gebruik te maken van één of meer van de bovengenoemde varianten bestaat de mogelijkheid dat een deel van de verbruikersmarkt van de balansontvangende PV niet wordt afgedekt door de balansrelatie. Voor dat specifieke deel van zijn verbruikersmarkt dient de balansontvangende PV een exit programma in te dienen. Voor het nomineren van de balansrelatie wordt een specifiek bericht gedefinieerd. Per portfolio kan door een balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke slechts een bericht worden ingediend.waarin de transacties met alle betrokken balansleverende erkende programmaverantwoordelijken zijn opgenomen. In de onderstaande figuur is het verschil aangegeven tussen de optie ‘own use’ en ‘minimum’ in de balansrelatie voor de balansleverende erkende programmaverantwoordelijke en de balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 58/87
Balansrelatie Optie: Own Use
Balansrelatie Optie: Minimum
X
X
0
0 Balansleverende programmaverantwoordelijke Bijdrage van exits in POS
Balansleverende programmaverantwoordelijke Bijdrage van exits in POS
X
X
0
0
-X
-X Balansontvangende programmaverantwoordelijke Bijdrage van exits in POS
Balansontvangende programmaverantwoordelijke Levering op TTF (deemed) X
X
0
0
Figuur 4.4: Verschil gebruik own-use en minimum parameter
Near real-time proces: Voor balansrelaties is wel een near real-time weergave noodzakelijk om balansleverende partijen inzicht te geven in de afname van balansnemende partijen. De balansleverende erkende programmaverantwoordelijke krijgt near real-time informatie over het geagregeerde exitportfolio voorzover de scope van de balansrelatie gaat van de balansontvangende PV. Off-line allocatieproces: Het off-line allocatieproces voor de TTF-balansrelaties is gebaseerd op het off-line allocatieproces van de netgebieden en exitpunten waar het landelijk gastransportnet verbonden is met direct aangeslotenenwaarop de balansrelatie gedefinieerd is (zie voor een beschrijving beide onderdelen de paragrafen 4.6.3 en 4.6.5). De off-line allocaties van de TTF-balansrelaties worden berekend op moment dat er een complete set off-line allocaties van de balansontvangende partij (voor zover de scope van de balansrelatie reikt) beschikbaar is.De off-line allocaties dienen als comptabel te
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 59/87
worden aangemerkt, zij overschrijven de near real-time allocaties echter niet (beide datastromen blijven naast elkaar bestaan).
4.6.12
Allocatieproces binnenlandse netwerkpunten
Het huidige allocatieproces Wholesale Gas voor de industriële netwerkpunten en netgebieden is vastgelegd in de Allocatievoorwaarden Gas. Op voorhand lijken er geen grote aanpassingen nodig aan het allocatieproces Wholesale Gas. De resultaten van het allocatieproces worden gecommuniceerd via het zogenaamde VPN berichtenverkeer. De tijdstippen waarop deze berichten verstuurd dienen te worden liggen vast in de Allocatievoorwaarden Gas.
Tabel 4.9: Dienstbeschrijving versturen off-line allocatie informatie Naam dienst
VPN berichtenverkeer Het aan erkende programmaverantwoordelijken en Leveranciers
Globale beschrijving van dienst
beschikbaar stellen van off-line allocaties (in meerdere versie) via Edigas berichten)
Type dienst (informatief / transactie)
I
Aanbieder(s) dienst
GTS en RNB’s
Afnemer(s) dienst
Programmaverantwoordelijken en Leveranciers
Trigger voor gebruik van dienst
Vaste tijdsmomenten
Frequentie van gebruik (aantal per
Dagelijks (voor de dag berichten) en 3 aanvullende maandelijkse
min/uur/dag/maand/jaar)
berichten Dagberichten: uiterlijk 6 werkdagen na elke gasdag
Tijdsaspecten
Maandberichten: uiterlijk 6e en 16e werkdag na afsluiten gasmaand en uiterlijk 10e werkdag en 4 maanden na afsluiten gasmaand
inhoud van inkomende informatie
GTS stuurt vooraf aan de allocatieberichten de RNB’s meetberichten en berichten en temperatuurinformatie
volume van inkomende informatie per verzoek erkende programmaverantwoordelijken: allocaties per erkende programmaverantwoordelijke per leverancier per inhoud van uitgaande informatie
afnemercategorie per netwerkpunt Leveranciers: allocaties per erkende programmaverantwoordelijke per afnemercategorie per netwerkpunt en allocaties per afnemercategorie per afnemercategorie per aansluiting
omvang van uitgaande informatie per verzoek Randvoorwaarden voor gebruik
Partijen dienen een VPN aansluiting te hebben en dienen voor het ontvangst/verzenden van berichten aan AOC te hebben
Specifieke eisen aan dienst Globale beschrijving dienstafhandeling Contractuele & wettelijke aspecten
Berichtenverkeer is vastgelegd in de Gasvoorwaarden
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 60/87
4.7
Settlementproces
Het deelproces settlement beschrijft de stappen waarlangs het volumeverschil tussen de nearrealtime allocaties en de offline allocaties financieel verrekend wordt. Verder beschrijft het de informatievoorziening die omtrent dit proces voorzien is. Het settlement proces is onder te verdelen in de volgende 3 processtappen. a.
Settlement voorschot; De facturering van het voorschot wordt maandelijks door GTS opgestart zodra de offline allocaties voor de erkende PV-ers compleet zijn. Na de verwerking door GTS van versie 3 (16e werkdag na afloop van de maand) van de allocatieberichten zal dit proces dus opgestart worden.
b.
Settlement afrekening; Na de verwerking van versie 4 van de allocatieberichten (10e werkdag van de vierde maand na afloop van de maand) zal het proces voor de afrekening van de settlement maandelijks worden uitgevoerd.
c.
Settlement informatievoorziening. Doel van de informatievoorziening voor settlement is om de erkende PV-ers in staat te stellen hun factuur te reproduceren en te controleren. Alle gegevens die gebruikt zijn bij de vaststelling van de factuur worden beschikbaar gesteld in de vorm van een elektronische bijlage bij de factuur.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 61/87
4.8
Elektronisch berichtenverkeer
4.8.1
Technisch
Functioneel zal een hoop veranderen als gevolg van het nieuwe markt- en balanceringsmodel. De tijd voor deze veranderingen is beperkt. Om de transitie beheersbaar te laten verlopen, zullen we zoveel mogelijk aansluiten bij de nu in gebruik zijnde wijzen van communicatie. In concreto kunnen de volgende ‘smaken’ gebruikt gaan worden: 1.
Edigas (nominatie)berichten via Internet/AS2 (Easee-Gas certificaten) of ISDN/FTP. Protocol: Edigas versie 4.0 XML or 5.0.
2.
Webontsluiting via schermen (“Gasport” portaal) analoog aan het huidige Nimbus-IM en Dialog.
3.
XML webservices (downloads). XML via internet, Verisign certificaten. XML definities gemaakt door EDSN of GTS.
4.8.2
Functioneel
Nieuwe informatie die tussen partijen zal worden uitgewisseld:
Programma-informatie
Biedladder-informatie
Balansinfomatie (POS en SBS)
Financiële informatie (mogelijk)
Een mogelijke mapping van de hierboven genoemde ‘smaken’ op de nieuwe berichten is als volgt:
Programma-informatie o
o
In de vorm van nominatieberichten (zie 1. hierboven)
o
Webschermen (openbaar)
Balansinfomatie (POS en SBS) o
Webschermen (zie 2.)
o
Download (zie 3.)
Financiële informatie (mogelijk) o
4.8.3
In de vorm van nominatieberichten (zie 1. hierboven)
Biedladder-informatie
Webschermen (zie 2.)
Organisatie en planning
De organisatie en planning voor het elektronische berichtenverkeer is te vinden in het DPM information exchange.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 62/87
5.
Getallenvoorbeelden
Onderstaand worden diverse cases gepresenteerd, al dan niet voorzien van een nadere toelichting. In de cases wordt tevens een overzicht gegeven van programma’s en nominaties die dienen te worden verzonden en de POS25 en SBS signalen, evenals de handelsallocaties. In deze getallenvoorbeelden zal de gebruikelijke tekenconventie worden gehanteerd voor entrystromen (negatief) en exit-stromen (positief). De vergelijking die gebruikt zal worden voor het berekenen van de near real-time onbalans per programma (OBprog, in de getallenvoorbeelden aangeduid met POS) luidt:
OB prog (bpi ) Entry real , prog bpi Exit real , prog bpi Entry plan , prog bpi Exit plan , prog bpi Dit heeft als consequentie dat:
Een negatieve OB en dus ook POS en SBS houdt in dat er meer gas het net ingestroomd is dan eruit gestroomd is (long).
Een positieve OB en dus ook POS en SBS houdt in dat er minder gas het net ingestroomd is dan eruit gestroomd is (short).
De vergelijking die gebruikt wordt voor het bereken van het volumeverschil (Vv) (in de getallenvoorbeelden aangeduid met settlement) binnen een porfolio van een erkende programmaverantwoordelijke over de verrekenperiode (vp) gelden onderstaande formules. De verrekenperiode is op dagbasis.
Vv prog (vp) Entry offline , prog vp Exit offline , prog vp Entry plan , prog vp Exit plan , prog vp OB prog vp
5.1
Verbruiker koopt gas bij leverancier en draag PV over aan deze leverancier (Case 1.1)
Case 1.1 is de in hoofdstuk 3 beschreven eerste veel voorkomende situatie: een verbruiker koopt zijn gas op de voordeur bij een leverancier en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan diezelfde leverancier. De leverancier heeft gas beschikbaar op een entrypunt Invoeding 1 van het landelijk gastransportnet.
25
) In de voorbeelden worden de term POS gehanteerd. Aangezien de onbalans alleen betrekking heeft op een periode van een uur zou formeel gesproken moeten worden over portfolio basisonbalans.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 63/87
Beschrijving Handel
Simpel geval: Afnemer koopt gas van leverancier E1. E1 is ook PV. E1 koopt het gas op entry1.
PV
Invoeding 1
-103
Invoeding 1 -98
E1;-100
-103
E1;-100
Handelsrelaties Afnemer1 koopt van E1 op Aansluiting 1 E1 koopt van producent Y op Invoeding 1 PV E1: op Invoeding 1 E1: op VPPV met E1 E1: op VPPV met E1 E1 op Aansluiting 1: E1
E1;100 VPPV E1; -100
E1;100 Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
101
E1;100 Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
Afnemer 1
Nominaties bij de NB Invoeding 1: E1 -100 van Y (+vv) Aansluiting 1: Niet nodig
Handelsallocaties door de NB Entry1: E1 -103 van Y Exit1: E1 101 aan afnemer1
95
Opmerkingen - Afnemer 1 koopt gas van E1 (exclusief) - Afnemer 1 draagt PV over aan E1. - Producent Y verkoopt gas aan E1 op Invoeding 1 - Producent Y draagt PV over aan E1 - Er kunnen meer PV-ers zijn op Invoeding 1 (niet getekend)
101
Afnemer 1
Programma's Entryprogramma E1: -100 op Invoeding 1 100 op VPPV aan E1 Exitprogramma E1: 100 op Aansluiting 1 -100 op VPPV van E1
POS E1: (-98+100)-(-100+100) + (-100+95)-(-100+100) = -3 (te veel erin long) Settlement E1: [(-103+100)-(-100+100)] - [+2] + [(-100+101)-(-100)+100)] - [-5] = +1 (E1 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net)
Figuur 5.1: Uitwerking Case 1.1 In dit figuur worden een aantal conventies geïntroduceerd:
Alle getallen in de voorbeelden gegeven de situatie in een specifiek uur aan: voor de nominaties, de programma’s, de handelsallocaties en de settlement is het de waarde voor het betreffende uur. Voor het POS is de waarde de bijdrage aan het POS van het betreffende uur, dus de waarde die bij het POS wordt opgeteld om de stand van het POS aan het eind van het uur te bepalen. Aangezien de settlement waarschijnlijk per maand zal gebeuren, kan de waarde voor de settlement ook gezien worden als de bijdrage van het betreffende uur aan de maandwaarde van de settlement.
Links in het figuur is de situatie van de handelscontracten verbeeld, rechts de situatie qua programmaverantwoordelijkheid.
Volgens het eerste lid van artikel 17b van het wetsvoorstel moet E1 aangeven hoeveel gas hij waar invoedt en voor hoeveel gas op het VPPV de PV overgaat en aan wie. Middels de rechter pijlen in het programmadeel wordt aangegeven dat E1 100 eenheden op het VPPV overdraagt aan E1.
Volgens het tweede lid van artikel 17b van het wetsvoorstel moet E1 aangeven voor hoeveel gas op het VPPV de PV overgaat op hem en van wie en hoeveel gas hij waar afneemt. Middels de linker pijlen in het programmadeel wordt aangegeven dat E1 100 eenheden op het VPPV overgedragen krijgt van E1.
In de case wordt voor de programma’s aangesloten bij de wettelijke plicht om aan te geven waar gas ingevoed of afgenomen wordt. In een ander hoofdstuk van dit MPM wordt ingegaan over een clustering van netwerkpunten ten behoeve van de programma’s.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 64/87
5.2
Optie 1 uit Memorie van toelichting (Case 1.2)
Case 1.2 is in veel opzichten gelijk aan case 1.1, alleen koopt de afnemer A1 nu zelf zijn gas in en geeft hij zelf invulling aan de programmaverantwoordelijkheid voor het exit programma26. Dit betekent dat hij zelf de rol van E1 van case 1.1 op zich neemt. Dit komt overeen met optie 1 uit de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel. Beschrijving Handel
PV Invoeding 2
Invoeding 2 -103
-103
E3;-100
E3;100
E3;-100
E3;100
TTF
A1;100 Aansluiting 1 (onttrekking) 101
A1
Optie 1 van uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel: de programmaverantwoordelijke (=afnemer A1) draagt zijn eigen programmaverantwoordelijkheid en koopt zelf zijn gas in. A1 koopt zijn gas op het TTF van E3. E3 is voor het gas dat hij invoedt op invoeding 2 en op het TTF verkoopt aan A1 programmaverantwoordelijk. Handelsrelaties Afnemer A1 met E3 op TTF E3 met producent Y op Invoeding 2
VPPV
A1;-100
Vraag=100
-98
A1;-100
A1;100 Aansluiting 1 (onttrekking) 95
Vraag=100
PV A1 op Aansluiting 1 A1 op VPPV (TTF) met E3 E3 op VPPV (TTF) met A1 E3 op Invoeding 2 GTS controleert of entryprogramma’s in lijn zijn met exitprogramma’s (zie case 2.1)
101
A1
Opmerkingen -De afnemer A1 draagt zelf de programmaverantwoordelijkheid
Nominaties bij de NB Invoeding 2: E3 -100 van Y (+vv) TTF:E3 100 naar A1 Aansluiting 1: Niet nodig
Programma's Entryprogramma E3: E3 -100 op Invoeding 2 E3 100 op VPPV aan A1 Exitprogramma A1: A1 -100 op VPPV van E3 A1 100 op Aansluiting 1
Handelsallocaties E3 Entry2: -103 van Y E3 TTF: 100 aan A1 A1 TTF: 100 van E3 A1 Exit1: 101 afname
POS E3: (-98+100)-(-100+100)=+2 (te weinig in gedaanshort) A1: (-100+95)-(-100+100)=-5 (te weinig uit gehaald)long) Settlement E3: [(-103+100)-(-100+100)]- [+2]=-5 (E3 blijkt meer in het net gestopt te hebben het net koopt extra) A1: [(-100+101)-(-100+100)]-[-5]=+6 (A1 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net)
Figuur 5.2: Case 1.2 (optie 1 uit Memorie van toelichting) Afnemer A1 zal het benodigde gas zelf moeten kopen. In dit voorbeeld doet A1 dit op de TTF bij E3. E3 is voor het gas dat hij invoedt op Invoeding 2 en op de TTF verkoopt aan A1 programmaverantwoordelijk. Ten behoeve van het exit programma geeft A1 in het kader van zijn programmaverantwoordelijkheid op dat het gas op het VPPV afkomstig is uit de transactie op de TTF van E3 met A127. Ten behoeve van het entry programma geeft E3 in het kader van zijn programmaverantwoordelijkheid op dat het gas op het VPPV gebruikt zal worden in de handelstransactie met A1.
26
) Om zelf invulling te kunnen geven aan zijn programmaverantwoordelijkheid zal de afnemer wel als PV’er erkend moeten zijn. Tevens dient hij er middels een switch voor te zorgen dat hij zelf als leverancier en PV’er in het register van de netbeheerder staat. Voor dit “switchen” dient bij voorkeur een eenvoudige oplossing gevonden te worden.
27
) Indien er in dit kader de handel in meerdere stappen plaatsvindt op de TTF wordt de plek van E3 ingenomen door degene die in de laatste stap aan A1 verkoopt. Indien er meerdere stappen zijn weet A1 dus niet dat vóór de TTF E3 verantwoordelijk was voor het gas.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 65/87
5.3
Leverancier koopt gas van ander (Case 1.3)
Case 1.3 is ook in hoofdstuk 3 genoemd, de tweede veel voorkomende situatie. Een verbruiker koopt zijn gas bij E1 en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan diezelfde E1. E1 koopt het gas van E2 en draagt de programmaverantwoordelijkheid weer over aan E2. Beschrijving Handel
PV
Invoeding 1
-103
Invoeding 1 -98
-103
E2;-100
Ook simpel geval: Afnemer koopt van leverancier E1. E1 koopt van E2. E2 is PV. E2 komt niet als leverancier in het aansluitingenregister voor. E2 koopt het gas op Invoeding 1. Handelsrelaties Afnemer1 koopt van E1 E1 koopt van E2 E2 koopt van producent Y op Invoeding 1
E2;100 VPPV E2;-100
E1;100 Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
101
Afnemer 1
Nominaties bij de NB Invoeding 1: E2 -100 van Y (+vv) Aansluiting 1: Niet nodig “Nominaties” bij PV E2 E1 moet aan E2 de afnameverwachting van Afnemer 1 melden.
Handelsallocaties Invoeding 1: E2 -103 van Y Aansluiting 1: E1 101 aan afnemer1
E2;100 Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
95
101
Afnemer 1
Programma's Entryprogramma E2: -100 op Invoeding 1 100 op VPPV aan E2 Exitprogramma E2: 100 op Exit 1 -100 op VPPV van E2
PV E2: op Invoeding 1: E2: op VPPV met E2 E2: op VPPV met E2 E2: op Aansluiting 1 Opmerkingen - Afnemer1 koopt gas van E1 (exclusief) - E1 koopt van E2 (balancerend) - Afnemer1 draagt PV over aan E1 en die draagt het over aan E2 (middels een switchbericht). In de registers staat PV = E2 - Producent Y verkoopt gas aan E2 op Invoeding 1 - Producent Y draagt PV over aan E2. - Er zijn mogelijk meer PV-ers op Invoeding 1 (niet in tekening)
POS E2: (-98+100)-(-100+100) + (-100+95)-(-100+100) = -3 (te veel erin long) Settlement E2: [(-103+100)-(-100+100)] - [+2] + [(-100+101)-(-100+100)] - [-5] = +1 (E2 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net)
Figuur 5.3: Case 1.3 Deze situatie komt momenteel veelvuldig voor in Nederland als voortzetting van de situatie van die voor 1 juli 2004 voor kleinverbruikers gold.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 66/87
5.4
Optie 3 uit Memorie van toelichting (Case 1.4)
Case 1.4 lijkt strek op case 1.1. Het verschil is dat E2 het gas nu niet van een willekeurig entry punt haalt maar van de TTF. Deze case komt overeen met optie 3 uit de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel. Beschrijving Handel
PV Invoeding 2
Invoeding 2
-98
-103
-103 E3;-100
E3;-100
E3;100 TTF
Handelsrelaties Afnemer 1 met E2 op Aansluiting 1 E2 met E3 op TTF E3 met producent Y op Invoeding 2
E3;100 VPPV
E2;-100
E2;-100
E2;100 Aansluiting 1 (onttrekking) 101
Vraag=100 Afnemer 1
E2;100 Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
95
Afnemer 1
Nominaties bij de NB Invoeding 2: E3 -100 van Y (+vv) TTF: E3 100 naar E2
TTF: E2 -100 van E3 Aansluiting 1: Niet nodig
Handelsallocaties E3 Invoeding 2: -103 van Y E3 TTF: 100 aan E2 E2 TTF: -100 van E3 E2 Aansluiting 1: 101 aan E2
Programma's Entryprogramma E3: -100 op Invoeding 2 100 op VPPV aan E2 Exitprogramma E2: 100 op Aansluiting 1 -100 op VPPV van E3
Optie 3 uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel: de programmaverantwoordelijke (=afnemer A1) draagt de inkoop van gas en zijn eigen programmaverantwoordelijkheid over aan E2. E2 is PV. E2 koopt op TTF van E3. E3 is tussen Invoeding en TTF.
101
PV E2 op Aansluiting 1 E2 op VPPV (TTF) met E2 E3 op VPPV (TTF) met E3 E3 op Invoeding 2 Opmerkingen -De afnemer koopt van E2 -De afnemer draagt de programmaverantwoordelijkheid over aan E2 -De rol van E2 zou door de afnemer zelf ingevuld kunnen worden. Dan krijg je optie 1 uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel en case 1.2.
POS E3: (-98+100)-(-100+100)=+2 (te weinig in gedaanshort) E2: (-100+95)-(-100+100)=-5 (te weinig uit gehaald)long) Settlement E3: [(-103+100)-(-100+100)]- [+2]=-5 (E3 blijkt meer in het net gestopt te hebben het net koopt extra) E2: [(-100+101)-(-100+100)]-[-5]=+6 (E2 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net)
Figuur 5.4: Case 1.4 (optie 3 uit Memorie van toelichting)
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 67/87
5.5
Verbruiker koopt gas van een leverancier en draagt PV over aan een derde (Case 2.1)
Case 2.1 is al in paragraaf 3.2 beschreven, als derde van de veel voorkomende situaties. Een verbruiker koopt zijn gas bij E2 en draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan E1. In dit geval zal E2 ergens een vaste hoeveelheid gas moeten kopen, die wordt afgeleverd bij de verbruiker. E1 moet ten behoeve van het opstellen van zijn programma op de hoogte zijn van de vaste hoeveelheid die E2 aan de verbruiker levert. Dit zou kunnen gebeuren via een nominatie of op een andere wijze. Verder is E1 verantwoordelijk voor het (positieve of negatieve) verschil tussen het programma en de daadwerkelijke afname en zal hij dit verschil uiteindelijk moeten verrekenen. Dit verschil is in de praktijk “geleverd” door E1 aan de verbruiker. Beschrijving Handel
- Variant op Optie 2 uit wetsvoorstel, case 2.2 - Afnemer A1 koopt al zijn gas bij E2, maar besteed zijn PV uit aan E1 - Dit komt er op neer dat afnemer A1 alles wat hij in case 2.2 zelf doet overdraagt aan leverancier E2, maar zijn PV uitbesteedt aan E1
PV
Handelsrelaties Afnemer A1 met E2 (deemed)
Z5;100 TTF
VPPV
PV E1 (exitprogramma) op Aansluiting 1 E1 op VPPV (TTF) met E2
E2;-100
E1;B
E2;100
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
E2 meldt zijn levering aan Afnemer1 NIET aan de NB maar aan de PV-er E1, die de afwikkeling van de handel verzorgt.
E1;100
101
Afnemer A1 Nominaties bij de NB TTF: E2 van Z5 -100 TTF: E1 van E2 -100
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
99
101
Afnemer A1
Opmerkingen -Variant op de meer algemene case 2.3 -de aflevernominaties van E2 op Exit1 kunnen zo lang van te voren ingediend worden als de systemen toestaan. -De overdracht van de programmaverantwoordelijkheid door Afnemer A1 aan E1 wordt eenmalig vastgelegd in het aansluitingenregister. -E1 zal wel dagelijks een programma moeten indien bij GTS
Programma's Exitprogramma E1: -100 op TTF van E2 100 op Aansluiting 1
“Nominaties” bij PV E1 Aansluiting 1: E2 100 aan Afnemer1, gekocht op TTF
Handelsallocaties door de NB Z5 TTF: 100 aan E2 E2 TTF: 100 aan E1 E1 Aansluiting 1: 101
POS E1 Exit: (-100+99)-(-100+100)=-1 (long)
Settlement E1 Exit: [(-100+101)-(-100+100)]-[-1]=+2
Figuur 5.5: Case 2.1 (1 Leverancier, 1 erkende programmaverantwoordelijke) Merk op dat in tegenstelling met de huidige situatie de handelsallocatie aan E1 ook negatief kan zijn. Aangezien de handelstransacties door de erkende programmaverantwoordelijke verwerkt worden, zal dit geen invloed hebben op de systemen van de netbeheerders. In de systemen van de netbeheerders zal er één allocatie zijn aan het paar dat gevormd wordt door leverancier E2 en erkende programmaverantwoordelijke E1. Ten behoeve van zijn exit programma moet E1 weten dat het gas dat hij op het VPPV overgedragen krijgt afkomstig is uit een transactie van E2 op de TTF, in dit geval heeft E2 dit gas verkregen door een handelstransactie met Z5, maar niet dat dit gas afkomstig is van Z5
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 68/87
5.6
Optie 2 uit Memorie van toelichting (Case 2.2)
Case 2.2 verschilt van case 2.1 uitsluitend daarin, dat de afnemer zelf de rol van leverancier E2 uit case 2.1 op zich neemt. Daarmee komt deze case overeen met optie 2 uit de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel. Beschrijving Handel Invoeding 1
PV
Invoeding 2
Invoeding 2
Invoeding 1 -101
E3;-100
E3;100
E1; 0
E3;100 VPPV
E2;-100
E1;0
E1;-100
E2;100 Aansluiting 1
Vraag=100
E1;100 Aansluiting 1
101
Afnemer E2
Vraag=100
99
101
Afnemer E2
Nominaties bij de NB Invoeding2: E3 -100 van Y (+vv) TTF: E3 100 naar E2 TTF: E2 -100 van E3 TTF: E2 100 naar E1 TTF: E1 100 van E2
Programma's Entryprogramma E3: -100 op Invoeding 2 100 op VPPV aan E1 Exitprogramma E1: -100 op VPPV van E3 100 op aansluiting 1
“Nominaties” bij PV E1 Aansluiting: E2 100 aan Afnemer E2, gekocht op TTF Handelsallocaties E1 Invoeding 1: 1 van X E3 Invoeding 2: 100 van Y E2 TTF: -100 van E3 E3 TTF: 100 aan E2 E1 TTF: -100 van E2 E2 TTF: 100 aan E1 E2 Aansluiting1: 100 E1 Aansluiting1: 101
Optie 2 uit wetsvoorstel: De programmaverantwoordelijke (=afnemer E2) koopt en verkoopt zelf gas, maar draagt zijn programmaverantwoordelijkheid over aan een ander
-101 E3;-100
E1;0
TTF
E1;B
-101
Handelsrelaties Afnemer E2 op Aansluiting 1 met E1 (vooraf onbepaalde hoeveelheid) E2 met E3 op TTF E1 met producent X op Invoeding 1 E3 met producent Y op Invoeding 2 PV E1 (entryprogramma) op Invoeding 1 en VPPV met E1 E1 (exitprogramma) op aansluiting 1, VPPV met E1 en VPPV (TTF) met E2 E2 (handelsprogramma) op TTF en met E1 E3 (entryprogramma) op Invoeding 2, VPPV met E1 en VPPV (TTF) met E2 Opmerkingen - De handelsrelatie van E2 met E1 op Aansluiting1 is geen handelsrelatie volgens het wetsvoorstel, maar volgt uit de implementatie in de systemen van het feit dat wanneer E2 meer (of minder) gas afneemt dan hij genomineerd heeft E1 automatisch een beetje gas levert (of inkoopt) -Variant op de algemene case 2.3 -E2 koopt alles zelf, maar besteed PV uit aan E1 -E2 en E3 kunnen hun onderlinge transacties zo lang van te voren indienen als de systemen toestaan, evenals de aflevernominaties van E2 op Aansluiting1. -De overdracht van de programmaverantwoordelijkheid door Afnemer E2 aan E1 wordt eenmalig vastgelegd in het aansluitingenregister. -E1 zal wel dagelijks een programma moeten indien bij GTS
POS E1 Entry : (0-0)-(0-0)=0 E1 Exit: (-100+99)-(-100+100)=-1 (long) E3 Entry : (-101+100)-(-100+100)=-1 (long) Settlement E1 Entry : [(0-0)-(0-0)]-[0]=0 E1 Exit: [(-100+101)-(100-100)]-[-1]=+2 (short) E3 Entry : [(-101+100)-(-100+100)]-[-1]=0
Figuur 5.6: Case 2.2 (optie 2 uit Memorie van toelichting)
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 69/87
5.7
Verbruiker koopt gas van meerdere leveranciers, waarvan er een de programmaverantwoordelijkheid invult (Case 2.3)
Case 2.3 is een veralgemenisering van case 2.1. In dit geval is E1 niet slechts de “leverancier” van het verschil tussen het programma en de realisatie van afnemer A1, maar levert E1 zelf het verschil tussen de vaste hoeveelheid die door E2 geleverd wordt en de afname van afnemer A1. In andere bewoordingen: E2 levert een vaste hoeveelheid en E1 levert “de rest”. De levering van E1 wordt ook wel balancerend genoemd. Een voorbeeld van deze situatie kan zijn een baseload levering door E2, naast een balancerende levering door E1. Beschrijving Handel -79 Invoeding 1
PV
-79
Invoeding 2 -21
E1;-80
-79 Invoeding 1
E3;-20
Z5;20
E1;-80
TTF
E1;B
Invoeding 2
Z5;20 VPPV
Z4;-20
E1;-80
Z4;-20
E2;20
E1;100
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
-21
E3;-20
E1;80
E2;-20
-21
101
Afnemer 1 Nominaties bij de NB Invoeding 2: E3 -20 van Y (+vv) TTF: E3 -20 van Z4 TTF: Z4 20 naar E3 Invoeding 1: E1 -80 van X (+vv) TTF: E2 -20 van Z5 TTF: Z5 20 naar E2 TTF E1 -20 van E2 TTF E2 20 naar E1 “Nominaties” bij PV E1 aansluiting 1: E2 20 aan Afnemer1, gekocht op TTF Handelsallocaties E1 Invoeding 1: -79 van X E3 Invoeding 2: -21 van Y Z4 TTF: 20 van E3 Z5 TTF: -20 aan E2 E1 aansluiting 1: 101
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
99
101
Afnemer 1 Programma's Entryprogramma E3: -20 op Invoeding 2 20 op VPPV (TTF) aan Z4 Entryprogramma E1: -80 op Invoeding 1 80 op VPPV aan E1 Exitprogramma E1: 100 op aansluiting 1 -80 op VPPV van E1 -20 op VPPV (TTF) van E2
-Dit is een meer algemene versie van case 2.1 -De afnemer koopt van E2 een vaste hoeveelheid en van E1 het verschil tussen de meting en de vaste hoeveelheid, d.w.z. een vooraf onbepaalde hoeveelheid -E1 heeft net als in case 2.2 de programmaverantwoordelijkheid formeel overgedragen gekregen van afnemer1 Handelsrelaties Afnemer1 op aansluiting 1 met E1 (vooraf onbepaalde hoeveelheid) en E2 (deemed) Z4 met Z5 op TTF E1 met producent X op Invoeding 1 E3 met producent Y op Invoeding 2 PV E1 (entryprogramma) op Invoeding 1 en VPPV met E1 E1 (exitprogramma) op aansluiting 1, VPPV met E1 en VPPV (TTF) met E2 E3 (entryprogramma) op Invoeding 2, VPPV met E1 en VPPV (TTF) met Z5 E2 meldt zijn levering aan Afnemer1 NIET aan de NB maar aan de PV-er E1, die de afwikkeling van de handel verzorgt. Zie ook tekst bij case 2.1. Opmerkingen - Zie de opmerkingen bij case 2.1
POS E1 Entry : (-79+80)-(-80+*9)=+1 (short) E1 Exit: (-100+99)-(-100+100)=-1 (long) E3 Entry : (-21+20)-(-20+2))=-1 (long) Settlement E1 Entry : [(-79+80)-(-80+*9)]-[+1]=0 E1 Exit: [(-100+101)-(-100+100)]-[-1]=+2 E3 Entry : [(-21+20)-(-20+20)]-[-1]=0
Figuur 5.7: Case 2.3 (2 leveranciers en 1 erkende programmaverantwoordelijke) In tegenstelling tot de huidige praktijk kan de levering door E1 in dit voorbeeld negatief zijn, tot -20 indien de afname 0 is. Indien dit bezwaarlijk is moet deze situatie middels contractuele bepalingen ontmoedigd worden. Omdat er in deze case veel handel mogelijk is, moet er ook veel geregeld worden:
E1 moet weten hoeveel afnemer1 als totaal verwacht af te nemen en hoeveel afnemer1 krijgt van E2. E1, afnemer1 en E2 stemmen dit eerst onderling af. E1 en E2 weten dan hoeveel zij op het VPPV aan elkaar moeten overdragen.
De overdracht van E2 naar E1 wordt onderling geregeld, bijvoorbeeld middels een nominatie. De netbeheerder speelt hier geen enkele rol in. In de systemen van de netbeheerders zal er één allocatie zijn aan het paar dat gevormd wordt door leverancier E2 en erkende programmaverantwoordelijke E1.
E2 moet als partij die handelt op TTF een PV-erkenning hebben.
Middels de “exitnominatie” van E2 op Aansluiting 1 bij E1 weet E1 hoeveel E2 levert aan Afnemer1 voor de handelsallocatie op Aansluiting 1.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 70/87
Een erkende programmaverantwoordelijke (handelaar) zoals E2 kan handelen op TTF én aan de klant afleveren. Day-ahead is zijn handelsprogramma in balans. Within-day dient deze balans zo eenvoudig mogelijk in stand gehouden te worden. Dit moet gebeuren door hernominaties die E2 doet op de TTF en hernominaties die E2 doet op het exit punt ook door te geven aan E1.
E1 zal als PV beide handelsallocaties op Aansluiting 1 (dus aan E1 en aan E2) moeten bepalen.
Voor de netbeheerder zijn de activiteiten van E2 met zijn klant niet zichtbaar
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 71/87
5.8
Twee leveranciers met maxbalans (Case 3.1)
In case 3.1 is er sprake van twee leveranciers die samen verantwoordelijk zijn voor het gas dat ten behoeve van Aansluiting 1 worden geleverd. Beschrijving Handel -79 Invoeding 1
PV
-79
Invoeding 2 -21
E1;-80
-79 Invoeding 1
E3;-20
Z5;20
Invoeding 2
E1;-80
-Deze case verschilt hierin van case 2.3 dat aan de levering door E1 een maximum is gekoppeld. -Ten aanzien van de programma’s is er echter geen verschil, E2 meldt immers zijn levering aan Afnemer1 NIET aan de NB maar aan de PV-er E1, die de afwikkeling van de handel verzorgt, inclusief de maximering van de bijdrage van E1
Z5;20 VPPV
E2;-20
Z4;-20
E1;-80
Z4;-20
E2;20
E1;100
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
-21
E3;-20
E1;80 TTF
E1;B; MAX
-21
101
Afnemer 1
Aansluiting 1 (onttrekking) Vraag=100
99
101
Afnemer 1
Nominaties bij de NB Invoeding 2: E3 -20 van Y (+vv) TTF: E3 20 van Z4 TTF: Z4 -20 naar E3 Invoeding 1: E1 -80 van X (+vv) TTF: E2 20 van Z5 TTF Z5 -20 naar E2 TTF E1 20 van E2 TTF E2 -20 naar E1 “Nominaties” bij PV E1 Exit1: E2 20 aan Afnemer1, gekocht op TTF
Programma's Entryprogramma E3: -20 op Invoeding 2 20 op VPPV (TTF) aan Z4 Entryprogramma E1: -80 op Invoeding 1 80 op VPPV (TTF) aan E1 Exitprogramma E1: 100 op Exit 1 -80 op VPPV van E1 -20 op VPPV (TTF) van E2 POS E1 Entry : (-79+80)-(-80+80)=+1 (short) E1 Exit: (-100+99)-(-100+100)=-1 (long) E3 Entry : (-21+20)-(-20+20)=-1 (long)
Handelsallocaties E1 Invoeding 1: 79 van X E3 Invoeding 2: 21 van Y Z4 TTF: 20 van E3 Z5 TTF: 20 aan E2 E2 aansluiting 1: 20 E1 aansluiting 1: 81
Settlement E1 Entry : [(-79+80)-(-80+89)]-[+1]=0 E1 Exit: [(-100+101)-(-100+100)]-[-1]=+2 E3 Entry : [(-21+20)-(-20+20)]-[-1]=0
Figuur 5.8: Case 3.1 (2 leveranciers met maxbalans) Ook in deze situatie zal er één partij verantwoordelijk zijn voor de balancering. Deze partij zal de handelstransacties die betrokken leveranciers overeengekomen zijn moeten verwerken in zijn programma’s en bij de afwikkeling van handel en transport. In principe kunnen partijen daarbij zelf bepalen welke variëteit aan constructies verwerkbaar zijn. Hieronder valt ook de maxbalansrelatie op het exitpunt. De netbeheerder heeft geen enkele taak in de facilitering van de handelsafspraken en hoeft ook niet op de hoogte te zijn van deze afspraken. In de case is een voorbeeld gegeven van de maxbalansrelatie. De afnemer koopt op Aansluiting 1 van E2 een vaste hoeveelheid en van E1 het verschil tussen de meting en de vaste hoeveelheid, d.w.z. een vooraf onbepaalde hoeveelheid. Deze vooraf onbepaalde hoeveelheid is echter wel aan een maximum verbonden, boven dit maximum wordt het meerdere weer door E2 geleverd. In de systemen van de netbeheerders zal er één allocatie zijn aan het paar dat gevormd wordt door leverancier E2 en PV-er E1.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 72/87
5.9
Balansrelatie op TTF (Case 4.1)
Zoals reeds besproken in paragraaf 4.6.11 geeft een balansrelatie een (balansontvangende) erkende programmaverantwoordelijke de mogelijkheid om op de TTF van een wederpartij (de balansleverende PV) een hoeveelheid gas te kopen, waarvan de omvang vooraf onbekend is en gelijk is aan de fysieke levering op één of meerdere binnenlandse verbruikspunten (rekening houdend met een eventuele demping aan exitzijde welke in het exitprogramma is vastgelegd). In het volgende voorbeeld (tabel 5.1) wordt duidelijk hoe een balansrelatie kan werkt. Een balansontvangende PV heeft een balansrelatie met een balansleverende PV. Het gehele exitportfolio wordt door de balansleverende PV gebalanceerd; het betreft hier dus een balansrelatie zonder beperkingen (100% balancerend). In dit getallenvoorbeeld is de demping fictief en bestaat de gasdag uit slechts 10 uren.
Tabel 5.1: Voorbeeld van een balansrelatie Exit programma
Realisaties
balansleverende
balansleverende
PV
PV
Onbalans (POS)
Afwijking
balansontvangende PV
Uur
VPPV*
Exit
TTF**
Exit(s)
Entry
Exit
Entry-Exit
1
12
9
13
10
+1
+1
0
2
12
11
12
11
0
0
0
3
12
10
11
9
-1
-1
0
4
12
12
13
13
+1
+1
0
5
12
14
12
14
0
0
0
6
12
15
12
15
0
0
0
7
12
14
13
15
+1
+1
0
8
12
13
14
15
+2
+2
0
9
12
12
11
11
-1
-1
0
10
12
10
10
8
-2
-2
0
Totaal
120
120
121
121
+1
+1
0
*
)
**
Entry programma van balansleverende PV dient op bovenstaand exit programma aan te sluiten
) Berekende hoeveelheid door de balansrelatie (balansleverende PV levert genoemde hoeveelheid op TTF)
In tabel 5.1 dient de balansleverende erkende programmaverantwoordelijke een programma in (blauwe gedeelte) waarin de demping (welke aan exitzijde gedefinieerd is) is verwerkt. De balansleverende PV dient een entryprogramma in welke aansluit aan het exitprogramma van de balansontvangende PV. Tijdens de realisatie (oranje gedeelte) wordt de hoeveelheid gas welke overgedragen wordt op de TTF zodanig berekend door de balansrelatie dat daarmee de onbalans van de balansontvangende PV afwezig is. Hierbij wordt er zorg voor gedragen dat de afwijking t.o.v. het programma aan entryzijde (TTF) even groot is als aan exitzijde (exits), dit is te zien in het gele gedeelte. Uiteindelijk is de levering zodanig dat de onbalans voor de balansontvangende partij (roze gedeelte) nul is. Ter verdere verduidelijking zijn er drie voorbeelden uitgewerkt met oplopende complexiteit. In case 4.1a (zie figuur 5.9) is er sprake van een balansrelatie tussen E1 en E2, 100% van het portfolio van E2 wordt door E1 geleverd.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 73/87
Beschrijving Handel Invoeding 1
PV 198
Invoeding 2
Invoeding 2
Invoeding 1
-E2 heeft voor het gedeelte van zijn totale portefeuille dat levert aan binnenlandse exits een balancerende handelsrelatie met E1
198 E1;-200
Handelsrelaties E2 met Aansluiting 1 E2 met E1 op TTF balancerende handelsrelatie E1 met Invoeding 1
E1;-200
E1;200 VPPV E1;-200 E1;+200
E1;+200 TTF-B
TTF-B
E2;B (-200)
E2;B (-200) E2;B (200)
E2;B (200)
Aansluiting 1
Aansluiting 1
Vraag=200
Vraag=200
Afnemer 1
E1Invoeding :198 van X
202
Afnemer 1
Nominaties E1 200 van X op Invoeding 1 E2 met E1 balancerende handelsrelatie
Handelsallocaties
201
PV E2 (exit programma) geen (volledige balancerende handelsrealatie) E1 (entry programma) op Invoeding 1 en op VPPV met E1 E1 exit programma) op TTF-B met E2 en op VPPV met E1 Opmerkingen -E2 zal wel ten behoeve van Aansluiting 1 een schatting moeten maken en die aan E1 moeten aanleveren, anders kan E1 geen programma maken, e.e.a. uiteraard afhankelijk van de onderlinge afspraken. -E2 dient geen programma in voor het gedeelte dat onder de balancerende handelsrelatie valt. Dit programmagedeelte dient te worden ingebracht door E1. -Zowel ten aanzien van de balancerende levering op het TTF als de balancerende handelsrelatie tussen de PV's geldt dat de berichten eenmalig voor langere tijd ingestuurd kunnen worden. -E1 zal dagelijks een programma in moeten dienen.
Programma's E1 200 op Invoeding 1 E1 200 op VPPV aan E1 E2 200B op TTF-B van E1
POS E2: 0 E1: (-198+200)-(-200+200) + (-200+201)-(-200+200)=+3 (short)
E2 TTF-B: 202 van E1 Settlement E2:0 E1:[(-198+200)-(-200+200)]-[+2] + [(-200+202)-(-200+200)]-[+1]=-+1 (short)
Figuur 5.9: Case 4.1a: eenvoudige 1 op 1 case. E1 heeft day ahead een exit programma ingediend waarin het deel exitprogramma ten behoeve van E2 herkenbaar is opgenomen, E1 dient tevens een aansluitend entry programma in. Gedurende de gasdag levert E1 exact die hoeveelheid via de TTF-B die E2 nodig heeft om zijn markt te kunnen bedienen. Hiertoe krijgt E1 near real-time de geaggregeerde informatie over de afzet van de verbruikersmarkt van E2. In dit geval dus de afzet van Afnemer 1.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 74/87
In case 4.1b is er ook een balansrelatie tussen 2 erkende programmaverantwoordelijken afgesproken, echter deze is beperkt tot één afnemercategorie (G1A). E1 levert via de balansrelatie exact die hoeveelheid die nodig is voor de afnemers met categorie G1A. In het programma wordt de prognose voor deze marktcategorie ingediend (door E1). Voor het restant zal E2 een andere leverancier moeten zoeken (in het voorbeeld levert hij zelf het gas voor de rest van zijn markt).
Beschrijving Handel Invoeding 1
PV -49
Invoeding 2
-50
-147 E1;-50
-148
Invoeding 2
Invoeding 1
-50
-147 E1;-50
E2;-150
E1;50
E2;150
E2;-150
VPPV E1;-50
E1;B,(G1A) (50) TTF-B E2;B
E2;-150
E1;50 TTF-B
E2;B
E2;B (rest)
Aansluiting 1 Vraag=200
E2;-50
E2;50
49
= G1A = Totaal
Afnemer 1
Vraag=200
Handelsrelaties -E2 met Aansluiting 1 -E2 op TTF-B balancerende handelsrelatie met E1 (vooraf onbepaalde hoeveelheid) voor AC G1A -E1 met producent X op Invoeding 1 -E2 met producent Y op Invoeding 2 PV E1 (entryprogramma) op Invoeding 1 en VPPV met E1 E1 (exitprogramma) op VPPV met E1 en TTF-B met E2 E2 (entryprogramma) op Invoeding 2 en VPPV met E2 E2 (exitprogramma) op Aansluiting 1, TTF-B met E1 en VPPV met E2
E2;150
Aansluiting 1
202
-E2 heeft voor het gedeelte van zijn portfolio dat levert aan Afname Categorie G1A (van de binnenlandse exits) een balancerende handelsrelatie met E1. De rest van het portfolio wordt beleverd door E2 zelf
48
49
= G1A
201
202
= Totaal
Afnemer 1
Opmerkingen -E2 zal dagelijks ten behoeve van Aansluiting 1 (rest) dagelijks een exit programma moeten indienen. -E1 zal dagelijks ten behoeve van Aansluiting 1 (G1A) een exit programma moeten indienen. -E2 zal dagelijks ten behoeve van Invoeding 2 een entry programma moeten indienen -E1 zal dagelijks ten behoeve van Invoeding 1 een entry programma moeten indienen - Ten aanzien van de balancerende handelsrelatie op het TTF-B tussen de portfolio’s van de PV’ers geldt dat de hiervoor noodzakelijke nominatieberichten eenmalig voor langere tijd ingestuurd kunnen worden. -De prognose voor de balancerende handelsrelatie is dat er 50 eenheden gas nodig zijn om het G1A segment van E2 door E1 te laten beleveren. De rest (150 eenheden) wordt door E2 zelf beleverd.
Nominaties E1 -50 van X op Invoeding 1 (+vv) E2 -150 van Y op Invoeding 2 (+vv) E2 met E1 balancerende handelsrelatie voor AC G1A
Programma's E1 -50 op Invoeding 1 E2 -150 op Invoeding 2 E1 50 op VPPV aan E1 E2 150 op VPPV aan E2 E1 B,(G1A) op TTF-B aan E2 E2 B,(G1A) op TTF-B van E1 E2 150 op Aansluiting 1
Handelsallocaties E1 Invoeding 1: -50 van X E2 Invoeding 2: -147 van Y E1 TTF-B: -49 aan E2 E2 TTF-B: 49 van E1 E2 Aansluiting 1: 202
POS E1: ((-49+50)-(-50+50)) + ((-50+48 [TTF-B]-(-50+50)) = -1 (long) E2: ((-148+150)-(-150+150)) + ((-150+(201-48)-(-150+(200-50))) = +5 (short) Settlement E1: [(-50+50)-(-50+50)]-[+1] + [(-50+49 [TTF-B]-(-50+50)]-[-2] =+0 E2: [(-147+150)-(-150+150)]-[2] + [(-150+(202-49)-(-150+(200-50)]-[3] = +1
Figuur 5.10: Case 4.1b: Balansrelatie beperkt tot één afnemercategorie
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 75/87
In case 4.1c is er een balansrelatie afgesproken tussen twee balansleverende erkende programmaverantwoordelijken (E1 en E2) die samen 90% van het benodigde volume leveren aan een balansontvangende erkende programmaverantwoordelijke E3). De resterende 10% wordt door de balansontvangende PV zelf geleverd. E3 zal met ieder van de balansleverende erkende programmaverantwoordelijken (E1 en E2) een balansrelatie afspreken met een percentage van 45%, hiervoor zal telkens een programma overdracht op de VPPV worden gedefinieerd. Daarnaast dient E3 een programma overdracht met zichzelf in te dienen voor de resterende 10%. Handel
PV
Beschrijving -89
-93
Invoeding 1
Invoeding 2
E1;-90
E2;-90
-19
-89
Invoeding 3 E3;-20
-89
Invoeding 1
-92
-93
Invoeding 2
-21
-19
Invoeding 3
E1;-90
E2;-90
E3;-20
E1;90
E2;90
E3;20
VPPV E1;B,(45%)
E2;B,(45%)
E1; 90
TTF-B E3;B
E3;B
Aansluiting 1 Vraag=200
E3; 90
E3;90
E3;20
Aansluiting 1 182
= 90%
202
= Totaal
Vraag=200
Handelsrelaties -E3 met Aansluiting 1 -E3 op TTF-B balancerende handelsrelatie met E1 voor 45% -E3 op TTF-B balancerende handelsrelatie met E2 voor 45% -E1 met producent X op Invoeding 1 -E2 met producent Y op Invoeding 2 -E3 met producent Z op Invoeding 3
E3;-20
E2; 90
TTF-B
E3;B
-E3 heeft voor 90% van zijn gehele portfolio (levert alleen aan binnenlandse exits) een balancerende handelsrelatie met E1 en E2 (ieder 50%). De rest van het portfolio (10%) wordt beleverd door E3 zelf
184
182
= 90%
205
203
= Totaal
PV E1 (entry programma) op Invoeding 1 en VPPV met E1 E2 (entry programma) op Invoeding 2 en VPPV met E2 E3 (entry programma) op Invoeding 3 en VPPV met E3 E1 (exit programma) op VPPV met E1 en TTF-B met E-3 E2 (exit programma) op VPPV met E2 en TTF-B met E-3 E3 (exitprogramma) op Aansluiting 1, TTF-B met E1, TTF-B met E2 en VPPV met E3 Opmerkingen -E3 zal dagelijks ten behoeve van Aansluiting 1 (rest) dagelijks een exit programma moeten indienen. -E1 zal dagelijks ten behoeve van Aansluiting 1 (45%) een exit programma moeten indienen. -E2 zal dagelijks ten behoeve van Aansluiting 1 (45%) een exit programma moeten indienen -E1 zal dagelijks ten behoeve van Invoeding 1 een entry programma moeten indienen -E2 zal dagelijks ten behoeve van Invoeding 2 een entry programma moeten indienen -E3 zal dagelijks ten behoeve van Invoeding 3 een entry programma moeten indienen
Afnemer 1
Afnemer 1
Nominaties E1 -90 van X op Invoeding 1 (+vv) E2 -90 van Y op Invoeding 2 (+vv) E3 -20 van Z op Invoeding 3 (+vv) E3 met E1 balancerende handelsrelatie voor 45% E3 met E2 balancerende handelsrelatie voor 45%
Programma's E1 -90 op Invoeding 1 E1 90 op VPPV aan E1 E2 -90 op Invoeding 2 E2 90 op VPPV aan E2 E3 -20 op Invoeding 3 E3 20 op VPPV aan E3 E3 B,(45%) op TTF-B aan E2 E3 B,(45%) op TTF-B van E1 E2 20 op Aansluiting 1
Handelsallocaties E1 Invoeding 1: -89 van X E2 Invoeding 2: -93 van Y E3 invoeding 3: -19 van Z E1 TTF-B: -91 aan E3 E2 TTF-B: -91 aan E3 E2 Aansluiting 1: 202
POS E1: ((-89+90)-(-90+90)) + ((-90+92 [TTF-B]-(-90+90)) = +3 (short) E2: ((-92+90)-(-90+90)) + ((-90+92 [TTF-B]-(-90+90)) = 0 E3: ((-21+20)-(-20+20)) + ((-20+(205-184))-(-20+(200-180))) = 0 Settlement E1: [(-89+90)-(-90+90)]-[+1] + [(-90+91 [TTF-B]-(-90+90)]-[+2] =-1 E2: [(-93+90)-(-90+90)]-[-2] + [(-90+91 [TTF-B]-(-90+90)]-[+2] =-2 E3: [(-19+20)-(-20+20)]-[-1] + [(-20+(203-182)-(-20+(200-180)]-[+1] =+2
Figuur 5.11: Case 4.1c: Balansrelatie tussen twee leverende erkende programmaverantwoordelijken met één ontvangende PV waarbij 90% van de benodigde hoeveelheid door de balansleverende erkende programmaverantwoordelijken geleverd wordt.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 76/87
5.10 Invoeder doet levering en draagt PV-schap zelf (Case 5.1) In de volgende cases wordt ingegaan op de situatie aan entry-zijde. Case 5.1 is het spiegelbeeld van case 1.2 en komt evenals die case overeen met optie 1 van de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel. Om de symmetrie met de situatie aan exit-zijde te benadrukken zijn in de figuren entry en exit van plaats gewisseld ten opzichte van eerdere figuren. Beschrijving Handel
PV Aansluiting 2
Aansluiting 2 103
103
E3;100
E3;100
E3;-100
E3;-100
TTF
VPPV
P1;100
P1;100
P1;-100
P1;-100
Invoeding 1
-95
Aanbod=100
P1
- Spiegelbeeld van Case 1.2 - Afnemerproducent; Exit1Entry1; etc. - Werkt ook op binnenlandse verzamelleidingen, inclusief zee leidingen - P1 als verkoper is niet nodig
Optie 1 van uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel: de programmaverantwoordelijke (=producent P1) draagt zijn eigen programmaverantwoordelijkheid en verkoopt zelf zijn gas. P1 is E1. P1 verkoopt zijn gas op het TTF aan leverancier E3. E3 is voor het gas dat hij aflevert op exit2 en op het TTF koopt van P1 programmaverantwoordelijk Handelsrelaties Producent P1 met E3 op TTF E3 met afnemer Y op Exit1
Invoeding 1 -101
Aanbod=100
98
-101
P1
PV P1 op Invoeding 1 P1 op VPPV (TTF) met E3 E3 op VPPV (TTF) met P1 E3 op Aansluiting 2
Nominaties Aansluiting 2: niet nodig TTF:E3 -100 van P1 TTF P1 100 naar E3 Invoeding 1: Niet nodig
Programma's Exitprogramma E3: E3 100 op Aansluiting 2 E3 -100 op VPPV (TTF) van P1 Exitprogramma A1: P1 100 op VPPV (TTF) aan E3 P1 -100 op Invoeding 1
Handelsallocaties E3 Aansluiting 2: 103 aan Y E3 TTF: 100 van P1 P1 TTF: 100 aan E3 P1 Entry1: -100
POS E3 Exit:(-100+98)- (-100+100) =-2 (te weinig uit gehaaldLong) P1 Entry: (-95+100)-(-100+100)=+5 (te weinig in gedaan)short)
Opmerkingen -De producent P1 draagt zelf de programmaverantwoordelijkheid
Settlement E3: [(-100+103)-(-100+100)]- [-2]=+5 (E3 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net) P1: [(-101-100)-(-100+100)]-[+5]=-6 (P1 blijkt meer in het net gestopt te hebben het net koopt extra)
Figuur 5.12: Case 5.1 (producent is zelf PV) Merk op dat doordat entry en exit verwisseld zijn POS en settlement ten opzichte van case 1.2 van teken gewisseld zijn. Doordat op veel entrypunten meerdere producenten aanwezig zijn, die allen zelf hun programmaverantwoordelijkheid kunnen uitoefenen, geldt deze case ook voor die punten. In dit geval worden als near real-time en off-line entrywaarden niet de metingen maar de near real-time en off-line allocaties gebruikt.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 77/87
5.11 Invoeder draagt levering en PV-schap over (Case 5.2) Indien de producent niet zelf de verkoopt wil doen en de programmaverantwoordelijkheid wil dragen komen we uit in case 5.2, hetgeen het spiegelbeeld is van case 1.4. Beschrijving Handel
PV Aansluiting 2
Aansluiting 2
98
103
103 E3;100
E3;100
E3;-100 TTF
E3;-100
Optie 3 uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel: de programmaverantwoordelijke (=producent 1) draagt de inkoop van gas en zijn eigen programmaverantwoordelijkheid over aan verkoper E2. E2 verkoopt op TTF aan E3. E3 is E3 tussen entry en TTF.
VPPV
E2;100
E2;-100
E2;-100 Invoeding 1 Aanbod=-100
- Spiegelbeeld van Case 1.4 - Werkt ook op binnenlandse verzamelleidingen, inclusief zee leidingen - E2 als verkoper is niet nodig
E2;100 Invoeding 1
-101
Producent 1
Nominaties Aansluiting 2: niet nodig TTF: E3 100 van E2 TTF: E2 -100 aan E3 Invoeding 1: Niet nodig
Handelsallocaties E3 Aansluiting 2: 103 aan Y E3 TTF: 100 van E2 E2 TTF: -100 aan E3 E2 Invoeding 1: 101 van producent 1
Aanbod=-100
-95
-101
Producent 1
Programma's Exitprogramma E3: 100 op Aansluiting 2 -100 op VPPV (TTF) van E2 Entryprogramma E2: -100 op Invoeding 1 100 op VPPV (TTF) aan E3
Handelsrelaties Producent1 met E2 op Invoeding 1 E2 met E3 op TTF E3 met afnemer Y op Aansluiting 2 PV E2 op Invoeding 1 E2 op VPPV (TTF) met E3 E3 op VPPV (TTF) met E2 E3 op Aansluiting 2 Opmerkingen -De producent verkoopt aan E2 -De producent draagt de programmaverantwoordelijkheid over aan E2 -De rol van E2 zou door de producent zelf ingevuld kunnen worden. Dan krijg je optie 1 uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel en case 5.1.
POS E3 Exit: (-100+98)- (-100+100) =-2 (te weinig uit gehaaldLong) E2 Entry: (-95+100)-(-100+100)=+5 (te weinig in gedaan)short) Settlement E3: [(-100+103)-(-100+100)]- [-2]=+5 (E3 blijkt meer uit het net gehaald te hebben moet extra kopen van net) E2: [(-101-100)-(-100+100)]-[+5]=-6 (P1 blijkt meer in het net gestopt te hebben het net koopt extra)
Figuur 5.13: Case 5.2 (producent draagt gas en programmaverantwoordelijkheid over) Getalsmatig komt deze case op dezelfde waarden uit als case 5.1, alleen neemt verkoper2 de taak van de producent over, ook voor wat betreft de programmaverantwoordelijkheid.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 78/87
5.12 Invoeder draagt alleen PV-schap over (Case 5.3) In bovenstaande case 5.3 wil de producent P2 zelf het geproduceerde gas verkopen op de TTF, maar wil hij niet zelf de programmaverantwoordelijkheid dragen, deze draagt hij over aan PV1. Deze situatie komt overeen met optie 2 uit het wetsvoorstel.
Figuur 5.14: Case 5.3 (producent draagt PV over en verkoopt gas zelf op TTF) De situatie heeft tot gevolg dat PV E1 verantwoordelijk is voor het verschil tussen het ingediende programma, dat gebaseerd zal zijn op informatie die producent hem heeft aangeleverd, en de daadwerkelijke invoeding. In de praktijk komt het er op neer dat PV E1 het ten opzichte van het programma meerdere geproduceerd koopt van P2 en het minder geproduceerd verkoopt aan P2. In termen van de systemen zit PV E1 dus in een vergelijkbare rol als een balancerende leverancier op een verbruiksaansluiting. Deze rolverdeling verschilt wezenlijk van de huidige situatie op voedingspunten van het landelijk gastransportnet of verbindingen met productienetten zoals NOGAT en NGT. Nader overleg met op deze punten actieve producenten zal daarom in de detailfase gevoerd moeten worden. Naar verwachting zal deze rolverdeling, die direct is afgeleid uit het wetsvoorstel, ook aantrekkelijk kunnen zijn voor producenten van nieuw gas, zoals groen gas. Indien deze zijn aangesloten op een regionale distributienet zal bij deze rolverdeling worden aangelopen tegen het feit dat dan de registers niet meer dan 1 positie voor een leverancier toestaan. Door producenten van nieuw gas in het regionale transportnet te voorzien van een separate afnamecategorie (GIS of GIN), is het voor de netbeheerder van het landelijk gastransportnet mogelijk om deze allocaties te identificeren en toe te kennen aan het virtuele punt invoedingen (VPI). Dit virtuele punt is gelokaliseerd aan de entry zijde van het entry programma.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 79/87
6.
Verklarende woordenlijst
In deze paragraaf worden de definities gegeven van de begrippen die in dit marktprocesmodel worden gebruikt. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande definities in wet- en regelgeving, maar sommige definities gelden specifiek voor dit document. Naam Capaciteitshouder Leverancier
Definitie/omschrijving Degene die op het moment dat het gas stroomt verantwoordelijk is dat de gecontracteerde capaciteit niet wordt overschreden Degene die de levering van gas verzorgt ten behoeve van een verbruiker Een vennootschap die op grond van artikel 10, 13 of 14 van de Elektriciteitswet
Netbeheerder
en/of artikel 2 van de Gaswet is aangewezen voor het beheer van een of meer netten. Daar waar in dit document gesproken wordt over de netbeheerder, wordt bedoeld de regionale netbeheerder. Onderdeel van een regionaal transportnet van één regionale netbeheerder waarvoor geldt dat de invoeding en afname in het regionale gastransportnet, eventueel gecorrigeerd voor netkoppelingen tussen de regionale
Netgebied
gastransportnetten, ongeveer gelijk is. Het netgebied wordt begrensd door de aansluitingen en de systeemverbindingen die hiermee verbonden zijn. De aansluitingen en systeemverbindingen zullen nooit met meer dan één netgebied verbonden zijn. Een netgebied is met een zo klein mogelijk aantal systeemverbindingen verbonden Het fysieke verbindingspunt tussen enerzijds het landelijk gastransportnet en
Netwerkpunt
anderzijds de gasinstallatie van een afnemer of het gastransportnet van een naburige netbeheerder (neigbouring network operator – NNO of een RNB). Deze netwerkpunten beschikken over een unieke EAN-code
NNO
Neighbouring Network Operator
POS
Portfolio Onbalans Signaal. (zie ook paragraaf 4.5 voor een verdere definitie)
Programmaverantwoordelijke (PV) PV register (PVR) SBS
Zie wet Het register waarin de netbeheerders alle relevante gegevens bijhouden m.b.t. de programmaverantwoordelijken (PV). Systeem Balans Signaal: sommatie van de POSsen Een voorziening in het landelijk gastransportnet eindigend op het overdrachtspunt ten behoeve van een verbinding tussen het landelijk gastransportnet en een
Systeemverbinding
regionaal gastransportnet, omvattende pijpleidingen, inclusief noodzakelijke toebehoren, en de meet- en regelinrichting, via welke het gas wordt overgedragen van het landelijk gastransportnet naar het regionale gastransportnet.
TSC
Transmission Service Conditions van GTS Virtueel Punt Programma Verantwoordelijkheid. In het wetswijzigingsvoorstel ook
VPPV
aangeduid als een virtueel punt waar de programmaverantwoordelijkheid overgaat van het entry programma naar het exit programma.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 80/87
Bijlage 1 Achtergrond Demping Inleiding Door de bufferwerking van het net zal een verandering in de gasstroom aan de exit-zijde op een later tijdstip leiden tot een gedempte verandering in de gasstroom nodig aan de entry-zijde om het net in balans te houden. Dit gedrag komt voort uit het ontwerp van het net waarin Slochteren als drukgestuurde bron het net automatisch balanceerde. De gasvraag is dus leidend en wordt gevolgd door een aanpassing van het aanbod. Onderstaande grafiek illustreert de demping zoals die van toepassing is in het GTS netwerk en hoe
Deltaprofiel
Exit
Uur 24
Uur 23
Uur 22
Uur 21
Uur 20
Uur 19
Uur 18
Uur 17
Uur 16
Uur 15
Uur 14
Uur 13
Uur 12
Uur 11
Uur 10
Uur 9
Uur 8
Uur 7
Uur 6
Uur 5
Uur 4
Uur 3
Uur 2
Uur 1
GTS deze in de nieuwe programma’s wil laten toepassen door programmaverantwoordelijken.
Gedempte Entry
De entry en exit volumina zijn over de dag gelijk aan elkaar. Er stroomt evenveel gas het net in als uit. Het voordeel van deze demping is dat de piek entry capaciteit nodig om de exit te beleveren kleiner is dan de feitelijke exit. Onderstaande grafiek maakt het voordeel van de demping concreter. Stel dat een partij bovenstaande exit wil beleveren. Hiertoe sluit hij een baseload leveringscontract af voor alle uren van de dag. De baseload hoeveelheid kiest hij zo dat zijn maximale overschot en maximale tekort aan gas (verschil benodigde gedempte entry ten opzichte van de baseload)) gelijk zijn. Het tekort en overschot vult hij vervolgens aan met een flexmiddel. De blauwe kolommen geven de benodigde grootte van het flexmiddel aan als deze het verschil tussen de exit en de baseload zou moeten leveren, de roodbruine als het flexmiddel het verschil tussen de gedempte entry en de baseload moet leveren. Met een flexmiddel van een bepaalde omvang kan dus een markt met een grotere omvang bediend worden.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 81/87
Flexbehoefte met demping
Baseload
Exit
Uur 24
Uur 23
Uur 22
Uur 21
Uur 20
Uur 19
Uur 18
Uur 17
Uur 16
Uur 15
Uur 14
Uur 13
Uur 12
Uur 11
Uur 10
Uur 9
Uur 8
Uur 7
Uur 6
Uur 5
Uur 4
Uur 3
Uur 2
Uur 1
Flexbehoefte T=T
Gedempte Entry
Waar komt de demping? In het nieuwe marktmodel moet de demping in de programma’s opgenomen worden. Ongeacht hoe de verdeling plaatsvindt, het hierboven geschetste voordeel komt altijd bij de partijen die de entry sturen terecht. Onderstaand drie getallenvoorbeelden waarin de demping ertoe leidt dat er in dit uur minder entry dan exit nodig is. Het meest linker voorbeeld geeft aan hoe de entry zich verhoudt tot de exit als er geen VPPV zou zijn. Toevoegen van het VPPV geeft de situaties met entry en exit programma’s.
Demping zonder VPPV Entry
-80
Demping in entry programma Entry
VPPV
-80
100
Demping in exit programma Entry
VPPV
-100
Exit
100
Exit
100
-80
80 -80
Exit
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
100
pag. 82/87
Bijlage 2 Voorbeelden van programmaberichten Voor alle voorbeelden geldt: Entry is negatief, exit is positief. Demping is in deze voorbeelden achterwege gelaten. Hieronder is als eerste een voorbeeld weergegeven van een handelsprogramma. Type: Handels-programma Indienende PV23
06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00
07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00
VPPV PV1 PV2 PV3 PV4 PV5 PV6 PV7 balans -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000 -50000 -60000 35000 25000 25000 10000 15000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Programma 2-1: Handelsprogramma
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 83/87
Voor programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als erkende programmaverantwoordelijke zijn voor fysieke exits bevat hun programma beide activiteiten in één bericht naar GTS.
Type: Exit-programma Indienende PV23
06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00
07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00
VPPV Exit 1 PV1 PV2 PV3 PV4 PV5 balans 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000 40000 15000 25000 -25000 -100000 45000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Programma 2-2: programma met handelstransacties Voor programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als erkende programmaverantwoordelijke zijn voor fysieke entries bevat hun programma beide activiteiten in één bericht naar GTS.
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 84/87
Voor programmaverantwoordelijken die zowel op de TTF handelen als voor fysieke entries en fysieke exits erkende programmaverantwoordelijke zijn, bevat of hun entry programma of hun exit programma hun handelsactiviteiten. Zij sturen twee berichten naar GTS. Type: Entry-programma Indienende PV PV23
06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00
07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00
Type: Exit-programma IndienendePV23
VPPV Entry 1 PV23 balans -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000 -150000 150000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Exit 1 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000 40000
VPPV PV23 PV1 PV2 PV3 balans -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000 -150000 25000 110000 -25000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Match tussen de eigen programma's van deze PV
Programma 2-3: Entry programma en exit programma met handelstransacties
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 85/87
Type: Entry-programma Indienende PV23
06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00
07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00
Type: Exit-programma IndienendePV23
VPPV Entry 1 PV23 PV1 PV2 PV3 balans -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000 -205000 40000 60000 130000 -25000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
VPPV Exit 1 PV23 balans 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0 40000 -40000 0
Match tussen de eigen programma's van deze PV
Programma 2-4: Entry programma met handelstransacties en exit programma
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 86/87
Voor programmaverantwoordelijken die niet op de TTF actief zijn maar wel voor fysieke entries en fysieke exits programmaverantwoordelijkheid hebben, leggen hun entry en exit programma de koppeling tussen deze fysieke punten. Zij sturen twee berichten naar GTS.
Type: Entry-programma Indienende PV23
06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00
07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00
Entry 1 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000
Type: Exit-programma Indienende PV23 VPPV PV23 balans 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Exit 1 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000 205000
VPPV PV23 balans -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000 -205000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Match tussen de eigen programma's van deze PV
Programma 2-5: Entry en exit programma zonder handelstransacties
Marktprocesmodel Marktmodel Wholesale Gas V3.0 20100112 ALV NEDU 20100303
pag. 87/87