Het Verzekeringsblad 97e jaargang 15 februari 2007 nr.
4
Wabeke: waarschuwingen niet eerder opgepakt Meerwaarde adviseur in VB-Barometer 2007 Themakatern Expertise en Taxatie
drs Dick de Boer (Nassau Verzekeringen)
Niches: Lang zaaien voor je kan oogsten www.vbnet.nl VB_0407_01.indd
1
13-02-2007
11:18:13
WANNEER WERKT RISK MANAGEMENT PRODUCTIEF? Risk management is een absolute must voor elke organisatie. Maar uw medewerkers moeten het wel omarmen. De praktijk wijst uit dat Risk management zoals Eiffel dat toepast, de beste resultaten boekt. Wij zoeken altijd naar de meest efficiënte manier om het te implementeren. Met een minimum aan bureaucratie. En een maximum aan draagkracht onder uw medewerkers. Waarbij controle niet leidt tot voortdurende correctie. Maar tot beloning en stimulans. Zo hielpen we een groot vastgoedfonds bijvoorbeeld in no-time aan het certificaat SAS 70. En implementeerden we onder andere SOX bij een multinationaal chemiebedrijf. Het bracht de onafhankelijke accountant van dit laatste concern ertoe om ons ook bij haar andere klanten aan te bevelen. Dus wellicht had u al eens van Eiffel Risk management gehoord. WWW.EIFFEL.NL
VB_0407_PADV.indd
2
Eiffel_adv_Risk_Management_210x21 1
12-02-2007
11:22:50
05-02-2007 13:10:02
Lang zaaien voor je kan oogsten De BAV-markt breidt zich verder uit doordat er meerdere beroepen zijn die zich moeten verzekeren tegen aansprakelijkheid. Als voorbeeld noemt Nassau-directeur drs Dick de Boer de tuinman en legt uit aan welke claims die tegenwoordig blootstaat. “Op nichemarkten zie je veel partijen komen en gaan. Prijsvechtend gaan ze ten onder. Wij kiezen niet voor snelle winst en dat betekent dat je lang moet zaaien, voordat je kunt oogsten.” De Boer legt ook uit waarom Nassau een vestiging in Parijs opende.
20 6 28 62 66
Ombudsman reageert op hoofdredactioneel
Ombudsman Wabeke blijkt oprecht verbaasd over onze reactie op zijn interview (de ‘Open brief’ in het vorige VB). “Ik heb geen enkel kwaad gezien in mijn opmerkingen. Wat ik de journalist heb verteld, is terug te vinden in open bronnen, want in de jaarverslagen heb ik nooit een blad voor de mond genomen. Tal van malen heb ik daarin onderwerpen als deskundigheid en transparantie aan de orde gesteld en daar kritische noten over gekraakt. Vrijwel niemand heeft het echter ooit opgepakt.”
Rubrieken
IN H O U D
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
onder meer: - Erasmus naar Delta Lloyd - De beleggingsverzekeringssoap - Een greep uit het Regeerakkoord - VvHN en NVA bezorgd om verschil instap- en prolongatietarieven
Fiscaal-juridisch
Jurisprudentie
Theo Kremer over Code Letselschade
“Het stimuleren van de Gedragscode Behandeling Letselschade is belangrijker dan het uitleggen ervan”, vindt mr Theo Kremer, directeur van het PIV. Kremer is enthousiast over de inzet van de PIV-leden om de code tot een succes te maken. “Het belangrijkste aspect is het samenkomen van de inhoud en vaart van het proces in één stuk. Een codezaak moet in beginsel binnen twee jaar worden afgerond.” Dat deel van de code noemt Kremer “revolutionair, omdat het proces daardoor beter controleerbaar wordt.”
TB van NN voelt zich thuis bij CED
Dit jaar is de Technische Buitendienst van Nationale-Nederlanden overgegaan naar CED. Dat geldt zowel voor directeur drs R.J. (René) Labordus, als voor alle 105 medewerkers. “Bij dit uitsourcingsbesluit heeft het IT-element zwaar meegewogen”, zegt Labordus, nu lid van de CED-directie. “De investeringen daarin zouden een groot bedrag gevergd hebben, terwijl CED alle state of the art-systemen al in huis heeft. De integratie is wonderwel goed verlopen, eigenlijk al vanaf de eerste dag. Ja, daar ben ik best trots op.”
PFP
3
36
mr Ruben Stam: - Is er een toekomst voor de gouden handdruk?
Met name(n)
39
Zorg & Inkomen
40
MV&D!
42
Patrick van Hees: - Marketingvragen voor het intermediair
ICT
44
Jan Lindeboom: - Online verkopen vergt meer dan een nieuwe website met goedkope producten
Nieuws
48
Barbier
70
THEMAKATERN EXPERTISE EN TAXATIE 54-69 onder meer: Ard Korevaar: Positieve ervaring na een ongeluk Albert J. Boes: Procedures brandgevaarlijke werkzaamheden noodzaak Rolph Limpens: WOZ-perikelen op de MKB-markt
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_03.indd
32
mr Tirza Hekster: - Aansprakelijkheid voor gebrekkig wooncomplex
VB Barometer symposium
Verandering in markt en marktaandeel, de trends in consumentengedrag, de rol van het intermediair en beloning stonden centraal tijdens het vijfde symposium rond de VB-VerzekeringsBarometer, dat gehouden werd in het nieuwe GfK-pand in Dongen. De aanwezige vertegenwoordigers van grote intermediaire maatschappijen, intermediairs, NVA en NBVA willen weten hoe de klant de meerwaarde van de adviseur ziet. Het VB start daarnaar een grootschalig onderzoek en zal deze vraag beantwoorden in de Barometer 2007.
26
drs Egon Borghuis: - Fiscaal-juridisch nieuws
55 59 68
3
13-02-2007
11:19:09
VERZEKERD ALS GEEN ANDER
Als de performance van een financieel directeur in de papieren gaat lopen. Een van onze cliënten is een succesvolle headhunter. Maar één keer is hij er met z’n hoofd niet helemaal bij. Hij plaatst een nieuwe financieel directeur die al na vier weken totaal ongeschikt blijkt. Slaande ruzies, waarbij nog net geen bloed vloeit. Onze onfortuinlijke cliënt kan een slopende procedure tegemoetzien. Niet dus. Hiscox brengt de gemoederen tot bedaren. Zorgt snel voor bemiddeling om reputatieschade en negatieve publiciteit te voorkomen. En we stellen de eisende partij direct schadeloos. Iedereen opgelucht. Hiscox onderscheidt zich als internationaal aansprakelijkheidsspecialist als geen ander in claimhandling, service, snelheid en expertise. Met Hiscox bedient u professionals die hun succes graag écht verzekerd zien. Bel Hans Leenards van ons Beroepsaansprakelijkheidsteam op 020-795 22 00. Of kijk op hiscox.nl. En ontdek hoe ook u kunt verzekeren als geen ander. Alle schadevoorbeelden die wij in onze communicatie gebruiken zijn gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen uit de schadeportefeuille van Hiscox.
VB_0407_PADV.indd
4
12-02-2007
11:24:07
COLOFON
■ hoofdredactie Jan Aikens ■ redactie Rienk Andriessen,
Eric Beukema, Elly Gravendeel, Alex Klein ■ redactie Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647730, fax 0570-647815, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-648999 ■ uitgever Elieg Akkermans ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders). ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, automatische bestellijn tel. 0570-673511, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2007 € 96,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 6,25 excl. btw; VB-interactief Gidsen € 11,80 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Bea Kolkman Laura Lustig Erik Meester, tel. 0570-648 912, fax 0570-619 179, e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink, tel. 0570-648685, fax 0570-649819, e-mail
[email protected] sluitingsdatum: dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Finedesign concept en ontwerpbureau Bno, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
HOOFDREDAC T IO N EEL
Onmogelijke positie In de nadagen van zijn ministerschap brengt Zalm de verzekeraars in een onmogelijke positie. Dat valt hem nauwelijks te verwijten, want in het algemeen overleg met de Vaste Kamercommissie voor Financiën werd vrijwel kamerbreed druk op hem uitgeoefend om een staatscommissie in te stellen. Die commissie zou dan onderzoek moeten doen naar het goede en vooral het kwade van beleggingsverzekeringen. Zalm weet, dat ‘de beleggingsverzekering’ niet bestaat. Er zijn vele honderden varianten in omloop en dat betekent dat zo’n commissie een kosten- en tijdverslindende aangelegenheid zal zijn. Daarbij komt dat de toekomstige KiFiD-voorlieden Wabeke en Du Perron een zeer pragmatisch plan van aanpak hebben geformuleerd, waarmee binnen ongeveer een halfjaar duidelijkheid wordt geboden aan consument en bedrijfstak. Zalm kan goed leven met dit plan; de Kamermeerderheid niet. Als compromis wees de minister naar Alfred Oosenbrug als ‘parallelle onderzoeker’ naar eventuele verborgen gebreken in de beleggingsproducten. Deze oud-hoogleraar verdiept zich al in de materie, waardoor hij, met behulp van een aantal ambtenaren, zijn werkzaamheden snel moet kunnen afronden, zal Zalm gedacht hebben. De minister moet nu met verzekeraars om de tafel om na te gaan of deze aan het Oosenbrug-onderzoek willen meewerken. ‘Daar is geen sprake van’, luidde de door emotie ingegeven reactie van Verbondsdirecteur Richard Weurding direct na afloop van het overleg. Na een nachtje slapen maakte de emotie plaats voor meer rationeel denken, maar dat bracht geen verandering in zijn standpunt. Het Verbond zal zijn leden adviseren geen medewerking te verlenen aan het onderzoek van Oosenbrug. Een volkomen begrijpelijk standpunt. Het zou immers te gek voor woorden zijn indien verzekeraars hun boeken wel voor hem zouden openen. We zeggen niets ten kwade van Oosenbrug, die de verzekeringsbranche van binnen en van buiten kent. Maar de rol die hij zich heeft aangemeten maakt het domweg onmogelijk om hem nog als een neutraal onderzoeker te bestempelen. Op dit moment verricht hij werkzaamheden in opdracht van Verliespolis. Deze stichting - in het leven geroepen door twee advocaten, VEH en VEB, ondersteund door de Consumentenbond en gevoed door Independer – is erop uit een collectieve claim voor te bereiden tegen aanbieders van beleggingsverzekeringen. De Stichting heeft Oosenbrug opdracht gegeven deze claim te onderbouwen. Kortom: Zalm vraagt onder druk van de Kamerleden aan verzekeraars om het pistool dat op hen gericht is, te voorzien van kogels. Verzekeraars mogen dan wel moe zijn van alle politieke regelzucht; ze zijn nog lang niet levensmoe. Maar ook het alternatief is niet aanlokkelijk. Zalm zal de commissie berichten dat verzekeraars alleen medewerking verlenen aan het plan Wabeke/Du Perron. Als de commissie daarover gaat debatteren is dat niet meer met Zalm, maar hoogstwaarschijnlijk met minister Wouter Bos, die kort geleden als fractievoorzitter medeverantwoordelijk was voor het door Staf Depla verwoorde PvdA-verzoek om een onafhankelijke commissie in te stellen. Het zou zomaar kunnen dat minister Bos wel welwillend staat tegenover dat verzoek. Het Verbond moet kiezen uit twee kwaden: ofwel alsnog akkoord gaan met de benoeming van Oosenbrug, hetgeen onmogelijk is, of de minister met lege handen terugsturen en daarmee een onderzoek door een staatscommissie over zich afroepen. Het wordt hard zoeken naar iemand die thuis is in de materie, die alle partijen als volstrekt onafhankelijk erkennen en die de reputatie heeft snel en pragmatisch te kunnen werken. Hoog tijd om contact op te nemen met het uitzendbureau van (nu en straks) oud-ministers, oud-parlementariërs en andere ex-bestuurders.
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_05.indd
5
Jan Aikens
[email protected]
5
13-02-2007
11:19:50
N I EU WS
Ombudsman Verzekeringen reageert op hoofdredactioneel ‘Open brief’
‘Alle opmerkingen zijn terug te vinden in de jaarverslagen’ Mr Jan Wolter Wabeke: “Met afgrijzen zie ik hoe soms complete portefeuilles van intermediairs worden overgedragen, alsof het zakken aardappelen zijn. Niemand voelt zich vervolgens verantwoordelijk voor de verzekerden. Een verzekering is toch een overeenkomst met een lange adem en de zorgplicht vereist dat je die contracten gedurende de gehele looptijd intensief onderhoudt. Een klant verkoop je toch niet?”
“Het lijkt er op dat mijn genoemde publicaties u ontgaan zijn”, reageerde Ombudsman Verzekeringen mr Jan Wolter Wabeke per kerende mail op het hoofdredactioneel in het vorige VB. Hij doelde op de jaarverslagen en dan met name die over 2003, 2004 en 2005 waarin de thema’s zorgplicht, deskundigheid en transparantie aan de orde kwamen. “De teksten van deze verslagen staan inmiddels al weer lange tijd op de website van het Klachteninstituut, worden deels gepubliceerd in de rubriek over geld.nl en regelmatig geciteerd. In deze publicaties staan dezelfde observaties beschreven, worden dezelfde opmerkingen en waarschuwingen geplaatst en worden veel voorkomende voorbeelden aangehaald. Het vraaggesprek met AD ging over deze thema’s en bevindingen, die helaas nog steeds actueel blijken te zijn”, aldus de Ombudsman. Wij spraken met hem en zijn vier topmedewerkers over zijn interview in het AD en onze reactie daarop.
In het AD-interview is Wabeke uiterst kritisch waar het gaat om de deskundigheid van medewerkers bij een aantal verzekeraars. Zo zei hij het onthutsend te vinden dat hij medewerkers van verzekeraars soms moet uitleggen wat voor producten zij hebben verkocht (“Ik vind het onthutsend als ik, de ombudsman, medewerkers van een verzekeraar moet uitleggen wat voor product ze hebben verkocht. Die kennis is er niet, want het is een beleggingsproduct van een andere maatschappij die ze ooit hebben overgenomen. Dan is er nog het probleem van de vele personeelswisselingen in het management. Voorheen had je mensen die lang werkten bij een verzekeraar.”) In het hoofdredactioneel stelden wij hem de vraag wat hem heeft bewogen dit interview af te geven. De Ombudsman was zo sportief onmiddellijk te reageren en tijd vrij te maken om in het bijzijn van zijn sectorcoördinators een toelichting te geven. “Laat ik vooropstellen dat ik niet verantwoordelijk ben voor de koppen boven het artikel (Onkunde bij verzekeraars) en ook niet voor de daarbij gepubliceerde foto. Ik ben echter wel juist geciteerd en voor die citaten neem ik de verantwoordelijkheid.” Waar de Ombudsman aan toevoegt dat hij daarmee niets nieuws heeft gezegd. “Deze boodschap, evenals die over het feit dat aanbieders transparanter moeten zijn, heb ik tal van keren uitgedragen en even zo vele malen is die als een nachtkaars uitgegaan. Datzelfde geldt”, vervolgt hij, “voor mijn waarschuwing dat het intermediair onvoldoende beseft wat de impact kan zijn van het niet op orde hebben van een goede dossiervorming. Al zo dikwijls heb ik erop gewezen dat adequate dossiers een firewall bieden rond je bedrijfsvoering.” Jan Wolter Wabeke blijkt oprecht verbaasd over onze reactie op zijn interview. “Ik heb geen enkel kwaad gezien in mijn opmerkingen. Wat ik de journalist heb verteld, is terug
6
VB_0407_6-8.indd
te vinden in open bronnen, want in de jaarverslagen heb ik nooit een blad voor de mond genomen. Tal van malen heb ik daarin onderwerpen als deskundigheid en transparantie aan de orde gesteld en kritische noten over gekraakt. Vrijwel niemand heeft het echter ooit opgepakt. Datzelfde geldt voor het door ons instituut aan de kaak stellen van de onvolmaakte interne klachtenprocedure bij veel verzekeraars. We hebben een hele tournee langs aanbieders mogen maken om op dit gebied te adviseren en dat op een moment dat de Wft al een hele tijd in de steigers stond.”
Uit het jaarverslag 2004: In vorige jaarverslagen heb ik de branche, en dan met name het intermediair, op de noodzaak gewezen om tot zorgvuldige dossiervorming over te gaan. Adequate dossiervorming is in het werk van bijvoorbeeld advocaten en accountants heel normaal, maar niet in dat van alle assurantietussenpersonen. Helaas komt het bij klachtbehandeling nog steeds voor dat de assurantietussenpersoon niet kan achterhalen of beargumenteren waarom een bepaald advies is gegeven. De reden daarvan, zo wordt dan vaak aangegeven, is dat de desbetreffende adviseur niet meer op het kantoor werkzaam is. Ik heb zelfs de indruk dat ook professionele adviseurs adequate dossiervorming een lastige en tijdrovende kwestie vinden. Toch is dit van essentieel belang.
Altijd al heftige onderwerpen Heeft de Ombudsman zijn heil gezocht bij het AD, omdat de meer intern gerichte signalen niet werden opgepakt? “Dat was bepaald niet mijn drijfveer”, antwoordt Wabeke. “Het was niet mijn bedoeling om AD als podium hiervoor te gebruiken. De journalist wilde mij als Ombudsman KiFiD (het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, dat vanaf 1 april als enig
nummer 4 - 15 februari 2007
6
13-02-2007
11:20:28
N IEU WS
De profetische gaven van de Ombudsman Uit het jaarverslag 2005: Transparantie in traditionele levensverzekeringen, ‘unit linked’-levensverzekeringen en ‘universal life’-verzekeringen, betekent niets anders dan openheid over de premieallocatie (dus over het spaar- en beleggingsdeel, de risicopremie en de eerste en doorlopende kosten) en over de kostenbelading als zodanig (bijvoorbeeld de effecten van voortijdige beëindiging of gehele of gedeeltelijke premievrijmaking). Deze transparantie is in de Nederlandse verzekeringsbranche nog steeds niet goed gerealiseerd. Ondanks regelingen en voorschriften als de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers (RIAV 1994, RIAV 1998), de productleeswijzer en de financiële bijsluiter betreffen nog steeds veel klachten over levensverzekeringen de ondoorzichtige kostenstructuur ervan. Verzekeraars en adviseurs zijn zeer wel in staat open te zijn over die kostenstructuren, zo bemerk ik, in die zin dat zij bijvoorbeeld kunnen aangeven welke kosten tijdens de looptijd worden ingehouden en wat dit voor de verschillende investeringspercentages betekent. Helaas is die transparantie er in het algemeen pas ná het sluiten van de overeenkomst, bijvoorbeeld wanneer de verzekeringnemer om een opgave van die kosten vraagt, en niet in de precontractuele fase. Dan beperken veel financiële dienstverleners zich nog steeds tot zaken als prijs (premie) en prestatie (voorbeeldkapitalen bij realisering van een gegeven rendement). In dit verband adviseer ik verzekeraars en tussenpersonen vooral ook om open en duidelijk te zijn over de financiele consequenties van het inbouwen of gebruikmaken van bepaalde vrijheden in de polisvoorwaarden. Van belang is dat de verschillende constructies en de kosten die daarmee samenhangen, goed met de consument worden gecommuniceerd. In de praktijk gebeurt dit lang niet altijd, al heb ik in dit verslagjaar initiatieven voor verbetering waargenomen. Die verbeteringen van de transparantie kunnen echter niet voorkomen dat zich nog veel geschillen voordoen (en zullen voordoen) tot in het verleden gesloten levensverzekeringsovereenkomsten. Er sluimeren dus nog veel potentiële geschillen. onafhankelijk, erkend klachteninstituut binnen de financiële sector zal opereren) introduceren. “Tijdens het gesprek bleek dat de journalist zich goed had voorbereid en onder meer de jaarverslagen van het Klachteninstituut goed had gelezen. Ik heb hem de informatie verstrekt die volledig strookte met eerdere boodschappen. Ik kan natuurlijk niet gaan suggereren dat de commotie rond bijvoorbeeld kostentransparantie en tegenvallende afkoopwaarden nu ineens uit de lucht is komen vallen, terwijl wij daar al tientallen jaren over communiceren. Alleen blijken die onderwerpen nu meer ‘hot’ dan voorheen. Maar het zijn altijd al heftige onderwerpen geweest en ik vind het jammer dat verzekeraars in het verleden met onze adviezen – om het minder diplomatiek te zeggen – min of meer de kachel hebben aangemaakt.” Zoals altijd kwamen in het gesprek met de AD-journalist veel meer onderwerpen aan de orde. “De opmerkingen die ik maakte en uiteindelijk de krant haalden, plaatste ik in een veel bredere context. Waarmee ik de journalist er overigens
niet van wil beschuldigen dat hij mij onjuist geciteerd heeft. Het is uiteindelijk zijn zaak welke selectie hij maakt, daar heb ik geen invloed op en zou dat ook niet willen.”
Uit AD 8 februari 2007: “Ik vind het onthutsend als ik, de ombudsman, de medewerkers van een verzekeraar moet uitleggen wat voor een product ze hebben verkocht. Die kennis is er niet, want het is een beleggingsproduct van een andere maatschappij die ze ooit hebben overgenomen. U kent ze wel: de maatschappijen die bestaan uit voorgangers die op hun beurt ook weer voorgangers hadden. De expertise is weg, omdat de medewerkers niet mee zijn verhuisd, of zijn weggesaneerd.” Blijft voor Het VB de vraag waarom de Ombudsman de deskundigheid van medewerkers van verzekeraars publiekelijk in twijfel trekt. “Ik herhaal nog eens dat ik dergelijke geluiden meermaals heb laten klinken. En eerlijk gezegd vind ik, dat dit nog redelijk mild is gesteld. Wanneer u bepaalde dossiers zou kunnen doorlezen, zou u dat meteen met me eens zijn, omdat daaruit blijkt dat menige klachtenafdeling niet in staat is om problemen op een behoorlijke manier met de Ombudsman te communiceren. En dan heb ik het niet alleen over kleinere maatschappijen. Ik schrik daar iedere keer weer van.”
Vergissingen “Regelmatig en mijns inziens te vaak constateren wij vergissingen bij verzekeraars”, gaat de Ombudsman verder. “Dat is nogal eens het geval wanneer verschillende polissen met elk een eigen kostenopbouw in een nieuw IT-systeem worden geïntegreerd. Nemen we naar aanleiding van een klacht zo’n polis actuarieel onder de loep, dan zien we dat berekeningen verkeerd zijn uitgevoerd, sprake is van een onjuiste kostencorrectie of van een verkeerde uploading van kosten. Vooral als het dan gaat om collectieve pensioencontracten kan dat in de papieren lopen. Of hier sprake is van ondeskundigheid of van wat anders weet ik niet. Wel weet ik dat onze actuaris dat in zijn eentje wel goed kan uitrekenen, waarom dan een hele afdeling gevuld met actuarissen van een maatschappij niet?”
Niet afhankelijk van coulance De Ombudsman wil nog ingaan op twee specifieke onderwerpen die wij in het hoofdredactioneel noemden. Zijn medewerkers hebben zich gestoord aan de opmerking dat de Ombudsman bij verzekeraars “kon rekenen op een behoorlijke mate van coulance”. De Ombudsman bedelt nooit om coulance, wil Wabeke een mogelijk misverstand uit de wereld helpen. “Hier-
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_6-8.indd
7
(ingezonden mededeling)
/>À>`i Ê
VÃÕÌ>VÞo >>ÌÜiÀÊÛÀ ÛiÀâiiÀ>>ÀÃÊiÊ L>i\ ÜÜÜ°Ì`ð
7
13-02-2007
11:20:35
N I EU WS
mee dicht u een te kleine rol toe aan ons instituut. Ik vertel graag dat we geen Omboeman willen zijn, maar aan de andere kant gaan we niet op onze knieën als we menen een punt te hebben. De Ombudsman kijkt naar de rechtmatigheid van een klacht en brengt een advies uit. De resultaten van onze bemiddeling zijn rechtens afdwingbare resultaten. Natuurlijk zijn onze adviezen niet bindend, dus niet rechtens afdwingbaar tenzij partijen ons advies hebben aanvaard. De compliance onder verzekeraars ligt boven de 90.”
Vrede Een ander misverstand betreft het moment van het interview. Wabeke: “Het gesprek met het AD vond zo’n tien dagen plaats voordat minister Zalm mij vroeg een onderzoek in te stellen naar de beleggingsverzekeringen. Vrij snel na het gesprek kreeg ik de mededeling dat de redactie de publicatie van het interview voor onbepaalde tijd had uitgesteld. Ik wil daarbij opmerken dat op het tijdstip van het interview het voor mij niet voor de hand lag dat ik een dergelijk verzoek zou krijgen. Allerlei belangenverenigingen immers lieten op televisie, radio en kranten weten dat de minister een staatscommissie moest instellen. Diezelfde wens leefde ook bij een aantal fracties in de
Tweede Kamer. Toen ik ineens de tekst van het interview toegestuurd kreeg, heb ik de journalist gevraagd duidelijk aan te geven dat het gesprek plaats heeft gevonden vóór het verzoek van de minister. Hij heeft dat inderdaad, iets minder duidelijk dan ik gewenst had, in het artikel vermeld.” Jan Wolter Wabeke voelt het als zijn plicht om als onafhankelijk bemiddelaar en als door de bedrijfstak indertijd zelf in het leven geroepen Ombudsman “iets meer te doen dan alleen een geschil naar een goed einde te geleiden.” Het reglement schrijft voor dat de Ombudsman zijn bevindingen neerlegt in jaarverslagen. “Ik meen dat de ervaringen en bevindingen die ik daarin publiceer, de markt kunnen helpen. In mijn uitlatingen spreek ik soms waarschuwingen uit, die elk van de drie marktpartijen kunnen regarderen. Heel vaak worden die waarschuwingen niet opgemerkt en zo wel, dan komt het voor dat men mijn bemerking uitlegt als een aanval. Ik krijg dan boze of verontwaardigde reacties, waarin men mij als het ware in het kamp van de tegenstander plaatst. De boodschapper moet het dan dus ontgelden. Toch is en blijft het mijn streven een bijdrage te leveren aan vrede in de financiële markt.” ■ Jan Aikens
Erasmus naar Delta Lloyd Delta Lloyd neemt Erasmus Verzekeringen over van de huidige eigenaar Wüstenrot & Württembergische AG. Naast een verdere versteviging van haar positie op de Nederlandse verzekeringsmarkt realiseert Delta Lloyd door de overname een forse uitbreiding van het intermediaire distributiekanaal. Op termijn zullen de verschillende bedrijfsonderdelen van Erasmus volledig geïntegreerd worden in de intermediaire divisie van Delta Lloyd. Het bruto premie-inkomen van Erasmus bedroeg in 2005 circa 228 miljoen euro, waarvan circa 55% Schade en 45% Leven. Henk Raué, lid Raad van Bestuur van Delta Lloyd Groep en verantwoordelijk voor de verzekeringstak, bestempelt de reputatie van Erasmus op het gebied van expertise en schadepreventie als uitstekend, en een goede aanvulling op de kennispropositie van Delta Lloyd Verzekeringen. Door de overname halen de Amsterdammers overigens ook een van de oudste transportverzekeraars die ons land kent binnen. Onder voorbehoud van instemming van de toezichthouder, het doorlopen van de adviestrajecten met de betrokken ondernemingsraden en melding bij de relevante mededingingsautoriteit zal de overname met terugwerkende kracht plaatsvinden per 1 januari 2007. De overnamedrift van Delta Lloyd is nog niet voorbij. Naast Eurolloyd en Erasmus kijkt de maatschappij ook naar andere ‘hapjes’ in de markt om haar positie verder te verstevigen. Delta Lloyd meldt verder dat het op zorggebied een portefeuille nastreeft van minimaal twee miljoen verzekerden. De 1,2 miljoen verzekerden van voormalig fusiepartner Agis zou dit aantal in één keer kunnen goedmaken. Andere overnamekandidaten zijn wellicht te vinden in Deventer, Leiden of Gouda. Vanzelfsprekend wilde Delta Lloyd de juiste richting (nog) niet prijsgeven. Erasmus maakt deel uit van de financiële groep Wüstenrot & Württembergische (W&W) AG te Stuttgart. Naast het hoofd-
8
VB_0407_6-8.indd
kantoor in Rotterdam heeft Erasmus Verzekeringen ook een kantoor in Amsterdam. De maatschappij heeft twee dochtermaatschappijen: NOWM en Risk Consultants in Groningen, die beiden in de overnameboedel vallen. Erasmus Verzekeringen is voortgekomen uit assuradeuren met destijds klinkende namen, zoals de ‘stamvader’ A.C. Fraser & Co in 1736. Deze handelsfirma beheerde plantages in Nederlands Oost-Indië, met producten als cacao en katoen. In de jaren daarna is een aantal fusies en samenwerkingsverbanden ontstaan. Enkele namen uit deze periode zijn O.W.J. Schlencker, Van Overzee & Co, R.J. Bicker Caarten en Tulleners Van Buren. In 1979 is de Schadeverzekering Maatschappij Erasmus N.V. opgericht. Zeven jaar later, in 1986, is de Levensverzekering Maatschappij Erasmus N.V. ontstaan. Samen heten deze twee bedrijven sinds 1998 ‘Erasmus Verzekeringen’. De maatschappij was naast haar activiteiten op de particuliere- en bedrijvenmarkt ook betrokken bij de verzekering van grote infrastructurele werken en prestigieuze projecten van de afgelopen tijd, zoals de Westerscheldetunnel en het Gelredome stadion maar bijna vanzelfsprekend ook de ‘Rode Willem’ en ‘de Zwaan’, de twee markante Rotterdamse brugverbindingen die pal voor de deur van het hoofdkantoor liggen. ■
GlasGarage sluit zich aan bij Glasgarant De landelijk opererende autoruitspecialist GlasGarage is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met Glasgarant een initiatief van Schadegarant. Hiermee richt de schadehersteller zich sinds kort ook op de markt voor autoruitschades. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
8
13-02-2007
11:20:41
Wij beloven niet. Wij verzekeren. Er zijn van die aanbieders die uw relaties bij arbeidsongeschiktheid gouden bergen beloven. Bij Generali doen wij dat niet. Generali verzekert een zeer complete dekking en maximale keuze bij het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wij staan dan ook niet voor niets stelselmatig bovenaan in vergelijkingsprogramma’s. Bovendien biedt Generali u altijd persoonlijke en deskundige service. Zoals u van een specialist mag verwachten.
VB_0407_PADV.indd 9 UBWI11766_AOV_210x297 1
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
12-02-2007 11:26:42 22-03-2006 15:34:32
N I EU WS
Ridder Hein Aanstoot
Eriks Assuradeuren naar Hiscox
Tijdens het door Londen Verzekeringen aangeboden afscheidsseminar in Theater Spant is scheidend directeur Hein Aanstoot benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De versierselen werden hem opgespeld door mr. Harry Borghouts, Commissaris der Koningin van NoordHolland. Aanstoot is zeventien jaar werkzaam geweest voor London Verzekeringen en zijn rechtsvoorganger Elvia. De Commissaris der Koningin prees de scheidend directeur om zijn bijdrage aan de maatschappelijke functie van verzekeraars, onder meer tot uiting komend in de vele commissies en besturen waarin hij sinds 1996 zitting heeft gehad. Verder heeft hij tal van maatschappelijke functies bekleed, Zo was hij als lid van de Cavalerie EreEscorte in 1966 betrokken bij het huwelijk van Koningin Beatrix. Daarna was hij lid van het bestuur van de Stichting Cavalerie Ere-Escortes die zorg draagt voor geoefende ruiters en paarden en voor een ceremoniële uitrusting ten behoeve van het Prinsjesdag-Escorte en andere speciale gebeurtenissen rond het Koninklijk Huis.
Nicheverzekeraar Hiscox neemt Eriks Assuradeuren over. Hiscox verwacht met deze aanwinst dit jaar een groei van meer dan 25 procent te realiseren binnen het onderdeel Art & Private Clients (APC). Hiscox is een specialistische verzekeraar uit Nederland. Hiscox Nederland richt zich op twee pijlers: de Art & Private Clients (APC) en de Professions & Specialty Commercial Division (PSC). De pijler APC is gericht op het verzekeren van privé-collecties, luxe huizen en inboedels. De pijler PSC richt zich op beroepsaansprakelijkheid en bestuursaansprakelijkheid. Eriks bestaat sinds januari 2003 en is specialist op het gebied van Fine Art en het verzekeren van collecties van musea, galeries en bedrijven. ■
Tijdens het seminar lieten Hein Aanstoot en zijn opvolger Egbert Gerritsen zich interviewen door dagvoorzitter Paulien Dekker. In het gesprek werden de aanwezige intermediaire relaties nog eens op het hart gedrukt dat de voortschrijdende digitalisering van processen een goede zaak is maar dat verzekeren altijd mensenwerk blijft. “Verzekeren is gebaseerd op vertrouwen, en vertrouwen is een zaak tussen mensen en niet tussen machines”, aldus Aanstoot. Als SIVI directeur is hij zeer betrokken bij de digitale wereld (zie hiervoor ook het interview met Hein Aanstoot in het vorige VB). Het item kwam deze middag dan ook op vele fronten terug. Ook bij London zijn onder zijn leiding grote slagen gemaakt op het terrein van digitale communicatie, internet. Of zoals Aanstoot dat zelf omschrijft, “altijd op zoek zijn naar manieren om het werken in de verzekeringswereld gemakkelijker, effectiever en ook leuker te maken.” Eén nieuw item daarin zijn de internetworkshops ‘digitaal communiceren’ die London het met haar samenwerkend intermediair aanbiedt. Informatie hierover en over het afscheidsseminar van Hein Aanstoot is online te vinden op de site www.digitaalzakendoen.nl ■
1806_Quinba.indd
10
VB_0407_10.indd
China licentie voor Marsh Risicospecialist Marsh heeft de allereerste Wholly Owned Foreign Enterprise (WOFE) verzekeringsmakelaardijlicentie in China toegewezen gekregen. Dit betekent dat Marsh vanaf heden onafhankelijk kan zakendoen in China, zonder tussenkomst van Chinese partijen. Marsh is inmiddels 25 jaar in China gevestigd en heeft een gedegen kennis opgebouwd van de risico’s voor bedrijven aldaar. De grootste risico’s hebben betrekking op supply chain management, het intellectuele eigendom, het opleiden en behouden van talent en veranderende fusie- en overnameregelgeving. ■
Steun voor bankspaarstelling Er tekent zich een kamermeerderheid af voor het initiatiefwetsvoorstel van de kamerleden Depla (PvdA) en Blok (VVD) om sparen voor beleggingshypotheken en pensioenen bij banken fiscaal te begunstigen. Het SP-kamerlid Irrgang heeft aangegeven dat zijn fractie sympathiek staat tegenover het voorstel. Hierdoor scharen zich 80 van de 150 leden van de Tweede Kamer achter het plan. Fiscaal vrijgesteld kapitaal opbouwen voor de hypotheekaflossing en fiscaal vrijgesteld sparen voor individueel pensioen via lijfrenteproducten kan nu uitsluitend bij een verzekeringsmaatschappij. Om de keuzemogelijkheden voor consumenten te vergroten, wil een kamermeerderheid deze fiscale begunstiging ook openen voor hypotheeksparen en pensioensparen bij banken. ■
1
15-09-2006
11:49:36
nummer 4 - 15 februari 2007
10
13-02-2007
11:28:16
FF MULTI ASSET STRATEGIC FUND
NIEUW
Wat adviseert u uw cliënten bij een wisselend economisch klimaat? Een winterslaap Het nieuwe Fidelity Funds Multi Asset Strategic Fund Liquiditeiten + Obligaties + Aandelen + Vastgoed + Grondstoffen. Alles in één fonds.
Fidelity introduceert een nieuw beleggingsproduct, dat actief inspeelt op wisselende economische omstandigheden: het Fidelity Funds Multi Asset Strategic Fund. Een breed gespreid fonds dat belegt in alle belangrijke categorieën – niet alleen liquiditeiten, obligaties en aandelen, maar ook vastgoed en grondstoffen. Daarmee biedt het toegang tot meer markten dan een traditioneel mixfonds, waardoor het een hoger potentieel rendement kan bereiken en dat zelfs bij een lager risico. U hoeft zich niet langer het hoofd te breken over hoe u de portefeuille van uw cliënten het beste aan veranderende
www.fidelity.nl
economische situaties kunt aanpassen – met het FF Multi Asset
0800-022 47 09
Strategic Fund helpt u hen doelbewust koers te zetten naar een potentieel goed rendement op de lange termijn.
Fidelity International verwijst naar Fidelity International Limited (FIL), gevestigd in Bermuda, en haar dochterondernemingen. Alle gegevens betreffen FIL, per 30-09-2006. Hiernaast heeft FIL ook toegang tot de middelen van de Amerikaanse zusteronderneming FMR Corp. Fidelity, Fidelity International en het Pyramid Logo zijn handelsmerken van Fidelity International. Handelsmerken, copyrights en andere intellectuele eigendommen van derden zijn en blijven het eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Wij raden u aan uitgebreide informatie aan te vragen alvorens te besluiten tot enige belegging. De genoemde fondsen zijn onderdeel van Fidelity Funds SICAV, een “open-ended” beleggingsmaatschappij gevestigd in Luxemburg. Beleggingen in Fidelity Funds dienen te geschieden op basis van het op dit moment geldige prospectus dat kosteloos verkrijgbaar is tezamen met het laatste jaarverslag en halfjaarverslag bij onze distributeurs, ons Europese Service Center in Luxemburg, Kansallis House, Place de l’Etoile, BP 2174, L-1021 Luxemburg (tel. 0800 – 022 47 09) en in Nederland: Fidelity Investments International, Netherlands Branch (geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten als Europees paspoorthouder), World Trade Center, Toren H 6e Etage, Zuidplein 52, 1077 XV Amsterdam (tel. 020 – 79 77 100). Fidelity Funds is gerechtigd deelnemingsrechten aan te bieden in Nederland op grond van artikel 17 Wet Toezicht Beleggingsinstellingen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren en het is mogelijk dat de belegger het geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgt. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Beleggingen in een andere muntsoort dan de muntsoort van de aandeelhouder zijn onderhevig aan de schommelingen van vreemde-valutakoersen. Valutatransacties voor beleggers of het fonds kunnen worden uitgevoerd in een zakelijke, objectieve transactie door of via Fidelity-bedrijven, die uit deze transacties inkomsten kunnen genereren. Fidelity verstrekt uitsluitend informatie over haar producten en geeft geen beleggingsadviezen die gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden, maar biedt alleen de mogelijkheid door bij haar orders in te leggen, participatierechten in Fidelity Funds SICAV te verwerven. Uitgegeven door Fidelity Investments International, in het Verenigd Koninkrijk geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Services Authority. Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk. CL701090
VB_0407_PADV.indd
11
12-02-2007
11:34:28
N I EU WS
De Beleggingsverzekeringssoap
Omstreden benoeming van Oosenbrug Een week nadat Zalm hen verzocht na te denken over de aanpak van de geschillen over beleggingspolissen, brachten Ombudsman Wabeke en komend voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Du Perron hun advies al uit. Precies op tijd om als basis te dienen voor de discussie in de Vaste Commissie voor Financiën in de Tweede Kamer. Wat de minister betreft kan de Geschillencommissie aan de slag, maar voor een ruime Kamermeerderheid was dat niet voldoende. De politici bleven aandringen op een onderzoek door een onafhankelijke (staats)commissie. Uiteindelijk bereikte Zalm een compromis met zijn voorstel om Alfred Oosenbrug een ‘parallel onderzoek’ te laten verrichten. Het Verbond verzet zich met hand en tand tegen dit voornemen. Kort gezegd luidde de vraag van minister Zalm aan Du Perron en Wabeke: ‘is het mogelijk om een advies te formuleren voor een evenwichtige afwikkeling, waarbij een grote veelheid aan individuele procedures hopelijk zoveel mogelijk kan worden vermeden?’ Dat is niet eenvoudig, zo luidde hun antwoord, omdat “conflict nog voldoende precisering ontbeert”.
Klachtuitingen vaak onbestemd “Klachtuitingen zijn vaak onbestemd en algemeen, veelal door gebrek aan inzicht van de consumenten. In discussies over ‘kosten’ worden onjuiste en onvolledige beelden geschetst. Premies voor de risicodekking zijn geheel andere ‘kosten’ dan provisie of de beheerskosten. Aantekening verdient dat het (achteraf) scheppen van transparantie een product qua kenmerken en prestaties helder maakt, maar zeker niet altijd leidt tot de constatering van fouten of gebreken, of onjuiste of bovenmatige kosten”, aldus de adviseurs. “Daarnaast is het van belang te realiseren dat ook gedragingen of nalaten van andere betrokkenen dan alleen verzekeraars een rol hebben gespeeld. Voor een geschilbeslechter is het van belang het oordeel te baseren op verifieerbare feiten en rekening te houden met het doen en laten én de positie van geschilpartijen. Eén amalgaam-oplossing voor het maatschappelijke conflict over in het verleden aangegane overeenkomsten van levensverzekering is derhalve niet goed denkbaar.”
Praktische oplossing Hoewel sprake is van vele honderden verschillende beleggingsproducten, die gevoerd worden door vele tientallen aanbieders, komen Wabeke en Du Perron met een praktische oplossing, waardoor binnen een half jaar veel duidelijk zal worden. Zij stellen voor om steeds een beperkt aantal klachten, gericht tegen telkens een specifiek product van een bepaalde verzekeraar, te behandelen. Die klachten kunnen worden voorgelegd door afzonderlijke consumenten, maar ook uit hun naam door consumentenorganisaties. Verzekeraars zouden dan op zich kunnen nemen om het bemiddelresultaat of een aanvaard toe te passen op alle polissen van hetzelfde product.
12
VB_0407_12-19.indd
Een bredere aanpak van de problematiek wordt mogelijk wanneer bijvoorbeeld de Consumentenbond, of een andere organisatie, de consument bijstaat als hulpverlener en zich in het geding mag voegen. Hierdoor is het mogelijk dat de Geschillencommissie een ‘conclusie in het algemeen belang’ neemt. Kortom: de Geschillencommissie pakt uit het rijke assortiment beleggingsverzekeringen steeds een paar producten, doet daar een uitspraak over en aan verzekeraars wordt gevraagd die uitspraak van toepassing te verklaren op alle gelijksoortige producten.
Niet genoeg Minister Zalm toonde zich tevreden met dit advies, dat voldoet aan de eerder door hem verwoorde uitgangspunten. Een ruime Kamermeerderheid, bestaande uit CDA, PvdA, SP, VVD en GroenLinks bleek dat niet met hem eens en bleef aandringen op de installatie van een onafhankelijke commissie. De steekproef van AFM en het advies van de Commissie De Ruiter geven in hun visie onvoldoende zicht op oorzaak en omvang van de problemen. De naam van Alfred Oosenbrug kwam vervolgens in beeld, omdat hij zich met deze materie bezighoudt in opdracht van de stichting Verliespolis. Een instituut dat in het leven is geroepen door de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging van Effectenbezitters en zich heeft verzekerd van de medewerking van de Consumentenbond en van hand- en spandiensten door Independer. Advocaten Schonewille (Barents & Krans) en Lemstra (Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn) staan in de startblokken om namens de deelnemers aan de stichting collectieve claims te formuleren. Hoewel het dus duidelijk is dat Oosenbrug in deze kwestie niet meer ‘boven de partijen’ staat, werd hij in het overleg met de Vaste Commissie voor Financiën voorgedragen om een inventarisatie te gaan maken van goede en ondeugdelijke beleggingspolissen. Hij mag daarbij rekenen op ambtelijke ondersteuning van het ministerie van Financiën.
Verzekeraars autonoom Natuurlijk is het aan iedere verzekeraar afzonderlijk om al dan niet met de komende adviezen in te stemmen. Alfred Oosenbrug tegen de Financiële Telegraaf: “De ombudsman onderzoekt alleen individuele klachten. Wij zoeken een collectieve oplossing. Het mooiste zou zijn als ik na onderzoek tegen de ombudsman kan zeggen dat hij mag stoppen. Maar mijn oordeel is niet heilig; consumenten kunnen altijd nog naar de rechter.” Maar er is nog een keerzijde: ook verzekeraars zijn autonoom en kunnen de adviezen van Oosenbrug naast zich neerleggen. Tenzij zij natuurlijk vooraf afspreken dat zij deze adviezen als bindend beschouwen. Daar ziet het niet naar uit. Op dit moment ligt het meer voor de hand dat het bemiddelingsvoorstel van Du Perron en Wabeke op meer sympathie kan rekenen. Het Verbond zal althans de leden adviseren zich te binden aan de geschillenbeslechting per poliscategorie. De spontane reactie van Verbondsdirecteur Richard Weurding op de vraag of ditzelfde geldt voor het
nummer 4 - 15 februari 2007
12
13-02-2007
11:29:21
N IEU WS
onderzoek van Oosenbrug was even kort als duidelijk: “Nee”. Hoe moeten we dit antwoord, direct na afloop van het debat duiden? “Als een zeer serieus signaal”, horen wij uit verzekeraarskringen. “Dr Oosenbrug is zijn onderzoek al gestart en niet als neutraal persoon, maar meer als procespartij. Hier kunnen we dus niet spreken van een onafhankelijk onderzoeker.” Inmiddels heeft het Verbond een officieel standpunt naar buiten gebracht, dat niet afwijkt van het vorenstaande. De koepel deelt de wens van de Tweede Kamer om zo snel mogelijk een eind te maken aan onrust rond beleggingsverzekeringen. Daarom ondersteunt zij de lijn van minister Zalm om de behandeling van klachten rond beleggingsverzekeringen te laten lopen via het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. “ Het Verbond ziet vanwege belangenverstrengeling geen rol voor een onderzoek door dr Oosenbrug. Het Verbond wil over het verdere proces graag binnenkort nader met de Minister van Financiën van gedachten wisselen.” Naar verluidt zal een ‘zware delegatie’ uit het Verbond op het moment dat dit blad ter perse gaat proberen de minister te bewegen om van dit voornemen terug te komen. Minister Zalm heeft de Tweede Kamer beloofd binnen twee weken (na 8 februari) te melden of hij overeenstemming heeft kunnen bereiken met verzekeraars. Op dit moment lijkt dat nog niet het geval. ■ Jan Aikens
Samenwerking AXA en UCB in hypotheken AXA en UCB (onderdeel van BNP Paribas) gaan samenwerken op het gebied van hypotheken. UCB treedt op als funder van de hypotheekleningen en AXA levert de daaraan gekoppelde verzekeringen en de AXA Beleggingsrekening. AXA neemt ook de marketing en distributie via zijn netwerk van intermediairs voor zijn rekening. De hypotheekproducten zullen eind februari onder de naam Liberté Hypotheek in de markt gezet worden. AXA en UCB (beiden onderdeel van een Franse multinational) hebben afgelopen week de samenwerkingsovereenkomst ondertekend in Villa AXA in Maarn, een nieuwe locatie waar AXA vaker relaties zal ontvangen. ■
Goed jaar Conservatrix Conservatrix Levensverzekeringen N.V. is tevreden over de premieresultaten in het afgelopen boekjaar. Het totale bruto premie-inkomen groeide in 2006 met 18,2% tot ruim € 21,9 miljoen. Het inkomen uit periodieke premies steeg met 16,7% tot bijna € 14,6 miljoen. Het inkomen uit premies ineens bedroeg ruim € 7,3 miljoen. Dat is 21,2% meer dan in 2005. Opvallend was de toename van het premie-inkomen bij universal life. Bij de periodieke premies was de toename 25,7%, bij de premies ineens 60%. ■
Brandportefeuille Zwammerdam naar Goudse De Goudse heeft de portefeuille brandverzekeringen van onderlinge Zwammerdam gekocht, exclusief agrarische en rechtstreekse polissen. Deze overname betreft een premievolume van zo’n € 3 miljoen. Sinds vorig jaar is de onderlinge actief met volmachtdochter ZO Verzekeringen, waarin het grootste deel van de activiteiten is ondergebracht. ■
Select Opportunities Fund Delta Lloyd Delta Lloyd Asset Management start met een nieuw beleggingsfonds dat gaat investeren in ondergewaardeerde bedrijven. Het fonds krijgt de naam Delta Lloyd Select Opportunities Fund. Het fonds richt zich op een select aantal Europese bedrijven die volgens de fondsbeheerders een grote kans maken om in waarde te stijgen. Bijvoorbeeld bedrijven die tijdelijk buiten de aandacht van beleggers en analisten zijn gevallen, bedrijven die door herstructurering een efficiencyslag maken of bedrijven die interessante overnamekandidaten zijn. De portefeuille van het Delta Lloyd Select Opportunities Fund zal uit circa twintig ondernemingen bestaan. ■
Bouwfonds Hypotheken geeft finaal akkoord in huis bij Welke
Op de foto ondertekenen Jan van den Berg, directievoorzitter AXA Nederland en Reinier van Fulpen, directeur van UCB (voluit Union de Crédit pour le Bâtiment), de samenwerkingsovereenkomst. Achter hen diverse collega’s van AXA en UCB.
Bouwfonds Hypotheken is een pilot gestart met Welke Financiële Diensten voor het geven van finaal akkoord op locatie. Welke wordt hiermee de eerste inkoopcombinatie die twee dagen per week een senior acceptant van Bouwfonds Hypotheken in huis krijgt. Vanuit het Bouwfonds systeem kan de acceptant, in huis bij Welke, de complete dossiers beoordelen. Bouwfonds Hypotheken wil de klanten van Welke hiermee, naast een aantrekkelijke propositie, de garantie voor een snelle verwerking bieden. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_12-19.indd
13
13
13-02-2007
11:29:27
N I EU WS
WGA volledig privaat
Een greep uit het Regeerakkoord Hieronder vindt u een selectie uit het Regeerakkoord, officieel het Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie. Een aantal onderwerpen, zoals de AOW-voorstellen, heeft inmiddels uitgebreid de media gehaald. Minder prominente aandacht echter kreeg de paragraaf over de uitvoering van de Wia. Terwijl daarin staat dat de rol van UWV, waar het gaat om de uitvoering van de WGA, geheel is uitgespeeld. Ook op zorggebied bevat het akkoord een aantal voor de branche belangrijke passages. Veel aandacht is besteed aan de fiscaliteit van de AOW. Iedereen die na 1945 geboren is zal vanaf 2011 over de AOW belasting betalen. Dat gebeurt in de vorm van een heffing die jaarlijks wordt verhoogd met 0,6% totdat in 2040 het maximum van 17,9% wordt bereikt. Deze heffing wordt naar draagkracht geheven over het aanvullende pensioen boven de 18.000 euro tot het maximum van de tweede schijf. In de praktijk betekent dit een vrijstelling die overeenkomt met een inkomen voor het 65e jaar van ongeveer 38.000 euro voor gehuwden en 43.000 euro voor alleenstaanden. Ook wordt vrijstelling van deze heffing verleend aan mensen die tot 65 jaar doorwerken. Voor iedere maand die iemand na zijn 63e doorwerkt ( met een jaarinkomen boven de 31.000 euro) wordt een arbeidsbonus verkregen. Bij doorwerken tot 65 jaar bedraagt de heffing per saldo dan nul (pro rato opbouwen in twee jaar). Het toekomstige kabinet wil, na overleg met sociale partners, een uitzondering op deze regel maken voor inkomsten uit onderneming en voor zware beroepen. Ter bevordering van de participatie vanaf 57 jaar zal de specifieke aanvullende arbeidskorting voor ouderen worden verhoogd. Het nieuwe kabinet wil de arbeidsdeelname van ouderen na hun 65ste jaar stimuleren door belemmeringen in het arbeidsrecht en fiscaliteit voor langer doorwerken weg te nemen. Bezien wordt of ondernemersfaciliteiten ook voor ouderen kunnen worden opengesteld.
Levensloopregeling De levensloopregeling wordt verder uitgebreid en zodanig nader vormgegeven “dat de regeling meer dan thans het geval is over de volle lengte van het arbeidzame leven de mogelijkheden tot (blijvende) arbeidsdeelname ondersteunt en dat ook de start van een eigen bedrijf, de periode tussen twee banen of de overgang naar deeltijdwerk kan worden overbrugd”. De bedoeling is om in overleg met sociale partners na te gaan of de spaarloonregeling kan worden geïntegreerd met de levensloopregeling. Tevens wil het nieuwe kabinet onderzoeken of de regeling kan worden opengesteld voor zelfstandigen en zzp’ers. Leerrechten voor scholingsfaciliteiten en het sparen voor inkomen tijdens een verruimd ouderschapsverlof worden aan de bestaande levensloopregeling gekoppeld. Het gebruik van de levensloopregeling voor vervroegd pensioen wordt verder toegespitst op de inzet voor deeltijdpensioen. De levensloopregeling zal beter toegankelijk worden gemaakt voor met name mensen met lagere inkomens. “Arbeid en zorg, werken en opvoeden, moeten voor ouders 14
VB_0407_12-19.indd
goed te combineren zijn”, staat in het akkoord. “In het spitsuur van het leven moet een time-out mogelijk zijn. De levensloopregeling dient mede dit doel.” Om aan dit uitgangspunt tegemoet te komen wordt het wettelijke recht op ouderschapsverlof verlengd van 13 naar 26 weken. De levensloopregeling zal hierop worden aangepast.
Wia De uitkeringen van de WAO en de uitvoering van de WIA zullen als volgt worden aangepast: • De uitkeringen van bestaande gevallen volledig arbeidsongeschikten in WAO, Waz en Wajong worden gelijk aan die van bestaande gevallen arbeidsongeschikten in de Wia. Dat betekent een verhoging van 70% naar 75%. • De grens van boven de 50 jaar op de peildatum 1 juli 2004 voor vrijstelling van de herbeoordelingsoperatie met het aangepaste Schattingsbesluit wordt verlaagd naar 45 jaar. • Degenen die nu worden vrijgesteld en al zijn herbeoordeeld met het aangepaste Schattingsbesluit worden ingedeeld op het oude arbeidsongeschiktheidspercentage. Door deze maatregel gelden in feite de reguliere WAOregels en het oude Schattingsbesluit voor iedereen die 45 jaar of ouder was op 1 juli 2004. • Herbeoordeelde uitkeringsgerechtigden met een toename van de verdiencapaciteit bij herbeoordeling die niet aan het werk zijn en geen direct vooruitzicht op werk hebben, hebben recht op een re-integratietraject. • De duur van de TRI-uitkering wordt verlengd van 6 naar 12 maanden, indien wordt meegewerkt aan re-integratie. • Er worden in totaal 10.000 brugbanen van een jaar gecreeerd, die bij voorrang worden ingezet voor degenen uit bovengenoemde groepen die na 12 maanden nog geen uitzicht op werk hebben. • Er zal in samenspraak met sociale partners een pakket aan maatregelen worden gepresenteerd om de arbeidsmarktpositie voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (vanaf 35%) te versterken. De no-risk polis en premiekorting voor werkgevers die een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst houden of nemen worden uitgebreid. • De WGA zal volledig privaat uitgevoerd gaan worden. • De Pemba wordt afgeschaft.
Volksgezondheid en zorg Na alle commotie rond de reorganisatie van het ziektekostenstelsel wil het nieuwe kabinet nu vooral rust op de diverse fronten. “Daarom willen wij de komende jaren vooral investeren in draagvlak bij patiënten en professionals om samen te werken aan het bestrijden van onnodige bureaucratie, het vergroten van het plezier in werken in de zorg en de ontwikkeling richting ‘best practices’.” Veel aandacht besteedt het akkoord aan preventie, onder het motto “De beste garantie voor beheersing van de zorgkosten vormt een effectief preventiebeleid. Effectief betekent vooral: lagere gezondheidskosten en minder grote verschillen in levensverwachting op basis van sociaal economische achtergronden. nummer 4 - 15 februari 2007
14
13-02-2007
11:29:36
N IEU WS
Daarom wil het nieuwe kabinet met alle betrokken partijen afspraken maken en doelstellingen formuleren over preventie. “In dat kader kan aan de orde komen het ontwikkelen van nieuwe verzekeringsvormen waarin het ondersteunen van een gezonde leefstijl, voorzorg en preventie een plaats krijgen. In dit kader wordt nagegaan of het zinvol is het voor verzekeraars mogelijk te maken om langdurige contracten aan te bieden.” Zoals bekend wordt de no-claim per 1 januari 2008 afgeschaft. Het basispakket wordt met pil en jaarlijkse periodieke tandartscontrole voor volwassenen verruimd, en het aantal kraamuren wordt uitgebreid. Er zal een nieuw systeem van eigen betalingen worden ingevoerd ter vervanging van de no-claim. Omdat chronisch zieken en gehandicapten in dezen geen vrije keuze hebben, worden zij hiervan uitgezonderd. De tegemoetkoming van de TBU wordt overgeheveld naar de WMO. De WMO zal meer worden toegespitst op voorzieningen voor chronisch zieken en gehandicapten. Voor verhoging van de zorgtoeslag zal de nieuwe regering extra middelen vrij maken. Wat niet verandert, is het systeem van nominale premie en inkomensafhankelijke zorgtoeslag. Wel wil het kabinet de mogelijkheden om dit bedrag ineens in rekening gebracht te krijgen (in plaats via een aparte rekening voor de premie en een aparte storting van de zorgtoeslag) verruimen. Aan zorgverzekeraars zal de vraag worden voorgelegd om het mogelijk te maken om de zorgtoeslag al met de nominale premie te verrekenen. Op deze wijze wil de overheid het aantal onverzekerden en wanbetalers terugdringen. “Er zal ruimte worden geboden voor ondernemerschap en privaat kapitaal, bij voorkeur langs de weg van de maatschappelijke onderneming. Nieuwe toetreders moeten niet onnodig worden belemmerd”, vindt de coalitie. “Toetsing vindt primair plaats op basis van kwaliteit en toegankelijkheid.” De coalitie is voorlopig niet van plan verdere stappen te zetten in het traject van WMO en AWBZ.
– Deze kabinetsperiode vinden geen wijzigingen plaats in de fiscale behandeling van de eigen woning. Er zullen ook geen wijzigingen worden voorbereid of onderzocht voor de periode daarna. – In het wetgevingsbeleid wordt nader invulling gegeven aan vertrouwen in burgers, en aan het functioneren van publieke voorzieningen om ruimte te geven voor vernieuwing en kwaliteitszorg. ■
Aansprakelijkheid automatiseringsbranche onderzocht Als afstudeerscriptie aan de Hogeschool van Den Haag heeft Johanna van den Arend in opdracht van KOSTER verzekeringen onderzoek gedaan onder automatiseringsbedrijven naar de reden waarom zij wel of niet een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BAV) en bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering (BCA) hebben afgesloten. Van de 100 ondervraagde automatiseringsbedrijven heeft 67% geen BAV en 68% geen BCA afgesloten. Het merendeel van de ondervraagden heeft de BAV en BCA niet afgesloten omdat er geen behoefte aan is. Daarnaast zien de automatiseringsbedrijven de noodzaak van deze verzekeringsvormen niet in. Volgens de onderzoekster zijn voor de automatiseringsbranche de BAV en BCA essentieel voor de continuïteit van het bedrijf omdat fouten kunnen leiden tot (grote) claims. Voorbeelden van schades kunnen zijn: het geven van een verkeerd advies, het niet juist installeren van de hardware of fouten die tijdens het ontwikkelen van de software zijn ontstaan. ■
Een aantal opmerkelijke passages
Attentiv introduceert nieuw samenwerkingsconcept
– Zelfstandig ondernemerschap zal worden gestimuleerd. Het wordt gemakkelijker gemaakt om de overstap te zetten van werknemerschap naar ondernemerschap en omgekeerd. Het starten van een eigen onderneming ook naast de dienstbetrekking zal - mede fiscaal - worden gestimuleerd. Bijzondere aandacht zullen startende ondernemingen in oude achterstandswijken krijgen. – Het MKB zal de komende kabinetsperiode meer aandacht en accent krijgen. De positie van het MKB wordt bevorderd door ruimere toegang tot innovatiesubsidies, innovatievouchers en overheidsopdrachten. – Het project vermindering regeldruk bedrijven zal worden gecontinueerd: de inzet is een nieuwe tranche van 25% reductie administratieve lasten. – De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting wordt geleidelijk in twintig jaar met 5%-punt per jaar verminderd. Deze maatregel is van toepassing op degenen die na 1971 zijn geboren en geen kinderen hebben in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar. – Er komt met ingang van 2008 een inkomensafhankelijk kindgebonden budget, waarin de huidige kindertoeslag opgaat en waaraan gefaseerd additioneel budget zal worden toegevoegd.
“Een nieuw concept in een veranderende markt”, noemt directeur Peter Aarden het initiatief van Attentiv om ook niet aangesloten kantoren te gaan bedienen. “De afgelopen tijd kregen wij steeds meer de vraag naar ondersteuning zonder de verplichting om het Attentiv-label te moeten voeren. Kantoren willen graag van onze diensten gebruik maken, maar zien er tegen op om afstand te doen van hun naam, die vaak een grote regionale bekendheid heeft.” Attentiv heeft dit signaal opgepakt en biedt de zelfstandige intermediair nu een aantal diensten. “Die diensten zijn divers”, zegt Van Aarden, “die modulair afgenomen kunnen worden. Niet iedereen heeft behoefte aan zelfde ondersteuning en vaak zijn de totale ondersteuningspakketten erg duur.” Attentiv start met een BasisPakket. De afnemers daarvan profiteren van inkoopvoordelen, bedrijfskundige en marketingondersteuning, extranet, Multi Business Plan en Attentiv Academy. Daarbij kan men uit verschillende modules kiezen, zoals consultancy, backoffice ondersteuning, internet en een online administratiepakket. Dit betekent niet dat Attentiv terugkomt op de franchiseformule, zegt Aarden desgevraagd. “Integendeel, we zijn druk bezig onze franchiseformule verder uit te rollen. Deze serviceverlening, die overigens natuurlijk ook beschikbaar is voor onze deelnemers, staat daar verder los van.” ■ nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_12-19.indd
15
15
13-02-2007
11:29:42
N I EU WS
Intermediaire versie DELA FamiliePlan
Frans van Rijn neemt afscheid van ONVZ Zorgverzekeraar
DELA biedt nu ook een intermediaire versie van het FamiliePlan. Dit product biedt nabestaanden naast de financiële dekking ook praktische steun na een overlijden. Binnen de dienstencomponent wordt niet alleen geld uitgekeerd, maar nabestaanden worden ook met raad en daad bijgestaan door consulenten in de moeilijke periode na een overlijden. Het gereed maken van dit product voor het intermediaire distributiekanaal vergt ook een nieuw beloningssysteem voor het DELA productenpallet. De provisie voor Uitvaartverzekering bedraagt voortaan 4,50% van het verzekerde bedrag bij premiebetaling en 7% van de koopsom bij de koopsomvariant en beiden worden ineens betaald. Het product kent een indexeringsprovisie van 4,25% van de kapitaalstijging en een bonusprovisie. De afsluitprovisie voor het FamiliePlan bedraagt voor het eerste en het tweede jaar 85%, onder directe betaling. De doorlopende provisie voor het derde en de volgende jaren is 5%. ■
Tijdens een druk bezochte receptie heeft Frans van Rijn afscheid genomen als commercieel directeur van ONVZ Zorgverzekeraar. Van Rijn (60) maakte gebruik van de mogelijkheid om vervroegd uit te treden. Op de foto staat hij in het gezelschap van Martin Kerkhof (rechts), de huidige commercieel directeur van ONVZ. ■
Examenspel Beleggen A Zoals bekend moeten financiële dienstverleners vóór 1 oktober beschikken over voldoende beleggingskennis. De Stichting Examens Financiële Dienstverlening (SEFD) heeft daarom in samenwerking met Consis Academie de Examen Game Beleggen A ontwikkeld. Met deze digitale Game kunnen geïnteresseerden op een leuke manier hun kennis van Beleggen A toetsen en weten zij direct of ze klaar zijn voor het examen! Daarnaast maken deelnemers met een goede score kans op een bioscoopbon voor 2 personen. Voor grotere organisaties is het mogelijk om bijvoorbeeld met afdelingen tegen elkaar te spelen en zijn de scores ook voor managers direct online te bekijken. De kosten van het spelen van de Game bedragen € 12,95 incl. BTW. Voor aanmeldingen en meer informatie kan contact opgenomen worden via
[email protected]. ■
Generali breidt dekking WGA Eigenrisicodragerverzekering uit Generali heeft de WGA Eigenrisicodragerverzekering uitgebreid. Er is nu ook dekking mogelijk voor bedrijven met een loonsom tussen de 1 miljoen en 2,5 miljoen euro. Bedrijven die al voor een Generali verzuimverzekering hebben gekozen kunnen extra premievoordeel krijgen. Voor bedrijven die de Generali WGA Eigenrisicodragerverzekering afsluiten in combinatie met een Generali verzuimverzekering en/of Generali collectief geldt een premie van 0,32%. Generali biedt het intermediair een aantal services om de verzekering snel en eenvoudig aan te bieden. Het intermediair kan op de website www.generaligis.nl terecht voor meer informatie en de benodigde materialen. ■
16
VB_0407_12-19.indd
De Hypotheek Adviseur naar Kluwer Kluwer, onder meer uitgever van Het Verzekeringsblad, heeft het tweemaandelijks tijdschrift De Hypotheek Adviseur overgenomen. Naast redactionele artikelen bevat dit vakblad vaste bijdragen van de Stichting Erkenningsregeling Hypotheekadviseurs (SEH) en de Stichting Keurmerk Financiële Dienstverlening (SKFD). Jaarlijks organiseert De Hypotheek Adviseur een spraakmakend congres waar onder meer de ‘Hypotheekadviseur van het jaar’ wordt gepresenteerd. Dit jaar vindt het congres plaats op 12 juni in het NBC in Nieuwegein. ■
Legal & General: lagere premies voor gezonde verzekerden Legal & General introduceert een nieuwe wijze van premievaststelling voor consumenten met een beter dan gemiddelde gezondheid. De nieuwe premies liggen tot 40% onder de thans gangbare tarieven. Onder de naam Preferred Life Tarief introduceert de verzekeraar een nieuwe wijze van vaststelling van de premie voor overlijdensrisicoverzekeringen. Consumenten die een overlijdensrisicoverzekering willen afsluiten met een verzekerd bedrag van meer dan € 160.000 dienen hiervoor een medische keuring te ondergaan. Binnen het verzekeringsbedrijf zijn medische keuringen primair om de verzekeraar tijdig op de hoogte te brengen dat de consument die de verzekering aanvraagt een verhoogd risico vormt. Indien dit verhoogde risico uit de medische keuring blijkt wordt een hogere premie gevraagd of andere verzwarende condities gesteld. L&G gaat er naar eigen zeggen nu als eerste verzekeraar in Nederland toe over positieve gevolgen te verbinden wanneer uit de medische keuring blijkt dat de gezondheid van de kandidaat beter is dan de gemiddelde gezondheid van kandidaat verzekerden. L&G verwacht dat 30% van de consumenten die gekeurd worden voor het nieuwe tarief in aanmerking komen. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
16
13-02-2007
11:29:54
VB Workshops in samenwerking met Kluwer Opleidingen
Workshop Succesvol Ondernemen
• 21 maart • 28 maart • 3 april • 17 april
Een pragmatische aanpak voor de toekomst Blijft u een ondernemende ondernemer? De veranderende wet- en regelgeving en het toenemend consumentisme hebben direct gevolgen voor de intermediair. Hij zal alle zeilen moeten bijzetten om vaktechnisch bij te blijven en tegelijkertijd dient hij zijn bedrijf zodanig in te richten dat hij voldoet aan de toezichtsregels. Maar al die inspanningen hebben geen zin, indien de intermediair in zijn hoedanigheid van ondernemer steken laat vallen. In dat geval loopt immers de continuïteit van zijn kantoor regelrecht gevaar.
Overleven in onzekere tijden Op initiatief van Het Verzekeringsblad wordt daarom een aantal kleinschalige workshops georganiseerd. In één dagdeel krijgt de financiële dienstverlener de kans zijn ondernemerschap te verbeteren en aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Hij krijgt de hulpmiddelen aangereikt om zijn strategisch inzicht te ontwikkelen en de juiste keuzes te maken, met een daarop toegesneden bedrijfsvoering. De workshops worden gegeven door mr. Paul Heuperman, adviseur van o.a. toonaangevende verzekeraars, ketens en brancheorganisaties op het gebied van strategie, bedrijfsvoering en commercie.
Meld u aan en blijf bij! Gezien de aard van de workshops, waarin iedere deelnemer de kans krijgt zijn individuele situatie te herkennen, is een maximum gesteld van 25 inschrijvingen. De prijs is € 195,(excl. btw), inclusief koffie/thee/broodjes en een documentatiemap. De workshops worden gehouden van 13.00 tot 17.00 uur, data: • 21 maart regio Noordholland (Zandvoort) • 28 maart regio Zuid (Veldhoven) • 3 april regio Noord (Zwolle) • 17 april regio Midden (Amersfoort)
Aanmelding via www.vbnet.nl
VB_0407_PADV.indd
17
12-02-2007
11:40:17
N I EU WS
NVA en VvHN bezorgd over verschil instap- en verlengingstarieven Het zit het intermediair al een tijd niet lekker en terecht: hypotheekaanbieders stunten steeds vaker met instaptarieven. Dikwijls gaat dat in de vorm van acties, waarin tijdelijk een korting wordt geboden op het rentetarief. Dat maakt het voor een adviseur niet makkelijker om zich in de concurrentiestorm staande te houden. “We hebben niets tegen concurrentie”, verklaart Fred de Jong van de Vereniging van Hypotheekadviseurs in Nederland (VvHN), “maar die moet dan wel transparant plaatsvinden. En daarvan is in sommige gevallen geen sprake.” Hij doelt op de tijdelijke actietarieven die na afloop van de actietermijn overgaan in een hogere rente. “Aanbieders hebben steeds meer de gewoonte om wel voor te rekenen welk voordeel dat op de korte termijn oplevert, maar niet welk rentebedrag de klant uiteindelijk over de hele looptijd betaalt. Een goede hypotheekadviseur is in staat om dat goed in beeld te brengen, maar dan moet hij daarvoor wel de kans krijgen.” VvHN en NVA zijn bevreesd dat de klant door het instaptarief verleid wordt direct naar de aanbieder toe te stappen om in de hem voorgehouden worst te bijten. “En dan is die klant er lang niet zeker van dat hij uiteindelijk goedkoper uit is, dan wanneer hij meteen een iets hogere rente had gekozen die wel voor langere tijd ongewijzigd was gebleven.”
Ecorysrapport van stal Kennelijk lukt het niet om hierover tot een vruchtbaar gesprek te komen met aanbieders. Anders immers zouden NVA en VvHN niet de hulp hoeven in te roepen van de minister, hetgeen zij nu wel hebben gedaan. Concreet vragen zij minister Zalm “om nadere stappen die er voor moet zorgen dat er meer transparantie komt richting de consument in deze.” Als onderbouwing van dit verzoek halen zij het inmiddels ruim twee jaar oude Ecorysrapport uit de la. Jawel, hetzelfde rapport dat terecht een storm van kritiek over zich heen kreeg, omdat de conclusies niet aansloten bij de onderzochte feitelijkheden. En ook hetzelfde rapport dat de term ‘perverse prikkels’ lanceerde, dat uiteindelijk leidde tot bepaald niet imagoverhogende discussies over de handel en wandel van (hypotheek)adviseurs. Tenslotte legde dit rapport de basis tot wat de ‘Adviesmatch’ is gaan heten. Nu citeren NVA en VvHN voluit en met kennelijke instemming uit ditzelfde rapport een lange passage dat betrekking heeft op het verschil in zogenaamde ‘venster’- en prolongatietarieven. Die laatste zijn veelal hoger, zo constateerde het rapport en verbond daaraan de conclusie dat aanbieders overstapkosten in rekening brengen. “Het is aan te bevelen”, zo staat in het rapport, “ te streven naar een betere informatievoorziening en meer transparantie over de hypotheekvoorwaarden. Dit kan leiden tot een groter bewustzijn bij consumenten ten aanzien van het
18
VB_0407_12-19.indd
belang van afspraken (in contractvoorwaarden) over het prolongatietarief en geldende boeteclausules bij het oversluiten van een hypotheek en de mogelijke gevolgen wanneer de overeenkomst ruimte laat voor een hoger tarief dan het dan geldende instaptarief.” Dat deze aanbeveling niet is overgenomen vinden de intermediairorganisaties “een gemiste kans”.
Oproep aan de minister VvHN en NVA roepen de minister op met partijen aan tafel te gaan zitten om zo te komen tot structurele verbetering van de informatievoorziening en meer transparantie over de hypotheekvoorwaarden met betrekking tot instap- en prolongatietarieven. “Concreet stellen wij voor om, voorafgaand aan het aangaan van een hypotheekovereenkomst, zowel het instap- als het prolongatietarief actief aan de klant te melden, voor zover er tussen beide tarieven verschillen bestaan. Daarnaast achten wij het van belang dat in de hypotheekoffertes en bij de berekening van de woon/ hypotheeklasten over de volledige looptijd van het contract, het effect van de gehanteerde, verschillende instapen prolongatietarieven expliciet wordt gemaakt.” ■
Bob Veldhuis overhandigt rapport aan politiek Voorafgaand aan de vergadering van de Vaste Commissie voor Financiën over de beleggingsverzekeringen overhandigde NVA-voorzitter Bob Veldhuis het rapport ‘Verdergaand inzicht in financieel complexe producten’ aan Jan ten Hoopen (CDA), vice-voorzitter van de commissie. In dit rapport pleit de NVA voor verdergaande maatregelen dan zoals die zijn voorgesteld door de Commissie De Ruiter. Zo wil de NVA uiteindelijk volledige, bij wet geregelde kostentransparantie, niet alleen voor beleggingsverzekeringen maar voor alle vermogensopbouwproducten. Ook bepleit de NVA handhaving van de afspraken op grond van de Adviesmatch en benadrukt zij het belang van een level playing field voor financiële aanbieders. ■
v.l.n.r: S. Depla (PvdA), E. Irrgang (SP), B. Veldhuis (NVA), J. ten Hoopen (CDA), mw. D. Vente (wnd griffier), mw. P.J.M.G. Blanksma (CDA)
nummer 4 - 15 februari 2007
18
13-02-2007
10:22:43
N IEU WS
Duitse tuinbouwverzekeraars actief in Nederland
Morningstar Awards fondsen Orange en AXA
De Duitse Gartenbau-Versicherung VVaG (GV) heeft haar werkgebied uitgebreid en biedt nu ook in Nederland tuinbouwverzekeringen aan. De GV heeft een klantenbestand van Delta Lloyd Schadeverzekering NV overgenomen. De Duitse verzekering kreeg er zo 1200 tuinbouwbedrijven bij als klant, met 5 miljoen euro aan premie. Delta Lloyd zal als ‘volmachtsbedrijf’ gaan functioneren en de contacten met de klanten blijven onderhouden. Het Duitse GV zal de productontwikkeling en automatisering verzorgen. Daardoor kan Delta Lloyd een vakgerichte tuinbouwverzekering aanbieden, en kan GV haar marktaandeel vergroten. ■
Het Orange SeNSe Fund en Orange Oranje Participaties van Kempen Capital Management zijn op 6 februari tijdens de FD Morningstar Awards bekroond als best presterende beleggingsfondsen, op basis van het absolute rendement in 2006 en het gemiddelde risico-gewogen rendement over de afgelopen drie jaar. Het Orange SeNSe Fund werd winnaar in de categorie Europese aandelen. Orange Oranje Participaties won de award in de categorie Nederlandse aandelen. Orange Beleggingsfondsen zijn er voor de professionele belegger, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, maar ook particuliere beleggers. Ook AXA World Funds Optimal Income heeft een FD Morningstar Award in de wacht gesleept. Dit mixfonds richt zich op een positief rendement, ongeacht de marktomstandigheden. ■
Nieuwe activiteit Akkermans De adviestak van de Akkermans & Partners Groep, Legal & Advice, is recent uitgebreid met een nieuwe activiteit onder de naam Akkermans & Partners Facilitair. Facilitair ondersteunt zowel het intermediair, pensioenfondsen als verzekeraars bij het verwerkings- en beheerproces van pensioen(verzekeringen). Facilitair is een backoffice voor financiële dienstverleners, waaronder de leden van Akkermans & Partners Pensioen Netwerken. Facilitair heeft derhalve een Wfd-vergunning, beheert agentschappen, verwerkt en genereert polissen en verwerkt provisies. ■
Forse schade Onderlinge Bossen
Drs. Lieneke Tromp (34) is als manager aangesteld om de nieuwe activiteit aan te sturen
.
Fortis actief op Russische verzekeringsmarkt
De storm van 18 januari heeft in de Nederlandse bossen meer schade veroorzaakt dan zich in eerste instantie liet aanzien. Onderlinge Bossen Verzekering (OBV) raamt de totale schade in Nederland op ca. 4 miljoen euro. Vooral op de NoordVeluwe en in Flevoland is er plaatselijk ernstige schade met vlaktegewijs gestreken bos, maar ook in Noord Limburg, Overijssel, en een deel van de Achterhoek komt forse schade voor. De schade bestaat zowel uit opruimingskosten als het verlies van houtwaarde en de kosten van herstel van de beplanting. Ongeveer 25% van het Nederlandse bos is bij Onderlinge Bossen Verzekering (OBV) verzekerd. Inmiddels zijn er bij OBV meer dan 200 stormschademeldingen ontvangen. De storm heeft ook bij land- en tuinbouwers veel meer schade berokkend dan in eerste instantie verwacht. LTO Nederland sprak een dag na de storm over 10 tot 15 miljoen euro. Volgens verzekeraar Interpolis gaat het om meer dan 50 miljoen. Het verschil heeft te maken met de vele schademeldingen die pas dagen na de storm zijn gemeld. Het Verbond van Verzekeraars schat het schadebedrag aan gebouwen nog steeds op minimaal 160 miljoen euro, in afwachting van een enquête. ■
Fortis verwacht de komende jaren een flinke groei te behalen in de Russische levensverzekeringsmarkt, gestuwd door een stijgende vraag in de groeiende Russische middenklasse. In januari opende een Fortis-kantoor in Moskou met 25 werknemers. Fortis Life Insurances zal zich voornamelijk richten op drie kernproducten: verzekeringsproducten gericht op de financiering van studie en op het veiligstellen van het gezin, die via het internet en telefonisch verkocht kunnen worden aan particulieren. En een pensioenverzekering voor bedrijven, die via grote klanten aan hun werknemers wordt aangeboden. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_12-19.indd
19
19
13-02-2007
10:23:01
I N T ER V I E W
De BAV-markt breidt zich verder uit doordat er meerdere beroepen zijn die zich moeten verzekeren tegen aansprakelijkheid. Dick de Boer, directeur nicheverzekeraar Nassau: “Vroeger dacht je er niet over na dat een gemiddelde tuinman een BAV moest hebben. Tegenwoordig rijden ze met dermate groot materieel door de tuin dat de kans op breuk of beschadigingen aan het ondergrondse leiding- en kabelwerk een heus risico is geworden. Het is typisch zo’n groep die zich in het schermergebied bevindt van beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheid.”
drs Dick de Boer
Niches: lang zaaien voordat er geoogst kan worden Dick de Boer is geboren op 23 september 1953 te Delft. Hij woont samen met zijn partner en hun drie kinderen. In zijn vrije tijd speelt hij hockey en golf. De Boer is sinds 1978 werkzaam bij Bloemers Nassau Groep, vanaf 1980 als adjunct-directeur en sinds 1983 als directeur van Bloemers Holding B.V. en alle dochtermaatschappijen daarvan. Hij bezit ruim 18% van de Holding aandelen.Naast deze activiteiten is Dick de Boer lid van het dagelijks bestuur van de NederlandsDuitse Kamer van Koophandel. Na het behalen van zijn HBS-B in Bilthoven volgde De Boer in 1975 Cand.Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit. Hij voltooide zijn Doctoraal studie Bedrijfskunde in 1978 in Delft.
20
VB_0407_20-24.indd
nummer 4 - 15 februari 2007
20
13-02-2007
10:55:52
IN T ERVIEW
Als middelgrote verzekeraar weet Nassau Verzekeringen zich staande te houden tussen grootmachten als Lloyds en Chubb. Ook internationaal gezien groeit de maatschappij op deelmarkten. Dick de Boer rekent het succes toe aan de bedrijfsvoering. Hierin staan het technisch resultaat en een lange termijn visie centraal. “Op nichemarkten zie je veel partijen komen en gaan. Prijsvechtend gaan ze ten onder. Wij kiezen niet voor de snelle winst maar ondernemen volgens het anti-anglo-saksische model.” Nassau Verzekeringen maakt deel uit van de Bloemers Nassau Groep. De Groep heeft vestigingen in Rotterdam, Amsterdam, Barendrecht, Keulen, Kopenhagen en Londen. Het in Parijs gevestigde Nassau assurances is de nieuwe ster aan het firmament. Dit onderdeel biedt, via een geselecteerde groep Franse assurantietussenpersonen, in eerste instantie polissen aan op het gebied van bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheid (BCA) en Product Recall. De Boer: “We richten ons daar heel sterk op de kleine en middelgrote bedrijven. In Frankrijk is deze groep heel regionaal verdeeld waardoor er sprake is van een sterke locale aangelegenheid.
Minder ontwikkelde claimcultuur Volgens onderzoek van Nassau is de Franse markt voor BCApolissen minder ontwikkeld dan in andere Europese landen. Minder dan 5% van de Franse doelgroep heeft een BCA-polis, en dat is volgens het bedrijf nog een ‘optimistische inschatting’. In Duitsland ligt dat percentage op 20% en in Nederland is dat 50%. Op het gebied van crisismanagementverzekeringen, waar Recall onder valt, tonen de statistieken nog geen 500 lopende polissen in heel Frankrijk. Volgens De Boer komt dat omdat de claimcultuur in Frankrijk veel minder ontwikkeld is. Dat maakt dat producten die bescherming bieden tegen die claimcultuur een slechte distributie kennen. “Anderzijds is het gewoon een ingewikkeld product dat goed geadviseerd moet worden, alleen is er op het Franse platteland geen mens te vinden die zich daarin verdiept. Onbekendheid met het product is iets waaraan we hard moeten werken. We gaan dat doen via educatie aan de makelaars in de grotere steden die contacten onderhouden met adviseurs uit de locale gemeenschap. Cultureel gezien hebben de Fransen, net als de Duitsers, een behoorlijke afkeer van het anglo-saksische denken en doen. Door onze werkwijze worden wij gezien als locale partner en niet als een korte termijn denker. Dat geeft ons een belangrijke voorsprong op onze concurrenten uit Amerika en Engeland die volgens het anglosaksische denken en doen een snelle winst prefereren boven een langdurige relatie.” Nassau assurances verwacht over vijf jaar een bestand van tien miljoen euro in de boeken te hebben. “Voor de grote jongens is dat een cijfer achter de komma, maar voor ons als groep is dat een mooie toevoeging aan het technisch resultaat. Daarin zit dan ook een belangrijk verschil tussen ons en een grote beursgenoteerde maatschappij. Wij denken in resultaattermen en niet in omzettermen. Het technisch resultaat is bij ons altijd leidend geweest.” Verder naar de toekomst kijkend behoort een uitbreiding van de bestaande activiteiten in Scandinavië tot de mogelijkhe-
den maar volgens De Boer heeft Nassau echt concrete plannen voor een verdere internationalisering niet op de agenda staan. “We hebben echter bewezen dat we binnen een half jaar ‘up and running’ kunnen zijn ergens in West Europa. De enige factor die daarop van invloed is, is de invloed van de wetgeving van de locale toezichthouders.”
Avances Toekomstige groei zal in ieder geval niet tot stand komen door overnames of een fusie. De Boer wil niets weten van een huwelijksaanzoek. En ze zijn er geweest, want in een markt waar maatschappijen ten onder gaan omdat deze onvoldoende massa hebben om aan de huidige wet- en regelgeving tegemoet te komen, wordt nicheplayer Nassau door vele partijen gezien als de ontbrekende parel aan het snoer. Je zou zeggen dat de belangstelling Nassau in een luxe positie manoeuvreert. De Boer: “Vanzelfsprekend zijn wij trots dat we worden benaderd door absoluut eerste klas maatschappijen met goed doordachte plannen. Bij Nassau Verzekeringen vinden we het echter heerlijk om als verzekeringsondernemers bezig te zijn. Wij zijn dan ook vastbesloten om nog heel lang een zelfstandige nicheverzekeraar te blijven met een leidende rol in de deelmarkten waarop we actief zijn. Dat bereiken we door onze goede winst- en verliesrekening (technisch resultaat) en ijzersterke balans te (be)houden.” Hiermee geeft De Boer tevens aan dat zijn maatschappij ruimschoots voldoet aan de normen die bekende nieuwe wetgeving verlangt, waaronder de nieuwe solvabiliteitsrichtlijnen van Solvency II.
BAV: intensief adviesproduct De Bestuurders en Commissarissen Aansprakelijkheidsverzekering (BCA) van Nassau dekt de verzekerden tegen de financiële gevolgen van persoonlijke aansprakelijkheid. De verzekering is voor bestuurders en commissarissen van BV’s en NV’s. Voor kleinere en middelgrote besloten vennootschappen is er de Basis BCA en voor bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen is de BTA-Polis en Basis BTA-Polis ontwikkeld. Deze producten hebben volgens De Boer één ding gemeen, je kunt ze niet even van de plank verkopen. “Het verzekeren van bestuurdersaansprakelijkheid is een intensief adviestraject dat alleen door gespecialiseerde adviseurs kan worden gedaan die weten waar het over gaat.” Wie dit product goed en deskundig in de markt wil zetten moet volgens hem dan ook “lang zaaien voordat er geoogst kan worden.” Nassau biedt het gespecialiseerde intermediair op dit gebied ook leertrajecten in de vorm van workshops, trainingen en Studium Generale. “Wij leren de adviseurs daarin zowel in de breedte als in de diepte naar de onderneming van zijn klant te kijken. Hoe zit de structuur in elkaar, de aard van het bedrijf, internationalisering, werkmaatschappijen, situatie van de bestuurders. Het besturen van een onderneming, dat is de essentie waar het om gaat. De relatie tussen bestuurders en commissarissen en de manier waarop deze worden benoemd. Je moet je een beeld kunnen vormen van de mensen achter de onderneming. Als je een adviseur van tevoren niet uitlegt dat je dit als maatschappij nodig hebt voor een juiste risicoanalyse, dan zullen zij het vragenformulier niet begrijpen en vinden ze je misschien nog een zeurpiet ook. Wij zorgen
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_20-24.indd
21
21
13-02-2007
10:23:50
Klaar voor een nieuwe ronde van onze baanbrekende MKB-actie?
en Benut uw kans 2007 vóór 29 maart
De WGA-eigenrisicoverzekering: scherpe premie voor het MKB en met complete overstapservice.
Na de succesvolle introductie van de WGA-eigenrisicoverzekering vorig najaar, kunt u opnieuw van start. Want De Goudse prolongeert haar baanbrekende actie richting het MKB met dezelfde én nog een aantal extra voordelen. Het aanbod geldt voor bedrijven met een loonsom tot 1 miljoen euro. En de verzekering biedt dekking voor ziektegevallen die zijn ontstaan vanaf 1 januari 2007. En de premie? Die is slechts 0,36% voor relaties die de verzekering afsluiten in aanvulling op een verzuim- of WIA-verzekering van De Goudse. Onderneem vóór 29 maart actie via www.wgaeigenrisicoverzekering.nl.
VB_0407_PADV.indd
22
U kunt weer verder.
12-02-2007
11:42:46
IN T ERVIEW
ervoor dat de adviseur niet met een mond vol tanden zit als de ondernemer hem vraagt naar de noodzaak om inzage te geven in zijn statuten. Het adviestraject is dus heel arbeidsintensief maar onmisbaar voor een goede inschatting van het risico waarvoor wij tekenen. In de markt voor Bestuurdersaansprakelijkheid ziet De Boer een reeks aan nieuwe toetreders. “Deze partijen krijgen een zware dobber om de specifieke eigenschappijen van deze markt te leren kennen en zich eigen te maken. Met gekopieerde producten en een niet markt conforme prijsstelling kun je geen lange termijn cover bieden aan de klanten die ze nu binnenhalen. Je ziet partijen opereren die geen idee hebben van de Nederlandse boekhoudwetgeving, terwijl dat zeer relevant is voor de bestuurdersaansprakelijkheid .Dan kun je wel raden hoe zo’n partij te werk gaat.” Nassau heeft in deze niche een goed jaar achter de rug. De Boer voegt daar direct aan toe dat dit niets zegt over toekomstige resultaten. “Je praat over een portefeuille met uiterst schommelende resultaten. Reserves en claims zijn van grote invloed op de resultaten, winsten kunnen door een miljoenenclaim zo weer verdwenen zijn. Daar moet je op ingespeeld zijn anders red je het niet.”
Ook tuinman heeft BAV nodig Naast de bestuurdersaansprakelijkheid ontwikkelt Nassau ook voor andere markten specialistische verzekeringsproducten. We vroegen De Boer naar de actuele ontwikkelingen en prestaties van een aantal niches in het afgelopen jaar. Op het gebied van de Beroepsaansprakelijkheid constateert De Boer een blijvend groeipotentieel. “Bij ons waren de resultaten over 2006 bijzonder goed te noemen maar het blijft een volatiele branche.” Die onbestendig- of wispelturigheid in de branche uit zich volgens De Boer vooral in het aantal nieuwe toetreders die als ware prijsvechters de markt bewerken. “Hierdoor is er sprake van een negatieve prijsspiraal. Omdat dat niet is vol te houden vertrekken deze partijen over een paar jaar weer uit de markt. Het enige voordeel dat verzekerden hier uit halen is een lagere premie gedurende een paar jaar. Dat je bij schade veelal een ingewikkelder proces ingaat om de schadepenningen vergoed te krijgen wordt over het hoofd gezien.” De markt wordt ook groter doordat er meerdere beroepen zijn die zich moeten verzekeren tegen aansprakelijkheid. “Vroeger dacht je er niet over na dat een gemiddelde tuinman een BAV moest hebben. Tegenwoordig rijden ze met dermate groot materiaal door de tuin dat de kans op breuk of beschadigingen aan het ondergrondse leiding- en kabelwerk een heus risico is geworden. Het is typisch zo’n groep die zich in het schemergebied bevindt van beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheid.”
Juweliers weer winstgevend Op de Brand- en bedrijfsschade markt heeft Nassau twee jaar geleden hard ingegrepen. Nadat de zoveelste reddingsoperatie was mislukt werd onder meer de horecatekening als nichemarkt uit de boeken geschrapt. “We zitten nu op circa 40% van die toenmalige portefeuille. Waar het in de horeca niet lukte om het schadecijfer te reduceren hebben onze ingrepen in de juweliersbranche wel een antwoord gekregen
uit de branche. Doordat trouwe verzekerden mee wilden werken aan preventieve maatregelen die wij hen voorstelden, is deze branche weer winstgevend. Kidnap & ransom is een groep waarover weinign naar buiten komt. Er is, sinds de terrorismedreiging in 2001 oplaaide, een toenemende vraag naar deze producten. Bij Nassau ligt het jaarlijks groeicijfers rond de 15%. Op de markt voor Product Recall is Nassau actief op de deelmarkt food en beverage. “Hier is een moordende concurrentie aan de gang. Daardoor moeten we, zeer tegen onze zin in, zaken laten liggen. Maar ook hier geldt dat we voor een gezond technisch resultaat gaan en niet voor groei alleen. Inmiddels kunnen we ons op Europees niveau wel een speler van belang noemen.” Nassau ontwikkelde eind 2006 een speciale recall-verzekering voor dekking van terugroepacties van middelgrote bedrijven met een omzet tot 35 miljoen euro. De zogeheten ‘Middle Market verzekering richt zich op producenten en handelaren in de voedingsmiddelen-, (fris)drank-, cosmetica – en tabaksindustrie.
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_20-24.indd
23
23
13-02-2007
10:24:00
I N T ER V I E W
Design & Construct Op het gebied van technische verzekeringen is Nassau alleen op de Nederlandse markt actief. Hier lanceerde de maatschappij vorig jaar de Design & Construct-verzekering. Design & Construct is een steeds vaker voorkomende contractvorm in de bouwwereld waarbij ontwerp en bouw door één partij worden uitgevoerd. “De doelstelling die we hadden gesteld zijn gehaald, maar ook hier zijn de producten dermate ingewikkeld dat het heel veel tijd kost om het uit te leggen. Dat is een bewuste keuze. We nemen graag de tijd om producten goed in de markt te zetten. We investeren in het opleiden van onze gespecialiseerde intermediaire relaties die deze producten goed en helder aan de man moeten brengen. Deze keuze maakt ons niet inefficiënt, wij vinden een lange termijn relatie met de klant belangrijker dan snelle winst. Ons grote voordeel om dit beleid te handhaven is simpelweg het feit dat we geen hijgende aandeelhouders kennen die goede kwartaalcijfers willen zien.”
Beleggingspolis Nassau volgt de ontwikkelingen rond de beleggingsverzekeringen met grote belangstelling. Binnen de Bloemers Nassau Groep heeft Leidsche Verzekeringen deze producten ook verkocht. “We luisteren en lezen veel. Het valt op dat er veel onzin geschreven wordt en er veel onbegrip is in de markt en bij verzekerden. Er is dus wel wat uit te leggen. Maar de huidige collectieve bangmakerij, ook vanuit de politiek, zal tot niets leiden. Om nu al met allerlei claims te komen slaat, op zijn Hollands gezegd, helemaal nergens op. Als je een product voor 25 jaar sluit dan kun je dus ook pas na die termijn, en geen dag eerder, bepalen of dat product gefaald heeft. Het maakt dus niet uit of de kosten in een keer of in delen ingehouden zijn. Neemt niet weg dat er zonder enige twijfel, in individuele gevallen, verkeerde producten zijn verkocht. Die fout zal door de betreffende verzekeraar hersteld moeten worden. Daarin was ook Niek Hoek, voorzitter Verbond van Verzekeraars, heel duidelijk.” Als we De Boer vragen naar het aantal Radarformulieren bij Leidsche Verzekeringen, ook een label van de Bloemers Nassau Groep, kan hij een glimlach niet onderdrukken. “Bij Leidsche Verzekeringen kwam één Radarformulier binnen. Een doorrekening wees al snel uit dat deze polishouder inmiddels een geweldig rendement heeft gehaald in zijn polis, dat had hij zelf nooit in de gaten gehad. Het is een beetje een hype waar achteraan gelopen wordt.” Om dit statement extra kracht bij te zetten haalt De Boer als tweede voorbeeld collega verzekeraar Onderlinge s’-Gravenhage aan: “die hebben om principiële redenen nog nooit een beleggingspolis verkocht en die krijgen toch Radarformulieren opgestuurd.” Hij vervolgt: “je ziet ook dat een aantal mensen goed en intensief met dit onderwerp bezig zijn. Zo hebben we de commissie De Ruiter gehad, die een afgewogen oordeel heeft gegeven. De commissie verwijst naar individuele gevallen die, zoals het zich nu laat aanzien, zich bij enkele grote verzekeraars ophopen. Dat zijn veelal ook de maatschappijen die hun producten anders aan de man brengen dan de kleine maatschappijen. Van al die duizenden Radar-formulieren is 99% terechtgekomen bij de vijf grootste verzekeraars. Die maatschappijen verkochten de producten via de televisie(gidsen) en grote mailings recht-
24
VB_0407_20-24.indd
streeks aan de klant. De rol van het intermediair is daarbij maar heel beperkt geweest. Over de aansprakelijkheid van de assurantieadviseur is De Boer helder: “Dat ligt simpel, wij verzekeren fouten. Als een intermediair aanspraak maakt op zijn beroepsaansprakelijkheidspolis dan gaan wij onderzoeken of de aansprakelijkstelling juist is. Als dat zo is dan is de adviseur gedekt. In het geval van de beleggingspolissen geldt voor het vaststellen van de schuldvraag echter wel een aantal nuanceringen. De kostenstructuur in die producten was destijds voor veel tussenpersonen helemaal niet helder en is door de maatschappijen ook niet aan hen gecommuniceerd. Je kunt het intermediair nu niet verwijten dat ze dit aspect toen niet hebben meegenomen. Het is gewoon niet altijd even helder waar de kostenafslagen in een product zitten.” Tot slot wil De Boer een duidelijke nuance aanbrengen in de discussie over het overlijdensrisicogedeelte in een polis. “Zowel de klant als de tussenpersoon hebben geweten dat een risicoverzekering onderdeel van het product uitmaakte. Daar heeft de polishouder iets voor betaald en ook iets voor teruggekregen, namelijk een dekking voor als het mis gaat. Gaat het niet mis, dan kun je daar als klant maar beter blij om zijn.”
“De klant en de tussenpersoon hebben geweten dat een risicoverzekering onderdeel van het product uitmaakte. Daar is iets voor betaald en ook iets voor teruggekregen, namelijk een dekking voor als het mis gaat. Gaat het niet mis, dan kun je daar als klant maar beter blij om zijn.” DNB is 180° gedraaid In het directieverslag over 2005 kraakte de Boer een uiterst kritische noot over de toezichtwetgeving die de afgelopen jaren door de overheid aan de financiële sector is opgelegd. Hij noemde het toezicht tegen ‘de boze financiële wereld’ een ‘door de overheid gecreëerde inefficiëntie’ en voegde daaraan toe: “Natuurlijk is het belang van een goede wet- en regelgeving en toezicht op de uitvoering daarvan groot. Eén kleine en meer ter zake kundige toezichtautoriteit zou echter veel doeltreffender kunnen werken dan de huidige, elkaar soms overlappende en nog naar hun vorm zoekende organisaties.’ Gevraagd naar zijn huidige mening over het toezicht, blijkt De Boer een stuk milder gestemd. “In 2006 is de opstelling van de Nederlandsche Bank 180 graden gedraaid. Ze zijn zich duidelijk bewust geworden van het feit dat het toezicht op verzekeraars echt iets anders is dan bij banken. Er wordt efficiënter gewerkt door betere werkmethodes, opereren veel zakenkundiger en staan veel meer open voor dingen die in de markt gebeuren”. De mentaliteitsverandering van de DNB staat volgens De Boer echter in schril contrast met die van de AFM. “Wij hebben er op zich minder mee te maken, maar als wij als verzekeraar vragenlijsten moeten invullen waarvan de helft betrekking heeft op een assurantiekantoor dan is er bij de AFM nog een slag te slaan. Niet op het gebied van kennis, wel qua opstelling en doelmatigheid.” ■ Alex Klein
nummer 4 - 15 februari 2007
24
13-02-2007
10:24:11
‘tot de dood ons scheidt’
‘waarom niet wat langer?’
Als je belooft een leven lang voor elkaar te zorgen, dan geldt dat
Een uitvaart kost vandaag de dag al snel zo’n € 6.500. Veel mensen
natuurlijk ook voor de periode daarna. Een goed afscheid, zoals iemand
denken “Ach, later is er wel geld”. Maar vergeten dan: later kan
leefde, hoort daarbij. Het is verstandig daar nu al over na te denken.
ook éérder komen! Sowieso heeft lang niet iedereen zo’n bedrag
Ook over de vraag wat die dag gaat kosten.
voorhanden.
Want wat voor afscheid uw klanten ook wensen, iemand zal de uitvaart
Vandaar onze DELA Uitvaartverzekering en uw advies als intermediair.
moeten betalen.
Een gerust gevoel voor uw klanten.
Ook samenwerken met DELA Intermediair? Bel (040) 260 14 44 of mail naar
[email protected]
VB_0407_PADV.indd
25
12-02-2007
11:44:49
F I SC A A L-JUR ID IS CH
Fiscaal-juridisch nieuws
De rubriek bestaat vandaag uit twee onderdelen, beiden uit de fiscale hoek. Het eerste deel gaat over een interessante uitspraak van de Hoge Raad. Ons hoogste rechtscollege legde een regelmatig voorkomend vraagstuk bij overlijden in het voordeel van de belastingplichtige uit. Maar juicht u niet te vroeg, mooie liedjes duren immers niet lang…Het andere onderdeel brengt het blijde bericht dat de staatssecretaris de verzekeringsbranche een stap tegemoet is gekomen bij het omzetten van kapitaalverzekeringen.
Berekening box 3 rendement bij emigratie of overlijden In het najaar van 2006 heeft de Hoge Raad zich gebogen over de berekening van het fictieve rendement in box 3 in het jaar van overlijden. Het ging daarbij om gevallen waarbij sprake is fiscale partners. Voor alle duidelijkheid eerst een overzichtje van onderliggende regels. Voor de bepaling van het box 3 vermogen gelden normaal de peildatums 1 januari en 31 december. Het fictieve rendement bedraagt 4%. In het jaar van overlijden eindigt de belastingplicht tijdens het lopende jaar. In plaats van 31 december geldt de overlijdensdatum als tweede peildatum. Het rendement wordt tijdsevenredig berekend op hele maanden.
mr. E.L.J. (Egon) Borghuis is werkzaam als fiscaal adviseur bij het Fortis ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken
26
VB_0407_25-27indd.indd
In de door de Hoge Raad beoordeelde zaak was één van de partners overleden op 27 april 2001. De overgebleven partner mag er dan in de aangifte voor kiezen om toch voor het gehele jaar (2001 dus) als fiscale partners te worden beschouwd. Bovendien mogen partners het box 3 vermogen onderling verdelen naar de door hen gewenste verhouding. De overgebleven partner had voor het voljaarpartnerschap gekozen en had al het vermogen bij de overleden partner in aanmerking genomen. De vraag die zich vervolgens voordeed is welke datum nu als eindpeildatum geldt: 1 april of 31 december? Het kan nogal uitmaken, vooral omdat het rendement veel lager is, 1% (3/12 van 4%, uitgaande van 1 april) om 4%. Het laat zich raden dat de Belastingdienst uitging van 31 december, waar de belastingplichtige 1 april verdedigbaar vond. In eerste instantie het Hof en vervolgens de Hoge Raad oordeelt dat de overlijdensdatum wel degelijk mag gelden. Een ‘overwinning’ dus voor de belastingbetaler.
Zeer recent is aangekondigd dat deze onduidelijkheid in de wet wordt weggenomen via de Fiscale onderhoudswet 2007. Het gaat om alle gevallen waarin sprake is van een tijdelijke belastingplicht. Ook mensen die Nederland verlaten of juist gedurende het jaar hier komen wonen vallen daaronder. Volgens het voorstel zal de tussentijdse peildatum vervallen, en daarmee ook de tijdsevenredige berekening van het rendement. Dit lijkt een wat zurige reactie op deze uitspraak van de Hoge Raad, waarmee de Belastingdienst zich een slecht verliezer toont.
Versoepeling fiscale voorwaarden omzetting garantieverzekering in beleggingsverzekering In november 2006 is een besluit verschenen met goed nieuws als het gaat om het omzetten van kapitaalverzekeringen die onder het fiscale overgangsrecht vallen. Deze verzekeringen zijn gesloten voor 14 september 1999 en vallen daardoor onder een vrijstelling van 123.428 euro in box 3. Bij een omzetting willen mensen die vrijstelling doorgaans behouden. Voorwaarde is dat de duur van de verzekering niet verlengd wordt en dat de uitkering (of de premie) niet verhoogd wordt. Belangrijk is om onderscheid te maken tussen enerzijds de garantieverzekering of ‘euroverzekering’ (een kapitaalverzekering met een verzekerd kapitaal in euro’s of andere valuta, hierna: garantieverzekering), en anderzijds de beleggingsverzekering of unit-linked verzekering (kapitaalverzekeringen zonder verzekerd kapitaal in euro’s of andere valuta, hierna: beleggingsverzekering). Bij een omzetting van een garantieverzekering naar een andere garantieverzekering zijn de voorwaarden voor behoud van de vrijstelling
nummer 4 - 15 februari 2007
26
12-02-2007
14:04:36
F ISCAAL-J U RID ISC H
eenvoudig toe te passen. Het vergelijken van het oude en nieuwe verzekerde kapitaal is immers een fluitje van een cent. De omzetting van een garantieverzekering naar een beleggingsverzekering (of andersom) is ingewikkelder, maar wordt door het besluit vereenvoudigd:
Oude voorwaarden:
ment moet gebaseerd zijn op het nettorendement van de kapitaalverzekering. Indien de overlijdensdekking en overige dekkingen op hetzelfde niveau worden gehandhaafd, mag de controleberekening achterwege blijven.
Nieuwe voorwaarden:
Voor alle omzettingen geldt: de brutopremie voor de beleggingsverzekering is maximaal gelijk aan de laatste brutopremie voor de garantieverzekering. De duur van de verzekering en de duur premiebetaling mogen niet worden verlengd; de einddatum van de garantieverzekering is de uiterste einddatum voor de beleggingsverzekering. Er mag geen sprake van zijn van een verhoging van het spaarelement. Dit moet blijken uit een controleberekening. Als in de beleggingsverzekering een lagere overlijdensrisicodekking wordt opgenomen, en/of andere meeverzekerde risico’s vervallen (bijvoorbeeld premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid), moet een controleberekening worden gemaakt: als uit die berekening blijkt dat het prognosekapitaal bij leven hoger uitkomt dan het verzekerde kapitaal van de garantieverzekering, zal de premie moeten worden verlaagd. Het prognoserende-
Support Office Intermediair B.V.
Zie de eerste twee punten bij de oude voorwaarden. Het verzekerd risico op de beleggingsverzekering is qua hoogte een normale en gebruikelijke verzekerde uitkering bij overlijden. Hiervan is in ieder geval sprake bij een uitkering ter grootte van 90% of 110% van de waarde van de units. Vooral het laatste onderdeel van de nieuwe voorwaarden schept verlichting. Adviseurs en verzekeraars zijn hiermee verlost van de controleberekening en de verplichte verlaging van de premie die daaruit kon voortvloeien. Het is nog wel mogelijk om een andere (lagere) overlijdensdekking te verzekeren, maar dan gelden de oude voorwaarden. Een ander aandachtspunt is overigens dat het verzekerde lijf niet mag wijzigen. Die voorwaarde geldt niet als de wijziging plaatsvindt in het kader van een echtscheiding of de beëindiging van een duurzame relatie. ■
& Guido Thys
presenteren op 1
maart -TIJDENS FILETIJD!- in het Textielmuseum te Tilburg (van 16.00 uur tot 19.00 uur inclusief aansluitend buffet)
“UNIEK VOOR ALLE INTERMEDIAIRS IN NEDERLAND DIE WILLEN AANVALLEN”
HET NIEUWE SERVICEMODEL VOOR VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN FRONT- EN BACKOFFICE Een uniek Servicemodel, waarbij volledige integratie van frontoffice en backoffice van schadeverzekeringen én hypotheken / leven / financieringen plaatsvindt. Uiteraard internetgedreven. U kunt, waar en wanneer ook, digitaal berekeningen maken, aanvragen inschieten en uw portefeuille inzien. Wij onderscheiden ons als uw backoffice. Wij analyseren actief uw portefeuille en zorgen voor cross-selling op en uit uw naam. Laat u verrassen en meldt u aan voor deze unieke presentatie. Uniek, ook vanwege onze gastspreker Guido Thys, hij is één van de meest actieve, humoristische sprekers en auteurs van de Benelux. KIJK OP ONZE WEBISTE WWW.SUPPORTOFFICE.NL EN MELD JE AAN VIA DE BUTTON IKWILAANVALLEN! Aanmelden kan ook per e-mail: ikwilaanvallen.nl U BENT VAN HARTE WELKOM, maar reageer snel want de capaciteit is beperkt. U ontvangt na aanmelding een bevestiging met een routebeschrijving.
Deze presentatie is mede tot stand gekomen door:
Strategische business partners van Support Office
VB_0407_25-27indd.indd
27
12-02-2007
14:09:45
VB-Barometer
Meerwaarde centraal tijdens VB-Barometer lustrumsymposium
VB start groot onderzoek naar ‘meerwaarde’ intermediair Nu de beloning nagenoeg volledig transparant is, de klant precies weet wat hij betaalt en wat hij wil betalen, komt het er voor het intermediair op aan dat hij zich laat voorstaan op de meerwaarde die hij heeft ten opzichte van concurrerende kanalen. Maar de meerwaarde van het intermediair moet strijden met diens slechter wordend imago en met de mogelijkheden die het internet biedt. En dan rest nog de vraag: ‘Wat is onze meerwaarde eigenlijk?’ en ‘Ziet mijn klant dit ook als meerwaarde?’ ‘Wil hij daarvoor extra betalen?’ Reden voor een groot onderzoek naar wat nu eigenlijk echte meerwaarde levert.
Verandering in markt en marktaandeel, de trends in consumentengedrag, de rol van de intermediair en beloning stonden centraal tijdens het alweer vijfde symposium rond de VB-VerzekeringsBarometer zoals het jaarlijks onderzoek voluit heet. Aanwezig waren vertegenwoordigers van grote intermediaire maatschappijen, intermediairs en uiteraard de NVA en NBVA. Gastheer was dit jaar GfK panelsservices Benelux, de partner van Het VB in de VerzekeringsBarometer, dat recent haar nieuwe pand in Dongen betrok. Frans Louwen, senior consultant bij GfK, opende het symposium met enige trots. En terecht want het nieuwe pand van GfK mag er zijn. Een bijzonder fraai pand, opgetrokken uit baksteen en veel glas, met allerlei doorkijkjes, smaakvol en efficiënt ingericht. Het past bij GfK, dat inmiddels is uitgegroeid tot een van de marktleiders in onderzoek.
om onze belangrijkste lezers, het intermediair, jaarlijks van informatie te voorzien over trends in consumentengedrag, consumentenoordelen en over de ontwikkeling van marktaandelen. Deze informatie was her en der wel beschikbaar, met name bij verzekeraars, maar die hielden dit voor zichzelf. De komst van de VerzekeringsBarometer heeft dat sinds 2002 veranderd. Maatschappij en intermediair spelen nu open kaart. De VerzekeringsBarometer bestaat nu vijf jaar en we zijn er trots op dat het inmiddels een instituut is, dat door velen wordt gebruikt om beleid op te sturen.” Als voorbeeld noemde hij het feit dat internet door de intermediaire kolom pas als een serieus probleem werd gezien nadat Het VB eind 2004 ontluisterende cijfers over het intermediaire marktaandeel publiceerde.”Vanaf dat moment zie je dat intermediaire verzekeraars er veel aan doen het intermediair ‘on line’ te krijgen.”
Advies telt zwaar Aan de hand van een aantal straatinterviews die hij in 2002 voor de branchedag had gemaakt, liet Andriessen zien hoe de mening van de consument de laatste vijf jaar was opgeschoven en niet altijd in het voordeel van het intermediair. Neem betrouwbaarheid, een begrip dat in het onderzoek steeds terugkeert. In 2002 vond slechts 37% de intermediair betrouwbaar, in 2006 is dit gestegen tot 52%. Gevraagd naar de betrouwbaarheid van de eigen adviseur is de ontwikkeling andersom. In 2002 vond nog 91% de eigen adviseur betrouwbaar, in 2006 was dit nog 74%. Aan het advies van de intermediair wordt nog steeds waarde gehecht, mits hij zijn keuze goed motiveert, hij alle opties benoemt en meldt of er sprake is van verplichte winkelnering. Frans Louwens
Provisie Open kaart Rienk Andriessen, redacteur en coördinator van de VerzekeringsBarometer ging kort in op de reden van het ontstaan van de VerzekeringsBarometer. “Wij vonden het in 2002 belangrijk
28
VB_0407_28-31.indd
De afgelopen vijf jaar zijn ook steeds vragen gesteld over de beloning van het intermediair en de tevredenheid daarover. De tevredenheid over de wijze van betaling is anno 2006 behoorlijk gedaald. Nog maar 60% is tevreden. “De vele
nummer 4 - 15 februari 2007
28
12-02-2007
14:11:24
VB-Barometer
worden op meerwaarde, ziet de consument die meerwaarde bij het intermediair vooralsnog niet aanwezig. En dat is ons probleem.” constateert Andriessen. “Het imago staat onder druk, het marktaandeel staat onder druk en de beloning staat onder druk. Door de omstandigheden zal de beloningstransparantie sneller worden afgedwongen dan gewenst. Daarnaast zit het intermediair ook nog eens in de hoek waar rake klappen vallen, Zalm met z’n perverse prikkels, de consumentenbond, de intermediairbedrijven VEH en Independer, deze laatste innig vrijend met Radar en zelfs de Ombudsman verzekeringen haalt snoeihard uit naar de branche. Kortom, het intermediair staat er niet fraai voor en dat juist op een moment dat zij een beloning voor haar meerwaarde moet gaan vragen aan haar klanten.” Volgens Andriessen is er dus sprake van een crisis: “Het imago van het intermediair komt niet overeen met wat zij wil zijn, haar identiteit. Maar, is er nu sprake van een imagoprobleem of is er sprake van een identiteitscrisis. Weet het intermediair nog wel wat ze wil of moet zijn? Weet het intermediair wel voor welke dienstverlening ze straks geld mag vragen?”
Meerwaarde
“Wat ziet uw klant als uw meerwaarde?”
negatieve aandacht in de media speelt hier ongetwijfeld een rol” verklaart Andriessen. “Opvallend is, en ook dat zal door de vele negatieve publiciteit komen, dat nog slechts 34% tevreden is met de hoogte van de provisie nadat we de bedragen hadden bekend gemaakt. In 2002 kon nog 64% leven met die bedragen. Ook in de hoogte van een eventueel uurtarief zit weinig rek. In 2002 vond men 30 euro voor een uur voldoende, nu is dat 50 euro. Daar is bijna geen businessmodel op te bouwen in de huidige structuur. Maar” stelde hij “de consument heeft de beroepsgroep ook niet erg hoog zitten. 39% vergelijkt het intermediair met een vertegenwoordiger, 14% met een belastingadviseur, 11% met een makelaar, 10% met een autoverkoper en zelfs 2% met een marktkoopman. Al met al geen sterk vertrekpunt.”
De enige instanties die zich bezighielden met het imago waren zowel de NBVA als NVA. Maar dan alleen voor hun eigen leden: die moeten het van hun meerwaarde hebben. De NVA zette dit onlangs neer met een grote publiekscampagne. Andriessen: “Dat is allemaal heel mooi, maar weten we wel wat de consument ziet als meerwaarde? Het feit dat een adviseur alle papieren heeft en door zijn vereniging goed op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen is natuurlijk heel belangrijk, maar het is vooral intern gericht. De consument gaat er terecht vanuit dat de adviseur deskundig is. Die ziet dat niet als meerwaarde maar als basale noodzaak. Door internet wordt alles wat het intermediair doet alleen maar transparanter en dus zal de meerwaarde van het intermediair door de consument eenvoudig onder de loep worden genomen. En meerwaarde is alleen meerwaarde als de consument dit ook als zodanig herkent en ervaart.”
Intermediair in identiteitscrisis Hoewel het intermediair het over de hele linie wel ‘goed’ doet, onderscheidt het kanaal zich nauwelijks van bank of direct writer. “Terwijl de strijd juist gestreden moet
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_28-31.indd
29
29
12-02-2007
14:11:34
VB-Barometer
Onderzoek 2007 Het intermediair zal dus moeten uitgaan van eigen kracht. Uit de VerzekeringsBarometer blijkt dat het intermediair nog altijd als de beste adviseur wordt gezien, met de beste dienstverlening. Andriessen: “Deze sterke punten zal hij dus moeten uitbuiten. Hij zal zijn businessmodel moeten herzien, hij kan niet meer voor alle klanten dezelfde inspanning leveren en zal klanten moeten segmenteren. Ook zal hij moeten berekenen welk uurtarief dekkend is voor zijn onderneming. Een goede prijs voor goede dienstverlening, daar gaat het om. Daarom zal de VerzekeringsBarometer 2007 in het teken staan van twee belangrijke vragen: ‘Wat ervaart de consument als meerwaarde en wat heeft hij daarvoor over?’ en ‘Wat ziet het intermediair als zijn toegevoegde waarde en wat vraagt hij daarvoor?’ Daar hopen wij dit jaar met de VerzekeringsBarometer antwoorden op te vinden.”
Opvallend is namelijk dat de mate van tevredenheid afneemt als men weet hoeveel provisie men betaalt. Dan is ineens 16% ontevreden en nog 35% tevreden.”
Markt voor uurtarief Volgens Graafmans tekent zich langzaam een markt voor uurvergoeding af: “Er zijn verschillende doelgroepen. Zo kiezen hoger opgeleiden vaker voor uurvergoeding dan lager opgeleiden. Ook mensen die nu geen klant zijn bij het intermediair, hebben een sterkere voorkeur voor een uurvergoeding. Gevraagd naar een voorkeur geeft nu bijna 19% van de consumenten aan wel een uurvergoeding te willen betalen. De vraag is echter of deze insteek van de consument ook profijtelijk is voor het intermediair, want met rond de vijftig euro per uur heeft de consument niet veel over voor de dienstverlening van het intermediair.”
Gevolgen Klant onderschat hoeveelheid werk Wim Graafmans van GfK, maakte duidelijk dat er nog grote verschillen zijn in denkwijze tussen consument en intermediair: “Zo verwacht de klant dat zijn adviseur drie tot vier uur tijd aan hem besteedt per jaar. Maar is dit reëel? 34% denkt bijvoorbeeld dat het afsluiten van een hypotheek, het advies en de administratie, een tot drie uur kost, 36% schat dit tussen de vier en zes uur. Gemiddeld kom je dan uit op vier tot vijf uur.” Graafmans liet vervolgens zien welk bedrag men als beloning genoeg vindt: “Voor een brand/inboedel-verzekering is dit 20 euro, voor een autoverzekering 70 euro en voor een hypotheek rond de 800 euro.” Op dit moment is bijna 50% van de klanten tevreden over de wijze waarop zij betalen voor de diensten van het intermediair, 34% heeft geen mening en slechts 5% is ontevreden. Graafmans: “Wat we niet weten is of men het huidige systeem accepteert, of dat men simpelweg niet beter weet. Met andere woorden: Moeten we slapende honden wakker maken?
Graafmans ging ook in op de gevolgen van de uurvergoeding voor de markt: “De premie voor de consument zal dalen. Ook zal de relatie tussen verzekeraar en adviseur heel anders worden. Het positieve is dat ook de prijzen van de andere kanalen als bank en direct writer zullen moeten dalen. Ook positief is dat de onafhankelijke positie van het intermediair veel beter tot uiting zal komen en als het intermediair in staat is haar toegevoegde waarde te tonen én waar te maken zal het leiden tot extra omzet.”
Aan de horizon Dirk-Jan Abbringh, van IG&H en schrijver van het boek Trendbreuk.com, plaatste als laatste spreker de problematiek in het licht van de toekomst. Abbringh: “Tijdens het NBVA-congres eind vorig jaar kreeg de zaal te horen dat het allemaal goed ging, dat we het goed doen. Die zaal zat vol met vijftigplussers. We moeten uitkijken dat we geen monumentenzorg worden. We moeten ons richten op de toekomst, op innovatie intermediairs. Het klassieke model heeft zij tijd gehad. Is dat erg? Neem de ‘Wasserbombe-affaire’. De Nederlandse tomaat deugde opeens niet meer, er werd er geen een meer verkocht in Duitsland. Was dat het einde van de sector? Nee, het was juist het begin van een innovatief tijdperk: Tasty toms, trostomaten, cherry- en Roma-tomaten Er kwam van alle op de markt. Een van de grondleggers van de marketing, Theodore Levitt, zei al in 1960: ‘Als denken een reactie op een probleem is, is de afwezigheid van problemen de reden waarom er in veel sectoren niet creatief wordt nagedacht.’ Waarschijnlijk heeft onze sector ook relatief weinig problemen gekend, maar dat is nu wel anders.”
Strategie “Langzaam markt voor uurvergoeding”
30
VB_0407_28-31.indd
Volgens Abbringh is uit onderzoek van de universiteit van Tilburg gebleken dat intermediair bedrijven die er een
nummer 4 - 15 februari 2007
30
12-02-2007
14:11:41
VB-Barometer
duidelijke strategie op nahouden 16% beter presteren dan bedrijven die gewoon blijven doen wat ze doen. Abbringh: “Het intermediair zal nieuwe businessmodellen moeten ontwikkelen. Daarbij worden ze begrensd door de consument, door regulering en door technologie. Door de regulering zal de ontwerpruimte worden beperkt, door de technologische ontwikkelingen en door veranderend consumentengedrag is er aan de ander kant juist heel veel ruimte bijgekomen. Het is aan het intermediair daar innovatief mee om te gaan en een goede strategie voor te bedenken.”
“Ga praten met klanten”
komen die tot een verdere verdieping van de VerzekeringsBarometer zullen leiden. Aikens: “Mag ik beginnen te zeggen dat ik ongelofelijk trots ben op onze VerzekeringsBarometer, die inmiddels is uitgegroeid tot een prachtig instrument in onze branche. Ook ben ik zeer blij met de goede inhoudelijke bijdragen deze middag, al besef ik dat er nogal wat informatie over u is heen gestort.” Tijdens de discussie die volgt blijkt vooral hoe verschillend met name de verzekeraars tegen de problemen aankijken, ook is het voor hen vaak onduidelijk hoe verzekeraars en intermediairs elkaar kunnen helpen. De verzekeraars lijken zich nog erg op de eigen problemen te concentreren en kunnen zich daardoor moeilijk verplaatsen in de problemen van het intermediair. Ook stellen velen de vraag of de klant eigenlijk wel beseft wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Wat moet er gebeuren zodat de consument dat wel inziet? Een interessante invalshoek levert de vraag wat de klant irriteert, wat wil hij zeker niet, waarom gaat hij niet naar een adviseur. En andersom willen de brancheverenigingen graag weten waarom precies een klant juist wel heeft besloten een adviseur in te schakelen. Ook is het belangrijk uit te zoeken wat de klant mist in de dienstverlening van het intermediair. Waarom is hij wel bereid om voor een notaris 150 euro per uur te betalen en voor het intermediair slechts 50?
More is less Een belangrijke trend die een rol speelt in die strategie is de ‘information overload’ Abbringh: “Uit onderzoek van TNO blijkt dat de consument teveel keuzes moet maken en daardoor krijgt hij last van keuze stress. ‘More is less’ . Het intermediair kan hier een belangrijke rol spelen door die stress weg te nemen en een gedegen voorselectie te bieden, marketing op basis van complexiteitsreductie: ‘Less is more’.”
User centric Daarnaast is er een grote noodzaak voor ‘user centric innovatie’ Innovatie waarbij de klant in het middelpunt staat. Als voorbeeld noemt hij supermarkt Aldi die ‘leert’ door te experimenteren. Abbringh: “Alles wordt direct in de praktijk uitgeprobeerd en stapsgewijs aangepast. De consument bepaalt als het ware de vooruitgang. Ook het intermediair zal zijn businessmodellen moeten aanpassen aan de veranderende wensen van de consument. Het is daarbij van belang je klanten heel goed te kennen en te weten wat hen bezighoudt. Ga praten met de klanten. Het is van de zotte dat deze branche producten ontwikkeld zonder ooit met de klant te praten.”
Aikens: “Uw vragen en opmerkingen geven aan dat we op een keerpunt staan en dat er binnen de branche geen eenduidig antwoord wordt gegeven op de aan de orde zijnde problemen. Wij zijn blij dat u de vragen die u bezighouden met ons hebt willen delen. Deze worden absoluut meegenomen in de VerzekeringsBarometer 2007 en ik hoop volgend jaar de uitkomsten met u te kunnen bespreken.” ■ Indien u volgend jaar ook het VB-VerzekeringsBarometer Symposium wilt bijwonen, kunt u ons dat laten weten. Stuur uw naam, functie en adres per e-mail naar :
[email protected] o.v.v. 6e BarometerSymposium. U ontvangt dan tijdig informatie over uw aanmelding.
Discussie Na de ‘overload’ aan informatie was het aan VBhoofdredacteur Jan Aikens tot werkbare conclusies te
“Geen eenduidig antwoord”
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_28-31.indd
31
31
12-02-2007
14:11:46
J U R I SP RUD E NTIE
Aansprakelijkheid voor gebrekkig wooncomplex Wanneer café-eigenaar A bewust geen luik boven het keldergat in zijn zaak heeft aangebracht en bezoeker B valt in dat gat, dan kan B van A schadevergoeding eisen op grond van onrechtmatige daad. B moet daarvoor onder meer bewijzen dat A hem aan een te groot gevaar heeft blootgesteld en dat dit hem kan worden verweten. Wanneer A wel een luik heeft getimmerd, maar niet weet dat dit kelderluik is weggehaald en B valt dan in het gat, dan is het maar de vraag of het A kan worden verweten dat een gevaarlijke situatie is ontstaan. Toch hoeft de poging van B om schadevergoeding te ontvangen, daarmee nog niet te stranden. B kan (ook) een risicoaansprakelijkheid in stelling brengen, in dit geval de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige onroerende zaken (artikel 6:174 BW). Dit brengt mee dat wanneer een gebouw gebrekkig is, de bezitter van het gebouw aansprakelijk is wanneer dit tot schade leidt; ook als hij het gebrek niet kende. B kan dus het standpunt innemen dat het gebouw van A gebrekkig was, vanwege het niet afgeschermde keldergat in de vloer en dat A als bezitter van dat gebouw voor de schade van B risicoaansprakelijk is.
In de rechtspraak zijn bijzonder veel uitspraken te vinden over de vraag of een onroerende zaak - een gebouw/weg/leiding etc. - nu gebrekkig is of niet. Minder vaak staat de vraag centraal op wie de aansprakelijkheid rust indien de zaak gebrekkig is. In een recent gepubliceerde zaak staat juist die vraag centraal. Uiteindelijk blijkt de eiser volgens de rechter de verkeerde partijen te hebben aangesproken. Op die partijen rust volgens de rechter geen risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken.
Op wie risicoaansprakelijkheid kan rusten verzorgd door mr Tirza Hekster, advocaat bij Bosselaar & Strengers te Utrecht
Bij de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken - of ‘opstallen’ zoals artikel 6:174 BW ze noemt - kan het gaan om verschillende soorten onroerende zaken. Van wegen tot winkels, van leidingen tot ziekenhuizen. Gaat het om een ge-
De wetgever heeft er rekening mee gehouden dat een bedrijfsmatige gebruiker van een gebouw
brekkige weg, dan is de wegbeheerder daarvoor risicoaansprakelijk. Gaat het om een gebrekkige leiding, dan is het de leidingbeheerder die de risicoaansprakelijkheid draagt. Wanneer schade ontstaat door een gebrekkig gebouw, dan rust de risicoaansprakelijkheid op de bezitter daarvan. Degene die in de openbare registers als eigenaar van het gebouw staat ingeschreven, wordt vermoed de bezitter te zijn. In de regel zal de bezitter dus gewoon de eigenaar zijn. Niet altijd wordt een gebouw gebruikt door de bezitter zelf. Het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat het gebouw wordt gebruikt door een bedrijf. De wetgever heeft het verstandig gevonden om bij bedrijfsmatig gebruik van een gebouw niet steeds de bezitter als aanspreekpunt te nemen. De wetgever heeft twee situaties willen onderscheiden: – het gebouw wordt bedrijfsmatig gebruikt, maar de schade staat daar los van; – het gebouw wordt bedrijfsmatig gebruikt en de schade staat daarmee in verband.
(bijvoorbeeld bedrijf X) het gebouw op zijn beurt ook weer aan iemand ter beschikking kan stellen voor diens bedrijf (bijvoorbeeld bedrijf Y). De wetgever vindt in een dergelijk geval de risicoaansprakelijkheid uitsluitend op bedrijf Y rust. 32
VB_0407_32-35.indd
In het eerste geval geldt de hoofdregel: de bezitter is het aanspreekpunt. In het tweede geval is niet de bezitter het aanspreekpunt, maar rust de risicoaansprakelijkheid op de ‘bedrijfsmatige gebruiker’. Stel een uitzendbureau huurt een kantoorpand en door een ontwerpfout stort het plafond in in de spreekkamer en raakt een klant gewond. De
nummer 4 - 15 februari 2007
32
12-02-2007
14:13:09
J URISP RU D EN T IE
schade tengevolge van een ontwerpfout staat niet in verband met het voeren van een uitzendbureau. In dat geval moet de gewonde klant de hoofdregel volgen en kan hij de bezitter van het pand aansprakelijk stellen. Stel hetzelfde uitzendbureau laat het trapgat naar de archiefruimte open en een klant valt daarin. In dat geval geldt de uitzondering wel en zal de gewonde klant - uitsluitend - de bedrijfsmatige gebruiker aansprakelijk kunnen stellen. Deze uitzondering is opgenomen in artikel 6:181 BW.
In de rechtspraak zijn bijzonder veel uitspraken te vinden over de vraag of een onroerende zaak - een gebouw/weg/leiding etc. - nu gebrekkig is of niet. Minder vaak staat de vraag centraal op wie de aansprakelijkheid rust indien de zaak gebrekkig is Het ongeval In de zaak die in deze bijdrage centraal staat, kwamen de hoofdregel en de uitzondering uitdrukkelijk aan de orde. In de zomer van 1998 was Z voor zijn werkgever aan het werk bij een wooncomplex. Hij was bezig met onderhoudswerkzaamheden. Op een gegeven moment is Z met zijn ladder gevallen. Hij is daarbij ernstig gewond geraakt. Sinds het ongeval is hij volledig arbeidsongeschikt. In de rechtszaak is naar voren gebracht dat de oorzaak van zijn val geweest dat bij het vastmaken van een stang aan het wooncomplex te korte schroeven zouden zijn gebruikt. Toen Z in de zomer van 1998 zijn ladder met haken aan die stang bevestigde, zijn de schroeven uit het hout geschoten. De stang is losgeraakt en de werknemer is met zijn ladder achterover gevallen.
De rechtbank wijst de regresvordering af Allianz heeft B en D aansprakelijk gesteld op grond van artikel 6:174 BW en artikel 6:181 BW. Volgens Allianz zijn B en D namelijk niet alleen aan te merken als bezitter van het wooncomplex (artikel 6:174 BW), maar ook als de bedrijfsmatige gebruiker daarvan (artikel 6:181 BW). De rechtbank is het met beide stellingen oneens. Wat betreft de vraag of B en D bezitter van het wooncomplex zijn, antwoordt de rechtbank dat dit niet het geval is. B en D kunnen niet worden beschouwd als bezitters van het wooncomplex. Het wooncomplex is eigendom van A. A is dan ook bezitter. Wat betreft de vraag of B en D bedrijfsmatige gebruiker zijn van het complex, meent de rechtbank blijkbaar dat dit wel het geval is. Dit leidt volgens de rechtbank evenwel niet tot risicoaansprakelijkheid van B en D, omdat er niet voldoende verband bestaat tussen de bedrijfsuitoefening van B en D en de schade. In hoger beroep behaalt Allianz evenmin succes.
Toch bezitter?
Werknemer Z heeft er voor gekozen zijn werkgever aansprakelijk te stellen voor zijn schade. De werkgever was tegen aansprakelijkheid verzekerd bij Allianz. Allianz heeft de schade van de werknemer vergoed en alle vorderingen van de werknemer met betrekking tot het ongeval zijn aan Allianz overgedragen.
In hoger beroep gaat het Hof eerst in op de vraag of B en D als bezitter van het wooncomplex kunnen worden aangemerkt. Net zoals de rechtbank, meent het Hof dat dit niet het geval is. Het uitgangspunt is dat A de eigenaar van het wooncomplex is en dat zij het beheer daarvan aan B heeft opgedragen. Onder beheer valt in dit verband te verstaan de verhuur aan de woningzoekenden, het innen van de huurpenningen en het laten verrichten van het onderhoud dat ten laste van de verhuurder komt. Dat B (dan wel D) in opdracht van de eigenaar het wooncomplex beheert, levert geen enkel aanknopingspunt op voor de stelling dat B (dan wel D) dus bezitter is van het wooncomplex, aldus het Hof. Dat B door de eigenaar is belast met de exploitatie van het wooncomplex, betekent niet dat B het wooncomplex “voor zichzelf houdt” zoals is vereist voor bezit. Het Hof meent kennelijk dat een en ander wel anders kan zijn als B niet langer zou aanvaarden dat A eigenaar van het wooncomplex is. Dit heeft Allianz echter niet aangevoerd.
De aansprakelijkheidsverzekeraar wil regres
Toch bedrijfsmatige gebruiker?
De verzekeraar vond blijkbaar dat tussen ‘alle vorderingen’ ook een vorderingsrecht zat op grond van de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken. Volgens de verzekeraar was het wooncomplex gebrekkig. Als de stang van het wooncomplex niet los was geraakt, was de werknemer niet gevallen. Door het losraken van de stang, althans het gebruik van te korte schroeven, is het wooncomplex als gebrekkig aan te merken, zo lijkt Allianz te stellen.
Vervolgens komt het Hof toe aan de beantwoording van de vraag of B en D bedrijfsmatige gebruikers van het wooncomplex zijn. Als dit het geval is, moet nog de vraag worden beantwoord of de schade en dat bedrijfsmatig gebruik (voldoende) met elkaar in verband staan.
De vraag is wie Allianz op grond van de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken kan aanspreken. Vaststaat dat A eigenaar is van het wooncomplex. De woningen die deel uitmaken van het wooncomplex worden verhuurd en de exploitatie van het wooncomplex is toevertrouwd aan B. B is dus aan te merken als de beheerder van het complex. B heeft het feitelijke beheer van het wooncomplex uitbesteed aan C (dit komt verder niet aan de orde). Het arrest maakt daarnaast nog melding van partij D, zonder dit verder toe te lichten.
Het Hof vindt dat Allianz onvoldoende heeft toegelicht waarom B en D als bedrijfsmatige gebruiker zouden kunnen worden aangemerkt. Beheer van het wooncomplex zoals dat hier het geval is, kan niet worden aangemerkt als gebruik in de uitoefening van een bedrijf, aldus het Hof. Het bedrijf van B is juist niet het gebruik van het wooncomplex, maar het beheer ervan zodat anderen (de huurders) het wooncomplex kunnen gebruiken. Juist die feitelijke gebruiker aan het eind van de keten had de wetgever op het oog bij de uitbreiding van de aansprakelijkheid voor opstallen naar bedrijfsmatige gebruikers. Dat B uit hoofde van de aan haar opgedragen beheerstaken een zekere macht over het wooncomplex uitoefent, betekent niet dat zij naast de eigenaar en de feitelijke
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_32-35.indd
33
33
12-02-2007
14:13:20
L[haeefd] lWa[h»`W¼ WbiWdZ[h[d »d[[¼p[]][d ;BG_iZif[Y_Wb_ij_iY^[^ofej^[[al[hijh[aa[h_dD[Z[hbWdZ"Z_[p_Y^k_jibk_j[dZh_Y^j efc[di[dc[jX_`pedZ[h[ah[Z_[ji_jkWj_[ie\[[dlWh_WX[b_daec[d$;BGedZ[hiY^[_Zj p_Y^Zeeh[[dk_j][a_[dZWYY[fjWj_[X[b[_ZleehZ[][if[Y_Wb_i[[hZ[cWhaj$
H[Y[dj[l[hX[j[h_d][dleehZ[ m[bGec[dGk_Ya^ofej^[[a BW][h[h[dj[ >e][h[fhel_i_[ Ie[f[b[h[WYY[fjWj_[leehmWWhZ[d
<W_bb_ii[c[dj[dlehc[d][[dX[b[cc[h_d]c[[h
F[di_e[dZeYkc[dj[d^e[l[dd_[jc[[hj[mehZ[del[hb[]Z
El[hb_`Z[dih_i_YeZ[aa_d]_id_[jc[[hl[h[_ij
@WWhY_`\[hi^e[l[dd_[jc[[hj[mehZ[del[hb[]Z
;dZ_j_i ib[Y^ji[[d i[b[Yj_[lWdedp[ l[hX[j[h_d][d$ C[[hm[j[d5A_`aef mmm$[bg$dbe\X[b &(&./&*&)+$
;BG>ofej^[a[dD$L$ M[[h[dm[](/"'','7=PmWd[dXkh] FeijXki/"'',&77PmWd[dXkh] ;BG>ofej^[a[dD$L$_iWWdX_[Z[hlWd^ofej^[YW_h[ah[Z_[j[d$P_`^[[\j[[d_dj[hd[abWY^j[dh[][b_d][dp_`_iWWd][ibej[dX_`Z[ =[iY^_bb[dYecc_ii_[>ofej^[YW_h[<_dWdY_[h_d][d$7
WdZ[bih[]_ij[hdkcc[h)*(&')*)
VB_0407_PADV.indd
34
12-02-2007
11:47:41
J URISP RU D EN T IE
gebruiker aansprakelijk moet worden gehouden. Met ‘macht’ doelt het Hof op de zeggenschap over de uitvoering en de kwaliteit van het onderhoud van het wooncomplex. Volgens het Hof heeft ook hier weer te gelden dat de beheerstaken van B daarvoor onvoldoende grond biedt: de aan haar door de eigenaar toevertrouwde verantwoordelijkheid voor het onderhoud maakt haar niet tot bedrijfsmatige gebruiker. Het Hof gaat nog verder met de onderbouwing van de afwijzing. Het ligt volgens het Hof verder ook niet voor de hand om B aansprakelijk te laten zijn voor gebreken aan het wooncomplex, omdat haar betrokkenheid bij het wooncomplex voor de buitenwacht veel minder gemakkelijk kenbaar is dan die van de zichtbare feitelijke gebruiker. Daarbij houdt het Hof rekening met de ratio van de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken van de bedrijfsmatige gebruiker. Deze ratio is slachtofferbescherming. Tenslotte laat het Hof nog weten dat niet is gebleken dat over de eigendom van het pand onduidelijkheid zou hebben bestaan, laat staan onduidelijkheid waarvan aan B een verwijt zou kunnen worden gemaakt. Kortom: op een tal van gronden deelt het Hof de mening van de rechtbank. Op B en D kan dus geen risicoaansprakelijkheid rusten voor (gebrekkige) onroerende zaken.
Naar mijn mening heeft het Hof met de hiervoor genoemde overweging niet bedoeld dat Allianz in deze zaak wel met succes de huurders (als de feitelijke gebruikers en laatste in de keten) als bedrijfsmatige gebruikers had kunnen aanspreken. Het gaat hier immers om een wooncomplex. Dat wordt in de regel door de bewoners gebruikt om in te wonen, niet om een bedrijf in uit te oefenen (laat staan dat voldoende verband zou bestaan met de schade). Zou het Hof de feitelijke gebruikers niet als bedrijfsmatige gebruikers, maar juist als bezitters zien, dan heeft dit niets van doen met de uitbreiding van de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken tot bedrijfsmatige gebruikers. Bovendien kan worden aangenomen dat huurders niet als bezitters worden beschouwd. Het ligt dus evenmin voor de hand ligt dat het Hof dit heeft bedoeld. Dan blijft nog over de eigenaar/bezitter van het woningcomplex. Als geen sprake is van bedrijfsmatig gebruik van het complex door B en D, zal dus de hoofdregel weer opgaan. Allianz zal echter goede gronden hebben gehad om de eigenaar/bezitter van het woningcomplex niet aan te spreken. Aldus bezien, is van een gemiste kans geen sprake. ■ Tirza Hekster [email protected]
Uiteindelijk gaat het Hof nog in op de vraag of B en D dan wel aansprakelijk kunnen zijn op grond van een ‘gewone’ onrechtmatige daad, waarvoor onrechtmatigheid en verwijtbaarheid is vereist. Het antwoord op die vraag is eveneens ontkennend. Kort gezegd, staat het volgens het Hof niet vast dat het B en D is te verwijten dat de schroeven te kort waren. Voor het overige heeft Allianz te weinig gesteld. Dit was door de rechtbank ook al beslist. Ook in hoger beroep krijgt Allianz dus ongelijk.
Gemiste kans? De vraag komt op of Allianz volgens het Hof dan wel een andere partij had kunnen aanspreken op grond van de risicoaansprakelijkheid voor onroerende zaken? Voor de beantwoording van die vraag is interessant dat het Hof heeft overwogen: ”juist die feitelijke gebruiker aan het eind van de keten had de wetgever op het oog bij de uitbreiding van de aansprakelijkheid voor opstallen naar bedrijfsmatige gebruikers”. Bedoelt het Hof daar nu mee dat Allianz de huurders als bedrijfsmatige gebruikers had kunnen aanspreken? Met de ´feitelijke gebruiker aan het eind van de keten´, zal het Hof immers op de huurders hebben gedoeld. Ik meen dat dit niet het geval is. Vooropgesteld moet worden dat de wetgever er rekening mee heeft gehouden dat een bedrijfsmatige gebruiker van een gebouw (bijvoorbeeld bedrijf X) het gebouw op zijn beurt ook weer aan iemand ter beschikking kan stellen voor diens bedrijf (bijvoorbeeld bedrijf Y). De wetgever heeft het van belang geacht dat in een dergelijk geval de risicoaansprakelijkheid uitsluitend op bedrijf Y rust. Bedrijf Y is dan ‘de laatste in de keten’.
Heb je belangstelling voor één van onderstaande functies? Bel ons dan vandaag nog of mail je C.V. naar [email protected]
Schadebehandelaars Acceptanten Hypotheken Volmachtbeheerder MKB Relatiebeheerders Relatiemanagers Schade MKB Accountmanagers Kredietspecialisten Leven/Hypotheken Business Bankers Schadebehandelaars Private Bankers Assurantie Adviseurs Bedrijven Accountmanagers Schade/Leven Teamleiders Particulieren Hypotheek Adviseurs Intern Verzekeringsspecialisten TeamleidersRekenaars Actuarieel Kantoor Directeur Pensioenen Relatiemanagers ibs/Astrea Aalsterweg 3A 5615 CA Eindhoven tel.:(040) 215 52 80 Printerweg 45 3821 AP Amersfoort tel.:(033) 455 07 97
e-mail: [email protected]
ibs/Astrea is onderdeel van de Astrea groep
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_32-35.indd
35
web: www.ibs-astrea.nl
35
12-02-2007
14:13:27
PFP
Is er een toekomst voor de gouden handdruk? Er is de laatste jaren veel discussie geweest over het al dan niet aan banden leggen van ontslagvergoedingen en, daarmee samenhangend, de mogelijkheid van het
uittreding, getroffen door een strafheffing van – nu nog – 26% van het bedrag van de ontslagvergoeding. Vervolgens moesten er nog twee lijvige ministeriële besluiten aan te pas komen om deze technische regeling nader uit te leggen.
bedingen van een gouden handdrukstamrecht. Met enige regelmaat meent een politicus hier weer eens een balletje over te moeten opgooien of verschijnt er een rapport. Dit alles roept de vraag op: is er nog wel een toekomst voor de gouden handdruk? De VB-redactie vroeg naar de mening van mr Ruben Stam*. Hieronder zijn analyse. Als een werkgever aan een werknemer een gouden handdruk toekent, dan vormt dit bij wijze van hoofdregel loon voor de betreffende werknemer. In beginsel dient over de gouden handdruk dan ook belasting betaald te worden. Vaak is het voor een werknemer interessanter om ter zake van zijn gouden handdruk een zogenaamd gouden handdrukstamrecht te bedingen. De regels rondom dit gouden handdrukstamrecht – en zelfs het voortbestaan van de regeling zelf! – hebben bij de totstandkoming van de Wet VPL ter discussie gestaan. Uiteindelijk is er voor gekozen om de regeling van het gouden handdrukstamrecht te laten voortbestaan. In het kader van de aanpassing van de WW in 2006 en de versoepeling van het ontslagrecht stond en staat de gouden handdruk wederom ter discussie. De laatste slag in dit schaakspel is het rapport Investeren in werkzekerheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Gouden handdruk ter discussie Er wordt door de overheid naar gestreefd om mensen langer aan het werk te houden. Vervroegd uittreden moet fiscaalrechtelijk zo min mogelijk worden gefacilieerd. Doordat een gouden handdrukstamrecht ook voorafgaand aan pensionering kan worden toegekend, kan door middel van deze gouden handdrukfaciliteit een regeling voor vervroegde uittreding worden gecreëerd. Om deze sluiproute af te snijden, heeft het kabinet in het oorspronkelijke voorstel Wet VPL voorgesteld om de faciliteit van het gouden handdrukstamrecht af te schaffen. Bij toekenning van een gouden handdruk is deze dan volledig belast. Het kabinet onderkende dat er van deze maatregel overkill uitging, maar dat weerhield het kabinet er blijkbaar niet van om de regeling in zijn geheel te willen afschaffen. Tegen deze maatregel is veel kritiek geweest, met name afkomstig uit de hoek van de sociale partners en vooral vanwege de overkill die de maatregel met zich brengt. Uiteindelijk heeft het amendement Verburg/Depla voorzien in het in stand houden van de stamrechtvrijstelling. De regeling van het gouden handdrukstamrecht blijft daarmee – vooralsnog – voor de toekomst behouden. Wel wordt de werkgever die aan een werknemer een gouden handdruk verstrekt die is aan te merken als regeling voor vervroegde
36
VB_0407_36-38.indd
Voorts is er het streven om ontslagvergoedingen volledig te verrekenen met de WW-uitkering. Aanvankelijk zou deze maatregel per 1 april 2005 in worden gevoerd. De vraag is of het wenselijk is de ontslagvergoeding voortaan te verrekenen met de WW-uitkering. De Sociaal-Economische Raad (SER) beantwoordde die vraag aanvankelijk ontkennend (SER-rapport van 15 april 2005, nr. 2005/06). Volgens de SER is het kabinetsvoornemen zeer ingrijpend in het licht van de gevolgen ervan voor de ontslagpraktijk, gezien de nauwe samenhang van de ontslagvergoeding met het gehele ontslagrecht en de WW-uitkering. Zo staat verrekening van de ontslagvergoeding op gespannen voet met de mogelijke functies van de ontslagvergoeding, te weten: – het geheel of gedeeltelijk compenseren van de gevolgen van het ontslag; – het voorzien in schadevergoeding wegens verwijtbaar handelen van de werkgever, eventueel bepaald naar billijkheid; – het voorkomen van ontslag; – het vergroten van de mogelijkheden voor de betrokken partijen om tot een vergelijk te komen. Het voorstel leidt naar de verwachting van de SER tot verstarring van de personeelsvoorziening en vermindering van de arbeidsmobiliteit, en daarmee tot vermindering van de flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Ook zal het voor ondernemingen moeilijker worden herstructureringen door te voeren. Eveneens verwacht de SER dat het verrekeningsvoorstel zal leiden tot polarisatie tussen werkgever en werknemer en tot meer gerechtelijke procedures met een onzekere uitkomst. Daarmee samenhangend is het te verwachten dat werknemers vaker ernstig bezwaar zullen aantekenen tegen ontslag of minder snel akkoord zullen gaan met een ontslag met wederzijds goedvinden en zich bij een ontbindingsverzoek daartegen feller zullen verzetten. Ontslagprocedures zullen moeizamer worden en de ontslagpraktijk zal aan flexibiliteit inboeten. Hierdoor zullen de kosten voor werkgevers wegens ontslagprocedures en loondoorbetaling toenemen. In gevallen waarin, omdat dat in de rede ligt, een ontslagvergoeding wordt verstrekt, is de kans aanwezig dat de werkgever naast het bedrag van de ontslagvergoeding de facto ook het bedrag van de WW-uitkering moet betalen. Daarmee zou een deel van het werkloosheidsrisico bij de werkgever komen te liggen en wordt de WW als het ware deels geprivatiseerd. Dit alles kan leiden tot aanzienlijke verhoging van de kosten van rechtspleging en van de uitvoeringskosten van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Werknemers zullen zich
nummer 4 - 15 februari 2007
36
12-02-2007
14:15:05
P FP
in groten getale procedureel én inhoudelijk bij het CWI of de rechter verzetten tegen ontslag (ontbinding). Hier komt nog bij dat verrekening van de ontslagvergoeding op gespannen voet staat met de verzekeringsgedachte als een van de dragende beginselen van de werknemersverzekeringen. De verzekeringsgedachte houdt in dat een werknemersverzekering met verzekeringsplicht voor de dekking van het inkomensverlies als gevolg van een onverwachte gebeurtenis gedurende een bepaalde periode voorziet in een uitkering, ongeacht of de betrokkene daarnaast nog inkomsten of vermogen heeft. Bij invoering van deze maatregel is onder bepaalde omstandigheden geen sprake meer van een op grond van de WW gegarandeerde uitkering bij niet-verwijtbaar ontslag. Ten slotte merkt de SER nog op dat verrekening van de ontslagvergoeding met de WW-uitkering materieel neerkomt op interventie in de vrijheid van collectief onderhandelen. Met dit voorstel is daarom het grote goed van de vrijheid van collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden in het geding. In het zicht van de Tweede Kamerverkiezingen heeft het kabinet Balkenende III vooralsnog geen kortingsregeling willen introduceren. Enerzijds speelt politiek opportunisme hierbij een rol (geen introductie van impopulaire maatregelen), anderzijds heeft men de maatregelen willen uitstellen naar het volgende kabinet, omdat de politieke kleur van dat volgende kabinet er mogelijk geheel anders zou uit kunnen zien, waardoor deze inkomensmaatregelen mogelijk weer zouden worden ingetrokken of anders worden vormgegeven.
centraal. De WRR doelt met werkzekerheid op het vertrouwen dat, als een werknemer zijn baan verliest, hij redelijk snel weer naar tevredenheid een nieuwe baan kan vinden. Deze werkzekerheid kan volgens de WRR bereikt worden door onder meer te investeren in een loopbaanperspectief en een leven lang leren, het in samenhang bezien van de vormen van inkomensbescherming bij ontslag en het bundelen van reïntegratie-inspanningen. Met betrekking tot de overgang van baan naar baan constateert de WRR dat er bij gedwongen ontslag drie concurrerende vormen van inkomensbescherming zijn: loon gedurende de opzegtermijn, de ontslagvergoeding (gouden handdruk) en de WW. Van deze drie vormen van inkomensbescherming is alleen de WW mede gericht op het verwerven van vaardigheden. Door de loondoorbetaling en de ontslagvergoeding om te zetten in een actieve zoekperiode en door de reïntegratie-inspanningen van werknemer, werkgever en overheid gebundeld naar voren te halen, wordt de kans op het vinden van een nieuwe baan gemaximeerd. Als in de CAO overeenstemming is bereikt over een adequate invulling van de inspanningen gedurende de zoekperiode die aan het ontslag voorafgaat, en er ook duidelijkheid is over het aangekondigde ontslag en over de duur van die zoekperiode, vervalt de reden om de ontslagverlening door tussenkomst van CWI of kantonrechter te laten goedkeuren.
Ten slotte is er ook gesproken over het beperken van de zogenaamde kantonrechtersformule. Hierover circuleren verschillende voorstellen, die er echter allemaal op neerkomen dat de hoogte van de ontslagvergoeding aan banden wordt gelegd. Eén van deze voorstellen bepaalt dat de hoogte van de ontslagvergoeding moet worden gemaximeerd op één jaarsalaris. Van concrete wetgeving is geen sprake. Vanuit de maatschappij is er uit meerdere richtingen felle kritiek geweest tegen deze plannen. Hierbij speelt ook nog de vraag of de kantonrechtersformule in zijn huidige vorm geen verboden onderscheid naar leeftijd maakt. Die vraag is aan de Commissie Gelijke Behandeling voorgelegd. Als er sprake is van verboden onderscheid naar leeftijd, bestaat de kans dat de kantonrechtersformule wordt aangepast. Het beperken van de kantonrechtersformule en het introduceren van een kortingsregeling hangt samen met de discussie over het versoepelen van het ontslagrecht. In dat kader is de SER (nogmaals) om advies gevraagd. Begin december 2006 is duidelijk geworden dat werkgevers en werknemers binnen de SER geen akkoord hebben weten te bereiken over de versoepeling van het ontslagrecht. Werk-nemersorganisaties willen wel meewerken aan kortere ontslagprocedures, maar niet aan lagere ontslagvergoedingen.
Rapport Investeren in werkzekerheid Op 30 januari heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport Investeren in werkzekerheid gepresenteerd. In dit rapport doet de WRR aanbevelingen ter verbetering van het functioneren van de arbeidsmarkt. Hierbij staat het begrip werkzekerheid
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_36-38.indd
37
37
12-02-2007
14:15:12
PFP
Voor werknemers zonder CAO kunnen de hoofdbestanddelen van deze CAO-afspraken in een kaderwet worden neergelegd. Omdat de voorstellen van de WRR wezenlijk breken met het huidige arbeidsbestel, zal dit de nodige innovatie vergen. Om ervaring op te doen, bepleit de WRR dit model eerst toe te passen op de ontslagen vanwege het persoonlijke functioneren (verwijtbaar gedrag, disfunctioneren, verstoorde arbeidsrelatie). In de praktijk blijkt deze ontslaggrond veruit de meeste problemen op te leveren.
Toekomst van de gouden handdruk Is er nog wel een toekomst voor de gouden handdruk? Gezien de enorme discussie die er de afgelopen jaren heeft gewoed, kan de conclusie luiden dat de gouden handdruk zijn langste tijd heeft gehad. Het hiervoor genoemde amendement Verburg/Depla, waardoor de afschaffing van de faciliteit van het gouden handdrukstamrecht uit het voorstel Wet VPL is gehaald, zou gezien kunnen worden als slechts uitstel van executie. Met de strafheffing bij aanwezigheid van een regeling voor vervroegde uittreding is de gouden handdrukfaciliteit materieel bezien deels al afgeschaft, zo zou kunnen worden betoogd. Tel daar nog de discussie over het al dan niet korten van de WW-uitkering vanwege een ontvangen ontslagvergoeding en het al dan niet beperken van de kantonrechtersformule bij op en het beeld lijkt compleet. Er zijn echter goede argumenten te geven voor de instandhouding van de gouden handdruk als zodanig, het gouden handdrukstamrecht in het bijzonder, en het niet korten van de WW-uit-
kering vanwege de aanwezigheid van die ontslagvergoeding. In het voorgaande zijn de belangrijkste argumenten al genoemd. Bovendien lijkt een systeem zoals de WRR dat voorstaat, niet van de ene op de andere dag te verwezenlijken, voorzover daar überhaupt al sprake van is én voorzover de sociale partners en/of een nieuw kabinet hier al aan willen. Wat er met de gouden handdruk en het gouden handdrukstamrecht gebeurt? De tijd zal het leren. Eén ding is echter wel duidelijk. Met alle commotie rondom gouden handdrukken en alle (nieuwe) wet- en regelgeving op dit terrein, is het er voor de adviseur niet eenvoudiger op geworden om een goed advies te geven. ■ Ruben Stam is werkzaam bij het Fiscaal Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden. Hij is ook auteur van het zojuist verschenen boek ‘Gouden Handdruk, de fiscale wet- en regelgeving praktisch toegelicht’. Naast de fiscaliteit besteedt hij hierin ook aandacht aan de invloed van een gouden handdruk op sociale zekerheidsuitkeringen. Stam ondersteunt de praktische insteek met veel voorbeelden. Zo gaat hij bijvoorbeeld uitgebreid in op de door een werknemer te maken keuze uit de drie alternatieven direct afrekenen, stamrecht verzekeren of stamrecht in eigen beheer. ‘Gouden Handdruk is uitgegeven door Kluwer in de reeks Wegwijzers Financieel Advies. 176 pagina’s, € 28,95, abonnementskorting 15%. Te bestellen via de on line shop op www.vbnet.nl.
Werken als zelfstandig (franchise) ondernemer? I géén instapfee I extreem lage vaste kosten inzake kantoor, automatisering, telefoonafhandeling, administratie, etc. I géén starters kosten I levering van hoogwaardige leads I minimale administratie I volledige vrijheid inzake verkoop/advisering I nagenoeg alle agentschappen ter beschikking I optimale vrijheid I zeer goede verdiensten, €150.000,per jaar is reëel haalbaar!
I ondersteuning binnendienst I alle telefoongesprekken voor u komen binnen op het hoofdkantoor en worden volledig afgehandeld door een professionele binnendienst I kortom, geen gedoe en uitsluitend verkopen/adviseren I tot slot; UVECO heeft een UNIEK en zeer uitgebreid assurantie software programma.
VERNIEUWDE FRANCHISE FORMULE € 150.000,- PER JAAR
UNIEK IN NEDERLAND
*Maak vrijblijvend een afspraak met John Hampsink (directeur) en laat u door ons informeren over de uitstekende voorwaarden.
Bel of mail voor een vrijblijvende afspraak
04 13 315 315 [email protected]
Kijk voor meer informatie of om direct te reageren:
www.uveco.nl/franchise
38
VB_0407_36-38.indd
nummer 4 - 15 februari 2007
38
12-02-2007
14:15:24
MET N A ME( N)
M ET N A M E( N )
Bibi de Vries Kop naar tekst Achmea Bibi de Vries (links) - wordt de nieuwe directeur Koepels, Branches en Belangenorganisaties bij Achmea Corporate Relations. De Vries was van 1994 tot eind 2006 Tweede Kamerlid voor de VVD. De Vries was onder meer woordvoerster sociale zekerheid en pensioenen. Kees Sibbing (rechts) - wordt per 1 april 2007 directeur Grootmarkt. Sibbing wordt hiermee verantwoordelijk voor de activiteiten van het Achmea International Business Centre. Sibbing is al sinds 1999 werkzaam bij Achmea, laatstelijk als manager Zakelijke Markt bij de divisie Zorg.
Directeur Leven & Bancair a.i. AXA benoemd Frits Boss - is benoemd als directeur a.i. van de business unit Leven & Bancair in het fusiebedrijf AXA en Winterthur. Boss wordt daarmee tevens lid van de Manegement Borad van het fusiebedrijf. Boss was al sinds oktober 2006 lid ad interim van Management Committee. Boss blijft om de nieuwe organisatie te formeren. De business unit Leven & Bancair zal in 2007 worden gesplitst in Leven/Hypotheken en Beleggingsfondsen. Voor beide units wordt extern naar en algemeen directeur gezocht. De Mangement Board van het fusiebedrijf bestaat nu uit Jan Bogaard ( algemeen directeur Schade), Peter van Solinge (algemeen directeur Pensioen & AOV), Frts Boss (algemeen directeur Leven & Bancair) Bert Jan Tiesinga (CFO), Martin de Weijer (gaat 1 april met pensioen) en Jan van den Berg (voorzitter).
Marcel Peek accountmanager Generali Marcel Peek - is bij Generali in dienst getreden als accountmanager Hypotheken. Peek draagt binnen het intermediare kanaal de verantwoording voor de verkoop van hypotheken in de provincie Noord Holland.
Nieuwe directeur Kettlitz en Deenik Coen van Ham - is per 1 maart benoemd tot directeur bij Kettlitz en Deenik. Van Ham is afkomstig van Nedasco waar hij gedurende 5 jaar werkzaam was als algemeen directeur. Daarvoor bekleedde van Ham verschillende functies bij Aegon. De directie van Kettlitz en Deenik bestaat door deze benoeming nu uit Dick de Bruin, Alex Silvis en Coen van Ham.
Ewout Steenbergen verruilt RVS voor ING Ewout Steenbergen - gaat per 1 april RVS verlaten en stapt over naar ING. Steenbergen is momenteel algemeen directeur bij RVS en gaat de functie van General Manager, Regional Functions vervullen bij ING Insurance Asia Pacific. In zijn nieuwe positie als General Manager zal Steenbergen verantwoordelijk zijn voor o.a. marketing,compliance, communications, legal, operations e.d. met als standplaats Hongkong. Steenbergen heeft sinds 1993 verschillende functies binnen ING bekleed, waaronder Head of Corporate Strategy, General Manager retail in Slowakije en Tsjechië.
39
VB_0407_39.indd
AON Consulting breidt directie uit Wim Hoek - is toegetreden tot de directie van van Aon Consulting. Hoek wordt in eerste instantie verantwoordelijk voor het aansturen van de Consulting Services Lines., waar onder de afdelingen Actuariele Adviesgroep, Pensioen en Leven, Zorg en Inkomen e.d. vallen. Hoek heeft diverse leidinggevende functies binnen Fortis vervuld. Met de benoeming van Wim Hoek bestaat de directie van AON naast hem uit de navolgende personen: Reinier Hinse (CEO Aon Consulting en vice-voorzitter) en Joep Gülpen ( verantwoordelijk voor marketing).
Marsh versterkt afdeling Liability Wilco de Haan - gaat de afdeling Liability van Marsh versterken als Directeur Liability. De Haan is afkomstig van Aon Risico Management waar hij verschilllende Managerfuncties heeft vervuld. Tegelijkertijd is Mark Haverkate benoemd tot Business Leader Liability. Haverkate gaat zich richten op de dienstverlening aan internationale klanten.
Benoemingen bij GAB Robins Takkenberg Hans van Son (links) – is bij GAB Robins Takkenberg in dienst getrden als senior expert binnen de productgroep Aansprakelijkheid/CAR. Hiervoor was van Son werkzaam bij EMN Expertise in dezelfde functie van senior expert. Kristel Barnhoorn (rechts) – is in dienst gekomen als assistent expert binnen de productgroep Property. Barnhoorn is afkomstig van Aegon.
Benoemingen bij Fortis MeesPierson Peter Keij - is aangesteld als de nieuwe directeur Beleggingsadvies bij Fortis MeesPierson. Keij is al sinds 1987 werkzaam bij Fortis MeesPierson en bekleedde in die periode diverse functies, laatstelijk als Senior Relatiemanager met verantwoordelijkheid voor de dienstverlening aan Directeur-grootdeelaanhouders. Jan Coen Balt - is benoemd tot Directeur Vermogensbeheer bij Fortis MeesPierson. Hiervoor was Balt werkzaam bij Aegon Bank in de functie van Manager Business-& Productdevelopment.
Hiscox versterkt commerciële teams Hiscox vesterkt haar afdelingen Art & Private Clients ( APC) en Professions & Speciality Commercial Division (PCS) met de benoeming van Charles Verstraete tot Senior Business Development Underwriter APC en Hester Mastenbroek tot Senior Underwriter Professional Insurance. Verstraete is afkomstig van W.A.Heinfeld waar hij verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het private Clients Concept. Mastenbroek is afkomstig van de Autoriteit Financiële Markten waar zij twee jaar als Toezichthouder Financiële Dienstverlening werkte.
nummer nummer44--15 15februari februari2007 2007
39
39
12-02-2007
14:21:57
Z O R G & INKO ME N
ONVZ: Digitaal portaal succesvol
Groei Achmea zorgverzekerden
ONVZ heeft langs de digitale weg vorig jaar ruim 7000 nieuwe zorgverzekeringen afgesloten via de verzekeringsadviseur. De invoering in november vorig jaar van Digitaal Portaal was daarbij een belangrijke stimulans. Digitaal Portaal is een online dienst die verzekeringsadviseurs snel inzicht geeft in hun ONVZ zorgportefeuille en de mogelijkheid biedt om direct aanpassingen door te voeren voor de verzekerde. Digitaal Portaal is te bereiken via de website www.onvz.nl. Ook kunnen verzekerden na keuze van een verzekeringsadviseur zelf online een individuele polis bij ONVZ afsluiten. ■
Het aantal zorgverzekerden bij Achmea is met 90.000 toegenomen. Deze groei is vooral te danken aan zorgverzekeringen die zijn afgesloten via het intermediaire kanaal. Daarmee heeft Achmea nu ruim 3,5 miljoen zorgverzekerden. Achmea boekte bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel een forse groei van 569.000 zorgverzekerden. Achmea laat weten dat de groei in 2007 in overeenstemming is met de verwachtingen. ■
Allochtonen zorgpolis bij Trias Mensen uit de Marokkaanse en Turkse gemeenschap kunnen bij zorgverzekeraar Trias speciale polissen aanvragen. Zo kunnen jongens tot en met 17 jaar collectiviteitkorting en vergoeding van hun besnijdenis krijgen. De Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Dordrecht, Gouda en Leerdam benaderde de zorgverzekeraar, omdat er nog geen verzekering voor allochtonen bestond. Vandaar dit regionale initiatief van Trias. De zorgverzekeraar is nog in gesprek met belangenverenigingen om verdere wensen in de collectievenverzekering op te nemen. Trias ziet de mogelijkheid om landelijk te gaan met deze zorgpolis voor allochtonen. ■
Bedrijfszorg UVIT Bedrijfszorg, het onderdeel van Univé-VGZ-IZA-Trias dat werkgevers helpt bij hun verzuimaanpak en gezondheidsmanagement, heeft ook het afgelopen jaar een forse groei gerealiseerd. In 2006 is het aantal medewerkers dat via hun werkgever gebruik kan maken van de diensten van Bedrijfszorg, gegroeid met maar liefst 35 procent, van 115.000 naar ruim 155.000 medewerkers. Het aantal contracten van Bedrijfszorg is toegenomen met 26 procent; het aantal collectiviteiten dat met Bedrijfszorg werkt, nam toe van 254 naar 321. ■
Movir verruimt acceptatiebeleid Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir verruimt haar acceptatiebeleid op twee punten. De maximale acceptatieleeftijd wordt verhoogd van 50 tot 55 jaar en het maximaal te verzekeren dagbedrag van de langlopende Beroeps-AOV wordt verhoogd van € 370 naar € 550. De wijzigingen gelden ook voor de optieclausule. Door deze aanpassingen kan de arbeidsongeschiktheidsverzekering beter afgestemd worden op de situatie van de vrijeberoepsbeoefenaar. Verder laat Movir weten het artikel in haar voorwaarden over het urencriterium niet toe te passen. Hierin staat beschreven dat de mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald door het aantal feitelijk gewerkte uren, met een maximum van 60 uur. Dit artikel wordt geschrapt. ■ 40
VB_0407_40.indd
VVAA alarmservice naar SOS Hulpverleningsorganisatie SOS International verzorgt de alarmcentrale activiteiten voor VVAA. De financiële dienstverlener voor professionals en organisaties in de gezondheidszorg biedt al sinds de oprichting in 1924 de diensten van een 24-uurs alarmcentrale aan zijn leden aan. De 90.000 leden van VVAA worden nu dus geholpen door SOS International, nog steeds onder de vertrouwde naam Artsen Alarm Service. ■
Movir en Orde verlengen samenwerkingsovereenkomst Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir en de Orde van Medisch Specialisten hebben hun samenwerkingsovereenkomst per 1 januari 2007 voor onbepaalde tijd verlengd. Op het gebied van samenwerking is de overeenkomst aangepast, waardoor beide partijen verwachten beter in te kunnen spelen op de ontwikkelingen binnen de beroepsgroep. De leden van de Orde krijgen 10% korting op de premie. Movir zal inhoudelijke bijdragen leveren aan Ordenieuws en de website van de Orde. ■
Menzis beloont antroposofische arts Huisartsen die naast hun gewone behandeling ook antroposofische therapieën aanbieden, zijn goedkoper dan normale huisartsen. Dat blijkt uit onderzoek van zorgverzekeraar Menzis. De verzekeraar heeft al een contract met een alternatieve praktijk en overweegt nu ook in zee te gaan met andere huisartsen die naast hun normale praktijk alternatieve behandelingen bieden, aldus De Stentor. Een Groningse antroposofische huisartsenpraktijk blijkt aanzienlijk minder patiënten door te verwijzen naar ziekenhuizen en werkt daardoor goedkoper. Bovendien zijn de patiënten uitermate tevreden over de aanpak, blijkt uit het onderzoek van Menzis. Met deze praktijk heeft Menzis een speciale vergoedingenregeling afgesproken zodat patiënten niet hoeven te bijbetalen voor de antroposofische therapieën. De verzekeraar overweegt dit ook bij andere praktijken te doen. De Vereniging tegen Kwakzalverij noemt dit een “verschrikkelijke ontwikkeling”. ■ nummer 4 - 15 februari 2007
40
12-02-2007
14:22:24
Lage hypotheekrente en hoge garantie!
Als assurantie- en hypotheekadviseur weet u dat het voor uw cliënten belangrijk is om goed na te denken over de juiste financiering van hun droomhuis. De Leuker Leven Hypotheek gecombineerd met één van onze levenproducten die een aantrekkelijke 4% garantie kennen, biedt uw cliënten lage hypotheekrenten en optimale zekerheid. Als de hypotheek wordt afgedekt met één van die garantieproducten dan zijn uw cliënten aan het eind van de looptijd verzekerd van voldoende kapitaal om hun hypotheek af te lossen. Kijk voor meer informatie op www.conservatrix.nl of bel ons op (035) 548 08 72. Sinds
Leuker leven dan je van plan was.
1872
Conservatrix
l e v e n s v e r z e k e r i n g e n VB_0407_PADV.indd
41
12-02-2007
11:49:23
Marketingvragen voor het intermediair Als intermediair is focus een belangrijke voorwaarde voor succes. Maar wáár moet je de focus voor marketing leggen in 2007? In deze column is een checklist gemaakt door een marketeer met veel ervaring bij het intermediair. Natuurlijk bestaat er geen absolute waarheid, maar ik daag u toch uit om te kijken wat uw antwoord is op onderstaande vragen. Haalt u echt het maximale uit uw bedrijfsvoering? De vragen hebben de markt als vertrekpunt en zoomen vervolgens in op uw bedrijfsvoering.
1. Wat doet u met veranderend koopgedrag van klanten? De klant wil instant satisfaction, transparante producten, snelle service en geen addertjes onder het gras. Bent u ´s avonds en in het weekend bereikbaar? Kunnen mensen op uw site direct zaken vergelijken, berekenen en achtergrondinformatie vinden? Kan men bij u online afsluiten? Heeft u een ‘Call me Now-button’ op uw site? Geven uw adviseurs ook via de webcam advies? Werkt u desgewenst ook op urenbasis?
Door Patrick van Hees Partner For All Fianance Checklist voor intermediairs 1: Wat doet u met veranderend klantgedrag? 2: Anticipeert u op wetswijzigingen? 3: Hoe sterk is uw merk? 4: Kent uw klanten echt goed? 5: Houdt u uw achterdeur gesloten?
Natuurlijk is de omvang van uw kanto(o)r(en) mede bepalend of u dit soort zaken allemaal aanbiedt, maar vergis u niet in het feit dat consumenten veel van dit soort zaken heel gewoon vinden. Er zijn genoeg partijen die aan deze behoeften van uw klant voldoen. En loyaliteit is in de praktijk vaak niet meer dan een gebrek aan een beter alternatief. Uit het bekende VB-VerzekeringsBarometer blijkt dat Nederlandse consumenten eenvoudige schadeproducten meer en meer afsluiten via een direct kanaal. Wat is uw strategie hierin? U kunt een speciaal online-tarief introduceren, waar u wat provisie inbouwt. Of u hanteert de ‘cash cow-strategie’. Volgens deze strategie acquireert u totaal niet op dit soort producten, maar pakt de omzet mee die toch min of meer toevallig op dit gebied binnenkomt. Daarnaast kunt u zich juist extra richten op die producten die door de consumenten wél als complex worden gezien. Bijvoorbeeld producten waarbij fiscale en juridische zaken zwaar meetellen. Of waarbij die zaken binnenkort gaan wijzigen. Dat is scoren op de toegevoegde waardemeter van het intermediair. En dat brengt ons bij de volgende vraag.
MV&D!
2. Hoe anticipeert u op wetswijzigingen?
Marketing, Verkoop & Distributie
In onze business is wetswijziging schering en inslag. De komende jaren zal deze stroom, mede vanuit Brussel, zeker niet verminderen. Maar hoe gaat ú er mee om? Vat u het op als ‘moetjes’ die alleen maar veel extra rompslomp opleveren of gaat u er pro-actief mee om?
42
VB_0407_42-43.indd
42
12-02-2007
14:22:50
M V& D !
De klant kan producten probleemloos vergelijken op internet. De klant weet echter niet welk product het meest geschikt voor hem is, bijvoorbeeld door juridische of fiscale consequenties. Hier ligt dus een schone taak voor u als adviseur. Sexe-neutrale tarieven, een nieuw zorgstelsel, richtlijnen op het gebied van letselschade, de nieuwe pensioenwet, de WIA, VUT/prepensioen/levensloop. Allemaal zaken die voor een consument (en soms ook zelfs voor de adviseur) absoluut niet meer zijn bij te houden. Maar u bent de specialist. U laat zich ondersteunen door maatschappijen. Volgt actief opleidingen. Lees de juiste vakbladen, zoals het Verzekeringsblad, dat hier uitgebreid aandacht aan besteed. Dat is stap een.
voor een flink deel opbouwt door uw dagelijkse werkzaamheden gewoon prima uit te voeren en de verwachtingen van klanten te overtreffen. Nog iets over merken: Een legendarische anekdote uit de marktonderzoekwereld gaat over een vrouw van middelbare leeftijd die op de vraag of ze wordt beïnvloed wordt door reclame, antwoordt: “Nee hoor, ik kijk nooit naar reclames, ik koop gewoon de bekende merken.”. Zo zie je maar: mensen zeggen niet wat ze doen en ze doen niet wat ze zeggen. Dat maakt het extra moeilijk om klantgedrag te kunnen voorspellen. Om dit toch zo goed mogelijk te doen, moet u uw belangrijkste klanten en prospects zo goed mogelijk kennen.
4. Hoe goed kent u uw klanten? Stap 2 volgt en is uiteindelijk net zo belangrijk: Ga met deze kennis actief de boer op. Attendeer uw relaties op complicaties van wetswijzigingen (bij hoeveel potentiële en zakelijke klanten heeft u in het najaar bijvoorbeeld de implicaties van de nieuwe Pensioenwet gepresenteerd?) Open een tijdelijk, speciaal telefoonnummer voor actuele dossiers, maak een vraagbaak op uw site, bel uw toprelaties op om ze ook telefonisch van relevante zaken op de hoogte te brengen. Probeer in een voor uw doelgroep relevant medium (vakblad, huisaan-huiskrant etc.) te publiceren over een bepaald onderwerp. Wanneer u op bepaalde terreinen echt heel veel kennis en ervaring hebt, claim dit specialisme dan ook bewust in uw profilering naar buiten toe. Profilering! En dat brengt ons gelijk bij de volgende.
3. Hoe sterk is uw merk? Als je mensen twee soorten rum voorzet, het ene is een onbekend merk en het andere is Bacardi, dan kiest de meerderheid voor Bacardi, ook al is die 30% duurder. Een merk geeft vertrouwen. Mensen associëren zichzelf graag met succesvolle merken. Zelfs als ze weten dat ze uit dezelfde onderdelen zijn opgebouwd, prefereren mensen nog steeds de duurdere Volkswagen ten opzichte van de Skoda. Omdat Volkswagen (wie anders?) een vertrouwd merk is.
De meeste administratiepakketten hebben mogelijkheden commerciële informatie over klanten op te slaan. Maar doet u dat ook? Maakt u ook selecties voor specifieke aanbiedingen? Weet u welke manier van communiceren voor een specifieke klant de voorkeur heeft? De ene wil graag persoonlijk bezoek, de ander vindt een telefoontje per kwartaal voldoende en een derde wil alleen jaarlijks een email met een overzicht van alle lopende financiële zaken en kort advies erbij. Hoe meer u weet, hoe beter u uw aanbod, communicatiewijze en timing kunt bepalen. Kunnen u en uw medewerkers de namen geven van de 10 belangrijkste klanten? Wat speelt er op dit moment bij die klanten? Hoe willen ze worden bediend door u? Waarom zijn ze klant bij u? En hoe groot is de kans dat ze morgen ingaan op een lucratief aanbod van een van uw concurrenten?
5. Is uw achterdeur gesloten? Commerciële mensen willen steeds nieuwe klanten binnenhalen. Noem het jachtinstinct. Vooral mannen schijnen er last van te hebben, zeggen sommige vrouwen. Gechargeerd: nadat de deal gesloten is, verliezen we de interesse voor de klant en gaan we op jacht naar de volgende klant.
Uw communicatiebudget is waarschijnlijk niet zo groot als dat van financiële dienstverleners zoals OHRA of Rabobank. Toch moet u de kracht van een sterk gefocust merk niet onderschatten. Bouw hier gericht aan, maar minimaliseer de ‘waste’. Als u zich bijvoorbeeld richt op schilders als specifieke doelgroep, adverteer dan in het schildersvakblad of doe een gerichte mailing, maar kies niet voor de Telegraaf. Dan bereikt u te veel mensen die waarschijnlijk toch niet in die speciale schilderspolis zijn geïnteresseerd. U betaalt echter wel voor het totale bereik en gooit dus onnodig veel geld over de balk.
Mijn advies is: probeer je bestaande klant te bewegen tot cross-selling (het afnemen van meer producten of diensten door dezelfde klant) of up-selling (het verhogen van de omzet van een klant voor een specifiek product of dienst, iemand verhoogt bijvoorbeeld de hypotheek of verbetert de ao-dekking). Streef hierbij vooral naar ‘lifetime value’, een zo lang mogelijke, profijtelijke band met uw relatie. Als de band stabiel en hecht is, neemt uw kans op cross-selling en up-selling zienderogen toe, evenals de kans op positieve referenties bij andere mensen in het netwerk van uw klant. Marketeers hebben het in deze context over retentie en loyaliteit. Iets wat in onze branche zeer belangrijk wordt de komende jaren.
Zie uitgaven aan advertenties en dergelijke niet als kostenpost, maar als investering. Zelfs bij internettransacties, waarbij prijs, gemak en snelheid voorop staan, kiezen mensen eerder voor een bekende partij dan voor een onbekende. Investeer gericht en schiet niet met hagel. Een mooi motto in dit kader: Don’t outspend them, just outsmart them. Door verschillende media slim en gericht in te zetten, te geloven in de kracht van de herhaling en een consequente lijn te volgen, kunt u een sterk merk opbouwen. En bedenk dat u uw merk
Natuurlijk gebeurt er heel veel in de markt. Natuurlijk roepen sommige partijen dat intermediairs in zwaar weer terecht komen. Natuurlijk moet je als intermediair je toegevoegde waarde aan de klant blijven bewijzen. En, natuurlijk zal niemand beter in staat zijn om de bewegingen van de klant te volgen dan de intermediair die dagelijks in contact met zijn klanten staat. Ik heb alle vertrouwen in u, maar het kan altijd beter. Reageren? [email protected]
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_42-43.indd
43
43
12-02-2007
14:22:56
ICT
Online verkopen vergt meer dan een nieuwe website met goedkope producten Online strategie; het is geen vraag meer of u die heeft maar hoe u die invult. Bij elk kantoor past een eigen manier van online zaken doen. Toch kunnen we al die verschillende manieren verdelen in twee grote hoofdlijnen. De eerste lijn bestaat uit het opzetten van een compleet nieuw online kantoor voor de verkoop van financiële producten. De tweede lijn richt zich op het online versterken van de bestaande bedrijfsvoering.
Jan Lindeboom Manager Meetingpoint BV
Vooral het eerste idee, om er een tweede kantoor bij te starten, wint aan populariteit. Deze keer wil ik met u delen wat dat voor u inhoudt. Er komt naast een goed geautomatiseerde backoffice en een aantal concurrerend geprijsde simpel risk producten namelijk veel meer bij kijken om succesvol een nieuw online merk in de markt te zetten. Dat is iets wat vaak over het hoofd wordt gezien of in alle goed bedoelde adviezen wel eens ondersneeuwt.
misschien wel door commentaren in een forum. Hoe dan ook, hij vertrouwt op deze informatie. En dat terwijl de bron vaak niet eens duidelijk is. Toch is hij teleurgesteld als uw dienstverlening niet voldoet aan wat hij verwacht. Maar dat merkt ú niet. Normaal heeft u telefonischof oogcontact, zodat u een teleurstelling bij uw klant direct herkent en u kunt daar direct op anticiperen. Zorg er daarom voor dat u waarmaakt wat er verwacht wordt. Een ontevreden klant is slecht voor uw online reputatie.
Biedt toegevoegde waarde De eerste voorwaarde is niet uniek voor online business: u moet waarde toevoegen. Een goedkoop online product is niet genoeg. U zult ongetwijfeld iets verkopen maar uw investering zal niet rendabel blijken. Waarde toevoegen lijkt zo voor de hand liggend. Toch spreek ik wekelijks mensen die niet kunnen uitleggen waarom een klant hun product zou moeten aanschaffen. Kunt u dit niet, blijf dan schaven aan uw propositie. In dit licht kan het een voordeel zijn als u uw online propositie afstemt op uw huidige bedrijfsvoering. Uw sterke punten digitaal maken is vaak eenvoudiger dan naast een nieuwe dienst ook nog eens een nieuwe bedrijfsvoering op te zetten.
Zorg er daarom voor dat u waarmaakt wat er verwacht wordt. Een ontevreden klant is slecht voor uw online reputatie.
Doe wat u belooft U weet niet welke klanten uw site bezoeken. De kans is groot dat zij u niet kennen. Toch heeft die klant bepaalde verwachtingen. Die kunnen door allerlei factoren zijn geschapen. De zoekmachine, uw e-mail, de site waar uw banner stond of
44
VB_0407_44-47.indd
Manage uw naam De online consument wint niet alleen overal informatie in. Hij laat ook overal zijn mening achter. Internet geeft hem eenvoudig een groot bereik en daarmee de mogelijkheid, al dan niet anoniem, uw product of dienstverlening te beoordelen. Onderzoek daarom regelmatig of uw naam ergens online genoemd wordt. Kijk vooral op welke manier dat gebeurt. Is het positief? Zorg dan voor zo veel mogelijk verwijzingen daar naar toe. Is het negatief? Neem direct actie en zet het recht. Laat u in ieder geval nooit verrassen en maak werk van uw online merk.
Kies een segment Het merendeel van de Nederlandse consumenten oriënteert zich op internet. Slechts een minderheid koopt daadwerkelijk op internet. Wanneer u online producten wilt verkopen zult u moeten besluiten tot welk klantsegment u zich gaat richten. Richt u zich op de groep kopers of gaat u zich richten op de veel grotere groep die zich alleen oriënteert? Bedenk de verschillen en houd in uw achterhoofd welke groep aansluit bij uw bedrijfsvoering en wie u het meest toegevoegde waarde kunt bieden. De huidige koper op internet jaagt op koopjes, is goed geïnformeerd en is niet loyaal. Als hij eenmaal iets bij u afgenomen heeft laat hij zich
nummer 4 - 15 februari 2007
44
12-02-2007
14:23:24
U heeft een softwarepakket dat elke morgen zonder morren opstart en de hele dag precies doet wat ú wilt... En als het dan tóch een keer mis gaat wordt u snel en afdoende geholpen door een vriendelijke meneer of mevrouw die precies weet waarover u praat. Als klap op de vuurpijl betaalt u voor al dat moois een redelijk maandbedrag en heeft u geen langlopend wurgcontract.
Als u zich in deze situatie herkent werkt u waarschijnlijk met Assistent. Zo niet... dan gaat dat misschien tijd worden. Want automatiseren moet wél leuk blijven.
www.assistent.nl
VB_0407_PADV.indd 45 1 Assistent_A4afl_FC_v3x.indd
telefoon: 076 5493750
12-02-2007 11:54:40 29-1-2007 13:14:48
“Velen maken de fout om met goed weer geen rekening te houden met storm.” (Niccolò Macchiavelli)
Als er iemand voortdurend nadacht over de wijze waarop je pro-
Nu bent u geen alleenheerser, in tegendeel, u werkt graag met en
blemen kunt voorkomen, dan was het de staatsfilosoof uit Florence
voor mensen. En om nu voortdurend rekening te moeten houden
wel. Met zijn scherpe politieke én psychologische inzichten schreef
met eventuele tegenslag, daarin ziet u eigenlijk niets. Hoeveel onbe-
Macchiavelli een handboek over de manieren waarop je het als
vangenheid en plezier in het werk blijft er dan nog over? Bovendien,
alleenheerser zo lang mogelijk kon volhouden. Zo was het zaak om
u hoeft er toch helemaal niet over in te zitten dat het na zonneschijn
in tijden van voorspoed en tevredenheid altijd rekening te houden
wel eens flink zou kunnen gaan regenen? Toch?
met factoren die deze toestand op een ongunstige manier konden beïnvloeden.
BAVAM
Bel voor meer informatie (020) 312 83 10 of kijk op www.bavam.nl
Dé autoriteit in beroepsaansprakelijkheid
VB_0407_PADV.indd 46 #Machiavelli Verzekeringsbladadv1 1
12-02-2007 11:56:11 02-02-2007 14:58:51
IC T
niet zo makkelijk extra producten of diensten verkopen en is vaak helemaal niet gecharmeerd van direct contact of advies. Kortom een consument die volstrekt nieuw is voor een ervaren intermediair. Het andere en veel grotere segment slaat aan het twijfelen op het moment dat hij of zij de aankoop wil doen. Is de informatie die ik heb ingewonnen wel compleet? Was de bron wel betrouwbaar en is mijn interpretatie van de informatie wel correct? Dat is het moment van de waarheid. Die consument slaat aan het printen en belt de volgende dag met zijn bank, adviseur, collega of kennis en vraagt daar raad. Hij is naarstig op zoek naar vertrouwen en vindt dat onvoldoende op Internet. Dat zou dan ook uw toegevoegde waarde kunnen zijn. Een advies dat hij vertrouwt. Op basis van uw online reputatie, uw naam, uw uitstraling of de positieve referenties die hij, ook op uw site, online gevonden heeft.
Nieuwe marketing Wanneer u gekozen hebt voor een doelgroep, (de ervaren internet koper of de huidige twijfelaar) moet u die doelgroep bereiken. Daarmee treedt u in het strijdperk tegen nieuwe concurrenten, de grote online verzekeraars. U moet met goede advertenties, campagnes en een hoge pagerank de aandacht van uw doelgroep krijgen. Daarmee komt u op een nieuw specialistisch vakgebied van internetmarketing. Een vak van specialisten. Aan dit specialisme van internetmarketing zal ik een volgende keer het artikel wijden. Weet vast dat dit veel tijd, creativiteit en kunde vergt.
Doorlopend verbeteren Wanneer u alles op de rit heeft, betekent dat niet automatisch dat de trein blijft lopen. U zult dagelijks moeten monitoren hoe de zaken gaan. En dat is dan niet meer een kwestie van verlies en winst. De online wereld is zo snel dat, wanneer je nu iets in de markt zet het volgende week gekopieerd kan zijn. En een concurrent die zijn marketing beter doet is in staat heel snel de handel van uw niet loyale klant naar zich toe te trekken. Dagelijks moet u het online verkeer daarom monitoren. Waar komt uw klant vandaan? In welke producten is hij geïnteresseerd? Wat is het profiel? Let op, dit kunt u de klant vaak niet vragen. Hij zit niet tegenover u en laat zelden bericht achter. U zult dit moeten opmaken uit zijn clickgedrag. Alleen wanneer u hiervan leert en direct uw online propositie aanpast zult u in business blijven. Dat is de dynamiek van online zakendoen. U ziet online zakendoen wijkt in vele opzichten af van traditioneel zaken doen. Een nieuw soort klant, nieuwe communicatie, nieuwe marketing en nieuwe concurrenten maken online zaken doen op zijn minst tot een uitdaging. Bedenk dit waneer u naast uw huidige kantoor een online merk wilt starten. U kunt namelijk ook kiezen voor het online versterken van uw positie bij uw huidige klanten. Wat daarbij komt kijken komt de volgende keer aan de orde. ■
Reageren? [email protected]
Meebeslissen over CRMoplossing Softwarehuis ANVA komt in juli met een volwaardige CRMoplossing. Het in november 2006 opgestarte vooronderzoek bevindt zich in de eindfase en momenteel worden de CRMwensen en -eisen van de ANVA-gebruikers in kaart gebracht. ANVA realiseert voor zijn CRM-pakket de volledige integratie van zorgvuldig geselecteerde bestaande CRM-software in de nieuwe ANVA Quantum-applicatie. ■
Work & Learn Experience Brunel Brunel Insurance & Banking heeft de “Work & Learn Experience” opgericht. De Work & Learn Experience richt zich op studenten die gedurende hun studie perioden full- of parttime werkzaam willen zijn binnen de financiële dienstverlening. De student is verzekerd van een passende werkplek bij relaties van Brunel. Opdrachtgevers zijn minimaal een half jaar verzekerd van projectmedewerkers zonder de administratieve en begeleidingswerkzaamheden eromheen. ■
Pensioen- en Lijfrentefonds AXA in Planningsbox Intersoftware heeft de samenwerking met verzekeraar AXA verder uitgebreid. In de financiële planningsoftware Planningsbox is het nu mogelijk berekeningen te maken voor het Pensioen- en Lijfrentefonds van AXA. Aanvragen van dit product kan ook, met het geïntegreerde aanvraagformulier. Het AXA Pensioen- en Lijfrentefonds is geschikt voor uitgestelde lijfrentes. Intersoftware en AXA zijn van mening dat dit product een welkome aanvulling is voor Planningsbox, een uitbreidingsmodule van het hypotheekadvies- en analysepakket Hypobox. De hypotheekproducten van AXA waren al eerder opgenomen in Hypobox. ■
Conversie Levensportefeuille VVAA Uniserv heeft de conversie van de levenportefeuille van VVAA succesvol afgerond. Met ingang van 1 januari 2007 heeft Uniserv Outsourcing BV de levensverzekeringspolissen en het technisch beheer van de polisadministratie van deze portefeuille van VVAA op zich genomen. De portefeuille van ca 40.000 polissen, waaronder unit-linked polissen, worden de komende jaren in de systemen van Uniserv, in ASP (Application Service Provider) dienstverlening, geadministreerd. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_44-47.indd
47
47
12-02-2007
14:23:42
NIE UW S
DAT IS OOK WAAR Bij tweehoofdige leiding zie je vaak dubbelpet constructies.
In Nederland stijgen de grafkosten de kist uit.
“De contra-expert was sneller bij de brand dan de brandweer”.
Voor de doelgroep allochtonen heb je een maatschappelijke schotelantenne nodig.
Van wie komt eigenlijk dat verwijsbriefje naar de NVA-specialist?
Vista: dé up kreet.
De producten ontwikkelen zich net iets complexer dan de risico’s.
En als het echt onredelijk is, de tussentijdse opzegging gewoon consumentvriendelijk weigeren.
Met werken na je 65e word je gehonoreerd via de levensoverloopregeling.
Bij Van den Ende wordt al nagedacht over: “Beleggingsverzekeringen, de Musical.”
DAT IS WAAR OOK 48
VB_0407_48-49.indd
Westerzee en AIG Europe sponsoren de Zeeman Ocean Challenge Op 30 januari overhandigden Westerzee Assurantiën B.V. en AIG Europe officieel het certificaat van de ongevallenverzekering aan Ralph Tuijn, die de uitdaging Zeeman Ocean Challenge aangaat. Deze Challenge bestaat uit het solo overroeien van de Pacifische Oceaan op zijn breedste punt. De 16.000 kilometer lange oversteek zal plaatsvinden zonder gebruik te maken van enige gemotoriseerde of windgerelateerde aandrijving. Deze maand start de overtocht vanuit Peru naar Brisbane te Australië, waar hij medio september 2007 verwacht aan te komen. Als training heeft hij net, samen met zijn broer Michael Tuijn, met succes de Atlantische Oceaan overgestoken. Deze oversteken zijn niet zonder gevaar. Een uitgebreide ongevallenverzekering is dan zeker geen overbodige luxe en Westerzee en AIG Europe willen hun steentje bijdragen door het sponsoren van deze verzekering. ■
Op het hoofdkantoor van Zeeman te Alphen aan den Rijn overhandigen Egon Bril van AIG Europe (l.) en Ed Fanoy van Westerzee (r.) de ongevallenverzekering aan Ralph Tuijn.
DAS geeft workshop werkgeversaansprakelijkheid bij Donatus DAS-juristen Marja Tops en Tim van Santen hebben vrijdag 26 januari bij kerkenverzekeraar en intermediair Donatus een workshop gegeven over werkgeversaansprakelijkheid. Donatus is intermediair voor verschillende verzekeraars en wilde meer inzicht in de vraag hoe ver de aansprakelijkheid voor werkgevers reikt. De grenzen van die aansprakelijkheid worden door jurisprudentie van de Hoge Raad
steeds verder opgerekt. Vanuit de adviespraktijk van Donatus werden verschillende casussen aangeleverd. De DAS-juristen zijn hier uitvoerig op ingegaan. Daarnaast hebben zij aandacht besteed aan een aantal wetsartikelen en aan de verschillende soorten aansprakelijkheden in arbeidsrelaties. De volgende gezamenlijke bijeenkomst heeft als onderwerp buitengerechtelijke kosten. ■
Geslaagde relatiedag Box Finance Donderdag 25 januari vond de relatiedag van Box Finance plaats in het Fulco Theater te IJsselstein. De 270 aanwezigen waren allen erg enthousiast over deze dag. Na ontvangst startte
de relatiedag met een presentatie door Commercieel Directeur Paul Bondam. In deze presentatie werd niet alleen teruggeblikt naar 2006 en vooruit gekeken naar 2007; ook werd een aantal deelnemers in het zonnetje gezet. Allereerst werd een van de langst aangesloten Box Deelnemers op het podium geroepen: Boeren-Kuijpers Makelaars uit St. Willebrord. Vervolgens werd een van de meest recent aangesloten deelnemers, De Rendements Combinatie uit Breuge, naar voren gehaald. Verder werden ook de Box Deelnemer met de hoogste hitratio, Coolen & van Kuik Assurantiën uit Son, en een Box Deelnemer met kwaliteit in dossiervorming, Zeevat Hypotheken & verzekering uit Apeldoorn, in het zonnetje gezet. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
48
12-02-2007
14:27:26
N IEU WS
Bank of Scotland start grote Voorjaarscampagne Bank of Scotland start in februari een groots reclameoffensief. Verschillende media worden ingezet om de consument ervan te overtuigen dat eenvoudige, ‘fair value’ hypotheken wel degelijk bestaan. Bank of Scotland zal de komende zes weken niet makkelijk te missen zijn. Er worden zo’n 1.000 billboards met prikkelende teksten ingezet door heel Nederland: in steden, op stations en langs snelwegen. Daarnaast rijden er 600 bussen rond en worden 500 radiocommercials uitgezonden. ■
AEGON pakt groots uit in Thialf Enkele honderden intermediaire relaties zijn het afgelopen weekend op uitnodiging van Schaatsfan AEGON live getuige geweest van de dubbele Nederlandse overwinning in schaatstempel Thialf in Heerenveen. Na een aantal spannende ritten veroverde Ireen Wüst en Sven Kramer de wereldtitel allround. Kramer klokte de afsluitende 10 kilometer op een tijd van 12.49,88. Hij vestigde daarmee, in een inmiddels van feestvreugde kolkend Thialf, een nieuw wereldrecord.
Aevitae behoort tot de top van de volmachtkantoren in Nederland. Zij is specialist in collectieve en geïndividualiseerde werkgevers- en werknemersvoorzieningen. Grote en middelgrote ondernemingen en instellingen die gericht beleid maken op dit terrein, doen een beroep op onze deskundigheid. Ook individuele werknemers weten zich via onze personeelsarrangementen compleet en betaalbaar te verzekeren. Aevitae bestaat uit 120 medewerkers verdeeld over twee vestigingen. Een in Heerlen en een in Eindhoven. In verband met de groei van onze portefeuille, zijn wij op zoek naar
deskundige collega’s op het terrein van Pensioenen arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen. Ben jij:
Op zoek naar een (nieuwe) uitdaging?
AEGON is al 30 jaar hoofdsponsor van het Nederlandse schaatsen (KNSB) en pakte dit jaar groots uit voor haar relaties en personeel. In totaal had de verzekeraar het WK-weekend enkele duizenden schaatsfans te gast. Op de slotdag trakteerde AEGON de relaties op een spetterende after-party die werd opgezweept door een optreden van Rene Froger en zijn Frogettes. Het dak ging er pas echt af toen de twee kersverse Nederlandse Wereldkampioenen op het Schaatsfan-podium verschenen en de flessen champagne over het publiek uitsprankelden. ■ Jan Driessen (AEGON), Gerard Kemkers, Sven Kramer en Ireen Wüst
Wij zijn op zoek naar kandidaten met de volgende kenmerken: • klantgericht; • HBO- werk/denkniveau; • gerichte vakopleiding; • flexibele instelling; • commerciële houding; • ervaring in de branche; • je bent pro-actief; • je beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden. Wat bieden wij? • Goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden; • opleidingsmogelijkheden; • doorgroeimogelijkheden; • een jonge, dynamische organisatie om in te werken. Vind je jezelf terug in deze kenmerken en spreekt de organisatie je aan? Mail dan je CV met begeleidend schrijven door naar het volgende e-mail adres: [email protected] www.aevitae.com Nieuw Eyckholt 284
VB_0407_48-49.indd
49
Postbus 2705 6401 DE Heerlen
12-02-2007
14:27:32
V ER Z EKE RE ND BUITE NLA ND
FRANKRIJK BELGIË Vraag naartussenkop Algemeen transparantie biedt kansen tekst bron Algemeen Dankzij vele veranderingen op pensioengebied wordt 2007 volgens John Heller, CEO van ING Insurance in België, een pensioenjaar in een voorheen niet bestaand pensioenlandschap. Heller ziet vooral kansen op het gebied van transparantie. “Een levensverzekering is een complex product. Hiermee transparant omgaan is een zware opdracht die ons als verzekeraars verplicht om af te stappen van de commodity approach. Een klant die transparantie wil, is een klant die wil weten wat hij koopt en waarom hij het koopt. Het is dus een klant die advies zoekt.” Zo’n klant, die zeker wil zijn dat wat hij koopt bij zijn behoefte past, moet de nodige informatie krijgen – maar hij moet er niet in verzuipen. Hij moet bovendien snel over die informatie kunnen beschikken. Naast transparantie zal straight through processing volgens Heller een sleutelrol vervullen in de markt van morgen. En dat alles tegen een aanvaarbaar kostenniveau. Daar ligt een enorme uitdaging. (De Verzekeringswereld)
SPANJE Fraaie groeicijfers in het vooruitzicht Het Spaanse instituut INESE, dat de vooruitzichten voor de verzekeringsindustrie bestudeert, schat dat de verzekeraars in dit land hun premieinkomen dit jaar zullen zien stijgen met 17,1 procent. Autopremies zullen met 10 procent toenemen en in de andere schadebranches zal de groei 10,4 procent bedragen. Levensverzekeringen zijn goed voor 27,19 procent van de premie (2006: 33,98 procent) en autoverzekeringen met 28,07 procent (2006: 26,64 procent) komen net iets hoger uit. De overige branches groeien relatief gezien het hardst: hun aandeel komt volgens de schattingen in 2007 uit op 44,74 procent tegenover 39,56 procent in het voorgaande jaar. (L’Argus de l’Assurance)
Belastinghervorming kost productie Door de op 1 januari van dit jaar in werking getreden hervorming van de inkomstenbelasting hebben levensverzekeraars in Spanje een lastig jaar voor de boeg. De grootste boosdoener is de
50
VB_0407_50.indd
VERZEK EREND BU IT EN L A N D
fiscale gelijkschakeling van verzekeringsproducten met een spaarelement en spaarproducten van andere aanbieders. Die gelijkschakeling is gebaseerd op de gedachte dat daardoor de transparantie voor klanten aanzienlijk beter wordt. Nu het fiscale aspect geen rol meer speelt, kunnen zij hun keus bepalen aan de hand van de voor hen belangrijke productkenmerken. Voor alle inkomsten uit kapitaal, ongeacht de looptijd van de betreffende verzekerings- of andersoortige overeenkomst, geldt een tarief van 18 procent. Door dit uniforme belastingtarief worden levensverzekeringen, aandelen en deposito’s op dezelfde manier behandeld. (Versicherungswirtschaft)
VERENIGD KONINKRIJK Verouderde IT-systemen belemmeren groei Onderzoek van het gezaghebbende Economist Intelligence leert dat het slecht is gesteld met de groeikansen voor Britse verzekeraars. De reden: ze weten niet hoe ze moeten omgaan met de complexiteit en de kosten van bestaande IT en verouderde systemen. Veel verzekeraars werken met verouderde systemen: meer dan de helft zegt minder dan 13 legacy systemen te hebben; één op de tien heeft er zelfs meer dan 25. Minder dan de helft (42 procent) wil overstappen op nieuwe systemen, terwijl 37 procent denkt aan het upgraden van verouderde systemen. Over één ding zijn ze het wel eens: de komende twee jaar zal het outsourcen van primaire bedrijfsprocessen fors toenemen – zowel binnen het Verenigd Koninkrijk als naar andere landen. Teneinde groei te realiseren en om te kunnen gaan met de almaar veranderende regelgeving en de toenemende concurrentie moeten verzekeraars zo dicht mogelijk bij nieuwe en bestaande klanten staan. Daarom moeten hun bedrijfsprocessen zo flexibel mogelijk zijn.(Post Magazine)
FRANKRIJK Prima jaar voor levensverzekeraars Voor de levensverzekeringsbranche was 2006 een excellent jaar en ook 2007 zal niet teleurstellen. Volgens Gérard de la Martinière, de grote baas van het Franse verbond van verzekeraars FFSA, komt dat enerzijds door het vertrouwen dat verzekeraars genieten
en anderzijds door de leesbaarheid van de producten, de manier waarop met spaargelden wordt omgegaan en de aanwas van de poliswaarde. De productietoename van 19 procent die vorig jaar werd gerealiseerd is in belangrijke mate toe te schrijven aan de overheveling van woonspaarregelingen naar levensverzekeringen. In 2007 zal de groei uitkomen op zo’n 5 procent. (l’Argus de l’Assurance)
DUITSLAND Implementatie Richtlijn afgerond Op 22 mei van dit jaar wordt in Duitsland de Gesetz zur Neuregelung des Versicherungsvermittlerrecht van kracht. Daarmee wordt – ruim twee jaar later dan voorgeschreven – de Europese richtlijn Verzekeringsbemiddeling in het Duitse recht opgenomen. Wie als verzekeringsbemiddelaar activiteiten wil ondernemen moet voortaan over een vergunning beschikken. Daarvoor moet hij zich wenden tot de Kamer van Koophandel, die ook het openbare tussenpersonenregister bijhoudt. En alle bestaande intermediairs moeten beschikken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Verzekeraars moeten dat controleren en hun bevindingen meedelen aan de BaFin, de Duitse toezichthouder. (Versicherungswirtschaft)
USA Jonge automobilisten lopen gevaar Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat tieners vaak vermoeid achter het stuur zitten of afgeleid worden door het gedrag van anderen of omdat ze aan het bellen zijn. En de meesten dragen ook nog eens geen gordel. Ouders blijken voor autorijdende leerlingen uit de hoogste klassen van de high school een belangrijke rol te spelen. Al is het alleen al, omdat 39 procent van de ouders alle autokosten voor hun rekening nemen. Ook blijkt dat tweederde van de tieners zich de mening aantrekt van hun ouders over het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden. In 2005 kwamen zo’n 7.500 15- tot 20-jarige automobilisten om het leven in het Amerikaanse verkeer. Het ongevalscijfer van chauffeurs van 16 tot 19 jaar is viermaal dat van automobilisten van 25 tot 69 jaar. (Insurance Journal)
nummer nummer44--15 15februari februari2007 2007
50
50
13-02-2007
10:25:20
AMSTERDAM
BRUSSEL
Amedia is marktleider onder de systeemhuizen in de financiële sector en ontwikkelt software voor verzekeringsmaatschappijen en tussenpersonen in de verzekerings- en hypotheekbranche. Het bedrijf biedt totaaloplossingen en streeft ernaar een brug te slaan tussen de verschillende schakels. Het dienstenaanbod omvat consultancy, opleidingen en IT. Amedia is een professionele, uitdagende organisatie met een grote nadruk op collegialiteit en werkplezier.
Account Manager FRANKFURT
LISSABON
Met een grote mate van zelfstandigheid en volop ruimte voor initiatief realiseer je je verkooptargets. Je versterkt de relatie met nieuwe klanten op een pro-actieve manier en je signaleert nieuwe verkoopmogelijkheden door de ontwikkelingen in de markt goed te volgen. In samenwerking met Marketing & Communicatie ontwikkel en organiseer je activiteiten die je helpen je salestargets te realiseren. Je boekt successen door het aangaan www.amtpm.nl van relaties met je klanten, zonder te vergeten om de order te vragen. Naast een relevante opleidingsachtergrond en een HBO-denkniveau beschik je over een goed inzicht in de markt van de financiële dienstverlening en de positie van de tussenpersonen daarin. Voorts heb je minimaal drie jaar buitendienstervaring, liefst in een business-to-business markt, met aantoonbaar succes.
Adviseur LONDEN
MADRID
Je onderhoudt en versterkt de relatie met bestaande klanten op een pro-actieve manier. In samenwerking met Marketing & Communicatie ontwikkel en organiseer je activiteiten die je helpen je salestargets te realiseren. Je boekt successen door het bouwen van lange termijn relaties met je klanten. Naast een relevante opleidingsachtergrond en een HBO-denkniveau beschik je over een goed inzicht in de markt van de financiële dienstverlewww.adviesanders.nu ning en de positie van de intermediair daarin. Voorts heb je minimaal drie jaar buitendienstervaring, liefst in een businessto-business markt, waarbij je kunt bogen op een goede sales track record. Je bent commercieel gedreven, overtuigend, representatief en resultaatgericht. Zelfstandig maar ook een teamspeler. Communicatief sterk en een goed netwerker.
Honorering MILAAN
Je kunt rekenen op een uitstekend vast salaris en prima secundaire arbeidsvoorwaarden. Alle ruimte wordt geboden voor persoonlijke ontwikkeling en ondernemerschap.
Sollicitatie Brief en CV aan NMC – Arco Monde, t.a.v. de heer L. Wiarda, Postbus 74660, 1070 BR Amsterdam; e-mail: [email protected]. Voor meer informatie www.arcomonde.com of bel 020-661 34 41. PARIJS
ZÜRICH NMC-Arco Monde werft en selecteert voor top- en middlemanagement posities, waarbij de persoonlijkheid van een kandidaat tenminste zo belangrijk is als diens opleiding en werkervaring. NMC - Arco Monde is onderdeel van de NMC Group met als merken NMC - Nijsse International, Executive Search en NMC - InterActor, Interim Management.
VB_0407_PADV.indd
51
12-02-2007
11:59:47
2PGHDPELWLHX]HFRPPHUFLsOHGRHOVWHOOLQJHQYDQ$UHQGDWHNXQQHQUHDOLVHUHQ ]LMQZLMRS]RHNQDDUNDQGLGDWHQPYYRRUGHSRVLWLHYDQ
Accountmanager Assurantietussenpersonen YRRUGHUHJLR1RRUG2RVW1HGHUODQG
Accountmanager Professionele Kredietbemiddelaars (voor de regio 0iddeQ2oVW 1ederODQd De functie: $OV DFFoXQWPDQDger KoX Me Me Ee]ig PeW KeW DFTXirereQ vDQ QieXZe reODWieV eQ KeW oQderKoXdeQ eQ XiWEoXZeQ vDQ EeVWDDQde reODWieV PeW DOV doeO de verNooS vDQ ¿QDQFisOe SrodXFWeQ We vergroWeQ 2oN EeKoreQ KeW DdviVereQ eQ iQIorPereQ vDQ reODWieV over NredieWvorPeQ geKDQWeerde DFFeSWDWieQorPeQ WDrieveQ eQ KeW geveQ vDQ SreVeQWDWieV WoW KeW WDNeQSDNNeW
$UHQGDLVHHQVQHOJURHLHQGH¿QDQFLHULQJVPDDWVFKDSSLMGLH]LFKULFKWRSKHWDDQELHGHQ YDQFRQVXPSWLHYHNUHGLHWHQ'HYHUNRRS YDQGH]HNUHGLHWHQYLQGWSODDWVYLDKHW ¿QDQFLsOHLQWHUPHGLDLU0HWEHKXOSYDQHHQ SURIHVVLRQHHOHQODQGHOLMNDFFRXQWWHDP JHHIW$UHQGDXLWJHEUHLGHRQGHUVWHXQLQJ HQDGYLHVDDQKHWLQWHUPHGLDLU%LM$UHQGD ]LMQRQJHYHHUPHGHZHUNHUVLQGLHQVW ZDDUYDQKHWJURRWVWHJHGHHOWHZHUN]DDP LVYDQXLWKHWKRRIGNDQWRRULQ5HHXZLMN 'HFXOWXXUELQQHQ$UHQGDNHQPHUNW]LFK GRRUHHQRSHQHQLQIRUPHOHVIHHUZDDUELM PHGHZHUNHUVJHVWLPXOHHUGZRUGHQ]LFK]HOI WHEOLMYHQRQWZLNNHOHQ'DDUQDDVWZRUGHQ HLJHQLGHHsQHQLQEUHQJ]HHUJHZDDUGHHUG
Wij zoeken iemand die: gePoWiveerd NODQWgeriFKW eQ iQiWiDWieIriMN iV FoPPerFisOe NDQVeQ KerNeQW eQ EeQXW iQ ieder oS]iFKW FoPPXQiFDWieI VWerN iV eQ ZeeW We overWXigeQ Daarnaast beschik je over: rXiPe ervDriQg iQ eeQ FoPPerFisOe IXQFWie EiM voorNeXr iQ DFTXiViWie NeQQiV vDQ ¿QDQFisOe SrodXFWeQ iQ KeW DOgePeeQ eQ FoQVXPSWieve NredieWverVWreNNiQg iQ KeW EiM]oQder eeQ 0%2+%2 deQN- eQ ZerNQiveDX PiQiPDDO eeQ diSOoPD &oQVXPSWieI .redieW eQoI $VVXrDQWie % oI Me EeQW Eereid de]e oS NorWe WerPiMQ We EeKDOeQ Wat bieden wij: eeQ goed EDViVVDODriV eeQ XiWVWeNeQde SroviVieregeOiQg eeQ DXWo vDQ de ]DDN eeQ XiWdDgeQde ZerNoPgeviQg ZDDriQ OooSEDDQoQWZiNNeOiQg PogeOiMN iV 9roXZeQ ZordeQ XiWdrXNNeOiMN gevrDDgd We reDgereQ
Ben je geïnteresseerd? 5eDgeer dDQ EiQQeQ dDgeQ -e NXQW Me &9 eQ PoWivDWie VWXreQ QDDr $reQdD %9 $IdeOiQg 3erVoQeeOV]DNeQ WDv -oODQdD %Oe\i 5eeXZiMNVe 3oorW 0= 5eeXZiMN (-PDiO MoODQdDEOe\i#DreQdDQO :iO Me Peer iQIorPDWie over de IXQFWieV dDQ NXQ Me FoQWDFW oSQePeQ PeW $reQd--DQ .oorQ &oPPerFieeO 0DQDger $VVXrDQWieWXVVeQSerVoQeQ WeO - e-PDiO DreQd-MDQNoorQ#DreQdDQO +eiQ] +eQdriNVe &oPPerFieeO 0DQDger 3roIeVVioQeOe .redieWEePiddeODDrV WeO - e-PDiO KeiQ]KeQdriNVe#DreQdDQO
ZZZDreQdDQO
recruitment interim-management hr-services organisatieontwikkeling personal development
teammanager schade Fortis ASR in Utrecht, Rotterdam en Woudsend heeft een productreeks die bestaat uit hypotheken, pensioenen, bancaire producten en schade-, zorg- en levensverzekeringen. Fortis ASR is toonaangevend op de Nederlandse verzekeringsmarkt en heeft een sterke positie in het middenen kleinbedrijf. De ruim 2.700 medewerkers bieden een compleet pakket met diverse verzekeringen aan, zowel zakelijk als particulier als collectief als individueel. De afdeling Acceptatie bestaat uit verschillende teams, te weten: paperdesk, mutatiedesk, teledesk normaal en complex en twee teams specialisten. Zie ook: www.fortis.nl
U bent verantwoordelijk voor het team Specialisten Brand te Utrecht. U rapporteert direct aan de Unitmanager en geeft leiding aan 20 acceptanten. U verricht activiteiten die betrekking hebben op non-simple risks en zware, toprisico georiënteerde werkzaamheden. U motiveert uw groep als situationeel manager naar betere prestaties en ontwikkelt hen continu tot nog betere specialisten. U beschikt over een hbo werk- en denkniveau en branchespecifieke kennis, Brand is een pre, of een juridische opleiding. U heeft leidinggevende ervaring, bent mensgericht, proactief en draagt bij aan de commerciële doelstelling.
Reageer via onze website met behulp van de referentienummers 7775. Vervolgens ontvangt u informatie over de procedure. Een assessment center kan hiervan deel uitmaken. Contact: dhr. A.G.P. Vollenberg, (030) 247 00 99.
Amsterdam Groningen Heerenveen Helmond Hengelo Maastricht Utrecht Zwolle
VB_0407_PADV.indd
52
12-02-2007
12:05:21
Financieel adviseur? Neem je carrière in eigen hand! Werk je in de financiële dienstverlening en mis je het perspectief op meer vrijheid, zelfstandigheid en betere carrièremogelijkheden? En lijkt het je aantrekkelijk vanuit je eigen huis te werken? Kom dan eens praten over jouw toekomst als financieel adviseur bij AXENT/AEGON. F I N A N C I E E L EEN BAAN MET PIT ÉN VRIJHEID Als financieel adviseur help je klanten bij het nemen van
A D V I S E U R
Wat wij van je vragen: • HBO werk- en denkniveau
belangrijke financiële beslissingen. Jouw scherpzinnigheid, kennis van zaken en overtuigingskracht spelen daarin een cruciale rol. Je krijgt een eigen klantenportefeuille en werkt vanuit huis. Dat betekent dat je zelf je dagen indeelt en afspraken met klanten maakt, die je vooral in de avonduren
• Ervaring in financiële dienstverlening • Commercieel gedreven • Empatisch vermogen
bezoekt.
• Rijbewijs • Vakdiploma’s zijn een pré
• Communicatief • Prestatiegericht
E E N S T E R K E S TA R T P O S I T I E Natuurlijk heb je een HBO werk- en denkniveau. En ben je een commercieel talent. Toch word je, hoe graag je dat ook zou willen, niet zomaar in het diepe gegooid. Kwaliteit gaat bij ons boven alles, dus krijg je eerst een gedegen opleiding over alle ins & outs van onze financiële producten. Daar word je zelf ook beter van: het is een prima start van een mooie carrière bij AEGON.
JIJ BENT DE BELANGRIJKSTE S U C C E S FA C T O R We doen er alles aan om jouw inzet tot zijn recht te laten komen. Daarom bieden wij je goede arbeidsvoorwaarden, een prima salaris met provisieregeling en ondersteuning in de vorm van coaching en teammeetings. En mogelijkheden om vakdiploma’s te behalen. Bovendien voorzien we je van alles wat nodig is voor je werk, zoals een auto, telefoon en laptop. Maar voor succes in je carrière, zorg jezelf. Want daarin zijn jouw discipline en inzet de belangrijkste succesfactoren.
Wat wij je bieden: • Vast contract • Persoonlijk ontwikkelingsplan, inclusief vakdiploma’s • Goed salaris • Prima provisieregeling, telt mee voor vakantietoeslag en pensioen • Kortingen op verzekeringen en hypotheken • Lease-auto, laptop, scanner en mobiele telefoon Meer weten? Heb je vragen kijk dan op: www.eengavebaan.nl of bel naar: 030 240 12 12. Solliciteren? Op www.eengavebaan.nl kun je meteen online solliciteren.
DIT IS JOUW KANS Financieel adviseur bij AXENT/AEGON? Dat is een eersteklas kans het beste uit jezelf én uit je carrière in de financiële dienstverlening te halen. Wil jij je carrière in eigen hand nemen? Solliciteer dan meteen via de website of bel ons via het hiernaast vermelde telefoonnummer. Tot binnenkort!
VB_0407_PADV.indd
53
12-02-2007
12:07:03
VB_0407_PADV.indd
54
12-02-2007
12:09:20
LET S ELN SCIEU H AWS DE
Positieve ervaring na een ongeluk Zeven jaar geleden had Het VB een gesprek met Ard Korevaar. Die was toen net, tijdens het Rendez-vous d’expertise 2000, gekozen tot expert van het jaar. Op zich een opmerkelijke benoeming want Korevaar had er toen net een jaar opzitten als zelfstandig letselschade expert. De redenen van zijn verkiezing waren destijds: zijn manier van werken, zijn aandacht voor het slachtoffer en de zaak en zijn toewijding. In zijn dankwoord zei hij tegen zijn collega-experts: “We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de belangen van het slachtoffer centraal te stellen. Ik behandel letselschade slachtoffers zoals ik zelf in een dergelijke situatie behandeld zou willen worden.” “Het belang van de klant voor alles” was zijn motto en daarmee wilde hij groeien. Tijdens ons gesprek in 2000 gaf hij aan nog dat jaar te willen groeien, want volgens Korevaar was er een enorme behoefte aan hoogwaardige letselschadeexpertise. Bovendien tekende zich door een wijziging in het Burgerlijk Wetboek, een serieuze groeimarkt aan voor letselschade-experts. Deze wijziging, artikel 6:96 BW hield in dat alle kosten van een aantoonbaar deskundige voor rekening van de tegenpartij komen. Korevaar zag voldoende groeimogelijkheden: “Het zal echter niet eenvoudig zijn experts te vinden die volgens mijn manier van denken werken.” zei hij destijds. Toch slaagde hij daar snel in, want in oktober van dat jaar was Korevaar niet langer een ZZP’er maar was hij partner van Korevaar Van Dijk Letselschade.
Korte broek In de zomer plaatste Korevaar een advertentie voor nieuwe medewerkers met als kop ‘Als je de beste wilt worden in je vak’. Mark van Dijk was een van de mensen die reageerden. Zij kenden elkaar van GAB Robins waar ook Korevaar, voor hij voor zichzelf begon, tien jaar had gewerkt. Van Dijk was dus bekend met de manier van denken van Korevaar en andersom. Dat was de reden dat het goed klikte en het al snel tot een samenwerking kwam. Van Dijk: “Het was bloedheet en ik ging naar Ard, in mijn pak met stropdas, het was toch een sollicitatiegesprek. Bleek Ard in korte broek in het zonnetje te zitten. Hij keek me aan en zei ‘wat doe jij nou, we kennen elkaar toch?’.” Het was tekenend voor het gesprek waarin de twee elkaar snel vonden in de aanpak van letselschade. Van Dijk gaf aan ambities te hebben om ondernemer te worden. Hij wilde voor eigen risico werken en ‘Korevaar Van Dijk Letselschade’ was een feit. Nu, ruim zes jaar later werken er 35 mensen bij het bedrijf, waarvan 11 experts. Over het aantal dossiers willen beiden niets loslaten. Te gevoelige informatie.
Ard Korevaar: We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de belangen van het slachtoffer centraal te stellen.
gaat om de prestaties, dan komen de resultaten vanzelf .” stelt Korevaar: “Wij willen een sfeer waarin mensen zich goed kunnen ontplooien bij een werkgever waar ze graag werken. Fouten maken is menselijk, en dat moet kunnen. Daar praten we met elkaar over om ervan te leren. Dat komt de kwaliteit van onze dienstverlening ten goede. De klant merkt dat en zal ons aanbevelen bij anderen.”
Missie Gouden regels Tijdens ons gesprek loopt Van Dijk naar een ander kamer en komt terug met een flip-over waaraan een paar vergeelde papieren hangen. “De filosofie van destijds, genoteerd in een aantal ‘kreten’ die de hele bedrijfsstrategie verwoorden. Onze gouden regels en ze zijn eigenlijk niet veranderd, we werken nog steeds via deze simpele regels.” Zegt hij. We lezen: ‘goede sfeer op kantoor’, ‘open en eerlijk zijn’, ‘integer en kwetsbaar zijn’, ‘goede bedrijfsmiddelen’ en als laatste ‘met elkaar bouwen aan een zaak waar we trots op kunnen zijn’. “Het
55
VB_0407_EXP_55_58.indd
De twee werkten ook de doelstelling van het kantoor in een paar regels uit. Onderscheidende hoogwaardige expertise staat bovenaan. Korevaar: “Dat is onze missie, daar zijn we nooit een millimeter van geweken. Dat was onze insteek, of we zouden groeien of niet. We willen tot de top-drie van Nederland behoren qua bekendheid.” Lukt dat? Van Dijk: “Dat is moeilijk meetbaar, maar inmiddels komt twintig procent van onze klanten binnen via mond-tot-mondreclame. Dat zegt wel iets. Maar ook verzekeraars en intermediairs verwijzen naar ons door.”
nummer nummer44--15 15februari februari2007 2007
55
55
13-02-2007
10:27:49
We weten veel. We regelen veel. In de gehele keten van het schadeproces, van advies, preventie en inspectie via expertise en onderzoek tot afhandeling en herstelmanagement, zijn de werkmaatschappijen van CED actief. De behandeling van het totale spectrum van het schadeproces - met de inzet van ISD - levert een belangrijke bijdrage aan het rendement van onze opdrachtgevers.
T (010) 284 35 55 [email protected]
T (010) 284 36 00 [email protected]
T (010) 284 36 10 T (010) 284 35 91 [email protected] [email protected]
CED. Rietbaan 40-42, Postbus 393, 2900 AJ Capelle aan den IJssel T (010) 284 34 34, F (010) 284 34 51 www.ced-services.nl [email protected]
VB_0407_PADV.indd
56
T (010) 284 37 77 [email protected]
T (010) 284 38 00 [email protected]
T (010) 284 30 22 [email protected]
T (010) 284 66 30 [email protected]
T (010) 284 66 25 [email protected]
T (010) 284 66 11 [email protected]
T (0347) 35 03 33 [email protected]
T (010) 284 34 00 [email protected]
T (010) 284 66 77 [email protected]
T (073) 640 65 00 [email protected]
12-02-2007
12:10:43
T HEM AK AT ERN EXPERT ISE EN TA XAT IE
Positief Sinds kort heeft Korevaar Van Dijk ook een echt mission statement: ‘Onze dienstverlening is een positieve ervaring na een ongeluk’. Van Dijk: “Daar hebben we heel lang over nagedacht, maar feitelijk wijkt dit statement niet af van onze gouden regels van destijds, het is een vertaling ervan. We kunnen dit statement beter gebruiken in onze communicatie.” Korevaar Van Dijk wil nu meer aan marketing gaan doen. Korevaar: “We willen vooral het intermediair duidelijk maken wat wij doen en wat wij voor hun klanten kunnen betekenen. Het intermediair moet een positief gevoel krijgen als ze hun klanten naar ons doorverwijzen, maar als ze met onze medewerkers bellen, moeten ze zelf ook een positief gevoel krijgen. Onze medewerkers moeten ook een positief gevoel krijgen, goede huisvesting, goed meubilair, een leuke inrichting een goed salaris, alles speelt mee. Het lijkt simpel, maar dit is niet zomaar te kopiëren. Het moet echt in de genen van het bedrijf zitten. Wij selecteren onze medewerkers ook weer op deze instelling. Zo wordt zo’n statement op den duur de bedrijfscultuur.”
communicatie te richten zijn we gegroeid, want dat is toch nieuw in de wereld van de letselschade. Wij rapporteren uitgebreid aan onze cliënten, net als de expert dat doet aan de verzekeraar.”
Digitaal dossier Die communicatie verloopt via een digitaal dossier waarin alles wordt vastgelegd. Twee jaar is door Korevaar Van Dijk gewerkt aan dit digitaal dossier. Ieder telefoontje, iedere deadline, ieder ingekomen of uitgaand stuk, alles is elek-
Communicatie Voor een letselschade-expert is vakkennis uiteraard belangrijk, maar nog belangrijker dan dat is goede communicatie met de klant. Van Dijk: “Dat onze mensen vakinhoudelijk goed zijn is een voorwaarde, maar wij hebben het accent gelegd op communicatie. Een expert voegt echt iets toe als hij ook toegankelijk is voor de cliënt, dat hij op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in zijn dossier. Dan krijgt hij het gevoel dat we echt voor hem bezig zijn. Als je dat niet doet heeft de cliënt alleen maar vragen. Door ons juist op die
tronisch beschikbaar of wordt elektronisch beschikbaar gemaakt, met uitzondering van de medische gegevens. Die gaan nog gewoon per post. Korevaar: “Als de cliënt belt, dan ziet hij het gesprek even later terug in het dossier. Daar staat dat hij gebeld heeft en zijn vraag of opmerking en de eventueel te ondernemen vervolgactie staat er kort omschreven bij. Kan de klant meteen zien of we hem goed begrepen hebben. ” Van Dijk: “Zo’n dossier maakt ons werk volledig transparant. Een klant weet gewoon wanneer een medische verklaring is afgegeven en wanneer wij moeten reageren. We leggen alle termijnen vast. Wij kunnen ons dus nergens achter verschuilen als we een steekje laten vallen. Dat maakt ons kwetsbaar, maar juist die transparantie zorgt voor een groot vertrouwen bij de klant. Niks achteraf handjeklap. Alles helder inzichtelijk. Daarnaast scheelt het ontzettend veel onnodige telefoontjes en uitzoekwerk, de klant kan immers zelf opzoeken wat hij wil weten, daar heeft hij ons vaak niet bij nodig.” De cliënt kan ook zijn intermediair toestemming geven dit dossier in te zien, zij het in beperkte mate. Want hier geldt de Wet op de persoonsregistratie. Hoe reageert het intermediair op dit dossier? Korevaar: “Zeer enthousiast, ze zien het als een verlengstuk van hun dienstverlening. Hun bedrijfslogo staat ook in het dossier en van daaruit kan de cliënt weer doorlinken naar zijn intermediair.” Van Dijk: “Het is van ongelofelijk groot belang dat ook het intermediair zeer te spreken is over onze dienstverlening, want hij geeft ons het meest waardevolle wat hij heeft: een relatie in problemen. Daar gaan we dus zeer zorgvuldig mee om.”
Second opinion Mark van Dijk: Dat onze mensen vakinhoudelijk goed zijn is een voorwaarde, maar wij hebben het accent gelegd op communicatie.
Korevaar Van Dijk krijgt regelmatig een verzoek een dossier te beoordelen. Korevaar: “Andersom gebeurt dat ook. Daar hebben we geen bezwaar tegen. Het gaat erom dat een klant
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_55_58.indd
57
57
13-02-2007
11:31:07
L ET SEL SCHA D E
er vertrouwen in heeft dat zijn zaak goed en juist wordt afgewikkeld. Een second opinion werkt vaak alleen maar goed. Het gaat om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij kijken dan naar zo’n dossier, luisteren naar de klant en geven hem advies. Dat doen we gratis en alleen als het dossier echt niet goed behandeld is en de klant daar uitdrukkelijk om vraagt, nemen we een dossier over. Dat gebeurt gelukkig niet vaak.”
Keurmerk Hoewel Korveaar Van Dijk blij is met de implementatie van de code letselschade, wil ze eigenlijk verder. Van Dijk: “We staan heel positief tegenover de code. De belangrijkste verdienste is alleen al dat er met elkaar gesproken is door alle partijen. In de code zit de Harvard-gedachte die regelt hoe je met elkaar omgaat en dat het om het onderliggende belang gaat. Dat het belangrijk is om tot een gelijk te komen en niet te polariseren. In wezen gaat het daar om en dat is goed. Niet langer naar elkaar wijzen maar samen een oplossing vinden.” Los van de code, vindt Korevaar Van Dijk het belangrijk dat de letselschadebureaus ook zelf werken aan hun dienstverlening. Om die reden houdt het letselschadebedrijf zich samen met andere partijen als Slachtofferhulp Nederland, Stichting Ombudsman, bezig met het oprichten van een keurmerk. Van Dijk: “De code
58
VB_0407_EXP_55_58.indd
regelt de relatie verzekeraar-expert, het keurmerk regelt de relatie slachtoffer-expert en stelt waarborgen. Daar hechten wij zeer aan. Voor de zomer moet dat rond zijn.”
Reputatie Is de reputatie van Korevaar Van Dijk al zo groot dat een verzekeraar bij een claim van dit bureau zonder nader onderzoek tot betaling overgaat, in het belang van het slachtoffer? Van Dijk: “Een interessante gedachte. Wij hebben het er wel eens over. Wij leveren een zeer uitgebreid en integer rapport. Daarmee sjoemel je niet, want dat brengt wantrouwen. Dat is in deze business het einde. Maar voor lagere claims en een hogere snelheid van afwikkelen is het een goede mogelijkheid, het bespaart tijd en de verzekeraar hoeft geen dure expert in te schakelen.” Korevaar: “. Zodoende loont het mijns inziens de moeite om met betrouwbare partijen het slachtoffer sneller te helpen met minder transactiekosten. Dit zou het imago van verzekeraars goed doen. Het is natuurlijk beleid van de verzekeraar, maar ik zou er best graag afspraken over maken, niet voor elke zaak, maar toch.” Van Dijk: “Wij nodigen verzekeraars uit hier eens met ons constructief over te praten, uiteraard in het belang van het slachtoffer.” ■ Rienk Andriessen
nummer 4 - 15 februari 2007
58
13-02-2007
11:31:34
P REVEN T IE
Procedures brandgevaarlijke werkzaamheden noodzaak De kolossale brand op de vriestrawler ‘Willem van der Zwan’ SCH 302 die op 30 januari 2007 begon, behoort ongetwijfeld tot de grootste in de maritieme sector van na de Tweede Wereldoorlog. Volgens het Noordhollands Dagblad: “Vermoedelijk raakte door een snijbrander isolatiemateriaal in brand”. En daarmee werd weer een grote brandschade toegevoegd aan een lange reeks!
Koelschepen en vriestrawlers zijn doorgaans geïsoleerd met grote hoeveelheden zeer brandbaar poly-urethaan (PU) isolatieschuim. Bovendien is algemeen bekend dat brandend PUschuim grote hoeveelheden zeer giftig blauwzuurgas afgeeft. Daarom werd bijvoorbeeld indertijd bij Waterhuizen de weg langs het Winschoterdiep geruime tijd afgezet, nadat brand was ontstaan op het bijna afgebouwde, ruim 108 meter lange koelschip ‘Neerlandic’. Het schip kwam in 1985 in de vaart met een flinke vertraging door de brand. Bij verzekeraars zijn koelschepen en vriestrawlers niet populair tijdens perioden, waarin verbouwingswerkzaamheden worden uitgevoerd. Met name las- en brandwerkzaamheden zijn vrij vaak de oorzaak van spectaculaire branden. De uitvoering van ‘vuurgevaarlijke werkzaamheden’, zoals lassen en brandsnijden, is één van de meest voorkomende brandoorzaken en dat geldt niet alleen voor de scheepvaart- en scheepsbouwsector. Zo ontstond bijvoorbeeld door dezelfde oorzaak op 6 maart 2002 brand aan boord van
De uitvoering van ‘vuurgevaarlijke werkzaamheden’, zoals lassen en brandsnijden, is één van de meest voorkomende brandoorzaken en dat geldt niet alleen voor de scheepvaart- en scheepsbouwsector de vriestrawler ‘Friesland’, afgemeerd in Vlaardingen. Deze vriestrawler had bijna dezelfde lengte als het koelschip ‘Neerlandic’. Aan dit visserijvaartuig dat was uitgerust met grote vriesruimen, werden ingrijpende verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd, waarvoor zo’n twee maanden waren uitgetrokken. In die periode waren ongeveer 300 medewerkers van een flink aantal verschillende werkgevers betrokken. In een dergelijke situatie kan het voorkomen dat niet altijd even voorzichtig wordt omgegaan met de uitvoering van brandgevaarlijke werkzaamheden. Het duurde vervolgens twee etmalen voordat het sein ’brand meester’ kon worden gegeven. Deze brand vertoont veel overeenkomst met de brand op de
De brandende vriestrawler op 30 januari 2007 om even na 16.00 uur, zeven uur na het ontstaan van de brand
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_59-61.indd
59
59
13-02-2007
11:33:01
Automatisch scherpstellen.
Vernieuwend denken en doen gaat bij ITEB hand in hand. Neem nu TME, het Telemanagementexpertisesysteem van ITEB voor het geautomatiseerd beoordelen van schadecalculaties. Zo werkt ITEB elke dag aan snellere, efficiëntere en voordeliger expertisemethoden in schadeservices. Kijk op www.iteb.nl of bel (0182) 56 94 21.
Goed bekeken. VB_0407_PADV.indd
60
12-02-2007
12:12:29
T HEM AK AT ERN EXPERT ISE EN TA XAT IE
in 1999 in Spanje gebouwde SCH 302, die beschouwd wordt als één van de grootste vriestrawlers ter wereld. De trawler lag al sinds week 37 van 2006 voor een flinke verbouwing afgemeerd in Velsen-N. Ten tijde van de brand waren ongeveer vijftig mannen aan het werk. Als gevolg van deze brand was de A-9 een etmaal lang gestremd en Schiphol moest twee landingsbanen buiten werking stellen door de rookhinder in de aanvliegroutes. Te verwachten was dat na de dagenlange brand, het schip evenals de ‘Friesland’ naar de sloper kon worden afgevoerd.
Brandpreventieprotocol Mede door de catastrofe met de ‘Friesland’ en andere forse brandschaden tijdens scheepsreparatiewerkzaamheden, is een brandpreventieprotocol ontwikkeld door het Amsterdamse schade-expertisebureau Verweij & Hoebee, in samenwerking de eigenaar van het schip. Daarmee werd ingespeeld op ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt die verband houden met de acceptatie van dergelijke risico’s. Een belangrijk onderdeel van het brandpreventieprotocol is de aanstelling van een brandveiligheidsofficier voordat met de verbouwing van een schip wordt begonnen en waarbij te verwachten is dat daarbij werkzaamheden met open vuur zullen plaatsvinden. Bij een dergelijke functionaris dienen alle personen zich te melden voordat ze het schip betreden. Tevens moet iedereen die aan boord werkzaamheden uitvoert, een gevulde brandblusser meenemen en neerzetten waar gewerkt wordt. Op een lijst bij de ‘gangway’ wordt achter de naam van het desbetreffende bedrijf, het nummer van de blusser ingevuld. Ook is voorzien in een afmeldingsprocedure. Wanneer brandgevaarlijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, zal eerst door of onder verantwoordelijkheid van de brandveiligheidsofficier nagegaan moeten worden of dit toelaatbaar is, en welke maatregelen moeten worden genomen in de omgeving om brand te voorkomen. Dit dient schriftelijk te worden vastgelegd. In het protocol zijn voorzieningen opgenomen over het gebruik van brandgevaarlijke stoffen, zoals lijm, kit, verdunners en dergelijke. Deze mogen alleen aan boord worden gebracht met toestemming van de brandveiligheidsofficier. In het protocol is duidelijk omschreven welke eisen aan een dergelijke functionaris worden gesteld inzake werkervaring en
opleiding. Het brandpreventieprotocol is een aanvulling op de gebruikelijke veiligheidsprotocollen, zoals de Algemene Veiligheids- en Gedragsregels op Scheepswerven, uitgegeven door de VNSI. Dit protocol dient te worden ondertekend en nageleefd door alle (onder)aannemers bij aanvaarding van de opdracht. Tevens is aangegeven wat in dit verband van de werf en alle (onder)aannemers wordt verlangd. Deze procedure is echter flink kostenverhogend bij een scheepsreparatie- of -verbouwingsproject. Omdat de positie van de Nederlandse scheepsbouwsector vrij zwak is door de concurrentie met lage lonenlanden, bemoeilijkt dit de invoering van deze procedures. Overigens lag de SCH 302 tijdens de verbouwing niet bij een scheepswerf, maar langs een kade van de haven in Velsen-Noord. Bij de ontwikkeling van het brandpreventieprotocol is onder andere gebruik gemaakt van de reeds vele jaren geleden door het toenmalige TBBS ontwikkelde procedure voor de uitvoering van brandgevaarlijke werkzaamheden als onderdeel van een brandverzekeringsclausule. Belangrijke onderdelen van die procedure betreffen: het ondertekenen van een verklaring door de uitvoerder van brandgevaarlijke werkzaamheden om bepaalde maatregelen te treffen ter voorkoming van brand. Dat omvat bijvoorbeeld het verwijderen van brandbare goederen nabij de werkplek, de aanwezigheid van een brandblusser en de beschikking over communicatiemiddelen om direct alarm te kunnen slaan bij brand. Bij het in gebreke blijven van deze procedure, houden brandverzekeraars op basis van deze clausule zich het recht voor om de verzekerde, tevens opdrachtgever voor de uitvoering van de werkzaamheden, een fors eigen risico in rekening te brengen. In de praktijk komt het echter slechts zelden voor dat gebruik is gemaakt van deze sanctie, ondanks het grote aantal branden dat ontstaat door werkzaamheden met open vuur. Zoals bijvoorbeeld bij het uitvoeren van reparaties van daken met bitumineuze dakbedekking en kunststofschuimisolatie. Hoe dan ook: ondanks de procedures die ervoor bestaan, zijn verzekeraars dus geconfronteerd met een brand die ongetwijfeld tot de ‘duurste’ in de maritieme sector van na de Tweede Oorlog zal uitvallen. ■ Ing. Albert J. Boes rr
taxatie - expertise
▲ ▲ ▲
schaderegeling en waardebepaling van: - industrie-locaties - gebouwen en installaties, machines, inventarissen, goederen - inboedels en antiek t.b.v. verzekering en economisch/juridisch doel adviezen voor ondernemingsmutatie, sanering en preventie
24 uur bereikbaar: (075) 61 61 61 5
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_59-61.indd
61
▲ ▲
KakesWaal bv
beëdigd taxateurs r.g./o.g. register experts
Zaandam Postbus 2129 1500 GC Zaandam telefoon (075) 616 16 15 fax (075) 635 32 29 e-mail [email protected] internet www.kakeswaal.nl
vestiging Tilburg telefoon (013) 543 00 20 fax (013) 543 25 87
61
13-02-2007
12:15:28
I N T ER V I E W
Sinds 1 januari 2007 werken de letselschadebehandelaars volgens de Gedragscode Behandeling Letselschade voor nieuwe zaken. De code werd vorig jaar zomer door een speciale werkgroep van de Universiteit van Tilburg gelanceerd en moest de afgelopen maanden in de bestaande processen worden geïmplementeerd. De Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) en het Verbond van Verzekeraars hebben hierbij een belangrijke rol naar zich toegetrokken door managers en schadebehandelaars via informatiebijeenkomsten de werkwijze van de code uit te leggen. Directeur Theo Kremer stelt vast dat, gerekend in premievolume, inmiddels ruim 97% van de WAM-verzekeraars de gedragscode heeft ondertekend, alsmede alle grote rechtsbijstandverzekeraars.
Mr Theo Kremer:
Stimuleren van de Gedragscode Behandeling Letselschade is belangrijker dan het uitleggen ervan Mr. F. Theo Kremer is geboren in 1951 te Almelo. Hij haalde zijn doctoraal rechten in 1974 aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Daarna was hij als bedrijfsjurist werkzaam bij het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) en OGEM. Van 1980 tot 1997 werkte Kremer bij Nationale-Nederlanden; zowel in lijn- als staffuncties. In die periode promoveerde Kremer in 1988 aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam op een proefschrift over het indemniteitsprincipe. Sinds 1 januari 1998 is Theo Kremer directeur van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). Naast deze functie is hij lid van een aantal commissies binnen de verzekeringsbranche. Verder publiceert en spreekt hij regelmatig over onderwerpen in het kader van aansprakelijkheid en schadevergoeding.
62
VB_0407_EXP_62-65.indd
nummer 4 - 15 februari 2007
62
13-02-2007
11:34:30
T HEM AK AT ERN EXPERT ISE EN TA XAT IE
De presentatie van de Gedragscode Behandeling Letselschade, beter bekend als de code van Tilburg, kon in de zomer van 2006 rekenen op massamediale aandacht. De code was het eindproduct van het in 2003 gestarte project Processuele Normering Personenschade. Een half jaar later werken de partijen binnen de letselschadebranche volgens de twintig opgetekende beginselen uit de code. De Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) heeft een voortrekkende rol gespeeld in het voorbereiden van haar leden op de code. PIV directeur Theo Kremer: “Het opstellen van een aantal beginselen, waaraan een ieder zich dient te houden, is eigenlijk niet het belangrijkste; al is het een goed begin. Waar het eigenlijk om gaat is in hoeverre de spelers op het personenschadeveld zich eraan conformeren en welke mechanismen er komen om deze partijen te stimuleren, te controleren en desnoods te corrigeren bij de naleving van de code”. Direct na de lancering van de gedragscode installeerde PIV de Werkgroep Implementatie Gedragscode Behandeling Letselschade (WIGBL) met Kremer als voorzitter. Om aan te geven dat de werkgroep een co-productie is tussen PIV en Verbond van Verzekeraars werd Ernst Pompen benoemd tot secretaris. Eén van de kernactiviteiten van de werkgroep is het stimuleren van het bewustwordingsproces van de code. Kremer: “Dat is eigenlijk nog belangrijker dan het uitleggen van de code. De twintig opgetekende beginselen van de code spreken voor zich, door de drielagenstructuur laat de duidelijkheid niets te wensen over. De meeste beginselen zijn ook niet echt revolutionair te noemen, het zou ook niet goed zijn als er met die punten niet eerder rekening gehouden is. Voor een deel is het simpelweg neerleggen van hoe je het altijd al zou moeten doen. Daarbij stond een deel van de code al op schrift in Bedrijfsregeling 15. De code heeft bijvoorbeeld het aantal termijnen dat daarin werd genoemd verruimd.” Er wordt volgens Kremer wel eens gesuggereerd dat de gedragscode een speeltje van verzekeraars is, terwijl er volgens hem juist voor verzekeraars het meest verandert. Sommige onderdelen van de gedragsculturen vragen een cultuuromslag van de schadebehandelaars. Om de invloed van de code voor de leden verzekeraars inzichtelijk te maken organiseerde de werkgroep eind 2006 een bijeenkomst voor beleidsverantwoordelijken letselschade uit zowel de aansprakelijkheid- als de rechtsbijstandhoek. Die laatste groep valt onder belangenbehartigers die zich achter de code heeft geschaard. “Verandermanagement was tijdens deze ochtendsessie een belangrijk item.” In twee groepen van ruim honderd man zijn afgelopen weken de schadebehandelaars van aansprakelijkheid-, auto- en rechtsbijstandverzekeraars op uitnodiging van de werkgroep op voorlichtingsbijeenkomsten geweest. Hier werd stilgestaan bij de aangepaste werkzaamheden en de invloed daarvan op het werkplezier. Dat laatste komt doordat de gedragscode enkele piketpaaltjes slaat die de bestaande vrijheid van werken deels inperkt. “De belangstelling voor deze studiemiddagen verschilde per verzekeraar sterk. De ene regelt de implementatie van de code helemaal zelf en de ander stuurt de hele afdeling naar de bijeenkomst. Uiteindelijk moest er ook een maximum aantal deelnemers per verzekeraar vastgesteld worden.”
Afhandelingtermijn Welke veranderingen brengt de code in de praktijk met zich mee? Het belangrijkste aspect van de gedragscode is het samenkomen van inhoud en vaart van het proces in één stuk. Een codezaak moet in beginsel binnen twee jaar worden afgerond. Dat deel van de code is volgens Kremer “wel revolutionair te noemen omdat het proces daarmee beter controleerbaar wordt. Nu kan het gebeuren dat een zaak jaren loopt vanwege conflicterende meningen waarbij partijen de hakken in het zand zetten en de zaak muurvast komt te zitten. De code voorziet er in dat in dit soort gevallen de zaak eerder boven komt drijven omdat termijnen in het afhandelingproces niet worden gehaald. Je bent in elke fase van de regeling oplossingsgericht bezig”, aldus Kremer. Conflictsituaties kunnen hierdoor sneller opgespoord worden en waar nodig door derden opgelost. De afhandelingtermijn van maximaal twee jaar is volgens Kremer over het algemeen dan ook wel haalbaar. “In gevallen waarbij dat niet lukt kan het aan de aard van de zaak liggen. In geval van een principiële aansprakelijkheidsvraag of schadevergoeding, bijvoorbeeld
De gedragscode houdt de vaart er in, en dat is werkelijk iets anders dan het het werktempo opvoeren om de termijnen te halen. De vaart in het proces houden strekt verder. bij shockschade, kan deze termijn overschreden worden. Belangrijk hierbij is dat je na die twee jaar nagaat waarom die zaak nog niet afgerond is. Een derde controlerende partij bij deze ‘trajectanalyse’ zou wat mij betreft wenselijk zijn. Hieruit moet naar voren komen of de vertraging terecht is, en zo ja, op welke termijn het dan wel afgerond zou kunnen zijn.” Kremer waarschuwt er wel voor dat de schadebehandelaar zich niet op de termijnen moet blindstaren. “De gedragscode houdt de vaart er in, en dat is werkelijk iets anders dan het halen van termijnen. Opvoeren van het werktempo werkt al snel een slechte afwikkeling in de hand. De vaart in het proces houden strekt verder. Dat voorkomt stagnatie en leidt tot goede en inzichtelijke resultaten waarbij soms de gestelde termijnen overschreden zullen worden. Dat is altijd beter dan een bedenkelijk resultaat binnen de gestelde termijn.” Daarnaast maakt Kremer uit gesprekken met slachtofferorganisaties op dat een slachtoffer over het algemeen inzichtelijkheid van hetgeen tijdens het proces gebeurt belangrijker vindt dan snel geld op zijn rekening. “Als het slachtoffer de reden kent dan frustreert een langere afhandeltermijn veel minder.”
Behandelplan Kremer is enthousiast over de inzet van de PIV-leden om de code tot een succes te maken. In dat verband verwijst hij onder meer naar de bijdrage van Gert-Jan Mijnen van het Letselschade Service Centrum van Delta Lloyd, in het PIV-Bulletin. Mijnen gaat daar dieper in op de werking van de code en de veranderingen die dat oplevert voor verzekeraars. “De gedragscode is van toepassing op ‘zwaardere’ letsels en is in eerste instantie bedoeld voor slachtoffers van verkeersongevallen (WAM). Maar ook in andere zaken, bijvoorbeeld
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_62-65.indd
63
63
13-02-2007
11:34:38
De Pensioenwet bekeken vanuit de praktijk Pensioen helder en duidelijk zekergesteld
Een gegarandeerd pensioen, wie wil dat niet. Pensioenen worden in hoofdzaak in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer opgebouwd. Aan premies voor arbeidspensioenen in de tweede pijler werd begin deze eeuw jaarlijks zo'n 16 miljard euro uitgegeven. Veel geld in een wereld die voortdurend in beweging is. De wijzigingen als gevolg van nieuwe fiscale wetgeving en diverse gelijke behandelingsvoorschriften nog niet te boven gekomen, mag u nu beginnen aan de Pensioenwet. Een wet die de, sinds 1954 geldende Pensioen- en Spaarfondsenwet vervangt. Transparantie, toezicht en toegang zijn de speerpunten in de
nieuwe wet. Het waarborgen van de positie van de deelnemer en zijn pensioen staat daarin centraal. De advisering over arbeidspensioenen is er bij alle complexe regelgeving niet eenvoudiger op geworden. In deze uitgave wordt op praktische wijze aangegeven wat de impact van de Pensioenwet is op de pensioenpraktijk. Het gaat in op de nadere eisen die daarin worden gesteld en de wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie. Kortom een handige leidraad voor u als adviseur.
Mr. M.M. Zweers
Bestellen www.kluwer.nl/shop Telefoon (0570) 67 34 44 Fax (0570) 69 15 55 E-mail: [email protected] Prijswijzigingen voorbehouden
Wegwijzers Financieel advies ISBN 9789013042775 212 pagina's, € 28,95 Abonnementskorting 15% 1e druk, 2006
w w w. k l u w e r. n l / s h o p
VB_0407_PADV.indd
64
12-02-2007
12:13:34
letsel als gevolg van arbeidsongevallen of bij medische aansprakelijkheid, kan volgens de code worden gehandeld. Om misverstanden te voorkomen, is het belangrijk dat partijen in het begin van de zaak afspreken of zij wel of niet volgens de code handelen. Een nadeel van de code kan zijn dat er ‘rechtsongelijkheid’ tussen verschillende groepen benadeelden ontstaat”, aldus Mijnen. Hij gaat er van uit dat op jaarbasis ongeveer 40% van de nieuwe schaden onder de code zal vallen. Dit in combinatie met het voorstel om in iedere zaak een driegesprek te houden voert de druk bij verzekeraars fors op. “Totnogtoe vonden de contacten binnen het schaderegelingproces veelal plaats tussen de belangenbehartigers en schaderegelaars van verzekeraars. Soms is de benadeelde daarbij aanwezig. Maar in even zovele gevallen vindt de schadeafhandeling bijna geheel schriftelijk plaats tussen de verzekeraar en de belangenbehartiger. Door de code zal het aantal bezoeken van schaderegelaars aan belangenbehartigers fors toenemen. Verzekeraars zullen moeten nadenken of de huidige organisatie dit wel aankan. Meer buitendienstmedewerkers inzetten is een optie, maar ook valt te denken aan gecombineerde binnen/buitenfuncties. De mogelijkheid tot correctie van de verslagen van driegesprekken door het slachtoffer, die in de code is opgenomen, zal in de praktijk licht vertragend werken. Grote winst van het driegesprek is echter, dat de benadeelde een volwaardige rol kan spelen in het schaderegelingproces. Op termijn zal hierdoor veel tijd worden bespaard.” Het driegesprek maakt deel uit van het gezamenlijke behandelplan. De bedoeling daarvan is dat de benadeelde, de belangenbehartiger én de verzekeraar met elkaar afspraken maken over hoe de zaak wordt aangepakt. In dat plan wordt ook afgesproken hoe men met elkaar omgaat, wanneer men het niet eens wordt. Ook het slachtoffer krijgt, wanneer hij daartoe in staat is, een actieve rol toebedeeld in de schaderegeling.
Toekomst Over de werking van de gedragscode in de dagelijkse praktijk is nog weinig te zeggen. Volgens Kremer is iedereen er enthousiast mee aan de slag gegaan en is de implementatie bij verzekeraars goed verlopen. In november zal de werkgroep van PIV de bijeenkomsten voor managers en schadebehandelaars evalueren om vast te stellen hoe de code in de dagelijkse praktijk van letselschadebehandeling is geland. “Iedereen binnen onze branche weet dat de code een succes moet worden. Anders hebben wij het slachtoffer het een en ander uit te leggen evenals de eigen mensen die er heel hard mee aan de slag zijn gegaan. Ik geloof heilig in een goede afloop, het zal lukken, ondanks de hobbels die we op de weg zullen vinden”, zo sluit Kremer het gesprek af. ■
Theo Kremer is sinds de oprichting in 1998 directeur van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). De stichting is gehuisvest in het pand van het Verbond van Verzekeraars en is opgericht door de Nederlandse aansprakelijkheidsverzekeraars. De stichting stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de optimalisering van de personenschaderegeling, met als beoogd resultaat dat een schadegeval zo veel mogelijk naar tevredenheid van zowel benadeelde, belangenbehartiger als verzekeraar wordt behandeld en afgerond. De medewerkers van PIV ontwikkelen, en verzamelen voor de deelnemende (aansprakelijkheids)verzekeraars kennis en deskundigheid op het gebied van personenschade(regeling), waardoor verzekeraars beter in staat zijn zich op dit gebied te manifesteren. Alex Klein
B R A N D ... contra-expertise! www.coolen-expertise.nl
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_62-65.indd
65
65
13-02-2007
11:21:42
EX P ER T I S E
René Labordus en Peter Kruyt over de uitdaging van de expert:
‘koppelen van kwaliteit en redelijkheid aan klanttevredenheid’ Dit jaar is de Technische Buitendienst van Nationale-Nederlanden overgegaan naar CED. Dat geldt zowel voor directeur drs R.J. (René) Labordus, als voor alle medewerkers. “Bij dit uitsourcingsbesluit heeft het IT-element zwaar meegewogen”, zegt René Labordus, nu lid van de CED-directie. “De investeringen daarin zouden een groot bedrag gevergd hebben, terwijl CED alle state of the art-systemen al in huis heeft. Ik ben blij dat alle 105 medewerkers van de Technische Buitendienst zijn meegegaan en het is opvallend hoe snel zij zich hier thuis voelen. De integratie is wonderwel goed verlopen, eigenlijk al vanaf de eerste dag. Ja, daar ben ik best trots op” René Labordus: “In toenemende mate worden de kwaliteitscriteria door onze opdrachtgevers keihard vastgelegd, waardoor de kwaliteit van de expertise toeneemt”
Labordus roemt de professionaliteit van zijn nieuwe werkgever. “Gaat er een keer iets mis met de techniek, dan hoef je maar een vingertje op te steken en in no time wordt het probleem opgelost. Dat werkt natuurlijk heel plezierig. Dat de oud NN-medewerkers zich zo snel thuis voelden, is daarnaast ook te danken aan het feit dat CED is opgedeeld in veel werkmaatschappijen. Je ‘verzuipt’ daardoor niet in een organisatie van 900 mensen, maar je behoudt een groot deel van je eigen identiteit in een kleinere werkmaatschappij.
CED en verzekeraars CED heeft ruim 80 aandeelhouders, waarvan het merendeel bestaat uit (intermediaire) verzekeraars. Bestaat daardoor niet het gevaar dat het bedrijf de oren te veel laat hangen naar de opdrachtgever? “Geen sprake van”, zegt Marketing Manager drs Peter Kruyt. “Ten eerste is CED weliswaar een grote partij in de expertisewereld, maar zeker niet de enige. Dat we geen monopolist zijn, blijkt wel uit de cijfers. Het grootste marktaandeel hebben wij in de autobranche, namelijk zo’n 30% en in de andere disciplines halen we dat cijfer bij lange na niet.” Onze vraag is eigenlijk niet meer van deze tijd, blijkt uit het vervolg van zijn reactie. “Het vak van expert is enorm aan het veranderen. We moeten niet alleen de verzekeraars tevreden stellen, maar in gelijke mate ook de verzekerden.” Verzekeraars zien ook de verandering in het gedrag van hun relaties, vult Labordus aan. “Wanneer wij naar het oordeel van een verzekerde onjuist handelen, dan zal deze bij zijn verzekeraar zijn beklag doen en misschien wel zijn polis opzeggen omdat hij ons als een verlengstuk van de verzekeraar beschouwt.” Het feit dat CED voor tientallen verzekeraars werkt, betekent nog niet dat de onderneming bij haar werkzaamheden de toon zet, waardoor in feite sprake is van een soort van
66
VB_0407_EXP_66-67.indd
eenheidsworst. “Integendeel”, repliceert René Labordus. “Met iedere opdrachtgever afzonderlijk maken we afspraken, die neergelegd worden in een service level agreement. Daarin kan bijvoorbeeld staan binnen welke periode er contact moet zijn opgenomen met een verzekerde of wanneer een schade moet zijn vastgesteld. Zo’n overeenkomst leidt ertoe dat CED de cultuur van zijn opdrachtgever overneemt. Je zou kunnen zeggen dat onze bloedkleur verwisselt in die van de maatschappij voor wie wij op een bepaald moment werkzaam zijn.”
Bewijsmoment van polis “De schadebehandeling is het bewijsmoment van de polis”, gaat Labordus verder. “Pas wanneer zich een schade voordoet, komt de polis echt tot leven. Dan ziet de verzekerde concreet het nut van de verzekering, waarvoor hij misschien al twintig jaar premie heeft betaald. Op dat ogenblik kan de verzekeraar zijn nut en waarde bewijzen en wij spelen in dat geheel een niet onbelangrijke rol. Onze experts zijn als het ware de ambassadeurs van de verzekeraars; zij voeren de activiteiten ook in hun naam uit.” De experts zijn als het ware een specialistisch onderdeel van de verzekeraar, luidt de vertaling van Peter Kruyt. “En van een specialist mag je ook verwachten dat die actief is op het gebied van innovatie. Wij beschouwen dat als een belangrijke kerntaak. Dankzij onze uitgebreide databases kunnen we aan verzekeraars veel informatie teruggeven.
Rol intermediair Lang niet iedere intermediair vindt het plezierig dat hun relaties rechtstreeks door of namens de verzekeraar benaderd worden. “Daar houden we natuurlijk rekening mee”, verloochent Labordus zijn intermediaire NN-afkomst niet. “Wel leven we inmiddels in een tijd, waarin iedereen efficiency en snelheid belangrijker vindt. Een adviseur weet dat hij erbij gebaat is wanneer de schade van zijn relatie zo snel mogelijk naar tevredenheid wordt geregeld. Aan de andere kant beseffen we heel goed, dat het van belang is voor de intermediair om op een schademoment zo dicht mogelijk bij zijn klant te staan. De keus laten we geheel aan hem. De ene adviseur ziet graag dat we de zaak razendsnel afhandelen en gaat daarna bij de verzekerde langs om te vragen of alles naar wens gegaan is. Een andere wil graag met de expert mee en dan is hij wat ons betreft welkom.” De verhouding tussen CED-experts en intermediair is
nummer 4 - 15 februari 2007
66
13-02-2007
11:22:17
T HEM AK AT ERN EXPERT ISE EN TA XAT IE
uitstekend, zeggen Labordus en Kruyt, hoewel het onderzoek van de NBVA een andere toon aangaf. De branchevereniging bracht in maart vorig jaar een eigen onderzoek naar buiten. De experts zouden ‘ondeskundig, slordig en gehaast te werk gaan’ en dat zou dikwijl ten koste gaan van de (financiële) belangen van verzekerden. De NBVA wijt dat aan het feit dat steeds meer verzekeraars hun expertisediensten uit handen geven. Daardoor, zo betoogt de intermediairorganisatie, loopt het aantal onafhankelijke experts drastisch terug. “Onze ervaring is volledig tegengesteld”, zegt Labordus. “In toenemende mate worden de kwaliteitscriteria door onze opdrachtgevers keihard vastgelegd, waardoor de kwaliteit van de expertise juist toeneemt. Doorlopend vinden er door verzekeraars meetmomenten plaats, zeer periodiek worden er audits uitgevoerd. In het geval dat er sprake zou zijn van slordig of te gehaast werk, dan zou dat heel snel blijken en gecorrigeerd worden.” Kruyt spreekt ook van perceptie. “Het onderzoek greep terug op een vergelijkbare verkenning van vijf jaar geleden. Iets meer dan de helft vindt dat de experts tegenwoordig vergelijkbaar presteren als toen. Dat betekent dat volgens dat onderzoek 4 op de 5 intermediairs vinden dat we het net zo goed of beter doen dan vijf jaar geleden. We mogen in dat verband niet vergeten, dat de normering in die jaren enorm omhoog is geschoven. Consumenten en ook adviseurs zijn steeds kritischer geworden. Daarom kan een rapportcijfer van toen niet vergelijken met nu. Je zult nu aanzienlijk beter moeten presteren om een 7 te halen dan vijf jaar terug. Een dat doen wij ook. De hele markt heeft te maken met het toegenomen consumentisme. Tegenwoordig weten ontevreden consumenten elkaar direct te vinden op internet. Dat leidt tot een gevoel van onbehagen in de branche en dat klinkt door in het commentaar van het intermediair. Hoewel onze ervaring een andere is, nemen we de uitkomsten van het onderzoek uiteraard serieus. We zijn blij met elke enquête en elke vorm van kritiek, waarmee we ons voordeel proberen te doen.” “We zijn ons er terdege van bewust”, verzekert René Labordus, “dat het zeker op het terrein van commodities voor het intermediair niet eenvoudig is om de relaties binnen boord te houden. De schadepolissen krijgen een steeds kortere looptijd; er zijn zelfs al direct opzegbare autoverzekeringen in de markt. Daarom ook opereren wij graag zij aan zij met de adviseurs en is er over het algemeen een uitstekend contact tussen onze experts en het intermediair.”
Redelijkheid koppelen aan klanttevredenheid “Mocht de tussenpersoon van mening zijn dat de expert niet in het belang van zijn relatie handelt, dan heeft deze uiteraard op grond van de polis recht op contra-expertise. Maar”, voegt Labordus daaraan toe, “daar moeten we met zijn allen wel op een professionele manier gebruik van maken. Het is nu eenmaal een gegeven dat het consumentisme een grote vlucht heeft genomen en dat het steeds meer in de aard van de mens ligt om er iets meer uit te halen dan erin zit. Hier ligt een grote uitdaging voor de expert, maar ook voor de adviseur, namelijk het koppelen van kwaliteit en redelijkheid aan klanttevredenheid. Met zijn werkzaamheden zit een expert in een glazen huis. Hij concretiseert als het ware de tot dan toe abstracte polisvoorwaarden. Dat is een controleerbare en daardoor kwetsbare positie. Het is bepaald niet zo”, benadrukt Labordus, “dat op
Peter Kruyt: “De hele markt heeft te maken met het toegenomen consumentisme. Tegenwoordig weten ontevreden consumenten elkaar direct te vinden op internet.”
dat ogenblik de macht bij de verzekeraar ligt. Zou die te weinig uitkeren, dan haalt de verzekerde eerst verhaal en zegt vervolgens de verzekering op. De expert heeft het in dat licht gezien nog moeilijker: stelt hij de schade te laag vast dan verliest de verzekeraar een relatie en komt hij tot een te hoog bedrag dan loopt hij de kans een opdrachtgever kwijt te raken. Dit maakt het vak natuurlijk uitermate boeiend.”
Immateriële schade Met de komst van de Technische Buitendienst van NN heeft CED een belangrijke know how op immaterieel gebied binnengehaald. Nationale-Nederlanden beschikt immers niet alleen over technisch experts, maar ook onder meer over arbeidskundigen, letselschade-experts en toedrachtsonderzoekers. “Die laatste categorie heeft een belangrijke impuls gegeven aan CED Forensic”, zegt Peter Kruyt, “maar je kan in zijn algemeenheid zeggen dat het werkterrein van CED aanmerkelijk is verbreed. Intern zorgt het voor toegevoegde waarde, maar onze drive is om te innoveren in de schadeketen ten behoeve van de hele branche. De eerste pijler van onze strategie krijgt daardoor gestalte, namelijk de diversificatie binnen het bedrijf. Het gros van onze werkzaamheden betrof materiële zaken, nu kunnen we de Divisie Mens uitbouwen. Zo hebben we met de komst van de arbeidsdeskundigen ‘CED Mensenwerk’ opgericht, die zich bezighoudt met de schadevaststelling, begeleiding en reïntegratie bij arbeidsongeschiktheid.”
Internationalisatie En de tweede pijler? “Dat is internationalisatie. De markt in Nederland is een verdringingsmarkt, waardoor autonome groei moeilijk is te realiseren. Belangrijker argument is, dat onze opdrachtgevers steeds meer internationaal opereren. Zij vinden dat we hier de zaken goed op de rails hebben en willen graag eenzelfde service in andere landen. Daarbij komt dat wij geautomatiseerde systemen in huis hebben, die men in het buitenland niet kent.” Kruyt duidt op FlexSys, waarmee het hele proces geanalyseerd kan worden. “Nemen we autoschade als voorbeeld”, legt hij uit, “dan komt de calculatie van de schadehersteller via Audatex binnen. Aan de hand van beslisregels bepaalt ons eigen expertisesysteem FlexSys of en in welke mate expertise vereist is. Denk bij die beslisregels bijvoorbeeld aan de kwaliteit van de schadehersteller, de ingevoerde calculatie en de afspraken die met de opdrachtgever zijn gemaakt. Het systeem geeft vervolgens aan of we een expert moeten sturen, of dat volstaan kan worden met tele-expertise, of dat direct opdracht tot reparatie gegeven kan worden.” Een eerste stap buiten de grenzen heeft CED gezet in België en Luxemburg , waar met CED Automotive inmiddels een omzet van € 6 mln wordt gerealiseerd. ■
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_66-67.indd
67
67
13-02-2007
11:22:28
TA XAT IE
WOZ-perikelen op de MKB-markt Volgende maand vallen de WOZ-beschikkingen op de Nederlandse deurmatten. Daarmee breekt ook een nieuwe periode van bezwaar maken aan. En dat kan een lucratieve bezigheid zijn. De beschikkingen komen veelal tot stand via modelmatig taxeren waarbij de uitvoering veelal geheel in handen is van taxatiebureaus, onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. De vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT) is bezorgd over de huidige ontwikkelingen met betrekking tot het modelmatig taxeren. Bureaudirecteur Rolph Limpens: “Waar taxateurs worden getoetst op ethiek, kennis en kunde middels een certificering, worden modellen niet gecertificeerd en de makers niet gecontroleerd op kennis en kunde” Door de jaren heen zijn er op bestuurlijk niveau veel zaken aan de WOZ-waarde gekoppeld. Naast de hoogte van de onroerendzaakbelasting voor eigenaren is dat ook het eigenwoningforfait en de waterschapsbelasting. Daarnaast zijn er hypotheekverstrekkers die bij een hypotheekaanvraag in plaats van een taxatierapport een WOZ-verklaring vragen. Juist door het brede gebruik van de WOZ-waarde maakt de RVT zich sterk voor een juiste vaststelling van de WOZ-waarde. Krimpende budgetten hebben gemeenten naar andere middelen doen zoeken om deze beschikkingen vast te stellen. Er wordt nu gewerkt met rekenmodellen. Hierdoor is er in deze sector veel minder werk voor de taxateurs die jarenlang de WOZ waarde van huizen vaststelden, niet op de pc maar gewoon in de wijk, op straat.
Kanttekeningen bij objectiviteit De Waarderingskamer, belast met het toezicht op een juiste uitvoering van de Wet WOZ, prijst de objectiviteit van het modelmatig taxeren. Limpens, zelf lid van de klankbordcommissie van de Waarderingskamer, benadrukt dat het werken met de rekenmodellen prijstechnisch gezien voordeel oplevert voor de gemeenten, maar stelt toch enige kanttekeningen bij de objectiviteitgedachte van de Waarderingskamer: “Het staat buiten kijf, dat de modelmatige vaststelling van de WOZ-waarde, sneller en efficienter is dan de taxatie door taxateurs. Maar waar taxateurs worden getoetst op ethiek,
kennis en kunde middels een certificering, worden modellen niet gecertificeerd en de makers niet gecontroleerd op kennis en kunde. Zolang de modellen op deze wijze worden samengesteld lijkt het ons belangrijk om te voorkomen dat er een grote rechtsongelijkheid in Nederland ontstaat en dat de politiek voorzichtig moet omgaan met het veelvuldige gebruik in wetgeving van de WOZ-waarde.” Limpens is voorstander van een duidelijke controle (door professionele vastgoed taxateurs) op het gebruik van de rekenmodellen, die iedere Nederlandse gemeente (nog) op eigen wijze kan invullen. Frits Barelds RMT/RT, voorzitter RVT, daarover in het verenigingsblad De Taxateur. “Juist dat invoeren van de gegevens in een model is mensenwerk, en om die reden te beïnvloeden. Nog steeds kunnen gemeenten de input sturen: willen ze weinig bezwaarschriften dan ronden ze de gegevens naar beneden af. Voor de opbrengst maakt dat niet veel uit: WOZ-waarde x tarief = opbrengst. Het tarief wordt door de gemeenteraad vastgesteld en is niet voor bezwaar vatbaar. Een lage WOZ-waarde levert weinig bezwaarschriften op (en mogelijk een lagere huur). Als men deze koppelt aan een wat hoger tarief dan levert dat de gewenste opbrengst op. Het omgekeerde kan ook: als er te veel kritiek uit de bevolking komt tegen de te hoge tarieven (wat met name in verkiezingstijd erg vervelend kan uitpakken) dan verhoogt men de tarieven niet, maar kunnen de WOZgegevens naar boven worden bijgesteld”.
•HYPOTHEEKAFSPRAKEN •WONINGTAXATIES •NOTARISSERVICE •BOUWKUNDIGE KEURINGEN •AAN- / VERKOOPBEGELEIDING 68
VB_0407_EXP_68-69.indd
MarMer Notarisservice! Besparen op de notariskosten voor uw klanten? Aanbrengprovisie vanuit ons voor u? Bel 072-520 63 93 / www.marmertaxaties.nl nummer 4 - 15 februari 2007
68
13-02-2007
12:08:05
T HEM AK AT ERN EXPERT ISE EN TA XAT IE
Limpens: “Om het controleerbaar en verantwoord te houden zou het goed zijn als gemeenten een onafhankelijke taxateur betrekken bij het tot stand komen van de WOZ-modellen. Daarna kan de taxateur periodiek de modellen toetsen. Voor gemeenten zijn de kosten relatief laag, er is te slotte slechts sprake van een controlerende taak.
keraars hiervoor gebruiken vallen veelal hoger uit. Ik denk dat deze combinatietaxatie veel ondernemers meer zal opleveren aan belasting- en premiebesparing dan de euro’s die hij aan de professionele taxateur betaalt.” ■
Bij de brancheorganisatie van Register Vastgoed Taxateurs zijn ruim 350 Nederlandse vastgoed taxateurs aangesloten. Het werk van de RVT-taxateur krijgt dit jaar een extra dimensie: het wordt een keurmerk. Met de introductie van de “Erkend Taxateur Zakelijk Vastgoed” wil de vereniging aan de markt (ondernemers, notarissen en accountants) duidelijk maken dat een RVT-lid meer is dan een gewone taxateur, namelijk een “gerespecteerd adviseur.” Limpens geeft aan dat het nieuwe keurmerk staat voor deskundigheid en permanente educatie. “Een keurmerk taxateur doet regelmatig taxaties op zijn vakgebied en is daardoor altijd op de hoogte van actuele ontwikkelingen op dat gebied.”
:DWYRRUHHQGLHQVWHQSDNNHW YHUZDFKWXDOVLQWHUPHGLDLUYDQ HHQWD[DWLHEXUHDX"
Alex Klein
%LMRQVNXQWXRRNWHUHFKWYRRURQGHU PHHUDDQHQYHUNRRSEHPLGGHOLQJ GHWD[DWLHYDQEHGULMIVRQURHUHQG JRHGZRRQERWHQKHUERXZZDDUGH LQYHQWDULVVHQHQURHUHQGHJRHGHUHQ ERXZNXQGLJHNHXULQJHQHQERGHP RQGHU]RHN
Rechtsongelijkheid Limpens noemde eerder al het woord rechtsongelijkheid. Hiermee doelt hij op de afhandeling van bezwaren nadat iemand in het gelijk gesteld is. “Een mondige belanghebbende, die gefundeerd bezwaar maakt (met een taxatierapport) en in het gelijk wordt gesteld, wordt bevoordeeld ten opzichte van een minder mondige belanghebbende. Bij fundamentele fouten in modellen worden deze niet voor alle belanghebbenden met terugwerkende kracht hersteld. Indien de niet mondige belanghebbenden geluk hebben, schrijft de gemeente de fout toe aan het model en laat dit model herstellen, waarna de belanghebbenden na één jaar (de WOZ-waarde wordt met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks vastgesteld) weer gelijk worden behandeld. Echter in een ander geval zou het zomaar zo kunnen zijn dat de gemeente dit ene geval voor lief neemt en alle overige laat voor wat ze zijn. Het gevaar van rechtsongelijkheid ligt dus op de loer.”
1,(8:ELMSXQW]HHULQWHUHVVDQWYHUGLHQPRGHO %LMSXQWNXQWXELQQHQGHGRRUSXQWJHVWHOGHEDQG EUHHGWHV ]HOI XZ FRXUWDJH HQ KHW GDDUELM EHKRUHQGH YHUGLHQPRGHOEHSDOHQHFKWHUDOOHHQYRRUWD[DWLHRSGUDFK WHQLQKHWNDGHUYDQZRRQUXLPWH$OVWXVVHQSHUVRRQKHHIW X HHQ XQLHN LQVWUXPHQW LQ KDQGHQ X NXQW QDPHOLMN JH EUXLNPDNHQYDQHHQÁH[LEHOHFRXUWDJH'DDUQDDVWEHVWDDW HURRNGHPRJHOLMNKHLGRPWD[DWLHVDIWHQHPHQWHJHQHHQ YDVWJHVWHOGH SULMV /DDW X LQIRUPHUHQ GRRU XZ DFFRXQW PDQDJHU PEW GH WDULHIPRJHOLMNKHGHQ HQ KHW GDDUELM EHKRUHQGHYHUGLHQPRGHO
3817'(%(67(5(/$7,(9225((17$;$7,( 0((5:(7(1"::: 38171/
Bedrijfsmatig vastgoed In de vorig jaar aangenomen nota ‘Werken aan Winst’ is de afschrijving op vastgoed in eigen gebruik toestaan tot maximaal 50 procent van de WOZ-waarde. Bij een beleggingsobject is dat maximaal 100 procent van de (jaarlijks te bepalen) WOZwaarde van het vastgoed.”Ondernemers doen er verstandig aan om de WOZ-beschikking op juistheid te controleren. Een lage aanslag is goed voor starters, een hoge voor ondernemers die hun activiteiten staken. Adviseer MKB relaties periodiek te laten taxeren. De tarieven van taxateurs zijn vrij, en dus onderhandelbaar. Daarbij worden ook abonnementsvormen aangeboden. De eerste taxatie is het duurst maar vervolgtaxaties zijn in de regel voordeliger omdat de werkzaamheden minder zijn. Een tweede advies aan het bedrijfsleven is een combinatietaxatie van WOZ en herbouwwaarde. De modellen die verze-
De Wittenhagen 1-3 3843 GE Harderwijk telefoon: (0341) 430110 telefax: (0341) 412944 e-mail: [email protected] internet: www.sennema.com
TA X AT I E gemak Snelle en accurate rapportage ■ Deskundig en onafhankelijk ■
Landelijk werkzaam ■ INTERNET: www.taxatheek.nl
nummer 4 - 15 februari 2007
VB_0407_EXP_68-69.indd
69
69
13-02-2007
12:08:10
SAT I R E
Bibi for president! Onze branchevereniging is de Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie (ANKO). U herkent ons aan het kroontje, een predikaat waar wij trots op zijn. Trots zijn wij ook op onze voorzitster, dat is er een met goed onderhouden gouden lokken. U kent haar vast alleen als de vice-fractievoorzitter van de VVDfractie in de Tweede Kamer. Met één ding kunt u het alleen maar met mij eens zijn, ze deed het goed voor de camera’s. Van alle 150 kamerleden had zij het meest onberispelijke kapsel. Tja, je bent ANKO of je bent het niet. Het Haagse blauwe pluche heeft Bibi nu ingeruild voor een functie bij Achmea. Zij wilde op eigen verzoek niet meedoen aan de gezellige stoelendans in het krappe torentje van de premier. Hoewel het erg jammer is dat ons boegbeeld door deze keuze minder vaak op televisie te bewonderen zal zijn, moet ik toegeven dat Achmea zeker geen slechte keuze van haar is. Dat concern heeft tenslotte al eerder iemand met een koninklijke tint binnen de muren gehad. Zij weten daar heel goed hoe die clock slaat. Achmea op haar beurt haalt met haar nieuwe directeur Koepels, Branches en Belangenorganisaties een felle tegenstander van een volledig private WGA binnen. Op dit standpunt stelde onze Bibi zich in haar interrupties tijdens de Kamerdebatten over de nieuwe wetsteksten arbeidsongeschiktheid. De WGA uitwerking publiek of privaat? Bibi en haar gevolg kozen voor een hybride versie. Zij vertrouwde dit het veld, waar zij nu dus middenin staat, niet exclusief toe. Het is haar waarschijnlijk vergeven, de VVD is uit het kabinet en daarmee niet meer dan een blaffend hondje geworden.
Nu is het voor ons maar te hopen dat Eureko haar niet uitzendt naar Polen of zo. Het land van de goedkope knippers en baardplukkers. Het geld waarvoor zij achter de stoel plaats nemen kan de vakterm coiffure, hetgeen in gouden letters op mijn etalageruit prijkt, niet uitdragen. Nee, Bibi weet als geen ander dat wij edele knippers en scheerders een zwaar beroep uitoefenen tegen een eerlijke prijs. En daarom weet ik één ding heel zeker, Bibi heeft het allemaal voor ons gedaan. Als voorzitster en boegbeeld van de ANKO zet Bibi zich in het bijzonder in voor de CAO voor het kappersbedrijf. Zij zal voor haar meer dan 6.000 geknipte onderdanen dan ook vast en zeker een goed pensioen regelen bij haar nieuwe werkgever, wat het regeerakkoord over deze paragraaf ook schrijft. Zoals ik eerder al aangaf Is Bibi goed op de hoogte van ons zware vak. Zij weet als geen ander dat onze zetels slechts bestemd zijn voor de cliëntèle, en dat wij Barbiers, als het meezit, daar ‘slechts’ veertig jaar achter mogen staan. Bibi’s Kamerervaring op het gebied van WAO, WW, reïntegratie en AOW, in combinatie met haar beroepswetenschap zullen dan ook zeker kunnen leiden tot een prachtig, op onze branche, toegesneden collectief productpallet. En dat alles stelt mij zeer gerust. Bibi for president! ■
BARBIER 70
VB_0407_70.indd
nummer 4 - 15 februari 2007
70
13-02-2007
11:23:47
Hoe verzeker je besluitvaardigheid?
Als het ingewikkeld wordt, zijn wij op ons best. De Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering van Nassau
Ondernemen is risico’s nemen. Nieuwe wegen inslaan. De durf om beslissingen te nemen. Echter, wanneer dit niet goed uitpakt, kan een ondernemende geest een bestuurder of commissaris duur komen te staan. Veranderende regels en wetten en een toenemende claimbewustheid zorgen er steeds vaker voor dat bestuurders ook privé aansprakelijk gesteld worden. De Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen van Nassau bieden hiervoor uitgekiende maatwerkoplossingen. Wilt u hier meer over weten én over de wijze waarop Nassau uw kansen kan vergroten in complexe nichemarkten? Kijk dan op www.nassauverzekeringen.nl of bel: 010 - 441 81 00.
VB_0407_PADV.indd
71
12-02-2007
12:15:59
'`WWh_dZ_[dij3[[dm[[a]hWj_ipedlWaWdj_[
>[j]heejij[lWYWjkh[#WWdXeZ_dZ[l[hp[a[h_d]iXhWdY^[[dZ[ÓdWdY_b[Z_[dijl[hb[d_d] VB_0407_PADV.indd
72
12-02-2007
12:17:21