Oefenexamen Personenschade
NIBE-SVV, januari 2013
Personenschade
1.
Er zijn drie voorwaarden om als vorderingsgerechtigde bij overlijden (artikel 6:108 BW) te kunnen worden aangemerkt. Noem deze drie voorwaarden.
2.
Naast de immateriële schade voor het slachtoffer zelf, kan er ook sprake zijn van immateriële schade van derden.
2a
Hoe wordt deze immateriële schade van derden ook wel genoemd
2b
Omschrijf het begrip immateriële schade.
3.
Bij een vordering op grond van een onrechtmatige daad is voor een aanspraak op vergoeding van de wettelijke rente NIET vereist dat de schuldeiser de schuldenaar in gebreke stelt. In welke situatie moet er bij een onrechtmatige daad wettelijke rente over de schade worden vergoed?
4.
Lotte werkt al jaren als huishoudelijke hulp bij de familie Jansen. Ze ontvangt hiervoor EUR 8,50 per uur. Ze werkt vier uren per week. Lotte wordt ziek en kan GEEN huishoudelijk werk meer verrichten. Zij heeft recht op loondoorbetaling.
4a.
Waarom is dit het geval?
4b.
Van wie krijgt zij doorbetaald en voor hoe lang?
5.
Klaas heeft, na het behalen van zijn schooldiploma, twee jaar lang als backpacker door Australie gereisd. Bij terugkomst vindt hij een baan bij een verzekeraar. Hij werkt daar sinds drie jaar, op basis van een arbeidscontract voor 32 uren per week. Door een fusie moeten er echter werknemers ontslagen worden. Klaas behoort tot de groep die ontslagen wordt. Heeft Klaas naast het recht op de WW-basisuitkering recht op een WW vervolguitkering? Motiveer uw antwoord.
© NIBE-SVV, januari 2013
2
Personenschade
6.
Hans en Marja hebben samen een inkomen van EUR 150.000,- en twee kinderen van 8 en 11 jaar. Tinus en Moniek hebben samen een inkomen van EUR 40.000,- en drie kinderen van 3, 5 en 7 jaar.
6a.
Welke uitkering, die voorziet in het levensonderhoud van hun kinderen, krijgen de ouders van beide gezinnen en in welke wet ligt een en ander vastgelegd?
6b.
Geef van de bovengenoemde casus aan welke factoren er wel of niet een rol spelen bij de hoogte van de uitkering en zo mogelijk waarom dit wel of niet het geval is?
7.
Wat regelt de Zorgverzekeringswet (ZVW) met betrekking tot: a. de acceptatieplicht? b. de premiedifferentiatie? c. de dekking van de basisverzekering? d. de aanvullende verzekering? Motiveer uw antwoord.
8.
Liesbeth staat aan de vooravond van haar pensioen. Vanaf haar tweeëntwintigste tot haar pensioen heeft zij als receptioniste fulltime bij één en dezelfde werkgever gewerkt. Van meet af aan is er pensioenpremie betaald. Zij vraagt zich af wat na haar pensionering haar pensioenrechten zijn. Zij weet niet te vertellen of het middelloon of eindloonsysteem is. Ze heeft GEEN pensioenbreuk. Wat zijn haar pensioenrechten op basis van middelloon- en eindloonsysteem en geef daarbij gemotiveerd aan welke regeling voor haar het voordeligst is.
9.
Wim is gehuwd en heeft twee schoolgaande kinderen van 8 en 10 jaar oud. Hij werkt sinds 20 jaar als chauffeur van een Ministerie in overheidsdienst. Tijdens een dienstrit wordt hij door een NIET oplettende vrachtwagenchauffeur, terwijl hij voor een rood verkeerslicht staat te wachten, met grote snelheid van achteren aangereden. Hij overleeft het ongeval niet. De echtgenote van Wim heeft GEEN eigen inkomsten. Op welke uitkeringen kunnen de echtgenote van Wim en de kinderen na het overlijden aanspraak maken?
10.
Een arbeidsdeskundige wordt door de WA-verzekeraar gevraagd de re-integratie ter hand te nemen van een vakkenvuller met zeer ernstig beenletsel, waardoor staand/lopend werk uitgesloten is. Vermeld welke twee stappen die arbeidsdeskundige als eerste moet ondernemen en geef daarbij aan over welke relevante gegevens hij moet beschikken.
© NIBE-SVV, januari 2013
3
Personenschade
11.
Tobias is 45 jaar. Hij is bij een verkeersongeval betrokken en raakt door de schuld van een derde blijvend arbeidsongeschikt. Tobias werkt reeds 18 jaar bij een groot verpakkingsbedrijf en is sinds drie jaar werkzaam als chef van de werkplaats. Op het moment van het ongeval is Tobias net weer vier weken aan het werk. Daarvoor is hij enige maanden thuis geweest op advies van zijn huisarts in verband met overspannenheid, dit mede in verband met een ophanden zijnde reorganisatie bij het verpakkingsbedrijf. Bij het vaststellen van het verlies aan arbeidsvermogen van Tobias moet ook rekening worden gehouden met de ontwikkelingen in het arbeidsproces, die zich in de toekomst kunnen voordoen.
11a. Noem drie (en NIET meer dan drie) van deze toekomstige ontwikkelingen.
11b. Benoem per ontwikkeling één (en NIET meer dan één) factor bij de beoordeling van belang zijn. U hoeft de factoren NIET nader te verklaren.
12.
Cor is 33 jaar. Hij is in loondienst bij een advocatenkantoor. Hij werkt drie dagen in de week. Hij verdient EUR 1.400,- per maand. De telefoonnota van Cor wordt door de werkgever volledig betaald. Cor moet in verband hiermee EUR 25,-- per maand bij zijn inkomen tellen. Cor krijgt verder een vaste onkostenvergoeding van EUR 100,- per maand, maar in feite maakt hij in verband met zijn werk maandelijks zo’n EUR 20,- aan kosten. Als gevolg van een ongeval raakt Cor ernstig gewond, waardoor hij gedurende een jaar arbeidsongeschikt is. De werkgever kent geen van de wet afwijkende loondoorbetalingsverplichtingen. In de arbeidsovereenkomst is wel bepaald dat onkostenvergoedingen gedurende een jaar worden doorbetaald. Op welke wijze hebben de genoemde factoren voor Cor gevolgen voor de door hem in dat jaar geleden schade?
13.
Als gevolg van een ongeval waarvoor een derde aansprakelijk is, raakt Henk gewond en ontstaan beperkingen, die voor zover voorzienbaar tijdelijk zullen zijn. Henk heeft een reparatiewerkplaats voor motoren, het is een eenmanszaak. Henk denkt erover een vervangende kracht aan te trekken. Omdat het NIET mogelijk blijkt een gelijkwaardige vervanger te vinden, verwacht Henk een lagere winst en dus minder inkomsten. Deze lagere winst is schade voor Henk en die schade wil hij vergoed krijgen. Volgens de accountant van Henk moet er overigens wel rekening worden gehouden met het belastingvoordeel dat kan optreden. Tevens wijst de accountant Henk op het risico van belastbaarheid van tussentijdse uitkeringen.
13a. Leg uit om welke reden er rekening gehouden moet worden met het belastingvoordeel dat kan optreden.
13b. Hoe kan het risico van de belastbaarheid van tussentijdse uitkeringen worden beperkt?
© NIBE-SVV, januari 2013
4
Personenschade
14.
Mark raakt door een ongeval gewond aan beide armen, waardoor hij nooit meer kan klussen in en om zijn eigen huis. Om die klussen voortaan door derden te laten verrichten claimt hij EUR 2.500,- per jaar. Noem vier omstandigheden die bekend moeten zijn om deze claim te kunnen beoordelen.
15.
Geef voor de volgende personen aan op wie de bewijslast rust voor de schade aan verlies van arbeidsvermogen en wat voor soort (licht of zwaar) bewijslast dit is.
15a. Evelien stelt dat zij in de toekomst promotie zou maken.
15b. Antoine werkt zwart bij als kapper.
15c. De verzekeringsmaatschappij stelt dat Frits in de toekomst arbeidsongeschikt zou zijn geworden. 16
De schadevergoeding die aan nabestaanden wordt verstrekt in verband met het wegvallen van het onderhoud door een overledene, kan NIET als belastbaar worden aangemerkt. Noem de drie redenen waarom dit NIET kan. Licht toe indien nodig.
17.
Wim en Jorien zijn getrouwd. Ze hebben een zoon Bart (5 jaar). Wim is hoofd van de boekhoudafdeling bij de Technische Unie. Jorien verzorgt het huishouden. Op weg naar een zakelijke bespreking met de belastingdienst komt Wim door schuld van een automobilist om het leven. Kort na het overlijden wordt op grond van een door Wim gesloten ongevallenverzekering, die in een kapitaaluitkering voorziet bij overlijden, aan Jorien als begunstigde EUR 100.000,-- uitbetaald. Jorien overweegt daarmee de hypotheek op de woning af te lossen. Drie jaar na Wims overlijden hertrouwt Jorien met Fred die weduwnaar is.
17a. Wat is het gevolg als de hypotheek NIET met het bedrag van EUR 100.000,--wordt afgelost en leg uit welk verschil er is met de situatie waarin de hypotheek wel wordt afgelost.
17b. Waarom heeft het hertrouwen van Jorien wel direct gevolg voor haar aanspraak op schadevergoeding door het overlijden van Wim en NIET direct op die van haar zoon Bart? Betrek in uw antwoord de mogelijkheid als gevolg waarvan toch ook Bart zijn aanspraak verliest.
© NIBE-SVV, januari 2013
5
Personenschade
18.
Max is 36 jaar. Hij is getrouwd met Sandra. Sandra is 34 jaar. Max en Sandra hebben drie kinderen. Max doet al jaren het volledige huishouden. Max komt bij een verkeersongeval te overlijden. De advocaat van Sandra vordert kosten voor huishoudelijke hulp tot aan het 70e levensjaar van Sandra. Welke punten kan de aansprakelijke verzekeraar inbrengen tegen een dergelijke looptijd?
19.
Er bestaan drie verschillende methoden die voor de afwikkeling van toekomstschade worden toegepast. Een van deze methoden wordt het minst toegepast. Welke methode wordt het minst gekozen? Motiveer uw antwoord.
20.
Mark (32 jaar) is heftruckchauffeur. Hij heeft als gevolg van een ongeval zwaar blijvend letsel aan beide armen. De grootste schadepost, verlies van arbeidsvermogen, wordt in overleg met de aansprakelijke verzekeraar gewaardeerd op EUR 10.000,- per jaar. Noem de drie methoden die toegepast worden om deze schade af te wikkelen. Motiveer uw antwoord.
21.
Overlijdens- en letselschaden worden meestal geregeld door middel van een afkoopsom. Welke twee voordelen heeft een dergelijke wijze van afwikkelen voor de schadelijdende partijen?
22.
Wat is het doel van de belastinggarantie?
23.
Pieter raakt bij een ongeval gewond en heeft twee maanden lang klachten waardoor hij wel zijn werk kan doen, maar zijn neveninkomsten in de avonduren NIET kan verdienen. Om te bekijken of inkomsten anders dan uit dienstbetrekking, in dit geval de neveninkomsten, als zodanig moeten worden gekwalificeerd, wordt door de belastingdienst op drie factoren gelet. Noem deze drie factoren.
24.
Wat is het gevolg van het feit dat de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten opgenomen is in het Burgerlijk Wetboek?
© NIBE-SVV, januari 2013
6
Personenschade
25.
Duncan is 29 jaar. Hij is bouwvakker in loondienst. Duncan heeft als gevolg van een auto-ongeval letsel. Hierdoor moet hij 14 dagen in het ziekenhuis liggen. Ook is hij drie maanden arbeidsongeschikt. Zijn salaris van EUR 2.000,-- per maand wordt volledig doorbetaald door zijn werkgever. Zijn zorgverzekeraar hanteert een eigen risico van EUR 1.000,--. Wie hebben er een vorderingsrecht op de aansprakelijke verzekeraar? Geef per persoon/instantie aan wat men kan vorderen, wat voor soort vorderingsrecht dit is en op basis waarvan zij dit vorderingsrecht kunnen uitoefenen.
© NIBE-SVV, januari 2013
7
Personenschade
CORRECTIEMODEL
1.
De vorderingsgerechtigde moet in een bepaalde relatie met de overledene hebben gestaan voor diens overlijden. (1 punt) De behoefte moet worden vastgesteld. (1 punt) Er moet sprake zijn van behoeftigheid. (1 punt)
2.
Immateriële schade van derden wordt affectieschade genoemd. (1 punt) Hiermee wordt bedoeld immateriële schade die derden lijden door het verdriet om de verwondingen of het overlijden van een naaste. (1 punt)
3.
Als de schade opeisbaar is (1 punt) en als de schadevergoedingsverplichting niet meteen wordt nagekomen. (1 punt) Ook goed is: als de schuldenaar in verzuim is, 1 punt toekennen.
4a.
Er bestaat een arbeidsrelatie tussen {naam} en de familie Jansen. Aan alle vereisten van een arbeidsovereenkomst is voldaan (7:610, 7:610a BW). (2 punten)
4b.
De familie Jansen moet {naam} loon doorbetalen, (1 punt) omdat het huishoudelijke hulp betreft, moeten ze zes weken doorbetalen (7:629 lid 2 BW). (1 punt)
5.
Nee, (0 punten) Klaas voldoet niet aan de referte-eis inhoudende dat hij in de vijf jaren voorafgaand aan het jaar waarin de werkloosheid ingetreden is, tenminste vier jaar lang minimaal 52 dagen loon ontvangen heeft. Dit is de zogenoemde jareneis. (3 o f 0 punten)
6a.
Zij krijgen kinderbijslag (1 punt) uit hoofde van de Algemene Kinderbijslagwet AKW. (1 punt)
6b.
1.
2. 3.
Het inkomen speelt geen rol. (1 punt) Bepalend is slechts de mate waarin het kind door de ouders wordt onderhouden. (1 punt) Het aantal kinderen speelt een rol. (1 punt) De leeftijd van de kinderen speelt een rol. (1 punt)
© NIBE-SVV, januari 2013
8
Personenschade
7a.
De zorgverzekeraar moet iedereen die om de basisverzekering vraagt in de ZVWverzekering opnemen. (1 punt)
7b.
Er is een verbod op premiedifferentiatie. (1 punt)
7c.
De overheid bepaalt welke zorg de basisverzekering dekt. (1 punt)
7d.
Niets. De verzekeraar kan zijn eigen premies bepalen en dekkingspakketten samenstellen. (1 punt) Ook goed is: als er wordt vermeld dat er een verplicht eigen risico is en dat men daarnaast kan kiezen voor aanvullend eigen risico.
8.
Gelet op haar werkzame jaren waarover betaling van pensioenpremie heeft plaatsgevonden, heeft zij een pensioenaanspraak van 70%. (1 punt) Die aanspraak van 70% is gebaseerd op de pensioengrondslag, te weten het loon minus de AOW-franchise. (1 punt) Bij het middelloon geldt als grondslag het gemiddelde salaris dat Liesbeth gedurende haar werkzame leven heeft genoten. (1 punt) Bij het eindloon telt als grondslag het laatstverdiende salaris. (1 punt) Dit laatst levert voor Liesbeth het meeste op. (1 punt)
9.
Echtgenote Een ANW-uitkering inclusief een halfwezenuitkering. (1 punt) Een driemaandsoverlijdensuitkering. (1 punt) Een ABP-weduwepensioen. (1 punt) Een toeslag (van 18%) op het weduwepensioen door een dienstongeval. (1 punt) Kinderen: Halve wezen hebben volgens de regelingen voor overheidswerknemers eveneens recht op een ABP-wezenpensioen. (1 punt)
10.
De arbeidsdeskundige moet de mate van arbeidsongeschiktheid bepalen voor het eigen of een ander beroep. (1 punt) Daartoe moet hij beschikken over een door een medicus opgesteld beperkingenprofiel. (1 punt) Nu een ambulant beroep niet langer mogelijk is, zal gekeken moeten worden naar bij- of omscholing naar een zittend beroep. (1 punt) Daartoe moet informatie over opleiding en capaciteiten van de getroffen vakkenvuller verkregen worden. (1 punt)
© NIBE-SVV, januari 2013
9
Personenschade
11a. Let op: drie gevraagd! 3 x 1 punt Promotiekansen; risico van arbeidsongeschiktheid; risico van werkloosheid; overlijdenskans. 11b. Let op: drie keer één factor gevraagd! 3 x 1 punt Promotiekansen. Factoren: opleiding; bekwaamheden; conduitestaat; specifieke omstandigheden binnen het bedrijf. Risico van arbeidsongeschiktheid. Factor: medische gegevens van Tobias. Risico van werkloosheid. Factoren: arbeidsverleden van Tobias; persoonlijkheid van Tobias feiten die met een grote mate van zekerheid tot werkloosheid van Tobias zullen leiden. Overlijdenskans. Factoren: statistische gegevens; tenzij er gegronde reden is om aan te nemen dat Tobias eerder zal overlijden.
12.
Cor ontvangt een loondoorbetaling van 70% van EUR 1400,-- en lijdt derhalve een maandelijkse schade van 30% van EUR 1400,--. (1 punt) In verband met de telefoon ontstaat voor- noch nadeel voor Cor. Zijn kosten blijven dezelfde, namelijk de belasting over de fiscale bijtelling. (1 punt) De doorbetaalde onkostenvergoeding veroorzaakt een voordeel van EUR 20,- aangezien Cor die kosten niet meer maakt, maar wel vergoed krijgt. (1 punt)
13a. De kosten van de vervanger kunnen namelijk in mindering worden gebracht op het brutobedrijfsresultaat, terwijl de vergoeding van het verlies van arbeidsvermogen, mits verstrekt in een som ineens, onbelast is. (2 punten)
13b. Het risico van de belastbaarheid van tussentijdse uitkeringen kan worden beperkt door voorschotten onder algemene titel te verstrekken. (2 punten)
© NIBE-SVV, januari 2013
10
Personenschade
14.
Was Mark ook zonder ongeval in staat zelf die klussen te doen. (1 punt) Heeft hij ook daadwerkelijk geklust. (1 punt) Er moet worden ingeschat hoe lang hij zonder ongeval in staat of bereid zou zijn geweest deze werkzaamheden zelf te doen. (1 punt) Is er een goedkopere oplossing mogelijk, bijvoorbeeld door middel van aanpassingen Mark zelf nog het nodige te laten doen. (1 punt) Ook goed is: Hoeveel kost het inhuren van een klusjesman normaal?
15a. Bewijslast bij de eisende partij. (1 punt) Aan dit bewijs mogen geen al te zware eisen worden gesteld. (1 punt) 15b. Bewijslast bij de eisende partij. (1 punt) Gezien het karakter van de inkomsten worden aan dit bewijs zware eisen gesteld. (1 punt)
15c. Bewijslast bij de verzekeringsmaatschappij). (1 punt) Dit betreft een zware bewijslast. (1 punt)
16.
Door het overlijden van de ‘kostwinner’ is de bron die aan de inkomsten ten grondslag lag vervallen. (1 punt) Compensatie voor het wegvallen van die bron is zelf geen in de fiscale wetten genoemde bron. (1 punt) De nabestaanden hebben een eigen recht, waaraan evenmin een fiscale bron ten grondslag ligt. (1 punt)
17a. Wordt de hypotheek niet afgelost dan wordt het bedrag van EUR 100.000,-- bij Jorien als begunstigde in aanmerking genomen als behoeftebeperkend. Dit bedrag wordt op het totaal van Joriens eventuele onderhoudsschade volledig in mindering gebracht. (2 punten) Wordt de hypotheek wel afgelost dan betekent dat, dat de vaste lasten van de nabestaanden (met een bedrag gelijk aan de hypothecaire verplichting) afnemen. De omvang van behoefte aan levensonderhoud en daardoor van eventuele onderhoudsschade van zowel Jorien als van Bart neemt daardoor af. (2 punten)
17b. Bij hertrouw van een nabestaande vervalt zijn/haar aanspraak op schadevergoeding. Er ontstaat dan een onderhoudsverplichting van de nieuwe echtgenoot. (2 punten) Onderhoudsverplichtingen van de nieuwe (stief-)ouder zijn subsidiair. De aanspraak op schadevergoeding van het kind vervalt slechts als het door de nieuwe ouder wordt geadopteerd. (2 punten)
18.
Op een gegeven moment zou voor de zwaardere hulp toch een hulp zijn ingeschakeld. (2 punten) Als de kinderen het huis uit zijn en/of Sandra met pensioen gaat vermindert de behoefte aan huishoudelijke hulp. (2 punten) Opmerking: elke reële andere motivering ook goed rekenen.
© NIBE-SVV, januari 2013
11
Personenschade
19.
De periodieke vergoeding van de schade. (1 punt) Voor de benadeelde vormt deze methode een psychische belasting, omdat hij voortdurend geconfronteerd wordt met de gevolgen van het ongeval. (1 punt) Voor de aansprakelijke verzekeraar brengt deze arbeidsintensieve schadeafhandeling extra kosten met zich mee vergeleken met de andere methoden. (1 punt)
20.
Het betalen van een afkoopsom, namelijk een bedrag ineens voor alle toekomstige schade. (1 punt) Het betalen van de koopsom voor een lijfrenteverzekering, op grond waarvan een levensverzekeraar betalingen zal doen tot een bepaalde einddatum. (1 punt) Het periodiek vaststellen en vergoeden van de in de betreffende periode geleden schade. (1 punt)
21.
De benadeelde heeft geen hinder meer van de terugkerende handelingen die nodig zijn om de schade jaar voor jaar vast te stellen. (1 punt) De benadeelde beschikt over een kapitaal ineens, waarover hij vrijelijk kan beschikken. (1 punt)
22.
De schadeplichtige zal in geval van een aanslag verweer voeren. (1 punt) Als blijkt dat over de uitkering toch belasting verschuldigd is, dan neemt de schadeplichtige deze voor zijn rekening. (1 punt)
23.
De bijkomstige aard en de omvang van de werkzaamheden gerelateerd aan inkomen in één van de boxen van de wet IB 2001; (1 punt) de afwezigheid van het element ondergeschiktheid; (1 punt) het aantal opdrachtgevers. (1 punt)
24.
Regresnemers kunnen hun vordering uitsluitend baseren op artikel 6;162BW. (1 punt) Instanties kunnen hun schade derhalve alleen verhalen op een derde, als zij aantonen dat de schade valt toe te rekenen aan een onrechtmatig doen of nalaten van die derde. (1 punt) De verhalende instantie moet dus aantonen dat de door hem aangesproken derde schuld heeft. (1 punt)
25.
1. 2. 3.
Duncan zelf voor het eigen risico, een eigen recht op grond van het BW. (2 of 0 punten) De werkgever voor het netto doorbetaalde loon, dit is een regresrecht op grond van het BW. (2 of 0 punten) De zorgverzekeraar voor de ziektekosten, een eigen recht op grond van het BW. (2 of 0 punten)
© NIBE-SVV, januari 2013
12