NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1.
ALGEMEENHEDEN ......................................................................................................... 3
1.1.
RIJPERIODE ......................................................................................................................... 3
1.2.
WEEKKARAKTERISTIEK ........................................................................................................ 3
1.2.1.
Algemeenheden ................................................................................................................ 3
1.2.2.
Betekenis van de gebruikte letters ................................................................................. 3
1.2.3.
Betekenis van de gebruikte cijfers ................................................................................. 4
1.2.4.
Algemene regels voor de samenstelling van de weekkarakteristiek ........................ 4
1.2.5.
Samenstelling van de weekkarakteristiek met de letter R.......................................... 4
1.2.6.
Samenstelling van de weekkarakteristiek met de letter N.......................................... 5
1.3.
FEESTDAGKARAKTERISTIEK ................................................................................................ 5
1.3.1.
Algemeenheden ................................................................................................................ 5
1.3.2.
Betekenis van de gebruikte cijfers ................................................................................. 5
1.3.3.
Mogelijke combinaties ...................................................................................................... 5
2.
OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN .................................................................. 6
2.1.
BASISPRINCIPES .................................................................................................................. 6
2.2.
OPMAAK ............................................................................................................................... 6
2.3.
DIENSTSTOP ........................................................................................................................ 7
3.
PUBLICATIE VAN DE DIENSTREGELINGEN ............................................................ 7
3.1.
SOORTEN PUBLICATIES ....................................................................................................... 7
3.2.
PUBLICATIES BESTEMD VOOR DE IG .................................................................................... 8
3.2.1.
Dienstregelingsperiode .................................................................................................... 8
3.2.2.
Tussentijdse wijzigingen .................................................................................................. 8
3.2.3.
Dagaanpassingen ............................................................................................................. 8
3.2.4.
Bulletin 'capaciteitsbeheerder' ........................................................................................ 8
3.2.5.
Bijkomende stop ............................................................................................................... 8
3.2.6.
Nazicht ................................................................................................................................ 9
3.3.
PUBLICATIES BESTEMD VOOR DE INTERNE DIENSTEN......................................................... 9
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
1/10
4.
VOORBEELDEN VAN WEEKKARAKTERISTIEKEN EN FEESTDAGKARAKTERISTIEKEN .............................................................................. 10
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
2/10
OPSTELLEN EN PUBLICEREN VAN DE DIENSTREGELINGEN 1.
ALGEMEENHEDEN Zoals voorzien in de Netverklaring heeft een dienstregelingsperiode een duur van één jaar. Bepaalde gewone treinen rijden niet alle dagen van de dienstregelingsperiode. Om te bepalen wanneer een trein rijdt wordt gebruik gemaakt van de rijperiode, de weekkarakteristiek en de feestdagkarakteristiek.
1.1.
RIJPERIODE De periode waarin een trein rijdt of niet rijdt wordt gedefinieerd met de 'rijperiode'. De verscheidene rijperiodes worden op de documenten van de IB aangeduid door middel van afkortingen: RCV
De trein rijdt enkel tijdens de jaarlijkse vakantie
NCV
De trein rijdt niet tijdens de jaarlijkse vakantie
RTP
De trein rijdt enkel tijdens de toeristische periode
NTP
De trein rijdt niet tijdens de toeristische periode
PSP
De trein rijdt enkel tijdens een speciale periode of op welbepaalde data
RRR
De trein rijdt regelmatig
Indien geen rijperiode dienstregelingsperiode.
vermeld
1.2.
WEEKKARAKTERISTIEK
1.2.1.
ALGEMEENHEDEN
is, rijdt
de
trein
tijdens
de
volledige
De dagen van de week waarop een trein rijdt of niet rijdt worden gedefinieerd met de 'weekkarakteristiek'. De verscheidene weekkarakteristieken worden op de documenten van de IB aangeduid door middel van een combinatie van letters en cijfers. 1.2.2.
BETEKENIS VAN DE GEBRUIKTE LETTERS R: de trein rijdt op bepaalde dagen of alle dagen van de week; N: de trein rijdt niet op bepaalde dagen van de week;
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
3/10
1.2.3.
BETEKENIS VAN DE GEBRUIKTE CIJFERS Reizigerstreinen
Goederentreinen
1
Maandag(1)
Maandag
2
Dinsdag(1)
Dinsdag
3 4
Woensdag
(1)
Woensdag
(1)
Donderdag
Donderdag (1)
5
Vrijdag
Vrijdag
6
Zaterdag
Zaterdag
7
Zondag en feestdag
Zondag
(1) Behalve als deze een feestdag is.
De 10 wettelijke feestdagen zijn:
1 januari (Nieuwjaar); Paasmaandag; 1 mei (Feest van de Arbeid); O.H.Hemelvaart; Pinkstermaandag; 21 juli (Nationale Feestdag); 15 augustus (Maria Tenhemelopneming); 1 november (Allerheiligen); 11 november (Wapenstilstand); 25 december (Kerstmis).
Opmerking: Indien een wettelijke feestdag samenvalt met een zaterdag of zondag wordt deze niet als een feestdag gezien voor de treindienst. 1.2.4.
ALGEMENE REGELS WEEKKARAKTERISTIEK
VOOR
DE
SAMENSTELLING
VAN
DE
Cijfers worden nooit gebruikt zonder toevoeging van een letter. Cijfers volgen na de letter in opgaande numerieke volgorde. Indien verschillende combinaties van letters en cijfers een zelfde betekenis hebben dan wordt de samenstelling met het kleinste aantal karakters gebruikt. Indien verschillende combinaties van letters en cijfers een zelfde betekenis en een zelfde aantal karakters hebben dan wordt de samenstelling met de meest positieve aanduiding gebruikt. 1.2.5.
SAMENSTELLING VAN DE WEEKKARAKTERISTIEK MET DE LETTER R De letter R is al of niet gevolgd door één of meerdere cijfers (vb. R6, R345 of R).
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
4/10
Dit betekent dat: de cijfers na de letter R de dagen van de week bepalen waarop de trein rijdt; de letter R alleen betekent dat de trein elke dag van de week rijdt. 1.2.6.
SAMENSTELLING VAN DE WEEKKARAKTERISTIEK MET DE LETTER N De letter N is altijd gevolgd door één of meerdere cijfers (vb. N3, N67). Dit betekent dat: de cijfers na de letter N bepalen de dagen van de week waarop de trein niet rijdt.
1.3.
FEESTDAGKARAKTERISTIEK
1.3.1.
ALGEMEENHEDEN Aan de weekkarakteristiek van de gewone goederentreinen is eventueel een bijkomende aanduiding toegevoegd, namelijk de 'feestdagkarakteristiek'. De feestdagkarakteristiek bepaalt of een goederentrein rijdt of niet rijdt op een feestdag of op een dag na een feestdag. De verscheidene feestdagkarakteristieken worden op de documenten van de IB aangeduid door middel van een combinatie van letters en cijfers. De gebruikte letters zijn dezelfde als voor de weekkarakteristiek.
1.3.2.
1.3.3.
BETEKENIS VAN DE GEBRUIKTE CIJFERS 8
Wettelijke feestdag die niet op een zaterdag of een zondag valt
9
De dag na een wettelijke feestdag die niet op een zondag, een maandag of een feestdag aangeduid met het cijfer 8 valt
MOGELIJKE COMBINATIES De mogelijke combinaties voor de feestdagkarakteristiek zijn: met de letter R: R8, R9 en R89; met de letter N: N8, N9 en N89; met de letters R en N: R8N9 en N8R9; Om te bepalen of een goederentrein al of niet rijdt op een feestdag is de feestdagkarakteristiek prioritair op de weekkarakteristiek (vb. een trein met weekkarakteristiek R2 en feestdagkarakteristiek N8 rijdt niet op de dinsdagen die op een feestdag vallen).
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
5/10
Indien de feestdagkarakteristiek niet vermeld is of het cijfer 8 in de feestdagkarakteristiek niet voorkomt rijdt de goederentrein op feestdagen volgens de weekkarakteristiek. Indien de feestdagkarakteristiek niet vermeld is of het cijfer 9 in de feestdagkarakteristiek niet voorkomt rijdt de goederentrein op de dagen na de feestdagen volgens de weekkarakteristiek. In punt 4 zijn verschillende voorbeelden van weekkarakteristieken en feestdagkarakteristieken vermeld.
2.
OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN
2.1.
BASISPRINCIPES
combinaties
van
De capaciteitsbeheerder stelt een dienstregeling op voor een toegewezen treinpad, rekening houdend met: de vraag van de verscheidene IG; de kenmerken van de trein (vb. de categorie, het tractiematerieel, het remregime, de toegelaten last, lengte, snelheid, de aanwezigheid van bepaalde materieeltypes of ladingen, enz…); de exploitatiemogelijkheden van de infrastructuur; de ontvangstmogelijkheden van de installaties IB; de tijd nodig voor bepaalde bewerkingen in de stations (vb. de reizigersbewegingen, het koppelen en ontkoppelen van het materieel, de frontverwisseling, het uitvoeren van de schouwing en de remproeven, enz…); de regelmaat van het treinverkeer (buffertijd en reserve in de rijtijd); het efficiënt gebruik van de beschikbare capaciteit van de bereden lijnen. 2.2.
OPMAAK Het opmaken van een dienstregeling houdt in dat de capaciteitsbeheerder:
een nummer toekent, dat het treinpad identificeert; de rijperiode, de weekkarakteristiek en de feestdagkarakteristiek toekent; de eventueel specifieke dagen waarop de trein rijdt of niet rijdt toekent; de aankomsttijden en vertrektijden in alle installaties, waar een gewone stop of dienststop voorzien is, bepaalt; de doorrittijden in de belangrijkste installaties en aan de vertakkingen bepaalt; de reserve in de rijtijd bepaalt (vb. opvang van het verlies in rijtijd voor doorrit van zones met beperkte snelheid om reden van werken); alle bijkomende aanduidingen, voorzien voor de veiligheid van de rit, bepaalt (vb. het remregime, de code C en P, enz…); de dienstregeling ter kennis brengt van het betrokken personeel IB; de dienstregeling overmaakt aan de IG.
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
6/10
2.3.
DIENSTSTOP Een dienststop is een stop opgelegd aan een trein om niet-commerciële redenen (vb. omwisseling tractiematerieel, aflos treinpersoneel, exploitatievereisten, enz…). De dienststop wordt toegekend door de capaciteitsbeheerder (eventueel op vraag van de IG). Daarbij zijn 2 soorten dienststops voorzien: de dienststop die in alle omstandigheden dient nageleefd; de dienststop die slechts dient nageleefd als de seinen het opleggen.
3.
PUBLICATIE VAN DE DIENSTREGELINGEN
3.1.
SOORTEN PUBLICATIES De IB beschikt over de volgende middelen om de dienstregelingen intern te publiceren: BVT Deel I Het is samengesteld uit: (BVT = Boek van de Bundel 0: Algemene richtlijnen over het gebruik van het Treindienst) deel I van het BVT; Bundel 1 en 2:
Dienstregelingstabellen per lijn met in chronologische volgorde de reizigerstreinen, posttreinen en personeelstreinen;
Bundel 3:
Dienstregeling van de losse georganiseerd voor de reizigersdienst;
ritten,
Treinfiche
Dienstregeling van de trein of losse rit in fichevorm.
Catalogus goederentreinen
Overzicht van alle goederentreinen.
Catalogus losse ritten goederentreinen
Overzicht van alle losse ritten voor de goederendienst.
Dienstregelingsgrafieken
Grafische voorstelling van alle treinen en losse ritten in een tijdruimtegrafiek.
Bulletin
Zie VVESI over het overseinen van mededelingen.
Affiches in de stations
Gele affiches: Tabellen die in chronologische volgorde per station of stopplaats de reizigerstreinen bij vertrek vermelden. Witte affiches: Tabellen die in chronologische volgorde voor sommige stations de reizigerstreinen bij aankomst vermelden.
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
7/10
Blauwe affiches: Tabellen die in chronologische volgorde per station of stopplaats de reizigerstreinen bij vertrek vermelden. Ze worden opgemaakt kort voor het invoege treden van een nieuwe dienstregelingsperiode of bij een belangrijke tussentijdse wijziging.
3.2.
PUBLICATIES BESTEMD VOOR DE IG
3.2.1.
DIENSTREGELINGSPERIODE De publicatie gebeurt onder de vorm van een treinfiche. De IG wordt eveneens in het bezit gesteld van een toelichting die hem moet toelaten de gepubliceerde documenten te raadplegen. De publicatie gebeurt zoals voorzien in de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur. De IG is verder verantwoordelijk voor de publicatie van de dienstregelingen naar zijn diensten en cliënten.
3.2.2.
TUSSENTIJDSE WIJZIGINGEN De publicatie van de tussentijdse wijzigingen gebeurt door middel van een bulletin, opgesteld door de capaciteitsbeheerder, zonodig aangevuld met treinfiches.
3.2.3.
DAGAANPASSINGEN De dagaanpassingen maken het voorwerp uit van een bulletin. Iedere IG ontvangt een exemplaar van de bulletins, waarin de aanpassingen vermeld zijn die hem aanbelangen.
3.2.4.
BULLETIN 'CAPACITEITSBEHEERDER' De capaciteitsbeheerder publiceert jaarlijks een bulletin waarin de volgende data opgenomen zijn, geldig voor de eerstvolgende dienstregelingsperiode die volgt op de lopende periode: de data van de rijperiodes; de data van de jaarlijkse feestdagen; de toepassingsdata van de tussentijdse wijzigingen. Iedere IG ontvangt een exemplaar van het bulletin.
3.2.5.
BIJKOMENDE STOP Een IG kan voor een reizigerstrein een bijkomende stop in een station of stopplaats aanvragen. De capaciteitsbeheerder dient de aanvraag minstens 5 werkdagen voor de toepassingsdatum te ontvangen.
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
8/10
Na onderzoek van de impact van de bijkomende stop op de regelmaat van de trein en de treindienst stelt de capaciteitsbeheerder de IG in kennis van de getroffen beslissing. Over de volledige dienstregeling van een trein wordt in principe slechts één bijkomende stop toegekend. 3.2.6.
NAZICHT De IG ziet de ontvangen treinfiches en bulletins na en meldt alle vastgestelde anomalieën aan de IB.
3.3.
PUBLICATIES BESTEMD VOOR DE INTERNE DIENSTEN De interne diensten worden volgens noodwendigheid ingelicht door middel van de publicaties zoals opgesomd in rubriek 3.1 van dit reglement. Iedere anomalie tussen de verscheidene dienstregelingen dient vermeden. De diensten van de IB zien de ontvangen publicaties zorgvuldig na en melden onmiddellijk alle uit te voeren verbeteringen.
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
9/10
VOORBEELDEN VAN WEEKKARAKTERISTIEKEN EN FEESTDAGKARAKTERISTIEKEN
4.
DIENSTREGELINGEN VAN DE REIZIGERSTREINEN KARAKTERISTIEK
BETEKENIS
R
Rijdt alle dagen van de week, zondag en feestdagen inbegrepen.
R3
Rijdt op woensdag behalve als die dag op een feestdag valt.
R7
Rijdt op zondag en feestdagen.
N1
Rijdt niet op maandag, rijdt als die dag op een feestdag valt. Rijdt de andere dagen van de week.
N7
Rijdt niet op zondag en feestdagen. Rijdt de andere dagen van de week.
N17
Rijdt niet op maandag, zondag en feestdagen. Rijdt de andere dagen van de week.
DIENSTREGELINGEN VAN DE GOEDERENTREINEN KARAKTERISTIEK
BETEKENIS
R3 N8
Rijdt op woensdag, rijdt niet als die dag op een feestdag valt.
R7 R8
Rijdt op zondag en feestdagen.
R1 R9
Rijdt op maandag en op de dag na een feestdag.
N67 R8
Rijdt niet op zaterdag en zondag. Rijdt op feestdagen (dus ook op een feestdag die op een zaterdag valt).
N67
Rijdt niet op zaterdag en zondag. Rijdt op feestdagen, behalve deze die op een zaterdag vallen.
N17 N8
Rijdt niet op maandag, zondag en feestdagen.
N67 N9
Rijdt niet op zaterdag en zondag en de dagen na een feestdag. Rijdt op feestdagen, behalve deze die op een zaterdag vallen.
Netverklaring – Bijlage B.4 - Opstellen en publiceren van de dienstregelingen 30/01/2013
10/10