NeighbourH NeighbourHoods® ®
Change Management for International Development Organizations
Samenvatting
Action Learning & Action Research program 2010-2012
Initiatief & ontwikkeling:
Leonard Zijlstra Executive Education & Development Rotterdam School of Managememt Erasmus Universiteit
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
Het programma Circa 10 organisaties actief in ontwikkelingssamenwerking. Afkomstig uit het Zuiden en het Noorden, met een visie op organisatievernieuwing. Gezamenlijk optrekken om te onderzoeken, leren en experimenteren rond het thema verandermanagement. 3 tot 4 deelnemers per organisatie. In 2010 en 2011 circa 15 gezamenlijke activiteiten. Waaronder masterclasses van inspirerende sprekers, online webinars, synthetrons, een masterclass bij de deelnemende organisaties, een action learning/action research project, in gemengde teams advies geven aan een van de deelnemende organisaties, een webportal en een publicatie. En daarna de mogelijkheid om nog 2 jaar deel te nemen in deze virtuele ‘buurtgemeenschap’ voor organisatievernieuwing.
De doelgroep Het programma is voor beslissers, beleidsmakers, adviseurs en uitvoerders op het gebied van organisatieontwikkeling binnen internationale samenwerking. Professionals die in de praktijk staan en de zoektocht naar hoe het ook anders kan willen blijven maken. Koplopers dus, die zelfreflectie aandurven maar ook een ander geluid willen laten horen tegenover de groeiende groep van cynici over ontwikkelingssamenwerking. Professionals die (weer) trots op hun vak zijn.
De uitdaging De internationale gemeenschap heeft elkaar meer dan eens nodig voor het oplossen van mondiale problemen als klimaat, voedsel en veiligheid. Het mandaat van de (toekomstige) ontwikkelingssamenwerking lijkt grenzeloos. Organisaties in het Zuiden en het Noorden worden geconfronteerd met talloze tegenstrijdigheden. Goede bedoelingen leiden tot onbedoelde effecten, succesformules blijken zichzelf in de staart te bijten. Hoe meer we weten, hoe meer verward we raken. Het draagvlak onder ontwikkelingssamenwerking staat onder druk. Cynisme over bereikte resultaten neemt toe, ook onder ontwikkelingswerkers zelf. Door streefbegrippen als ‘Millenium Development Goals (MDG)’ en ‘Management for Development Results (MfDR’)’ nemen de verwachtingen toe. Echter het veelvuldig veranderen gaat ten koste van de innovatieve kracht van de organisaties en het inlossen van die verwachtingen. Om in deze paradoxale situaties effectief te kunnen opereren, zijn competenties nodig die onderling vaak conflicterend zijn. Ontwikkelingsorganisaties moeten weten wat er in de eigen projecten leeft, maar ook oog hebben voor de cliënt en aanvoelen wat er in de omgeving gebeurt. Zij moeten een doorleefde, eigen identiteit en visie hebben, maar ook kunnen samenwerken in platforms, allianties, netwerken en ketens. Het besef groeit, dat oplossingen niet langer volgens gangbare, lineaire aanpakken of die ene, juiste theorie of benadering kunnen worden bereikt. De nieuwe uitdaging is het verbinden en verzoenen van de tegengestelde krachten. Om de opmerkelijke combinatie van ‘geestrijke nuchterheid en resultaatgerichte dienstbaarheid’ (Van Doorn, 2005).
Waar beginnen? Het debat rond het nut of de zinloosheid van ontwikkelingssamenwerking is in een nieuwe fase beland. Zowel voor – als tegenstanders van ontwikkelingsamenwerking claimen dat de bereikte resultaten van de afgelopen decennia hun gelijk bevestigen: Het glas is (al) half vol óf het is (nog steeds) half leeg. Er bestaat echter geen wetenschappelijke consensus over de vraag of ontwikkelingssamenwerking niet of wel werkt. De polaire krachten blijken meer samen te hangen dan men dag in dag uit ervaart. De volgende paradoxale redenering illustreert dit: Voor meer draagvlak in het Noorden zijn meetbare resultaten in het Zuiden nodig. Om meetbare resultaten te boeken is maatwerk nodig dat recht doet aan de weerbarstige praktijk. Echter hoe meer maatwerk, des te minder transparantie. Hoe meer gestandaardiseerde aanpak, hoe meer transparantie. Maar des te minder duurzame resultaten. Hoe minder transparantie, hoe minder draagvlak. Juist ten aanzien van capaciteitsopbouw (capacity building) worden ontwikkelingswerkers geconfronteerd met complexe organisatievraagstukken. Vraagstukken waarin oorzaak en gevolg vaak
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
geen enkel verband lijken te hebben. Hun pogingen om dergelijke situaties aan te pakken hebben vaak een tegengesteld effect. Er zijn meerjarige inspanningen nodig, met actieve inbreng van allerlei actoren. Dat verloopt niet vanzelfsprekend. De vele obstakels en stagnatie in het proces zijn meestal een aanwijzing dat een van de polaire krachten wordt genegeerd of dat de paradoxale aard van de organisatieverschijnselen onvoldoende worden onderkend. Voorbeelden van dit soort complexe problemen zijn: Hoe ervoor te zorgen dat inspanningen om de interne organisatie te verbeteren ook werkelijk leiden tot verbeterde output met meetbare resultaten Hoe te bewerkstelligen dat een organisatie zich blijft ontwikkelen terwijl die doodmoe is van de voortdurende veranderingsdruk Op wat voor manier invulling te geven aan een evenwichtige verhouding en ‘zakelijke’ afspraken tussen donor en ontvanger zonder ze dicht te timmeren met indicatoren waardoor het rigide en normerend wordt Hoe kan een negatieve spiraal worden doorbroken van een alsmaar uitdijende internationale beleidsinitiatieven en programma’s, waarvan de toegevoegde waarde voor de lokale praktijk steeds minder duidelijk is Hoe een besturingsfilosofie te ontwerpen die het ontwikkelingswerkers mogelijk maakt vraaggestuurd te werken en die er tegelijkertijd voor zorgt dat de internationale donorgemeenschap het geheel kan beheersen en verantwoording kan afleggen over de inzet van middelen Hoe kennis en expertise op het gebied van organisatieverbeteringen, opleidingen en advies zo over te dragen dat PO&O en andere afdelingen van organisaties in het Zuiden in staat zijn dit in het vervolg zelf op te pakken of te continueren. Ontwikkelingswerkers (hier ook aangeduid als internationale consultants) kiezen bewust voor leven en werken binnen de complexe en gespannen verhouding tussen het Zuiden en het Noorden. Hun grootste uitdaging is geworden om op een solidaire manier zakelijk te zijn en op een zakelijke manier solidair. Het gaat niet om zakelijkheid òf idealisme, maar om een verbinding die recht doet aan de spanning tussen beide. Dit houdt in dat ze moeten leren om het uit te houden in de spagaat en dat ze de spanning tussen tegengestelde krachten vruchtbaar weten te maken. Toch maakt hen dit als groep professionals niet uniek. Ook buiten de sector van ontwikkelingssamenwerking (OS) spelen de tegengestelde krachten rond organisatieverandering en vernieuwing. Een grote stroom recente managementpublicaties geeft aan, dat het vakgebied ‘veranderkunde’ of verandermanagement steeds meer inzicht lijkt te krijgen in het ‘hoe’ van effectieve verandering. Veel minder is bekend en geschreven, over hoe er vanuit een veranderkundig perspectief naar capaciteitsopbouw binnen de OS-context kan worden gekeken1 2. Het roept een aantal interessante vragen op: - Zouden de laatste inzichten en verandermethodieken iets kunnen toevoegen aan de effectiviteit van de inzet van internationale consultants; - Hoe zouden organisatieadviseurs werkzaam in en voor cliënten in het Noorden, zich opstellen en een capaciteitsopbouw- project aanpakken in het Zuiden? - Zouden internationale consultants en organisatieadviseurs iets van elkaar kunnen leren? - Hoe werken internationale consultants aan hun eigen professionele ontwikkeling, met name op het gebied van kennis van organisatieontwikkeling?
1
Hier moet opgemerkt worden, dat ontwikkelingssamenwerking zelf wel al jaren werkt met concepten als “empowerment”, “capacity building” en “ownership”. Concepten die rechtstreeks te verbinden zijn met actuele inzichten uit de veranderkundige literatuur. Tegelijkertijd is de kritiek dat er wat betreft de feitelijke toepassing van dit soort concepten, sprake is van behoorlijk veel symboolpolitiek. 2
Auteurs die een uitzondering vormen op de beperkte wetenschappelijke bijdragen zijn o.a. Ian Smillie, John Haily, Lou Schulpen, Alan Fowler, Stephen Brown, Paul Collier en, recentelijk, Hans Vermaak.
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
Unieke programmadoelstelling Aan deze en gerelateerde vragen wil het programma met betrokkenen zelf gaan werken. Het programma hanteert als overkoepelende onderzoeksvraag: Hoe kunnen ‘gemeenschappen’ (groepen mensen die samen een keten, werk- of leefomgeving vormen) zodanig worden beïnvloed, dat fundamentele en duurzame vernieuwing wordt veroorzaakt? Waar moeten we dan beginnen? Welke (veranderkundige) interventies kunnen we bedenken en hoe zetten we die effectief in uiteenlopende contexten in? Het programma is uniek in zijn soort. Er zijn geen vooraf vastgestelde leerdoelen en eindtermen. De deelnemers geven hun eigen leerproces vorm, onder begeleiding van een interdisciplinair kernteam. Het programma moet opgevat worden als een gemeenschappelijke queeste van aanbieders van inzichten en kennis (docenten) en de deelnemers en hun organisaties. Het programma is erop gericht om met deze deelnemers nieuwe organiseer- en veranderprincipes te ontdekken en toe te passen op de vraagstukken uit de praktijk van de deelnemende organisaties. Door de inbreng van concepten en sprekers te combineren met de collectieve ervaring en kennis van de deelnemers ontstaan nieuwe inzichten. Deze inzichten worden verwoord in principes voor organiseren en veranderen. Bij deze principes verzamelen en ontwikkelen we interventies die gebruikt en getoetst kunnen worden in de praktijk van alledag.
Programma-inhoud Over de vraagstelling is al veel gezegd en geschreven. De een zegt beginnen bij de cultuur, de ander bij het waardensysteem, de derde bij de onderstroom, de vierde bij het veld van informatie, een vijfde bij leerprocessen. Het programma wil ze samenbrengen en onderzoeken vanuit de wetenschapsopvatting dat ontwikkeling van binnenuit komt en dat polariteit leidt tot beweging. Daarbij worden praktische methodologieën gehanteerd van o.a. van Robert Quinn (2000, 2004), Barry Johnson (2006), Lenette Schuijt (2006) en Peter Scharmer (2009). Bedenkers van benaderingen rond paradoxen en polarity management, TheoryU, de idee van ‘productieve gemeenschappen’ en kritisch zelfonderzoek. Inhoudelijke bouwstenen van het programma worden o.a. gevormd door de theorie en praktijk van verandermanagement, projectmanagement met de zgn. business-case benadering en systemisch denken.
Dynamische sector Ontwikkelingssamenwerking is het terrein van zeer uiteenlopende actoren. Naast de traditionele spelers veroorzaken ook steeds meer private partijen een nieuwe dynamiek in de sector. Bijvoorbeeld de kleine, particuliere initiatieven en de veranderende rol van het bedrijfsleven ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat hen verbindt is de uitdaging om economische, sociale en maatschappelijke ontwikkeling duurzaam te laten werken. Het programma wil zoveel mogelijk van de verschillende en voor elkaar relevante actoren bijeen brengen. Zo kunnen inzichten en ervaringen over actoren (én sectoren) heen gedeeld en verrijkt worden en ontstaan sneller nieuwe ideeën en mogelijk nieuwe samenwerkingsrelaties.
Partners en collega’s Per organisatie nemen 3 of 4 personen deel. Dit kunnen stafleden zijn die op hoofdkantoren werken, samen met hun adviseurs/collega’s in het veld. Die collega’s zijn ook (afkomstig van) hun lokale partnerorganisaties in het Zuiden. De deelnemers zullen ook afkomstig zijn namens de verschillende koepels en allianties die in het kader van MFS II (2011-2015) zijn gevormd. Deze brede opzet is er juist op gericht dat daarmee de bedding in de organisatie(s) verbreed wordt, de beelden over de eigen organisatie breder gedeeld en getoetst worden en er samen gewerkt kan worden aan
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
vraagstukken die spelen in de eigen organisatie(s). Met de deelnemers wordt tijdens de engagement bijeenkomst een eigen onderzoeksvraag geformuleerd die leidend is tijdens het programma. Ten slotte is er tevens ruimte voor zelfstandig werkende internationale consultants, die veelal in opdracht van donoren hun werkzaamheden uitvoeren.
Werken op 3 niveaus Deelname aan het programma levert inzichten op drie niveaus: • voor de individuele deelnemer door bij aanvang een individuele professionaliseringsvraag te formuleren die leidend is voor het opdoen van inzichten die in de eigen werkpraktijk kunnen worden toegepast; • voor de organisatie(s) doordat er bruikbare antwoorden komen op de gestelde onderzoeksvraag; • voor het collectief doordat er met elkaar nieuwe principes en interventies worden vormgegeven en partnerschap en alliantievorming in de praktijk ontstaan . Daarmee wordt de kracht van een in- en intercompany programma gecombineerd met de effectiviteit van een hoogwaardige executive education aanpak.
Looptijd van 3 jaar Met de toetreding tot het programma neemt de organisatie deel voor 1,5 jaar (2010 en 2011) en spreekt de intentie uit om in totaal 3 jaar deel te nemen (2010, 2011, 2012). De meerjarige intentie biedt de kans om nieuwe inzichten daadwerkelijk te vertalen naar de dagelijkse werkpraktijk en een blijvend netwerk op te bouwen.
Wat maakt dit programma bijzonder 1. State of the art veranderkundige technieken en concepten - verder dan de gangbare inzichten in verandermanagement en toegespitst op ‘capaciteitsopbouw’. 2. Professionele ontwikkeling - verdieping op individuele leerbehoeften in relatie tot functioneren als spil in verandering. 3. Onderzoeken, leren en experimenteren – niet alleen inzichten opdoen, maar ook verinnerlijken en praktisch toepasbaar maken. 4. Verdieping – door de duur van de bijeenkomsten worden concepten diepgaander benaderd dan bij reguliere leergangen. 5. Vraagstukken deelnemers leidend – voor het ontwerp en de inhoud van het programma. 6. Gezamenlijke ervaringen - zowel de online activiteiten als de bijeenkomsten zijn energiegevende belevenissen. 7. Neighbourhood- vorming - over sectoren en continenten heen ontstaat een gemeenschap van beslissers/uitvoerders van organisatieontwikkeling. 8. Geen vast programma – toegesneden op behoeften van deelnemende organisaties. 9. Value for money – de combinatie van persoonlijk leren en het werken aan organisatievraagstukken, de koppeling aan exploratief onderzoek en het actief werken aan netwerkvorming biedt de deelnemers zowel als de deelnemende organisaties veel toegevoegde waarde. 10. De eerste leergang over verandermanagement binnen ontwikkelingssamenwerking. 11. Een ander geluid in het maatschappelijk debat over ontwikkelingshulp en in potentie een gidsfunctie voor de sector. 12. Met het denken over ontwikkelingssamenwerking is in elk geval in Nederland op dit moment een nieuwe periode aangebroken3. Het is een opportuniteit om vanuit dit land, met internationaal gezien een zeer groot aantal ontwikkelingsorganisaties en internationale
3
Zie het verschijnen van het WRR rapport Minder pretentie, meer ambitie en de aanpassingen in het stelsel vanaf 2011.
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
consultants én een aanzienlijk budget voor ontwikkelingssamenwerking (0,7% van BNP), met het programma van start te gaan.
Wat levert het op Dit programma biedt de deelnemende organisaties een virtuele in-company leergang en een advies op de ingebrachte onderzoeksvraag. Met de uitkomsten van het programma hebben de deelnemers een nieuw referentiekader en ervaring met andere werkwijzen en vaardigheden. Met concrete aanpakken/interventietechnieken om organisatieontwikkeling in hun eigen professionele context te kunnen versnellen. Daarnaast zijn ze onderdeel geworden van een netwerk van ‘koplopers’ waarmee kennis en ervaring blijvend kan worden gedeeld. De Erasmus Universiteit verstrekt na afloop een internationaal erkend deelname certificaat.
Werkvormen Het programma kent een unieke combinatie van werkvormen4 die volledig afgestemd is op het doel van het programma en de karakteristiek van de doelgroep. Engagement sessie: Tijdens deze bijeenkomst, die bij de deelnemende organisaties plaatsvindt, wordt bekeken waar de organisatie staat, welke behoeften er leven en welke casuïstiek met welke onderzoeksvraag vanuit de organisatie wordt ingebracht. De vraagstukken worden vanuit meerdere dimensies belicht. Tijdens een (nadere) kennismaking worden ook de individuele professionaliseringsvragen verkend. Exploratie bijeenkomsten: Tijdens deze officiële startbijeenkomst wordt richting gegeven aan het programma NeighbourHoods. Deelnemers worden uitgenodigd om nieuwe wegen te gaan verkennen en geven mogelijke zoekrichtingen aan. De nieuwste inzichten vanuit de wetenschap en praktijk worden gedeeld en op basis daarvan wordt de koers voor het programma met elkaar uitgezet. In elke bijeenkomst wordt tevens aandacht besteed aan neighbourhood-vorming tussen de deelnemers. De vernieuwende sleutels van het programma keren in elke exploratie-sessie terug. De deelnemers reflecteren hierop vanuit hun individuele- en organisatiecontext. Er wordt met verschillende interactievormen gewerkt, waardoor uitwisseling en verrijking plaatsvindt en de deelnemers inzichten krijgen ten behoeve van de ingebrachte vraagstukken. Webinar: De webinars zijn online seminars die de deelnemers vanuit hun kantoor, veld- of thuiswerkplek kunnen volgen. Tijdens de twee webinars worden relevante concepten vanuit het programma op een rij gezet zodat de deelnemers op een efficiënte manier een meer theoretisch kader krijgen aangereikt. Doordat er geen reistijd is, is dit een zeer efficiënte manier van kennisoverdracht. Verdiepingssessies: Gedurende het programma zijn er vier verdiepingssessies waarvan er een twee dagen duurt. Relevante werkwijzen en aanpakken worden meer diepgaand uitgewerkt en ervaren. De verdiepingssessies zijn facultatief. Change Mirror : Tijdens het programma wordt drie maal de ChangeMirror onderzoeksmethode ingezet. Via de online dialoogmethode Synthetron (waaraan net als bij de webinar vanuit de (veld/thuis)werkplek kan worden deelgenomen) delen de deelnemers visies en ervaringen en creëren de deelnemers gezamenlijk nieuwe kennis en inzichten. De uitkomsten worden ingebracht in de bijeenkomsten en bieden daarmee een spiegel voor de ontwikkeling van het programma, zowel inhoudelijk als op het vormingsproces.
4
Met deze combinatie is eerder succesvol ervaring opgedaan in het Nyenrode Strategic Alignment Research Program van het Strategy Center op Nyenrode Business Universiteit.
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
Challenge sessie/Masterclass : De deelnemers organiseren een challenge -sessie of masterclass binnen de eigen organisatie. Tijdens die sessie staan de vraagstukken van hun organisatie centraal. De deelnemers dagen hun eigen organisatie uit of en hoe het ook anders kan op basis van de inzichten uit het programma. En wat er voor nodig is om dat ook te laten gebeuren. Of om dat wat er al gebeurt groter te maken. De uitkomsten van de challenge-sessies zijn concrete inzichten en initiatieven binnen de eigen organisatie. Online NeighbourHood-portal : Alle deelnemers krijgen toegang tot de online portal van het programma. Hiermee kunnen ze in contact komen met de andere deelnemers. Op de portal staat relevante literatuur (boeken en artikelen), links naar websites, de presentaties van de inbrengers en wordt van elke bijeenkomst een synopsis gemaakt. Doorzicht : Dit is een integratiesessie waarin de deelnemers de opgedane inzichten expliciteren en aangeven wat ze ermee hebben gedaan en gaan doen binnen hun eigen organisatie. Tevens worden concrete mogelijkheden voor vervolgprojecten besproken. Action learning: De deelnemers werken buiten de sessies in Action Learning- teams van 6-8 personen. De teams werken als adviesteam aan een vraagstuk van één van de deelnemende organisaties. Zodoende worden de opgedane inzichten actief vertaald naar de ingebrachte vraagstukken van de deelnemende organisaties. De Action Learning- teams worden 2 maal gefaciliteerd door de begeleiders van het programma. Action research: Door de vraagstukken die in het programma worden ingebracht te onderzoeken een het experimenteren met de nieuwe sleutels in de praktijk op basis van een onderzoeksmethodologie nauwgezet te volgen, wordt invulling gegeven aan de Action Research component van het programma. Door het inzetten van de ChangeMirror wordt het creatieproces in het programma gefaciliteerd en gevolgd. Voorts bestaat het onderzoek bestaat uit deelname aan drie online Synthetron bijeenkomsten per jaar, telkens gevolgd door een online enquête. Publicatie: Aan het einde van het programma wordt aan de hand van de ervaringen en opgedane inzichten van de deelnemers een publicatie gemaakt. Deze kan binnen en buiten de eigen organisatie worden gebruikt om anderen deelgenoot te maken. De vorm en omvang van de publicatie wordt in de loop van het programma vastgesteld. Opmerking: De opbouw van het programma kan verder nog worden gewijzigd op basis van wensen en ideeën van de groep deelnemers en de deelnemende organisaties.
Programmamanagement Het programma is niet gelieerd aan bepaalde donoren, adviesbureaus, ontwikkelingsorganisaties of NGO’s. Het wil een onafhankelijk leer- en kennisplatform zijn. Voor de academische supervisie en programmatische ondersteuning van het programma is aansluiting gezocht bij het Erasmus Center for Strategic Philantrophy (ECSP) van de Erasmus universiteit in Rotterdam.
Locaties De exploratie-bijeenkomsten zullen deels op een centrale locatie plaatshebben en verder zoveel waar mogelijk bij enkele van de deelnemende organisaties worden georganiseerd, om deze (en hun projecten) beter te leren kennen.
Voertaal De voertaal van het programma is Engels.
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
Investering De deelname per organisatie vraagt i) een gecommitteerd team van 3 of 4 personen; ii) het inbrengen van een vraagstuk uit de organisatie waaraan gewerkt wordt iii) een investering per organisatie voor de deelname van 3 of 4 personen van tussen de € 15.000 en € 18.0005 (dit zijn streefbedragen, afhankelijk van definitief ontwerp), exclusief BTW, de reis- en verblijfskosten van meerdaagsen en de kosten van de publicaties (omdat deze niet vooraf kunnen worden ingeschat).
Organisatie Rotterdam School of Management As one of Europe’s largest international business schools, RSM reaches an expansive international audience of future and current leaders through its portfolio of programmes, services and academic activities. Staff and faculty bring constant new innovations into both business education and knowledge creation in line with our institutional mission: “ To be a leading international business school that creates, disseminates and applies managerial knowledge. RSM is guided by the future needs of international business and upholds professionalism, fair play and teamwork as central values.”
Erasmus Center for Strategic Philantrophy The Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (ECSP) aims to contribute to the overall performance and effectiveness of the philanthropy sector by building knowledge, capabilities and tools through rigorous academic research; by offering dedicated high quality education; and by encouraging interaction and debate about philanthropy and its impact on society. ECSP operates with a European scope. It addresses the challenges and needs of all philanthropic organisations in Europe, which annually contribute over 50 billion euro to a large variety of projects. The services of the Centre are of a high international standard as they are backed by an innovative academic research program focused on practical and impact-oriented issues within philanthropy.
Nadere inlichtingen Nadere inlichtingen over het programma kunnen worden verkregen bij Leonard Zijlstra. Telefonisch op 06-15086106 en per email
[email protected].
Exploratie OS & politieke filosofie
High touch
Doorzicht
Vanuit de praktijk
Webinar 2 Synthetron 1
Synthetron 2
Webinar 1
Synthetron 3
Toepassen: action learning teams van 6-8 personen werken aan vraagstukken van de deelnemende organisaties
Januari
5
Masterclass / challenge sessie Nieuw organiseren
Nieuwe wegen
High tech
High touch
NeighbourHoods - overzicht
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
Verdieping Persoonlijk engagement & commitment
Veranderkunde: state of the art
Polarity Management
Theory U, Presencing
Systeem analyse
Bij vier deelnemers komt dit komt neer op circa € 250,- per deelnemer per activiteit/dagdeel, excl. reis- en verblijfskosten tweedaagsen.
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010
©Leonard Zijlstra/RSM_ECSP, factsheet3.0_mei 2010