Nederlandse Vereniging van Banken
Bank|Wereld Kwartaalblad, nummer 1, april 2012
Cybersecurity: een gemeenschappelijk belang Jan Sijbrand: 'Ik ben nu toezichthouder, geen bankier' Herman Wijffels: Verduurzaming is de enige weg, ook voor de banken'
Bank|Wereld
De digitale financiële brievenbus heeft veel potentie, maar weinig gebruikers. Terwijl zo’n 11 miljoen mensen internetbankieren, maakte halverwege 2011 slechts 300.000 van hen gebruik van de financiële brievenbus binnen het internetbankieren. Dat is zonde, menen de drie grote banken – ABN Amro, ING en Rabo – en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), die hopen op een doorbraak van de digitale financiële brievenbus. De drie grote Nederlandse banken introduceerden drie jaar geleden de Digitale Nota, ook wel bekend als de Nota Box. Bij het internetbankieren kunnen consumenten, in een apart hoekje van de internetbankieromgeving van hun eigen bank, aangeven dat ze van de aangesloten bedrijven en overheden de nota’s en andere financiële post digitaal willen ontvangen. Als er dan een nota komt, kun je meteen betalen. Het bijbehorende logo en de bijbehorende slogan ‘ViaMijnBank’, werden echter nooit algemeen bekend. Ook het aantal gebruikers bleef achter bij het potentieel: zowel het aantal bedrijven als het aantal consumenten. Daarom is onderzocht wat een doorbraak belemmerde. Uit het marktonderzoek bleek dat consumenten duidelijk voordelen zien van een digitale financiële brievenbus. Het is gemakkelijk en overzichtelijk als acceptgiro’s, maandoverzichten van incasso’s, verzekeringspolissen, pensioenstroken en salarisstroken binnen het internetbankieren tevoorschijn komen en als ze daar overzichtelijk bewaard worden.
Je hoeft dan bijvoorbeeld geen acceptgiro meer over te tikken, met kans op tikfouten. Als er betaald moet worden, wordt de betaling keurig klaargezet en kan de consument deze met een paar muisklikken voldoen. Er waren echter een aantal belemmeringen voor een grote doorbraak: de naamsbekendheid van het product was – mede door het gebruik van verschillende namen – slecht, de aanmeldprocedure voor het ontvangen van de digitale post werd ingewikkeld beschouwd, en het aantal aanbieders van de digitale financiële post was nogal beperkt. De drie grote banken, die de financiële brievenbus binnen het internetbankieren hebben ontwikkeld, hebben daarom samen met de NVB besloten om te werken aan een doorbraak van de digitale financiële brievenbus. De banken hebben de aanmeldprocedure vergemakkelijkt, met name doordat bedrijven, instellingen en overheden hun klanten nu ook zelf kunnen uitnodigen om de post voortaan in de door internetbankieren beveiligde postbus te krijgen. Ook is de bewaartermijn wezenlijk verlengd, tot zeven jaar. Daarnaast is de NVB een campagne gestart, met een nieuwe naam voor de dienst: FiNBOX, de Financiële InBox. De FiNBOX-campagne, met een spotje dat veelvuldig op televisie wordt vertoond, is in de eerste plaats gericht op naamsbekendheid bij consumenten en op hun productkennis. Het spotje maakt duidelijk dat FiNBOX een ‘digitale brievenbus’ is waarin klanten rekeningen en andere financiële post kunnen ontvangen,
bewaren en zo nodig betalen. Verder wordt verwezen naar de site finbox.nl waar meer informatie te vinden is en waar de aangesloten banken hun klanten laten zien hoe het systeem bij hen werkt. Op dit moment zijn er ongeveer 200 organisaties die aanbieden om hun financiële post via FiNBOX naar hun klanten te versturen. Onder hen zijn al een aantal grote en bekende partijen, zoals T-Mobile, UPC, Essent, Nuon, en een aantal overheden, zoals de gemeente Eindhoven. De banken verwachten dat met de toename van de bekendheid zowel het aantal consumenten dat FiNBOX gebruikt als het aantal aanbieders sterk zal toenemen. De eerste resultaten lijken die aanname te bevestigen: in de eerste maand na de campagne is het aantal gebruikers met 70.000 mensen gegroeid tot 420.000. En de bedrijven zullen volgen, want deelnemende bedrijven zijn positief. Zo zei Erno Kleijenberg, bestuursvoorzitter van de verzekeraar ONVZ, dat de FiNBOX hem per acceptgiro ‘misschien wel enkele euro’s’ scheelt. Inmiddels hebben ook andere banken hun interesse getoond in de FiNBOX; zij kunnen er ook in participeren.
Inhoudsopgave 3
Oogpunt
4
Regels voor financiële markten worden verscherpt
7
Ex ante depositogarantiestelsel uit balans
8
Laatste ontwikkelingen FATCA
9
Van zorginstelling naar zorgonderneming
10
Jan Sijbrand: ‘Ik ben nu toezichthouder, geen bankier’
13
Hypotheken Event: ‘De woningmarkt moet worden aangepakt’
14
Cybersecurity: een gemeenschappelijk belang
16
Herman Wijffels: ‘Verduurzaming is de enige weg, ook voor de banken’
19
Bankenbibliotheek
16
Bank|Wereld is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Banken
Colofon Redactieadres: Gustav Mahlerplein 29-35, 1082 MS Amsterdam Postbus 7400, 1007 JK Amsterdam t: 020 550 28 96 e:
[email protected] Eindredactie: Hanan Laghmouchi, Eelco Dubbeling
Zie voor meer informatie www.finbox.nl.
Redactie: Floris Mreijen, Aleid van der Zwan, Bart van Leeuwen, Yvonne Willemsen, Ivo Bolluijt, Edward Feitsma, Daan van Seventer
Gijs Boudewijn | Betalingsverkeer, Onder nemingsklimaat & Financiële Educatie
[email protected]
Overname van artikelen uit deze uitgave of delen daarvan is toegestaan, mits met bronvermelding. Voor meer informatie over de inhoud van dit nummer kunt u terecht bij de redactie.
Bank|Wereld
3 Oogpunt
Een publiekscampagne moet de doorbraak van de digitale financiële brie venbus forceren bij het grote publiek. De voorde len zijn evident: het is ge makkelijk, overzichtelijk en goedkoper dan nota’s en acceptgiro’s per post te versturen.
Uitgesproken
Banken hopen op marktdoorbraak via FiNBOX-campagne
2
Europa volop in de aandacht Vele ogen – ook die van de Nederlandse Vereniging van Banken – zijn in deze tijd gericht op Europa. Europese lidstaten worstelen met hun begroting waarbij Europese afspraken dienen te worden nageleefd. De Europese Bank Federatie (EBF), waarvan ik sinds 1 januari 2012 namens de NVB het uitvoerend comité voor zit, houdt zich intensief bezig met de stortvloed aan overheidsre gels die op de Europese banken afkomt. En dat op een moment dat de economie en de euro onder grote druk staan. “It’s the economy, stupid,” luidde een bekende campagnekreet van Bill Clinton. Ik moet daar – twintig jaar later – aan denken als opinieleiders zeggen dat banken hard moeten worden aange pakt omdat ze mede schuldig zijn aan de crisis. Ze lijken soms te vergeten dat banken de bloedsomloop zijn van de economie. Banken hebben ruimte en rust nodig om hun buffers te verster ken en hun kerntaak – het stimuleren van de economie met een efficiënt betalingsverkeer en kredietverlening aan burgers en bedrijven – goed te kunnen uitoefenen. In Europa liggen grofweg 30 maatregelen ten aanzien van ban ken op tafel die de EBF nauwlettend volgt. Dit jaar kunnen we nog eens rekenen op zo’n 35 extra initiatieven vanuit de Europe se Commissie. Natuurlijk zitten daar doordachte en verstandige maatregelen bij. Banken steunen de versterkte kapitaaleisen die Europa op voorstel van het Basel’s comité doorvoert ter voorko ming van een nieuwe financiële crisis. Maar het ontbreekt aan goed inzicht in de impact van alle maatregelen bij elkaar. Wat onze economie nodig heeft, en waar veel Europese burgers naar snakken, is stabiliteit en zekerheid. Banken werken mee aan het stimuleren van de economie en bevorderen een stabiele, weerbare financiële sector. Ook dragen zij bij aan de steun voor Griekenland en de rust in de financiële markten. Voor het be lasten van financiële transacties zoals de Europese Commissie heeft voorgesteld (de FTT), geldt echter: de verkeerde maatregel op de verkeerde tijd en de verkeerde plaats. Geld is de grondstof van onze economie en met de FTT maak je geld duurder. De banksector heeft lessen geleerd van de financiële crisis in 2008. Banken werken aan versterking van hun buffers, een duurzaam beloningsbeleid en het centraal stellen van het klantbelang. Terugkeer naar een situatie waarbij risico een lage prijs had en iedereen – ook overheden – zich diep in de schulden stak, is uitgesloten. Vertrouwen kun je sneller verliezen dan herwinnen. Banken hebben oog voor hun maatschappelijke rol; laten beleidsmakers oog hebben voor de rol van banken in de economie. De EBF zal de komende tijd een creatieve en zichtbare bijdrage leveren aan het debat over verstandig economisch beleid. Dat is wat u van de EBF en van mij kunt verwachten. Wim Mijs | directeur Nederlandse Vereniging van Banken
[email protected]
Vormgeving: Gijs Sierman, Amsterdam Fotografie: Henk Boom, Marcel Molle Productie: Yardmen, Amsterdam
3
Bank|Wereld
Dossier
De Europese Commissie (EC) wil de regels voor de financiële markten aanpassen. MiFID II, zoals het aangepaste raamwerk voor financiële markten wordt genoemd, moet de Europese financiële markten ‘nog efficiënter, veerkrachtiger en transparanter maken én beleggers nog beter beschermen’.
Bank|Wereld
4
Regels voor financiële markten worden verscherpt Dossier: MiFID II In Brussel worden de voorstellen bediscussieerd. Ook de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) doet mee. De Nederlandse banken vinden de denkrichting goed, maar hebben vragen over de doelmatigheid van een aantal voorstellen. In dit dossier antwoord op de volgende vragen: – Waartoe dient MiFID en hoe werkt het? – Wat wil de Europese Commissie veranderen? – Wat vindt de NVB van de voorstellen? MiFID is... – een Europese richtlijn die in 2007 in werking is getreden; – bedoeld om te komen tot ‘eerlijke, efficiënte en geïntegreerde Europese financiële markten’, wat een einde heeft gemaakt aan de beursmonopolies die in veel Europese landen golden, en de bescherming van – particuliere – beleggers heeft verbeterd; – een afkorting, voluit heet dit raamwerk met regels en uitvoeringsmaatregelen het ‘Markets in Financial Instruments Directive’; – gericht op de werking van de Europese financiële markten, de spelers die daarin actief zijn, en de diensten en activiteiten die door deze partijen worden aangeboden en ontplooid; – in de plaats gekomen van de Investment Services Directive (ISD) uit 1996. Nadat de Europese Unie in 1999 het Financial Services Action Plan had aangenomen, waarin was aangegeven op welke manier er aan de vorming van één Europese financiële markt zou worden gewerkt, moest de ISD worden vervangen. Uitgangspunt van de nieuwe richtlijn zou maximumharmonisatie zijn: binnen alle Europese lidstaten mag dan op geen enkele wijze worden afgeweken van de richtlijn. In Nederland is MiFID geïmplementeerd in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en in de nadere uitvoeringsbesluiten.
Meer concurrentie en betere beleggersbescherming Meerdere handelsplatformen Vóór de inwerkingtreding van MiFID werden door Europa de traditionele beurzen gereguleerd, zoals de London Stock Exchange en het Amsterdamse Euronext. Door de opkomst van internet ontstonden echter eind vorige eeuw alternatieve handelsplatformen, waar buiten de traditionele beurzen om wordt gehandeld in – vaak op de beurs genoteerde – financiële instrumenten. MiFID bracht alternatieve platformen onder Europees toezicht, vanuit de gedachte dat deze financiële markten de concurrentie deden toenemen waardoor ze efficiënter zouden functioneren en de marktexploitanten gedwongen zouden worden om lagere transactiekosten aan de klant in rekening te brengen. MiFID maakt onderscheid tussen: de ‘Gereglementeerde Markt’ (GM) ofwel de klassieke beurs; een ‘Multilaterale Handelsfaciliteit’ (MTF), ofwel de alternatieve of schaduwbeurzen; en de ‘Systematische Internalisatie’ (SI) waarbij transacties via ‘systematische afhandeling’ voor eigen rekening worden uitgevoerd, buiten de gereglementeerde markt of een MTF om. Elk van deze typen markten is onderworpen aan aparte regels en trekt om die reden verschillende soorten beleggers en producten aan. Informatieplicht MiFID heeft voor een impuls gezorgd op het gebied van beleggersbescherming. Het bevat op dat gebied veel meer regels dan de voorganger (ISD). De beleggersbescherming is vooral geregeld via regels voor het gedrag en de interne organisatie van de ‘beleggingsondernemingen’, zoals de partijen in MiFID worden genoemd die hun diensten in de financiële markten aanbieden. De mate van beleggersbescherming is afhankelijk van de soort diensten en activiteiten die de beleggingsonderneming aanbiedt of ontplooit én is afgestemd op de professionaliteit van de klanten die worden bediend. Beleggingsondernemingen moeten iedere klant vooraf classificeren naar (beleggers)kennis- en ervaringsniveau. Er zijn drie categorieën: de ‘niet-professionele klant’, de ‘professionele partij’ en de ‘in aanmerking komende tegenpartij’. Iedere categorie klanten heeft haar eigen beschermingsniveau, waarbij de informatieplicht toeneemt met het beschermingsniveau.
Optimale uitvoering Een van de belangrijkste gedragsregels is die van ‘best execution’: beleggingsondernemingen hebben de plicht om het best mogelijke resultaat voor hun klanten te realiseren. Orders moeten ‘optimaal’ worden uitgevoerd. Een reeks factoren is daarbij van belang, zoals de prijs, de kosten en de snelheid waarmee de order in de verschillende markten kan worden uitgevoerd. Binnen MiFID gelden een aantal ingrijpende transparantieregels. De prijs, het volume en het tijdstip van beursgenoteerde aandelen moeten worden gepubliceerd. Hierdoor zijn de bewegingen en ontwikkelingen in de aandelenmarkt inzichtelijk voor beleggers en toezichthouders. MiFID is ontworpen vanuit de gedachte dat er gewerkt wordt aan vervolmaking van één Europese markt. Dit komt tot uiting in het Europees paspoort. Iedere beleggingsonderneming dient over een vergunning
van de nationale toezichthouder te beschikken; als ze die heeft, krijgt ze een Europees paspoort. Daarmee mag de beleggingsonderneming ook in andere lidstaten actief zijn. MiFID wordt MiFID II: strengere regels na de kredietcrisis De EC wil de regels voor de financiële markten aanpassen. Nog geen vier jaar nadat MiFID van kracht is geworden, is het volgens de Commissie tijd voor een forse aanpassing van de richtlijn. De MiFID-herziening is nodig, omdat de financiële markten in een paar jaar tijd ingrijpend zijn veranderd. Zo zijn er nieuwe handelsplatformen en producten gekomen en heeft de high frequency trading een grote vlucht genomen.
5
Bank|Wereld
De belangrijkste voorgestelde aanpassingen aan MiFID
Bevoegdheden toezichthouders De Commissie wil de rol en bevoegdheden van toezichthouders fors uitbreiden. Toezichthouders zouden de bevoegdheid krijgen om onder bepaalde omstandigheden de handel in producten, diensten of praktijken te verbieden. Dat zou kunnen in situaties waarbij de belegger, de financiële stabiliteit, of de ordelijke werking van de markten in gevaar komt door de handel in een bepaald product. Vooral het toezicht op de handel in grondstoffenderivaten wordt sterk verbeterd.
Marktinfrastructuur en transparantie De EC wil een nieuw type handelsplatform introduceren: de Organised Trading Facility (OTF), naast de al bestaande drie soorten. Dit is een van de belangrijke voorstellen, bedoeld om de handel die buiten beurs plaatsvindt te reguleren. Zo zou bijvoorbeeld handel in gestandaardiseerde derivaten worden gereguleerd. De invoering van de OTF zou de transparantie en marktintegriteit kunnen vergroten. Wel zetten de Nederlandse banken vraagtekens bij de manier waarop de ‘neutraliteit’ van de uitvoerders is geregeld in de plannen. De NVB meent dat het ‘doelgerichter’ kan en moet worden geregeld dan via een verbod op handel voor eigen rekening. Die handel is immers geregeld – nodig voor een levendige markt, zegt de NVB. Een andere maatregel die het toezicht moet verbeteren is de uitbreiding van de transparantievoorschriften. Onder het huidige MiFIDregime zijn die alleen op aandelen van toepassing. De Commissie stelt voor om ze ook te laten gelden voor andere producten, zoals obligaties, derivaten en gestructureerde producten. Ook wordt voorgesteld om de transparantie rond de reeds geëiste ‘beste uitvoering’ te vergroten. Jaarlijks zou een top-vijf van handelsplaatsen gepubliceerd moeten worden per soort financieel instrument. In de markt wordt erop gewezen dat er dan wel genoeg handel moet zijn om zo’n ranglijst zinnig te maken. De NVB meent daarom dat het zinniger is om een beleggingsonderneming enkel zo’n top-vijf verplicht te laten publiceren als die onderneming van meer dan vijf handelsplekken gebruikmaakt voor die categorie financiële instrumenten. Beleggersbescherming In het voorstel worden de regels voor beleggingsdienstverlening, zoals vermogensbeheer en beleggingsadvies, verder aangescherpt. Ter voorkoming van belangenconflicten wordt onafhankelijke adviseurs en vermogensbeheerders verboden om provisies te ontvangen van productontwikkelaars (asset managers) voor de distributie van hun producten. Het voorgestelde onderscheid tussen ‘afhankelijk’ en ‘onafhankelijk advies’ is in Nederland slecht gevallen. De NVB is ronduit tegen dit
Technologische innovaties High frequency trading en algoritmic trading moet aan strenge eisen worden onderworpen, meent de Commissie. Deze nieuwe, op wiskundige algoritmes gebaseerde geautomatiseerde vormen van handel, hebben gezorgd voor een veel hogere handelssnelheid in de financiële markten. Daarmee is het risico op prijsvolatiliteit in de markt zeer sterk vergroot, zodat er mogelijk een verhoogd risico is voor de financiële stabiliteit. Om deze risico’s in te perken wil de EC bepaalde veiligheidsmechanismen introduceren om deze manier van handelen te reguleren.
Buitenlandse beleggingsondernemingen De Commissie stelt verder voor om een nieuw regime te introduceren voor beleggingsondernemingen uit landen van buiten de Europese Unie. Op basis van dit regime kunnen dergelijke beleggingsondernemingen ook in aanmerking komen voor een Europees paspoort waarmee in de gehele Europese Unie beleggingsdiensten kunnen worden aangeboden. Discussie en aanpassing: ook de NVB doet mee Let wel: het betreft hier voorstellen voor MiFID II. Dat het toezicht wordt verbreed is zo goed als zeker, maar de precieze uitwerking kan nog alle kanten op. Die uitwerking is afhankelijk van discussie, consultatie en onderhandeling. Niet alleen moet het Europees Parlement nog instemmen met de voorstellen, maar ook de Europese Raad (de ministers van de lidstaten) moet akkoord gaan. Ook de bankensector laat in deze fase van zich horen. De NVB voert namens de Nederlandse bankensector veel overleg over de MiFIDvoorstellen, bijvoorbeeld met het ministerie van Financiën en de AFM, met de European Banking Federation en met Europarlementariërs om haar standpunt over de bühne te brengen. Voor leden is er meer informatie te vinden in het dossier MiFID op het Ledennet van de NVB. Wybe van Dijk | Financiële Markten
[email protected] Daan van Seventer
Het huidige depositogarantiestelsel (kortweg: DGS) biedt volgens de minister van Financiën te weinig waarborgen voor spaarders en te veel verkeerde prikkels voor banken. Het DGS moet dus op de schop, zo betoogt de bewindspersoon.
Ex ante depositogarantiestelsel uit balans Banken zullen voortaan een fonds moeten vullen, nog voordat een faillissement zich voordoet. Het fonds wordt ‘ex ante’ in plaats van ‘ex post’, in vaktermen. Het huidige stelsel is sinds 2007 vier keer toegepast; in deze gevallen is achteraf uitgekeerd en heeft de faillerende bank zelf niet meebetaald aan de uitkeringen aan de spaarders. Net als in het huidige stelsel zullen spaarders bij faillissement van een bank hun spaargeld tot maximaal 100.000 euro uitgekeerd krijgen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) onderschrijft de noodzaak tot verandering. Het huidige stelsel zorgt ervoor dat de lasten voor de banken in moeilijke tijden geconcentreerd kunnen worden (procyclisch). Ook heeft het systeem tot ‘free riders’gedrag geleid. Er is dus de nodige ruimte voor verbetering. De NVB is daarom ook groot voorstander van een ex ante gefinancierd stelsel waarbij de meest risicovolle banken ook relatief gezien meer bijdragen aan het fonds. Wel met de voorwaarde dat nog beter gekeken moet worden naar de balans tussen de vooren nadelen van het voorstel van de minister. Voorstel ministerie van Financiën Het voorstel van het ministerie dat onlangs naar de Tweede Kamer is gestuurd, regelt dat de Nederlandse banken premies storten in een fonds dat 2% van de gedekte deposito’s 1 Gedekte deposito’s zijn alle deposito’s die bij faillissement worden uitbetaald door het garanti estelsel tot € 100.000 per persoon per bank. 1.
zal bevatten. Omdat Nederlanders nu met z’n allen circa € 400 miljard aan spaargeld bezitten, zou dit kunnen leiden tot een fonds ter grootte van € 17 miljard. De hoogte van de premie is in het nieuwe voorstel mede
afhankelijk van het risicoprofiel van de bank. Banken worden in het voorstel ingedeeld in vier risicocategorieën, die oplopen naar de hoogte van de extra premie die moet worden betaald.
2 %
1,8
1,6
1,4
Voorstel EC Voorstel EP
1,2
1 %
0,8
0,6
Voorstel Raad Gemiddelde in vergelijkbare landen
0,4
0,2
0 %
Denemarken
Frankrijk
Italië
Nederland
Spanje
V.S.
7 Toegelicht
onderscheid. ‘Klanten moeten altijd het best mogelijke advies krijgen’, zegt de NVB. Achterliggende gedachte is dat kwaliteitseisen voor iedereen moeten gelden, onafhankelijk van wie er voor advies betaalt. In het voorstel staat ook dat beleggingsondernemingen aan strenge corporate governance en compliance-regels moeten worden onderworpen; ook zullen er strengere eisen worden gesteld aan het opnemen en bewaren van telefoongesprekken en elektronische communicatie met de klant.
Dossier
Maar belangrijker motief, politiek gezien, is de kredietcrisis. Daar liet Commissaris Interne Markt en Diensten, Michel Barnier, geen misverstand over bestaan toen hij zijn voorstellen oktober vorig jaar presenteerde. De MiFID-herziening is een direct gevolg van de afspraken die de G20 in 2009 hebben gemaakt naar aanleiding van de financiële crisis van 2008. De twintig belangrijkste economieën ter wereld spraken op een topontmoeting in Pittsburgh af om de transparantie en het toezicht te verbeteren in minder gereglementeerde markten – zoals derivatenmarkten – en om de ‘overmatige’ prijsvolatiliteit in de markten voor grondstoffenderivaten aan te pakken. In zijn toelichting vertolkte Barnier het heersende politieke sentiment: ‘De financiële markten zijn er om de reële economie te dienen, niet andersom. (…) De crisis heeft nog eens op pijnlijke wijze duidelijk gemaakt hoe complex en ondoorzichtig sommige financiële activiteiten en producten zijn geworden’. Vandaar zijn voorstellen voor strenger toezicht, in de hoop dat zij zullen bijdragen aan ‘betere, veiligere en meer open financiële markten.’
Bank|Wereld
6
Bank|Wereld
Oplossing NVB De vier faillissementen van banken (Van der Hoop, Icesave, Indover en DSB) in de afgelopen jaren hebben de banken in totaal € 3,6 miljard gekost. Deze ervaring leert ons dat een
fonds van 1,5% van gedekte middelen (€ 13 miljard) ruim voldoende bescherming biedt aan de spaarder. Daardoor hoeft minder geld te worden opgepot, zodat dit kan worden geïnvesteerd in de economie. Het gebrek aan een correcte prikkel kan worden voorkomen door gedeeltelijk af te stappen van de categorieën en over te gaan naar een glijdende schaal. Bij een glijdende schaal wordt de prikkel om risico te verlagen groter: elke verlaging leidt tot een lagere premie en omgekeerd, elke toename in risico leidt tot een hogere premie. Koen Holdtgrefe | Toezicht en Financiële Markten
[email protected] Aleid van der Zwan | Public Affairs Den Haag
[email protected]
Laatste ontwikkelingen FATCA
Op 18 maart 2010 werd de US Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) tot wet verheven. Deze wet is erop gericht belastingfraude door Amerikaanse belastingplichtigen met behulp van buitenlandse banken en bankrekeningen tegen te gaan. De wet richt zich op het identificeren van Amerikaanse burgers, renseigneren van gegevens en het heffen van bronbelasting. In het vorige nummer van Bank|Wereld is hier een bericht over opgenomen. De Amerikaanse belastingdienst, IRS, heeft medio februari gedetailleerde voorstellen van bijna 400 pagina’s gepublieerd hoe FATCA geïmplementeerd moet worden. Tot 30 april 2012 hebben financiële instellingen de tijd om op deze voorstellen te reageren. Een aantal Europese landen – waaronder Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het
Verenigd Koninkrijk – en de USA hebben een gezamenlijk bericht uitgegeven over de mogelijkheid om de informatiestromen op basis van reciprociteit via de nationale overheden, uitgaande van bestaande bilaterale belastingverdragen, te laten lopen. Op 8 maart 2012 heeft ook Nederland aangegeven bereid te zijn zich bij deze landen aan te sluiten. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is in nauw contact met het ministerie van Financiën en heeft positief gereageerd op het besluit de informatiestroom via de nationale overheden te laten lopen.
Hoe het proces er precies uit komt te zien is nog niet bekend. Het ministerie heeft daarover nog overleg met de IRS. De verwachting is dat hierover medio juni meer duidelijkheid kan worden gegeven. Voor leden is er meer informatie te vinden in het dossier FATCA op het Ledennet van de NVB. Yvonne Willemsen | Juridische, Fiscale & Veiligheidszaken
[email protected]
De vraag naar zorg neemt de komende jaren onvermijdelijk toe. Tegelijkertijd staat de zorgsector voor de enorme opdracht om de kostenontwikkeling te beheersen. Het is ook in dit licht dat minister minister De Jager van Financiën stelt dat de stijgende zorgkosten een grotere bedreiging voor de economie vormen dan de eurocrisis.
Van zorginstelling naar zorgonderneming Om ook in de toekomst betaalbare en kwalitatief hoogwaardige zorg te blijven realiseren, wordt van zorginstellingen verwacht dat zij als zorgondernemer zowel de zorgkwaliteit als de efficiency verhogen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) faciliteert graag de dialoog met betrokken partijen om dit te bereiken en banken zullen de vinger aan de pols van de zorgonderneming moeten houden. Vergrijzing Door het ‘ontgroenende’ effect van de vergrijzing wordt arbeidskracht schaars. Hier ligt een uitdaging voor zorginstellingen om aan voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel te komen. “Het is moeilijk te voorzien dat de vraag naar zorg onbeantwoord kan blijven en het is dus belangrijk om het met elkaar over de kansen en uitdagingen te hebben. Een van die kansen zit in de uitdaging om de zorg productiever te maken. Bij een hogere productiviteit snijdt het mes namelijk aan twee kanten: de zorg is beter beschikbaar én blijft betaalbaar. Het nieuwe ondernemerschap sluit hier goed bij aan. Dit richt zich op het vergroten van de zelfredzaamheid van zorginstellingen en heeft tot resultaat dat schaarse bedrijfsmiddelen zo effectief mogelijk worden omgezet in zorg,” aldus adviseur Edmond Stassen van de NVB. De balans Als we naar de balans van een willekeurige zorgonderneming kijken, valt direct op dat bij de productie van ‘zorg’ nog veel ‘handwerk’ aan te pas komt. Zo bedraagt het aandeel van de loonkosten ruim driekwart van de totale toegevoegde waarde van de zorgsector. Terwijl in andere sectoren decennialang, door arbeidsbesparende technologische vooruitgang, productie steeds efficiënter wordt, blijft de zorgsector hierin achter. Dat leidt tot een hogere zorgprijs doordat lonen in de zorgsector de andere lonen moeten bijhouden door concurrentie in personeel. Het feit dat arbeidskracht als gevolg van ‘ontgroening’ van de bevolking schaarser wordt, maakt verbetering van de arbeidsproductiviteit bovendien nijpender. Stassen licht toe dat diezelfde balans laat zien dat de nieuwe zorgonderneming – vanuit de historie zeer begrijpelijk overigens – beperkt gekapitaliseerd is. “Het toelaten van risicodragend kapitaal is noodzakelijk om de nieuwe zorgondernemingen veerkrachtig met elkaar in concurrentie te laten treden. Het aantreden van investeerders biedt hiervoor een uitstekende oplossing en de mogelijk-
heid om expertise naar binnen te halen. Investeerders van buiten de sector kunnen rijke ervaringen meebrengen. En ook het idee om artsen te laten investeren in ziekenhuizen is een slimme manier van binding waardoor de productiviteit kan stijgen.” Veranderende rol banken In dit complexe veranderingsproces van zorginstellingen ligt ook een uitdagende rol voor de banken. Momenteel is nog maar een beperkt aantal banken actief in deze markt die de stijgende vraag naar bancaire financieringen op termijn niet aankan. Carel van Eykelenburg, bestuursvoorzitter van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), pleit voor een brede dialoog met betrokken partijen. “Het zorglandschap is divers van kwaliteit waarbij het voorzienbaar is dat de meeste zorginstellingen uitstekend zullen presteren en tegelijkertijd sommige zorginstellingen het niet zullen redden. Deze nieuwe werkelijkheid vereist van banken dat zij vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid als financier zorginstellingen als normale ondernemingen behandelen. Let wel, een stevige betrokkenheid vanuit de overheid is noodzakelijk.” Edmond Stassen | Ondernemingsklimaat
[email protected]
9 Uitgelicht
Nadelen Minister De Jager kiest ervoor om een zeer groot fonds (2%) op te laten bouwen, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Vergelijkbare landen hebben een ex ante fonds met een plafond van gemiddeld 0,6%. Het nadeel van een fonds is dat de middelen die daarin worden gestort niet meer rendabel aangewend kunnen worden ter financiering
van de economie. Juist nu moet daarom een gezonde balans tussen bescherming van de spaarder en stimulering van de economie worden vastgesteld. Deze balans schiet in het voorstel van het ministerie door. Immers, € 17 miljard kan niet meer worden aangewend voor bijvoorbeeld kredietverlening aan bedrijven en consumenten. Hiernaast blijkt dat het voorstel voor risico weging te grofmazig is waardoor banken geen prikkel krijgen om hun risicoprofiel aan te passen. In de praktijk zal het zeer lastig zijn om dit profiel van de banken zo aan te passen dat dit leidt tot een verandering. Hierdoor mist het voorstel zijn doel van de sturende werking zoals voorgesteld door het ministerie.
Toegelicht
Voordelen Het grootste voordeel van het nieuwe voorstel is dat vooraf een fonds wordt gecreëerd. Hierdoor kunnen spaarders er nog meer op vertrouwen dat te allen tijde geld beschikbaar is om hun spaartegoeden tot € 100.000 uit te keren. Dit zal de kans op bankruns verkleinen en de stabiliteit van de sector vergroten. Een ander voordeel is dat de meest risicovolle banken ook relatief gezien meer gaan bijdragen aan het fonds dan minder risicovolle banken. Dit geeft een prikkel aan de banken om zo mogelijk hun risicoprofiel aan te passen.
Bank|Wereld
8
Bank|Wereld
Bank|Wereld
10 Interview
Jan Sijbrand: ‘Ik ben nu toezichthouder, geen bankier’ U bent een ‘serieuze gesprekspartner voor de banken’, zei oud DNBen oud-ABNAmro-bestuurder De Swaan bij zijn benoeming. ‘Het helpt dat ik bijna twintig jaar bij banken heb gewerkt. Ik kan me goed verplaatsen in hun positie. Ik spreek hun taal en ik weet wat ze belangrijk of moeilijk vinden. Daar moet je ook mee oppassen. Ik ben nu toezichthouder en geen bankier. En als toezichthouder moet je een zekere afstand bewaren. Je hebt een controlerende functie. Dat moet in balans zijn. Dat is bij een gewone risk manager ook zo, die moet ook meedenken en grenzen trekken. Je moet begrijpen hoe het werkt, maar je moet niet meegaand zijn. Dat ben ik overigens nooit geweest, meegaand en voorspelbaar. Toen ik in een kredietcommissie zat werd er wel gezegd: ‘Je weet nooit uit welke hoek Jan komt bij een voorstel.’ Dat heeft met mijn achtergrond te maken. Je ziet dat ook terug in mijn houding tegenover risicomanagement: je moet het niet overspecialiseren. De uiteindelijke vraag is: wat kan er fout gaan? Soms is dat een kredietrisicoprobleem. Soms is dat een marktrisicoprobleem. Vaak zit het ergens tussenin, maar het kan toch wel fout gaan. En áls het fout zit, dan moet het opgelost worden.’ Het is soms zoeken naar de balans tussen meedenken en grenzen trekken. ‘Ja. Die afweging zie je bijvoorbeeld bij de hypotheekportefeuilles van banken. Die zitten in Nederland gewoonlijk in securitisaties. De hypotheken worden ondergebracht in een vehikel dat obligaties uitgeeft.
Wiskundige Sijbrand werkte twintig jaar bij verschillende banken. Na een periode in de derivatenhandel kwam hij in het ri sicomanagement terecht. Sinds juli 2011 heeft Sijbrand de ‘ultieme risicomanage mentbaan’ in Nederland.
De Nederlandsche Bank verandert het toezicht op de banken. De nadruk verschuift van instellingsgericht toezicht naar themagericht toezicht. Jan Sijbrand, Directeur Toezicht Banken, is verantwoordelijk voor de verandering. ‘De uiteindelijke vraag is: wat kan er fout gaan? En áls er iets fout gaat moet het opgelost worden.’ Maar volgens de toekomstige Baselse regels hebben die geen liquiditeitswaarde sinds de securitisaties in ongenade zijn gevallen na de kredietcrisis. Je kunt er dan voor kiezen om de strenge internationale liquiditeitsregels meteen onverkort af te dwingen in Nederland. Maar je kunt met deze – typisch Nederlandse – situatie voorlopig ook iets meer pragmatisch omgaan, vanuit het idee dat het goed zou zijn voor de Nederlandse banken als de liquiditeitswaarde wel werd geaccepteerd. Het is namelijk best goed papier – je kunt het bijvoorbeeld belenen bij de ECB. We hebben in dit geval ervoor gekozen om de banken te steunen. We zijn in Basel en in Brussel aan het lobbyen en we hebben in Nederland voorlopig de interne regels voor de mortgage backed securities versoepeld. Dat is een afweging. Maar wij zijn prudentieel toezichthouder, we moeten de banken veilig houden. En een van de manieren om ze veilig te houden, is dat ze winstgevend en competitief zijn. Dus we moeten ze ook ruimte geven, tot aan zekere grenzen.’ En de Nederlandse situatie is ‘natuurlijk’ net weer anders dan de Franse of de Duitse... ‘Deze discussie speelt inderdaad ook zeker op Europees niveau. In sommige gevallen houd je het level playing field het beste intact als iedereen hetzelfde doet. In andere gevallen is het praktisch om lokaal wat ruimte te laten. Wat je dan tegenkomt, is dat alle banken klagen dat hún toezichthouder strenger is dan de ander. Wij gaan wel eens op bezoek bij de buren, bij hun toezichthouders. Dan hoor je dat er banken zijn die in België klagen dat de Belgen strenger zijn dan de Nederlanders en de Duitsers, die in Duitsland klagen dat ze daar strenger zijn en bij ons komen klagen dat wij strenger zijn. Maar ik denk evengoed wel dat wij in Nederland aan de strengere kant zitten; dat zijn we althans altijd geweest. Dat moet ook wel, want onze banken zijn groot en het land is klein. Je moet er niet aan denken dat een grotere bank in de problemen komt.’
11
Bank|Wereld
En dus richt De Nederlandsche Bank het toezicht nu anders in. ‘Ja, in de eerste fase, bij het uitvissen wat er aan de hand is en wat er fout kan gaan. Daarbij gaan we, althans voor de middelgrote en kleine instellingen, over van een voornamelijk instellingsgericht toezicht naar een themagericht toezicht. In het verleden waren onze mensen puur op een instelling gericht. Voor de grote banken was dat een heel team, voor de middelgrote was dat één persoon en voor de hele kleintjes had een persoon meerdere instellingen. Die persoon deed dan alles met die instelling: die ging naar de directie, controleerde de boeken, keek naar de kredietportefeuille, keek naar eventuele witwasproblemen. Nu kiezen we per jaar voor een handvol thema’s die we dan met een groep specialisten bij de middelgrote instellingen gaan bekijken. Dat betekent dat een instelling meerdere mensen op bezoek krijgt en dat die themaonderzoekers de instellingen kunnen vergelijken en waar nodig best practices kunnen vaststellen. Zo ga je ook tegen dat iemand die toezicht moet houden te vertrouwd raakt met een instelling. Nieuwe ogen dwingen. Bij de grote instellingen houd je wel een team, maar ook daar gaan die toezichtthema’s een grotere rol spelen.’ En als er iets fout gaat bij een bank? ‘Dan is er de volgende fase van het toezicht: we vragen om, en zorgen voor actie. Er moet dan echt iets worden gedaan om die geconstateerde tekortkomingen op te lossen. En als een instelling weerbarstig is of zich niet houdt aan de deadline die we hanteren, dan hebben we een Interventie en Handhaving-afdeling klaarstaan. Dat is een groep van pakweg vijftien mensen. Die worden erbij betrokken als er vorderende middelen worden ingezet: aanwijzingen, boetes, een last onder dwangsom, of – helemaal aan het einde – als we een stille curator willen aanstellen.’ Banken blijven op zoek naar winst- en risicomaximalisatie. ‘We hebben de zaak wel een stuk veiliger gemaakt met de nieuwe Baselse regels. De kapitaalbuffer van banken wordt in de kern algauw 10%; dat was 2. Dat scheelt. Maar het is waar dat banken winst willen maximaliseren. En dat hebben ze vóór de crisis tot op veel te grote hoogte gedaan, met 15, of zelfs 25% return on equity. Dat soort returns kun je alleen krijgen als je grote risico’s neemt. En die drive kan weer komen. Gelukkig zie je wel bij heel veel banken een back to basics, dat ze zich realiseren dat ze ook een nutsbedrijf zijn en niet alleen maar winstmaximalisatie moeten nastreven.’ Hoe is de samenwerking met de AFM? ‘We gaan heel goed met elkaar om. Bij hen zijn veel nieuwe mensen in de top, net als bij ons. En we hebben van de Tweede Kamer het verzoek gekregen om versneld de commissarissen van de grootste vier banken en verzekeraars te toetsen.
Ongeduld en gelatenheid wisselden elkaar af op het Hypotheken Event, half februari in Amster dam. De hypotheek verstrekkers en interme diairs wachten op een volwaardig integraal woningmarktplan uit Den Haag in de hoop dat de markt daarna aantrekt. ‘Er is eigenlijk een jaar verloren. We zitten nog steeds met dezelfde problemen als vorig jaar. We wachten op een integraal woningmarktplan en dat komt maar niet,’ zei iemand tijdens het slotdebat. Die getergde toon overheerste op het jaarlijkse event voor de hypotheeksector; afgezien van ballonnen was er weinig feestelijks in Krasnapolsky. In de sessies, debatten en discussies kwam het telkens terug: de hypotheekwereld wacht. Zij wacht op ‘politiek leiderschap’ dat de vastzittende knoop rond de woningmarkt doorhakt.
Dat doen we helemaal samen; op werkniveau en besluitvormingsniveau zitten we in een gemengd team, inclusief een gemengde stuurgroep erboven. Zodat we de commissarissen niet ieder apart toetsen en dan kijken of we het eens zijn, en vervolgens ruzie krijgen.’ Wellink waarschuwde voor twee kapiteins op één schip. U zou te veel naast de bankpresident komen te staan. ‘Klaas Knot is bankpresident, voorzitter van het collegiaal bestuur, dat is helder. Wel heeft de wetgever bepaald dat Klaas – als president – primair verantwoordelijk is voor monetaire zaken en dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht primair onder een ander valt, nu dus onder mij. Die puzzel is met werkafspraken goed te hanteren. En dat heeft inderdaad gevolgen. Je zult dat bijvoorbeeld zien als er een keer iets gebeurt met een Nederlandse instelling. Dan moet De Nederlandsche Bank daar verantwoording over afleggen. En dat zal Klaas dan niet doen, want dat past niet bij zijn monetaire onafhankelijkheid. Dus dan moet ik dat doen. Vandaar dat ik ook soms naar buiten zal treden namens De Nederlandsche Bank, om het publiek alvast te laten wennen aan een ander dan Klaas die iets zegt namens De Nederlandsche Bank.’ Daan van Seventer
‘Bange banken’ In een debat tussen vertegenwoordigers van belangengroepen belandden de aanwezige politici – VVD-Kamerlid Betty de Boer en CDAcollega Elly Blanksma – in het defensief. De hypotheekwereld vormde een brede ‘oppositie’ van huizenbezitters, hypotheekverstrekkers en vastgoedprofessionals die politiek Den Haag vroeg om daadkracht te tonen en om het voortouw te nemen om te komen tot een integraal woningmarktplan. De ‘coalitie’ gaf geen krimp en sloeg terug. Blanksma verweet de banken dat ze ‘bang’ zijn geworden om maatwerk te leveren. Ze durven volgens haar geen verantwoorde risico’s meer te nemen op basis van persoonlijke situaties; ze zijn veel te streng. VVD’er De Boer herhaalde meerdere keren nadrukkelijk dat er ‘niet getornd’ zal worden aan de hypotheekrenteaftrek. Grand design Voor Anneloes van Ulden, adviseur Hypotheken en Woningmarkt van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), was een kleine
Hypotheken Event: ‘De woningmarkt moet worden aangepakt’
peiling onder consumenten in de zaal reden om haar van tevoren ingediende stelling te nuanceren. In plaats van de stelling dat ‘niemand gelooft’ dat er niets gaat gebeuren met de hypotheekrenteaftrek, dat die onaangetast blijft, werd het ‘weinigen geloven dat...’. Vervolgens hield Van Ulden een uitvoerig pleidooi voor een integraal plan: ‘Consumenten hebben behoefte aan zekerheid en voorspelbaarheid. Consumenten zijn onzeker over de economie, over de woningmarkt en over wat er nou gaat gebeuren met de hypotheekrenteaftrek, en of de huizenprijzen nog verder gaan dalen. Door die onzekerheid ligt die woningmarkt stil. Om die woningmarkt weer op gang te brengen zijn hervormingen nodig, een integraal plan waarbij alle onderdelen van de woningmarkt moeten worden bekeken en meegenomen.’ Daarbij mag er geen taboe zijn op beperking van de hypotheekrenteaftrek, zei Van Ulden met name richting De Boer. Zo’n taboe zou immers een belemmering vormen om tot een integraal plan te komen, de wens van de banken. ‘Ik denk dat we met alle partijen moeten komen tot een soort grand design waarbij we de consument een stip op de horizon bieden.’ Proefballonnetjes De reactie van Rob Mulder van Vereniging Eigen Huis was tekenend voor de – breed gedragen – consensus over de noodzaak van een integraal plan. ‘Ik dacht bij het horen van Van Ulden: het lijkt wel alsof ze mijn tekst aan het voorlezen is,’ zei Mulder. Hij vroeg zich wel af of de ‘verstandige woorden’ van Van Ulden over een integraal plan niet worden overstemd door ‘proefballonnetjes met incidentele maatregelen, die in de pers worden
opgelaten door verschillende voormannen van de banken’. Ook Tweede Kamerlid De Boer hekelde de proefballonnen met maatregelen om de huizenmarkt te veranderen. ‘De door veel consumenten ervaren onzekerheid en onduidelijkheid wordt mede door de sector zelf gevoed. Wij scheppen duidelijkheid: er is een integraal woningplan, er is een ‘Woonvisie’ besproken in de Kamer. Dat plan is er. We pakken ook het scheef wonen aan, hogere inkomens krijgen iets hogere huurverhoging. Er is duidelijkheid: de hypotheekrenteaftrek blijft intact.’ Kansen Elco Brinkman, voorzitter van brancheorganisatie Bouwend Nederland, liet de aanwezigen uit de hypotheeksector tijdens zijn afsluitende presentatie zien dat je ondanks de malaise in de woningbouw toch hoop op herstel kunt houden en kunt kijken waar kansen liggen. ‘We moeten met verstand doen wat nodig is: de kansrijke starters aan een woning helpen,’ hield Brinkman de aanwezigen voor. ‘Dan komt de hele woningmarkt weer in beweging.’ Brinkman zag nog meer ‘kansen’: via toegankelijke ‘verbouwhypotheken’ zouden heel wat verouderde woningen in de binnensteden een enorme opknapbeurt kunnen krijgen. ‘Die woningen zijn gewild. De bewoners willen er blijven wonen, maar de woningen moeten verbeterd worden en dat moet gefinancierd worden.’ Anneloes van Ulden | Consumentenzaken
[email protected] Daan van Seventer
Uitgelicht
Interview
Er is de laatste jaren het nodige gebeurd. ‘Er is over de hele wereld van alles gebeurd. En we leren van wat er is gebeurd bij onszelf en bij anderen. Dat is ook een van de achtergronden waar het gaat om de veranderingen in de toezichtaanpak. De toezichtaanpak moet je sowieso eens in de vier, vijf jaar veranderen om state of the art te blijven, maar in een paar jaar crisis gaat het leertraject weer net wat sneller.’
Bank|Wereld 13
12
Het aantal bankovervallen is tot een historisch record gedaald. In 2011 zijn slechts zeven bankkantoren overvallen. Ter vergelijking: in 1992 werden nog 570 bankovervallen gepleegd. De beveiligingsstrategie, waarbij het bankpersoneel niet langer de toegang heeft tot grote sommen geld, heeft wat dat betreft de
€
€
TOTAAL SCHADE IN EURO 2010 15.376.000
€€
DEBIT CARD
GIRAAL
2011 36.329.000
CREDIT CARD
TOTAAL SCHADE IN EURO 2010 28.788.000
2011 48.700.000
CASH
TOTAAL SCHADE IN EURO 2010 12.918.000
2011 7.093.000
50.000.000 TOTAAL 2010: sgiraal sdebit card scredit card scash
45.000.000 40.000.000
57.082.000
TOTAAL 2011: sgiraal sdebit card scredit card scash
35.000.000 30.000.000
92.122.000
25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000
Jaarlijks worden er via internetbankieren € 3 miljard transacties gedaan. In 2011 zijn cybercriminelen erin geslaagd om in 7.500 gevallen daadwerkelijk geld te bemachtigen. De totale schade hiervan bedroeg in 2011 ruim € 35 miljoen. Er zijn over het algemeen twee manieren waarop deze cybercriminelen te werk gaan. Klanten worden benaderd door personen die om persoonlijke gegevens en inlogcodes vragen (phishing). De landelijke voorlichtingscampagne van de banken waarschuwt klanten over deze vorm van cybercrime. Een andere manier is dat cybercriminelen op de computer van de klant ongemerkt schadelijke software installeren (malware). Dit gebeurt vaak doordat de klant op een link klikt en zo het virus binnenhaalt op de computer. Ondanks dat het installeren van een antiviruspakket geen garantie geeft, blijft het wel een goede maatregel om dergelijke virussen te detecteren. In beide gevallen van fraude geldt dat de banken de schade vergoeden wanneer een klant slachtoffer is, tenzij iemand onzorgvuldig is geweest. Meer informatie met tips voor het beveiligen van een pc of laptop zijn te vinden op www.veiligbankieren.nl. De website trekt dagelijks gemiddeld 1.000 bezoekers. De phishing-campagne loopt opnieuw en bevat een nieuwe heading: ‘Bankgegevens en inlogcodes. Hou ze geheim’. Yvonne Willemsen | Juridische, Fiscale & Veiligheidszaken
[email protected]
Internetbankieren
Incasso
Skimming
Overig
Valse Kaart
2011
2010
2011
2010
5.000.000
2011
23-03-12 14:19
laatste jaren duidelijk zijn vruchten afgeworpen. In 2011 is het totaal aantal aanvallen op geldautomaten licht gestegen ten opzichte van 2010. In 2011 zijn 146 geldautomaten fysiek aangevallen. Verontrustend is dat het aandeel plofkraken naar verhouding aanzienlijk is ge stegen; er vonden 119 plofkraken plaats. Naast plofkraken hebben ook een aantal ramkraken, overvallen tijdens het servicen en pogingen tot inbraak plaatsgevonden. Bij de meeste aanval len werd geen bruikbaar geld bemachtigd, maar de schade aan automaten en (belendende) gebouwen is enorm. Gelukkig zijn hierbij in Ne derland nog geen fysieke slachtoffers gevallen.
Fysieke incidenten in 2011
2010
NVB12-009 A5 FLYER_V1.indd 1
Voortgang Electronic Crimes Task Force In april 2011 is de Electronic Crimes Task Force (ECTF) van start gegaan. Dit is een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen banken, politie en het OM om de beschikbare expertise te bundelen en cybercrime-zaken ef fectief aan te pakken.
De NVB heeft naast financieel-economische fraude ook het aantal fysieke incidenten in 2011 in kaart. Er is onderscheid gemaakt tus sen bankovervallen en aanvallen op geldauto maten.
2011
Bankgegevens en inlogcodes. Hou ze geheim.
Kennisprogramma Veiligheid Digitaal Betalings verkeer Recentelijk is het Kennisprogramma Veilig heid Digitaal Betalingsverkeer gestart. Het kennisprogramma werkt aan kennis omtrent de dreiging (georganiseerde criminaliteit) en anderzijds aan de weerbaarheid van de samen leving tegenover die dreiging (weerbaarheid burgers en bedrijven, technische maatregelen, kwaliteit van detectie, opsporing en vervolging). Het maatschappelijke doel van het programma is bij te dragen aan de veiligheid van en het vertrouwen in het Nederlandse digitale beta lingsverkeer. De opdrachtgevers van dit programma zijn de bancaire sector, de Politieacademie en het Programma Aanpak Cybercrime. De uitvoering van het programma gebeurt door de Open Uni versiteit, de NHL Hogeschool en het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde.
Fraude met internetbankieren Momenteel doen circa 11 miljoen klanten hun bankzaken via het internet. Ook criminelen hebben hun werkterrein inmiddels aangepast aan de digitale omgeving.
2010
Lancering van het Nationaal Cyber Security Centrum De aanpak van cybercrime staat hoog op de politieke agenda staat. Op 12 januari gaf minister Opstelten het startschot voor de opening van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). In zijn openingsspeech gaf hij het volgende aan: “Goede samenwerking is in ons aller belang. Samen zijn we in staat ervoor te zorgen dat Nederland – nu en in de toekomst – beschikt over een sterke, veilige en weerbare ICT-infrastructuur. Zodanig dat hackers, cybercriminelen en andere kwaadwillen den geen kans krijgen om cruciale informatie te bemachtigen, onze vitale diensten en systemen aan te vallen, of zelfs plat te leggen.”
Fraude met betaalpassen: skimming In Nederland zijn zo’n 22 miljoen betaalkaarten in omloop. In 2011 zijn daarvan ruim 87.000 geskimd. Skimming is een vorm van betaalpasfraude waarbij criminelen de magneetstrip van de betaalpas kopiëren en de pincode bemachtigen. Vervolgens maken zij een kopie van de pas en gebruiken die veelal in het buitenland door geld op te nemen bij een geldautomaat of goederen te kopen. In 2011 zijn er bijna 45.700 incidenten geregistreerd waarbij met een geskimde pas daadwerkelijk geld werd bemachtigd. Met de komst van de EMV-chip in 2012 hebben criminelen in 2011 alles op alles gezet om nog zoveel mogelijk passen te skimmen en deze te verzilveren. Hierdoor is de schade fors opgelopen naar bijna € 39 miljoen. De verwachting is dat in de loop van 2012 de voorraad geskimde passen zal opdrogen en de schade aanmerkelijk terugloopt. Met de arrestaties (156 in 2011 en recentelijk
2011
over hoe criminelen werken en maken hen er zo van bewust wat zij hiertegen kunnen doen. Met elkaar houden we het betalingsverkeer veilig”, aldus Boele Staal. De totale schade in het betalingsverkeer als gevolg van fraude was in 2011 in totaal € 92 miljoen. De twee belangrijkste trends zijn de stijging als gevolg van fraude bij het internetbankieren en skimming (het kopiëren van de magneetstrip van de betaalpas en de pincode afkijken). De schade als gevolg van skimming is bijna verdubbeld ten opzichte van 2011 (€ 39 miljoen) en de schade met internet-
bankieren is bijna 3,5 keer zoveel als het jaar daarvoor (€ 35 miljoen).
2010
Op 26 maart 2012 publiceerde de NVB tijdens een persconferentie de fraudecijfers over 2011. Uit deze cijfers werd duidelijk dat criminelen steeds vaker opereren in de digitale wereld. Waar vroeger de papieren overschrijvingsformulieren werden gehengeld in de brievenbus van de klant, wordt er nu steeds vaker ingebroken in de computer. “Banken handhaven naar goed Hollands gebruik de verhoogde dijkbewaking. Banken, politie en justitie werken eendrachtig samen om criminele bendes op te rollen en zijn daar succesvol in. Banken informeren hun klanten
een belangrijke dadergroep in Roemenie) is hiervoor een goede basis gelegd. Het in 2011 gelanceerde Landelijk Skimming Point, een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen banken, politie en OM, gaat in 2012 een belangrijke positieve bijdrage leveren. Voor de klant geldt het advies om altijd de pincode bij het intoetsen goed af te schermen. Dit is niet alleen ter voorkoming van skimming, maar ook om te voorkomen dat de pincode wordt afgekeken en vervolgens de pas wordt gestolen (shouldering).
2011
Sinds een aantal jaren registreert de Neder landse Vereniging van Banken (NVB) de fraudecijfers in het betalingsverkeer. Het betreft hier fraudes waarbij daadwerkelijk schade is geleden op een zakelijke of particuliere rekening bij een van de Nederlandse banken.
Reportage
Cybersecurity: een gemeenschappelijk belang
Bank|Wereld 15
14
2010
Bank|Wereld
Kaart afwezig
Bank|Wereld
De ontmoeting
Herman Wijffels: ‘Verduurzaming is de enige weg, ook voor de banken’ Hij is net gevraagd om de Europese Commissie te adviseren over structurele hervormingen van de Europese bankensector, als lid van de daartoe ingestelde ‘High-level Expert Group’. Zijn inhoudelijke kennis, professionele achtergrond en persoonlijke capaciteiten komen in die rol mooi samen, meent Michel Barnier, Europees Commissaris voor de interne markt.
Bank|Wereld 17
16 De oud-bankbestuurder, oud-SER-voorzitter, oud-bewindvoerder bij de Wereldbank en huidig hoogleraar Duurzaamheid en Sociale Verandering kan in zijn rol als lid van de Expert Group voortborduren op de adviezen van het Sustainable Finance Lab. In die denktank, die Wijffels samen met milieukundige Klaas van Egmond heeft opgezet, ontwikkelen wetenschappers en financiële professionals ideeën voor een ‘daadwerkelijke verduurzaming’ van de Nederlandse financiële sector.
de sociale dimensie daarvan. Daarbij gaat het om een verankering in de maatschappij, het tegengaan van al te grote sociale spanningen, om integriteit. Dat aspect speelt ook bij de banken. Het vertrouwen in de sector is cruciaal, maar daar ontbreekt het nu aan. En dan blijkt uit onderzoek van het Sustainable Finance Lab dat mensen bankpersoneel niet meer vertrouwen omdat de medewerkers misschien wel een bonus krijgen als ze jou een duurder product adviseren.’
U was onder meer bestuurder van de Rabobank en SER-voorzitter. Nu heeft u zich gestort op duurzaamheid. Hoe komt dat? ‘Mijn interesse in duurzaamheid is niet iets van de laatste tijd; dat speelt al zeker 25 jaar. Het heeft ermee te maken hoe ik in het leven sta. Ik heb altijd belangstelling gehad voor het op een goede manier doorgeven van het leven aan volgende generaties. Ik vind dat dat een van de belangrijkste opdrachten is die we als mensen hebben. En daar valt duurzaamheid onder. ‘Bij een begrip als duurzaamheid moet je je altijd afvragen wat het betekent. Voor mij is dat dus in de eerste plaats de zorg voor de volgende generaties. Hoe zorg je dat ook volgende generaties gebruik kunnen maken van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde, dat zij niet gebukt gaan onder desastreuze milieuvervuiling van eerdere generaties, dat de zeeën niet zijn leeggevist of de biodiversiteit is verschrompeld, dat er voldoende eten is voor de mensen, dat de sociale spanningen niet de spuigaten uitlopen? Het heeft met moraliteit te maken, met beschaving.’
U pleit voor het afschaffen van bonussen, niet alleen voor bestuurders, maar ook voor het personeel dat werkt voor particuliere klanten. Pak je dan niet de perceptie aan? ‘Perceptie is ook werkelijkheid. Die kloof in het vertrouwen is er, tussen de banken en het publiek. Tussen de banken en de maatschappij is er een vertrouwenskloof. Als je wat aan die kloof wilt doen, en ik denk dat het belangrijk is dat je dat doet, want banken vervullen een vertrouwensfunctie, dan is het afschaffen van die bonussen een hele zinnige stap. Je moet de dialoog met de samenleving aangaan, in plaats dat je verblind stil staat te staren in de schijnwerpers die op je gericht zijn. Ik weet ook wel, ook uit mijn eigen praktijk bij de Rabobank, dat niet iedereen binnen het personeel lelijke dingen gaat doen als er een bonus in het spel is, maar het hele bonusverhaal is een hardnekkige graat in de keel en die moet eruit.’
Maar is er een concrete aanleiding die uw interesse in duurzaamheid heeft aangewakkerd? ‘In 1986 werd ik voorzitter van de hoofddirectie van de Rabobank. Toen ik de kwaliteit van de balans goed bekeek, viel mij op dat de intensieve veehouderij te maken kreeg met de mestproblematiek en ammoniakuitstoot. Daar heb ik me toen in verdiept, ben daar ook met mensen van buiten de bank over gaan praten, met critici. Die problematiek is me toen goed duidelijk geworden en ik ben ermee aan de slag gegaan. We hebben vervolgens een programma opgezet om iets te doen aan het probleem. ‘Ik heb later ook Bart Jan Krouwel, die betrokken was bij de oprichting van de Triodos-bank, naar de Rabo gehaald om daar het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen verder vorm te geven. Ook in mijn SER-tijd heb ik geregeld gehamerd op het belang van duurzaamheid, juist ook vanuit dat motief van zorg voor de volgende generaties. En ook bij de Wereldbank heb ik een duurzaamheidsprogramma geïnitieerd.’ In het onlangs verschenen boek van Tobias Reijngoud, Weten is meer dan weten, noemt u bonussen ‘eigenlijk omkooppremies’; die zijn volgens u ‘kennelijk nodig om medewerkers dingen te laten doen waar ze niet uit zichzelf toe geneigd zijn’. ‘De bonussen staan niet op zichzelf. Na de val van de Muur, in 1989, werden ondernemingen steeds meer gezien als een verhandelbare, contant gemaakte toekomstige kasstroom. De rol van de onderneming is dan verengd tot een financiële gewinmachine met winstmaximalisatie als het enige doel. Om dat bij het personeel door te voeren, zijn die bonussen ingevoerd, opdat ook de werknemer door winst gedreven zal worden. Dat moet dan uiteindelijk de aandeelhouderswaarde ten goede komen. Met de crisis hebben we de schaduwkant van deze sterke nadruk op aandeelhouderswaarde gezien: maatschappelijke ontwrichting en hoge kosten die door de samenleving opgebracht moesten worden. ‘Overigens raken die bonussen ook aan het thema duurzaamheid, aan
Afschaffing van de bonussen is een van de negen aanbevelingen van het Sustainable Finance Lab. Neemt u die aanbevelingen nu mee Europa in, naar de Expert Group? ‘Die aanbevelingen zijn goed voor Nederland. Maar dat betekent niet automatisch dat ze stuk voor stuk goed zijn voor Europa. En ik zit niet voor of namens Nederland in die Europese groep. Dus we gaan met elkaar kijken wat goed zou zijn. We zijn met een groep van negen mensen. En ik realiseer me dat niet alle landen hetzelfde zijn. Het is de bedoeling dat we vóór de herfst met een advies komen.’ Moet de Europese bankensector duurzaam worden? En wat betekent dat dan? ‘Bij een duurzame bankensector gaat het allereerst om stabiliteit; de sector moet stabiel kunnen blijven functioneren. Banken moeten potentie houden, een zekere bewegingsvrijheid hebben en een toekomstperspectief. Er is nu bijvoorbeeld een zekere neiging om regelgeving en toezicht steeds strakker te maken. Zo is mijn indruk dat het bij het toezicht aan het doorschieten is. Zonder vertrouwen kun je niet functioneren, ook niet als bank. Dus daar moet iets gebeuren. De sector is trouwens zelf ook aan zet.’ Doen banken dat niet al? Ze hebben een Code Banken en het programma De Klant Centraal. Er is meer aandacht voor de nutsfunctie van banken. ‘Mijn beeld is dat veel banken een eind op weg zijn om het klassieke model van bankieren in ere te herstellen: back to basics. Daar wordt aan gewerkt. Maar de cultuurverandering is nog niet voltooid. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat nogal wat mensen die bij banken werken zijn afgekomen op de bonussen; ze zijn niet primair bij een bank gaan werken om een goede, degelijke bankier te worden. Als je een cultuurverandering doorvoert is het voor die mensen aanpassen of vertrekken.’ Wat zijn de eigenschappen van zo’n ‘goede, degelijke bankier’? ‘Eén: empathisch vermogen. Je moet je goed kunnen verdiepen in wat
Bank|Wereld
Komt het vertrouwen in banken weer terug? ‘Dat kost tijd. Hoe lang dat duurt hangt ook af van wat de branche doet. Is de branche in staat om als geheel een positief beeld af te geven? Als de Nederlandse banken die bonussen afschaffen, dan zal dat helpen sneller het vertrouwen te herwinnen. Het helpt als je niet meer handelt voor eigen rekening met het geld van de klant... Verder is producttransparantie heel belangrijk: banken zouden heldere, simpele producten moeten aanbieden voor de basisbehoeften van de klanten.’ Back to basics, de bank als nutsvoorziening. Kunnen banken nog wel ondernemen? ‘Vergis je niet. Ook hier gaat het om ondernemen. Het is niet oubollig, niet een of andere ambtenarij. Je kunt efficiënter gaan werken. De marketing is belangrijk. En je moet je richten op de reële economie in plaats van op financiële hocus pocus: er is genoeg vraag naar financiering hoor. Maar het is ondernemen met een heel specifieke verantwoordelijkheid. In de crisis werd duidelijk dat sommige banken disfunctioneel zijn geworden en dat dat de maatschappij uiteindelijk geld kost. In een hoorzitting in de Kamer heb ik hierover gezegd: ‘Banken die zo graag ‘guts-bankieren’ in plaats van ‘nuts-bankieren’, waarom geef je die niet een aparte bankvergunning met specifieke eisen?’ Hoe belangrijk is ecologische en sociale duurzaamheid voor banken? ‘Ik verwijs mijn studenten hiervoor graag naar een boek van Lester Brown: Plan B. Hij beschrijft de huidige wereld als ‘Plan A’. Het milieu raakt vervuild, de zeeën worden leeggevist, de grond lijdt aan erosie, de temperatuur stijgt, net als het waterpeil van de zee. Er zijn voedseltekorten en fikse sociale spanningen. Met andere woorden: het huidige systeem staat onder druk. Plan B is hoe we komen tot een duurzame samenleving, die werkt aan oplossingen voor de huidige en toekomstige problemen. Als je dan kijkt waar de banken in geïnvesteerd hebben, dan is dat toch vooral in ‘Plan A’.’ U heeft een overtuiging: ook banken moeten verduurzamen. Maar de praktijk is weerbarstig en men heeft te maken met gevestigde belangen en met blinde vlekken. In uw Rabo-tijd deed u iets aan de mestproblematiek, maar het gebrekkige dierenwelzijn in de intensieve veeteelt is pas de laatste jaren breed ter discussie komen te staan. ‘In die tijd speelde dierenwelzijn inderdaad niet zo’n grote rol als het nu krijgt toebedeeld. Je kijkt naar wat er op dat moment speelt, wat er aan wetgeving is en wat er mogelijk verandert, welke kant het opgaat. Soms moet je reageren op maatschappelijke of technologische ontwikkelingen. Dat is een zoektocht. In de jaren ’90 kregen we als Rabobank te maken met biotechnologie. Wettelijk was dat toegestaan en er was vraag naar financiering. Ik heb toen een commissie-Ethiek in het leven geroepen en wij hebben besloten dat wij niet genetisch gemodificeerde dieren wilden financieren. Je hebt te maken met veranderende inzichten. Duurzaamheid is geen einddoel maar een zoekproject. Het is niet zo dat je als je je aan een aantal richtlijnen houdt, je voor eens en altijd een goede, duurzame bank bent. Het gaat om maatschappelijke ambities, om aspiraties, om kwalitatieve relaties tussen mensen onderling,
tussen de mens en de aarde. En die relaties zijn veranderlijk, dus ben je zoekend en tastend op weg.’ U roept met een groep economen op de woningmarkt te veranderen: de hypotheekrenteaftrek moet op termijn sterk worden beperkt. ‘Ik heb mijn handtekening onder die brief gezet. Maar ik heb ook al jaren geleden in het tv-programma Buitenhof gezegd dat de hypotheekrenteaftrek in zijn huidige vorm onhoudbaar is. Dat heeft te maken met hoe daarmee is omgegaan. Als je ziet hoe die aflossingsvrije hypotheek is gepromoot en verkocht, en tot welke niveaus banken hypotheken hebben verleend. Daarbij is sprake van verloedering: het werd de jacht op een zo hoog mogelijke hypotheek, om daarmee zoveel mogelijk belastingvoordeel te behalen. Het oorspronkelijke doel van de hypotheekrenteaftrek, de opbouw van vermogen, het huis als een soort spaargeld, is totaal uit het oog verloren. Ik zie dit Kabinet die hypotheekrenteaftrek overigens niet aanpakken. Het best haalbare is dat ze aankondigen dat het onderwerp wordt meegenomen bij een volgende kabinetsformatie.’
De Ontmoeting
anderen beweegt en wat anderen nodig hebben. En twee: integriteit. Je moet op een integere manier werken, kijken naar het belang van de klant, maar ook van de bank. Oog hebben voor verschillende belangen, wensen, mogelijkheden en risico’s, en daar reëel over kunnen adviseren of naar kunnen handelen.’
Bank|Wereld 19
18 Tip
1
The Joris Luyendijk Banking Blog De blog geeft een antropologisch inkijkje in het werkende leven van de mensen binnen de financiële wereld in Londen. De blog die Joris Luyendijk bijhoudt over the city is leuk en herkenbaar. De fascinatie van Joris Luyendijk komt voort uit het feit dat hij net zoals veel anderen weinig afweet van de financiële sector en de mensen die daar werken. De mensen die in de city werken hebben veel invloed, maar wat doen ze eigenlijk de hele dag? Hij schetst portretten en vertelt het verhaal van bankiers en personen uit de financiële sector in London. Hij benadert de voor hem onbekende wereld en cultuur als een antropoloog en ontdekt hier subculturen, eigen taal, klederdracht, ongeschreven regels, gemeenschappelijke stereotypen, taboes en grappen. http://www.guardian.co.uk/commentisfree/ joris-luyendijk-banking-blog
Tip
2
Sofia van de Ven | Communicatie
De Schuldenberg – van voormalig hoogleraar Jaap van Duijn Een boek over het fenomeen schulden en de oorzaken die geleid hebben tot de huidige kredietcrisis. Het is leesbaar geschreven waardoor het voor een beginner helder wordt hoe de schuldenberg in Nederland en wereldwijd is ontstaan. Vanuit het perspectief van de actoren consument, banken, bedrijfsleven en overheid legt Van Duijn de verschillen duidelijk uit. Interessant is verder te lezen hoe Nederland ervoor staat met de schuld in verhouding tot de rest van de wereld. Ook geeft Van Duijn een advies met acht zaken die zouden moeten gebeuren om de schuld aan te pakken. Of die punten worden opgepakt, is nog maar de vraag. Van Duijn zet feiten en cijfers op een overzichtelijke manier op een rij die maken dat je de achtergrond van het Nederlands beleid gaat begrijpen. De Schuldenberg - Jaap van Duijn ISBN: 978 90 234 6707 6 - € 19,90 Edward Feitsma | Toezicht, Consumentenzaken en Financiële Markten
U bent co-voorzitter van Worldconnectors, een netwerkclub gericht op internationale samenwerking. Een a-typisch geluid dat niet past in de tijdgeest. ‘Nederland is traditioneel een zeer open, internationaal georiënteerd land. Dat lijkt nu inderdaad weg te zakken, als je afgaat op de geluiden uit Den Haag. Als Worldconnectors bevinden wij ons nu in een positie die bijna uitzonderlijk is geworden, een tegengeluid. Daar kijk ik ook wel met enige verwondering naar. Tegelijk zie ik dat er twee werkelijkheden zijn: landelijk is duurzaamheid eigenlijk geen thema, maar lokaal spettert het. Er springen lokaal talloze duurzame initiatieven uit de grond. Je ziet lokale duurzame energiebedrijfjes ontstaan. In het bedrijfsleven is de circulaire economie op gang aan het komen met hergebruik van grondstoffen. Afvalbedrijven worden hoe langer hoe meer recyclingbedrijven. En het Nederlandse bedrijfsleven is nog net zo internationaal als altijd. Jongeren worden zelfs steeds internationaler, zeker hier op de universiteit.’ Er is nog hoop? ‘De afkeer van het buitenland is tijdelijk. En het is een begrijpelijke reactie op de dominante, kosmopolitisch elite van jaren ’90 en begin jaren ’00. Bij alles was de graadmeter of het de internationale concurrentiepositie van Nederland goed deed, voor de lokale gevolgen en voor de minder internationaal georiënteerde mensen was weinig aandacht. ‘Duurzaam en lokaal gaan goed samen. Als we de Nederlandse gebouwen CO2-neutraal willen maken, dan ontstaat er opeens heel veel lokaal werk. Dan heb je vanzelf binding met de omgeving. Het is eigenlijk vrij evident wat er moet gebeuren, welke kant het op moet. En het is niet heel ingewikkeld. We moeten die duurzame transitie vorm gaan geven, gesteund door de banken. Dat is toch helder?’ Aleid van der Zwan | Public Affairs Den Haag
[email protected]
Bankenbibliotheek De bankenbibliotheek bevat diverse tips voor een boek, film, app, website of blog over de financiële sector, nationaal en internationaal. Door en voor onze lezers komt deze bankenbibliotheek tot stand. In dit eerste nummer de tips van medewerkers van de NVB. Heeft u een tip? Laat het de redactie weten via
[email protected].
Tip
3
Margin Call – schrijver en regisseur J.C. Chandor Margin Call is een film waarin een aantal belangrijke spelers van een investeringsbank in een tijdsbestek van 24 uur gevolgd worden. Een jonge adviseur komt achter een ingewikkelde wiskundige formule die ervoor kan zorgen dat de financiële markt instort als er niet direct wordt ingegrepen. Een mooie scène uit de film, met aan de vergadertafel de hoogste baas die aan een van zijn medewerkers vraagt om het product uit te leggen alsof hij het aan een kind of een hond uitlegt. Eerlijkheid duurt toch het langst? Of toch niet… De film speelt zich af aan het begin van het uitbreken van de financiële crisis. Na het zien van de film vraag je je af of de bank waarbij je een product afneemt zelf nog wel goed weet hoe het product in elkaar steekt en of ze het mij als consument in jip-en-janneketaal kunnen uitleggen. Margin Call - 107 min - Drama | Thriller Hanan Laghmouchi | Communicatie
Daan van Seventer
Tip
4
Boomerang: Travels in the New Third World van Michael Lewis In alle landen die zijn getroffen door de crisis hebben volgens Lewis andere nationale karaktertrekken aan de ineenstorting van de economie bijgedragen. Hij illustreert zijn betoog met interviews met mensen uit allerlei landen en schildert zo een serie sociologische portretten van die landen en hun inwoners. Het boek geeft een uitstekend inzicht in de culturele verschillen in Europa met als achtergrond de huidige schuldencrisis. Geschreven door een Amerikaan die zich verbaast over de verschillen en de gewoontes van Grieken, Ieren, IJslanders en Duitsers. De aanpak van de crisis door de verschillende landen wordt in een ander perspectief gezet als ook Californië in de analyse wordt betrokken. Boomerang - Michael Lewis - Economie ISBN: 10 0393081818 - € 17,99 Aleid van der Zwan | Public Affairs Den Haag
‘De schuldencrisis is nog lang niet uitgewoed. Zelfs als het herstel zich voortzet, zijn er grote veranderingen nodig in grote delen van Europa en in de aansturing binnen de eurozone. Die zullen nog jaren nodig hebben om tot vervolmaking te komen.’ Klaas Knot, directeur DNB, vakblad C van Logeion, maart 2012
‘Nederland is toe aan een beperking van de aftrek. Onze klanten denken daar al over na. De maatschappij is veel verder dan Den Haag denkt.’ Bert Bruggink, topman Rabobank, NRC Handelsblad, 12 februari 2012
‘We werken op dit moment aan onze analyses van macroeconomische onevenwichtigheden. Het zal geen verrassing zijn dat we in Nederland kijken naar de huizenmarkt en de ontwikkelingen ervan zorgvuldig in de gaten houden. We werken hier nog aan dus ik zeg er niet te veel over, maar we bekijken de ontwikkeling van huizenprijzen in Nederland en in die context de ontwikkeling van hypotheekschulden.’ Ollie Rehn, eurocommissaris begrotingsdiscipline, Financieel Dagblad, 3 februari 2012
‘De financiële sector staat voor een berg aan opgaven. Er zijn gaandeweg meer en meer verbeteringen zichtbaar, maar we staan nog maar aan het begin. Het zijn de eerste meters van een hele marathon.’ Ronald Gerritse, bestuursvoorzitter AFM, 3 april 2012
‘Een salarisstijging voor de top van het Nederlandse bedrijfsleven is onacceptabel. De nullijn moet voor iedereen gelden, van de koningin tot de schoonmaker. Ook voor topbestuurders.’ Hans Biesheuvel, MKB-voorzitter, NRC Handelsblad, 10 maart 2012