Nederlands
verhaal 5
verhaal 6
Nederlands
Rolf Onderwijs bv Mercuriusweg 14 4051 CV Ochten Holland Tel. +31 344 647 647 Fax +31 344 647 610
Beregoed Art. 240.5449 Inhoud:
Beregoed bestaat uit zes op cassettebandjes ingesproken opdrachtverhaaltjes waarin beertje Pompom zich aan gaat kleden. De verhaaltjes zijn bedoeld voor kinderen van 3 en 4 jaar. Beregoed wordt gebruikt in combinatie met Combi-Dress; bestelnummer 263425.
Nederlands Algemene aanwijzingen Op de zes bandjes staan zes korte verhaaltjes over beertje Pompom die zich aan gaat kleden. Ieder bandje begint en eindigt met een liedje. Die liedjes kunt u ook met de gehele groep zingen. U vindt de tekst en muziek terug in deze handleiding. Bij deze zes beertjes gaat het om twee typen, nl. drie beertjes met een witte snuit en drie met een bruine snuit. Telkens legt u puzzelstukjes voor een kind neer en het kind bouwt de puzzel op n.a.v. de opdrachten op het bandje. Daarbij zijn er drie moeilijkheidsgraden: 1. U legt alleen de drie stukjes neer die in het verhaal aan de orde komen. Aan het begin van ieder verhaal is aangegeven om welke stukjes het gaat. U kiest voor deze vorm als u de taalontwikkeling van kinderen wilt stimuleren. Het kind hoort de begrippen die het op de puzzelstukjes kan zien. Door het aanbieden van drie stukjes is de keuze niet zo moeilijk, maar het kind leert zo de begrippen. 2. U legt nog drie andere stukjes neer zodat het kind moet kiezen. Aan het begin van ieder verhaal is aangegeven welke stukjes er uiteindelijk in de puzzel moeten zitten, zodat u ook kunt controleren of het kind het goed gedaan heeft. Nu liggen er meerdere stukken voor het kind om uit te kiezen en gaat het didactisch ook meer om het verwerken van de kennis die een kind al heeft. 3. U legt meer dan zes puzzelstukjes voor het kind neer. Als u zes of meer puzzelstukjes voor het kind neer wilt leggen, is het aan te bevelen goed contrasterende stukjes te nemen.
Nederlands Achtergronden De zes verhaaltjes kunnen een rol spelen in het stimuleren van de taalontwikkeling. Het gaat om opdrachten in het kader van begrijpend luisteren. De sfeer van de verhaaltjes is gericht op jonge kinderen. Didactisch is er voor gekozen steeds een opdracht te geven en deze na het uitvoeren te herhalen, zodat het kind kan controleren of het de puzzel goed heeft gemaakt. Inhoudelijk gaat het om het volgende: - uitvoeren van opdrachten in opdrachtentaal - het luisterbegrip - het hanteren van begrippen die te maken hebben met: - gelaatsuitdrukkingen - kledingstukken - kleurennamen - tijdsindeling - dagindeling - seizoenen. Als startpunt kunt u de opdrachtverhalen ook prima aanbieden tijdens de kringaktiviteit. Naast het gezamenlijk luisteren kunt u de verhalen natuurlijk ook voorlezen.
Luc Koning
Nederlands
Nederlands
Nederlands Beregoed Verhaal 1
Het is koud U legt voor het kind in elk geval neer: - de berekop met witte snuit, lach en de ogen geopend - trui met blauwe das - rode broek met blauwe schoenen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, ik ben net wakker geworden en ga me aankleden. Weet je wie ik ben? Ik ben beertje Pompom. Ik heb een bruine kop en mijn snuit is wit. Ik zie er vrolijk uit en mijn ogen zijn open. Zoek mijn kop maar eens op. Zie je hem? Pak hem maar en leg hem in de puzzel. Nu weet je wie ik ben. Zie je dat ik een bruine kop heb, dat mijn snuit wit is en dat ik lach? Nu ga ik me aankleden. Ik heb van mama gehoord dat het buiten koud is. En als het koud is dan moet je je goed aankleden. Dan moet je niet in je zwembroek de straat op gaan, want dan word je ziek. Een week geleden ben ik een keer zonder jas naar buiten gegaan en toen ben ik erg verkouden geworden. Gelukkig heb ik wel kleren die ik aan kan doen als het koud is. Vandaag doe ik een trui aan. Een beer heeft wel een dikke vacht, maar vandaag is het zo koud dat ik ook nog een trui aan moet trekken. Ik heb een mooie blauwe trui met een rode en groene rand. Bij die trui heb ik ook een blauwe das. Probeer eens of jij die trui kunt vinden. Kijk maar goed. Heb je hem gevonden? Leg hem dan maar in de puzzel.
Nederlands
Nu zie je mijn kop en daaronder mijn mooie trui en een das om mijn hals. Maar ik ben nog niet klaar hoor, want ik moet ook nog een broek aan. Ik kies vandaag voor een lange broek. Het is koud buiten en dan moet ik een trui aan, maar ook een lange broek aan. Vandaag kies ik voor mijn rode broek met blauwe sokken. Mijn schoenen doe ik wel aan als ik naar buiten ga. Trek jij mijn broek maar even aan en dan is de puzzel af. Ik heb een trui aan, een das om en ik draag een lange broek. Er zit veel blauw en rood in mijn kleren. Zo, nu ben ik klaar om naar buiten te gaan. Ik moet natuurlijk nog wel schoenen en een jas aan. Dat begrijp je zeker wel. Gelukkig regent het niet, want ik wil nu lekker met mijn vriendinnetjes en vriendjes in het bos gaan spelen. Vind jij spelen in het bos ook zo leuk? (extroliedje)
Nederlands Beregoed Verhaal 2
Ik houd niet van strepen U legt voor het kind in elk geval neer: - de berekop met witte snuit en traan - hemd met blauwe strepen - gele broek met blauwe strepen en blauwe schoenen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, (snik) je hoort het zeker al aan me, hè? Ik ben niet zo blij en niet zo vrolijk vandaag. Ik ben zelfs verdrietig. Weet je wie ik ben? Ik ben beertje Pompom en er loopt een traantje over mijn wang. Zie je mijn kop? Pak hem maar en leg hem in de puzzel. Nu weet je wie ik ben, maar je weet nog niet waarom ik zo huil. Nou, dat zal ik je vertellen hoor. Iedere morgen als ik opsta vraag ik aan mama of papa welke kleren ik aan moet. Soms legt mama de kleren al voor mij klaar en soms mag ik mijn kleren ook zelf uitkiezen. Toen ik vanmorgen wakker werd lag er op mijn stoel een hemd met blauwe strepen. Ik houd helemaal niet van kleren met strepen. Ik heb liever kleren met stippen of leuke figuren. Vooral beertjes op mijn kleren vind ik erg leuk. Maar wat lag er op mijn stoel? Een wit hemd met blauwe strepen. Dat is echt een saai hemd. Er is helemaal niets op te zien, alleen maar strepen. Kijk of je dat hemd kunt vinden. Het is wit en er zitten allemaal blauwe strepen op. Kijk maar goed. Heb je het gevonden? Leg het dan maar in de puzzel. Nu zie je een huilende beer en daaronder dat lelijke blauwe hemd.
Nederlands
Mijn moeder vond dat er ook maar een broek bij moest met blauwe strepen. Die broek vind ik ook niet leuk. Hij zit bovendien niet lekker en ik kan er niet in rennen en klimmen. Die broek zit veel te strak. Mijn mama heeft de broek zonder mij gekocht. Trek jij mijn broek maar even aan en dan is de puzzel af. Zie je me nu in dat hemd met die blauwe strepen en met die broek met blauwe strepen? Wat vind jij hier nou van? Vind jij het wel leuk? Ik vind er niets aan. Ik kan er wel om huilen. Als ik zo voor de spiegel sta vind ik het echt geen gezicht. Je moet er niet om huilen, zegt mama. Die kleren heb je nu eenmaal en dan moet je ze ook een keer aan. We kunnen ze toch niet weggooien! Misschien heeft ze wel gelijk. Ik moet vandaag maar niet meer in de spiegel kijken. Dan zie ik die kleren ook niet steeds. Maar morgen mag ik zelf weer kiezen wat ik aan wil trekken. Mag jij wel eens kiezen wat je aan wilt trekken? (extroliedje)
Nederlands Beregoed Verhaal 3
Een slaapfoto U legt voor het kind in elk geval neer: - de berekop met witte snuit en gesloten ogen - geel pyjamajasje met een bloem en witte stippen - blauwe pyjamabroek met witte stippen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, ik ben beertje Pompom en ik ga je vertellen wat mijn vader vorige week een keer heeft gedaan. Toen hij om elf uur naar bed ging kwam hij nog even op mijn kamer kijken. En weet je wat hij zag? Hij zag dat het bed leeg was en dat ik niet in bed lag. Hij keek onder het bed en daar lag ik ook niet. Toen mijn vader het licht aandeed zag hij mij in de hoek van de kamer liggen. Mijn vader heeft toen snel zijn fototoestel gepakt en van mij een foto genomen. Ik zal je die foto eens laten zien. Hoe mijn kop er op die foto uitziet dat kun je wel raden, hè? Natuurlijk met mijn ogen dicht, want ik was immers aan het slapen. Ik heb een bruine kop en mijn snuit is wit. Zie je mijn kop? Pak hem maar en leg hem maar in de puzzel. Nu weet je wie ik ben. Wil jij mij helpen mijn pyjama aan te trekken? Want toen mijn vader de foto maakte had ik mijn lievelingspyjama aan. Het is een geel pyjamajasje met een bloem en allemaal witte stippen er op. Probeer die pyjama eens te vinden. Kijk maar goed.
Nederlands
Heb je hem gevonden? Leg hem dan maar in de puzzel. Nu zie je mijn kop en daaronder mijn gele pyjama. Maar ik ben nog niet klaar hoor, want ik heb ook nog een pyjamabroek aan. Ik had die nacht een blauwe pyjamabroek aan met witte stippen. Trek jij mijn broek maar even aan en dan is de puzzel af. Zie je me op de foto? Mijn ogen zijn dicht. Ik heb een geel pyjamajasje aan en een blauwe broek met witte stippen. Zie je ook iets geks op de foto? Kijk maar goed. Ik heb rode sokken aan. Ik slaap niet met die sokken aan hoor, maar ik was nog wat aan het spelen voordat ik ging slapen en toen droeg ik die sokken. Tijdens het spelen ben ik in slaap gevallen en zo heeft mijn vader mij gevonden. Wat voor pyjama had jij vannacht aan? (extroliedje)
Nederlands Beregoed Verhaal 4
De brilbeer U legt voor het kind in elk geval neer: - de berekop met de bril op - geel shirt met bretels - de korte witte broek met blauwe stippen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, ik ben beertje Pompom. Ik ga je iets bijzonders vertellen. Vorige week ben ik naar de oogarts geweest en raad eens wat ik nu heb. Je zult het niet geloven. Ik ben namelijk een beer met een bril op. Als mijn vader en ik gingen vissen zei vader tegen mij:” Zie jij die vis dan niet?” Maar ik zag nooit een vis. We moeten maar eens naar de oogarts, zei mijn vader toen. En nu zie je wat er gebeurd is. Ik heb een bril. Bij de oogarts koop je geen bril. Daarvoor moet je naar een brillenwinkel en gisteren zijn we daar geweest. Zie je mijn kop met de bril op? Pak hem maar en leg hem in de puzzel. Nu weet je wie ik ben. Toen we klaar waren bij de brillenwinkel zijn we ook nog kleren voor mij gaan kopen. Na veel zoeken vonden we iets met mijn lievelingskleur en dat is geel. We kochten een gele blouse met korte mouwen en groene stippen. Kijk maar eens of je die kunt vinden. Ook zie je dat ik rode bretels draag. Heb je hem gevonden? Leg hem dan maar in de puzzel. Nu zie je mijn kop met de bril en daaronder de gele blouse met de groene stippen en de rode strepen van de bretels. Toen ik voor de
Nederlands
spiegel stond zag ik voor het eerst alles erg duidelijk. Ik ben meteen de stippen maar gaan tellen. Dat ging niet zo gemakkelijk, want ze staan allemaal door elkaar. Na een paar keer tellen ben ik daar maar mee gestopt. Ik heb heel lang voor de spiegel gestaan, want nu kon ik mezelf voor het eerst goed bekijken. Nu, met de bril op kan ik pas echt goed zien. Wat een leuke beer ben ik. Vind je ook niet? We hebben ook nog een korte broek gekocht. Omdat ik nu alles heel duidelijk kan zien zie ik ook alle stippen. Daarom kochten we een broek met stippen. De broek is wit en de stippen zijn blauw. Zie je me? Mijn kop met mijn bril, de gele blouse en de korte witte broek met blauwe stippen. Je kunt ook nog zien dat ik blauwe schoenen aan heb. Die zijn niet nieuw, want die had ik al. Je kunt ook zien dat ik bruine poten heb, maar dat hebben beren bijna altijd. Nu ga ik de nieuwe kleren aan mijn vriendjes en vriendinnetjes laten zien en natuurlijk ook mijn bril. Zijn er in jouw groep ook kinderen die een bril dragen? (extroliedje)
Nederlands Beregoed Verhaal 5
Naar het feest U legt voor het kind in elk geval neer: - de (lachende) berekop met de bruine snuit en de sproeten - groene blouse met lange witte mouwen - rode broek met groene schoenen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, ik ben beertje Pompom en ik sta voor de spiegel. Ik heb vandaag een feest. Mijn neefje ‘Bruintje’ de beer is jarig. Hij is vier jaar geworden. Een beer van vier jaar is al een flinke beer, net zoals een kind van vier. Vanmiddag is er een feest en daar mag ik naar toe. Als ik aan het feest denk ben ik nu al blij. We gaan eerst cadeautjes geven en wat eten en drinken en daarna gaan we spelen in het bos. Je kunt wel raden wat beren dan doen. We rennen achter elkaar aan, we gaan een stukje in de sloot varen met een boot, we gaan op zoek naar lekkere honing en we spelen verstoppertje. Daar heb ik wel zin in! Je kunt aan mijn kop al zien dat ik er nu al plezier in heb. Zoek mijn kop maar eens op. Ik zie er lachend uit en ik heb allemaal sproeten om mijn snuit. Dat kun je zien, want dat zijn die zwarte stippen. Zie je mijn kop? Pak hem maar en leg hem maar in de puzzel. Nu weet je wie ik ben. Maar nu moet je me nog aankleden. Ik weet dat het nog niet zo warm is in het bos. Trek me dus maar iets aan met lange mouwen. Ik heb wel iets met lange witte mouwen. Zie je het op de tafel liggen? Het is een groen bloesje met witte mouwen. Het komt net uit de was. Het is mooi schoon, er zitten nog geen vlekken op. Je moet
Nederlands
maar eens zien hoe ik eruit zie aan het eind van het feest! Aan het begin zie ik er netjes uit, maar aan het eind van de dag ben ik meestal vies. Dat komt omdat beren zo van spelen houden. Probeer de groene blouse met witte mouwen eens te vinden. Kijk maar goed. Heb je hem gevonden? Leg hem dan maar in de puzzel. Nu zie je mijn kop en daaronder het groene bloesje met witte mouwen. Onder mijn groene bloesje heb ik een rood T-shirt aan. Kijk maar eens goed. Ik denk dat ik een broek aan trek die bij het T-shirt past. Laat ik de rode broek maar nemen en de groene schoenen. Pak die broek maar en leg hem in de puzzel. Nu zie je hoe ik naar het feest ga. Met een blij gezicht, een groen bloesje met witte mouwen en een rode broek. Ik weet zeker dat het een leuk feest wordt. Beren houden wel van een feestje. En jij? Vind jij feestjes ook zo leuk? (extroliedje)
Nederlands Beregoed Verhaal 6
Gevallen U legt voor het kind in elk geval neer: - de berekop met de pleister - het matrozenbloesje - de blauwe broek met gele schoenen. Controleer of het juiste cassettebandje in de recorder is geplaatst. Verhaal (introliedje) Hallo, ik ben beertje Pompom en kom net weer thuis. Er is iets ergs gebeurd vanmiddag. Ik ben uit de boot gevallen. Met mijn neefjes en nichtjes heb ik een bereboot gemaakt en daar hebben we een ongeluk mee gehad. De boot is gemaakt van boomstammen die we aan elkaar vastgebonden hebben. Er staat een vlag op en met die boot spelen we op het water. Dat is altijd heel erg leuk, want iedereen doet mee. Soms proberen we ook wel gevaarlijke dingen te bedenken. Vandaag ging het mis. We waren met elkaar aan het wiebelen op de boot. De boot ging heen en weer. Toen ben ik eruit gevallen en kreeg de boot tegen mijn kop. Mijn kop begon een beetje te bloeden en ik ben toen snel naar huis gerend. Gelukkig was het niet zo’n grote wond, maar mijn moeder heeft er wel gauw een pleister opgedaan. Zoek mijn kop maar eens op. Je ziet dan een pleister vlak bij mijn oor en ik roep nog ‘au’ van de pijn. Zie je mijn kop? Pak hem maar en leg hem in de puzzel. Ik zal je ook nog laten zien hoe ik er vandaag uitzie. Als we met de bereboot gaan varen dan mag ik altijd mijn matrozenpakje aan. Een matroos werkt op een boot en heeft een matrozenbloesje aan. Dat bloesje is blauw met een witte kraag en een rood anker. Een anker zit ook op een schip.
Nederlands
Probeer de matrozenblouse eens te vinden. Kijk maar goed. Heb je hem gevonden? Leg hem dan maar in de puzzel. Nu zie je mijn kop en daaronder het matrozenbloesje. Nu nog mijn broek. Bij dat matrozenbloesje hoort ook een broek. Ik trek meestal een blauwe broek aan. Zoek die broek maar eens op. Er zitten twee gele knopen op en ik draag er gele schoenen bij. Pak die broek maar en leg hem in de puzzel. Nu zie je wat ik altijd aan heb als ik ga varen. Ik zie eruit als een echte matroos met mijn matrozenbloesje en mijn matrozenbroek. Jammer dat ik zo gevallen ben. Ik denk toch dat ik te wild heb gedaan en dat het te gevaarlijk is geweest. Dat moet ik maar niet meer doen. Jij doet toch niet van die gevaarlijke dingen hè? (extroliedje)
Nederlands
verhaal 1
verhaal 2
Nederlands
verhaal 3
verhaal 4