Nederlands
Inhoudsopgave Inleiding.............................................................................................................H-2 Uitpakken en voorbereidingen ..........................................................................H-3 De printer aansluiten op uw computer ..............................................................H-4 Inktlintcassette plaatsen.....................................................................................H-5 Instellen van de afdrukkop ................................................................................H-6 Papierscheider installeren..................................................................................H-7 Kettingformulieren invoeren via de achterinvoer..............................................H-8 Losse vellen invoeren ........................................................................................H-10 Bovenmarge (Top of Form) instellen ................................................................H-11 Papier kort afscheuren .......................................................................................H-12 Papier parkeerstand ...........................................................................................H-13 Papierstoringen verhelpen .................................................................................H-14 Zelftest uitvoeren...............................................................................................H-15 Specifikaties ......................................................................................................H-16
H–1
Inleiding Dit boekje helpt u om uw nieuwe aanwinst snel en gemakkelijk te installeren en in gebruik te nemen. Zet de printer na het uitpakken uit de doos op een stevige tafel of bureau. Verwijder de verpakkings-hulpstukken en bewaar deze voor eventueel later transport. Controleer nu de verpakking op de volgende inhoud: ②
①
③ ④ ⑤
1. 2. 3. 4. 5. 6.
☞
ML320/321 printer. Papiergeleider. Netkabel. Papiertransportknop (geïnstalleerd). Inktlintcassette. Handboek.
NB. Wanneer een van deze onderdelen ontbreekt of beschadigd is, vraag dan uw dealer om nalevering of vervanging. Interface-kabel en papier worden niet meegeleverd.
H–2
Uitpakken en voorbereidingen Open de afdekklep en verwijder de transportbeveiliging (bewaar deze bij het overige verpakkingsmateriaal).
Afdekklep
Transportbeveiliging Bedieningspaneel
De papiertransportknop is meestal al gemonteerd aan de rechterzijde van de printer. Is dit niet het geval, zorg er dan voor dat de vlakke zijde op de as van de papierrol in één lijn staat met de vlakke zijde van de knop-as.
Papiertransportknop
H–3
De printer aansluiten op uw computer Voordat u uw printer kunt gebruiken, dient u deze met een interfacekabel op uw computer aan te sluiten.
☞ ☞
NB: interfacekabels worden niet bijgeleverd.
1.
Controleer of zowel uw computer als de printer zijn uitgeschakeld.
2.
Steek de netkabel in het netdeel, gemonteerd op de achterzijde van de printer, en steek de netstekker in een wandcontactdoos, voorzien van randaarde.
NB: Sluit de printer niet aan op een wandcontactdoos zonder randaarde.
3.
Steek de printerplug van de interfacekabel in de connector, gemonteerd op de achterzijde van de printer.
4.
Sluit de andere zijde van de interfacekabel aan op de printerconnector van uw computer.
Centronics parallel interface kabel
klemmen
H–4
Parallel interface
Plaats voor klemmen
Inktlintcassette plaatsen BELANGRIJK! U heeft een kwaliteitsprinter aangeschaft. Voor kwaliteitsafdrukken dient u echter de juiste lintcassette te gebruiken. Vraag daarom steeds naar de originele Oki inktlintcassettes! Let op: bij gebruik van een ander merk cassette kan de garantie komen te vervallen. Goedkope cassettes aanschaffen heeft in feite weinig nut: deze gaan gemiddeld minder lang mee, kunnen gaan rafelen of bevatten niet het juiste smeermiddel en kunnen zodoende de (kostbare) afdrukkkop beschadigen. In een dergelijk geval bent u uw ‘winst’ snel weer kwijt. Verspil geen tijd en geld! Vraag naar originele Oki lintcassettes voor uw Oki printer. Inktlintcassettes kunt u bestellen bij uw printerleverancier.
☞
1.
Verwijder de verpakking van de lintcassette.
2.
Open de afdekklep en duw de afdrukkop naar het midden.
Opmerking: Bij langdurig gebruik kan de afdrukkop zeer heet worden; laat de kop dan ook eerst afkoelen voordat u deze aanraakt.
3.
Plaats de inktlintcassette in de printer; let erop dat de pennen op de cassette in de gleuven in de zijkanten van de printerbehuizing vallen. Duw de cassette omlaag; deze klikt nu vast.
4.
Draai de spoelknop met de klok mee om het lint te spannen.
H–5
Instellen van de afdrukkop Met de blauwe hendel (aan de linkerzijde van de afdrukkop) kunt u de afdrukkop instellen op de verschillende materiaaldiktes die u wilt bedrukken. De instelling is als volgt: 1.
Enkelvoudig of tweevoudig papier.
2.
Drie- of viervoudig papier.
3.
Enveloppen of extra dik papier.
Afstandshendel
☞
NB. De printer gaat automatisch wat langzamer afdrukken als u de hendel in stand 3 heeft gezet. Daardoor is de afdrukkwaliteit toch zo hoog mogelijk op enveloppen of zeer zwaar papier. Onjuist instellen van de afdrukkop kan schade aan de afdrukkop of de lintcassette veroorzaken.
H–6
Papierscheider installeren 1.
Open de achterklep.
2.
Houd de verende pootjes tegen de papierscheider gedrukt, terwijl u aan één zijde het nokje met uitsparing van de papierscheider over de pen schuift.
3.
Doe ditzelfde voorzichtig met het nokje aan de andere zijde. Sluit de achterklep weer.
Papierscheider
Pootje
H–7
Kettingformulieren invoeren via de achter-invoer Als u wilt afdrukken op kettingformulieren die worden ingevoerd via de achter-invoer van de printer, gebruik dan het ingebouwde papiertransportsysteem. (Push-tractor.) 1.
Duw de papierhendel naar voren (stand kettingformulieren). Achterklep
Tractors
Papierhendel
2.
Open de achterklep.
3.
Stel de middengeleiders in op het midden van het toe te passen papier en open de klemmen op de transportbanden.
Klem
H–8
4.
Schuif het papier door de opening tussen de printer en de achterklep.
5.
Zet de linker transportband in de gewenste positie. Duw de hendel naar voren om de transportband te ontgrendelen en te verschuiven; duw de hendel terug om deze weer te blokkeren.
6.
☞
Open de klemmen op de transportbanden en leg het kettingformulier op de banden. Zorg dat dit met de eerste twee gaatjes in de pennen op de banden valt.
NB. Het papier mag maximaal 1,5 cm van de rand van de papierrol worden geïnstalleerd. Let er op, dat het papier de groef in de papierrol bedekt; anders geeft de printer een papier-alarm.
Achterklep-klem Linkermerkteken Tractor-klem
7.
Stel de rechter transportband in op de juiste breedte.
8.
Sluit de achterklep. Zorg ervoor dat de papierscheider vlak op de printer ligt. Klap de terugloop beveiliging (metalen beugeltje) om, zodat het papier niet in de printer kan teruglopen.
Terugloop beveiliging
Haal de naar voren om papier in te voeren
9.
Schakel de printer in. De afdrukkop beweegt naar de linkerkant van de printer en het bedieningspaneel licht op. Het (ALARM) lampje gaat ook branden, maar dat is niet erg. Het geeft alleen aan, dat er nog geen papier voor de afdrukkop is ingevoerd. H–9
10. Haal de aandrukarm naar voren om het papier in te voeren. Het (ALARM) lampje dooft. 11. Zet de aandruk-arm weer naar achteren wanneer het papier niet meer beweegt. 12. Druk op de toets (TOF/QUIET) om de bovenmarge in te stellen; zie hiervoor het betreffende hoofdstuk. Druk daarna op de toets (SEL), het lampje gaat branden en u kunt gaan afdrukken.
☞
NB. Gebruik niet de toets (FORM FEED) om papier in te voeren.
Losse vellen invoeren 1. Als er nog kettingformulieren in de printer zitten, duw dan op de toets (PARK) om deze in de parkeerstand te plaatsen. 2. Duw de papierhendel naar achter (stand losse vellen). 3. Klap de terugloop beveiliging in en zet de papierscheider rechtop. 4. Leg een vel papier tegen de papierscheider en schuif de papiergeleiders tegen het papier aan. Zorg dat het papier aan de linkerzijde in ieder geval gelijk ligt met het merkteken. 5. Haal de aandrukarm naar voren. Het papier wordt nu ingevoerd. 6. Zet de aandrukarm weer terug. 7. Stel de bovenmarge in als dat nog nodig is; zie daarvoor het betreffende hoofdstuk.
H – 10
Instellen van de bovenmarge (Top of Form) Bij ingeschakelde funktie Form Tear Off ON, druk dan de toets (TOF/QUIET) in en druk op FORM FEED om het papier naar boven te bewegen, of LINE FEED om het papier naar beneden te bewegen. Zo beweegt u het papier in kleine stapjes (1⁄144 inch) om het zeer exact te kunnen positioneren. Het aantal stappen naar beneden is beperkt om mogelijke papierstoringen te voorkomen. De onderste rode lijn op de papierbeschermer geeft de regel aan waarop de afdruk gemaakt wordt. Nadat u het papier correct heeft gepositioneerd, drukt u de toets (TOF/QUIET) in om de gekozen instelling op te slaan in het geheugen van de printer, totdat u deze weer wilt veranderen.
Onderste afdrukregel
Wanneer de funktie Form Tear Off niet is geaktiveerd kunt u het papier correct positioneren met behulp van de draaiknop. Druk daarna op de (TOF) toets. (Het (SEL) lampje moet uit zijn). Ook hier is de onderste rode lijn op de papierbeschermer weer uw hulpmiddel.
☞
NB. Zorg ervoor, dat het papier zich altijd onder de aandrukarm bevindt. Als u het lager zou plaatsen, dan loopt het zeker vast tegen de aandrukarm en veroorzaakt een storing.
H – 11
Papier kort afscheuren De afscheurmogelijkheid maakt het gebruik van uw printer nog eenvoudiger. Wanneer u kettingpapier (of formulieren) gebruikt via de achterinvoer van de printer kunt u een bedrukte pagina gemakkelijk afscheuren zonder papierverlies of de noodzaak, de printer opnieuw in te stellen. Om deze funktie te aktiveren moet u de Menu Select mode kiezen en de funktie (FORM TEAR OFF) op ON zetten. (Deze funktie bevindt zich in de groep Vertical Control). Stel de bovenmarge in zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. Wanneer de (TOF/ QUIET)-toets wordt losgelaten, beweegt het papier van de afdrukpositie naar de afscheurpositie; de bovenkant van het formulier komt in één lijn met de afscheurrand op de printer.
☞
NB. U kunt de afdrukpositie op elk gewenst ogenblik controleren. Druk de (SEL) toets in om de printer OFF-LINE te zetten, en druk daarna de (TOF/ QUIET) toets in. Het papier zal dan naar de afdrukpositie terugkeren tot u de toets weer loslaat.
De pagina blijft in de afscheurpositie staan totdat de printer afdrukgegevens krijgt vanuit de computer. Enkele sekonden na het afdrukken beweegt het papier zich dan weer naar de afscheurpositie en kan gemakkelijk worden afgescheurd nadat u de doorzichtige kap heeft opengeklapt.
Afscheurrand
Doorzichtige kap geopend
☞
NB. Sommige applicatieprogramma’s, zoals high-res grafische programma’s, onderbreken soms even het zenden van data naar de printer. Wanneer deze onderbreking langer dan 2 sekonden duurt, beweegt het papier naar de afscheurpositie totdat opnieuw data worden ontvangen. Er gaan dan weliswaar geen data verloren, maar de extra papierbeweging kan tot ongelijkmatige afdrukken leiden. In dat geval moet u de afscheurfunktie uitschakelen. Dat geldt ook voor het bedrukken van etiketten of meervoudige formulieren.
H – 12
Papier in parkeerstand zetten Bij dit type printer kan eenvoudig worden omgeschakeld van kettingformulieren naar losse vellen en terug. Via een druk op een toets kunt u kettingformulieren parkeren. Omschakelen van kettingformulieren naar losse vellen 1.
Scheur eventueel al bedrukte pagina’s af.
2.
Druk op de toets (PARK). De kettingformulieren zullen naar achter worden getrokken.
3.
Duw de papierhendel naar achter (stand losse vellen) en voer een los vel papier in zoals in het betreffende hoofdstuk beschreven.
Omschakelen van losse vellen naar kettingformulieren 1.
Duw de papierhendel naar voren (stand kettingformulieren).
2.
Haal de aandrukarm naar voren om de kettingformulieren in te voeren in de printer.
3.
Duw de aandrukarm weer naar achteren en stel indien nodig de bovenmarge opnieuw in.
H – 13
Papierstoringen verhelpen Mocht zich een papierstoring voordoen tijdens het transporteren van kettingformulieren of losse vellen, ga dan als volgt te werk om het papier op de juiste wijze te verwijderen en het papier opnieuw goed in te voeren.
☞
H – 14
1.
Schakel de printer uit.
2.
Open de afdekklep en zet de afdrukkop zover mogelijk naar achteren.
3.
In het geval u met kettingformulieren werkt, scheur dan het papier ter hoogte van de push-tractor af.
4.
Als het papier is vastgelopen bij de lintbeschermer, duw dan voorzichtig de afdrukkop weg van de plaats waar de storing is opgetreden; zorg ervoor dat zich geen papier bevindt tussen de lintbeschermer en de papierrol. DENK ERAAN DAT DE AFDRUKKOP ZEER HEET KAN ZIJN! Verwijder het overige papier uit het voorste gedeelte van de printer door middel van de papiertransportknop. Is de storing opgetreden voor de lintbeschermer, draai dan zolang aan de papiertransportknop dat het papier in de invoerrichting wordt teruggevoerd.
5.
Maak de papierbaan vrij en controleer of zich nergens in de papierbaan of in de rest van de printer nog papierresten bevinden.
6.
Stel de afdrukkop weer in op de gewenste stand.
7.
De printer is nu weer gereed voor gebruik.
Let op! Controleer of de doorzichtige lintbeschermer op de cassette niet is verschoven tijdens het weghalen van de papierresten. Is dat het geval, dan de lintcassette even uit de printer halen, de beschermer goed vastszetten en de cassette opnieuw plaatsen.
Een zelftest uitvoeren Zodra u de inktlintcassette heeft geïnstalleerd en papier heeft ingevoerd, kunt u de printer twee automatische testprogramma’s laten afwerken. Hiermee kunt u controleren of de printer correct werkt. Houd de toets (TOF/QUIET) ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. De printer zal nu een voorbeeld van het ingestelde lettertype afdrukken.
☞
NB. Hiervoor gebruikt de printer de volle breedte van de papierrol; zorg ervoor dat breed papier is geïnstalleerd.
Houd de toets (LINE FEED) ingedrukt terwijl u de printer inschakelt.
De printer zal nu korte voorbeelden van alle beschikbare lettertypes afdrukken. Indien u één van beide zelftestprogramma’s wilt onderbreken, druk dan op de toets (MODE). De printer keert dan terug naar de stand On-line en het lampje SELECT zal oplichten.
H – 15
Technische gegevens Afdrukmethode Afdrukkop
Impact dot-matrix 9 naalden
Afdruksnelheid super-sneldruk (SSD) sneldruk (HSD) utility NLQ
360 tekens per sekonde (12 tpi) 300 tekens per sekonde (10 tpi) 250 tekens per sekonde (10 tpi) 62,5 tekens per sekonde (10 tpi)
Tekens per regel bij 10 tpi bij 12 tpi bij 17 tpi bij 20 tpi
ML320 80 96 137 160
Betrouwbaarheid MTBF MTTR Levensduur afdrukkop Levensduur inktlint
5000 uur (25% belasting, 35% zwarting) 15 minuten 200 miljoen karakters 3 miljoen tekens
Elektrische gegevens Voltage Frequentie
H – 16
ML321 136 163 233 272
220/230 VAC, + 6 /- 10% 240 VAC, ± 10% 50/60 Hz, ± 2%
Interfaces
Centronics parallel standaard RS-232C serieel (optie) RS-422A serieel (optie)
Afmetingen en gewicht Breedte Diepte Hoogte Gewicht
ML320 398 mm 345 mm 116 mm 8,4 kg
ML321 552 mm 345 mm 116 mm 10,1 kg
Papierspecifikaties Papierbreedte
Kettingformulieren Enkelvoudig: Gewicht Dikte
45-90 gr/m2 0,051 - 0,124 mm
Meervoudig zelfkopiërend: Gewicht Dikte Aantal doorslagen
24-41 gr/m2 0,36 mm max. Origineel + 3 kopieën
Meervoudig met carbon: Gewicht (papier) Idem (carbon) Aantal doorslagen Totale dikte
37,5-45 gr/m2 24 gr/m2 Origineel + 3 kopieën 0,36 mm max.
Losse vellen enkelvoudig Gewicht Dikte
45-90 gr/m2 0,015-0,124 mm
Enveloppen Gewicht Dikte Afmetingen
Karton Gewicht Dikte Afmetingen
☞
ML320 76,2 - 254 mm ML321 76,2 - 406,4 mm
90 gr/m2 0,406 mm max. 165 x 92 mm 225,4 x 98,4 mm 241,3 x 104,8 mm
163 gr/m2 0,20 mm max. 127 x 203 mm max.
NB. alleen met gebruik van bodem-invoer H – 17
Etiketten Dikte Breedte drager
☞
NB. alleen met gebruik van bodem-invoer. Gebruik geen textiel-etiketten, druk niet aan de randen of perforatie van de etiketten.
Projektiefolies Dikte Afmetingen (technische wijzigingen voorbehouden)
H – 18
0,28 mm max. 208,3 mm max.
0,1 mm max. 210 x 297 mm max.