Vakantieparticipatie De vakantieparticipatie geeft het percentage van de Nederlandse bevolking weer dat in het onderzoeksjaar minstens één keer op vakantie is geweest. In de vorige eeuw is de vakantieparticipatie, met name in de jaren zestig en zeventig, jarenlang gestaag toegenomen. Het afgelopen decennium is deze gestabiliseerd tussen de 80% en 82%. De totale vakantieparticipatie is de afgelopen vijf jaar vrijwel jaarlijks licht gestegen, enkel in 2009 gingen er minder Nederlanders op vakantie dan het jaar ervoor. De totale vakantieparticipatie is het afgelopen jaar opnieuw licht gestegen (+0,25%) ten opzichte van 2009 en met een percentage van 81,5% weer bijna op hetzelfde niveau als in 2008.
“Vakantieparticipatie licht gestegen”
Nederlander minder op vakantie in 2010 Recent resultaat uit Continu Vakantie Onderzoek Door: Irene Viergever
Welke invloed heeft de opkrabbelende economie op het vakantiegedrag van de Nederlanders in 2010 gehad? Welke bestemmingen in binnen- en buitenland waren het populairst en gingen we, evenals in 2009, steeds langer en verder op vakanties? Allemaal vragen waar het ContinuVakantieOnderzoek antwoord op geeft. Eind november presenteerden Ad Schalekamp en Kees van der Most de jaarresultaten 2010 aan een select gezelschap. Natuurlijk was de redactie van NRIT Magazine uitgenodigd.
28
nritmagazine
Het aantal Nederlanders dat zowel in binnen- als buitenland op vakantie gaat laat een kleine stijging zien ten opzichte van voorgaande jaren. Opvallend is dat het aantal Nederlanders dat enkel naar het buitenland gaat het afgelopen jaar is gestegen, terwijl het aantal Nederlanders dat enkel in eigen land vakantie viert juist daalde. In 2009 was dit precies andersom: een daling van enkel buitenlandse vakanties tegenover een stijging van enkel binnenlandse vakanties. Dit is een gevolg van de opkrabbelende economie, waardoor mensen weer vaker naar het buitenland op vakantie kunnen. Aantal vakanties Voor het eerst in vijf jaar is het aantal vakanties in 2010 licht afgenomen, ondanks de lichte economische groei. Dit in tegenstelling tot de toenemende vakantieparticipatie. Dit betekent dat meer Nederlanders op vakantie zijn gegaan, maar het totaal aantal vakanties die ze hebben ondernomen, is afgenomen. In totaliteit hebben de Neder-
20 Zeeland Friesland
15
Zuid-Holland
10
Utrecht
5
Groningen
Figuur 1
Vakantieparticipatie, 2006-2010
Flevoland
0
500
90% 80,5%
1.000
80,7%
81,6%
81,3%
1.500
2.000
2.500
0
81,5%
80%
“Minder vakanties”
70% 60%
18
50% 40% 30,9%
31,4%
32,8%
33,0%
33,3% 27,4%
28,4%
16 27,6%
28,7%
28,4%
30%
22,2%
14
20%
20,0%
20,7%
19,8%
2006
10% 0%
20,9%
12 Totaal
Binnen- buitenland
2007
Alleen buitenland
2008
Alleen binnenland
2009
10
Bron: NBTC-NIPO Research, CVO
2010
8
1.000
landse vakantiegangers in 2010 zo’n 36,1 miljoen vakanties genoten, wat een daling betekent van 0,82% ten opzichte van voorgaand jaar. Dit wordt volledig veroorzaakt door de daling van de vastestandplaatsvakanties (-7,8%). Het aantal toeristische vakanties steeg met 100.000 naar 31,4 miljoen. Nederlanders gingen afgelopen jaar gemiddeld 2,84 4.000 keer op 5.000 vakantie.6.000 Dit aantal 2.000 3.000 7.000 is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar. Toen lag dit aantal nog op 2,88.
6
“Afname binnenlandse vakanties”
4 2
Figuur 2
Vakanties van Nederlanders naar bestemming, 2006-2010 (x 1 mln.)
8.000
0
40 35,9% 35,2%
35
Verhouding binnenland - buitenland Het aantal buitenlandse vakanties is de afgelopen drie jaar vrijwel gelijk gebleven, terwijl het aantal binnenlandse vakanties een schommeling heeft doorgemaakt. 2009 was een economisch minder jaar, waardoor vakantiegangers liever een aantal keer in het binnenland op vakantie gingen in plaats van een lange vakantie in het buitenland.
34,5%
36,4%
36,1%
30
25
20
17,6%
18,5%
18,4%
16,8%
18,4%
17,8%
17,6%
17,5%
18,0%
17,7%
15
Het totaal aantal buitenlandse vakanties ligt sinds 2007 hoger dan het aantal binnenlandse, zo ook in 2010. Het aantal buitenlandse vakanties is met 18,4 miljoen gelijk gebleven. In 2010 had 50,9% van het totaal aantal vakanties een buitenlandse bestemming. Het aantal binnenlandse vakanties 500daalde van1.000 2.000 18,0 miljoen1.500 in 2009 naar 17,7 miljoen in 2010.
10
5 2006
2.500
0
2007 Totaal
Buitenland
2008
Binnenland
2009
Bron: NBTC-NIPO Research, CVO
2010
nritmagazine
29
00
voort uit de vakantiebestedingen in het buitenland, wat gezien de stagnatie van het aantal buitenlandse vakanties betekent dat de gemiddelde besteding in het buitenland gedaald is ten opzichte van 2009.
Figuur 3
Bestedingen aan vakanties, 2006-2010 (in mld. €)
18 16 14
15,3
15,1
15,0
13,8 13,0
Internet Bij zowel de binnenlandse als de buitenlandse vakanties wordt 69% van de vooraf geregelde vakanties via internet geregeld, een stijging van 8% ten opzichte van 2009. In 2010 werden 18,5 miljoen vakanties via internet geboekt. Met name de telefonische boekingen maken een sterke daling door van 6%.
12,6 12,3
12
12,2
11,1 10,4
10 8 6 4 2,6
2,7
2,7
2,8
2,8
2 2006
0
8.000
40
Totaal
Bron: NBTC-NIPO Research, CVO
Buitenland
Binnenland
2007 2008 2009 2010
35
Vakantieduur Door de groeiende economie zien we dat het aantal lange vakanties (8 dagen of meer) weer toeneemt ten opzichte van 2009. Dit geldt voor zowel het binnenland als het buitenland. De grootste daling is evenwel te zien in het aantal korte buitenlandse vakanties (-2,8%).
30
25
20
15
Vakantie-uitgaven In 2010 werd door alle Nederlandse vakantiegangers tezamen 15 miljard euro aan vakanties uitgegeven, zo’n 100 miljoen minder dan in 2009 (-0,7%). In 2008 was nog sprake van een forse groei in de vakantiebestedingen. De totale vakantiebestedingen liggen ondanks deze daling nog steeds hoger dan in de jaren voor 2008.
10
5
0
2.500
De vakantiebestedingen in het binnenland zijn met 2,8 miljard constant gebleven ten opzichte van 2009. De totale daling komt
30
nritmagazine
Binnenlandse vakantiemarkt Het aantal binnenlandse toeristische vakanties neemt 1% toe ten opzichte van 2009 en komt daarmee op 14 miljoen vakanties. De daling in het aantal binnenlandse vakanties komt voort door de afnemende populariteit van vastestandplaatsvakanties. Wat betreft de toeristische vakanties kan geconcludeerd worden dat hotelvakanties sinds 2006 vrijwel elk jaar stijgen in populariteit. Het aantal hotelvakanties is het afgelopen jaar met 6% gestegen, waardoor het aantal hotelvakanties uitkomt op 3,3 miljoen. In het aantal bungalow- en kampeervakanties is een flinke daling te zien van respectievelijk 5% en 3%.
“Uitgaven aan vakanties blijven dalen” De Nederlandse Noordzeebadplaatsen staan al vijf jaar op plaats een van de meest populaire toeristengebieden van Nederland, al is er wel een daling van 5% te zien in het aantal vakanties ten opzichte van 2009. De grootste daling in populariteit is terug te zien in het aantal vakanties naar het toeristengebied Oost-Brabant, Noord- en Midden Limburg en Rijk van Nijmegen (-12%). Het aantal vakanties in Zuid-Limburg (plaats 8)
6 4 2
en het Deltagebied (plaats 10) zijn het afgelopen jaar gestegen met gemiddeld 4,5%. Nederlanders blijken het liefst in Gelderland vakantie te vieren en bijna 13% van de vakanties vindt dan ook plaats in deze provincie. Limburg is ook erg populair. Deze zuidelijke provincie heeft een marktaandeel van 11,6%. Flevoland is, mede vanwege de geringe oppervlakte, het minst populair bij vakantievierend Nederland.
Binnenlandse vakanties van Nederlanders naar provincie, 2010 (x 1.000) 0
1.000
2.000
4.000
5.000
6.000
Gelderland
7.000
Figuur 4 0
8.000
40
2.216
2.057
Limburg Noord-Holland
35
1.582
30
Noord-Brabant
1.454
Drenthe
25
1.371
1.225
Overrijsel
20 1.090
Zeeland Friesland
“Noordzeebadplaatsen en Gelderland nog steeds populairste bestemmingen”
3.000
15
1.000
Zuid-Holland
989
10
Utrecht
391
Groningen
5
355
271
Flevoland 0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
0
90% Bron: NBTC-NIPO Research, CVO
Buitenlandse vakantiemarkt De Nederlandse vakantiegangers hebben in totaal 18,4 miljoen buitenlandse vakanties genoten, wat noch een daling noch een stijging is ten opzichte van vorig jaar. Er is wel een toename van 2% te zien in de buitenlandse vakantieparticipatie, wat betekent dat 61,7% van de Nederlanders het afgelopen jaar in het buitenland op vakantie is geweest. Wat betreft de bestedingen in het buitenland is er een daling van 1% te zien ten opzichte van vorig jaar en de Nederlandse vakantiegangers geven ongeveer 12,2 miljard euro uit tijdens hun vakanties in het buitenland. Buurland Duitsland blijft het meest populaire vakantieland, ondanks de daling van 300.000 vakanties in het afgelopen jaar. Na Duitsland zijn Frankrijk en België het meest populair bij de Nederlandse vakantieganger. Het aantal intercontinentale en Middellandse Zeevakanties zijn het afgelopen jaar beide gestegen, met respectievelijk 10% en 4%. Vliegvakanties worden steeds populairder en dit type vakantie is in 2010 dan ook met
80% 70% 60%
5% toegenomen. Er50% is een daling van 1% te zien in de autovakanties, wat resulteert in 40% 10 miljoen autovakanties in 2010. 30%
Hotel- en motelvakanties zijn in het buitenland verreweg het meest populair. In 2010 20% hebben 7,2 miljoen hotel- en motelvakanties van Nederlanders plaatsgevonden, een 10% lichte stijging ten opzichte van voorgaand 0% jaar. Het aantal bungalowvakanties is met 5% gedaald. In 2010 hebben Nederlanders 1,8 miljoen bungalowvakanties in het buitenland doorgebracht. Strandvakanties en steden- cultuurvakanties blijven bij de Nederlandse vakantieganger het meest populair wanneer men een buitenlandse vakantie onderneemt. Het aantal strandvakanties is zelfs met 3% gestegen, wat betekent dat er in totaal 3,1 miljoen strandvakanties genoten zijn. Rondreizen groeien ook in populariteit, terwijl winter-
nritmagazine
31
sport steeds minder populair wordt. Reden hiervoor zijn de stijgende prijzen van de voorzieningen op de wintersportlocatie. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de vakantiemarkt stabiliseert door de economische crisis. Het aantal toeristische vakanties is stabiel (+0,5), terwijl we een sterke daling zien in het aantal vastestandplaatsvakanties (-7%). De groei van internet als boekingswijze zet onverminderd door en het afgelopen jaar heeft dan ook 69% van de totale vakanties via deze boekingswijze plaatsgevonden. Binnenlandse vakanties Het aantal binnenlandse vakanties is gedaald met 250.000 vakanties naar 17,7 miljoen, wat een daling van 1% betekent. Zowel de korte vakanties als de lange vakanties zijn met 1% gedaald. Wat betreft de toeristische vakanties groeien vooral de hotelvakanties in populariteit. We zien dan ook een groei van 6%. De Noordzeebadplaatsen en de Veluwe blijven de belangrijkste toeristische regio’s in Nederland. De vakantiebestedingen zijn stabiel gebleven. Buitenlandse vakanties Het aantal buitenlandse vakanties is met 18,5 miljoen gelijk aan 2009. Het aantal korte vakanties is met 3% gedaald, terwijl het aantal lange vakanties met 2% is toegenomen. Er is een grote groei te zien in het aantal vliegtuigvakanties, terwijl het aantal autovakanties juist met 3% is gedaald. Ook in het buitenland groeit het aantal hotelvakanties. Binnen Europa zijn Turkije(+18%) en Groot-Brittannië (+12%) de belangrijkste stijgers. Ook het aantal vakanties naar het Middellandse-Zeegebied en verre reizen zijn het afgelopen jaar gestegen. De buitenlandse bestedingen zijn met 100 miljoen euro gedaald (-1%). •
Hotel / motel
16
2.003
Bungalowpark
1.805
Familie / vrienden
14
1.591
Caravan
12
1.063
Tent
10
992
8
Woning particulier
857
losse bungalow
857
6
Stacaravan
742
4
Pension / B&B 543 Camper
2
254 0
GelderlandCVO Bron: NBTC-NIPO Research, Limburg
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
0 40
35
Noord-Holland 30
Noord-Brabant Drenthe
25
Overrijsel
20
Zeeland Friesland Zuid-Holland Utrecht Groningen Flevoland 0 90% 80% 70% 60% 50% 40%
20% 10%
nritmagazine
18
7.210
Appartement
30%
32
Figuur 5
Buitenlandse vakanties van Nederlanders naar type accommodatie, 2010 (x 1.000)
0%
Het ContinuVakantieOnderzoek 2010 15 Om inzicht te krijgen in het vakantiegedrag van Nederlanders voert NBTC-NIPO vier maal per jaar een grootschalig onder10 zoek uit onder 6500 Nederlanders, waarin de respondenten wordt gevraagd naar het vakantiegedrag in de afgelopen drie 5 maanden. Het ContinuVakantieOnderzoek is een panelonderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een voor de 0 Nederlandse bevolking representatief panel. Onder 500 1.000 1.500 2.000 2.500het woord vakantie wordt in het CVO het volgende verstaan: ‘Elk verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met tenminste één overnachting verstaan. Het gaat daarbij om zowel binnenlandse als buitenlandse vakanties. Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt hier niet mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren. Vakanties waarbij wordt overnacht in een eigen vakantieaccommodatie worden wel meegeteld in het onderzoek. Het onderzoeksjaar loopt bij het CVO van oktober tot en met september.