“Nederland als netwerk: Munt slaan uit grenzeloos samenwerken”
Congres Verslag
@LCB_2013 #LCB
Inhoudsopgave Inleiding blz. 3 LCB weblogs blz. 4 Donderdag 16 mei Lezingen Tafeldiscussie Standhouders Workshops Ronde 1 Ronde 2 Grind Advies
blz. 6 blz. 7 - 9 blz. 10 - 11 blz. 12 blz. 13 blz. 14 - 21 blz. 22 - 28 blz. 29 - 36
Vrijdag 17 mei Lezingen Workshops Ronde 1 Ronde 2
Brasz-scriptieprijs blz. 60 Sprekers presenten blz. 61 Partners blz. 62 Subsidiënten blz. 63 Vooruitzicht LCB2014 blz. 64 Dankwoord blz. 65 Comité van Aanbeveling blz. 66
Colofon Landelijk Congres der Bestuurskunde KvK-nummer: 28087930 Burgemeester Oudlaan 50 Kamer M 5-26 3062 PA Rotterdam e-mail:
[email protected]
2
blz. 39 blz. 40 - 41 blz. 43 blz. 44 - 51 blz. 52 - 59
Erasmus Universiteit Faculteit der Sociale Wetenschappen Opleiding Bestuurskunde Vormgeving: LCB bestuur 2013 Uitgave: digitaal
Inleiding Bij deze presenteren wij u het verslag van het Landelijk Congres der Bestuurskunde 2013. De organisatie kijkt met veel plezier en trots terug op twee geweldig leuke dagen en een zeer leerzaam jaar. We hebben veel positieve reacties ontvangen op het congres en voor zover dat mag als verantwoordelijk bestuur: zouden we editie 2013 graag tot een succes uit willen roepen. Via de LCB-website zijn reeds foto’s en filmpjes* verspreid, maar voor wie het leuk vindt om meer inhoudelijke herinneringen op te halen van de twee congresdagen, leest u dan dit verslag. Mocht u na het lezen van dit verslag met weemoed terugkijken of leest u dit verslag maar bent u zelf niet bij de twee dagen aanwezig geweest: volgend jaar mei vindt er weer een nieuwe editie plaats in Den Haag. Het nieuwe bestuur staat al in de startblokken en mocht u leuke ideeën hebben voor het Landelijk Congres der Bestuurskunde 2014 schroom dan niet om contact te zoeken. Namens het bestuur, Tijs Heunks Voorzitter
* Filmpje sfeerimpressie LCB2013 (link) Filmpje interviews sprekers LCB2013 (link)
3
LCB Weblogs Naar aanleiding van het LCB zijn diverse weblogs geschreven. Naast de weblogs die op uitnodiging voor het LCB geschreven zijn, hebben een aantal correspondenten van re.Public weblogs geschreven over het LCB. Door op de onderstaande titels te klikken wordt u doorverwezen naar de internetpagina waar u de weblog kunt lezen. LCB- weblogs: ‘Is Nederland bang voor netwerken?’ - door Prof. Dr. Ing. Geert R. Teisman (Erasmus Universiteit Rotterdam) ‘Sterker door grenzeloos samenwerken’ - door Marit Maij (Tweede kamerlid PvdA) ‘Kijk eens breder dan alleen bedrijfsmatig’ - door Laurens Zwaan (Organisatieadviseur) ‘Flexibilisering in tijden van crises’ - door Peter Beerten (Voorzitter Alumni Nyenrode Kring Interim Management) ‘Naar een reflexieve overheid’ - door dr. Peter Scholten (Erasmus Universiteit Rotterdam) ‘Samenwerking ja, superstaat nee!’ - door Peter van Dalen (Europarlementariër CU) ‘De gemeente: samenwerken over de grenzen van gemeenschappen heen’ door Pieter Jeroense (Gemeentesecretaris Alphen a/d Rijn) ‘De jonge gemeente als verbindende factor’ - door Teun Groenen, Willem van Santen en Bart-Jan Schokking (Adviseurs Peak & Valley) ‘Samenwerken als dynamisch antwoord op complexe problemen’ - door Annemarie Jorritsma (Voorzitter VNG en burgemeester Almere) ‘Meten is weten’ - Interview met Pascal Ramaekers (Statistisch onderzoeker bij het CBS) Weblogs door re.Public: ‘Netwerken voor een betere wereld’ - Door Alexandra Ekkelenkamp ‘Netwerken van nul tot nu’ - door Gideon Peters ‘Nederland als netwerk: munt slaan uit grenzeloos samenwerken’ - door Mariska Pastoors Verslag 16 mei door re.Public: ‘Thorbecke blijft bouwmeester, maar de vloeren kraken’ - door Rianne Waterval
4
5
Donderdag 16 mei “Grenzeloos samenwerken in nationaal perspectief” Op 16 mei, de eerste dag van het congres, stond centraal hoe ‘binnen Nederland’ vernieuwend samengewerkt kan worden. Actuele thema’s zoals gemeentelijke samenwerking, de provinciefusie en publiek - private samenwerkingsverbanden zijn op deze dag onder de loep genomen. Onder leiding van Joost Eerdmans spraken Gert-Jan Buitendijk, Marco Pastors en Mark van Twist over bestuurlijke vernieuwing, samenwerkingsverbanden in Nederland en overheidssturing in de netwerksamenleving.
6
Lezingen
7
Lezingen De eerste dag van het Landelijk Congres der Bestuurskunde 2013 wordt geopend door Tijs Heunks, de voorzitter van de congresorganisatie. Tijdens de inleiding geeft hij een korte terugblik op de organisatie en vertelt hij hoe het bestuur tot het thema is gekomen. Voordat hij het woord overdraagt aan Joost Eerdmans, vraagt hij hem of hij nu echt lijsttrekker wordt van Leefbaar Rotterdam. Joost Eerdmans bevestigd noch ontkent deze geruchten. Na de introductie door Joost Eerdmans begint de eerste lezing door Gert-Jan Buitendijk, directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, die minister Plasterk vervangt. Minister Plasterk is verhinderd te spreken in verband met zijn bezoek aan de begrafenis van Helmin Wiels op Curaçao. In de lezing gaat Gert-Jan Buitendijk in op de huidige bestuurlijke veranderingen in Nederland. “Het huis van Thorbecke blijft richtinggevend maar is toe aan een opknapbeurt”, hiermee verwijst Gert-Jan Buitendijk naar de toenemende bestuurlijke druk, bezuinigingen en de toenemende verwachtingen en eisen van de burger. Buitendijk gaat verder in op de decentralisaties en bezuinigingen bij de overheid en de gevolgen daarvan voor het openbaar bestuur. Er wordt niet alleen voor 20 miljard euro aan taken overgeheveld naar de gemeenten, daarnaast wordt er ook nog eens voor 5 miljard euro bezuinigd. Om de taken bij de gemeenten op voldoende niveau te blijven faciliteren wil minister Plasterk graag dat kleinere gemeenten samengaan tot grotere gemeenten. Buitendijk wijst hierin echter het Deense model af waarbij veel gemeenten gefuseerd zijn: “Nederland is Denemarken niet”. Voor de toekomst verwacht Buitendijk niet alleen een grotere rol voor gemeenten maar ook een toenemende rol voor de provincies. Ook binnen de provincies is opschaling niet uitgesloten, neem bijvoorbeeld de voorgenomen fusie tussen Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Hoewel deze provinciefusie vooral vanuit het Rijk opgelegd wordt benadrukt Buitendijk dat dit een uitzondering is en dat samenwerking vooral op vrijwillige basis zal moeten plaatsvinden. *Een uitgebreider verslag van de speech van Gert-Jan Buitendijk vindt u in de PM van Juni 2013, blz. 11(PM is een uitgave van SDU uitgevers)
8
Van de bestuurlijke visie op samenwerking binnen het ministerie van BZK ging de tweede lezing over een praktisch voorbeeld van samenwerking, het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). In deze lezing ging Marco Pastors, directeur van het NPRZ, in op de vraag hoe in het programma munt geslagen wordt uit samenwerking. Het NPRZ richt zich op de aanpak van sociale vraagstukken op Rotterdam Zuid. Om deze vraagstukken het hoofd te bieden wordt er met verschillende partijen samengewerkt. Een voorbeeld hiervan is de aanpak van jeugdwerkloosheid door actief de samenwerking tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs en tussen onderwijs en gezinssituatie te stimuleren. Naast de kansen voor samenwerking ging Marco Pastors ook in op de oplossingen van verschillende problemen binnen verschillende samenwerkingsverbanden. Na de lezing van Marco Pastors volgde de lezing van Mark van Twist. Mark van Twist begon zijn lezing met een verwijzing naar de recente affaire rond de uitkeringsfraude door Bulgaren als voorbeeld van een ongewenste manier van munt slaan uit grenzeloos samenwerken. Naast de “Bulgaren kwestie” ging hij in op verschillende praktijkvoorbeelden van samenwerkingsverbanden en wat de grenzen daarvan waren. In zijn lezing benadrukte Mark van Twist dat de overheid door bureaucratische regels het vaak moeilijker maakt dan nodig. Als voorbeeld gaf hij hier een leeszaal in Rotterdam. De leeszaal is een maatschappelijk initiatief opgezet door buurtbewoners en ondernemers om de publieke voorziening van de inmiddels gesloten bibliotheek op te vangen. Door bepaalde richtlijnen mag de leeszaal geen boeken uitlenen. Als oplossing daarvoor mogen de bezoekers boeken meenemen en als het uitkomt terugbrengen. Naast dit verhaal gaf Mark van Twist aan de hand van kleine verhalen verschillende voorbeelden van samenwerkingsverbanden die opgezet zijn buiten de overheid om. Verder ging Mark van Twist in op overheidssturing binnen netwerken, het veranderende paradigma daarop door de jaren heen en hoe burgerparticipatie verandert in overheidsparticipatie.
9
Tafeldiscussie
10
Aan het eind van de eerste congresdag vond de tafeldiscussie plaats onder leiding van Herman van Gunsteren. Naast de tafelheer namen Marc Chavannes (Politiek columnist bij NRC en hoogleraar journalistiek), Katherine Diaz (gezinsmanager Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam en Jonge Ambtenaar van het jaar 2013) en Marco Florijn (Wethouder gemeente Rotterdam) plaats aan de tafel. De heer Van Gunsteren was ook bij het ochtendprogramma aanwezig om te kijken welke vragen onder de bezoekers speelden en deze tijdens de tafeldiscussie voor te leggen aan de tafelgasten. Tijdens de terugblik op de dag concludeert Herman van Gunsteren dat samenwerking niet altijd stabiel is. Tijdens de discussie legde Herman van Gunsteren de tafelgasten allemaal een vraag voor waar zij later op konden antwoorden. Zo vroeg hij Katherine Diaz of jongeren wel welkom zijn in de publieke sector. Als antwoord op deze vraag geeft Katherine aan dat jongeren nodig zijn om het anders te doen. Maar wanneer je kijkt naar de jeugdwerkloosheid lijken ze echter niet welkom te zijn. Naast de positie van jongeren in de publieke sector werd ook ingegaan op het werk van Katherine binnen jeugdzorg en hoe zij tegen de verschillende samenwerkingsverbanden aankeek. De afschaffing van deelgemeenten kwam vervolgens aan de orde, in Rotterdam valt dit onder de portefeuille van Marco Florijn. Als reactie op de afschaffing van deelgemeenten vroeg Marc Chavannes zich af of het afschaffen van de democratisch verkozen deelgemeenteraden geen vriendjespolitiek met zich meebrengt. Marco Florijn is van mening dat dit niet zal gebeuren en vindt dat de stad Rotterdam juist beter wordt door afschaffing van de deelgemeenten. Daarnaast geeft hij aan dat angst in de samenleving leidt tot teveel protocollen wat samenwerking juist in de weg kan staan. Ook geeft hij aan hoe controledrang bij de overheid en politiek van invloed kan zijn binnen het bestuur.
11
Standhouders Stichting Burger (website) Bezoekers konden via de praatpaal van Stichting Burger reageren op de stelling “Heeft niet elke vorm van samenwerking zo zijn grenzen?”
Adviestalent (website) Bij de stand van Adviestalent konden de bezoekers informatie krijgen over werken bij Adviestalent.
Gemeente Rotterdam (website) De gemeente Rotterdam was aanwezig op het LCB2013 om de bezoekers informatie te geven over de mogelijkheden van traineeships bij de gemeente.
Aethon Publica (website) Aethon Publica was op het congres aanwezig om bezoekers informatie te geven over de mogelijkheden van werken bij Aethon Publica.
12
Foto’s standhouders door Stichting Burger (website)
Workshops Workshopronde 1 (13:00 - 14:15) Davied van Berlo Dröge & van Drimmelen Geerling & Geerlings Lysias Consulting Group Ministerie van BZK i.s.m. Kracht in Nederland Nederlandse School voor Openbaar Bestuur Raad voor het openbaar bestuur Tilburgse School voor Politiek en Bestuur
blz. 14 blz. 15 blz. 16 blz. 17 blz. 18 blz. 19 blz. 20 blz. 21
Workshopronde 2 (14:45 - 16:00)
Algemene Rekenkamer blz. 22 Rijkswaterstaat - Project NWO blz. 23 Alumni Nyenrode-kring Interim Management blz. 24 Kennisalliantie blz. 25 Kennisland blz. 26 Montesquieu Instituut blz. 27 Peak & Valley blz. 28
13
Workshopronde 1 Wij, de overheid. Cocreatie in de netwerksamenleving Davied van Berlo
De workshop van Davied van Berlo sloot goed aan bij de sprekers van die ochtend, in het bijzonder bij de lezing van Mark van Twist. Davied van Berlo beschreef met behulp van een ingewikkelde, maar overzichtelijke prezie hoe de samenleving steeds meer vernetwerkte en hoe de overheid hierbij kan aansluiten. De ongeveer 25 deelnemers gingen in de loop van de workshop steeds meer het elkaar in discussie over hun rol bij de overheid en hoe zij netwerken zagen. Men zag, net als Van Berlo, een verschuiving naar overheidsparticipatie: burgers nemen eigen verantwoordelijkheid en gebruiken hun eigen netwerk. De overheid draagt hier aan bij en is niet persé de initiatiefnemer. Discussies betroffen wat dit doet met de legitimiteit van de overheid en hoe realistisch zo een dergelijke bottom-up verandering is.
14
De geheimen van het Binnenhof Frans van Drimmelen
Met de intrigerende titel “De geheimen van het Binnenhof” werd deze workshop door ongeveer 35 mensen bezocht, om meer te weten te komen over lobbyen op het Binnenhof. Of specifieker gezegd over corporate communication & public affairs waar Dröge en van Drimmelen in gespecialiseerd is. Wat moet een goede lobbyist weten van Den Haag? Allereerst dat transparantie over werkwijzen erg belangrijk is, maar ook dat groot politiek besef vereist is. En natuurlijk moet contact altijd persoonlijk gelegd worden. In het kort: ken Den Haag. Maar vooral: wees altijd eerlijk, en ga vooral niet na een carriere als lobbyist de belangenbehartiging in! Al snel mondde de workshop uit in een discussie over de ethiek van het lobbyen: welke belangen kunnen wel en niet behartigd worden?
15
Workshopronde 1 Het nieuwe sociaal domein, de burger en de verbinding met de private sector John Geerlings & Will Stoof
De workshop van de Geerling & Geerlings Group werd gegeven door twee vrolijke heren uit Schiedam: John Geerlings en Will Stoof. De workshop betrof uitleg over hun werkzaamheden betreft het ‘Sociale Domein’. Eerst werd er verteld over welke demografische en economische veranderingen het sociale domein dwongen te veranderen en te herstructureren. Men behandelde op een interactieve manier hoe overheden zouden kunnen reageren op deze veranderingen, verschillende innoverende suggesties werden opgeworpen door de heren van de Geerling & Geerlings Group en er was ruimte voor kritische vragen van de workshopdeelnemers.
16
Kruip in de huid van een gemeentebestuurder Marcel Benard en Femke Smulders
De workshop van Lysias bevatte inhoudelijk interessante onderwerpen voor bestuurskundigen van alle leeftijden. Na een korte introductie werd al snel gestart met het interactieve workshopdeel. De workshop was verdeeld in verschillende rondes waarbij de tijd bijgehouden werd door een grote klok op het scherm. Tijdens de verschillende rondes gingen de deelnemers in op de dynamische omgeving van bestuurders en adviseurs binnen gemeenten. Aan de hand van de verschillende rondes konden de deelnemers ervaren wat samenwerking en herindeling binnen gemeenten met zich meebrengt.
17
Workshopronde 1 Maatschappelijke innovatie, een nieuw samenspel Paul Basset, Marenthe de Bruijne en Stefanie Schuddebeurs
Deze workshop ging het over en doe-het-samen-maatschappij. In de workshop werd ingegaan op groepen mensen die het heft in eigen handen nemen en werken aan concrete oplossingen voor maatschappelijke problemen en de eventueel veranderende rol van de overheid hierbij. In de workshop werd er door middel van co-creatie naar een oplossing gezocht voor een maatschappelijk probleem. Er moest tijdens de workshop gezocht worden naar een oplossing voor de leegstand van winkelpanden in een winkelcentrum in Amsterdam. De groep werd hiervoor in twee groepen verdeeld en in beide groepen kregen de deelnemers verschillende rollen (bv. ambtenaar, bakker, burger) toebedeeld. Aan de hand van trends moesten de deelnemers ideeën opschrijven van oplossingen voor het probleem. Aan het einde van de workshop werden er een heleboel creatieve oplossingen voor het probleem gepresenteerd. Deze workshop liet de deelnemers in het klein het proces van co-creatie ervaren.
18
De overheid in de netwerksamenleving
dr. Martin Schulz, dr. Martijn van der Steen en drs. Dominic Schrijer Mark van Twist sprak er in het plenaire gedeelte al over: de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Misschien zou de welbekende participatieladder wel eens omgedraaid moeten worden. Maar is dat wel zo eenvoudig? In de workshop met presentaties van het NSOB werd duidelijk dat de overheid onder het mom van eigen kracht zijn publieke waarde aan het drukken is, maar daarachter toch een dwingende (overheids)kracht zit. De initiatieven van burgers en sociaal ondernemers - ook zonder onderneming - kunnen botsen met de huidige logica van de overheid. De overheid positioneert zich vaak door zich aan de voorkant af te zetten tegen burgerinitiatieven en sociaal ondernemerschap, terwijl zij ze aan de achterkant juist nodig heeft. Met als kernwaarde ambiguïteit, moet - zo stellen de workshopleiders - in de toekomst de discussie over de positie van overheid ten opzichte van sociaal ondernemerschap plaatsvinden. Met oog voor de huidige initiatieven én die uit het verleden.
19
Workshopronde 1 Loslaten in vertrouwen Eva de Best
De workshop begon met een korte inleiding door Eva de Best over haar werkzaamheden bij de Raad van het Openbaar Bestuur. Daarin vertelde zij ook over het onderzoeksrapport ‘Loslaten in vertrouwen’, wat in december 2012 werd uitgebracht. Het rapport gaat over de nieuwe verhouding tussen overheid, markt en samenleving. Tijdens de workshop werd dit rapport toegepast op een casus. In deze casus wilden buurtbewoners een moestuin in het nabijgelegen plantsoen aanleggen. Vervolgens werd er een rollenspel gespeeld tussen de buurtbewoners, het wijkbeheer, het groenbeheer, de Gemeenteraad en het College van B&W om zo de verhouding tussen de verschillende partijen te ervaren.
20
Controversiële beslissingen: kansen voor krachtig bestuur Niels Karsten
Deze workshop van de Tilburgse Universiteit ging over de macht van burgemeesters en wethouders tijdens controversiële beslissingen. In de eerste 15 minuten werd een introductie op het onderwerp gegeven met daarin veel verwijzingen en voorbeelden uit eigen onderzoek naar de huisvesting voor dak- en thuislozen en hoe burgemeesters en wethouders daarover verantwoording afleggen. Vervolgens werd de groep opgedeeld in 3 kleinere groepen, die gezamenlijk een wethouder naar voren moesten schuiven en zelf aan de hand van kaarten een prioriteitenlijst van argumenten moesten samenstellen waarmee zij de keuze van hun locatie zouden verantwoorden tegen over publiek. Tot slot mocht elke groep zijn lijst presenteren en werd door de workshopbegeleider de resultaten besproken. Hieruit bleek dat elke groep een ander publiek had gekozen en argumenten op een andere manier rangschikten.
21
Workshopronde 2 Publieke organisaties en private activiteiten: kansen, dilemma’s en risico’s Diny van Est en Noortje van Willegen
De workshop van de Algemene Rekenkamer werd gegeven door Diny van Est en Noortje van Willegen. Tijdens de workshop werd er uitleg gegeven over de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer, onder andere hoe zij in het politieke en bestuurlijke landschap van Nederland passen en over de dagelijkse werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer. Vervolgens werd er veel verteld over publiekprivate samenwerking en het onderzoek wat de Algemene Rekenkamer hier naar doet. Voor veel deelnemers was het interessant om te horen wat de Algemene Rekenkamer nu eigenlijk doet en met welke vraagstukken zij zich bezig houden.
22
Meedenken en meetekenen - Project NWO Laurens van Tiel en Marlies Langbroek
De regio Rotterdam is een dichtbevolkt gebied met veel zakelijke bedrijvigheid en een leefgebied waar mensen wonen, werken en recreëren. Al deze activiteiten in het gebied zorgen voor overvolle wegen waardoor de bereikbaarheid in het geding komt. De oplossing hiervoor is de aanleg van een nieuwe weg: een weg tussen de A15 en de A20. Maar waar moet deze weg komen? De deelnemers van de workshop waren verdeeld over kleinere groepen. Binnen de groepen hadden deelnemers verschillende rollen. Deze rollen waren de milieudienst, de gemeente, bedrijven, inwoners van de gemeente en de Nederlandse Spoorwegen met allemaal hun eigen belang. De opdracht was om samen een tracé voor de nieuwe weg te vinden. Hieraan waren een aantal randvoorwaarden gesteld. Daarnaast verdedigde iedereen zijn of haar eigen belang. Belangrijk was hierbij dat de keuzes die werden gemaakt ook verantwoord konden worden zodat er uiteindelijk een gezamenlijke keuze gemaakt kon worden.
23
Workshopronde 2 De Next Generation-Y en nieuwe samenwerkingsvormen Peter Beerten - Alumni Nyenrode-kring Interim Management Als een Tsunami zal hij over ons heenkomen; de vergrijzing. Peter Beerten gaf een wakeup call aan een volle workshopzaal. “U aanwezigen bent voor 90% van de generatie Y. Waarom accepteert u datgene wat de generatie X u voorschotelt: dat het allemaal wel los loopt? U zou op de barricade moeten staan!” Aan de hand van het theoretisch model van McKinsey werden de deelnemers in groepjes aan het werk gezet: wat was voor de groep, gerangschikt naar generatie, van groot belang in een organisatie. De grote vraag was in hoeverre de generaties verschillen in hun beeld van de ‘ideale organisatie’. En: hoe gaan we om met de kennis die generatie X met hun pensioen mee lijken te nemen? Het antwoord hierop lijkt het opzetten van een kennisnetwerk. Een netwerk van kenniswerkers die bijdragen aan het primaire proces en daar continu verbetering in aanbrengen.
24
Organiserend vermogen en economische kracht Nico van Buren
Hoe kunnen bedrijven in een sector bewogen worden om samen aan de oplossing van een collectief probleem te werken? Is dit überhaupt mogelijk? Dit waren de hoofdvragen waar de workshop van Kennisalliantie om draaide. Het ging hierbij vooral over de vraag hoe het MKB in de maritieme- en glastuinbouw sector samen de tekorten aan werknemers kunnen oplossen. Wie is eigenlijk de eigenaar van dit probleem? Hoe kan voorkomen worden dat dit individueel wordt opgelost? MKB’s beschouwen deze problemen maar al te vaak als van de overheid, of zijn niet bereid om samen naar een oplossing to te werken. Aan het eind van de workshop kwam er een levendige discussie op gang over de urgentie van het tekort aan arbeidskrachten, alsmede over andere mogelijkheden voor innovatie.
25
Workshopronde 2 Tijd voor een nieuwe generatie ambtenaren! Thomas van Andel - Kennisland Als eerste wilde Thomas kennis maken met de groep. Dit deed hij door studenten te scheiden van de professionals, door vragen te stellen aan de groep die beantwoord werden door op een plek in het lokaal te gaan staan. Daarna maakte hij ook onderscheid in opvattingen over de overheid, zodat een aantal deelnemers aan het woord kwamen om hun mening uit te leggen. Thomas wist nu wat meer over de groep, iedereen nam weer plaats en Thomas begon te vertellen over zijn werk en de actualiteit; over staatssecretaris Weekers en de toeslagenfraude. Thomas stelde vragen aan de groep, hierdoor werd er gediscussieerd/ gebrainstormd over de casus. Vervolgens kreeg iedere groep een vel papier. Iedere groep had ongeveer 25 minuten om een oplossing te bedenken en om te gaan met de t-splitsing (het probleem omtrent de fraude), waarbij je als overheid staat voor het dilemma van aan de ene kant meer controle, en aan de andere kant meer vertrouwen. Tot slot werden de oplossingen besproken en gaf ook Thomas zijn eigen visie op het probleem.
26
De antenne voor politieke aandacht Arco Timmermans
De onderdirecteur van het Montesquieu Instituut legde de zaal eerst uit wat het instituut was en deed: het is een interuniversitaire organisatie die onderzoek doet en debat voert over de relatie tussen de Europese Unie en Nederland. Daarna mocht een volle zaal deelnemers zich voorstellen, onder de deelnemers waren zowel de studenten als de professionals goed vertegenwoordigd. Met deze gemêleerde groep werd de discussie aangegaan over informatiewinning. De deelnemers deelden hoe zij aan informatie kwamen, bijvoorbeeld door het lezen van vaktijdschriften en Twitter. In het vervolg van de workshop legde Timmermans de conjunctuurgolf van de aandacht uit: Problemen staan voor een moment volop in de aandacht, maar die aandacht wordt na verloop van tijd weer minder. Als dat gebeurt zijn het vooral de experts die ermee bezig blijven. Het bestuur wil immers responsief zijn.
27
Workshopronde 2 Samenwerking op lokaal niveau Adviseurs van Peak & Valley
De workshop begon met een kleine presentatie over de werkzaamheden van Peak & Valley. Hierna werd er iets verteld over manieren van onderhandelen en wat je beter wel/ niet kan doen in een onderhandelingssituatie, er was ook zeker ruimte voor eigen inbreng van de workshopdeelnemers. Vervolgens werd er een casus uitgelegd over een leegstaand fabriekspand dat nu door krakers bewoond werd in een probleemwijk. De workshopdeelnemers waren verdeeld in drie groepen en iedere groep mocht zijn voorkeur voor een bepaalde actor opgeven om vervolgens een strategie uit te zetten. Aan de hand van een onderhandelingssimulatie moesten de verschillende groepen tot een oplossing zien te komen. Tot slot werd er een conclusie getrokken over de manier waarop de groepen onderhandeld hadden.
28
Op 16 mei 2013 vond de eerste dag van het Landelijk Congres der Bestuurskunde plaats. Deze dag stond in het teken van vernieuwende binnenlandse samenwerking in het publieke domein. Zeven adviseurs uit het netwerk van GRIND Advies zijn deze dag in een zwerm door het congres getrokken. Zij hebben naar sprekers geluisterd, workshops bezocht en interviews afgenomen met deelnemers. Achteraf zijn ook alle berichten in de sociale media over het congres geanalyseerd. Het doel van deze activiteiten was om in een korte tijd, met adviseurs uit verschillende disciplines, een gedetailleerd en genuanceerd beeld te creëren van de dag. Wat zijn volgens de studenten en professionals op het congres de thema’s die de binnenlandse samenwerking in het publieke domein op korte en lange termijn gaan bepalen? En wat vinden adviseurs hier van vanuit hun diverse disciplinaire kennis en ervaring? GRIND Advies, mei 2013 Teun Groenen, Mark Janssen, Erwin Kerkmeijer, Harm Reindsen, Bart-Jan Schokking, Kees van Stokkum & Willem van Santen.
In opdracht van het bestuur van het Landelijk Congres der Bestuurskunde 2013: GRIND Advies, mei 2013 – www.grindadvies.nl –
[email protected]
29
Actuele ontwikkelingen in de maatschappij De eerste vraag die de zwermadviseurs voor ogen hadden was als volgt: welke ontwikkelingen dwingen Nederland tot nieuwe samenwerkingsvormen? Een aantal veranderingen in onze maatschappij zagen we op het LCB 2013 meerdere keren terug. De globalisering was daarin sterk vertegenwoordigd. Hoewel de congres dag specifiek inging op de binnenlandse samenwerking is het besef dat Nederland zich niet kan isoleren van de buitenwereld sterk doorgedrongen. Vraagstukken over milieu, economie en criminaliteit beperken zich niet tot de landsgrenzen en ook de Europese regelgeving heeft invloed op de manier waarop wij ons bestuur inrichten. Dat vervagende grenzen en grootschalige internationale netwerken niet altijd succesverhalen opleveren werd door bestuurskundige Mark van Twist geïllustreerd aan de hand van het actuele nieuws over de toeslagfraude door Bulgaren. De liberalisering van de binnenlandse markt werd door de voorzitter van het bestuur van het LCB 2013 als belangrijke factor genoemd die ons dwingt op een andere manier te gaan samenwerken. Toezicht en handhaving in de financiële sector zijn jaren achtergebleven terwijl het systeem steeds verder vervlochten is geraakt. Daarnaast zijn de grenzen tussen publiek en privaat vervaagd. Privatisering van oude overheidsdiensten hebben geleid tot wisselende resultaten en zelfs van oudsher klassieke taken van de overheid op het gebied van veiligheid vallen nu gedeeltelijk in de handen van particuliere beveiligingsbedrijven. Dat combinaties tussen publiek en privaat soms ook fricties opleveren werd duidelijk in de workshop van de Algemene Rekenkamer. Aan de andere kant brengt publiek-private samenwerking ons nieuwe kansen en uitdagingen. De technologisering is een derde ontwikkeling die invloed heeft op de binnenlandse samenwerking. Davied van Berlo van het netwerk Ambtenaar 2.0 liet in zijn workshop zien dat dit geen nieuwe ontwikkeling is. Hij vergeleek de opkomst van de stoomlocomotief en de daarmee toenemende mobiliteit met de huidige opkomst van het internet. Dergelijke technologische vooruitgang leidt tot een vorm van samenwerking die zich niet houdt aan de bestaande organisatiestructuren en procedures. De horizontalisering van de samenleving is een ontwikkeling die zich specifiek richt op de maatschappij, de burger of de mens. Enerzijds individualiseren we, anderzijds ontstaan er in de samenleving steeds meer netwerken en coalities.
30
Mark van Twist illustreerde dit aan de hand van een door buurtbewoners overgenomen supermarkt in de gemeente Sterksel en een guerillabibliotheek in Rotterdam-West. De Raad voor het openbaar bestuur sprak in de workshop over vermaatschappelijking en introduceert de overheidsparticipatietrap, een omgekeerde participatieladder. Probleemoplossing begint niet langer bij de overheid maar bij de burgers, die afhankelijk van het type probleem een bepaalde mate en type overheidsondersteuning krijgen. Het lijkt niet langer te gaan om burgerparticipatie, dat door Marco Pastors in Rotterdam-Zuid niet wordt omarmd, maar om burgerinitiatief. Anderzijds is toch ook een terughoudende burger te zien, die een bepaald niveau van dienstverlening verwacht van de overheid. Deze burger gedraagt zich als klant en verwacht ondanks stijgende kosten, bijvoorbeeld in de zorg, een gegarandeerde kwaliteit. De bestuurlijke herindeling is een thema dat op een wat concreter niveau de bestuurlijke aanpak van de hiervoor geschetste ontwikkelingen moet gaan vormgeven. Een groot deel van de geïnterviewde professionals gaf aan speciaal naar het congres te zijn gekomen om inspiratie op te doen voor de bestuurlijke samenwerking tussen gemeenten, stadsregio’s en provincies. Gemeenten hebben op dit moment al te maken met 27 gemeenschappelijke regelingen, zo merkte Directeur-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelatie Gert-Jan Buitendijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op. De problemen waar professionals tegenaan lopen bij een dergelijke vorm van samenwerking zijn bestaande territoriale, juridische en organisatorische grenzen, maar ook het gebrek aan sturing binnen dergelijke verbanden. Decentralisatie is een ander populair thema binnen de bestuurlijke herindeling dat door Gert-Jan Buitendijk werd uitgelegd. Volgens de heer Buitendijk was Thorbecke een goede bouwmeester maar kraakt de vloer hier en daar onder de bestuurlijke druk(te). Decentralisatie naar- en schaalvergroting van gemeenten moeten het beleid effectiever maken en bovendien een financieel voordeel opleveren. In de zaal was veel kritiek op de voorgenomen decentralisaties, Gert-Jan Buitendijk benadrukte dat deze ontwikkeling niet zal worden opgelegd maar moet voldoen aan de profilering en robuustheid van deze bestuurslaag. Politicus en radiopresentator Joost Eerdmans waarschuwde echter voor een nieuw ‘overlegmoeras’ en ook van Twist denkt dat het tijd is voor actie. De crisis is het laatste, maar zeker niet het minste thema dat ten grondslag ligt aan het LCB 2013. Het takenpakket van de overheid groeit nog steeds, terwijl de begroting krimpt. Meer doen voor minder geld is de uitdaging waar veel besturen voor staan.
31
Voornamelijk gemeenten krijgen met de decentralisaties een groot aantal extra taken die zij tegen een lager tarief moeten uitvoeren. Tegelijkertijd is hun financiële speelruimte en de mogelijkheid om invulling te geven aan hun autonomie gering door het kleine belastinggebied. De bovenstaande veranderingen in de maatschappij leiden tot een steeds complexere samenleving. Deze toenemende complexiteit en de gevolgen die dit heeft voor samenwerkingsverbanden vormt de uitgesproken achtergrond voor verschillende sprekers (voorzitter bestuur LCB 2013, Gert-Jan Buitendijk) en voor enkele workshops (Peak & Valley, Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Lysias). Marco Pastors waarschuwt juist voor het onnodig complex maken van de samenleving en Mark van Twist begint de ochtend van 16 mei 2013 liever met kleine verhalen in plaats van grote nota’s. Centrale thema’s Bovenstaande maatschappelijke ontwikkelingen leiden er toe dat een aantal thema’s steeds hoger op de bestuurlijke agenda komen te staan. De binnenlandse samenwerking werd door de verschillende gastsprekers en in de workshops voornamelijk voorgesteld als een wisselwerking tussen maatschappelijke organisaties/verenigingen/burgers, private ondernemingen en de overheid. Opvallend was de grote betekenis van maatschappelijke initiatieven op het LCB2013. Mark van Twist trapte af met enkele voorbeelden, maar ook de workshops van de o.a. de Raad voor het openbaar bestuur, Kennisalliantie, Ambtenaar 2.0, Peak & Valley, ministerie BZK i.s.m. Kracht in Nederland en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur zagen de individuele kracht van de burger als belangrijke ontwikkeling. Deze werd vaak in de historische context geplaatst van een veranderende overheidsrol: van de 19e eeuw waarin eigen initiatief centraal stond, naar de opkomst van New Public Management in de 20e eeuw, tot het streven van de overheid naar burgerschap en vermaatschappelijking in de 21e eeuw. De volgende fase in dit proces heeft verschillende namen: de ‘vitale samenleving’, ‘burgerinitiatief’, de ‘kracht in de samenleving’ en ‘horizontalisering’ zijn veel gehoorde termen. Centraal staat dat een probleem of uitdaging begint in de maatschappij zelf en ook in eerste instantie hier opgelost of aangepakt moet worden. Pas als dit niet mogelijk is, gaat de overheid een rol spelen. Dat deze ontwikkeling in de praktijk al te zien is bleek uit de herkenning die de zwermadviseurs vonden bij de bezoekende professionals op het congres. Ambtenaren erkenden dat de overheid zich terug aan het trekken is en dat de uitdaging is om geen gat te laten vallen.
32
Een medewerker van een huurcommissie, een ambtenaar ruimtelijke ordening van een middelgrote gemeente en een bestuurder van een samenwerkingsverband op het gebied van buurtontwikkeling herkennen allemaal de nieuwe rol van de overheid in een veranderende maatschappij. Hoe de overheid deze rol moet invullen werd op verschillende manieren benaderd. De nadruk zou meer moeten liggen op een participerende overheid, een procesbegeleider, verbinder, inspirator of faciliterend partner. De overheid zou niet meer moeten concurreren met burgers, maatschappelijke instellingen of ondernemers, die diensten vaak beter en goedkoper kunnen verzorgen. Initiatieven van de overheid zijn lang niet altijd succesvol, terwijl het draagvlak van burgerinitiatieven veel groter is. De ondersteunende rol van de overheid uit zich niet zozeer in geld, maar in menskracht of een verminderde regeldruk. In veel gevallen wordt van de overheid voornamelijk verlangd dat zij even op haar handen gaat zitten en maatschappelijke initiatieven de ruimte geeft om te ontwikkelen. Het maatschappelijk initiatief vindt voornamelijk plaats in de lokale gemeenschap. Lokaliteit komt op verschillende momenten aan bod op het congres. Marco Pastors en zijn multi-level governance aanpak, Gert-Jan Buitendijk die met de decentralisaties de dienstverlening dichter bij de burger wil brengen en Mark van Twist met zijn kleine verhalen zijn daar voorbeelden van. Ook de voorbeelden in de workshops van de Raad voor het openbaar bestuur (een maatschappelijk initiatief voor het aanleggen van een gemeenschappelijke moestuin), Peak & Valley (het opknappen van een leegstaand kantoorpand), A+O Fonds en de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (opvang van dak- en thuislozen) zijn kenmerkend. Maatschappelijke initiatieven ontstaan vanuit individuen, bedrijven en publieke organisaties die opereren op kleine schaal. De lokaliteit vloeit misschien voort uit het thema van de dag (binnenlandse samenwerking), maar is toch opvallend gezien de eerder geschetste trend van globalisering en schaalvergroting. Soms worden maatschappelijke initiatieven en de lokale kracht van burgers ook als bedreiging gezien. Men is dan bang dat deze initiatieven vooral worden genomen door een elite, de sterksten die het beleid gaan bepalen. Bovendien ontbreekt het bij burgerinitiatieven aan waarborgen die het algemeen belang dienen, iets waar de overheid van oudsher sterk in is. Tegelijk wordt duidelijk dat binnen een lokale gemeenschap de overheid maar één partij is met specifieke belangen, die bijvoorbeeld liggen op het gebied van beleid- en regelgeving. In de aanpak van de inrichting van Nederlandse bestuurslagen zijn tegenstellingen te ontdekken. Enerzijds wordt gesproken over decentralisatie, overheidstaken moeten op een lager niveau,
33
dichter bij de burger worden georganiseerd. Anderzijds moet de schaal van decentrale overheden worden vergroot om de efficiëntie en effectiviteit te waarborgen. Deze spanning tussen lokaliteit, kleinschaligheid en een bestuurlijke organisatie die voldoende slagkracht heeft leidde tot discussie met Gert-Jan Buitendijk en bovendien tot een grote hoeveelheid reacties van de aanwezige studenten en professionals in de afgenomen interviews. Een overheersend beeld is hier nog niet uit op te tekenen. Sommigen zijn tevreden dat er eindelijk orde wordt geschept in de vele provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Anderen vrezen voor verlies aan lokale autonomie en zien de bestuurlijke herindeling als een verkapte bezuinigingsoperatie. De uitdaging zal zijn om de dienstverlening op een hoger niveau en met minder middelen te organiseren, terwijl het directe contact met de burger behouden blijft. In de workshop van Lysias werd deze discussie concreet gevoerd tussen B&W en de Raad van grotere en kleinere gemeenten. Een andere tegenstelling is te zien in de rol van de overheid als het gaat over binnenlandse samenwerking en bestuurlijke herindeling. In het kort komt de discussie neer op een strijd tussen directief leiderschap en samenwerkend overleg. Gert-Jan Buitendijk pleitte op het congres voor vrijheid voor gemeenten en constant overleg om de decentralisaties mogelijk te maken. Een opgelegde decentralisatie zoals in Denemarken past volgens hem niet in de Nederlandse cultuur. Anderen, zoals Mark van Twist, zien liever dat de rijksoverheid in dit geval krachtig optreedt. Volgens sommigen is een directieve, hiërarchische overheid niet meer mogelijk in de genetwerkte samenleving (Davied van Berlo – Ambtenaar 2.0, Kennisalliantie, Kennisland) terwijl anderen misschien wel liever meer leiderschap en minder samenwerking zien (Marco Pastors, Joost Eerdmans). Samenwerking wordt door deze laatste groep voornamelijk gezien als eindeloos polderen, het betrekken van burgers als tijdsintensieve bezigheid zonder meetbaar resultaat. De kunst van het besturen Zowel in de onderliggende problematiek die ons noodzaakt meer samen te werken, als in de thema’s die door de zwermadviseurs op het congres zijn benoemd liggen tegenstellingen besloten. Lokale kracht versus schaalvergroting en globalisering, directief leiderschap versus samenwerking, netwerken en bestaande structuren. In de tafeldiscussie aan het einde van de congres dag kwam ook ter sprake of de omschakeling naar een nieuwe overheidsrol die gericht is op het maatschappelijk initiatief nog wel past binnen het huidige systeem. Hoogleraar Politieke Theorieën en Rechtsfilosofie Herman van Gunsteren opperde in een provocerend voorstel om over te gaan naar een nieuw systeem dat flexibeler is dan het huidige
34
en past binnen de geschetste ontwikkelingen. Loslaten in vertrouwen, zoals het rapport van de Raad voor het openbaar bestuur stelde, maar dan in extreme (revolutionaire) vorm. . Journalist en publicist Marc Chavannes stelde daarop echter dat loslaten een illusie is, spelregels zijn nodig om tegengestelde belangen te stroomlijnen. Het probleem is volgens hem niet zozeer het systeem in theorie, maar de manier waarop het systeem wordt uitgevoerd in de praktijk. . Door onverantwoordelijke politici, onvoldoende toezicht en het wegschuiven van verantwoordelijkheid (naar de markt), regeert er uiteindelijk niemand. Er tekent zich hier een tegenstelling af: moeten we, gezien de uitdagingen waar we voor gesteld staan, toe naar een geheel nieuw systeem of moet het huidige systeem versterkt worden? De zwermadviseurs van GRIND Advies denken niet dat de keuze zo zwart-wit is als hier wordt voorgesteld. Zowel de overheid als de maatschappij moeten leren flexibel te zijn en verschillende rollen aan te nemen afhankelijk van wat van hen verlangd wordt. Bij een taak die typisch publiek is zal de overheid initiatief moeten nemen en directief moeten sturen. De burger mag hier een afwachtende rol innemen en zich gedragen als onderdaan of klant. De kosten voor de overheid zijn hier relatief hoog. Het gaat hier bijvoorbeeld om dienstverlening op het gebied van veiligheid, jeugdzorg en de WMO. Bij een taak die deels publiek, deels privaat is zal de overheid regisseur kunnen zijn in een netwerk van partners. Zij moet hier samenwerking stimuleren en faciliteren en op zoek gaan naar gedeelde belangen. Maar één van de partners kan ook regisseur zijn, afhankelijk van de casus. De kosten worden hier gedeeld door de maatschappij en de overheid. Bij een taak die beter door de maatschappij kan worden uitgevoerd moet de overheid afwachten, op haar handen zitten en hoogstens kansen zoeken en inspireren. De maatschappij neemt hier initiatief en voert uit. De kosten voor de overheid zijn hier laag. Welke aanpak en rol wordt gekozen is situationeel-, territoriaal- en tijdsgebonden. Naast de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering spelen in het publieke domein bovendien andere waarborgen een rol. Op terreinen waar bijvoorbeeld de rechtszekerheid of grondrechten in het geding zijn zal de overheid sterker moeten waken. Op het LCB2013 is slechts een aanzet gegeven voor de variabelen die hier een rol spelen.
35
De kunst van het besturen is om als overheid, maar ook als maatschappelijke partij, de juiste rol te vinden in de onderlinge samenwerking. In ieder geval gaat de gemiddelde trend volgens het LCB2013 naar een overheid die meer procesbegeleider is (van initiatief naar uitvoering/controle), naar meer publiek-private samenwerking en naar gedeelde verantwoordelijkheid in netwerken. Dit vraagt om een cultuuromslag binnen het bestuur die een flexibelere rol mogelijk maakt. Opvallend was dat in de interviews die door de zwermadviseurs zijn afgenomen met studenten op het congres in dit opzicht een positief en ambitieus beeld naar voren kwam. De jonge generatie, of de generatie-Y zoals deze in de workshop van de Alumni Nyenrode-kring Interim Management werd genoemd, ervaart veel van de in dit advies geschetste thematiek al als vanzelfsprekend. Het is dus essentieel dat de overheid gaat verjongen, om zo een juiste combinatie tussen de kennis van de oude en de nieuwe generatie te genereren. De kunst van het besturen is anno 2013 dus aan verandering onderhevig. Jong en oud zullen elkaar moeten versterken om hier het hoofd aan te bieden. Het is de vraag of het bestuur hier in alle aspecten op is voorbereid. Besturen is vakmanschap, en het is dan ook aan te raden voor alle huidige en toekomstige bestuurders om verbonden te blijven met de actuele praktijk en zich indien noodzakelijk bij te scholen op het gebied van de nieuwe rol- en taakopvatting in samenwerkingsvraagstukken. GRIND Advies is als adviesbureau uniek in zijn soort. De junior gaat voorop in het werk en als aanspreekpunt naar de klant toe. De junioren van GRIND Advies worden aangemoedigd om zelfstandig aan de slag te gaan. Tegelijk wordt door coaching en opleiding zowel voor de klant als voor de junior zelf geborgd dat de verwachte kwaliteit wordt geleverd. Daarnaast wordt de junior altijd op de achtergrond bijgestaan door een senior adviseur. Door ons uitgebreide netwerk van adviseurs beschikken we over een brede kennis en expertise en is GRIND Advies in staat om voor elk organisatieprobleem een oplossing te bieden. Professionals: Op zoek naar een innovatieve, jonge en betaalbare blik op uw organisatie? Neem contact met ons op! Studenten: Op zoek naar een stage, afstudeeropdracht, bijbaan of een andere vraag op studiegebied? Neem contact met ons op! Mail naar
[email protected] of bel +31 26 352 95 32
36
© GRIND Advies en bestuur Landelijk Congres der Bestuurskunde 2013
Vraag nu een gratis proefnummer aan van Bestuurswetenschappen! Stuur een e-mail naar Roel Langelaar,
[email protected] o.v.v. proefexemplaar Bestuurswetenschappen
en e r e d n o ez d n u . k s n r e u p u p t a s h t Be nsc n e t e e d u w t s s r uu t s e Geen B p o 55. t € n r e o m o v e nt e m abonn e n n abo n e e m Nee 1 1 9 9 8 7 3 Bel 070
De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) ontwikkelt en verzorgt post experience onderwijs van zeer hoog niveau met een directe verbinding met de praktijk. De programma’s zijn gericht op de publieke sector. Kernactiviteit van de school is de tweejarige parttime opleiding voor managers in de publieke sector, die leidt tot de internationaal erkende graad van Master of Public Administration (MPA). In 2003 is de opleiding als 1e executive master in Europa geaccrediteerd door de European Association for Public Administration Accreditation (EAPAA). Heraccreditatie heeft in 2010 plaatsgevonden. Daarnaast biedt de school diverse andere programma’s aan, zoals • Metropool, Master of City Administration • Master of Strategic Urban Studies • Interdepartementale Management Leergang • Leeratelier Toezicht en Naleving • Leeratelier Strategie En diverse in-company programma’s. De NSOB is sinds 2006 niet alleen een hoogwaardig opleidingsinstituut voor de publieke sector, maar tevens een denktank. In die functie wil de NSOB bijdragen aan kennisontwikkeling voor en over openbaar bestuur en publieke sector. Het gaat daarbij om strategische vragen over beleidsinhoud en sturingsrelaties, over verschuivende verhoudingen tussen private, publieke en politieke domeinen en over de vormgeving en instrumentering van veranderingen in die domeinen. De NSOB biedt ruimte en inspiratie voor gasten uit de praktijk en de wetenschap, tijdens en na hun loopbaan. De NSOB organiseert publieke debatten en verzorgt wetenschappelijke en professionele publicaties.
38
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur Lange Voorhout 17 2514 EB Den Haag Telefoon (070) 3024910 E-mail
[email protected] www.nsob.nl
Vrijdag 17 mei “Grenzeloos samenwerken in internationaal perspectief” Op de tweede dag, 17 mei, is tijdens het LCB2013 gekeken naar ‘Nederland ten opzichte van het buitenland’. Actuele thema’s zoals de Benelux Unie, de internationale concurrentiepositie van Nederland en de Europese Unie zijn tijdens deze dag aan bod gekomen. Vragen die deze congresdag aan de orde gekomen zijn: Wat zijn onze kwaliteiten en hoe kunnen we hier ten behoeve van onze internationale concurrentiepositie praktisch nut uit halen? Vormen we als land een blok, wisselen we intensief kennis uit met onze buurlanden of moeten we juist als Europees collectief hechter samenwerken? Hoe organiseren we die samenwerkingsverbanden nu? En binnen welk discours kan Nederland opnieuw een aanvoerdersrol vervullen?
39
Lezingen
40
Nadat er 16 mei is gekeken naar kansen voor samenwerking binnen Nederland, is het de tweede dag tijd om naar buiten te kijken. De voorzitter van deze dag is Frans Weisglas. Na de opening vertelt Weisglas over zijn affiniteit met het thema en de gasten. Hij spreekt over zijn tijd als voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wijdt uit over het belang van internationale samenwerking voor Nederland en over de – in zijn ogen– positieve rol die het huidige kabinet daarbij speelt. De eerste spreker van de ochtend is Jan van Laarhoven, Secretaris-generaal van de BeneluxUnie. Van Laarhoven heeft een uitgebreide powerpoint met cijfers over de bedrijvigheid in de Benelux met zich mee genomen en gebruikt het podium van het LCB om de kritiek, die de voorgaande maanden op zijn organisatie heeft geheerst, te weerleggen. Met veel praktische voorbeelden poogt hij de onmisbaarheid van de Benelux-Unie te staven. De tweede lezing in van de ochtend wordt verzorgd door Pauline van de Meer Mohr. Als voorzitter van de Erasmus Universiteit is zij bestuurder van een organisatie die wereldwijd moet concurreren. Van de Meer Mohr zet ze de weerbarstigheid van haar bestuurlijke werk uiteen, spreekt over de 3 d’s die bestuurders niet uit het oog mogen verliezen (Discuss, Decide & Deliver) en legt uit waarom vertrouwen goed is, maar controle beter. De laatste spreker van de ochtend is Adjiedj Bakas. Bakas weet de zaal te inspireren met een dynamisch verhaal over de positieve ontwikkelingen in de wereld. Met een oog voor technologie doet hij een uitspraak over de positie van de Bestuurskundige in deze snel veranderende wereld. Na de lunch en workshops is het tijd voor de laatste lezing van het congres. Deze lezing werd verzorgt door Alexander Rinnooy Kan. Na een historische uiteenzetting over de positie van Nederland in de wereld, vertelt hij over hoe Nederland is verworden tot een Angelsaksische vechteconomie. Hij rond af met drie praktische aanbevelingen voor Nederlandse studenten: verbeter je talenkennis (dus niet: I always get my sin), zorg dat je internationaal gaat studeren en probeer je leven lang te blijven leren.
41
42
Workshops Workshopronde 1 (13:00 - 14:15) Centraal Planbureau Eems Dollard Regio Jonge Ambtenaar van het Jaar i.s.m. VNGi Royal Haskoning DHV Stadsregio Rotterdam Tilburgse School voor Politiek en Bestuur TU Delft & Erasmus Universiteit (IDVV) Vereniging voor OverheidsManagement
blz. 44 blz. 45 blz. 46 blz. 47 blz. 48 blz. 49 blz. 50 blz. 51
Workshopronde 2 (14:45 - 16:00) Berenschot blz. 52 BCM Academy blz. 53 Ministerie van Buitenlandse Zaken blz. 54 Modelminds blz. 55 PBLQ blz. 56 Vereniging van Gemeentesecretarissen blz. 57 Vlaams Nederlandse Delta blz. 58 Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid blz. 59
43
Workshopronde 1 De macht van het CPB Edwin van de Haar
De workshop van het CPB ging over macht: het bureau heeft door zijn onderzoeken invloed op het beleid, de begroting en zelfs de verkiezingen! Het rekent namelijk voor alle politieke partijen door wat hun plannen zouden betekenen voor de economie van Nederland. Daarnaast levert het CPB ook gevraagd en ongevraagd berekeningen over beleidsplannen van de overheid. Van der Haar, directiesecretaris, benadrukte het belang van de onpartijdigheid die het CPB moet waarborgen. De grote vraag, hoeveel macht het CPB nu daadwerkelijk heeft, kon niet helemaal beantwoord worden, maar Van der Haar gaf aan dat het democratisch proces erg belangrijk was en dat besluiten uiteindelijk politiek genomen moesten worden. Het CPB wil dan ook geen technocratie, maar door zijn onderzoeken bijdragen aan het goed functioneren van de democratie.
44
Grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland: hoe verzilver je kansen? Karel Groen
In de workshop van de Eems Dollard Regio bood de heer Groen de bezoekers veel inzichten door de Eems Dollard Regio met Nederlandse regio’s te vergelijken. Niet alleen economische perspectieven kwamen aan bod, ook was er aandacht voor culturele perspectieven. Het stellen van vragen tussendoor, maakte interessante zijsprongen mogelijk. Op die manier konden de deelnemers de workshop mede vormgeven naar wat voor hem of haar juist interessant is. De workshop was alomvattend, en ging ook in op EURegio’s. Erg interessant waren de vragen om raadgeving vanuit het publiek. Een ambtenaar van de Provincie Gelderland vroeg bijvoorbeeld hoe hij zijn collega’s kan aansporen om meer met collega’s van andere provincies samen te werken.
45
Workshopronde 1 De Jonge Ambtenaar van het Jaar in samenwerking met VNGi Katherine Diaz en adviseurs van VNGi
Bij het eerste deel van de workshop werd uitgelegd wat VNG International is en wat zij doet. VNG International is een organisatie die zich wereldwijd inzet voor het verbeteren van lokaal bestuur. Een voorbeeld dat zij gaven was Tunesië, hier probeerden ze te bevorderen dat er meer vrouwen en jonge mensen in het lokaal bestuur gaan werken. VNG International doet dit op basis van benchmarking. In het tweede deel van de workshop werd er aan de hand van stellingen gediscussieerd. Hier kwamen interessante discussies op gang. Een van de discussies ging erover of benchmarking wel of niet bijdraagt aan het openbaar bestuur.
46
Stakeholder Engagement in strategieontwikkeling voor het publieke domein Pascal Lamberigts
De consultants van Royal Haskoning DHV waren op het LCB2013 om een recente bestuurlijke verandering te bespreken. Er zijn steeds meer partijen actief in de “public space,” en consultants voelen een steeds grotere druk om garant te staan voor de effectiviteit van de adviezen die ze geven. Consultants zien dat hun werk steeds meer wordt ingenomen door burgerinitatieven. Studenten van het Leiden Leaderschip Program doen onderzoek naar deze burgerinitiatieven en zijn daarom relevant voor de vraag hoe daarop ingespeed kan worden. De workshophouders waren vooral erg benieuwd naar de mening van de deelnemers over hoe consultants kunnen concurreren of samenwerken met burgerinitiatieven. De reacties waren erg gemengd. Sommigen dachten dat hier inderdaad een mooie en hoopvolle toekomst lag voor de consultants, terwijl anderen niet geloofden in deze rol. Al met al was het een levendige workshop, die veel verschillende gedachten losmaakte bij de deelnemers.
47
Workshopronde 1 De stadsregio’s en het huis van Thorbecke Klaas van Staalduine
Het is een vraag die een aantal maal voorbijkwam tijdens de plenaire sessie en in deze workshop centraal stond: is een aanbouw aan het ‘Huis van Thorbecke’ wenselijk? In de workshop die werd georganiseerd vanuit de Stadsregio Rotterdam werd duidelijk dat intergemeentelijke samenwerking al tijden onderwerp van discussie is. Lijkt daar met het opheffen van de Stadsregio per 01 januari 2014 en de plannen van Minister Plasterk voor grotere gemeenten en provincies een einde aan te komen? Eén groep deelnemers boog zich als adviseur van de Minister over dit vraagstuk, terwijl een andere groep burgemeester Aboutaleb van Rotterdam hierover moet adviseren. Wat bleek? De discussie over een aanbouw van Thorbecke zal, met de plannen van Plasterk in het vizier, nog een hoop voeten in de aarde hebben.
48
Besturen tussen orde en chaos. Een terugblik op de rellen van Haren op 21 september 2012 Gabriël van den Brink
Gabriel van den Brink verzorgde de workshop van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (TSPB), met als onderwerp het onderzoek naar de rellen in Haren. De workshop bestond uit een uitgebreide presentatie over het verloop van het onderzoek, waarin de heer Van den Brink zelf ook betrokken was als onderzoeker. Vooral de achterliggende oorzaken van de rellen, zoals de invloed van de ouders van de jongeren, de politie en de burgemeester van Haren, werden hierbij besproken. Tussendoor konden vragen worden gesteld.
49
Workshopronde 1 Hoe games de besluitvorming in ruimtelijk vraagstukken kunnen ondersteunen - Programma IDVV Harry Geerlings, Linda van Veen en Bas van Nuland
De workshop begon met een korte inleiding door Harry Geerlings, hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit, over het huidige transportsysteem. Het weg- en spoorvervoer kan een groei niet aan. Daarom zal er in de toekomst meer en efficiënter gebruik gemaakt moeten worden van de binnenvaart. Door middel van een simulatiespel konden de deelnemers bootjes laten varen vanaf de Rotterdamse haven langs de verschillende terminals die Nederland kent. Verschillende vaarroutes konden worden bedacht door terminals met elkaar te combineren. Ook konden deelnemers kiezen uit verschillende type boten. Vervolgens kon men zien wat hiervan de gevolgen waren voor de kosten en efficiëntie.
50
Netwerken: “Ken ik je niet ergens van?” Marjolijn Sonnema en Jonneke Reichert
De Organisatie voor Overheidsmanagement verzorgde een workshop netwerken. Na een korte introductie van de Marjolein Zonnema en haar collega over netwerken, werd er gelijk begonnen met echt netwerken. Door middel van ‘speed dating’ sprak elke deelnemer met vijf andere deelnemers die men nog niet eerder had ontmoet, in korte tijd moest men vertellen waarom men zelf een goede netwerker was én ook zijn of haar eigen netwerkvaardigheden gebruiken. Vervolgens mocht elke deelnemer stemmen op de persoon van wie hij of zij vond dat het beste kon netwerken. De deelnemers die stemmen hadden gekregen deelde hun mening over wat goede netwerkvaardigheden zijn.
51
Workshopronde 2 De Alliantiefabriek-simulatie – Powered by Berenschot Rosanne Stotijn en Maaike Zunderdorp
De workshop begon met een uitleg over de alliantiefabriek, het onderwerp van de workshop, wat een nieuwe manier van allianties sluiten is vanuit Berenschot. Hierna kreeg iedere deelnemer een bordje met een rol er op. Het was daarna de bedoeling dat iedereen een vraag opschreef, dus iets dat hij vanuit zijn/haar rol nodig dacht te hebben. Deze vragen werden op een bord gehangen. Daarna moest iedere deelnemer vier aanbiedingen doen, en het was de bedoeling hierbij een beetje ‘out-of-the-box’ te denken. Ook deze moesten op het bord geplakt worden. Tot slot kreeg iedereen post-its om je naam op te schrijven en deze moest je plakken bij de vragen en het aanbod van anderen waar jij iets mee kon, hieruit volgde dan een alliantie die soms nogal onverwacht was.
52
Continuïteit van beleid binnen bestuur tijdens crisis Adviseurs van BCM Academy
Deze workshop werd verzorgd door vier adviseurs van de BCM Academy. Eerst werd er een korte introductie gegeven over crisismanagement en de categorisering van crisissen. Vervolgens werden er drie groepen gevormd met ieder een organisatie of bedrijf waarvan mogelijke crisissen werden opgesomd en vervolgens gecategoriseerd. Deze werden ingevuld in een diagram op een kleed, welke vervolgens tegen muur werden gehangen en werden gepresenteerd door de groepsleden. BCM Academy gaf hier en daar aanwijzingen en tips om betere crisisanalyses te maken. Op het einde van de workshop kreeg iedere deelnemer een boekje over crisismanagement mee naar huis en tevens ook een minischaakbord. Crisismanagement is immers altijd één zet voor zijn op je tegenstander!
53
Workshopronde 2 Internationaal onderhandelen Alexandra Valkenburg-Roelofs
Geheel in het thema van die dag, internationale netwerken, ging de workshop van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over internationaal onderhandelen en de Nederlandse rol hierin. Valkenburg-Roelofs, hoofd van de afdeling mensenrechten en politiek-juridische zaken van de directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten vertelde uitgebreid over de plannen die er zijn voor de opvolging van de millenniumdoelen. Ook kregen de deelnemers enkele tips, mochten ze zelf ooit in een onderhandelingspositie belanden en kwam iedereen middels een test te weten welke onderhandelingsstijl hij of zij had. Zo kon men bijvoorbeeld een bewegelijk-agressieve stijl hebben of juist een joviale. De zaal wist genoeg interessante vragen te bedenken om de workshoptijd helemaal vol te maken.
54
Visual changemaking – Radicaal eerlijk samenwerken Oscar Westra van Holthe
“Ik ga mensen wel een beetje uit hun comfort zonde halen vandaag” werd ons aan het begin van de workshop over radicale eerlijkheid beloofd. Anders dan de andere workshops ging het niet om bestuurlijke ontwikkelingen en hoe we hierover denken, maar over hoe we communiceren met elkaar. We begonnen met het beantwoorden van een aantal persoonlijke vragen, die daarna onderling werden gesproken. Op deze manier konden we oefenen om goed naar elkaar te luisteren en OMA (oordeel, mening en advies) voor onszelf te houden. Dit was niet alleen erg lastig om te doen, maar voor velen toch ook een openbaring over hoe je tot een eerlijke dialoog kunt komen waarbij je de gevoelens en behoeftes van je gesprekspartners beter begrijpt. Ook al vond iedereen deze workshop, die deelnemers dwong eerlijk te zijn, best spannend. Aan het eind konden de deelnemers gevoelens delen zoals rust, geborgenheid, levenservaring en vertrouwen waar we allemaal naar op zoek zijn.
55
Workshopronde 2 Investeren in Europa Nathan Ducastel
Nathan Ducastel, adviseur bij PBLQ, gaf deze workshop met als onderwerp ‘investeren in Europa’. De presentatie die werd gegeven ging over de (veranderende) positie van Nederland ten opzichte van Europa en de toekomst van Europa en de rol van Nederland hierin. Hierbij werd vooral ingegaan op informatievraagstukken, waarbij de Euro, en dus ook de banken, een grote rol spelen. Er werd regelmatig gevraagd om de mening van de deelnemers, waardoor er verschillende discussies ontstonden.
56
Praktijkgerichte benadering van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten Gerharda Tamminga en Frans de Vijlder.
De workshop ging in op een praktijkgerichte samenwerking tussen onderwijsinstellingen en gemeenten, er liggen namelijk nu nog veel kansen die we onbenut laten. In de workshop gaf Gerharda Tamminga van de Vereniging van Gemeentesecretarissen haar kijk op dit onderwerp en Frans de Vijlder deed dit vanuit het oogpunt van het onderwijs. In de workshops werd door middel van vragen informatie uitgewisseld over de vraag hoe het onderwijs en gemeenten meer kunnen samenwerken.
57
Workshopronde 2 Vlaams Nederlandse Delta
Herman Sietsma en Tom de Graaf De Vlaams-Nederlandse Delta als illustratie van munt slaan uit grenzeloos samenwerken; zo introduceerden de workshopleiders de samenwerking tussen België en Nederland binnen het deltagebied. De deelnemers van de workshop, waaronder veel direct of indirect betrokken zijn bij die samenwerking, beaamden dit. “De bestuurlijke grens is een fictie: economische grenzen liggen héél anders.” Een samenwerking die voor heel Europa belangrijk is, maar getypeerd wordt als een ‘licht netwerk’ die getrokken wordt door de provincies, maar zonder bevoegdheden. Een havennetwerk waarbinnen de verschillende actoren zoveel mogelijk de eigen belangen moeten kunnen behartigen waarbij territoriale, politieke instituties steeds minder belangrijk worden: het leidde tot een flinke discussie en deelnemers met zoveel vragen dat werd voorgesteld de discussie tijdens de netwerkborrel voort te zetten.
58
In betere banen, de toekomst van arbeidsmigratie in de EU Dr. Erik Schrijvers
In deze workshop werd de publicatie van de WRR over de toekomst van arbeidsmigratie nader toegelicht. Er werd onderzoek gedaan naar buitenlanders die in Nederland werkzaam zijn. Dit rapport dient als basis voor advies van de regering aan werkgevers en werknemers. De conclusie van dit onderzoek was als volgt: “Er moet in de toekomst meer worden ingespeeld op de tekorten die er op de arbeidsmarkt bestaan. Die tekorten zijn er vooral in beroepen waar specifieke kennis voor nodig is.” Aan het einde was er nog ruimte voor een korte discussie over de grenzen die in 2014 opengaan voor Bulgaarse- en Roemeense arbeidskrachten.
59
Brasz-scriptieprijs Ook dit jaar is de Brasz-scriptieprijs uitgerijkt tijdens het LCB. Voor de Brasz-scriptieprijs zijn verschillende scripties afkomstig van vrijwel alle universitaire Bestuurskundeopleidingen in Nederland voorgedragen. De eervolle vermelding vn de Brasz-scriptieprijs ging naar Pascale Portielje. De Brasz-scriptieprijs is toegekend aan Peter Coolen van de Radboud Universiteit Nijmegen, met de scriptie: “Antimicrobial Resistance: Collective action in the face of a common-pool resource dilemma”. In zijn scriptie onderzoekt Coolen met behulp van institutionele theorieën over dilemma’s van collectieve actie bij een duurzaam beheer van gemeenschappelijke hulpbronnen de mogelijkheden en beperkingen van professionele zelfregulering in de Nederlandse humane en veterinaire geneeskunde met betrekking tot een duurzaam gebruik van antibiotica.
Peter Coolen (links) krijgt de Brasz-scriptieprijs overhandigd.
60
Sprekers presenten Als dank voor hun bijdrage aan het LCB2013 hebben de sprekers twee presenten gekregen: een Olli en het boek “Ballen (m/v) op het blok”, dat geschreven is door Basile Lemaire. Olli is dit jaar het symbool geworden van een toonaangevend samenwerkingsverband in Rotterdam. In dit samenwerkingsverband stelde een verzekeringsmaatschappij het hoofdsponsorschap van de voetbalclub Fyenoord kostenloos ter beschikking aan Diergaarde Blijdorp. Dit samenwerkingsverband is opgericht om de dierentuin een steuntje in de rug te geven in financieel zware tijden. Daarnaast hebben de sprekers het boek “Ballen (m/v) op het blok” gekregen. Dit boek gaat over succesgericht veranderen binnen overheden. Naast dat de overheid steeds meer in een netwerk acteert om haar doelen te behalen heeft de overheid te maken met een veranderende taakstelling. Dit boek biedt een praktische aanpak om veranderingen binnen overheden tot een succes te maken. Lees de recensie over het boek op re.Public.nl (klik hier).
61
Partners A+O fonds Gemeenten Adviestalent Aethon Publica Algemene Rekenkamer Alumni Nyenrode-kring interim management Ambtenaar 2.0 (Davied v. Berlo) Berenschot BCM academy Binnenlands Bestuur Boom Uitgevers Den Haag Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Plan Bureau Dröge & van Drimmelen Eems Dollard Regio Erasmus Universiteit Rotterdam Futur Geerling & Geerlings Gemeente Rotterdam Kennisalliantie Kennisland LetUsLook LOCALprintservice Lustrum FSW50, Erasmus Universiteit Lysias Consulting Group
62
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Buitenlandse Zaken Modelminds Montesquieu Instituut Nederlandse School voor Openbaar Bestuur PBLQ Peak & Valley Raad voor het openbaar bestuur re.Public Rijkswaterstaat Royal Haskoning DHV Stadsregio Rotterdam Technische Universiteit Delft Tilburgse School voor Politiek en Bestuur Vereniging van Gemeentesecretarissen Vereniging voor Bestuurskunde Vereniging voor Overheidsmanagement Vlaams Nederlandse Delta VNGi Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid
Subsidiënten Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus Trustfonds Haagse Hogeschool Lustrum FSW50, Erasmus Universiteit Rotterdam Radboud Universiteit Nijmegen Rijksuniversiteit Groningen Saxion Hogeschool U-fonds Universiteit Leiden Universiteit Twente Universiteit Utrecht Universiteit van Amsterdam Vereniging voor Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam
63
Vooruitzicht LCB2014 “Minds are like parachutes. They only function when they are open.” James Dewar, 1842 – 1923 Het stokje wordt overgedragen. Van studenten van de Erasmus Universiteit in Rotterdam naar studenten van de Universiteit Leiden. Het succes van het Landelijk Congres der Bestuurskunde in Rotterdam hebben wij als kersvers bestuur mogen bijwonen. Tijdens het congres hebben we een tipje van de sluier van de congresorganisatie gekregen onder leiding van het LCB2013 bestuur. Deze bijzondere verantwoordelijkheid zal even dynamisch worden als de ontwikkelingen binnen het huidige binnenlandse en Europese bestuur. Net als voorgaande bestuursgeneraties, zullen we met trots en een enthousiaste tinteling in de buik de bestuurskundige ontwikkelingen intensief volgen. Als nomaden trekken we door het bestuurskundig landschap, om hopelijk aan de congresbezoekers te mogen vertalen wat we hebben gezien, gehoord of wat we mogelijk verwachten. Maar tot het zo ver is, krijgt het huidige bestuur de eer om zich te vestigen in het bestuurlijk hart van Nederland: Den Haag. Het bestuur van 2014 zal een onvergetelijk congres neerzetten, met een sterke vertaalkracht van de hedendaagse bestuursthema’s. Namens het bestuur van het Landelijk Congres der Bestuurskunde 2014, Farah Nikijuluw Voorzitter LCB2014
64
Bestuur LCB2014 als dagcommissie op LCB2013.
Dankwoord Om het LCB2013 te kunnen realiseren zijn er verschillende personen en organisaties die betrokken zijn geweest bij de organisatie of het bestuur gesteund hebben. Deze personen en organisaties wil het LCB2013 bestuur graag bedanken. In het bijzonder bedanken wij: De dagcommissie De leden van het Comité van Aanbeveling De leden van de Raad van Toezicht Alle voorgaande LCB-besturen Het LOB-bestuur De LCB-ambassadeurs bij de studieverenigingen De bestuurskunde studieverenigingen De Vereniging voor Bestuurskunde De bestuurskundestaf van de Erasmus Universiteit
Alle partners en subsidiënten van het LCB2013
65
Comité van Aanbeveling Prof. dr. J.P. (Jan Peter) Balkenende Prof. dr. V.J.J.M. (Victor) Bekkers Prof. dr. L.M. (Lex) Bouter Dr. A. (Lex) Cachet Dhr. J. (Jan) Franssen Prof. dr. L.J. (Louise) Gunning - Schepers Prof. mr. H.R. (Herman) van Gunsteren Prof. dr. P. (Paul) ‘t Hart Mw. A. (Annemarie) Jorritsma Drs. K.H. (Kajsa) Ollongren Prof. dr. C.W.A.M. (Kees) van Paridon Drs. K.M.H. (Karla) Peijs Prof. dr. J. (Ko) de Ridder Prof. dr. P. (Paul) Schnabel Prof. dr. ing. G.R. (Geert) Teisman Prof. dr. M.J.W. (Mark) van Twist Prof. dr. A.C. (Anton) Zijderveld Dhr. A. (Albert-Jan) van Zwieten Aanbevelingsfilm Jan Kees de Jager (link) Aanbevelingsfilm Kajsa Ollongren (link)