NAVELVERZORGING BIJ DE PASGEBORENE Anja Lameir, Stafmedewerker PGO - Medische Preventie Inleiding De navelstreng bevat twee arteriën en één vene, omringd door de gelei van Wharton en het amnionvlies. Na het afbinden van de navelstreng wordt de bloedtoevoer gestopt waarna een droog gangreen ontstaat. De eerste dagen na de geboorte kunnen de navelstrengbloedvaten nog doorgankelijk zijn en een rechtstreekse toegang tot de bloedstroom geven. Het afvallen van de navelstreng is het resultaat van inflammatie ter hoogte van de overgang tussen de abdominale huid en de navelstrengstomp, veroorzaakt door leukocyteninfiltratie en de daarop volgende vertering van de stomp. De pasgeborene heeft geen beschermende huidflora bij zijn geboorte. De navelstreng zal gekoloniseerd worden door zijn omgeving: de vagina van de moeder, haar huidflora, de handen van het personeel. Een huid tot huid contact met de moeder bevordert de kolonisatie met niet-pathogene bacterieën afkomstig van de huid van de moeder (24 uur rooming-in) (5, 19). De navelstreng valt meestal binnen de 15 dagen na de geboorte af. Na het afvallen van de navelstrengstomp wordt nog enkele dagen wat muceus vocht geproduceerd tot volledige heling optreedt. (5, 12, 16, 19) Onderzoek Uit literatuuronderzoek blijkt dat er geen verschil is in optreden van het aantal infecties bij het al dan niet gebuiken van antiseptica of antibiotica (1, 7, 9, 18). Wel is er een duidelijk grotere kolonisatie van bacteriën indien de navelstomp droog wordt gehouden zonder antiseptica of antibiotica (1, 5, 6, 7, 19). Over het gebruik van antibiotica is er geen consensus in de wetenschappelijke literatuur. Enerzijds wordt het gebruik van antibiotica afgeraden in verband met het ontstaan van resistentie van bacteriën aan antibiotica (1, 8, 18, 19). Anderzijds is het volgens anderen onvoorzichtig de antiseptische methode te verlaten wegens kans op omphalitis (3, 4, 6, 10, 11, 13, 14, 16). Er wordt in verschillende artikels duidelijk gesteld, dat het zuiver en drooghouden van de navelstomp voldoende is in “welvarende landen” maar dat het gebruik van antiseptica en/of antibiotica het risico vermindert van ernstige bacteriële infecties “in gebieden waar de hygiëne niet optimaal gebeurt” (3, 4, 5, 6, 11, 15). Observatie van de navel is van uitermate belang voor het vroegtijdig opsporen van navel- problemen en het zonodig inschakelen van antiseptica en/of antibiotica (4, 5, 7, 11, 14, 15, 19). Bij het gebruik van antiseptica wordt er een verlengde separatietijd verkregen, waarschijnlijk omwille van het vernietigen van de normale flora rond de navel waardoor zich een verminderd aantal leukocyten rond de navelstrengstomp bevindt.(19) Bij alcohol wordt de langste separatieduur verkregen (1, 6, 7, 9). Uit de recente literatuurgegevens kunnen we afleiden dat de navelverzorging best op een andere manier gebeurt, de huidige aanbevelingen zijn: De navelstrengstomp bloot stellen aan de lucht of heel licht bedekken met proper materiaal, het hoeft niet steriel (1, 3, 5, 7, 19). De navelstrengstomp wordt best boven de pamper gehouden (5, 19). De navelklem kan worden verwijderd wanneer de navelstomp droog is, vooral omwille van het comfort voor baby en moeder (5, 19). De baby blijft best bij de moeder (24 uur rooming-in) om pathogene bacteriën te vermijden (5, 19).
Bijzondere aandachtspunten 1. Navelgranuloom Er kan aan de basis van de navelstreng een woekering - granulatie ontstaan, dit is een korrelige weefselvorming (fel rood-paars, zacht weefsel). Het is een soort littekenvorming op de navel dat ontstaat tijdens het genezingsproces, meestal tengevolge van een ontsteking (8, 12, 16).
Het gebruik van zilvernitraat (onder de vorm van stiftjes of staafjes) is een goede behandeling, maar niet zonder risico van verbranding en bredere littekens (2, 8, 12, 17). Een conservatieve methode van observeren, afwachten en ontsmetten met alcohol 70° wordt voorop gesteld (2, 8, 12). Behandeling met chemische cautherisatie (zilvernitraat), cryotherapie (bevriezing) of chirugisch afbinden wordt toegepast indien het granuloom persisteert voor meer dan twee weken (12, 15). Dit zijn curatieve handelingen en worden niet uitgevoerd op het consultatiebureau! 2. Omphalitis Roodheid, zwelling, ettervorming rond de navel en/of stinkende navel kunnen een teken van omphalitis zijn (3, 5, 6 ,16).
Dit moet doorverwezen worden naar de curatieve sector. 3. Umbilicale fistel Een nattte navel kan wijzen op een umbilicale fistel (5, 16). Dit moet doorverwezen worden naar de curatieve sector.
4. Andere Een navel die na 2 weken nog niet droog is moet worden verwezen naar de behandelende arts (3, 5, 6, 16). Een navel die na 4 weken nog niet is afgevallen kan wijzen op een immuundeficëntie (5, 16). Besluit Het is belangrijk het natuurlijk proces van afvallen te respecteren. Het droog en hygiënisch zuiver houden van de navelstrengstomp zijn de beste middelen om infectie te vermijden. Het wordt misschien een heropvoeden naar niets doen, kijken, observeren, afwachten. Niets doen is ook een beslissing nemen waarmee we niet vertrouwd zijn, niets doen moet ook geleerd worden, observeren neemt hier een belangrijke taak in van de verpleegkundige! Zeker in gevallen waar de hygiëne te wensen overlaat is extra waakzaamheid geboden! Extra aandachtspunt 1e huisbezoek - observatie van de navel! Indien er tijdens de observatie roodheid, zwelling, ettervorming rond de navel wordt vastgesteld en/of de navel na 2 weken nog niet droog is, moet er worden verwezen naar de behandelende arts! Zilvernitraat-applicatie hoort ook thuis in de curatieve sector, vandaar dat de zilvernitraatstaafjes niet meer beschikbaar zijn op het CB. Richtlijnen voor dagelijkse navelverzorging In eerste instantie steeds de richtlijnen van de behandelende arts - kraamkliniek volgen. Handen wassen met water en zeep vóór en na de verzorging. Babybadje mag gegeven worden ook al is de navelstreng nog niet afgevallen. Verzorging 1x/dag en telkens de navelstreng bevuild is (urine of stoelgang). Wassen met water en zeep, zeer goed deppend nadrogen. Navelstreng droog en zuiver houden. Niet extra bedekken (enkel proper linnen of hemdje, best niet bedekken met de luier). Als de stomp goed droog en verschrompeld is mag de navelklem verwijderd worden.
Referenties Cochrane: 1. Zupan J, Garner P. Topical umbilical cord care at birth. Cochrane Review. In; The Cochrane Library; Issue 4: 2004. Review: 2. Daniels J. Is silver nitrate the best agent for management of umbilical granulomas? ADC; 2001, 85(5): 432 3. Parashar UD, Bennett JV, Boring JR, Hlady WG. Topical antimicrobials applied to the umbilical cord stump: an intervention against neonatal tetanus. Int J Epidemilol.; 1998, 27 (5): 904-8. 4. Axelsson I. Cochrane Review on the umbilical cord care and prevention of infections. Lakartidningen; 2002, 99 (14): 1563-6. 5. Care of the umbilical cord: a review of evidence on cord care practices. WHO; 1998.
RCT: 6. Janssen P, Selwood B, Dobson S, Peacock D, Thiessen P. To dye or not to dye: a randomized, clinical trial of a triple dye/Alcohol regime versus dry cord care. Pediatrics; 2003, 111: 15-20. 7. Dore S, Buchan D, Coulas S, Hamber L, Stewart M, Cowan D, Jamieson L. Alcohol versus natural drying for newborn cord care. JOGNN; 1998, 27 (6): 621-27 8. Daniëls J, Craig F, Wajed R, Meates M. Umbilical granulomas: a randomised controlled trial. ADC; 2003, 88: 257. 9. Evens K, George J, Angst D, Schweig L. Does umbilical cord care in preterm infants influence cord bacterial colonization or detachment. J. Perinatol; 2004, 24 (2): 100-4. 10.Panyavudhikrai S, Danchaivijitr S, Vantanasiri C, Trakulsomboon S, Kolatat T, Dhiraputra C, Poomsuwan V, Srihapol N. Antiseptics for preventing omphalitis. J Med Assoc Thai; 2002, 85 (2): 229-34. Practice guidline: 11.Weathers L, Takagishi J. Umbilical cord care. Pediatrics; 2004, 113 (3): 625. 12.Lotan G, Klin B, Efrati Y. Double-ligature: a treatment for pedunculated umbilical granulomas in children. Am Fam Physician; 2002, 65(10): 2067-8. 13.Ireland J, Rennie AM, Hundley V, Fitzmaurice A, Graham W. Cord-care practice in Scotland. Midwifery; 2000, 16 (3): 237-45. 14.Donion CR, Furdon SA. Assessment of the umbilical cord ouside of the delivery room. Adv Neonatal Care; 2002,2 (4): 187-97. 15. Trotter S. Management of the umbilical cord - a guide to best care. Midwives; 2003, 6 (7): 308-11. Algemeen beschrijvend: 16.Stoll JB,Kliegman MR. Nelson 17th edition online, p. 608-609. 17.Banwell PE, Cole RP. Umbilical burns in infants: an unusual complication of topicals in silver nitrate therapy. Burns;2001, 27 (3): 301-2. 18.Nandrup-Bus I. There is not enough evidence to recommend the widespread for topical antimicrobials on the umbilical cord stump. J. Hosp. Infect.; 2004, 58 (2): 165. 19.Keukelier Els, Werbrouck Kristien. Navelstrengstompverzorging. Tijdschrift voor
Vroedvrouwen; Jg 10, nr.1: april 2004.