s
Besluit
e a ccr editat¡ eorga
ni
sqtí e
Accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Bachelor in het bedrijfsmanagement (professioneel gerichte bachelor) van de Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen
datum '16 mei 2013
onderwerp Definitief
accreditatierapport en -besluit (001 030)
bijlage
1.Inleiding Bij brief van 8 november 2012 heeft het instellingsbestuur van de Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen te Antwerpen een accreditatieaanvraag ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voor de opleiding Bachelor in het bedrijfsmanagement (professioneel gerichte bachelor). Deze aanvraag is ontvangen op 8 november 2012 en ontvankelijk verklaard op 22 november 2012.
2
De accreditatieaanvraag steunt op het visitatierapport van een externe beoordeling uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora). De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling: Voorzitter: - Bart Valgaeren, heeft een dienstenbedrijf actief in (korte omschrijving functie, instelling); Leden: - llse Van Hoeck, rechter bij de Kamer van Koophandel in Turnhout - Steven Gibens, combineerde verschillende jaren een ondezoeksloopbaan en een functie als advocaat; - Romain Hulpia, voormalig wetenschappelijk medewerker Pedagogische wetenschappen aan de UGent (onderwijsdeskundige);
Secretaris: Chara Baeyens, stafmedewerker kwaliteitszorg bij Vlhora
-
De visitatie heeft plaatsgevonden op van 11 september2012.
11
, 12 en 13 oktober 2010. Het visitatierapport dateert
Aanvullende informatie De NVAO heeft de visitatiecommissie vezocht om haar oordeel te geven over het gerealiseerd niveau. De NVAO heeft hiervoor op 1 1 maart 2013 met de visitatiecommissie gesproken, waar zij hun oordeel over deze ondenalerpen gegeven heefi. De NVAO heeft deze aanvullende informatie betrokken in haar oordeelsvorming.
Parkstraal 2812514 JK I Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag PO Box 85498 | 2508 CD The Hague lThe Netherlands T + s1 (0)70 312 2300 | F + 31 (0)70 312 2301 info@nvao net I www nvao net
P agina
2 van 7 2. Formele overwegingen
De NVAO komt tot de volgende vaststellingen: De externe beoordeling is opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen van de NVAO en volgens de daarbij behorende beslisregels; - De visitatiecommissie heeft voor de externe beoordeling het door de Vlhora vastgestelde
visitatieprotocol gevolgd
-
;
De eferne beoordeling verschaft inzicht in de samenstelling van de visitatiecommissie; De externe beoordeling bevat een onderzoek ten gronde naar de aanwezigheid van voldoende generieke kwaliteitswaarborgen.
De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat de externe beoordeling over de voorliggende opleiding regelmatig en gedegen tot stand is gekomen
3. Inhoudelijke overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming in hoofdzaak op de onderstaande elementen uit het visitatierapport. Doelstellingen De doelstellingen van de opleiding situeren zich op het niveau van een professionele bacheloropleiding en worden duidelijk gecommuniceerd naar de studenten. De beroepsspecifìeke competenties kunnen wel meer gestructureerd en concreet geformuleerd worden, om zo overlap met de algemene beroepscompetenties te vermijden. De opleiding richt zijn doelstellingen heel duidelijk op rechtspraktijk, eerder dan de brede sector van het bedrijfsmanagement. Afgestudeerden en werkveld werden betrokken bij het formuleren van de doelstellingen. Programma Het programma bestaat uit twaalf modules, met vier modules van zeven weken per jaar, telkens beeindigd door een examenperiode. De relatie tussen doelstellingen, competenties en de inhoud van een opleidingsonderdeel wordt verduidelijkt via de competentiematrix en de ECTS-fiches. De vertaling van doelstellingen en competenties naar de inhoud van de opleidingsonderdelen gebeurt op docentenniveau. Om grote verschillen in het aantal en de inhoud van competenties te vermijden, is meer onderlinge afstemming, aansturing en overleg bij het bepalen van de na te streven competenties aangewezen. De professionele gerichtheid van het programma wordt versterkt door het cursusmateriaal, opgesteld door docenten uit het werkveld, het gebruik van juridische casussen vanaf het eerste jaar en culmineert in een lange stage en bedrijfsproject in het derde jaar. De kernondersteunende opleidingsonderdelen kunnen meer worden toegespitst op rechtspraktijk. Het programma kent een graduele opbouw, die versterkt wordt door de modulestructuur. Het derde jaar kent de mogelijkheid tot specialisatie in een van de vier leertrajecten - social law consultant, fìnancial & tax consultant, bank & insurance consultant en real estate consultant - die al eerder kort aan bod komen in het gemeenschappelijke programma, zodat studenten een geïnformeerde keuze kunnen maken. Binnen de horizontale samenhang en de vakoverschrijdende elementen in de opleiding is wel nog ruimte voor verbetering: de relatie tussen kernvakken en kern-ondersteunende vakken is niet sterk uitgewerkt of vertoont soms overlap en de aanpak van bijvoorbeeld de taalvakken is sterk verschillend. Een meer uitgebouwde vakgroepwerking kan een oplossing bieden.
zoals deze nu georganiseerd wordt, is naar mening van de studenten en de commissie te beperkt: studiebelemmerende en -bevorderende factoren worden ook niet bevraagd. De commissie is van oordeel dat er ruimte is voor verdere uitdieping van competenties en vaardigheden zonder dat de studielast ernstig verzwaart. De didactische werkvormen in de opleiding zijn eerder traditioneel en kunnen worden uitgebreid met innovatieve werkvormen, om zo beter aan te sluiten bij de vooropgestelde doelstellingen. De opleiding combineert bestaande handboeken met door lectoren ontwikkeld materiaal en beschikt bijgevolg over kwalitatief cursusmateriaal. De hoeveelheid aanvullend cursusmateriaal en de beschikbaarheid van ECTS-fiches zijn aandachtspunten. De aandacht van de opleiding voor de verschillende en frequente tijdstippen van evaluatie is positief, maar meer gevarieerde en alternatieve vormen van evaluatie kunnen een meemaarde bieden voor het competentiegericht toetsen. De communicatie naar studenten over de examenorganisatie is goed, maar de bekendmaking van de resultaten loopt soms vertraging op. Het niveau van de examens is globaal genomen goed, maar kent variatie in het karakter van de examenvragen, die niet altijd aansluiten bij het theoretische of praktische gehalte van het opleidingsonderdeel. De opleiding dient een meer uitgewerkt toetsbeleid te ontwikkelen, met ondersteuning en opvolging van de docenten. De opleiding heeft geen bijkomende toelatingsvoorwaarden en kent een zeer diverse instroom. Er zijn een aantal initiatieven om startende studenten te ondersteunen, rekening houdend met hun vooropleiding. Deze initiatieven vertalen zich niet helemaal in de uitstroomrendementen van BSO-studenten. Ook zomer- en instapcursussen, taal- en ICTcoaching worden georganiseerd om de overstap naar het hoger onderwijs te faciliteren. Bij het samenstellen van individuele trajecten worden de studenten begeleid door de opleidingscoördinator. Het verkort traject voor studenten uit de HBO5-opleiding rechtspraktijk is goed doordacht en kent een grote tevredenheid onder de studenten.
Pagina 3 van 7 De studietijdmeting
lnzet van personeel De opleiding beschikt over een duidelijk aanwervingsbeleid, waarbij men actief op zoek gaat naar docenten wier expertise aansluit bij de opleidingsonderdelen. De opleiding vooziet verschillende initiatieven om nieuwe personeelsleden te onthalen. Het algemene personeels- en functioneringsbeleid kan wel verder concreet uitgewerkt worden. De lectoren zijn sterke inhoudelijke experts, die zeer betrokken zijn bij de gehele opleiding. Vaak combineren de lectoren hun lesopdracht met activiteiten in het werkveld of de academische wereld. Er dient meer aandacht te komen voor de pedagogisch-didactische expertise en professionaliseringsinitiatieven en voor de internationale gerichtheid van het docentenkorps. De opleiding bedrijfsmanagement beschikt over een vrij hoge globale docent-studentratio van 1:26, waarbij ook het ondersteunende personeel - goed voor een derde van het personeelsbestand - meegerekend wordt. Docenten geven aan dat ze een tekort aan personeel en een zware werklast ervaren, onder meer door een versnippering van het takenpakket en het gebrek aan financiering.
Voozieningen De goed uitgeruste campus met moderne infrastructuur komt tegemoet aan de noden van alle betrokkenen, met voldoende leslokalen met uitgebreide didactische uitrusting, vergaderen bureauruimtes, computerlokalen en een educatief multimediaal informatiecentrum. De opleiding heeft een doordacht beleid rond studiebegeleiding, met intensieve en betrokken begeleiding van de studenten in kleine klasgroepen. Er is duidelijke informatie en ondersteuning voor abituriënten, die bij de overstap tussen secundair en hoger onderwijs
pagina 4 van
7 goed begeleid worden. Er is een vlot contact tussen studenten en studiebegeleiding, maar de oozaken van afhaken en niet-slagen worden te weinig verzameld. lnteme kwaliteitszorg De opleiding beschikt over een breed spectrum van bevragingen bij docenten, studenten, alumni en werkveld, die vooral gefocust zijn op de kernondenvijsprocessen en niet altijd voldoende overzicht bieden. De communicatie over de resultaten is nog niet optimaal en lectoren dienen meer begeleid te worden bij het plannen en opvolgen van de verbeteringsacties die zij opstellen aan de hand van de resultaten. De resultaten van de studentenbevragingen worden ook meegenomen in de functioneringsgespreken van docenten. De verbeteracties worden vooral op het vlak van de kernonderwijsprocessen gerealiseerd. Al te vaak zijn de verbeteracties het resultaat van ad hoc reacties, tenarijl een proactief en doelgericht kwaliteitszorgbeleid voor een betere integratie en opvolging van de resultaten kan zorgen. De coherentie tussen visie, waarden, doelstellingen en actieplannen binnen de kwaliteitszorg kan versterkt worden. De coherentie tussen visie, doelstellingen en actieplannen moet versterkt worden. De commissie stelt vast dat de betrokkenheid van personeelsleden eindigt bij de deelname aan de bevragingen. Ondersteunend personeel wordt slechts minimaal bij de kwaliteitszorgprocessen betrokken. De wisselende samenstelling van de focusgroep voor het werkveld kan het behalen van duurzame resultaten bemoeilijken. De terugkoppeling van de resultaten van de bevragingen en inspraakmogelijkheden is te beperkt, met name over de verbeteracties die volgen uit de aandachtspunten van bepaalde stakeholders. Resultaten ln de jaarlijkse bevraging gaven stageplaatsen aan tevreden te zijn over de kwaliteit en praktijkgerichtheid van de opleiding, een vaststelling die tijdens het visitatiebezoek onderschreven werd door het werkveld. De overstap naar de arbeidsmarkt wordt door alumni als vlot ervaren. De kwaliteit van het bedrijfsproject als afstudeerwerk wordt door het werkveld lager ingeschat dan vroeger en de kwaliteit van de stageverslagen is niet volledig in overeenstemming met het belang dat aan de stage gehecht wordt. Op vlak van internationalisering boekt de opleiding goede resultaten. Het studierendement van de opleiding bereikt een goed gemiddelde, onder meer door de grote selectie in het eerste jaar. Studenten behalen gemiddeld 73o/o van de opgenomen credits. Het profiel van de studenten is wat atypisch, met een groter dan gemiddeld aantal beursstudenten en studenten met een minder geschikte vooropleiding. De opleiding volgt de instroom, doorstroom en uitstroom goed op. Conclusie De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat het eindoordeel van de commissie deugdelijk is gemotiveerd. De NVAO kan zich dan ook aansluiten bij de bevindingen en overwegingen voor alle facetten en ondenruerpen, zoals ven¡¡oord in het visitatierapport. De eindconclusie uit het visitatierapport wordt gevolgd. De NVAO benadrukt dat de afstudeerrichting lnternationaal Ondernemen, die gezamenlijk aangeboden en georganiseerd wordt door Artesishogeschool Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool en Plantijn Hogeschool van de Provincie Antwerpen, op een structurele manier geïntegreerd dient te worden qua organisatie, personeel en programma. Enkel zo kan de continuiTeit en de basiskwaliteit gegarandeerd worden.
Pagina 5 vanT 4.
Oordelen visitatiecommissie
De tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van de visitatiecommissie weer ONDERWERP
I
Doelstellingen opleiding
OORDEEL
FACET
OORDEEL
1.1 niveau en oriëntetie 1.2 domeinspecifieke eisen
2 Programma
2.1 eisen gerichtheid 2.2 relalie doelstellingen - programma
þ
2.3 samenhang programma 2.4 studielast 2.5 toelatingsvoorwaarden
2.6 studieomvang
G
OK
2 7 afstemming vormgeving - inhoud 2
I
beoordeling en toetsing
2.9 masterproef 3 lnzet van personeel
3.1 eisen gerichtheid
NVT E
3.2 kwantiteit 3.3 kwaliteit 4 Voorzieningen
5 lnterne kwaliteitszorg
4.1 materiële voozieningen
\t
4.2 studiebegeleiding
G
5.'l evaluatie resulteten 5.2 maatregelen tot verbetering
5.3 betrokkenheid 6 Resultaten
6.1 gerealiseerd niveau 6.2 onderwijsrendement
Eindoordeel: positief
Pagina 6 van
7
5. Globale oordelen NVAO
De onderstaande tabel geeft per ondenruerp het globaal oordeel van de NVAO weer ONDERWERP
I
OORDEEL
Doelstellingen
2 Programma 3 lnzet personeel 4 Voorzieningen 5 lnterne kwaliteitszorg
6 Resultaten
Eindoordeel: positief 6. Besluit betreffende de accreditatie van de Bachelor in het bedrijfsmanagement (professioneel gerichte bachelor) van de Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpenl. De NVAO, Na beraadslaging, Besluit: Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor in het bedrijfsmanagement (professioneel gerichte bachelor) van de Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding met afstudeerrichting: rechtspraktijk die te Antwerpen wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2013 - 2014 tol en met het einde van het academiejaar 2020 - 2021 . Den Haag, 16 mei 2013
Voor de
R.P. Zevenbergen (bestuurder)
I
Conform de bepalingen vermeld in de handleiding accreditatie kan een instelling opmerkingen en bezwaren formuleren op het ontwerp van accreditatierapport. De instelling heeft geen opmerkingen en/of bezwaren geformuleerd op het ontwerp van accreditatierapport
Pagina Tvan
7 BÜlage
1
-
Gegevens opleiding
-
adres instelling
-
aard instelling
ambtshalve geregistreerd
-
graad, kwalificatie, specificatie niveau en oriëntatie studieomvang
Bachelor in het bedrijfsmanagement professioneel gerichte bachelor 180 studiepunten
-
opleidingsvarianten - afstudeerrichtingen: - studietraject voor werkstudenten
Rechtspraktijk geen
-
vestiging opleiding
Antwerpen
-
ondenrijstaal (delen van) studiegebieden
Nederlands Handelswetenschappen en bedrijfskunde
-
bijkomende titel
geen
naam instelling
Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen Lange Nieuwstraat 101 B-2OOO ANTWERPEN BELGIË