In de voetsporen
NAVARRA van de pelgrims
TEKST EN FOTOGRAFIE GUY MEUS
34
GRANDE
GRANDE
35
De geschiedenis ligt in deze Noord-Spaanse regio op elke morzel grond voor het grijpen: romaanse kerkjes en kapellen, machtigekathedralen en middeleeuwse kastelen uit de tijd toen de koningen van Navarra hier zowat zeshonderd jaar de plak zwaaiden. Ook de landschappen in deze autonome Spaanse provincie zijn adembenemend en de beste chef-koks van Spanje komen uit deze streek. Maak je dus klaar voor een reis naar de zevende hemel.
R
oncevalles/Ronceveaux: misschien doet die naam wel een geschiedkundig belletje rinkelen. Volgens de overlevering lokte hier in 778 een horde Saracenen de dappere ridder Roeland in een hinderlaag. Karel de Grote, zijn baas en machtige Frankenkoning, was even verderop de bergpas al overgestoken en wachtte op zijn poulain, die de achterhoede aanvoerde. Die werd genadeloos in de pan gehakt. Een gedenkkruis voor Roldán, zoals ze Roeland hier noemen, en het oudste gebouw van het dorp, de Silo de Carlomagno, dat ijzervreter Charlemagne voor de gesneuvelde helden zou hebben laten optrekken, herinneren in Roncevalles nog aan dat historische feit. Maar het zijn vooral de duizenden pelgrims, op weg naar het graf van apostel Jacobus in Santiago de Compostela, die dit dorp op de historische kaart hebben gezet.
kilometer lange klim vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port via modderige bergpaden allerminst een gezondheidswandelingetje was. Want zoals je nog wel weet uit je eigen kindertijd, wemelde het in afgelegen streken van dwaallichtjes, boze ogen en rakelings overvliegende heksen terwijl uitgehongerde wolven en bruine beren in bedevaardersvlees geen graten zagen. In hun zog verkeerde op de koop toe ook nog het puikje van de struikrovers, beurzensnijders en goor geteisem dat het op het schaarse goed van de pelgrim gemunt had. De aha-erlebnis was dan ook groot bij de meesten wanneer ze de oversteek over de bergpas, de Puerta de Ibañeta, achter de rug hadden en in het dal de machtige abdij met hospitium zagen liggen. De fitsten van deze survival hadden dan nog een tocht van een slordige 800 kilometer voor de boeg. Ook vandaag start in Roncevalles nog een van de vier routes die de moderne bedevaarder vanuit Spanje naar Santiago de Compostela in Galicië leiden.
Zwaardgekletter en schietgebeden Voor de middeleeuwse pelgrims was Roncevalles (Orreaga in het Baskisch) de eerste halteplaats waar ze na hun tocht door de donkere wouden van de Franse Pyreneeën eindelijk hun lamme leden konden strekken. Uit kronieken blijkt dat de 27 36
GRANDE
door zijn eenvoud. Naast de kerk ligt het oude klooster en via de kloostergang met middeleeuwse muren kom je in de Capilla de San Agustín, waar de graftombe staat van de legendarische koning Sancho VII, bijgenaamd El Fuerte, die de oprukkende Moren flink van jetje gaf. Zijn overwinning in Las Navas de Tolasa in 1212, die heroïsch uitgebeeld wordt in een glas-in-loodraam in de kapel, zou het startpunt geweest zijn van de reconquista, het begin van de herovering van het christelijke Spanje op de islam. Over de boomlange krachtpatser (2,10 meter) bestaan, zoals gebruikelijk bij heroïsche figuren uit de geschiedenis, heel wat mythen en fantasieën. Zo zou hij de ketting die rond de tent lag van de al even legendarische Morenaanvoerder Miramamolín, samen met een smaragdgroene edelsteen uit diens tulband buitgemaakt hebben. Die ketting met koningskroon en parel in het midden tooit vandaag de vlag van Navarra.
Pelgrim voor een uurtje Sancho numero septimo Sober, ingetogen en heel mooi is de gotische kerk uit het begin van de dertiende eeuw waar de beroemde Virgen van Roncevalles wordt vereerd. Het houten Mariabeeld schittert
Terug naar de realiteit: we vermommen ons in pelgrim, gespen de rugzak om en beginnen aan een frisse wandeling van op de winderige heuveltop boven Roncevalles (1.066 meter). Een prachtig Pyreneeënpanorama strekt zich voor ons uit: don-
kere bossen, glooiende heuvels, groen weiland en op de achtergrond de bergen. De camino naar het verre Galicië is niet meteen onze optie, maar de miniversie naar Burguete/Auritz, het eerstvolgende dorp vijf kilometer verderop, over een prachtig bospad naast een kabbelend beekje zien we wel zitten. Het straatdorp met witgeschilderde huizen en rodepannetjesdaken ligt genieterig te dromen tussen de omringende heuvels. De vele hostals en pensions langs de hoofdweg of Calle Mayor zijn duidelijk bedoeld voor de vele duizenden pelgrims die hier het hele jaar door passeren. De ‘echten’ doen het nog altijd te voet. Naast attributen als wandelstaf, afstempelkaart (de credential) en de breedgerande hoed met de bekende schelp zijn de meesten ook in het bezit van een serie pijnlijke blaren. “Hoe gaat het met jou?” vraag ik aan een Zuid-Afrikaanse dame die we in de refugio van Puente la Reina later op de dag ontmoeten samen met haar groep. Terwijl de was onder een shelter hangt te drogen, likken de meesten op een grasveldje, over een teiltje water gebogen, hun wonden. “Nie sleg nie, baie dankie”, klinkt het lacherig. We wandelen door de hoofdstraat van het dorp naar de stenen boogbrug uit de elfde eeuw waaraan het dorp zijn naam dankt. Ten behoeve van de vele pelgrims liet een Navarrese GRANDE
> 37
koningin hier een brug over de brede Arga-rivier bouwen zodat de bedevaarders zonder natte voeten hun onderkomen konden bereiken. De handel kwam op gang, het dorp kreeg naam en de koning verleende de inwoners fueros, rechten en privileges, een begrip waarvan de hele geschiedenis van Navarra en vooral van het trotse Baskenland doordesemd is.
Pamplona: hoofdstad vol joie de vivre Bij de naam Pamplona denk ik spontaan aan een joelende bende waaghalzen in witte pakken en rode sjaals die door nauwe straatjes voor opgejaagde stieren uit rennen. Een jaarlijks bloed-en-spelen-item dat steevast het internationale tvnieuws haalt. Spektakel gegarandeerd, zeker als een of andere onverlaat zich niet op tijd uit de voeten heeft kunnen maken en door een stier op de hoorns wordt genomen. “Doden vallen er zelden of nooit,” weet onze gids Javier, “en als het gebeurt, is het vaak door hun eigen stommiteit, zoals in 2009 nog met een Madrileen het geval was”, vult hij aan. Maar het is een traditie die bij de jaarlijkse fiesta van San Fermín, patroonheilige van de stad, behoort en eigenlijk ‘incontournable’ is, ondanks het groeiende protest uit vele hoeken. Ook toeristisch gezien legt het de stad en wijde omgeving geen windeieren, 38
GRANDE
want de vele hotels en pensions zijn maanden van tevoren al volgeboekt. Wij lopen met Javier vanuit het Ayuntamiento, het stadhuis met de barokke voorgevel, waar elk jaar op 6 juli het startschot voor de stierenloop gegeven wordt, door het smalle, steile straatje naar boven. Via de Calle Estafete komen we aan de gemene bocht, waar gegarandeerd een van de vleeskolossen onderuit gaat. Vandaar stormen ze naar de arena, waar alleen maar tijdens de sanfirmines stierengevechten of corrida’s plaatsvinden. Nauwelijks drie minuten duurt de dagelijkse encierro of stierenloop tijdens de feestweek waarbij de hele stad duchtig uit de bol gaat. Dat doet ze wel vaker, weet Javier, want de Pamplonezen en bij uitbreiding alle Navarrezen zijn geboren feestnummers. Het is ook een bekende en jolige studentenstad met drie universiteiten, waarvan de medische faculteit op het gebied van kankeronderzoek wereldfaam geniet. Op de Plaza del Castillo, het grote plein in het centrum met kiosk en mooie, hoge burgerhuizen met fraaie portieken, uitspringende erkers en smeedijzeren balkons, is het heel rustig op de middag. In het oude bekende café Iruña, de Baskische naam voor de stad, dragen camareros in gesteven, witte schorten Ernest Hemingway naar binnen. Die staat op het ruime terras in houtenbeeldpositie naar de
voorbijgangers te grijnzen en wordt bij de oudewijvenregen die ons plots overvalt, eerbiedig afgevoerd. Alsof een druppel ‘vocht’ de macho ook maar een spatje kon deren! In het café zou good old Ernest, gepatenteerde aficionado van stierengevechten, de roman ‘The Sun Also Rises’ geschreven hebben waarmee hij de sanfirmines vereeuwigde. We nemen ook een kijkje in de lobby van het poepchique hotel La Perla, waar de schrijver een tijd woonde en waar je voor een slordige 500 euro per nacht in de Hemingwaysuite kunt logeren. Elke nacht bezet, vooral door excentrieke Amerikanen, weet de hotelmanager te vertellen.
Tapas en pintxos in tabernas en bodegas Dat Pamplona de stad is van la buena vida, merken we zodra we door de gezellige, kronkelige straatjes van de binnenstad struinen. Restaurants, bars, winkels, boetiekjes en delicatessenzaken scholen er samenzweerderig samen, gewapend voor een aanslag op maag en beurs. Hoog tijd dus om kennis te maken met de tapas van Navarra, of beter de pinchos (pintxos in het Baskisch) zoals die prikkerhapjes in het noorden van Spanje genoemd worden. Kenner Javier duikt met ons onder in een paar gerenommeerde zaken en even later zitten we
verrukt te smikkelen van de lekkerste heerlijkheden die we uitkiezen uit een feestelijke processie van schotels op de lange toog. Flinterdunne plakjes jamón van het beste Iberische varken, pikante chorizo, gebakken foie gras, gefrituurde calamares, gemarineerde ansjovis, met tonijn gevulde pimientos de piquillo (Spaanse pepers), driehoekjes pittige schapenkaas van Roncal en meer van dat lekkers. Tip: vervolledig dit gelukzalige concept met een frisse chardonnay of een volle rode crianza uit Navarra, geniet van het interieur van een authentieke, doorrookte bodega met kanjers van hammen aan het plafond, prevel de vier woorden die je onthouden hebt uit je cursus ‘Beginnersspaans voor genieters’ tegen een local aan de toog en je bent vertrokken voor een fiesta sin fin en bloedbroederschappen voor het leven. Pamplona: toros, tapas, fiestas. Je zou zelfs nog vergeten dat ze hier ook nog een van de mooiste kathedralen ter wereld hebben uit de twaalfde eeuw, een paar prachtige kerkjes, een museum waar de rijke geschiedenis van Navarra van begin tot einde uitgerafeld wordt, stukken bewandelbare stadsomwalling uit de Romeinse tijd en parken met veel groen. Momenteel hangt de stad vol borden waarop ze haar intentie kenbaar maakt om Europese cultuurhoofdstad 2016 te worden. Mucho éxito, Pamplona! GRANDE
> 39
nog weerspiegelt. Ondertussen heeft een buslading kwetterende schoolkinderen het paleis belegerd en gewapend met pennen en vragenlijstjes gaan ze hun vaderlandse geschiedenis te lijf. De vele ooievaars op de torens en daken kijken vertederd toe op het voorbeeldige gedrag van hun afgewerkte producten. De twee profesores die niet meer weten waar hun hoofd staat, zie ik dromen van meer pedagogische begeleiding bij excursies en misschien wel van het comfort van kerkers en vergeetputten. Olé, ola, adiós Olite!
Tudela, de groene hoofdstad van het zuiden
Kasteel voor koninklijke ooievaars In Olite zijn ze trots op hun prachtige middeleeuwse kasteel. Dat danken ze aan koning Carlos III, de Nobele, die hier in het begin van de vijftiende eeuw op de resten van een kasteel uit de dertiende eeuw een paleis liet bouwen dat tot een van de meest luxueuze van Europa gerekend werd. Na het opgaan van het koninkrijk Navarra in dat van Castilië in 1512 raakte het kasteel in verval, maar sinds de recente renovatie is het een toeristische trekpleister geworden. Zodra je binnengaat, verdwaal je in een middeleeuws decor met slanke torens, kantelen, doorsteekjes en binnenpleintjes. Het uitzicht op het stadje met zijn kronkelende middeleeuwse straatjes, de San Pedro-kerk, het achthonderd jaar oude franciscanenklooster, de wijngaarden errond - Olite is ook het wijnbouwcentrum van Navarra - is enig. In de tijd van Carlos, die volgens gids Javier meer kunstenaar dan krijgsman was, was er in het paleis ook nog een heuse dierentuin met buffels, kamelen, giraffen en leeuwen, geurden de hangende tuinen naar jasmijn en groeiden er dankzij een ingenieus bewateringssysteem citroenen en sinaasappelen aan de bomen. Aan de hand van infobordjes, maquettes en panelen kom je te weten hoe en waar er eertijds gewoond werd. Het oude paleisgedeelte met zijn dikke muren en gotische gewelven is nu een prestigieuze parador waarvan het somptueuze interieur de grandeur van weleer 40
GRANDE
Voor meer geschiedenis en cultuur zakken we af naar Tudela, de hoofdstad van de zuidelijke Ribera-streek en tweede grootste stad van Navarra. Die streek naast de vruchtbare oevers van de Ebro is ook bekend als tuinbouwstreek en voor de hoogstaande keuken met verrukkelijke streekgerechten. Wij rijden naar het stadje Castejón, waar we een etappe op het groteroutepad langs de Ebro, de GR 99, willen lopen. Die start in de bergen van Cantabria en loopt naar de Middellandse Zee. Onderweg maken de vele informatieborden ons wegwijs in allerhande geografische en geologische aspecten van deze streek. Bij het naderen van Tudela rijgen de tuinbouwbedrijven zich aan elkaar en strekken zich brede akkerlanden uit waar onder meer uien, tomaten, asperges, artisjokken, slaharten, spinazie, kardoen en bernagie groeien als kool. In de verte zien we het middeleeuwse Tudela met zijn vele kerken en torens verrijzen. We lopen over de oude brug over de Ebro en zijn meteen in het hart van de stad. De terrasjes en bars op de Plaza de los Fueros zitten eivol en net zoals in Olite worden de vele ooievaars die zich in de klokkentoren van het stadhuis genesteld hebben, kennelijk beschouwd als ereburgers van de stad. Een must is ongetwijfeld de kathedraal van Santa Maria. Die staat zowat symbool voor het boeiende verleden van deze stad die in de negende eeuw door de Moren gesticht werd en in 1115 door de koningen van Navarra heroverd werd. Vreedzaam leefden moslims, joden en christenen hier vierhonderd jaar lang samen en restanten van de grote moskee waarop de latere kathedraal gebouwd werd, tref je in de gotische kloostergang nog aan. Alleen al met het bewonderen van het tim-
advertentie
paan en de architraven boven de monumentale toegangspoort is een beetje iconograaf al een halve dag zoet. Daarop heeft een meesterbeeldhouwer ons zijn visie op het Laatste Oordeel fantasierijk uiteengezet met een grote voorliefde voor zonde, gruwel en pijn. In de kerk trekt het reuzegrote kleurrijke altaarstuk in Spaans-Vlaamse stijl de aandacht terwijl het museum een heel arsenaal van kunstschatten uit diverse periodes herbergt.
De noordelijkste woestijn van Europa Canyons, spectaculaire zandsteenformaties, kale vlaktes en tinten van zwart over roestbruin tot okergeel: daarvoor moet je naar het zuidpuntje van de Ribera en wel naar de Bardenas Reales, een heus woestijngebied van 42.000 hectare met drie natuurreservaten. In de zomer kan de temperatuur er oplopen tot 45 tot 50 graden. Leven is er nagenoeg niet mogelijk, hoewel er tot zo’n tachtig jaar geleden, aldus onze gids, nog kinderrijke families in holen leefden vlak voor de halfwoestijn
advertentie
begint. In 2000 werden grote gebieden door de Unesco tot biosfeerreservaat uitgeroepen. Het militaire domein midden in het gebied, test- en schietveld van het Spaanse leger en ‘bondgenoten’, is velen een doorn in het oog, maar door de niet-toegankelijkheid is het ook een natuurlijke habitat voor fauna en flora. Langs een strikt afgebakende rondweg kun je met de auto, per fiets of te paard delen van het natuurgebied verkennen. Wij houden halt bij het zandkasteel of de Castildetierra, een uniek natuurfenomeen dat door de erosie van miljoenen jaren tot stand gekomen is. Van daaruit kun je te voet enkele wandelingen maken. Javier, die dit gebied kent als zijn broekzak, leidt ons naar een plek waar we een prachtig uitzicht hebben op de feeërieke wonderwinkel van Moeder Natuur. Hier heerst de absolute stilte en wordt een mens vanzelf stil. Terwijl hoog boven ons nog enkele vale gieren rondjes draaien, duffelt de ondergaande zon het landschap in met de warmste en zachtste pastellen die ze zo laat op de avond voor ons nog in huis heeft.
NAVARRA PRAKTISCH Navarra is een dunbevolkte, natuurrijke autonome regio en een provincie in het noordoosten van Spanje vlak over de grens van Frans Baskenland. Hoewel er in het minder bevolkte noorden Baskisch gesproken wordt, hoort het bestuurlijk niet tot de autonome regio Baskenland zelf. De taal en de culturele eigenheid zijn er een heel delicate aangelegenheid en gesprekken erover kunnen leiden tot verhitte discussies. In het zuiden grenst Navarra aan La Rioja, de bekende wijnstreek, in het westen aan Baskenland en in het oosten aan Aragón. Geografisch bestaat Navarra uit vier zones: de Pyreneeën in het noorden, daaronder Pamplona en stedelijke omgeving, dan volgt de Middenzone en in het zuiden ligt de Ribera met in het uiterste puntje een semiwoestijn. Navarra heeft een oppervlakte van 10.421 vierkante kilometer , telt ongeveer 620.000 inwoners en heeft als ‘autonomía’ een eigen deelstaatregering met grote bevoegdheden. In de middeleeuwen was het een koninkrijk (Reyno) en dat rijke, culturele verleden wordt, samen met het landschappelijke schoon en een culinair hoogstaande cultuur, toeristisch uitgespeeld. ERHEEN Wij vlogen met Transavia (www.transavia.com) vanuit Schiphol naar Pau in 1 uur en 35 minuten. Met een minibusje van de autobusmaatschappij Oroz (www.oroz.info) doorkruisten we de streek. LOGEREN Roncevalles: Casa de Beneficiados, een fraai gerestaureerde posada uit het begin van de achttiende eeuw met 24 modern ingerichte appartementen en 16 kamers. Heel stijlvol gedecoreerd, met veel lichtinval en een warme inkleding met hout en natuursteen. Verhuur van fietsen. Vriendelijk onthaal. www.hotelroncevalles.com, www.casadebeneficiados.com Olite: La Joyosa Guarda**** van de keten Nobles del Reyno, Rúa de Medios, 23. Schitterend decor, stijlvolle kamers, warme ontvangst en heerlijke keuken. www.lajoyosaguarda.com Tudela: aan de rand van de woestijn in het nieuwe designhotel Aire de Bardenas, ook van de keten Nobles del Reyo. Een eigenzinnige architectuur, geïnspireerd door de woestijn,
maar fraai ingebed. Hypermoderne kamers met veel wit en hout. Voortreffelijke keuken. www.hotelairedebardenas.com LEUKE TAPAS-OF PINCHOSBARS IN PAMPLONA Casa Otano, Calle San Nicolas 5: uitgebreide keuze, ook van wijnen, en je kunt er ook een kamer huren. www.casaotano.com Café Niza, Duque de Ahumeda 2: gezellige en jeugdige uitstraling, hipper dan klassieke tapasbars en oog voor experimenten, zeg maar eigentijdse pinchos. Uitgebreide keuze en dranken. www.cafeniza.com La Mandarra de la Ramos in Calle San Nicolás 9: gerenommeerde tapasbar, een begrip in Pamplona. www.lamandarradelaramos.com Café Iruña op Plaza de Castillo: beroemdste café-brasserie met groot buitenterras. Prachtig en nog met het originele interieur uit het begin van de twintigste eeuw met veel bruin, spiegels, kroonluchters en fraai gestileerde zuilen. www.cafeiruna.com
RESTAURANTS Olite: het staatshotel of de parador op de Plaza Teobaldos 2: pure klasse wat de inrichting en keuken betreft. Op de kaart niet alleen uitgelezen Navarrese streekgerechten en een degustatiemenu, maar ook keuze uit de kaart van andere paradores. Tudela: L & Ele, Carnicerías 11: nieuw, fris, jeugdig, met een moderne keuken met nadruk op streekgerechten en groenteschotels. Gezellige inkleding, jonge gezichten, supervriendelijke bediening. Mooie wijnen. Met dank aan Gobierno de Navarra (www.turismo.navarra.es), het plaatselijke organisatiebureau (alle activiteiten) onder leiding van Javier Adot (www.guiartenavarra.com) en het pr- en communicatiebedrijf TMC (www.tmc-world.com). Info over de Camino de Santiago de Compostela: ww.compostelagenootschap.be, www.santiago.nl
GRANDE
43